SOÖÏÏS LAURIN KLEMENT P. I. KRUIJER, Haarlem. BLOCKER'S CACAO Emulsion DAALDERS Liohts Sn®ls Enorm® KHmkracht. Garag©: HOOGSTRAAT 10. blijft terecht de gewilde cacao. S-K «es se Speciaal bekend voor sollied eigen fabrikaat H. A. WILLEMSE Co. Klein® Houtstraat 88, Telefoon 1470 Stoornen, Wasaohen en Repareeren van Beddegoed Ocsampl©!;© ül 1. sa ip- Is ss, -JBLaaa.igi'Ba. Is 1. sra. Koloniën EEN ONTPLOFFING. In het laboratorium van het Deli Proefstation heeft een ongeval plaats gehad, dat veroorzaakt is door de onoplettendheid van een Javaanschen helper, zoo meldt de Deli Ct. Deze had het toezicht op een nieuw koperen distillecr-toestel, waarbij hij er op te letten had, dat do spanning niet hooger dan 1 atmosfeer opliep. Toen do heer Tijmstra oenigen tijd latei' kwam kijken, bemerkte hij, dat de spanning ongeveer A atmosferen bedroeg. Hij wilde het toestel af schroeven, maar op hetzelfde oogen- blik sprong het met een knal uiteen, waarbij do heer T. door een splinter vrij ernstig aan het oog werd ge wond. Door de luchtverplaatsing bra ken de ruiten. Ilot was nog niet uit te maken of de heer T. van de verwonding blij vend nadeel voor zijn gezicht zal ondervinden." Binnenland WEDUWEN- EN WEEZENFONDS VAN OFFICIEREN. Dezer dagen hebben zoo meldt de N'. R. Ct. 373 weduwen van of ficieren van het Nederl. leger aan de Koningin een verzoekschrift gezon den, ten einde langs dien weg een, zij het dan ook geringe verhooging 'e verkrijgen van bet pensioen, dat aan haar ten. laste van het weduwen- en weezenfonds van officieren wordt uitgekeerd. Dit fonds, dat wordt beheerd door een directie, bestaande uit 7 leden, die door de Koningin worden be noemd uit door de leden aanbevolen personen, is een instelling, op kame- raadschappelijken grondslag geves tigd, tot welker instandhouding wordt bijgedragen door de officieren, be- hoorendo of behoord hebbende tot het leger hier te lande. De pensioenen, die aan de weduwen worden uitge keerd, wisseleD, naarmate van den rang van den overledene af, van f 500 tot f 1000. Het fonds is sedert 1900 steeds geldelijk vooruitgaande; dn 1912 bleef er ©en batig saldo van f 532.560 beschikbaar. En de jnarlijk- sche contr.i'butiën zullen door de jong ste verhooging van traktementen en pensioenen met ongeveer f 35.000 toe nemen. DOOR DE TRAM AANGEREDEN. Op de Rozengracht t© Amsterdam had Zaterdagmiddag op twee plaat sen een ongeluk plaats. Om 1 uur ge raakte een 8-jarig meisje onder de Taariemsche tram. Het werd inwen dig ernstig gekneusd en na in de apo theek van den heer Evers verbonden te zijn per auto naar het Wdltelmina- Gastuïs vervoerd. Om halfdrie werd een li-jarie me s je, dat do tramrails wikle oversteken door de tram aangereden. Het werd aan het hoofd gewond en in de volks- opotheek verbonden, en daarna naar het gasthuis gebracht. PLAATSRUIMTE JN DE GASTHUI ZEN TE AMSTERDAM. De gemeentearts Is. Zeehandelaar Jbz. schrijft een ingezonden stuk in 't Ilbid. over 1 geval met ©en patient van dr. d© H. De heer Z. betoogt, dat de aan vraag van dr. de H. niet aan d* eischen voor een spoedopnemirg vol deed; z© was geschreven op een ge woon recepten papier. ..Wellicht vraagt gij u toch nog af, waarom ik niet eerder heb geant woord op het ingezonden stuk'? Mijn antwoord op deze vraag is: „ik vind het hnr\,st onaangenaam op deze wij ze een collega aan te vallen". De H. had nu eenmaal de fout begaan een onjuist en luidruchtig ingezonden stukje in de peis te publiceeren; de zieke jongen was ten slotte opgeno men en dus zou de zaak wel uit zijn. Nu komt echter weer na den dood van den knaap het verhaal, dat de schuld van dezen dood toch eigenlijk wel ligt aan... nu laten w© zeggen, aan het gebrek aan plaats in de gasthuizen. Maar nu moet aan deze legende een eind komen. De schuld van het niet direct opnemen ligt geheel, maar dan ook gehéél aan De H. en aan nie mand anders. Indien hij de moeit© genomen had met mij. den gemeente arts van de afdeeling waarin de knaap woonde, een duidelijk briefje te schrij ven, waarop èn diagnose èn urgentie tot hun recht waren gekomen, wan neer ik geweten had dat het een pa tient betrof, die dringend geopereerd moest worden, dan zou ik niet een plaats op een afdeeling voor inwen dige ziekten gevraagd hebben. Heeft dr. De H. zich vergist, .heeft hij wel licht niet dadelijk het ernstige van 't geval ingezien? Niemand, die hem dit kwalijk kan nemen. Maar laat hij niet een ingezonden stuk schrijven, waarin hij over een spoedbriefje spreekt, dat hij direct heeft afgegeven, want dat is een be sliste onwaarheid". Dr. M. de Hartogh antwoordt op dit stuk. Hij beweert, dat dr. Zeehande laar niet juist is ingelicht. Vóór Dr. de H. aan dr. Z. om plaats vroeg, had hij den vorige» dag aan den gem. ge neeskundigen dienst reeds om een plaats in een ziekenhuis gevraagd voor een noodgeval. Aan geen der zieken huizen was plaats. Aan 't O. L. V. gasthuis was nog opneming van een man geweigerd, die door een auto was overreden, omdat er geen plaats was. Den volgenden dag was de tijd voor operatief ingrijpen voorbij, zoodat bij dr. Z. geen reden meer was om een spoed-opneming te verzoeken. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 30 Cts. per regel. vorderd en gesteund. Onze nijverheid daarentegen mist den noodigen rugge steun Méér moet hier te lande worden voortgebracht. Productie en welvaart staan met elkander in het nauwste verband. Zal de volks wol vaai-t toene men, dan moet onze productie belang rijk worden uitgebreid. Het is een niet te loochenen feit, dat on zo welvaart niet zooveel stijgt, als met het oog op onze ligging, dén groei van onze bevolking en onze capacitei ten wel mocht worden verwacht. Eerst© eisch van een goede wei- va artspolitiek is daarom: verheffing van onze nationale nijverheid. Door bescherming kan dit doel be reikt worden". Land- en Tuinbouw VOOR MOES- EN BLOEMTUIN, enz. Menigeen denkt er reeds over om op een mooien dag of omdat zijn hof tamelijk beschut is tegen de koude winden en niet te vochtig is. aan het tuinieren te gaan. Wij ontvingen laatst reeds van een paar zijden vra gen omtrent bemesting van den tuin. Deze willen wij nu beantwoorden, maar willen tevens een en ander zeg gen over bewerking van den hof. Velen laten hun tuingrond, ook al beginnen zij laat in 't voorjaar eerst te zaaien, den geheelen winter door onbewerkt liggen. Zij denken eigen lijk eerst weer aan hun hof, als de tijd voor zaaiing gekomen is, Dit is verkeerd. De grond is als 't ware een scheikundig laboratorium, waar ge regeld door allerlei omzettingen, scheikundige ontledingen en nieuwe verbindingen van verschillende stof fen plaats hebben en moeten hebben, zullen de plantenwortels geschikt en pasklaar voedsel vinden. Daartoe moet ook de lucht meewerken en de ze moet dus gemakkelijk in den bo dem kunnen doordringen. Het heeft ook een heïJzamen invloed op den grond, als hij goed „doorvriest", het geen kan geschieden als hij in den herfst of den winter is omgespit; bij vorst bevriezen dan de vochtdeeltjes tusschen de aardkorrels en zetten op de verpakking (Visscher mei Visch). Weigert in Uw eigen belang elke andere Levertraan- Emulsie. Levertraan- Emulsie wordt onder verschillende namen en merken verkocht De oorspronkelijke en alléén echte is voorzien van dit Handelsmerk overbrengen den stalmest, indien nten dezen bruikt, is gewenscht. Vele klachten over de slechte kwaliteit der tuinpro- ducten, b.v. over de aardappelen, zouden ophouden, wanneer de mest niet zoo laat in 't voorjaar, maar eer der, liefst zoo dra mogelijk werd aan gewend. Dit geldt inzonderheid voor al te vochtige gronden. Wanneer hier in 't najaar of in den winter de grond behoorlijk wordt bewerkt en tevens bemest, dan zal men hier wel bij ren. Hoe eer de aangebrachte stalmest wordt uitgestrooid en ondergewerkt des te beter. Bij zacht of zonnig weer zou er anders van de dure stik stof in den mest de lucht ingaan, ter wijl op de plaatsen, waar de hoopjes staan, later gele plekken komen. „Uit gespreid" is minder nadeelig dan op „hoopjes", maar het allerbest is, ge lijk genomen proeven hebben bewe zen direct onderrnaken. Het geduren de weken op hoopjes laten staan, zoo als men nog wel ziet doen hoewel lang niet meer zooveel als vroeger is dus af te keuren, 't Sp/eekt van zelf, dat de vorst soms belemmerend kan optreden. Wij moeten waarschuwen tegen te diep onderbrengen van den: stalmest. Immers kan de zuurstof der lucht, welke tot de vertering moet medewer ken, er dan niet, of niet in genoeg zame mate, toé doordringen. Evenwel wachte men zich op den zandgrond er voor den mest te oppervlakkig on der te werkendaar moet de mest tamelijk diep worden ondergespit: de bij ontleding ontstane ammoniak (stikstofvorm), die zoo licht vervluch tigt, de lucht ingaat, hééft hiertoe dan geen gelegenheid, doch wordt door de zich boven den mest bevindende aar de vastgehouden. Zeer nuttig is het, dat de tuin nu en dan eens flink onder de schop wordt genomen. Die veel uit zijn hof wil maken, die een intensieve cul tuur op zijn tuingrond wil drijven, moet niet volstaan met ieder jaar op dezelfde diepte, van een grooteren of kleineren steek te spitten. Dit maakt den oogst minder zeker. Voor aard appelen en andere gewassen is de voor dan beslist te ondiep. Maar bovendien kan in zulk een oppervlak kig bewerkten bodem geen goede, ge Kerk en School ACADEMISCHE EXAMENS, Amsterdam. Geslaagd voor candi- daats-examen rechten mej. Coba Boer lage en de heer J. Leeuw. Letteren en Kunst DE TARIEFWET-STRIJD. Het Vóór-Turiefwet-comilé zendt ons een vlugschrift, waarin een plei dooi wordt geleverd voor liet ontwerp- Taiïefwet. De conclusies van het geschrift zijn de volgende: „Wij procudeeren te weinig! Er is hier te veel latente werkkracht! Op uitbreid!ng van onze nijverheid be hoort daarom aller streven te worden gericht. Een wijziging van onze han delspolitiek, een matig beschermend rechi kan die industriëele ontwikke ling in niet geringe mate bevorderen. Vele industrieën kunnen thans niet tot ontplooiing komen. De mannen van de praktijk weten dit maar al to goed. De concurrentie met het indu strieel hoogontwikkelde buitenland is zelfs op ons eigen terrein buitenge woon zwaar. De industrie wordt el ders op allo mogelijk© manieren be regelde omzetting van plantenvoe-' dingsstoffen plaats hebben;.de onder grond wordt daardoor ook ongezond, bevat voor de plantenwortels schade lijke of giftige stoffen, die den plan tengroei belemmeren of benadeelen. In zulke tuinen verdroogt men in den zomer licht, daar het vocht in de bo venlaag spoedig is verbruikt en ver dampt en uit den ondergrond geen vocht kan opstijgen, dewijl een „bank" ontstaan door het spitten op één diepte, dit tegenhoudt. Dezelfde bank is oorzaak, dat in een regenpe- riode het overtollige water niet kan wegzakken, en de boven-aai'de te nat en te koud, moeilijk te bewerken, wordt, in 't voorjaar de plantengroei laat begint. Om de 5, 6 jaar moet daarom de tuin flink diep twee spit wor den omgezet, echter met dien versfan- de dat de tweede steek slechts ge keerd wordt, dus op zijn plaats blijft. C. B. Gemengd Nieuws MUITERIJ. Uit Kharbin wordt geseind: Het garnizoen van Yougtisigan bij de Ko- reaansche grens is aan het muiten geslagen. Kolonel Wan werd gedood en de stad werd geplunderd. De autoriteiten hebben de wijk ge nomen naar de Russische en Japan- sche consulaten. Het proces tier Auto- Bandieten. (Zesde dag). D© Parijsch© correspondent van de „Telegraaf schrijft over den dag van Zoterdag Heden werden de laatste beklaag den verhoord en men begon met het ondervragen der getuigen. Onder hen bevindt zich Caby, de kantoorloopor van de „Société Générale", die bijna in de Rue Ordener gedood werd. Het is blijkbaar om hem te hooren, en om de confrontatie van hem met Dieu- doimé en Callemïn bij te wonen, dat een talrijker publiek aanwezig is. Men merkt ook eenige dames uit de hooge re. standen op. De president begint met het verhoor van Bernard en Poyer, die aan het einde der zitting van Vrijdag tot ©eni- go vermakelijke incidenten aanleiding gaven en die nog ondervraagd moes ten worden over hun deel uitmaken van een genootschap van misdadi gers. Bernard, die ©enigszins hard- hoorig is, protesteert heftig togen deze beschuldiging. Poyer, ©on mars kramer, die des zomers gelieel Frank rijk afreist, brengt het publiek het lachen, door zijn dwaze zinswen dingen en gewaagde woordspelingen. Na hem ondervraagt de president Charles Reinert, een grondwerker uit Nancy. Hij werd gearresteerd, omdat hij opzettelijk het bedrijven van i daden begunstigd heeft en in Januari en Februari 1912 onderdak verleend heeft aan Carouy en Caliemin. Na het verhoor van Bernard Poyer kwam dat van Charles Reinert aan de beurt. Reinert is metaalgieter te Nancy geweest en werd gearresteerd, omdat hij willens en wetens de bedrijvers van een als moord gequalificeerd mis drijf had begunstigd, en omdat hij Carouy en Caliemin een onderdak had gegeven, die gedurende de maanden Januari en Februari 1912 bij hein ge woond hebben. •Reinert ontkent het hem ten laste gelegde. Hij ver ld aart dat mejuf frouw Bellot, die Dieudonné en Ca rouy te Nancy herkend heeft, en hen met Reinert zou hebben gezien, 1© kwader trouw is. „Als zij niet liegt, dan vergist zij zich in ieder geval", beweert hij. Bij het verhoor werd door het pu bliek gelachen. President„Dat gelach is een schandaalin een zoo ernstige zaak is niets belachelijk." Reinert, die zeer ontroerd is, gaat weenend weer zitten. Tenslotte wordt Pierre Joiudan verhoord. Jourdan is marskramer, 25 jaar oud. Hij had zich aan den mili tairen dienst onttrokken en was anar chist-van-de-daad. Op 7 April werd hij gearresteerd, tegelijk met Caliemin, aan wien hij onderdak had verstrekt. Men vond in zijn woning een geheel© inbrekers-uitrusting en een aantal re volvers. 'ertelt, dat het mate riaal, dat men in zijn woning vond, niet aan hem, maai' een kameraad toebehoorde. President„Hebt gij geen wapens voor Caliemin gekocht Beklaagde „Ja, Caliemin had mij een revolver gevraagd, en ik had geen reden, om te weigeren, er een voor hem te koopen," Pres. „Was dat vóór 25 Maart? De vraag is voor ons van groot be lang." Beklaagde„Dat weet ik. In ieder geval heeft CalJemin er zich te Chan- tilly niet van kunnen bedienen, daar ik hem dat wapen pas op 27 Maart heb ter hand gesteld." President „Na de misdaden te Montgeron en te Ghantilly is Caliemin bij u komen inwonen, in afwachting, dat hij zou kunnen vluchten. Uw vrouw heeft kleeren en redsbenoo- digdhedan voor hem gekocht. Gij wil- det hem dus helpen om te vluchten. Gij hebt zelts een rijwiel gekocht" Beklaagde: „Dat alles is waar, maar ik wist niet, dat Caliemin van oen zóó afschuwelijk misdrijf werd beschuldigd." Caliemin „Ik kan deze verklaring op alle punten bevestigen. Jourdan wist niet, dat ik vervolgd kon wor den". Hiermede begint het getuigenver hoor. Het eerst worden gehoord de lieer Normand, eigenaar van de te Boulog- ne-sur-Seine gestolen auto, en zijn chauffeur, die eenvoudig de omstan digheden verhalen, waaronder die diefstal plaats had. De derde, getuige, mevrouw Canton, is er niet. Daar zij ongesteld is, wordt haar verklaring voorgelezen. Me vrouw Canton woonde ie Bobtgny. Zij heeft de auto'bij Detwilier zien stal len. Er werd geen enkele reparatie aan verricht, en een aantal mannen kwamen den wagen in den vroegen morgen van 21 December halen, een paar uren voor de aanslag in de Rue Ordener plaats had. Mevrouw Canton voegde hieraan toe, dat vrouw Dettwiller haar gezegd had, dat de wagen van Lagny kwam. Dettwiller protesteen tegen de ge tuigenis van mevrouw Canton. Hij verzekert, dat hij er nooit aan ge dacht heeft, den wagen te verstoppen. Hierna wordt vrouw Dettwiller, waschvrouw van beroep, gehoord. President„Toen de auto kwam, zei uw man tegen u „Dat is de wa gen, waarvan Leblanc dat wil zeg gen Carouy mij verteld heeft" Getuige „Neen". President„Gij hebt toch ter in structie erkend, dat uw man die \v~ den gebezigd heeft?" Dettwiller „Men heeft haar bij de instructie laten zeggen wat men ver koos. Men heeft haar pas over Le blanc gesproken na mijn arrestatie". Getuige „Ze hebben mij voor moor denares en misdadigster uitgemaakt". Advokaat Grampinchi (Dettwiller's verdediger) „Wie heeft u daarvoor uitgemaakt Getuige„De agenten Fleury en Cclmar". Advokaat Zevaes„De politie gaat nooit anders te werk." De procureur-generaal„I klaagden evenmin". Getuige„Ik ben mosder van' drie kinderen, die ik zelf opvoed, en men scheldt ons voor bandieten uit." Vervolgens wordt vrouw Delard, de vriendin van Carouy, gehoord. Zij woonde met Carouy te Bobigny, toen daar de automobiel werd gebracht. Zij verklaart niets Ie hebben gehoord. Hierna is het de beurt van dr. Paul, gerechtelijk medicus, om zijn verkla ring af te leggen. Hij heeft Caby on derzocht, nadat deze in de Rue Orde ner gewond was, die het lijk van den bij Montgeron doodgeschoten chauf feur Mathille geschouwd heeft, en die ten slotte Soudy na diens arrestatie heeft onderzocht- President „Gij hebt. den toestand van Soudy onderzocht?" Getuige„Ja. Volgens do acte van beschuldiging zou Soudy, die na den aanslag te Ghantilly op het punt1 stond flauw te vallen, met ruw ge weld over het voorhoofd ziin gewre ven rnet alcohol, waardoor dan enkele huisdafschavingen zouden zijn ont staan. Dat komt mij tamelijk onwaar schijnlijk voor. Soudy leed eveneens pijn in den omtrek van het schouder gewricht. De heer Jouin, onderchef van den veiligheidsdienst, veronder stelde, dat deze pijn veroorzaakt waa door den terugloop van de karabijn. Ik kan te dien aanzien niets met ze kei beid verklaren." De beurt is nu aan den kaslooper Caby. Zijn komst doet alle halzen in de zaal zioh met groote nieuwsgierig heid rekken. Caby schijnt geheel en aJ hersteld te zijn van zijn zware won den. De getuige herinnert er allereersl aan, onder welke omstandigheden da aanslag in de Rue Ordener heeft plaats gehad. President „Gij hebt onder de por tret,ten, die men u toonde, eerst Gu,r- nie-r herkend als de man, die op u schoot". Getuige „Ik heb gezegd, dat mijn aanrander wel op dat portret leek, maar ouder was". President: „Toen Dieudonné ge- arreslcerd was, heeft men hem met u geconfronteerd, en gij hebt hem zon der eenige aarzeling herkend. Herkent gij hem nu nog Getuige „Ik herken hem zeer goed. Hij is liet, en hei kan niemand anders zijn." Dieudonné „Ik ben onschuldig President„De vraag is zeer ern stig. Haar beantwoording kan een doodvonnis ten gevolge hebben. Het gaat hier om het hoofd van een man." Getuige „Ik bedrieg mij niet hij en niemand anders is de man, die op ij schoot". Dieudonné „Mijnheel' Caby, ik be voer u niet om de waarheid te zeggen, maar om uw geheugen goed raadplegen. Gij staat tegen het hoofd van ©en huisgezin. Ik koester geen. haat jegens u. Ik ken u niet, en al zou uw verklaring mij ook naar het schavot zenden, dan nog zal ik zonder berouw voor de misdaad van een onder boeten, maar ik zweer u bij het hoofd van mijn vrouw, bij het hoofd van mijn kinderen, dat ik uw aanrander niet ben. Als ik nu een leugen zou hebben gezegd, dan moge de vloek daarvan op het hoofd komen van wie ik liefheb. Kijk mij dan toch goed aan, ik ben geen misdadiger, en dat weet gij ook wel 1" Getuige „Gij zijt de man, die op mij gescholen hebt, dat zweer ik op mijn beurt op het hoofd van mijn vrouw." Dieudonné „Ik zweer, dat ik on schuldig ben." Getuige „Gij zijt de man, die op mij schoot dat zal ik blijven zeggen tot aan het eind mijner dagen 1" Alle aanwezigen volgen met klop pend hart het verloop dezer treffende -confrontatie. Advokaat Moro Giaffeu (verdediger van Dieudonné) „Mijnheel' Caby, ilr bezweer u gij begaat liier zonder oenigon twijfel een ontzettende dwa ling". Getuige„Ik bega geen dwaling en ik blijf er bij wat ik gezegd heb." Dieudonné „Als ik op het schavot sterf, dan zal liet zonder haat jegens u zijn." Hierop wordt Peemans gehoord, do beambte, die Caby naar de Rue Or dener- vergezelde, hij bevestigt in al len deele de verklaringen van den kas looper. Dieudonné wendt zich enen- eens tot Peemans én smeekt hem, d« waarheid te zeggen. Peoiuans blijft echter even onwrik baar op zijn stuk staan als Caby. Advokaat Moro Giaffeu „Maai wat heeft Peemans dan eigenlijk ge daan, terwijl men Caby aa-nyiel Pee-mans „Ik ben hulp gaan lia- Jen." De advokaat„Dat wild© ik alleen maar even weten." De verdediger leest nu de door Pcemans tijdeus de in structie afgelegde verklaringen voor on hieruit blijkt, dat er besliste tegen spraak is tusschen deze verklaringen en het ter terechtzitting van Zaterdag te berde gebrachte. Vervolgens worden verscheidene ge tuigen van den aanslag in de Rue Ordener gehoord. Een groom uit de „Sociélé Générale", Xavier Tabac, zegt. dat de man, die op Caby schoot, op Dieudonné leek, maar dat zijn kne vel iets minder dik was. Op een anderen getuige, den koop man Grainetier, is door de bandieten geschoten, maar hij herkent geen der beklaagden. Een loopjongen, Francois Sissing, die don aanslag heeft gezien, zegt. dat een der bandieten blonde ha ren had. „Die daar was het zoowat", zegt hij, op CalJciuin wijzend, „maar ik durf het niet heel zeker beweren." Hierna wordt de zitting opgeheven. AUTOMOBIELEN. JUfSGBUNZLAU. Vertegenwoordig©*' voor Haarlem ©n Omstreken ssb s* a i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 10