SOÖÏÏS
LAURIN KLEMENT
P. I. KRUIJER, Haarlem.
BLOCKER'S
CACAO
Emulsion
DAALDERS
Liohts Sn®ls Enorm® KHmkracht.
Garag©: HOOGSTRAAT 10.
blijft terecht de gewilde cacao.
S-K «es se
Speciaal bekend
voor sollied
eigen fabrikaat
H. A. WILLEMSE Co.
Klein® Houtstraat 88, Telefoon 1470
Stoornen, Wasaohen
en Repareeren
van Beddegoed
Ocsampl©!;©
ül 1. sa ip- Is ss, -JBLaaa.igi'Ba. Is 1. sra.
Koloniën
EEN ONTPLOFFING.
In het laboratorium van het Deli
Proefstation heeft een ongeval plaats
gehad, dat veroorzaakt is door de
onoplettendheid van een Javaanschen
helper, zoo meldt de Deli Ct.
Deze had het toezicht op een nieuw
koperen distillecr-toestel, waarbij hij
er op te letten had, dat do spanning
niet hooger dan 1 atmosfeer opliep.
Toen do heer Tijmstra oenigen tijd
latei' kwam kijken, bemerkte hij, dat
de spanning ongeveer A atmosferen
bedroeg. Hij wilde het toestel af
schroeven, maar op hetzelfde oogen-
blik sprong het met een knal uiteen,
waarbij do heer T. door een splinter
vrij ernstig aan het oog werd ge
wond. Door de luchtverplaatsing bra
ken de ruiten.
Ilot was nog niet uit te maken of
de heer T. van de verwonding blij
vend nadeel voor zijn gezicht zal
ondervinden."
Binnenland
WEDUWEN- EN WEEZENFONDS
VAN OFFICIEREN.
Dezer dagen hebben zoo meldt
de N'. R. Ct. 373 weduwen van of
ficieren van het Nederl. leger aan de
Koningin een verzoekschrift gezon
den, ten einde langs dien weg een,
zij het dan ook geringe verhooging 'e
verkrijgen van bet pensioen, dat aan
haar ten. laste van het weduwen- en
weezenfonds van officieren wordt
uitgekeerd.
Dit fonds, dat wordt beheerd door
een directie, bestaande uit 7 leden,
die door de Koningin worden be
noemd uit door de leden aanbevolen
personen, is een instelling, op kame-
raadschappelijken grondslag geves
tigd, tot welker instandhouding wordt
bijgedragen door de officieren, be-
hoorendo of behoord hebbende tot het
leger hier te lande. De pensioenen,
die aan de weduwen worden uitge
keerd, wisseleD, naarmate van den
rang van den overledene af, van
f 500 tot f 1000. Het fonds is sedert
1900 steeds geldelijk vooruitgaande;
dn 1912 bleef er ©en batig saldo van
f 532.560 beschikbaar. En de jnarlijk-
sche contr.i'butiën zullen door de jong
ste verhooging van traktementen en
pensioenen met ongeveer f 35.000 toe
nemen.
DOOR DE TRAM AANGEREDEN.
Op de Rozengracht t© Amsterdam
had Zaterdagmiddag op twee plaat
sen een ongeluk plaats. Om 1 uur ge
raakte een 8-jarig meisje onder de
Taariemsche tram. Het werd inwen
dig ernstig gekneusd en na in de apo
theek van den heer Evers verbonden
te zijn per auto naar het Wdltelmina-
Gastuïs vervoerd.
Om halfdrie werd een li-jarie me s
je, dat do tramrails wikle oversteken
door de tram aangereden. Het werd
aan het hoofd gewond en in de volks-
opotheek verbonden, en daarna naar
het gasthuis gebracht.
PLAATSRUIMTE JN DE GASTHUI
ZEN TE AMSTERDAM.
De gemeentearts Is. Zeehandelaar
Jbz. schrijft een ingezonden stuk in
't Ilbid. over 1 geval met ©en patient
van dr. d© H.
De heer Z. betoogt, dat de aan
vraag van dr. de H. niet aan d*
eischen voor een spoedopnemirg vol
deed; z© was geschreven op een ge
woon recepten papier.
..Wellicht vraagt gij u toch nog af,
waarom ik niet eerder heb geant
woord op het ingezonden stuk'? Mijn
antwoord op deze vraag is: „ik vind
het hnr\,st onaangenaam op deze wij
ze een collega aan te vallen". De H.
had nu eenmaal de fout begaan een
onjuist en luidruchtig ingezonden
stukje in de peis te publiceeren; de
zieke jongen was ten slotte opgeno
men en dus zou de zaak wel uit zijn.
Nu komt echter weer na den dood van
den knaap het verhaal, dat de schuld
van dezen dood toch eigenlijk wel ligt
aan... nu laten w© zeggen, aan het
gebrek aan plaats in de gasthuizen.
Maar nu moet aan deze legende een
eind komen. De schuld van het niet
direct opnemen ligt geheel, maar dan
ook gehéél aan De H. en aan nie
mand anders. Indien hij de moeit©
genomen had met mij. den gemeente
arts van de afdeeling waarin de knaap
woonde, een duidelijk briefje te schrij
ven, waarop èn diagnose èn urgentie
tot hun recht waren gekomen, wan
neer ik geweten had dat het een pa
tient betrof, die dringend geopereerd
moest worden, dan zou ik niet een
plaats op een afdeeling voor inwen
dige ziekten gevraagd hebben. Heeft
dr. De H. zich vergist, .heeft hij wel
licht niet dadelijk het ernstige van 't
geval ingezien? Niemand, die hem dit
kwalijk kan nemen.
Maar laat hij niet een ingezonden
stuk schrijven, waarin hij over een
spoedbriefje spreekt, dat hij direct
heeft afgegeven, want dat is een be
sliste onwaarheid".
Dr. M. de Hartogh antwoordt op dit
stuk. Hij beweert, dat dr. Zeehande
laar niet juist is ingelicht. Vóór Dr.
de H. aan dr. Z. om plaats vroeg, had
hij den vorige» dag aan den gem. ge
neeskundigen dienst reeds om een
plaats in een ziekenhuis gevraagd voor
een noodgeval. Aan geen der zieken
huizen was plaats. Aan 't O. L. V.
gasthuis was nog opneming van een
man geweigerd, die door een auto was
overreden, omdat er geen plaats was.
Den volgenden dag was de tijd voor
operatief ingrijpen voorbij, zoodat bij
dr. Z. geen reden meer was om een
spoed-opneming te verzoeken.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
k 30 Cts. per regel.
vorderd en gesteund. Onze nijverheid
daarentegen mist den noodigen rugge
steun
Méér moet hier te lande worden
voortgebracht. Productie en welvaart
staan met elkander in het nauwste
verband. Zal de volks wol vaai-t toene
men, dan moet onze productie belang
rijk worden uitgebreid.
Het is een niet te loochenen feit, dat
on zo welvaart niet zooveel stijgt, als
met het oog op onze ligging, dén groei
van onze bevolking en onze capacitei
ten wel mocht worden verwacht.
Eerst© eisch van een goede wei-
va artspolitiek is daarom: verheffing
van onze nationale nijverheid.
Door bescherming kan dit doel be
reikt worden".
Land- en Tuinbouw
VOOR MOES- EN BLOEMTUIN, enz.
Menigeen denkt er reeds over om
op een mooien dag of omdat zijn hof
tamelijk beschut is tegen de koude
winden en niet te vochtig is. aan het
tuinieren te gaan. Wij ontvingen
laatst reeds van een paar zijden vra
gen omtrent bemesting van den tuin.
Deze willen wij nu beantwoorden,
maar willen tevens een en ander zeg
gen over bewerking van den hof.
Velen laten hun tuingrond, ook al
beginnen zij laat in 't voorjaar eerst
te zaaien, den geheelen winter door
onbewerkt liggen. Zij denken eigen
lijk eerst weer aan hun hof, als de
tijd voor zaaiing gekomen is, Dit is
verkeerd. De grond is als 't ware een
scheikundig laboratorium, waar ge
regeld door allerlei omzettingen,
scheikundige ontledingen en nieuwe
verbindingen van verschillende stof
fen plaats hebben en moeten hebben,
zullen de plantenwortels geschikt en
pasklaar voedsel vinden. Daartoe
moet ook de lucht meewerken en de
ze moet dus gemakkelijk in den bo
dem kunnen doordringen. Het heeft
ook een heïJzamen invloed op den
grond, als hij goed „doorvriest", het
geen kan geschieden als hij in den
herfst of den winter is omgespit; bij
vorst bevriezen dan de vochtdeeltjes
tusschen de aardkorrels en zetten
op de verpakking (Visscher mei
Visch). Weigert in Uw eigen
belang elke andere Levertraan-
Emulsie.
Levertraan- Emulsie wordt onder
verschillende namen en merken
verkocht De oorspronkelijke en
alléén echte is
voorzien van dit Handelsmerk overbrengen
den stalmest, indien nten dezen
bruikt, is gewenscht. Vele klachten
over de slechte kwaliteit der tuinpro-
ducten, b.v. over de aardappelen,
zouden ophouden, wanneer de mest
niet zoo laat in 't voorjaar, maar eer
der, liefst zoo dra mogelijk werd aan
gewend. Dit geldt inzonderheid voor
al te vochtige gronden. Wanneer hier
in 't najaar of in den winter de grond
behoorlijk wordt bewerkt en tevens
bemest, dan zal men hier wel bij
ren.
Hoe eer de aangebrachte stalmest
wordt uitgestrooid en ondergewerkt
des te beter. Bij zacht of zonnig
weer zou er anders van de dure stik
stof in den mest de lucht ingaan, ter
wijl op de plaatsen, waar de hoopjes
staan, later gele plekken komen. „Uit
gespreid" is minder nadeelig dan op
„hoopjes", maar het allerbest is, ge
lijk genomen proeven hebben bewe
zen direct onderrnaken. Het geduren
de weken op hoopjes laten staan, zoo
als men nog wel ziet doen hoewel
lang niet meer zooveel als vroeger
is dus af te keuren, 't Sp/eekt van
zelf, dat de vorst soms belemmerend
kan optreden.
Wij moeten waarschuwen tegen te
diep onderbrengen van den: stalmest.
Immers kan de zuurstof der lucht,
welke tot de vertering moet medewer
ken, er dan niet, of niet in genoeg
zame mate, toé doordringen. Evenwel
wachte men zich op den zandgrond
er voor den mest te oppervlakkig on
der te werkendaar moet de mest
tamelijk diep worden ondergespit:
de bij ontleding ontstane ammoniak
(stikstofvorm), die zoo licht vervluch
tigt, de lucht ingaat, hééft hiertoe dan
geen gelegenheid, doch wordt door de
zich boven den mest bevindende aar
de vastgehouden.
Zeer nuttig is het, dat de tuin nu
en dan eens flink onder de schop
wordt genomen. Die veel uit zijn hof
wil maken, die een intensieve cul
tuur op zijn tuingrond wil drijven,
moet niet volstaan met ieder jaar op
dezelfde diepte, van een grooteren of
kleineren steek te spitten. Dit maakt
den oogst minder zeker. Voor aard
appelen en andere gewassen is de
voor dan beslist te ondiep. Maar
bovendien kan in zulk een oppervlak
kig bewerkten bodem geen goede, ge
Kerk en School
ACADEMISCHE EXAMENS,
Amsterdam. Geslaagd voor candi-
daats-examen rechten mej. Coba Boer
lage en de heer J. Leeuw.
Letteren en Kunst
DE TARIEFWET-STRIJD.
Het Vóór-Turiefwet-comilé zendt
ons een vlugschrift, waarin een plei
dooi wordt geleverd voor liet ontwerp-
Taiïefwet.
De conclusies van het geschrift zijn
de volgende:
„Wij procudeeren te weinig! Er is
hier te veel latente werkkracht! Op
uitbreid!ng van onze nijverheid be
hoort daarom aller streven te worden
gericht. Een wijziging van onze han
delspolitiek, een matig beschermend
rechi kan die industriëele ontwikke
ling in niet geringe mate bevorderen.
Vele industrieën kunnen thans niet
tot ontplooiing komen. De mannen
van de praktijk weten dit maar al to
goed. De concurrentie met het indu
strieel hoogontwikkelde buitenland is
zelfs op ons eigen terrein buitenge
woon zwaar. De industrie wordt el
ders op allo mogelijk© manieren be
regelde omzetting van plantenvoe-'
dingsstoffen plaats hebben;.de onder
grond wordt daardoor ook ongezond,
bevat voor de plantenwortels schade
lijke of giftige stoffen, die den plan
tengroei belemmeren of benadeelen.
In zulke tuinen verdroogt men in den
zomer licht, daar het vocht in de bo
venlaag spoedig is verbruikt en ver
dampt en uit den ondergrond geen
vocht kan opstijgen, dewijl een
„bank" ontstaan door het spitten op
één diepte, dit tegenhoudt. Dezelfde
bank is oorzaak, dat in een regenpe-
riode het overtollige water niet kan
wegzakken, en de boven-aai'de te nat
en te koud, moeilijk te bewerken,
wordt, in 't voorjaar de plantengroei
laat begint.
Om de 5, 6 jaar moet daarom de
tuin flink diep twee spit wor
den omgezet, echter met dien versfan-
de dat de tweede steek slechts ge
keerd wordt, dus op zijn plaats blijft.
C. B.
Gemengd Nieuws
MUITERIJ.
Uit Kharbin wordt geseind: Het
garnizoen van Yougtisigan bij de Ko-
reaansche grens is aan het muiten
geslagen. Kolonel Wan werd gedood
en de stad werd geplunderd.
De autoriteiten hebben de wijk ge
nomen naar de Russische en Japan-
sche consulaten.
Het proces tier Auto-
Bandieten.
(Zesde dag).
D© Parijsch© correspondent van de
„Telegraaf schrijft over den dag van
Zoterdag
Heden werden de laatste beklaag
den verhoord en men begon met het
ondervragen der getuigen. Onder hen
bevindt zich Caby, de kantoorloopor
van de „Société Générale", die bijna
in de Rue Ordener gedood werd. Het
is blijkbaar om hem te hooren, en om
de confrontatie van hem met Dieu-
doimé en Callemïn bij te wonen, dat
een talrijker publiek aanwezig is. Men
merkt ook eenige dames uit de hooge
re. standen op.
De president begint met het verhoor
van Bernard en Poyer, die aan het
einde der zitting van Vrijdag tot ©eni-
go vermakelijke incidenten aanleiding
gaven en die nog ondervraagd moes
ten worden over hun deel uitmaken
van een genootschap van misdadi
gers. Bernard, die ©enigszins hard-
hoorig is, protesteert heftig togen
deze beschuldiging. Poyer, ©on mars
kramer, die des zomers gelieel Frank
rijk afreist, brengt het publiek
het lachen, door zijn dwaze zinswen
dingen en gewaagde woordspelingen.
Na hem ondervraagt de president
Charles Reinert, een grondwerker uit
Nancy. Hij werd gearresteerd, omdat
hij opzettelijk het bedrijven van i
daden begunstigd heeft en in Januari
en Februari 1912 onderdak verleend
heeft aan Carouy en Caliemin.
Na het verhoor van Bernard
Poyer kwam dat van Charles Reinert
aan de beurt.
Reinert is metaalgieter te Nancy
geweest en werd gearresteerd, omdat
hij willens en wetens de bedrijvers
van een als moord gequalificeerd mis
drijf had begunstigd, en omdat hij
Carouy en Caliemin een onderdak had
gegeven, die gedurende de maanden
Januari en Februari 1912 bij hein ge
woond hebben.
•Reinert ontkent het hem ten laste
gelegde. Hij ver ld aart dat mejuf
frouw Bellot, die Dieudonné en Ca
rouy te Nancy herkend heeft, en
hen met Reinert zou hebben gezien, 1©
kwader trouw is. „Als zij niet liegt,
dan vergist zij zich in ieder geval",
beweert hij.
Bij het verhoor werd door het pu
bliek gelachen.
President„Dat gelach is een
schandaalin een zoo ernstige zaak
is niets belachelijk."
Reinert, die zeer ontroerd is, gaat
weenend weer zitten.
Tenslotte wordt Pierre Joiudan
verhoord. Jourdan is marskramer, 25
jaar oud. Hij had zich aan den mili
tairen dienst onttrokken en was anar
chist-van-de-daad. Op 7 April werd hij
gearresteerd, tegelijk met Caliemin,
aan wien hij onderdak had verstrekt.
Men vond in zijn woning een geheel©
inbrekers-uitrusting en een aantal re
volvers.
'ertelt, dat het mate
riaal, dat men in zijn woning vond,
niet aan hem, maai' een kameraad
toebehoorde.
President„Hebt gij geen wapens
voor Caliemin gekocht
Beklaagde „Ja, Caliemin had mij
een revolver gevraagd, en ik had geen
reden, om te weigeren, er een voor
hem te koopen,"
Pres. „Was dat vóór 25 Maart?
De vraag is voor ons van groot be
lang."
Beklaagde„Dat weet ik. In ieder
geval heeft CalJemin er zich te Chan-
tilly niet van kunnen bedienen, daar
ik hem dat wapen pas op 27 Maart
heb ter hand gesteld."
President „Na de misdaden te
Montgeron en te Ghantilly is Caliemin
bij u komen inwonen, in afwachting,
dat hij zou kunnen vluchten. Uw
vrouw heeft kleeren en redsbenoo-
digdhedan voor hem gekocht. Gij wil-
det hem dus helpen om te vluchten.
Gij hebt zelts een rijwiel gekocht"
Beklaagde: „Dat alles is waar,
maar ik wist niet, dat Caliemin van
oen zóó afschuwelijk misdrijf werd
beschuldigd."
Caliemin „Ik kan deze verklaring
op alle punten bevestigen. Jourdan
wist niet, dat ik vervolgd kon wor
den".
Hiermede begint het getuigenver
hoor.
Het eerst worden gehoord de lieer
Normand, eigenaar van de te Boulog-
ne-sur-Seine gestolen auto, en zijn
chauffeur, die eenvoudig de omstan
digheden verhalen, waaronder die
diefstal plaats had.
De derde, getuige, mevrouw Canton,
is er niet. Daar zij ongesteld is, wordt
haar verklaring voorgelezen. Me
vrouw Canton woonde ie Bobtgny. Zij
heeft de auto'bij Detwilier zien stal
len. Er werd geen enkele reparatie
aan verricht, en een aantal mannen
kwamen den wagen in den vroegen
morgen van 21 December halen, een
paar uren voor de aanslag in de Rue
Ordener plaats had.
Mevrouw Canton voegde hieraan
toe, dat vrouw Dettwiller haar gezegd
had, dat de wagen van Lagny kwam.
Dettwiller protesteen tegen de ge
tuigenis van mevrouw Canton. Hij
verzekert, dat hij er nooit aan ge
dacht heeft, den wagen te verstoppen.
Hierna wordt vrouw Dettwiller,
waschvrouw van beroep, gehoord.
President„Toen de auto kwam,
zei uw man tegen u „Dat is de wa
gen, waarvan Leblanc dat wil zeg
gen Carouy mij verteld heeft"
Getuige „Neen".
President„Gij hebt toch ter in
structie erkend, dat uw man die \v~
den gebezigd heeft?"
Dettwiller „Men heeft haar bij de
instructie laten zeggen wat men ver
koos. Men heeft haar pas over Le
blanc gesproken na mijn arrestatie".
Getuige „Ze hebben mij voor moor
denares en misdadigster uitgemaakt".
Advokaat Grampinchi (Dettwiller's
verdediger) „Wie heeft u daarvoor
uitgemaakt
Getuige„De agenten Fleury en
Cclmar".
Advokaat Zevaes„De politie gaat
nooit anders te werk."
De procureur-generaal„I
klaagden evenmin".
Getuige„Ik ben mosder van' drie
kinderen, die ik zelf opvoed, en men
scheldt ons voor bandieten uit."
Vervolgens wordt vrouw Delard, de
vriendin van Carouy, gehoord. Zij
woonde met Carouy te Bobigny, toen
daar de automobiel werd gebracht. Zij
verklaart niets Ie hebben gehoord.
Hierna is het de beurt van dr. Paul,
gerechtelijk medicus, om zijn verkla
ring af te leggen. Hij heeft Caby on
derzocht, nadat deze in de Rue Orde
ner gewond was, die het lijk van den
bij Montgeron doodgeschoten chauf
feur Mathille geschouwd heeft, en die
ten slotte Soudy na diens arrestatie
heeft onderzocht-
President „Gij hebt. den toestand
van Soudy onderzocht?"
Getuige„Ja. Volgens do acte van
beschuldiging zou Soudy, die na den
aanslag te Ghantilly op het punt1
stond flauw te vallen, met ruw ge
weld over het voorhoofd ziin gewre
ven rnet alcohol, waardoor dan enkele
huisdafschavingen zouden zijn ont
staan. Dat komt mij tamelijk onwaar
schijnlijk voor. Soudy leed eveneens
pijn in den omtrek van het schouder
gewricht. De heer Jouin, onderchef
van den veiligheidsdienst, veronder
stelde, dat deze pijn veroorzaakt waa
door den terugloop van de karabijn.
Ik kan te dien aanzien niets met ze
kei beid verklaren."
De beurt is nu aan den kaslooper
Caby. Zijn komst doet alle halzen in
de zaal zioh met groote nieuwsgierig
heid rekken. Caby schijnt geheel en aJ
hersteld te zijn van zijn zware won
den.
De getuige herinnert er allereersl
aan, onder welke omstandigheden da
aanslag in de Rue Ordener heeft
plaats gehad.
President „Gij hebt onder de por
tret,ten, die men u toonde, eerst Gu,r-
nie-r herkend als de man, die op u
schoot".
Getuige „Ik heb gezegd, dat mijn
aanrander wel op dat portret leek,
maar ouder was".
President: „Toen Dieudonné ge-
arreslcerd was, heeft men hem met u
geconfronteerd, en gij hebt hem zon
der eenige aarzeling herkend. Herkent
gij hem nu nog
Getuige „Ik herken hem zeer goed.
Hij is liet, en hei kan niemand anders
zijn."
Dieudonné „Ik ben onschuldig
President„De vraag is zeer ern
stig. Haar beantwoording kan een
doodvonnis ten gevolge hebben. Het
gaat hier om het hoofd van een man."
Getuige „Ik bedrieg mij niet hij
en niemand anders is de man, die op
ij schoot".
Dieudonné „Mijnheel' Caby, ik be
voer u niet om de waarheid te
zeggen, maar om uw geheugen goed
raadplegen. Gij staat tegen het
hoofd van ©en huisgezin. Ik koester
geen. haat jegens u. Ik ken u niet, en
al zou uw verklaring mij ook naar
het schavot zenden, dan nog zal ik
zonder berouw voor de misdaad van
een onder boeten, maar ik zweer u bij
het hoofd van mijn vrouw, bij het
hoofd van mijn kinderen, dat ik uw
aanrander niet ben. Als ik nu een
leugen zou hebben gezegd, dan moge
de vloek daarvan op het hoofd komen
van wie ik liefheb. Kijk mij dan toch
goed aan, ik ben geen misdadiger, en
dat weet gij ook wel 1"
Getuige „Gij zijt de man, die op
mij gescholen hebt, dat zweer ik op
mijn beurt op het hoofd van mijn
vrouw."
Dieudonné „Ik zweer, dat ik on
schuldig ben."
Getuige „Gij zijt de man, die op
mij schoot dat zal ik blijven zeggen
tot aan het eind mijner dagen 1"
Alle aanwezigen volgen met klop
pend hart het verloop dezer treffende
-confrontatie.
Advokaat Moro Giaffeu (verdediger
van Dieudonné) „Mijnheel' Caby, ilr
bezweer u gij begaat liier zonder
oenigon twijfel een ontzettende dwa
ling".
Getuige„Ik bega geen dwaling en
ik blijf er bij wat ik gezegd heb."
Dieudonné „Als ik op het schavot
sterf, dan zal liet zonder haat jegens
u zijn."
Hierop wordt Peemans gehoord, do
beambte, die Caby naar de Rue Or
dener- vergezelde, hij bevestigt in al
len deele de verklaringen van den kas
looper. Dieudonné wendt zich enen-
eens tot Peemans én smeekt hem, d«
waarheid te zeggen.
Peoiuans blijft echter even onwrik
baar op zijn stuk staan als Caby.
Advokaat Moro Giaffeu „Maai
wat heeft Peemans dan eigenlijk ge
daan, terwijl men Caby aa-nyiel
Pee-mans „Ik ben hulp gaan lia-
Jen."
De advokaat„Dat wild© ik alleen
maar even weten." De verdediger leest
nu de door Pcemans tijdeus de in
structie afgelegde verklaringen voor
on hieruit blijkt, dat er besliste tegen
spraak is tusschen deze verklaringen
en het ter terechtzitting van Zaterdag
te berde gebrachte.
Vervolgens worden verscheidene ge
tuigen van den aanslag in de Rue
Ordener gehoord. Een groom uit de
„Sociélé Générale", Xavier Tabac,
zegt. dat de man, die op Caby schoot,
op Dieudonné leek, maar dat zijn kne
vel iets minder dik was.
Op een anderen getuige, den koop
man Grainetier, is door de bandieten
geschoten, maar hij herkent geen der
beklaagden. Een loopjongen, Francois
Sissing, die don aanslag heeft gezien,
zegt. dat een der bandieten blonde ha
ren had.
„Die daar was het zoowat", zegt hij,
op CalJciuin wijzend, „maar ik durf
het niet heel zeker beweren."
Hierna wordt de zitting opgeheven.
AUTOMOBIELEN. JUfSGBUNZLAU.
Vertegenwoordig©*' voor Haarlem ©n Omstreken
ssb s* a i