Hunan Bn DERDE BLAD Zaterdag 8 Fsbraari 1913 Maildienst naar Ned. Oosi Indië. De verzending \an brieven enz. beeft deze week plaats als volgt: Over Genua, Woensdag 12 Februari (Laatste busliohtiug 3 u. 25 min. 's- morgens). Voorloopige verzending reeds den Vorigen dag, vóórnxiddags 11 u. 15 m. Over Brindisi, Vrijdag 14 Februari. (Laatste busliclitiiig 12 u. 30 s nam.) Behalve correspondentie voor Atjeh en Onderhoorigbiiden, Sumatra's Oostkust, Palembang, Iliouw, Banka, Billiton en Borneo, alleen die, welke van ec-n desbetreffende aanwijzing is voorzien. Over Amsterdam, met de zoogen. Zeepost, Zaterdag 15 Februari. (Laatste buslicbting 3 u. 25 m. s mor gens). liet port van mei deze gelegenheid te zenden brieven bedr aagt 5 cent per 20 gram. dat der briefkaarten 2 1,2 ct. per stuk, en dat van drukwerk 1 cent per 50 gram. Om nug met deze gelegenheid te kunnen worden verzonden, moeten postpakketten Vrijdag vóór 0.30 's av. ten postkantore zijn bezorgd. Wij doen uitdrukkelijk opmerken, dat bedoeld wordt de buslichting aan 't Hoofdpostkantoor in de Zijlstraat. 01 qG 10.15 m. 2.30 in. ba 3 .£0 3 1 s B 3 t a inlkomst Hoorn. <3 E 3.25 m. 10.15 i 7.50 m. 4.50 m. 6.40 m. 12.10 a. 9.— m. 3.15 a. 11.— m. 12.20 a. 4.20 a. 2.39 a. 1.50 a. 4.20 a. 3.35 a. 7.- a. 4.40 a. 9.45 a. 6.— a. 7.50 a. 6.45 a. 10.40 a. 7.45 a. 6.30 m. 9.40 a. Brnteislairiscfe Overzicht Ds Balkan-vulkaan. De s t r ij d om A d r i'a n o p e 1. De beschieting van Adrianopel wordt voortgezet. En met succes, zoo verze keren de berichten uit Sofia. Omtrent bet bombardement werd aan don „Berliner Lokal Anzeiger" geseind: „Het bombardement van Adrianopel duurde oök Donderdag den geheelen dag, vooral aan de Zuid- 4511 Oostzijde, ne beroemde S©li- niieh-moskee werd door de Bulgaren, die dachten, dat daar het station voor druadlooze telegrafie was, sterk be schadigd". Dit bericht wordt bevestigd en aan gevuld door het „Berliner Tageblutt" dut meldt „Het bombardement van de held haftig verdedigde stad duurt voort. De Bulgaren vernielen de huizen van vreedzame inwoners. Het aantal doo- den en gewonden onder de bevolking is waarschijnlijk groot, 25 personen vonden den dood in de vlammen der brandende huizen. De Bulgaren zijn in hun pogen, de draarllooze verbin ding met Konstantinopel te vernielen, zon ver gegaan, dat zij de beroemde Selimieh-moskc© beschoten. Twee van de vier slanke rninarets, deze meester werken uit den schitterenden tijd van de Turksche houwkunst, zijn ver nield. In Konstantinopel heerscht hierdoor groole verontwaardiging". De Bulgaarsche en Servische bele- geringsariillerie is aangevuld mét zwaar, verdragend geschut, en daar mede pogen de Bulgaren de Turkschc forten plat te schieten en tevens, door het bombardement van de stad, der be volking angst aan te jagen en den commandant, tot de overgeving te noodzaken. Het verzoek van de vreem de consuls, om een neutrale zone aan te wijzen, of hen en de buitenlanders gelegenheid te geven Adrianopel te verlaten, is door de Bulgaarsche re geering afgewezen. Aan niemand wordt meer toegestaan de stad te ver laten. om de ellende, den honger-, den angst grooter te maken. 1-Ioe grooter de ellende, hoe sneller de vesting moet vallen. Of dit op den Turkschen comman dant den invloed hebben zul, dien de Bulgaren verwachten, is te betwijfe len. Hij heeft tol dusver ©en vastbe radenheid en volharding getoond, die door medelijden met de inwoners niet aan 't wankelen konden worden ge bracht. Maar ten slotte is de overgeving on vermijdelijk, tenzij de belegerden wor den ontzet of kunnen doorbreken. In Adrianopel worden de Turken ingesloten door 100.000 man vijande lijke troepen; do Turken hebben geen troepen genoeg 0111 door de inslui- lingslinie te kunnen breken. En op ontzet behoeven de Turken niet te rekenen. De toestand van de Turken b ij T s j a I a 1 d j a is niet vair dien aard, dat zij uit de versterkingen kunnen komen, om de daarvoor liggende Balkanlegers te verdrijven, en dart tot ontzet van Adrianopel op te rukken. Zelfs de j flank-aanval, welke de nieuwe] l'urksche commandant Enver-bey vau Rodosto uit poogt te ondernemen, is van weinig beteekeuis. De bondge- nooten hebben zich door de opstelling en de bezetting van eenig© punten langs de kust van de Marm-ora-Zee te gen een omtrekking van die zijde be veiligd. En zij hebben meer gedaan; zij rukken langs de zee op, om de for ten van de Uardanellen te bezetten. Slagen zij er in de forten aan den Europceschen oever te nemen, dan kunnen zij, daar deze hooger ligt dan de Aziatische, do forten aan de over zijde tot zwijgen brengen. Eu dan kan de Griekscbe vloot tot voor Konstan tinopel stoomen. 't Gevecht bij Gallipoli. Uit het officieel© Turksclie relaas j van het gevecht bij Kawak in de na bijheid van Gallipoli blijkt dat de Tur ken een nederlaag leden. Bijzonderhe den ontbreken nog. Vermoedelijk was het gevecht niet zeer ernstig, omdat "t plaats had buiten de linie van Boulav, waar do voornaamste strijdkrachten zijn samengetrokken, maar het was belangrijk omdat het toonde, dat de nieuwe troepen niet zoo good het vuur doorstonden, als blijkbaar ver wacht was. Griekscbe transportschepen hebben getracht Servische troepen bij .-Galli poli aan land te zetten'. Geruchten uit Bulgaarsche bron be weren, dat de Bulgareu den Turken een geduchte nederlaag hebben rqege- bracht. Men schatte 't verlies der Tur ken op 15000, terwijl een ander ge rucht (maar dat is al heel vaag !)nog sproekt van 10.000 gevangenen. Turk:e 11 en Grieken. Bij Janiua rukken de Grieken nog steeds vooruit. De meening, dat de Turken in Janina versterking zouden kunnen ontvangen van het bij Mona- stir uiteengeslagen Turksohe leger on der Djavid-bey, is onjuist. Die troepen zijn zoo gedemorali seerd. van alles ontbloot, en door ziek te aangetusl. dat er niets mede te be ginnen is. Zij houden zich in het ge bergte schuil, en een deel er van is zelfs overgeloopen naar de Albaniërs, j die daar pogen een legertje samen te brengen. Een aviateur aan 't werk. De Griekscbe minister van marine bericht, dat de av'ateur Montoussin in een hydroplane boven de Turksclie schepen bij Nagera heeft gevlogen en vier bommen heeft geworpen, waarvan twee op de vestingwerken. De aviateur bleef ongedeerd, of schoon de Turken hem hadden bescho ten. 't Beleg van Skoetari. Uit Skoetari, dat nog steeds niet ge capituleerd heeft, komen thans be richten. die de overgevlng wel als aanstaande <loen verwachten. Zoo het juist is, dat Hassan Riza bey, de com mandant. dier vesting, gesneuveld is, en zijn opvolger, strijdens moede, on derhandelingen niet de Montenegrij- ncn heeft aangeknoopt, dan zal in het Westelijk deel van het oorlogstor- rein spoedig de strijd geëindigd zijn. Ds stemming In Turkije. Uit Konstantinopel wordt aan de „Süd-Slavische Korrcspondenz" ge seind „I11 goed ingelichte kringen ziet men niet zonder zorg de verdere ont wikkeling van de gebeurtenissen tege moet. In de leidende Turksclie krin gen schijnt volkomen radeloosheid lë heersclien en heeft, men alle hoop op coii mogelijk succes opgegeven. Do grootvizier Mahmoed is, 11a een i korte inspectie de troepen aan ile Tsja- taldja-linic, naar Koustantinopel te ruggekeerd. maar heeft zich tot nu nog niet uitgelaten over zijn indruk ken. Hij maakt op aile menschen. dio niet hem in aanraking komen, den in druk van diep terneergeslagen te zijn. Betrouwbare berichten omtrent den toestand van het Turksohe legor spre ken van de wanorde in het leger. Men acht daar de mogelijkheid voor een succesvollen tegenstand gering, niet tegenstaande men de Christelijke ele menten uit de voorste gelederen ver wijderd heeft en het religieuse fana tisme bij de Mohammedanen tracht op to wekken. liet bedenkelijke van den toestand moet gezocht worden in de oneeniighcid van d© leiders en in d© politieke tweedracht in het officiers- korps. De grootvizier moet bij de f^ja- taldja-linio persoonlijk gelegenheid hebben gehad, woeste loóneelen van politiek getwist onder de officieren bij te wonen. De Oud-Turken schijnen do agitatie tegen het Jong-Turksche Comité 111 versterkte mate hervat te hebben. Ook begint men reeds niet manifestaties tegen den oorlog. Er worden veel geheime vergaderin- gon gehouden door de tegenstanders van het Comité en men kan er op re kenen. dat een nederlaag van de Turksclie wapenen van zeer grooten invloed zal zijn op de binnenlandsche situatie. In goed ingelichte politieke kringen te Konstantinopel deden reeds geruchten de ronde van een af treden van <len grootvizier, doch be vestiging hieromtrent was niet te ver krijgen. De correspondent van de „Voss. Ztg." t© Konstantinopel seint even wel, dat de geruchten van een op sta ml in Bassora en voj groote twee spalt onder de troepen onjuist zijn, en dat dergelijke geruchten alleen wor den verspreid met het deel de positie van de Porte nog moeilijker te maken, dan zij reeds is. llrj deelt te dezer za ke mede „De positie van de regee ring is 0111 duizend redenen buitenge woon moeilijk, zoodat het niét noodig is haar door verspreiding van val- sch-e berichten nog moeilijker te ma ken. Financieel© hulp is voorloopig buitengesloten. Dat de gesloten bin nenlandsche keniug en de bijdragen van rijke Indische Mohammedanen, waarop kans bestaat, zuilen helpen, is onwaarschijnlijk. In élk geval zou deze hulp te laat komen. Met vierhon derd duizend pond uit den verkoop van de Tanlm-kazerne te Konstanti nopel en met liet bedrag uit den even- tueelen verkoop van juweelen, kan de regeering geen oorlog voeren." Hairi-pasja, de minister voor kerke lijke stichtingen, liecft zijn ontslag in gediend, omdat hij de verantwoorde lijkheid niet wenscht te dragen voor het plan der regeering om voorschot ten op te nemen uit de reservefondsen van de vrome stichtingen. Do „Deutsche Bank" heeft te ver* staan gegeven, dat zij bereid is Turkije financieel© hulp te vérleenen. Zij is echter nog geen verplichting aange gaan. De oorlogsgruwelen in Epirus en Macedonië. Uit Saloniki werd aan den „Berl. Lokal Anz/' geseind: „Albaneesche benden, Turksche deserteurs en Bas- jibocsocks zijn nog steeds de schrik van de christelijke bevolking in Epi rus. In het district Delvino zijn tot nu 3G plaatsen geheel en 15 gedeeltelijk vernield, 55 dorpen werden leegge plunderd en 120 menschen gedood. In een ander district werdeu 10 dorpen leeggeplunderd en verbrand, 38 per sonen, waaronder 30 vrouwen en kin deren werden vermoord. In de buurt van Paramythia zijn 18 plaatsen ge deeltelijk vernield, in het district Ja- nin zijn 28 dorpen leeggeplunderd en in brand gestoken." Nieuwo Vredesonderhandelingen mislukt. Uit Konstantinopel werd aan de „Deutsche Tageszeitung" geseind: „De gezanten hebben de Fort© medege deeld, dat <le pogingen der mogendhe den ,de regeering in Sofia over te halen tot het hervatten van de vre desonderhandelingen op grond van de luntste Turksche voorstellen, mislukt zijn. Ook de onderhandelingen, die de grootvizier met de Bulgaren in Ha- domkeuj gehad heeft, bleven zonder succes. Toch hoopt men hier, dut de mogendheden spoedig zullen ingrij pen, en gelooft rnen, dat ook bij liet algemeen© verlangen naar vrede een dergelijke maatregel niet zonder suc ces zal blijven". Aan de „Temps" wordt uit Konstan tinopel geseind „Naar hier verzekerd wordt, zou de Porie van plan zijn thans reeds directe onderhandelingen met de mogendheden aan te gaan." De Griekscbe minister Vetiizelos is van Sofia te Saloniki aangekomen en on zijn vveg van het station naar het hotel levendig toegejuicht. Ilij moest later herhaaldelijk op het balkon ko men. „Ik betreur1', zoo zei hij, „dat ik u den vrede niet. kom brengen. Onze tegenstanders bleken echter bij de on derhandelingen te Londen de overwin ningen van de. legers der geallieerden te hebben vergeten." üii Zuld-Afrlka. BOTHA EN HERTZOG. Generaal Botha heeft een verkla ring uitgegeven over de jongste kabi netscrisis. Ilij zegt daarin dat gene raal Hertzog, niet uit het niinisteno is verwijderd omdat liij de belangen van Zuid-Afrika voor die van hel Rijk wil de deen gaan. Boilia zelf en alle ver antwoordelijke leiders uer partij wa ren het met dat beginsel eens. De moeilijkheden echter ontstonden door Hertzog's redevoeringen en optreden, die dikwijls onverklaarbaar waren en samenwerking met de collega's be moeilijkten. Hij mocht geen aanlei ding geven tot het vermoeden, dat de regeering met twee monden sprak en het was zijn plicht als lid der regee-- ring, om oprecht de verzoeningspoli tiek te steunen, die de grondslag wus van partij en regeering, en niet deze politiek belachelijk te maken. Als mi nister, en als leider der oud-Hoiland- sclie bovolking, had hij met groote voorzichtigheid zich moeten uitlaten over de betrekkingen tusschen Unie en Rijk, en vooral bad hij den indruk moeten vermijden, dat do belangen dor Zuid-Afrikaners in strijd waren, of. zouden kunnen zijn, met die van het Rijk en dat een tegen het Rijk ge richte politiek in zekere omstandighe den wenschelijk zou kunnen zijn. Dat zou tot liet meest ernstige wantrouwen aanleiding kunnen geven. Generaal Hertzog, die zich zelf een minister van *Zuid-Afrïka en niet van het Rijk noemoe, had dus den eed van trouw aan den koning vergeten, die elk minister moet afleggen, als hij zijn ambt aanvaardt. Dat is dus in het kort de grief te gen generaal Hertzog. Deze publicatie van generaal Botha loont wel, dal de breuk tusschen de besie Afrikaansclie leiders niet gemakkelijk zal worden geheeld. Allerlei. Dultschland en de mogend heden. De begrootingscommissie van den Duitschen Rijksdag heeft de beraad slaging over de marinebegrooting voortgezet. De staatssecretaris von Ja- gow legde verklaringen af over den buiten'.andschen toestand. Hij wees er cip, dat de betrekkingen mei de mo gendheden, vooral ook met Engeland, goed waren. Deze verklaring werd mot voldoening ontvangen. Staatssecretaris v. Tirpitz ging na der in op de uiteenzettingen van den Engelsclien minister van marine van Maart 1912. dat de verhouding van 10 16 tusschen de Duïtsclie en Engel- sche slagvloot voor de eerstvolgende jaren aannemelijk was. De Duitsche minister verklaarde dat hij van zijn standpunt evenmin hiertegen eenig bezwaar beeft. Een Afrik a.-c onferentie. De „Berliner Zeitung am Mittag" deelt mede, dat de Engelsche regee ring het -plan opgevat heeft, een in ternationale Afrika-conferenlie bijeen te roepen, met het doel, een verstan dige regeling te verkrijgen van alle groote koloniale aangelegenheden op Afrikaanse hen bodem. Een i.i Berlijn vertoevende bekende Engelsche purlemoiitsufgevaardigde deelde mede. dat Sir Edward Grey van plan is, in verband met do a.s. EngeJsclie erkenning van het Congo- régime, en -wanneer de zaken op den Balkan voor cien tijd geregeld zijn, tegen April of Mei uitnooditringen te verzenden voor een dergelijke confe rentie. Als plaats is voorloopig uitge zocht Den Haag, en de Engelsche li berale regcering rekent bcsiist op het deelnemen van alle in Afrika ge- interesseerde groote mogend heden, dus van België. Frankrijk. Puitsch- land, Italië, Portugal en Spanje. De instemming van Frankrijk met dit conferentie-denkbeeld is reeds ver kregen. en eveneens zijn Belgie en Portugal er mede ingenomen onder enkele nader© voorwaurden, Duitsch- larul zou ook zijn principieel© toestem ming reeds gegeven hebben.- Uit de Belgische Kamer. De socialistische afgevaardigde Vandervelde las een verklaring voor van de socialistische part,ij, waarin o'.a. wordt gezegd: „Voor de zevende maal binnen twintig jaren zult gij een voorstel tot herziening van de grondwet verwerpen. Het verzoek om u meegaande te beloonen hebt gij afgewezen, quasi om redenen van staatsbelang. Wij verzoeken de arbeiders naar ons te luisteren, te wachten op het wachtwoord van hun gedelegeerden en het succes onzer beweging niet in gevaar te brengen door gewelddaden of partiëele stakingen." Het voorstel om liet denkbeeld van herziening der grondwet in overwe ging te nemen is door de Kamer ver worpen met 99 stemmen tegen 83, be nevens twee onthoudingen. Van fle Residentie en haar bewoners. CXC1V. Door eenige vereenigingen te za- men is hiér in deze week een verga dering gehouden waarin over vuilver branding gesproken werd door den directeur van de Rotterdamsche in richting van dien aard. Ze hebben daarmee een goed werk gedaan, want het vraagstuk is van zeer actueel be lang voor deze gemeente, die allang zat rond te zien naar eon geschikte plaats om het stadsvuil kwijt te ra ken. Tot dusver werd liet per schuit naar omliggende gemeenten gevoerd en daar gebruikt voor ophoogen van land maar steeds kleiner wordt de vraag en als nu nog de gemeente besturen het storten van vuil gaan tegenwerken en daar bestaat kans op dan zou over eenigen tijd Den Haag opgescheept zitten met een hoe veelheid. waarmee ze geen weg weet Rotterdam is den waarschijnlijk ecr.ig goeden weg die een radicale op lossing brengt, al ingeslagen. Vergis ik me niet, dan volgt Amsterdam en Onze Lachhoek ROMAN-P1IRASE. In zekeren roman vindt men dé volgende passage: ...De gravin viel met een oatzet- tenden g:l neder... Toen zij weder bij. kwam, was zij een lijk!... MILITAIRE THEORIE. Waarom moet de slafoffic-er :n 't veld van goed© kaarten voorzien zijn? Omdat 'n kaartje leggen in het bivouac nog 't ©enigste genoegen isl in dc-n ITaag is het vraagstuk „bran dend". Eenige jaren geleden diende de di recteur van de Reiniging reeds een rapport bij B. en W. in, maar behan deld werd het nooit. Nu heeft hij het terug ontvangen om het bij te werken, wat met bekwamen spoed geschiedt. Ook uit ©en bezoek dat d© betrokken wethouder met de Commissie voor de Reiniging aan Rot terdam gebracht heeft, blijkt dat het laten omwerken van liet rapport geen vinding was om de zaak op de lange haan te schuiven. Verleden jaar tijdens de staking van de schippers aan de aschstaal, heeft de gemeente een voorproefje gehad van wat het zeggen wil met opgehoopt vuil te blijven zitten. Was het toen warm geweest, de gevolgen zouden niet te overzien zijn geweest. Het groot© argument togen vuilver branding is de duurte en daar valt weinig tegen te zeggen. Nu treft dat bij de Reiniging dadelijk meer dan bij een andere gemeentelijke instelling. De Reiniging toch heeft zoo goed als geen baten en werkt dan ook met een enorm tekort. Moeten bij zulk een in- •iohting dure werken tot stand ge bracht worden, dan bedenken de raadsleden zich nog dubbel zoolang, dan wanneer het do Gasfabriek ot Centrale aanging. Er is hier echter een noodtoestand o.p* komst en dat zal de raadsleden wel over ettelijke tonnen doen heen- springen. Stijve beenèn ten spijt. Eenige weken geleden heb ik gewe zen op den durf van een bioscoopon dernemer, die in zijn, nieuwe, verma kelijkheid liet rooken durfde verbie den. De man meende, dat hij om pu bliek tc trekken wat anders moest doen dan zijn concurrenten en ver bood daarom alle rooken. De verba zing over dien meed is grooi geweest, maar... de wereld is niet steeds met de •toutmoedigen en het leeg blijven van de kas was reden, dat het heele zoo prijzenswaardige verbod werd inge trokken. De overgang was te groet. Een bioscoop, waar je niet rooken mag. Een Hollander bet toeken van on hebbelijkheid ontnemen, wie waagt ook zoo iets De commissie, die zich hier gevormd heeft om van bioscoopondernemers ge daan te krijgen, dat. ze alle minder- aardïge films weglaten, zóu de rouk- kwestie ook eens 'ter sprake kunnen brengen. Niet dat ik geloof, dat het veel geven zal. Toezicht op de films is alleen met- dwang t© éi-ouden en het pooken zul len de Hagenaars ook alleen nalaten als het overal tegelijk verboden werd. Anders loopen ze desnoods naar ge legenheden, waar „nicb" ni-et komt, als ze hun sigaar maar mogen ver dampen. Van meer dan een zijd© is de latere jaren geklaagd over de stukken die hij het Ned. Tooneel opgevoerd wer den. De Raad van Beheer heef* l.eel wat moeten hooren over bekrompeu- ïieïd, gebrek aan durf enz. enz. Toe vallig kwam mij een aardig staaltje van gebrk aan inzicht ter oore. Het blijspel ,,In Rvk", door de Rotterdam mers met zóó groot succes gespeeld, is in handen geweest van iet Ned. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Weinig nieuws. De Turken zijn weer aan 't vechten of, beter gezegd, vv 0 r- den gevochten, overigens lezen we in de couranten, dat de heer Jan voor Oostdongerade-el geen candida tuur wil aannemen en dat de lieer Piet er wel een aanvaard heeft voor West- stellingwerff, voorts dat het nog onze ker is, of de heer Kees bereid is zitting te nemen voor bet district Noordwol- de (stel dat hij gekozen wordt) en zoo voort. Je leest het en bent liet zóó weer vergeten, wat maar heel gelukkig is, omdat als een rnensch al die couran- tenlectuur onthouden moest, binnen zes weken zijn heisenkas overvuld zou wezen en hij drie weken later zoo overlijden aan een gezwel in de herse nen. Toch zijn die berichten me dezen keer iets langer dan anders ii> het ge heugen blijven hangen en wol hierom, dat ik me afvraag „hoe wordt iemand Kamerlid en hoe vinden ze tocli maar weer altijd hondei'd knappe koppen, die er candidaat voor willen wezen wat zeg ik -. honderd neen, drie- vier honderd I In deze onzekerheid ben ik mijn vriend Hopma gaan opzoeken. Niet omdat ik eenig licht van hem ver wachtte, integendeel Hopma is met permissie een domoor. Maar juist in zijn opmerkingen vind ik gewoon lijk de voorlichting, die ik zoek. De le zer vindt dat vreemd, 't is toch dood natuurlijk. Wat hij zegt is er in den regel totaal naast en terwijl je liem hoort praten, wordt je hersenmassa, anders een beetje vadsig, door veront waardiging tot werking gepx-ikkeld rii zoo kom je door eigen redeneering. maar tengevolge van Hopma's geklets, tot een conclusie. Dat die gewoonlijk heel anders uitvalt, dan zijn betoog, doet natuurlijk niets ter zake. Zooiels moet in de grijze oudheid al voorgekomen zijn. De Grieksche wijs geer Abelaus zei eens tot zijn neef Meander, die een uur lang allerlei on beduidende praatjes npgedischt had „gij hebt mij levenslang aan u ver plicht." „Hoe zoo vroeg Meander ver baasd, die wel met zichzelf ingenomen maar niet zóó ijdel was, als hij wegens zijn domheid wel had kunnen wezen. „Onder uw verhalen zijn mijn her sens aan 't werk gegaan en hebben een moeilijk wijsgeerig vraagstuk op gelost." Tot mijn leedwezen moet ik verkla ren, dat Meander niet ontwikkeld ge noeg was om in te zien, dat hem dit lot liet tegei deel van eer verstrekte. Maar ik keer terug lot Hopma. „Hoe wordt iemand Kamer-candi- daat vroeg ik. „Door zijn verdienste", antwoord-le Hopma met de vlugheid, die allean der onnoozelen beslissingen kenmerkt. „Nu ja, maar leg 111e dat eens uitvoe rig uit." „In de eerste plaats mag iemand, die candidaat voor de Tweede Kamer worden wil, daar niets van aan ande ren laten nierken." „Ben oogeublik", zei ik, waarom mag dat niet ,,'t Staat. niet. Ileb je een mooie jas aan, dan mag je die aan anderen la ten kijken heb je een medaille gewon nen met liardloopen of vèr springen, dan is 't ook gepermitteerd, die aan een ander te vertoonen, maar voel je je knap genoeg om lid van de Kamer te wezen, dan zwijg je „Aha", zei ik. „Met geen vvnord of teeken mag je verraden, dat je ook maar over een candidatuur deukt „OI10", zei ik. „Zelfs moet je do aandacht van vrienden en ker nissen op een ander vestigen ,,Uhu", zei ilc. „En hoe dan verder „Dan wacht je af lot er iemand lconit, die vraagt^ of je misschien Ka- mer-candidaat zou willen wezen En dan zeg je „Dolgraag." „Volstrekt niet", zei liij en keek me verwijtend aan, „dan zeg je neen." „Neen „Juist. En als hij dan vraagt waar om niet, geef je ten antwoord „omdat ik mc daartoe niet bekwaam voel en omdat er veel geschiktcren zijn, dan ik." „Je huichelt dus zoo'n beetje. Maar als je toch zoo graag wilt en hij weg gaat „Geen nood. Hij houdt aan, prijst je bekwaamheid, je welsprekendheid, roemt je inzicht enfin, je bent al lang van plan om de candidatuur aan te nemen, maar dat zeg je niet. Daar mee zou je voor eeuwig geblameerd wezen. Met het gezicht van een slacht offer vraag je drie dagen bedenktijd en laat hein uit „Nu dan, Ilopma", zei ilc, opslaande en hem hartelijk de band drukkende, ,,jo hebt mij met je betoog veel goed gedaan." Hopma's gezicht glom van voldoe ning. „Ik ben het namelijk totaal niet met je eens Hopma keek verbaasd. „Maar je hebt me tot een besluit ge bracht, waartoe ik eerst maar niet hen kunnen komen. Ik stel mij morgen aan den dag beschikbaar voor een zetel in de Tweede Kauier." „Watzei Ilopma. „Jezelf „Ja", zei ik. „Mijzelf I Wat Meat iemand eerst als een kat oni het spek heendraaien Mag hij wel weten, dat hij een beroemd schilder, een knap musicus, een vermaard schrijver en niet dat hij een geschikt lid van de Tweede Kamer is Dwaasheid. Mor gen zend ik een circulaire aan elle be sturen van kiesvereenigingen in den lande, om mijn candidatuur voor te stollen ze moeten alle een kansje hebben. Ik heb geen zwak voor oen be paald district, Rilland Bath in Zee land is mij om zoo te zeggen even lief als ltöodescliool in Groningen. De Ril land-Baders zullen mij even spoedig loeren waard ©eren als de Roodesciio- lieren, dat zouden doen en oinge- keeid. Adieu, Hopma „ik ga mijn cir culaire schrijven." „Hoor eens liter", zei Ilopma, „als je dat doet, als jo zoorets tegen de rege len van alle fatsoen en gewoonten, van overeenkomst en afspraak doen durft als jezell candidaat stellen, dan dan verzoek ik je beleefd, mij op straat inaar niet meer te herkennen." Zoo ben ik Ilopma kwijt, Maar daarom niet getioien. Mijzelf heb 'k, hem ten spijt, Tot Kamerlid verkoren. De aanhef van mijn circulaire zal al dus wezen Nederlanders, Nu binnen eenige maanden door U keus zal moeten wórden gedaan uil et telijke honderde niet-wiilcndc, maar welwillende, landgenooten, ter afvaar diging naar de T weede Kamer, nu is de tijd gekomen Uwe aandacht te ves tigen op mij, Fidelio, te Haarlem, adres voorloopig post© restante omdat ilc geen geloop aan de deui- wil heb ben van kleermakers, die mij het ambtscostuum willen aanmeten. Gij wenscht myn aanbevelingsbrieven, ziehier ik weet niets af van de Poli tiek. hcewél ik zeer goed op d© hoogte ben van hare oudste zuster Politesse en ook ©enigszins bekend met haar oudsten broer Politoer. Hieruit blijkt U, Nederlanders, reeds dat ik schrijven kan aanvaardt de •erzekering, dat mijn spreken niet minder is, maar verneemt tevens, dat ik van deze gave zoogoed als geen ge bruik maak. Het heeft mij meermalen ©troffen, dat er in do wereld minder behoefte bestaat aan talentvolle spre kers, dan aan bekwame luisteraars, elnu ik ben een prima prima toehoor der en als zoodanig in mijn naaste om geving geacht en geëerd. Andere men schen luisteren met een half oor, af zelfs zonder die helft, ik niet wijd sper ik beide ocren open, zoodat ik er zelfs bij bijzonder treffende gededten mee heb leeren wapperen. Niets leid! mij af. Roert de spreker een droeve snaar aan. dan laat ik mijn hoofd hangen, komt hij ir. v rooi ij k© stem ming, dan .volgt mijn glimlach hem op den voet en zegt hij een aardigheid, dan is geen pauze noodig, om die tot de hoofden van andere hoorders te la ten doordringen ik heb hem onmid dellijk gevat en mijn aanstekelijke lach dreunt over dc hoofden lieen. Als sprekers in mijn woonplaats de zaal binnenkomen, dan vragen ze al of Fi delio er is, laten zich mij aanwijzen en steunen den heelen avond op mijn ta lentvol luisteren. Er is een bekwaam redenaar geweest, die naar Haarlem is gekomen, om door mij te worden toegehoord liij is verrukt vertrok ken. Welnu, ik zal in de Tweede Kamer de geniale toehoorder zijn hoe ook dc koffiekamer moge lonken en de erw tensoep door de klapdeurtjes geuren, indien er nog één toehoorder in de zaal zal wezen, zal ik die toehoorder zijn. Gij vraagt, Nederlanders, wellicht of ik verstand heb van de zaken waar hel de Tweede Kamer om gaat. Laat ons elkander goed begrijpen Ik heb 'erstand genoeg, oni er geen versland an te hebben. Wellicht vereischt deze uitspraak eenige nadere toelichting. Ziehier. Iemand, die van iets verstand heeft, bezit een meening over de zaak, die evenwel altijd in strijd schijnt l« moeten wezen met die vnn een ander, welke er ook verstand van heeft. Daar ik nu van de parlementaire zaken geen verstand heb en dus ook geen rneening erover, zal ik mij w7anneer het op stemmen aankomt, beter dan iemand anders, die wel een meening heeft, bij anderen kunnen aansluiten en daar eenstemmigheid noodig is om iels te kunnen bereiken, beschouw ik het feit. dat ik geen verstand van za ken heb als de beste aanbeveling, na mijn talent vau toehoorder Ziehier nog maar het begin van de circulaire, die ik tot de besturen van de kiesvereenigingen denk te richten. Ik verwacht tal van uitnoodigingen candidaat te willen zijn. Optreden zal ik niet, maar overal waar men mijne candidatuur verdedigen w il, zal ik komen toeluisteren met zooveel ta lent, dat do spreker er van in geest drift raakt en op zijn beurt de anden toehoorders weer in vervoering brengt Ja lezers, ik zal waar de Kamer zoo veel sprekers telt. die soms tegelijk het woord willen voeren, van ons Neder» landscli Parlement de opper-groot toehoorder zijn. Wie zou door zulk eei zeldzaam man niet willen vertegen woordigd worden De gelegenheid is opengesteld il wacht de inschrijvingen af. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 9