Hunan Bn
DERDE BLAD
Zaterdag 8 Fsbraari 1913
Maildienst naar Ned.
Oosi Indië.
De verzending \an brieven enz.
beeft deze week plaats als volgt:
Over Genua, Woensdag 12 Februari
(Laatste busliohtiug 3 u. 25 min. 's-
morgens).
Voorloopige verzending reeds den
Vorigen dag, vóórnxiddags 11 u. 15 m.
Over Brindisi, Vrijdag 14 Februari.
(Laatste busliclitiiig 12 u. 30 s nam.)
Behalve correspondentie voor Atjeh
en Onderhoorigbiiden, Sumatra's
Oostkust, Palembang, Iliouw, Banka,
Billiton en Borneo, alleen die, welke
van ec-n desbetreffende aanwijzing
is voorzien.
Over Amsterdam, met de zoogen.
Zeepost, Zaterdag 15 Februari.
(Laatste buslicbting 3 u. 25 m. s mor
gens).
liet port van mei deze gelegenheid
te zenden brieven bedr aagt 5 cent per
20 gram. dat der briefkaarten 2 1,2 ct.
per stuk, en dat van drukwerk 1 cent
per 50 gram.
Om nug met deze gelegenheid te
kunnen worden verzonden, moeten
postpakketten Vrijdag vóór 0.30 's av.
ten postkantore zijn bezorgd.
Wij doen uitdrukkelijk opmerken,
dat bedoeld wordt de buslichting aan
't Hoofdpostkantoor in de Zijlstraat.
01
qG
10.15 m.
2.30 in.
ba 3
.£0 3
1 s
B 3
t a
inlkomst
Hoorn.
<3
E
3.25 m.
10.15 i
7.50 m.
4.50 m.
6.40 m.
12.10
a.
9.— m.
3.15
a.
11.— m.
12.20 a.
4.20
a.
2.39 a.
1.50 a.
4.20 a.
3.35 a.
7.- a.
4.40 a.
9.45
a.
6.— a.
7.50 a.
6.45 a.
10.40 a.
7.45 a.
6.30 m.
9.40 a.
Brnteislairiscfe Overzicht
Ds Balkan-vulkaan.
De s t r ij d om A d r i'a n o p e 1.
De beschieting van Adrianopel wordt
voortgezet. En met succes, zoo verze
keren de berichten uit Sofia.
Omtrent bet bombardement werd
aan don „Berliner Lokal Anzeiger"
geseind: „Het bombardement van
Adrianopel duurde oök Donderdag
den geheelen dag, vooral aan de
Zuid- 4511 Oostzijde, ne beroemde S©li-
niieh-moskee werd door de Bulgaren,
die dachten, dat daar het station voor
druadlooze telegrafie was, sterk be
schadigd".
Dit bericht wordt bevestigd en aan
gevuld door het „Berliner Tageblutt"
dut meldt
„Het bombardement van de held
haftig verdedigde stad duurt voort. De
Bulgaren vernielen de huizen van
vreedzame inwoners. Het aantal doo-
den en gewonden onder de bevolking
is waarschijnlijk groot, 25 personen
vonden den dood in de vlammen der
brandende huizen. De Bulgaren zijn
in hun pogen, de draarllooze verbin
ding met Konstantinopel te vernielen,
zon ver gegaan, dat zij de beroemde
Selimieh-moskc© beschoten. Twee van
de vier slanke rninarets, deze meester
werken uit den schitterenden tijd
van de Turksche houwkunst, zijn ver
nield. In Konstantinopel heerscht
hierdoor groole verontwaardiging".
De Bulgaarsche en Servische bele-
geringsariillerie is aangevuld mét
zwaar, verdragend geschut, en daar
mede pogen de Bulgaren de Turkschc
forten plat te schieten en tevens, door
het bombardement van de stad, der be
volking angst aan te jagen en den
commandant, tot de overgeving te
noodzaken. Het verzoek van de vreem
de consuls, om een neutrale zone aan
te wijzen, of hen en de buitenlanders
gelegenheid te geven Adrianopel te
verlaten, is door de Bulgaarsche re
geering afgewezen. Aan niemand
wordt meer toegestaan de stad te ver
laten. om de ellende, den honger-, den
angst grooter te maken. 1-Ioe grooter
de ellende, hoe sneller de vesting moet
vallen.
Of dit op den Turkschen comman
dant den invloed hebben zul, dien de
Bulgaren verwachten, is te betwijfe
len. Hij heeft tol dusver ©en vastbe
radenheid en volharding getoond, die
door medelijden met de inwoners niet
aan 't wankelen konden worden ge
bracht.
Maar ten slotte is de overgeving on
vermijdelijk, tenzij de belegerden wor
den ontzet of kunnen doorbreken.
In Adrianopel worden de Turken
ingesloten door 100.000 man vijande
lijke troepen; do Turken hebben geen
troepen genoeg 0111 door de inslui-
lingslinie te kunnen breken.
En op ontzet behoeven de Turken
niet te rekenen.
De toestand van de Turken
b ij T s j a I a 1 d j a
is niet vair dien aard, dat zij uit de
versterkingen kunnen komen, om de
daarvoor liggende Balkanlegers te
verdrijven, en dart tot ontzet van
Adrianopel op te rukken. Zelfs de j
flank-aanval, welke de nieuwe]
l'urksche commandant Enver-bey
vau Rodosto uit poogt te ondernemen,
is van weinig beteekeuis. De bondge-
nooten hebben zich door de opstelling
en de bezetting van eenig© punten
langs de kust van de Marm-ora-Zee te
gen een omtrekking van die zijde be
veiligd. En zij hebben meer gedaan;
zij rukken langs de zee op, om de for
ten van de Uardanellen te bezetten.
Slagen zij er in de forten aan den
Europceschen oever te nemen, dan
kunnen zij, daar deze hooger ligt dan
de Aziatische, do forten aan de over
zijde tot zwijgen brengen. Eu dan kan
de Griekscbe vloot tot voor Konstan
tinopel stoomen.
't Gevecht bij Gallipoli.
Uit het officieel© Turksclie relaas j
van het gevecht bij Kawak in de na
bijheid van Gallipoli blijkt dat de Tur
ken een nederlaag leden. Bijzonderhe
den ontbreken nog. Vermoedelijk was
het gevecht niet zeer ernstig, omdat "t
plaats had buiten de linie van Boulav,
waar do voornaamste strijdkrachten
zijn samengetrokken, maar het was
belangrijk omdat het toonde, dat de
nieuwe troepen niet zoo good het
vuur doorstonden, als blijkbaar ver
wacht was.
Griekscbe transportschepen hebben
getracht Servische troepen bij .-Galli
poli aan land te zetten'.
Geruchten uit Bulgaarsche bron be
weren, dat de Bulgareu den Turken
een geduchte nederlaag hebben rqege-
bracht. Men schatte 't verlies der Tur
ken op 15000, terwijl een ander ge
rucht (maar dat is al heel vaag !)nog
sproekt van 10.000 gevangenen.
Turk:e 11 en Grieken.
Bij Janiua rukken de Grieken nog
steeds vooruit. De meening, dat de
Turken in Janina versterking zouden
kunnen ontvangen van het bij Mona-
stir uiteengeslagen Turksohe leger on
der Djavid-bey, is onjuist.
Die troepen zijn zoo gedemorali
seerd. van alles ontbloot, en door ziek
te aangetusl. dat er niets mede te be
ginnen is. Zij houden zich in het ge
bergte schuil, en een deel er van is
zelfs overgeloopen naar de Albaniërs, j
die daar pogen een legertje samen te
brengen.
Een aviateur aan 't werk.
De Griekscbe minister van marine
bericht, dat de av'ateur Montoussin in
een hydroplane boven de Turksclie
schepen bij Nagera heeft gevlogen en
vier bommen heeft geworpen, waarvan
twee op de vestingwerken.
De aviateur bleef ongedeerd, of
schoon de Turken hem hadden bescho
ten.
't Beleg van Skoetari.
Uit Skoetari, dat nog steeds niet ge
capituleerd heeft, komen thans be
richten. die de overgevlng wel als
aanstaande <loen verwachten. Zoo het
juist is, dat Hassan Riza bey, de com
mandant. dier vesting, gesneuveld is,
en zijn opvolger, strijdens moede, on
derhandelingen niet de Montenegrij-
ncn heeft aangeknoopt, dan zal in
het Westelijk deel van het oorlogstor-
rein spoedig de strijd geëindigd zijn.
Ds stemming In Turkije.
Uit Konstantinopel wordt aan de
„Süd-Slavische Korrcspondenz" ge
seind
„I11 goed ingelichte kringen ziet
men niet zonder zorg de verdere ont
wikkeling van de gebeurtenissen tege
moet. In de leidende Turksclie krin
gen schijnt volkomen radeloosheid lë
heersclien en heeft, men alle hoop op
coii mogelijk succes opgegeven.
Do grootvizier Mahmoed is, 11a een i
korte inspectie de troepen aan ile Tsja-
taldja-linic, naar Koustantinopel te
ruggekeerd. maar heeft zich tot nu
nog niet uitgelaten over zijn indruk
ken. Hij maakt op aile menschen. dio
niet hem in aanraking komen, den in
druk van diep terneergeslagen te zijn.
Betrouwbare berichten omtrent den
toestand van het Turksohe legor spre
ken van de wanorde in het leger. Men
acht daar de mogelijkheid voor een
succesvollen tegenstand gering, niet
tegenstaande men de Christelijke ele
menten uit de voorste gelederen ver
wijderd heeft en het religieuse fana
tisme bij de Mohammedanen tracht op
to wekken. liet bedenkelijke van den
toestand moet gezocht worden in de
oneeniighcid van d© leiders en in d©
politieke tweedracht in het officiers-
korps. De grootvizier moet bij de f^ja-
taldja-linio persoonlijk gelegenheid
hebben gehad, woeste loóneelen van
politiek getwist onder de officieren
bij te wonen. De Oud-Turken schijnen
do agitatie tegen het Jong-Turksche
Comité 111 versterkte mate hervat te
hebben. Ook begint men reeds niet
manifestaties tegen den oorlog.
Er worden veel geheime vergaderin-
gon gehouden door de tegenstanders
van het Comité en men kan er op re
kenen. dat een nederlaag van de
Turksclie wapenen van zeer grooten
invloed zal zijn op de binnenlandsche
situatie. In goed ingelichte politieke
kringen te Konstantinopel deden
reeds geruchten de ronde van een af
treden van <len grootvizier, doch be
vestiging hieromtrent was niet te ver
krijgen.
De correspondent van de „Voss.
Ztg." t© Konstantinopel seint even
wel, dat de geruchten van een op
sta ml in Bassora en voj groote twee
spalt onder de troepen onjuist zijn, en
dat dergelijke geruchten alleen wor
den verspreid met het deel de positie
van de Porte nog moeilijker te maken,
dan zij reeds is. llrj deelt te dezer za
ke mede „De positie van de regee
ring is 0111 duizend redenen buitenge
woon moeilijk, zoodat het niét noodig
is haar door verspreiding van val-
sch-e berichten nog moeilijker te ma
ken. Financieel© hulp is voorloopig
buitengesloten. Dat de gesloten bin
nenlandsche keniug en de bijdragen
van rijke Indische Mohammedanen,
waarop kans bestaat, zuilen helpen,
is onwaarschijnlijk. In élk geval zou
deze hulp te laat komen. Met vierhon
derd duizend pond uit den verkoop
van de Tanlm-kazerne te Konstanti
nopel en met liet bedrag uit den even-
tueelen verkoop van juweelen, kan de
regeering geen oorlog voeren."
Hairi-pasja, de minister voor kerke
lijke stichtingen, liecft zijn ontslag in
gediend, omdat hij de verantwoorde
lijkheid niet wenscht te dragen voor
het plan der regeering om voorschot
ten op te nemen uit de reservefondsen
van de vrome stichtingen.
Do „Deutsche Bank" heeft te ver*
staan gegeven, dat zij bereid is Turkije
financieel© hulp te vérleenen. Zij is
echter nog geen verplichting aange
gaan.
De oorlogsgruwelen in
Epirus en Macedonië.
Uit Saloniki werd aan den „Berl.
Lokal Anz/' geseind: „Albaneesche
benden, Turksche deserteurs en Bas-
jibocsocks zijn nog steeds de schrik
van de christelijke bevolking in Epi
rus. In het district Delvino zijn tot nu
3G plaatsen geheel en 15 gedeeltelijk
vernield, 55 dorpen werden leegge
plunderd en 120 menschen gedood. In
een ander district werdeu 10 dorpen
leeggeplunderd en verbrand, 38 per
sonen, waaronder 30 vrouwen en kin
deren werden vermoord. In de buurt
van Paramythia zijn 18 plaatsen ge
deeltelijk vernield, in het district Ja-
nin zijn 28 dorpen leeggeplunderd en
in brand gestoken."
Nieuwo Vredesonderhandelingen
mislukt.
Uit Konstantinopel werd aan de
„Deutsche Tageszeitung" geseind: „De
gezanten hebben de Fort© medege
deeld, dat <le pogingen der mogendhe
den ,de regeering in Sofia over te
halen tot het hervatten van de vre
desonderhandelingen op grond van de
luntste Turksche voorstellen, mislukt
zijn. Ook de onderhandelingen, die de
grootvizier met de Bulgaren in Ha-
domkeuj gehad heeft, bleven zonder
succes. Toch hoopt men hier, dut de
mogendheden spoedig zullen ingrij
pen, en gelooft rnen, dat ook bij liet
algemeen© verlangen naar vrede een
dergelijke maatregel niet zonder suc
ces zal blijven".
Aan de „Temps" wordt uit Konstan
tinopel geseind „Naar hier verzekerd
wordt, zou de Porie van plan zijn
thans reeds directe onderhandelingen
met de mogendheden aan te gaan."
De Griekscbe minister Vetiizelos is
van Sofia te Saloniki aangekomen en
on zijn vveg van het station naar het
hotel levendig toegejuicht. Ilij moest
later herhaaldelijk op het balkon ko
men. „Ik betreur1', zoo zei hij, „dat ik
u den vrede niet. kom brengen. Onze
tegenstanders bleken echter bij de on
derhandelingen te Londen de overwin
ningen van de. legers der geallieerden
te hebben vergeten."
üii Zuld-Afrlka.
BOTHA EN HERTZOG.
Generaal Botha heeft een verkla
ring uitgegeven over de jongste kabi
netscrisis. Ilij zegt daarin dat gene
raal Hertzog, niet uit het niinisteno is
verwijderd omdat liij de belangen van
Zuid-Afrika voor die van hel Rijk wil
de deen gaan. Boilia zelf en alle ver
antwoordelijke leiders uer partij wa
ren het met dat beginsel eens. De
moeilijkheden echter ontstonden door
Hertzog's redevoeringen en optreden,
die dikwijls onverklaarbaar waren en
samenwerking met de collega's be
moeilijkten. Hij mocht geen aanlei
ding geven tot het vermoeden, dat de
regeering met twee monden sprak en
het was zijn plicht als lid der regee--
ring, om oprecht de verzoeningspoli
tiek te steunen, die de grondslag wus
van partij en regeering, en niet deze
politiek belachelijk te maken. Als mi
nister, en als leider der oud-Hoiland-
sclie bovolking, had hij met groote
voorzichtigheid zich moeten uitlaten
over de betrekkingen tusschen Unie
en Rijk, en vooral bad hij den indruk
moeten vermijden, dat do belangen
dor Zuid-Afrikaners in strijd waren,
of. zouden kunnen zijn, met die van
het Rijk en dat een tegen het Rijk ge
richte politiek in zekere omstandighe
den wenschelijk zou kunnen zijn. Dat
zou tot liet meest ernstige wantrouwen
aanleiding kunnen geven.
Generaal Hertzog, die zich zelf een
minister van *Zuid-Afrïka en niet van
het Rijk noemoe, had dus den eed van
trouw aan den koning vergeten, die
elk minister moet afleggen, als hij
zijn ambt aanvaardt.
Dat is dus in het kort de grief te
gen generaal Hertzog. Deze publicatie
van generaal Botha loont wel, dal de
breuk tusschen de besie Afrikaansclie
leiders niet gemakkelijk zal worden
geheeld.
Allerlei.
Dultschland en de mogend
heden.
De begrootingscommissie van den
Duitschen Rijksdag heeft de beraad
slaging over de marinebegrooting
voortgezet. De staatssecretaris von Ja-
gow legde verklaringen af over den
buiten'.andschen toestand. Hij wees er
cip, dat de betrekkingen mei de mo
gendheden, vooral ook met Engeland,
goed waren. Deze verklaring werd
mot voldoening ontvangen.
Staatssecretaris v. Tirpitz ging na
der in op de uiteenzettingen van den
Engelsclien minister van marine van
Maart 1912. dat de verhouding van
10 16 tusschen de Duïtsclie en Engel-
sche slagvloot voor de eerstvolgende
jaren aannemelijk was. De Duitsche
minister verklaarde dat hij van zijn
standpunt evenmin hiertegen eenig
bezwaar beeft.
Een Afrik a.-c onferentie.
De „Berliner Zeitung am Mittag"
deelt mede, dat de Engelsche regee
ring het -plan opgevat heeft, een in
ternationale Afrika-conferenlie bijeen
te roepen, met het doel, een verstan
dige regeling te verkrijgen van alle
groote koloniale aangelegenheden op
Afrikaanse hen bodem.
Een i.i Berlijn vertoevende bekende
Engelsche purlemoiitsufgevaardigde
deelde mede. dat Sir Edward Grey
van plan is, in verband met do a.s.
EngeJsclie erkenning van het Congo-
régime, en -wanneer de zaken op den
Balkan voor cien tijd geregeld zijn,
tegen April of Mei uitnooditringen te
verzenden voor een dergelijke confe
rentie. Als plaats is voorloopig uitge
zocht Den Haag, en de Engelsche li
berale regcering rekent bcsiist op het
deelnemen van alle in Afrika ge-
interesseerde groote mogend heden,
dus van België. Frankrijk. Puitsch-
land, Italië, Portugal en Spanje.
De instemming van Frankrijk met
dit conferentie-denkbeeld is reeds ver
kregen. en eveneens zijn Belgie en
Portugal er mede ingenomen onder
enkele nader© voorwaurden, Duitsch-
larul zou ook zijn principieel© toestem
ming reeds gegeven hebben.-
Uit de Belgische Kamer.
De socialistische afgevaardigde
Vandervelde las een verklaring voor
van de socialistische part,ij, waarin
o'.a. wordt gezegd: „Voor de zevende
maal binnen twintig jaren zult gij
een voorstel tot herziening van de
grondwet verwerpen.
Het verzoek om u meegaande te
beloonen hebt gij afgewezen, quasi
om redenen van staatsbelang.
Wij verzoeken de arbeiders naar
ons te luisteren, te wachten op het
wachtwoord van hun gedelegeerden
en het succes onzer beweging niet in
gevaar te brengen door gewelddaden
of partiëele stakingen."
Het voorstel om liet denkbeeld van
herziening der grondwet in overwe
ging te nemen is door de Kamer ver
worpen met 99 stemmen tegen 83, be
nevens twee onthoudingen.
Van fle Residentie en haar
bewoners.
CXC1V.
Door eenige vereenigingen te za-
men is hiér in deze week een verga
dering gehouden waarin over vuilver
branding gesproken werd door den
directeur van de Rotterdamsche in
richting van dien aard. Ze hebben
daarmee een goed werk gedaan, want
het vraagstuk is van zeer actueel be
lang voor deze gemeente, die allang
zat rond te zien naar eon geschikte
plaats om het stadsvuil kwijt te ra
ken.
Tot dusver werd liet per schuit naar
omliggende gemeenten gevoerd en
daar gebruikt voor ophoogen van
land maar steeds kleiner wordt de
vraag en als nu nog de gemeente
besturen het storten van vuil gaan
tegenwerken en daar bestaat kans
op dan zou over eenigen tijd Den
Haag opgescheept zitten met een hoe
veelheid. waarmee ze geen weg weet
Rotterdam is den waarschijnlijk
ecr.ig goeden weg die een radicale op
lossing brengt, al ingeslagen. Vergis
ik me niet, dan volgt Amsterdam en
Onze Lachhoek
ROMAN-P1IRASE.
In zekeren roman vindt men dé
volgende passage:
...De gravin viel met een oatzet-
tenden g:l neder... Toen zij weder bij.
kwam, was zij een lijk!...
MILITAIRE THEORIE.
Waarom moet de slafoffic-er :n
't veld van goed© kaarten voorzien
zijn?
Omdat 'n kaartje leggen in het
bivouac nog 't ©enigste genoegen isl
in dc-n ITaag is het vraagstuk „bran
dend".
Eenige jaren geleden diende de di
recteur van de Reiniging reeds een
rapport bij B. en W. in, maar behan
deld werd het nooit.
Nu heeft hij het terug ontvangen om
het bij te werken, wat met bekwamen
spoed geschiedt. Ook uit ©en bezoek
dat d© betrokken wethouder met de
Commissie voor de Reiniging aan Rot
terdam gebracht heeft, blijkt dat het
laten omwerken van liet rapport geen
vinding was om de zaak op de lange
haan te schuiven.
Verleden jaar tijdens de staking van
de schippers aan de aschstaal, heeft de
gemeente een voorproefje gehad van
wat het zeggen wil met opgehoopt vuil
te blijven zitten. Was het toen warm
geweest, de gevolgen zouden niet te
overzien zijn geweest.
Het groot© argument togen vuilver
branding is de duurte en daar valt
weinig tegen te zeggen. Nu treft dat
bij de Reiniging dadelijk meer dan bij
een andere gemeentelijke instelling.
De Reiniging toch heeft zoo goed als
geen baten en werkt dan ook met een
enorm tekort. Moeten bij zulk een in-
•iohting dure werken tot stand ge
bracht worden, dan bedenken de
raadsleden zich nog dubbel zoolang,
dan wanneer het do Gasfabriek ot
Centrale aanging.
Er is hier echter een noodtoestand
o.p* komst en dat zal de raadsleden
wel over ettelijke tonnen doen heen-
springen. Stijve beenèn ten spijt.
Eenige weken geleden heb ik gewe
zen op den durf van een bioscoopon
dernemer, die in zijn, nieuwe, verma
kelijkheid liet rooken durfde verbie
den. De man meende, dat hij om pu
bliek tc trekken wat anders moest
doen dan zijn concurrenten en ver
bood daarom alle rooken. De verba
zing over dien meed is grooi geweest,
maar... de wereld is niet steeds met de
•toutmoedigen en het leeg blijven van
de kas was reden, dat het heele zoo
prijzenswaardige verbod werd inge
trokken. De overgang was te groet.
Een bioscoop, waar je niet rooken
mag. Een Hollander bet toeken van on
hebbelijkheid ontnemen, wie waagt
ook zoo iets
De commissie, die zich hier gevormd
heeft om van bioscoopondernemers ge
daan te krijgen, dat. ze alle minder-
aardïge films weglaten, zóu de rouk-
kwestie ook eens 'ter sprake kunnen
brengen. Niet dat ik geloof, dat het
veel geven zal.
Toezicht op de films is alleen met-
dwang t© éi-ouden en het pooken zul
len de Hagenaars ook alleen nalaten
als het overal tegelijk verboden werd.
Anders loopen ze desnoods naar ge
legenheden, waar „nicb" ni-et komt,
als ze hun sigaar maar mogen ver
dampen.
Van meer dan een zijd© is de latere
jaren geklaagd over de stukken die
hij het Ned. Tooneel opgevoerd wer
den. De Raad van Beheer heef* l.eel
wat moeten hooren over bekrompeu-
ïieïd, gebrek aan durf enz. enz. Toe
vallig kwam mij een aardig staaltje
van gebrk aan inzicht ter oore. Het
blijspel ,,In Rvk", door de Rotterdam
mers met zóó groot succes gespeeld,
is in handen geweest van iet Ned.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Weinig nieuws. De Turken zijn weer
aan 't vechten of, beter gezegd, vv 0 r-
den gevochten, overigens lezen
we in de couranten, dat de heer Jan
voor Oostdongerade-el geen candida
tuur wil aannemen en dat de lieer Piet
er wel een aanvaard heeft voor West-
stellingwerff, voorts dat het nog onze
ker is, of de heer Kees bereid is zitting
te nemen voor bet district Noordwol-
de (stel dat hij gekozen wordt) en zoo
voort. Je leest het en bent liet zóó weer
vergeten, wat maar heel gelukkig is,
omdat als een rnensch al die couran-
tenlectuur onthouden moest, binnen
zes weken zijn heisenkas overvuld zou
wezen en hij drie weken later zoo
overlijden aan een gezwel in de herse
nen.
Toch zijn die berichten me dezen
keer iets langer dan anders ii> het ge
heugen blijven hangen en wol hierom,
dat ik me afvraag „hoe wordt iemand
Kamerlid en hoe vinden ze tocli maar
weer altijd hondei'd knappe koppen,
die er candidaat voor willen wezen
wat zeg ik -. honderd neen, drie- vier
honderd I
In deze onzekerheid ben ik mijn
vriend Hopma gaan opzoeken. Niet
omdat ik eenig licht van hem ver
wachtte, integendeel Hopma is met
permissie een domoor. Maar juist
in zijn opmerkingen vind ik gewoon
lijk de voorlichting, die ik zoek. De le
zer vindt dat vreemd, 't is toch dood
natuurlijk. Wat hij zegt is er in den
regel totaal naast en terwijl je liem
hoort praten, wordt je hersenmassa,
anders een beetje vadsig, door veront
waardiging tot werking gepx-ikkeld rii
zoo kom je door eigen redeneering.
maar tengevolge van Hopma's geklets,
tot een conclusie. Dat die gewoonlijk
heel anders uitvalt, dan zijn betoog,
doet natuurlijk niets ter zake.
Zooiels moet in de grijze oudheid al
voorgekomen zijn. De Grieksche wijs
geer Abelaus zei eens tot zijn neef
Meander, die een uur lang allerlei on
beduidende praatjes npgedischt had
„gij hebt mij levenslang aan u ver
plicht."
„Hoe zoo vroeg Meander ver
baasd, die wel met zichzelf ingenomen
maar niet zóó ijdel was, als hij wegens
zijn domheid wel had kunnen wezen.
„Onder uw verhalen zijn mijn her
sens aan 't werk gegaan en hebben
een moeilijk wijsgeerig vraagstuk op
gelost."
Tot mijn leedwezen moet ik verkla
ren, dat Meander niet ontwikkeld ge
noeg was om in te zien, dat hem
dit lot liet tegei deel van eer verstrekte.
Maar ik keer terug lot Hopma.
„Hoe wordt iemand Kamer-candi-
daat vroeg ik.
„Door zijn verdienste", antwoord-le
Hopma met de vlugheid, die allean der
onnoozelen beslissingen kenmerkt.
„Nu ja, maar leg 111e dat eens uitvoe
rig uit."
„In de eerste plaats mag iemand,
die candidaat voor de Tweede Kamer
worden wil, daar niets van aan ande
ren laten nierken."
„Ben oogeublik", zei ik, waarom
mag dat niet
,,'t Staat. niet. Ileb je een mooie jas
aan, dan mag je die aan anderen la
ten kijken heb je een medaille gewon
nen met liardloopen of vèr springen,
dan is 't ook gepermitteerd, die aan
een ander te vertoonen, maar voel je
je knap genoeg om lid van de Kamer
te wezen, dan zwijg je
„Aha", zei ik.
„Met geen vvnord of teeken mag je
verraden, dat je ook maar over een
candidatuur deukt
„OI10", zei ik.
„Zelfs moet je do aandacht van
vrienden en ker nissen op een ander
vestigen
,,Uhu", zei ilc. „En hoe dan verder
„Dan wacht je af lot er iemand
lconit, die vraagt^ of je misschien Ka-
mer-candidaat zou willen wezen En
dan zeg je
„Dolgraag."
„Volstrekt niet", zei liij en keek me
verwijtend aan, „dan zeg je neen."
„Neen
„Juist. En als hij dan vraagt waar
om niet, geef je ten antwoord „omdat
ik mc daartoe niet bekwaam voel en
omdat er veel geschiktcren zijn, dan
ik."
„Je huichelt dus zoo'n beetje. Maar
als je toch zoo graag wilt en hij weg
gaat
„Geen nood. Hij houdt aan, prijst je
bekwaamheid, je welsprekendheid,
roemt je inzicht enfin, je bent al
lang van plan om de candidatuur aan
te nemen, maar dat zeg je niet. Daar
mee zou je voor eeuwig geblameerd
wezen. Met het gezicht van een slacht
offer vraag je drie dagen bedenktijd
en laat hein uit
„Nu dan, Ilopma", zei ilc, opslaande
en hem hartelijk de band drukkende,
,,jo hebt mij met je betoog veel goed
gedaan."
Hopma's gezicht glom van voldoe
ning.
„Ik ben het namelijk totaal niet met
je eens
Hopma keek verbaasd.
„Maar je hebt me tot een besluit ge
bracht, waartoe ik eerst maar niet hen
kunnen komen. Ik stel mij morgen aan
den dag beschikbaar voor een zetel in
de Tweede Kauier."
„Watzei Ilopma. „Jezelf
„Ja", zei ik. „Mijzelf I Wat Meat
iemand eerst als een kat oni het spek
heendraaien Mag hij wel weten, dat
hij een beroemd schilder, een knap
musicus, een vermaard schrijver en
niet dat hij een geschikt lid van de
Tweede Kamer is Dwaasheid. Mor
gen zend ik een circulaire aan elle be
sturen van kiesvereenigingen in den
lande, om mijn candidatuur voor te
stollen ze moeten alle een kansje
hebben. Ik heb geen zwak voor oen be
paald district, Rilland Bath in Zee
land is mij om zoo te zeggen even lief
als ltöodescliool in Groningen. De Ril
land-Baders zullen mij even spoedig
loeren waard ©eren als de Roodesciio-
lieren, dat zouden doen en oinge-
keeid. Adieu, Hopma „ik ga mijn cir
culaire schrijven."
„Hoor eens liter", zei Ilopma, „als je
dat doet, als jo zoorets tegen de rege
len van alle fatsoen en gewoonten, van
overeenkomst en afspraak doen durft
als jezell candidaat stellen, dan
dan verzoek ik je beleefd, mij op straat
inaar niet meer te herkennen."
Zoo ben ik Ilopma kwijt,
Maar daarom niet getioien.
Mijzelf heb 'k, hem ten spijt,
Tot Kamerlid verkoren.
De aanhef van mijn circulaire zal al
dus wezen
Nederlanders,
Nu binnen eenige maanden door U
keus zal moeten wórden gedaan uil et
telijke honderde niet-wiilcndc, maar
welwillende, landgenooten, ter afvaar
diging naar de T weede Kamer, nu is
de tijd gekomen Uwe aandacht te ves
tigen op mij, Fidelio, te Haarlem,
adres voorloopig post© restante omdat
ilc geen geloop aan de deui- wil heb
ben van kleermakers, die mij het
ambtscostuum willen aanmeten. Gij
wenscht myn aanbevelingsbrieven,
ziehier ik weet niets af van de Poli
tiek. hcewél ik zeer goed op d© hoogte
ben van hare oudste zuster Politesse
en ook ©enigszins bekend met haar
oudsten broer Politoer.
Hieruit blijkt U, Nederlanders, reeds
dat ik schrijven kan aanvaardt de
•erzekering, dat mijn spreken niet
minder is, maar verneemt tevens, dat
ik van deze gave zoogoed als geen ge
bruik maak. Het heeft mij meermalen
©troffen, dat er in do wereld minder
behoefte bestaat aan talentvolle spre
kers, dan aan bekwame luisteraars,
elnu ik ben een prima prima toehoor
der en als zoodanig in mijn naaste om
geving geacht en geëerd. Andere men
schen luisteren met een half oor, af
zelfs zonder die helft, ik niet wijd
sper ik beide ocren open, zoodat ik er
zelfs bij bijzonder treffende gededten
mee heb leeren wapperen. Niets leid!
mij af. Roert de spreker een droeve
snaar aan. dan laat ik mijn hoofd
hangen, komt hij ir. v rooi ij k© stem
ming, dan .volgt mijn glimlach hem op
den voet en zegt hij een aardigheid,
dan is geen pauze noodig, om die tot
de hoofden van andere hoorders te la
ten doordringen ik heb hem onmid
dellijk gevat en mijn aanstekelijke
lach dreunt over dc hoofden lieen. Als
sprekers in mijn woonplaats de zaal
binnenkomen, dan vragen ze al of Fi
delio er is, laten zich mij aanwijzen en
steunen den heelen avond op mijn ta
lentvol luisteren. Er is een bekwaam
redenaar geweest, die naar Haarlem
is gekomen, om door mij te worden
toegehoord liij is verrukt vertrok
ken.
Welnu, ik zal in de Tweede Kamer
de geniale toehoorder zijn hoe ook dc
koffiekamer moge lonken en de erw
tensoep door de klapdeurtjes geuren,
indien er nog één toehoorder in de zaal
zal wezen, zal ik die toehoorder zijn.
Gij vraagt, Nederlanders, wellicht of
ik verstand heb van de zaken waar hel
de Tweede Kamer om gaat. Laat
ons elkander goed begrijpen Ik heb
'erstand genoeg, oni er geen versland
an te hebben. Wellicht vereischt deze
uitspraak eenige nadere toelichting.
Ziehier. Iemand, die van iets verstand
heeft, bezit een meening over de zaak,
die evenwel altijd in strijd schijnt l«
moeten wezen met die vnn een ander,
welke er ook verstand van heeft. Daar
ik nu van de parlementaire zaken
geen verstand heb en dus ook geen
rneening erover, zal ik mij w7anneer het
op stemmen aankomt, beter dan
iemand anders, die wel een meening
heeft, bij anderen kunnen aansluiten
en daar eenstemmigheid noodig is om
iels te kunnen bereiken, beschouw ik
het feit. dat ik geen verstand van za
ken heb als de beste aanbeveling, na
mijn talent vau toehoorder
Ziehier nog maar het begin van de
circulaire, die ik tot de besturen van
de kiesvereenigingen denk te richten.
Ik verwacht tal van uitnoodigingen
candidaat te willen zijn. Optreden
zal ik niet, maar overal waar men
mijne candidatuur verdedigen w il, zal
ik komen toeluisteren met zooveel ta
lent, dat do spreker er van in geest
drift raakt en op zijn beurt de anden
toehoorders weer in vervoering brengt
Ja lezers, ik zal waar de Kamer zoo
veel sprekers telt. die soms tegelijk het
woord willen voeren, van ons Neder»
landscli Parlement de opper-groot
toehoorder zijn. Wie zou door zulk eei
zeldzaam man niet willen vertegen
woordigd worden
De gelegenheid is opengesteld il
wacht de inschrijvingen af.
FIDELIO.