BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ADSKStratib GROOTE HOUTSTRAAT SS.
ZATERDAG 22 FEBRUARI 1913
«o 910J
ZATERDAGAVOND
HAARLEMS DAGBLAD KOST
flJO PER 8 BAANDEN
W !0 GENT PEIS WEER
DRUKKERIJ ZUSDER BU1TENSPAARNB
IN HAARLE.WS DAGBLAD ZUM
ADVERTEMTIËM DOELTREFFEND.
ONZE AWNONCES
WORSEN OPGEMERKT
liet Rijke Natuurleven
VAN DE W'EREI.D VAN HET ON
EINDIG KLEINE.
Overal zweven zij rond, onzicht
bare bolletjes, cylinders en kegeltjes,
die onze spijzen voortdurend bedrei
gen en slechts door groote hitte cl vol
komen afsluiting der lucht kunnen
bestreden worden.
Een paar dagen slechts staat net
vette stukje kaas onder de stolp en
een heele schimmellaag bedekt do
harde korst en vergroot het domein
der woekerende plantjes met iedere
minuut. Zorgvuldig wordt de jam
van de lucht afgesloten met een in
alcohol gedrenkt stukje fillrcerpa-
pier, maar als na een paar maanden
de zoete heerlijkheid uit de kast ge
nomen wordt, nebben vaak de gele
en groene schimmels de geheele bo
venlaag in beslag ger.omen can, bij de
verwijdering van l et papiertje, de zoo
even genoemde bolletjes cf sp ren
verraderlijke projectielen in de lucht
te werpen en andere voedingsstoffen
aan te tasten.
Waar maar vocht is, legeren zich
Se schimmelplantjes en, terwijl ze de
afgedragen schoenen aantasten, ont
zien ze ook de duurste stoffen niet.
Hoe lastig ihtussohen ook. de schim
mets zijn al'ermerkwaaid gste plan
ten voor ieder, die slechts een een
voudig microscoop heeft. Sommige
soorten zijn bijna geheel niet het
btoote oog in hun ontwikkeling na
te gaan.
Op halfvergane meststoffen komt
een heel interessante schimmelplant
voor, die ieder kan loeien kennen.
Dunne draden dringen' door deze
stof ren heen «n als hun gebied groot
genoeg is, vormen ze peervormige
licuamen, die ieder een klein beker
tje op een langen steel dragen.
Van boven is dit beker,tje afgesloten
met een dekseltje, dat voor een ge
deelte met sporen is gevuld, die in eem
dikke vloeistof drijven: Ook het be
kertje is gevuld. Wanneer nu de spo
ren rijp zijn heeft zich in den rand
van het dekseltje een heel fijn kalk-
iaagje gevormd, zoodot dit randje
dus al zijn 'rekbaarheid heeft valo
rem Het bekerrandje zet door het
opnemen van het bodemvochtnog wat
uit en, als nu vok de temperatuur
aiog verandert, krijgt het bekertje
zoo u groote spanning dat het deksel
tje loslaat en door het uitgeperste
vocht met kracht wordt weggeslin
gerd, soms wel een meter hoog. Wie
dit bommen werpen wil waarnemen,
moet 's morgens al vroeg bij de hand
zijn, daar de bekertjes, die den eenea
dag wórden gevormd, den volgem en
morgen aan de groote verspreiding
der sporen beginnen.
Ook vliegen, rupsen en andere klei
ne dieren rebben soms heel veel van
de schimmels te lijden.
De rups van ons gewone koolwitje
wordt zijn geheele leven bedreigd
door de sluipwesp, die zijn legbcor in
het weeke lijf wil sief en, om zijn eie
ren te leggen en het daaruit komend
roovergc-broed een sappig maaltje te
bezorgen. Velschillende vogels zoeken
hem tusschen de groene koolbladeren
en de boer stuurt zijn jongens naar
het koolveld, om de gehate veelvraten
weg te vangen.
llij al die vijanden er» belagers van
de schijnbaar zoo onschuldige rups
voegt zich dan vaak nog een schim
melplantje.
Ilaakt een kleverige spore op den
rupsenirug vast, dan groeit hij wel
dra uit en de iever.de draad boorL zich
in het lichaam van het dier.
Hier scheiden zich verschillende
kleine knopjes van de hoofddraad af,
die op hun beurt weer uitgroeien. De
rups voeit wel dat woelen in zijn li
chaam. Onrustige bergingen, ge
paard gaande met vermindering.vaa
eetlust, bewijzen, dut het dier pijn
lijdt. De natuur is hier wreed tot in
het uiterste. Zij deed de rups gebo
ren worden to midden der sappige
koolbladeren.
Zij schonk het dier een beschermen
de groene kleur, waardoor het weinig
opviel voor vogels en menscheu, maar
tegelijkertijd maakte zij de rups ge
heel weerloos voor de aanvallen der
onzichtbare sporen.
Het lijden van het dier bereikt zijn
hoogtepunt, als door duizenden dra
den, die ieder een uitweg zoeken een
opening in de huid wordt gemankt.
Ieder der losse cellen in het lichaam,
die van de schimmelplant loslieten,
vormen nl. een draad en deze moet
niet de voortplan tingswei klingen
weer naar buiten, om verderf te gaa.a
zaaien voor de andere rupsen,
Het aangetaste dier lijkt ten slotte
op een cocon van ©»n om-er vlinders.
Do woekerende schimmel beeft vol
komen gezegevierd en van de rups
zelf is ten slotte niets meer te zien.'
Iedere draad, die zich zelfs nog weer
heeft vertakt, vormt nu aan den top
weer een spore en wee de rups, die
in de nabijheid komt, als deze sporen
worden weggeslingerd.
Hetzelfde proces, dat hier door de
rups wordt ondergaan, is vaak ook
een ramp in het leven van de kamer-
vlieg. Ook dit diertje moet soms den
zelfden lijdensweg bewandelen en dit
zal er niet beter op worden, nu, zoo
als de dagbladen verleden week ver
meldden. proeven worden genomen,
om de schimmelplantjes, die de vlie
gen aantasten, in het groot te kwee
ken.
Allen hebben we In den nazomer
de gestorven vliegen vaak waargeno
men, zooals zo dan zitten tegen mu
ren of ruiten. Een paar c.M. in het
rond, zijn dan do kleine sporen om
hen heen verspreid en hun aantal
zuo groot, dat een grijs vïltïg kleed
je den ondergrond bedekt. Iedere
spore is bedekt met ecu kleverige stof
en al een vlieg eenmaal er mee in
aanraking is gekomen, ka zelfs de
zorgvuldigste wrijving met de k'eine
pootjes hem niet meer bevrijden.
Ilij is onvermijdelijk ten doode op
geschreven en te midden van liet
vróblijke gestoei tusschen suiker- en
broodkruimels, beginnen de witte
draden hun beulswerk.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Het nieuwe Seizoen. Tail
leurs. Composé's. Nieu
we stoffen. Modellen.
Voorjaarshoeden.
Hel is eigenaardig om op te mer
ken, hoe nieu er len onzent op uit
is de seizoens jaar voor jaar to ver:,
vroegen, want nog is het balseizoen
niet ten einde of men brengt reeds
d-'o voorjaarstoiletten en, hoeden in
h»n grootste verscheidenheid.
In de groo-fe modemagazijnen éta-
leert men tegelijkertijd soiriie- en
baltoiletten naast voorjaaisccstuu-ms;
en terwijl ik mijn haardvuur nog
eens extra laat opstoken, zit ik hier
reeds met een uitgebreide stalen-col-
lectio voor me, van de allerfijnste
weefsels voor toiletten, die reeds in
het vroege voorjaar gedragen moe
ten worden! Zeiden zag ik rijker sor
teering, mooier kleureffecten en meer
variaties als de mode ons thans
brengt! D.t geldt niet alleen ten op
zichte van de stoffen, maar ook van
de modellen, waarvan ik u in de eer
ste plaats wil verhalen.
Laat ons eerst de tailleur-costuums
•us aandachtig beschouwen; want
dit on onW eerlijke eosiuum hebben - -
ui spoedig noodig.
De tailleurs onderscheiden zich in
twee soorten: de eenvoudige tailleur
voor de morgenuren en de meer ge-
kleede voor liet afleggen van bezoe
ken, terwijl er nog van een nieuw
genre wordt melding gemaakt, die
de tailleurs den naam geven van:
composé's"!
Om uu eens bij het laatste te be
ginnen wil ik u even uitleggen wat
onder composé verstaan wordt. Het
is een tailor-made genre, waarvan
bv. do rok van een gestreepte 3tof is,
als grijs en zwart, en tiet jacquet van
effen zwart met kraag, revers en
mouwopslagen die van de gestreepte
rokslof genomen zijn. In de zijden
toiletten is dat juist omgekeerd, daar
dan de rok van effen zijde en het ja
il uet van gebloemde zijde. „genre
pompadour'' gebracht wordit!
De gekleede tailleurs worden van
de meest verschillende stallages ver
vaardigd, als: fijn laken, fijn gestreep
te zijde, faille, soepel taffetas, olto-
manzijdé, rips en zelfs van moiré en
brocaat! De manteltjes zijn zóó ver
schillend van vorm, dat voor iedere
ur een keuze gedaan kan worden
die flatteert, tenzij het ,,embarras du
phoix' u in den weg staat, want het
uniforme in de mode is geheel en al
'•erdwenen. Men brengt manteltjes in
frak-vorm, nièl en zonder, of met één
revers, lange en korte modellen uit
één stuk en met aangezette schootdee-
len; mét of zonder ceintuur, hco.g ge
sloten en ver open. De rokken mét of
zonder breedo zoomen, tuniques, ja
zelfs rokken inet veel draperieën,
maar allo zijn voctvrij. De sleeprok-
ken blijven uitsluitend voor de gala
en Lu istoi letten gebracht, evenals de
korte mouwen aan de tailles. Maakt
uien een gekleede satijnen blouse of
een gekleed toilet, dan moeten de
mouwen zonder uitzondering lang en
nauw zijn doch de eakleede avond
toiletten en de dunne batist blouses
zuilen ook in den a.s. zomer met half
lange mouwen en dwarse garneering
gebracht "worden. Sommige kanten
blouses maken hierop eene uitzonde
ring.
Om nu tot mijn staleneollectie te
rug te koeren, neem ik in do eerste
plaats do allerliefste wollen mousse-
lir.es met moesjes, streepjes, en
bloempjes bezaaid; en met allerlief
ste randen afgewerkt. Verder effen
en geborduurde voile, fijne cachemiire
met gebloemde randen en randen die
a l'anglaise geborduurd zijn; voi'e de
soie, zijden crêpon met een heerlijk
matten glans, méteoorzijde, eharmeu-
se marquisette in effen of smal ge
streept en fijn geruit en ten slotte het
bijna klassieke tussor voor japonnen
en comp'ets.
Alsof deze keuze nog niet rudm ge
noeg ware, brengt men nog een uit
gebreide collectie in geborduurd ba
tist, zoowel kleur op kleur, als in
bonte kleuren geborduurd; deze soor
ten zijn meestal in dcozen en half ge
maakt!
Een groote verandering staat ons
te wachten in de hoedmode. Deze ver
valt -inderdaad van het eere uitc-r=te
in het andere, want moei t men het
vorige jaar geen doos kunnen koopen
die groot genoeg was om ons hoofd
deksel te kunnen bergen, thans zul
len het miniatuur modellen zijn die
gelanceerd worden I
In die kleine hoedjes zijn zeer veel
verschillende vormen als: bicorn, tri-
corn, baret, lage 'heerenhoedjes, lage
bollen van zwait satijn met smalle
randen van paille de riz die ter rech
terzijde zijn opgeslagen. Deze élégan
te modellen brengt men reeds in
zwart, marine blauw, cerise roodeu
bol met zwarten rand, licht grijs en
tabak. De garnituren bestaan hoofd
zakelijk uit fantasies van. struisve©-.
'ren in mes-vorm; of aigrettes. Ook bo-
n-enveeren worden recht op de smalle
h-oedranden aangebrac: t en bij voor
keur van -achteren zooais de Tyrolers
hun slappe villliocdjes versieren.
Sommige -hoedranden zijn gegar
neerd jn-et smalle plissées van zwarte
zijdo of uiterst dun stro©, want ook
in deze branche zijn de fabrikanten
er in geslaagd aan den eiseh der neer
schen mode te voldoen, nl. alle ma
teriaal uiterst fijn en soepel te fabri-
ceeren, zoodat het zich onder de vaar
dige handen der modiste tot elk wil
lekeurig model laat plooien en rim
pelen.
MARIE VAN AMSTEL.
Het ontslag vaa
Mr. üarclay.
Naar het Engelse h
Het eentonige, sombere complex van
gebouwen en houten pakhuizen dat
met elkaar de reusachtige meubelma
kerij van Samuel Lester vormde, zag
er voor iederen voorbijganger in l-oo-
ge mate bijzonder prozaïsch uit. De
genen echter die de geschiedenis der
firma kenden, wisten dat er toch iets
romantisch aan deze zaak verbonden
was. Want de grondslag voor deze
alombekende zaak bestond een go-
slacht vroeger, uit een gewonen hand
wagen met versleten meubelen, dcor
den onlangs overleden Samuel Lester
zelf voortgeduwd.
Nu kwamen er uit die prozaïsche ge
bouwen van allerlei dingen, van een
goedkoopen kolenbak tot een volslagen
ameublement voor een der paleizen
in Park Lane. En de oude Joe Bar
clay die met zijn overleden meester
aan de draaibank had gewelkt, tracht
te de waardigheid op te houden die
paste bij het ambt van algemeen cliei
van een der grootste zaken in die
richting op de wereld.
Den Jaalsteii tijd echter was Mr.
Barclay er toe gekomen, telkens ze
keren volzin te herhalen. „De tijden
zijn veranderd", zei li ij tot iedereen.
„De tijden zijn veranderd! Nu de jon
ge directeur do teugels in handen
heeft, beginnen zij pijn te doen. Die
Yankee-manieren belvallen mij r.iet.
Wij moeten Engeisch blijven. Er zal
zoodoende heel spoedig een verande
ring komen!"
Die laatste volzin stelde- Mr. Bar
clay in het. licht, van een profeet en
z-ooals de feiten l>ewezen een zeer he-
trouvybare'.i profeet.
In weerwil van het reusachtig groo
te succes had de firma Samuel Lester
haar zaken steeds gedreven o-p den
Engelschen basis van langzaam en ze
ker. Grijze hoofden worden altijd met
een zekere mate van eerbied behan
deld en de zaak bleef bloeien terwijl
het personeel zich voor liet grootste
deel gelukkig bleef voelen. Dat ging
zoo voort, terwijl de zoon en erfge
naam van Sarnue: Lester, Gerald, zich
in de Vereenigde Staten van allerlei
nieuwigheden op liet gebied van liet
meubelmakersvak op do hoogte stel
de en zich de onmeedoogende princi
pes van Yankee-haast tot de zijne
maakte.
Maar toen hij terugkeerde vervuld
van een eerzucht om het millioen van
zijn vader te verdriedubbelen, „waren
de tijden veranderd" zooals Mr.
Barclay zei.
Met trots en voldoening den ijver
en het handelsinstinct van zijn 7>oon
opmerkend, trok de oude Samuel zich
in een rustig landhuis terug; hetgeen,
na veertig jaar hard werken, zco'n
schok voor zijn gestel bleek te zijn, dal
hij heel spoedig zijn vervelend bestaan
J voor goed vaarwel zei.
Werken hard werken had bij
van zijn vroegste- jeugd af gedaan. Of
schoon hij het niet wist, was werk
even noodig voor zijn welzijn als olie
voor een machine. Zooals menig cuder
voor hem bracht zijn vergaard vermo-
gen den ouden Mr. Lester er toe het
eenïge middel om lang te blijven le
ven, te verzaken en daarom werd hij
roestig en kwijnde weg.
Toen Barclay, de cuef, het hoorde,
sprongen hern de tranen in de pogen,
en scnudde hij wijsgeerig iiet jioofd.
Dat heb ik wel gedacht, rei hij.
De oude Sam kon er niet tegen
niets meer te doen te hebben, even
min als ik. Ik weet wel, dat ik er liet
bijltje nog niet bij neerleg.
Maar Gerald Lester, dien men den
bijnaam van „Het Mes" ,had gegeven,
dacht er anders over.
Op zekeren dag riep hij Joe Barclay
bij zich en voerde op zijn bruuske ma
nier dadelijk het punt, in quaestïe aan.
Mr. Barclay, zeide hij, wij den
ken er over een anderen chef aan te
stellen.
Die opmerking trof den ouden man
tot in het diepst van zijn gemoed en
eenige oogenblikkcn lang was hij niet
in staat een woord uit te brengen.
U is een oud en zeer geacht l»e-
diende ging.Lester snel voort. Met
mijn vader heeft u feitelijk de zaak
tot bloei gebracht. Wij kunnen nooit
genoeg waardeeren wat u.voor de
zaak geweest is. Maar de tijden zij"
veranderd deze woorden schenen
den armen Joe Barclay te vervolgen.
Als ons succes zal blijven voortdu
ren dan moeten wij meer moderne ge
woonten aannemen.
Maar ik lieb .mijn werk lief. Ik
verlang er niet naar mij terug te trek
ken. U heeft mij géén waarschuwing
gegeven.
Mr. Barclay stiet die woorden op
zenuwachtigen toon uit.
De jonge directeur stond op en leg
de dén ouden man zijn hand op den
schouder.
U heeft lang genoeg gewerkt,
oude vriend, zei liij. Het wordt tijd,
dat ge op uw lauweren gaat rusten.
Ik heb u een pensioen van acht-en-
vemig honderd gulden per jaar toege
dacht.
Voor liet gevoelige hart van Mr.
Barclay beteekende dit een kort ont
slag. In een zelf gevraagd ontslag
zag liij de waardige vergoeding voor
deze beleediging. Hij voelde hoe hij
den schok van dit onverwachte niet te
boven zou konten. Daarbij dacht hij
aan het ontijdig sterven van Samuel
Lester en er klonk zoowel vrees als
verontwaardiging uit zijn toon, teen
hij rei:
Dank u, Mr. Lester. Ik begrijp
dat u mij niet langer geschikt vindt
voor mijn betrekking.
Hier scheen zijn stem hem te hege
ven. Ik behoef geen blok aan het
been te zijn als ik niet meer noodig
ben. U kan uw pensioen houden. Ik
heb, goddank genoeg overgespaard
om met mijn dochter het hoofd boven
water te houden. Ik heb uw weldadig
heid niet noodig en zal dadelijk heen
gaan.
Een pijnlijke trek verscheen op l et
gelaat van den jongen directeur. Hij
snelde den vertrekkende, ouden be
diende achterna.
Mr. Barclay! riep hij. Ik geloof
dat u mij niet heeft begrepen. Mr.
Barclay! Wat drommel!
De oude man had al zijn waardig
heid bijeengeraapt, en verliet de firma
wier groei hij van het eerste begin
af had meegemaakt.
„Mr. Gerald Lester.
Mijnheer, zoo luidde de brief.
Ik schrijf u, niet omdat ik het een ge
noegen vind dat to doen, maar om
dat ik het als mijn plicht tegenover
uw ongelukkige employés beschouw
u op eenige van uw tekortkomingen
attent te maken.
Nu u in Amerika geweest en daar
vergiftigd is met de onmenschelijke
handelsgebruiken van dat rampzalige
land, heeft u bet als uw plicht be
schouwd om den oudsten en tot nu
toe meest geachten dienaar van uw
'firma zijn ontslag te geven.
Welk licht die daad werpt op uw
persoonlijk karakter zal ik maar be
scheiden voor mij houden; maar ik
zou wel gaarne willen opmerken dat
ge door zulke principes en methoden
toe te passen u in het oog van alle
weldenkenuo nngelscneii aia een on
mensen gedraagt.
Ik wensen u verder niet te belee-
digen en wil u alleen maar de oprech-
I to overtuigen aan het veisiand
brengen van
Helena M. Barclay."
Gerald Lester legde den brief i.eer
en vertrok, zijn gelaat in allerlei
plooien in een aanseenling om tege
lijkertijd te glimlachen en te fluiten.
llij behoorde woedend te zijn. Maar
hij isas liet niet. Zijn gevoel voor hu
mor bewaarde hein daarvoor.
Drommels! at een kat! mom
pelde liij. Wat een heks!
Hij lus den blief weer over.
Geheet van haar alleen, besloot
hij. De oude Joe zou zoo niet hib-
'ben kunnen schrijven, al stond zijn
leven op het spel. Wat een bïj-de-
handje! Hij voelde liet verlangen in
zich opkomen, deze levendige jonge
schrijfster van die booze missive zelf
- te spreken.
Het is een vreemd verschijnsel in de
I menschelijke natuur meer speciaal
de mannelijke dat, terwijl een racn-
deling© beleediging onmiddelijk ver
ontwaardiging opwekt, een schrifte
lij ko dikwijls niets dan lachlust en
j minachting tengevolge heeft. Het on
gewone van het briefje trof Gerald
Lester. I-Iet was werkelijk iets nieuws.
Ilij belde oni pen en papier en maak
te zonder uitstel een antwoord klaar.
Hij schreef ei drie en verscheurd© ze
wear. Ilij schreef een vierde en voelde
zich daarna min of meer voldaan.
Het luidde:
„Geachtg Miss Barclay,
Ik ontving uw brief en dank u v or
de moeite mij aan mijzelf te doen zien.
Als ge gelijk hebt, dan ziet liet er 'in
mijn binnenste zwart uit.
Do houding van uw vader tegen
over mijn voorstel dat toch niet zto
onverstandig was, doet mij veel leed.
Kan u misschien eens hier komen om
er niet mij over te praten? Dan zou-
!den wij misschien tot een voor beide
partijen bevredigende oplossing kun
nen komen.
Het spijt mij dat u zoo'n slechten
indruk van mijn karakter heeft ge
kregen. Ik beloof u, dat ons onder
houd, als eij e in toestemt, geheel za
kelijk zal olijven.
Intusschen blijf ik,
Uw dienslw..
Gerard Lester".
Na dezen brief geschreven te leb
ben, veelde Lester zich beslist beter.
Er scheen een last van zijn geweren
gewenteld te zijn. Het was een zware
taak geweest der ouden Barclay ae
waarheid te zeggen. Zijn dochter was
een soort van een feeks. Maar met
haar zou hij waarschijnlijk beter over
weg kunnen.
Het is eigenlijk altijd dom om
met een vrouw te gaan redetwisten, f
overpeinsde hij, maar dit meisje;
heeft hersens, en denkt waarscinjmijK j
logisch. Misschien zal zij er raad op
volgd had, sinds hij uit Parijs was te
ruggekomen. Het kleine vriendinnetje
van de zuster van zijn vriend, die,
toen llij wat veel toenadering begon
te toonen, tot hem zei, dat een babbe
laar nooit iets ernstigere kon doen
dan babbelen
Missciiien zullen wij elkaar weer
ontmoeten als mijn opvoeding geheel
voltooid is. h/.d zij gezegd en er had
voor hem een zoete beteekenis in die
woorden gelegen.
En nu.
U wenscht mij te spreken met be
trekking tot uw brief? zei hij, beden
kend, dat het onderhoud geheel zake
lijk zou zijn.
Zij knikte.
Wist u wie ik was? vroeg hij,
zichzelf vergetend.
Hel was niet in mij opgekomen,
zei re.
Zou u dien brief geschreven heb
ben, als u het wel geweten liad?
Zeker, antwoordde zij, op uitda-
gendeu toom Ik ben in u teleurge
steld, Mr. Lester, meer teleurgesteld,
dan ik kan zeggen.
Lena, _zei hij, je bent altijd een
verstandig meisje geweest. Laten wij
een half uurtje over onze zaken spre
ken. Ik zal je dan alles grondig uit
leggen.
Hij deed het. Zij luisterde zwijgend
toe.
Maar liet was onvriendelijk, zei
zo, teen llij had uitgesproken.
Niet zuo onvriendelijk als je brief,
antwoordde hij. Maar, luister eei.s,
als het den ouden man zoozeer ter
harte gaat, zullen wij hem e-
men. Dan kan hij zich terugtrekken,
zoodra hij dat zelf wil. Wij moeten
reven man aannemen, om alles
op meer modernen vcet in te richten,
maar je vader zal in naam nog chef
blijven, als hij daarop gesteld is.
Zij stond op en stak haar hand uit.
Dank u, Mr. Lester, rei ze, Ik
moet mijn excuus maken, voor n.ijn
brief. Misschie" was hij een beetje te
haastig geschreven.
Lester nam haar hand aan en hield
haar vast.
Lena, zei hij.
U vergeet, dat dit onderhoud ge
heel zakelnk zou zijn, viel zij hem ruet,
een poging om zich los te maken in do
rede.
Hij hield haar echter stevig vast.
Dat weet ik, zei hij. Maar sta
je mij een vraag toe?
Zij keek hem in het gelaat, en lianr
oogen schitterden vroolijk.
Nu éen dan, zei ze.
Hij kwam wat dichter bij.
Is je opvoeding nu voltooid? mom
pelde hij.
Een oogei blik bleef zij zwijgen.
Toen fluisterde zij: Ja. En hij nam
haar in zijn armen.
Leven en leer in het dorp
II.
Gerald Lester was heeleniaal niet
van plan geweest hard te zijn. Feite
lijk had hij een heel zacht gemoed.
Maar een van de strengste handels-
axioma's die hij in de Vereenigde Sta
ten geleerd had, was dat men de be
langen der firma nooit mocht achter
stellen bij persoonlijke overwegingen.
Tocli had het hem heel veel gekost
.Toe Barclay zijn ontslag te moeten ge
ven. Hij voelde zich ©enigszins als een
gluiper.
Ik wou dat de oude man liet zoo
niet -liad opgenomen, mompelde' hij
voortdurend. Men voelt zich zoo af
schuwelijk on'menschelijk en ondauk-
baar.
Den volgenden Maandag was zijn
lust om naar het werk te gaan al even
klein als zijn eetlust aan het ontbijt.
Hij schoof een sciiotel niet geroosterd
brood weg en keek zijn ochtendpost
Eén brief koos hij uit 0111 eerst te
lezen. Die zag er heel weinig zakelijk
uit. Onder het lezen werd zijn gelaat
eenige graden bleeker.
j Hij had bij zichzelf besloten dat zij
een onuitstaanbaar jong wezen meest
zijn van een type dut «.ij nooit ontmoet
had en dut hij zich alleen heel vaag
voor kon stellen. Er zou aardig wat
moed toe noodig zijn haar oiider de
oogen te zien.
Ten gevolge daarvan voelde Gerald
Lester zich den volgenden middag
niet volkomen op zijn gemak toen er
een bezoekster werd aangekondigd.
Haar identiteit werd vastgesteld
door middel van een eenigszins streng
uitziend visitekaartje. Juist het siort
van kaartje dat zoo iemand als hij
zich had voorgesteld zou presentee ren,
als zij zooveel manieren bezat om daar-
toe te komen.
i Breng de dame naar boven, zei J
i hij, een cigarette aanstekend en een j
air van buitengewone kalmte aaune-
mend, dat heelem.aal niet met zijn ge-j
moedstoestand overeenkwam. i
Lester was met een zakenbrief be
zig, toen de bezoekster binnenkwam.
Zij kwam met niet weinig uitdagende
houding naderbij. Nu sloeg de direc-
I leur zijn blik op naar het onuitstaan-
1 bare persoontje en keek recht in
een paar zachte oogen, blauw als saf
fieren. Zij hielden hem onder hun
i bekoring, maar li ij was zien bewust
Ivan lange goudblond© krullen die eeu
[mooi gelaat omlijstten, waarop een
steeds hooger blos zichtbaar werd.
Lester liet zijn sigarette vallen en wan
kelde als ecu man in een droom.
Lena, mompelde hij.
Gij! rei ze.
Ilct was derelfde Lena Barclay wier
betoAverend gelaat hem steeds ver
't Was winter. Het vroor flink en a\
een paar weken Jag over het water eeu
stevige ijsbrug. 11e! altijd beweeglijke
v. ater scheen stil te liggen geen hoo-
ge golven rolden meer achter elkaar
aan, op de maat hunne ruggen krom
mend naar omhoog en dan weer uit
rollend naar omlaag geen schuimen
de krulkoppen staken ze op als do
stormwind ze wild opzweepteeen
ijzersterke hand hield zo omsloten. En
evenals op het water de zware ijslaag
drukte, zoo werd het land, bedolven
onder de sneeuw, door den winter om
vat gehouden.
Alles was zoo leeg en doodsch. De
boerenhoeve in de verte scheen neer
gedrukt te worden door het gewicht
der sneeuw. Somber en dreigend sta
ken de zwarte muren af tegen het wit
te dak. De hoornen op het erf met hun
ne magere takken stonden koud en
verlaten bij elkaar. Geen zingende
vogels lieten hunne juichtonen weer
klinken 111 den bongerd een eenzaam
muschjs zat, diep met den kop in do
kraagveeren, te trillen op een tak.
Dood was heel de natuur. Rust rond
om, doodsrust.
Zoo scheen het. Maar diep in den
grond, behouden door de warmte van
het sneeusvueK, bleet nog net leven,
dat nooit sterven kan. Als weer uo
zon hei oproept, komt het te voor
schijn even mooi als te voren, toego
rust met nieuwe kruenten.
Het was wiuleravoiiu. De zon was,
nadat ze eau korte poos had getracht,
met hare warme stralen ue kouue to
verjagen, ondergegaan zonaer ook
maai iets te hebben bereikt. Ze liet
het rijk over aan hare zilvermooio
zuster, die niet kón geven wat zo in
zich relvo niet 'hutlwarmte, -daar
hoeveel te mooier maakte re de aar
de Bij dag, als de zon haar hel licht
liet vallen op de glinsterend witte
sneeuw, verblindde de mensclien het
scliittergeschijn. Het zachte licht der
maan gaf aan alles het aanzijn van
een sprookje. Zeker er is wat on
waars in zoo'n winteravond bij maan
licht het is schooner dan de werke
lijkheid, 't is als in een sprookje.
Licht als een zilveren zee liggen de
velden. Boven de blauwe hemel, ma
tig bezaaid niet flikkerende sterren,
zich neerbuigend in do verte op de
aarde, wegdoezelend in tiet schemer
licht. Langs den weg do hoog© boo-
tnen ais reuzen met wijd uitgespreide
armen. Over alles schuilt do maan