BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ADSKStratib GROOTE HOUTSTRAAT SS. ZATERDAG 22 FEBRUARI 1913 «o 910J ZATERDAGAVOND HAARLEMS DAGBLAD KOST flJO PER 8 BAANDEN W !0 GENT PEIS WEER DRUKKERIJ ZUSDER BU1TENSPAARNB IN HAARLE.WS DAGBLAD ZUM ADVERTEMTIËM DOELTREFFEND. ONZE AWNONCES WORSEN OPGEMERKT liet Rijke Natuurleven VAN DE W'EREI.D VAN HET ON EINDIG KLEINE. Overal zweven zij rond, onzicht bare bolletjes, cylinders en kegeltjes, die onze spijzen voortdurend bedrei gen en slechts door groote hitte cl vol komen afsluiting der lucht kunnen bestreden worden. Een paar dagen slechts staat net vette stukje kaas onder de stolp en een heele schimmellaag bedekt do harde korst en vergroot het domein der woekerende plantjes met iedere minuut. Zorgvuldig wordt de jam van de lucht afgesloten met een in alcohol gedrenkt stukje fillrcerpa- pier, maar als na een paar maanden de zoete heerlijkheid uit de kast ge nomen wordt, nebben vaak de gele en groene schimmels de geheele bo venlaag in beslag ger.omen can, bij de verwijdering van l et papiertje, de zoo even genoemde bolletjes cf sp ren verraderlijke projectielen in de lucht te werpen en andere voedingsstoffen aan te tasten. Waar maar vocht is, legeren zich Se schimmelplantjes en, terwijl ze de afgedragen schoenen aantasten, ont zien ze ook de duurste stoffen niet. Hoe lastig ihtussohen ook. de schim mets zijn al'ermerkwaaid gste plan ten voor ieder, die slechts een een voudig microscoop heeft. Sommige soorten zijn bijna geheel niet het btoote oog in hun ontwikkeling na te gaan. Op halfvergane meststoffen komt een heel interessante schimmelplant voor, die ieder kan loeien kennen. Dunne draden dringen' door deze stof ren heen «n als hun gebied groot genoeg is, vormen ze peervormige licuamen, die ieder een klein beker tje op een langen steel dragen. Van boven is dit beker,tje afgesloten met een dekseltje, dat voor een ge deelte met sporen is gevuld, die in eem dikke vloeistof drijven: Ook het be kertje is gevuld. Wanneer nu de spo ren rijp zijn heeft zich in den rand van het dekseltje een heel fijn kalk- iaagje gevormd, zoodot dit randje dus al zijn 'rekbaarheid heeft valo rem Het bekerrandje zet door het opnemen van het bodemvochtnog wat uit en, als nu vok de temperatuur aiog verandert, krijgt het bekertje zoo u groote spanning dat het deksel tje loslaat en door het uitgeperste vocht met kracht wordt weggeslin gerd, soms wel een meter hoog. Wie dit bommen werpen wil waarnemen, moet 's morgens al vroeg bij de hand zijn, daar de bekertjes, die den eenea dag wórden gevormd, den volgem en morgen aan de groote verspreiding der sporen beginnen. Ook vliegen, rupsen en andere klei ne dieren rebben soms heel veel van de schimmels te lijden. De rups van ons gewone koolwitje wordt zijn geheele leven bedreigd door de sluipwesp, die zijn legbcor in het weeke lijf wil sief en, om zijn eie ren te leggen en het daaruit komend roovergc-broed een sappig maaltje te bezorgen. Velschillende vogels zoeken hem tusschen de groene koolbladeren en de boer stuurt zijn jongens naar het koolveld, om de gehate veelvraten weg te vangen. llij al die vijanden er» belagers van de schijnbaar zoo onschuldige rups voegt zich dan vaak nog een schim melplantje. Ilaakt een kleverige spore op den rupsenirug vast, dan groeit hij wel dra uit en de iever.de draad boorL zich in het lichaam van het dier. Hier scheiden zich verschillende kleine knopjes van de hoofddraad af, die op hun beurt weer uitgroeien. De rups voeit wel dat woelen in zijn li chaam. Onrustige bergingen, ge paard gaande met vermindering.vaa eetlust, bewijzen, dut het dier pijn lijdt. De natuur is hier wreed tot in het uiterste. Zij deed de rups gebo ren worden to midden der sappige koolbladeren. Zij schonk het dier een beschermen de groene kleur, waardoor het weinig opviel voor vogels en menscheu, maar tegelijkertijd maakte zij de rups ge heel weerloos voor de aanvallen der onzichtbare sporen. Het lijden van het dier bereikt zijn hoogtepunt, als door duizenden dra den, die ieder een uitweg zoeken een opening in de huid wordt gemankt. Ieder der losse cellen in het lichaam, die van de schimmelplant loslieten, vormen nl. een draad en deze moet niet de voortplan tingswei klingen weer naar buiten, om verderf te gaa.a zaaien voor de andere rupsen, Het aangetaste dier lijkt ten slotte op een cocon van ©»n om-er vlinders. Do woekerende schimmel beeft vol komen gezegevierd en van de rups zelf is ten slotte niets meer te zien.' Iedere draad, die zich zelfs nog weer heeft vertakt, vormt nu aan den top weer een spore en wee de rups, die in de nabijheid komt, als deze sporen worden weggeslingerd. Hetzelfde proces, dat hier door de rups wordt ondergaan, is vaak ook een ramp in het leven van de kamer- vlieg. Ook dit diertje moet soms den zelfden lijdensweg bewandelen en dit zal er niet beter op worden, nu, zoo als de dagbladen verleden week ver meldden. proeven worden genomen, om de schimmelplantjes, die de vlie gen aantasten, in het groot te kwee ken. Allen hebben we In den nazomer de gestorven vliegen vaak waargeno men, zooals zo dan zitten tegen mu ren of ruiten. Een paar c.M. in het rond, zijn dan do kleine sporen om hen heen verspreid en hun aantal zuo groot, dat een grijs vïltïg kleed je den ondergrond bedekt. Iedere spore is bedekt met ecu kleverige stof en al een vlieg eenmaal er mee in aanraking is gekomen, ka zelfs de zorgvuldigste wrijving met de k'eine pootjes hem niet meer bevrijden. Ilij is onvermijdelijk ten doode op geschreven en te midden van liet vróblijke gestoei tusschen suiker- en broodkruimels, beginnen de witte draden hun beulswerk. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Het nieuwe Seizoen. Tail leurs. Composé's. Nieu we stoffen. Modellen. Voorjaarshoeden. Hel is eigenaardig om op te mer ken, hoe nieu er len onzent op uit is de seizoens jaar voor jaar to ver:, vroegen, want nog is het balseizoen niet ten einde of men brengt reeds d-'o voorjaarstoiletten en, hoeden in h»n grootste verscheidenheid. In de groo-fe modemagazijnen éta- leert men tegelijkertijd soiriie- en baltoiletten naast voorjaaisccstuu-ms; en terwijl ik mijn haardvuur nog eens extra laat opstoken, zit ik hier reeds met een uitgebreide stalen-col- lectio voor me, van de allerfijnste weefsels voor toiletten, die reeds in het vroege voorjaar gedragen moe ten worden! Zeiden zag ik rijker sor teering, mooier kleureffecten en meer variaties als de mode ons thans brengt! D.t geldt niet alleen ten op zichte van de stoffen, maar ook van de modellen, waarvan ik u in de eer ste plaats wil verhalen. Laat ons eerst de tailleur-costuums •us aandachtig beschouwen; want dit on onW eerlijke eosiuum hebben - - ui spoedig noodig. De tailleurs onderscheiden zich in twee soorten: de eenvoudige tailleur voor de morgenuren en de meer ge- kleede voor liet afleggen van bezoe ken, terwijl er nog van een nieuw genre wordt melding gemaakt, die de tailleurs den naam geven van: composé's"! Om uu eens bij het laatste te be ginnen wil ik u even uitleggen wat onder composé verstaan wordt. Het is een tailor-made genre, waarvan bv. do rok van een gestreepte 3tof is, als grijs en zwart, en tiet jacquet van effen zwart met kraag, revers en mouwopslagen die van de gestreepte rokslof genomen zijn. In de zijden toiletten is dat juist omgekeerd, daar dan de rok van effen zijde en het ja il uet van gebloemde zijde. „genre pompadour'' gebracht wordit! De gekleede tailleurs worden van de meest verschillende stallages ver vaardigd, als: fijn laken, fijn gestreep te zijde, faille, soepel taffetas, olto- manzijdé, rips en zelfs van moiré en brocaat! De manteltjes zijn zóó ver schillend van vorm, dat voor iedere ur een keuze gedaan kan worden die flatteert, tenzij het ,,embarras du phoix' u in den weg staat, want het uniforme in de mode is geheel en al '•erdwenen. Men brengt manteltjes in frak-vorm, nièl en zonder, of met één revers, lange en korte modellen uit één stuk en met aangezette schootdee- len; mét of zonder ceintuur, hco.g ge sloten en ver open. De rokken mét of zonder breedo zoomen, tuniques, ja zelfs rokken inet veel draperieën, maar allo zijn voctvrij. De sleeprok- ken blijven uitsluitend voor de gala en Lu istoi letten gebracht, evenals de korte mouwen aan de tailles. Maakt uien een gekleede satijnen blouse of een gekleed toilet, dan moeten de mouwen zonder uitzondering lang en nauw zijn doch de eakleede avond toiletten en de dunne batist blouses zuilen ook in den a.s. zomer met half lange mouwen en dwarse garneering gebracht "worden. Sommige kanten blouses maken hierop eene uitzonde ring. Om nu tot mijn staleneollectie te rug te koeren, neem ik in do eerste plaats do allerliefste wollen mousse- lir.es met moesjes, streepjes, en bloempjes bezaaid; en met allerlief ste randen afgewerkt. Verder effen en geborduurde voile, fijne cachemiire met gebloemde randen en randen die a l'anglaise geborduurd zijn; voi'e de soie, zijden crêpon met een heerlijk matten glans, méteoorzijde, eharmeu- se marquisette in effen of smal ge streept en fijn geruit en ten slotte het bijna klassieke tussor voor japonnen en comp'ets. Alsof deze keuze nog niet rudm ge noeg ware, brengt men nog een uit gebreide collectie in geborduurd ba tist, zoowel kleur op kleur, als in bonte kleuren geborduurd; deze soor ten zijn meestal in dcozen en half ge maakt! Een groote verandering staat ons te wachten in de hoedmode. Deze ver valt -inderdaad van het eere uitc-r=te in het andere, want moei t men het vorige jaar geen doos kunnen koopen die groot genoeg was om ons hoofd deksel te kunnen bergen, thans zul len het miniatuur modellen zijn die gelanceerd worden I In die kleine hoedjes zijn zeer veel verschillende vormen als: bicorn, tri- corn, baret, lage 'heerenhoedjes, lage bollen van zwait satijn met smalle randen van paille de riz die ter rech terzijde zijn opgeslagen. Deze élégan te modellen brengt men reeds in zwart, marine blauw, cerise roodeu bol met zwarten rand, licht grijs en tabak. De garnituren bestaan hoofd zakelijk uit fantasies van. struisve©-. 'ren in mes-vorm; of aigrettes. Ook bo- n-enveeren worden recht op de smalle h-oedranden aangebrac: t en bij voor keur van -achteren zooais de Tyrolers hun slappe villliocdjes versieren. Sommige -hoedranden zijn gegar neerd jn-et smalle plissées van zwarte zijdo of uiterst dun stro©, want ook in deze branche zijn de fabrikanten er in geslaagd aan den eiseh der neer schen mode te voldoen, nl. alle ma teriaal uiterst fijn en soepel te fabri- ceeren, zoodat het zich onder de vaar dige handen der modiste tot elk wil lekeurig model laat plooien en rim pelen. MARIE VAN AMSTEL. Het ontslag vaa Mr. üarclay. Naar het Engelse h Het eentonige, sombere complex van gebouwen en houten pakhuizen dat met elkaar de reusachtige meubelma kerij van Samuel Lester vormde, zag er voor iederen voorbijganger in l-oo- ge mate bijzonder prozaïsch uit. De genen echter die de geschiedenis der firma kenden, wisten dat er toch iets romantisch aan deze zaak verbonden was. Want de grondslag voor deze alombekende zaak bestond een go- slacht vroeger, uit een gewonen hand wagen met versleten meubelen, dcor den onlangs overleden Samuel Lester zelf voortgeduwd. Nu kwamen er uit die prozaïsche ge bouwen van allerlei dingen, van een goedkoopen kolenbak tot een volslagen ameublement voor een der paleizen in Park Lane. En de oude Joe Bar clay die met zijn overleden meester aan de draaibank had gewelkt, tracht te de waardigheid op te houden die paste bij het ambt van algemeen cliei van een der grootste zaken in die richting op de wereld. Den Jaalsteii tijd echter was Mr. Barclay er toe gekomen, telkens ze keren volzin te herhalen. „De tijden zijn veranderd", zei li ij tot iedereen. „De tijden zijn veranderd! Nu de jon ge directeur do teugels in handen heeft, beginnen zij pijn te doen. Die Yankee-manieren belvallen mij r.iet. Wij moeten Engeisch blijven. Er zal zoodoende heel spoedig een verande ring komen!" Die laatste volzin stelde- Mr. Bar clay in het. licht, van een profeet en z-ooals de feiten l>ewezen een zeer he- trouvybare'.i profeet. In weerwil van het reusachtig groo te succes had de firma Samuel Lester haar zaken steeds gedreven o-p den Engelschen basis van langzaam en ze ker. Grijze hoofden worden altijd met een zekere mate van eerbied behan deld en de zaak bleef bloeien terwijl het personeel zich voor liet grootste deel gelukkig bleef voelen. Dat ging zoo voort, terwijl de zoon en erfge naam van Sarnue: Lester, Gerald, zich in de Vereenigde Staten van allerlei nieuwigheden op liet gebied van liet meubelmakersvak op do hoogte stel de en zich de onmeedoogende princi pes van Yankee-haast tot de zijne maakte. Maar toen hij terugkeerde vervuld van een eerzucht om het millioen van zijn vader te verdriedubbelen, „waren de tijden veranderd" zooals Mr. Barclay zei. Met trots en voldoening den ijver en het handelsinstinct van zijn 7>oon opmerkend, trok de oude Samuel zich in een rustig landhuis terug; hetgeen, na veertig jaar hard werken, zco'n schok voor zijn gestel bleek te zijn, dal hij heel spoedig zijn vervelend bestaan J voor goed vaarwel zei. Werken hard werken had bij van zijn vroegste- jeugd af gedaan. Of schoon hij het niet wist, was werk even noodig voor zijn welzijn als olie voor een machine. Zooals menig cuder voor hem bracht zijn vergaard vermo- gen den ouden Mr. Lester er toe het eenïge middel om lang te blijven le ven, te verzaken en daarom werd hij roestig en kwijnde weg. Toen Barclay, de cuef, het hoorde, sprongen hern de tranen in de pogen, en scnudde hij wijsgeerig iiet jioofd. Dat heb ik wel gedacht, rei hij. De oude Sam kon er niet tegen niets meer te doen te hebben, even min als ik. Ik weet wel, dat ik er liet bijltje nog niet bij neerleg. Maar Gerald Lester, dien men den bijnaam van „Het Mes" ,had gegeven, dacht er anders over. Op zekeren dag riep hij Joe Barclay bij zich en voerde op zijn bruuske ma nier dadelijk het punt, in quaestïe aan. Mr. Barclay, zeide hij, wij den ken er over een anderen chef aan te stellen. Die opmerking trof den ouden man tot in het diepst van zijn gemoed en eenige oogenblikkcn lang was hij niet in staat een woord uit te brengen. U is een oud en zeer geacht l»e- diende ging.Lester snel voort. Met mijn vader heeft u feitelijk de zaak tot bloei gebracht. Wij kunnen nooit genoeg waardeeren wat u.voor de zaak geweest is. Maar de tijden zij" veranderd deze woorden schenen den armen Joe Barclay te vervolgen. Als ons succes zal blijven voortdu ren dan moeten wij meer moderne ge woonten aannemen. Maar ik lieb .mijn werk lief. Ik verlang er niet naar mij terug te trek ken. U heeft mij géén waarschuwing gegeven. Mr. Barclay stiet die woorden op zenuwachtigen toon uit. De jonge directeur stond op en leg de dén ouden man zijn hand op den schouder. U heeft lang genoeg gewerkt, oude vriend, zei liij. Het wordt tijd, dat ge op uw lauweren gaat rusten. Ik heb u een pensioen van acht-en- vemig honderd gulden per jaar toege dacht. Voor liet gevoelige hart van Mr. Barclay beteekende dit een kort ont slag. In een zelf gevraagd ontslag zag liij de waardige vergoeding voor deze beleediging. Hij voelde hoe hij den schok van dit onverwachte niet te boven zou konten. Daarbij dacht hij aan het ontijdig sterven van Samuel Lester en er klonk zoowel vrees als verontwaardiging uit zijn toon, teen hij rei: Dank u, Mr. Lester. Ik begrijp dat u mij niet langer geschikt vindt voor mijn betrekking. Hier scheen zijn stem hem te hege ven. Ik behoef geen blok aan het been te zijn als ik niet meer noodig ben. U kan uw pensioen houden. Ik heb, goddank genoeg overgespaard om met mijn dochter het hoofd boven water te houden. Ik heb uw weldadig heid niet noodig en zal dadelijk heen gaan. Een pijnlijke trek verscheen op l et gelaat van den jongen directeur. Hij snelde den vertrekkende, ouden be diende achterna. Mr. Barclay! riep hij. Ik geloof dat u mij niet heeft begrepen. Mr. Barclay! Wat drommel! De oude man had al zijn waardig heid bijeengeraapt, en verliet de firma wier groei hij van het eerste begin af had meegemaakt. „Mr. Gerald Lester. Mijnheer, zoo luidde de brief. Ik schrijf u, niet omdat ik het een ge noegen vind dat to doen, maar om dat ik het als mijn plicht tegenover uw ongelukkige employés beschouw u op eenige van uw tekortkomingen attent te maken. Nu u in Amerika geweest en daar vergiftigd is met de onmenschelijke handelsgebruiken van dat rampzalige land, heeft u bet als uw plicht be schouwd om den oudsten en tot nu toe meest geachten dienaar van uw 'firma zijn ontslag te geven. Welk licht die daad werpt op uw persoonlijk karakter zal ik maar be scheiden voor mij houden; maar ik zou wel gaarne willen opmerken dat ge door zulke principes en methoden toe te passen u in het oog van alle weldenkenuo nngelscneii aia een on mensen gedraagt. Ik wensen u verder niet te belee- digen en wil u alleen maar de oprech- I to overtuigen aan het veisiand brengen van Helena M. Barclay." Gerald Lester legde den brief i.eer en vertrok, zijn gelaat in allerlei plooien in een aanseenling om tege lijkertijd te glimlachen en te fluiten. llij behoorde woedend te zijn. Maar hij isas liet niet. Zijn gevoel voor hu mor bewaarde hein daarvoor. Drommels! at een kat! mom pelde liij. Wat een heks! Hij lus den blief weer over. Geheet van haar alleen, besloot hij. De oude Joe zou zoo niet hib- 'ben kunnen schrijven, al stond zijn leven op het spel. Wat een bïj-de- handje! Hij voelde liet verlangen in zich opkomen, deze levendige jonge schrijfster van die booze missive zelf - te spreken. Het is een vreemd verschijnsel in de I menschelijke natuur meer speciaal de mannelijke dat, terwijl een racn- deling© beleediging onmiddelijk ver ontwaardiging opwekt, een schrifte lij ko dikwijls niets dan lachlust en j minachting tengevolge heeft. Het on gewone van het briefje trof Gerald Lester. I-Iet was werkelijk iets nieuws. Ilij belde oni pen en papier en maak te zonder uitstel een antwoord klaar. Hij schreef ei drie en verscheurd© ze wear. Ilij schreef een vierde en voelde zich daarna min of meer voldaan. Het luidde: „Geachtg Miss Barclay, Ik ontving uw brief en dank u v or de moeite mij aan mijzelf te doen zien. Als ge gelijk hebt, dan ziet liet er 'in mijn binnenste zwart uit. Do houding van uw vader tegen over mijn voorstel dat toch niet zto onverstandig was, doet mij veel leed. Kan u misschien eens hier komen om er niet mij over te praten? Dan zou- !den wij misschien tot een voor beide partijen bevredigende oplossing kun nen komen. Het spijt mij dat u zoo'n slechten indruk van mijn karakter heeft ge kregen. Ik beloof u, dat ons onder houd, als eij e in toestemt, geheel za kelijk zal olijven. Intusschen blijf ik, Uw dienslw.. Gerard Lester". Na dezen brief geschreven te leb ben, veelde Lester zich beslist beter. Er scheen een last van zijn geweren gewenteld te zijn. Het was een zware taak geweest der ouden Barclay ae waarheid te zeggen. Zijn dochter was een soort van een feeks. Maar met haar zou hij waarschijnlijk beter over weg kunnen. Het is eigenlijk altijd dom om met een vrouw te gaan redetwisten, f overpeinsde hij, maar dit meisje; heeft hersens, en denkt waarscinjmijK j logisch. Misschien zal zij er raad op volgd had, sinds hij uit Parijs was te ruggekomen. Het kleine vriendinnetje van de zuster van zijn vriend, die, toen llij wat veel toenadering begon te toonen, tot hem zei, dat een babbe laar nooit iets ernstigere kon doen dan babbelen Missciiien zullen wij elkaar weer ontmoeten als mijn opvoeding geheel voltooid is. h/.d zij gezegd en er had voor hem een zoete beteekenis in die woorden gelegen. En nu. U wenscht mij te spreken met be trekking tot uw brief? zei hij, beden kend, dat het onderhoud geheel zake lijk zou zijn. Zij knikte. Wist u wie ik was? vroeg hij, zichzelf vergetend. Hel was niet in mij opgekomen, zei re. Zou u dien brief geschreven heb ben, als u het wel geweten liad? Zeker, antwoordde zij, op uitda- gendeu toom Ik ben in u teleurge steld, Mr. Lester, meer teleurgesteld, dan ik kan zeggen. Lena, _zei hij, je bent altijd een verstandig meisje geweest. Laten wij een half uurtje over onze zaken spre ken. Ik zal je dan alles grondig uit leggen. Hij deed het. Zij luisterde zwijgend toe. Maar liet was onvriendelijk, zei zo, teen llij had uitgesproken. Niet zuo onvriendelijk als je brief, antwoordde hij. Maar, luister eei.s, als het den ouden man zoozeer ter harte gaat, zullen wij hem e- men. Dan kan hij zich terugtrekken, zoodra hij dat zelf wil. Wij moeten reven man aannemen, om alles op meer modernen vcet in te richten, maar je vader zal in naam nog chef blijven, als hij daarop gesteld is. Zij stond op en stak haar hand uit. Dank u, Mr. Lester, rei ze, Ik moet mijn excuus maken, voor n.ijn brief. Misschie" was hij een beetje te haastig geschreven. Lester nam haar hand aan en hield haar vast. Lena, zei hij. U vergeet, dat dit onderhoud ge heel zakelnk zou zijn, viel zij hem ruet, een poging om zich los te maken in do rede. Hij hield haar echter stevig vast. Dat weet ik, zei hij. Maar sta je mij een vraag toe? Zij keek hem in het gelaat, en lianr oogen schitterden vroolijk. Nu éen dan, zei ze. Hij kwam wat dichter bij. Is je opvoeding nu voltooid? mom pelde hij. Een oogei blik bleef zij zwijgen. Toen fluisterde zij: Ja. En hij nam haar in zijn armen. Leven en leer in het dorp II. Gerald Lester was heeleniaal niet van plan geweest hard te zijn. Feite lijk had hij een heel zacht gemoed. Maar een van de strengste handels- axioma's die hij in de Vereenigde Sta ten geleerd had, was dat men de be langen der firma nooit mocht achter stellen bij persoonlijke overwegingen. Tocli had het hem heel veel gekost .Toe Barclay zijn ontslag te moeten ge ven. Hij voelde zich ©enigszins als een gluiper. Ik wou dat de oude man liet zoo niet -liad opgenomen, mompelde' hij voortdurend. Men voelt zich zoo af schuwelijk on'menschelijk en ondauk- baar. Den volgenden Maandag was zijn lust om naar het werk te gaan al even klein als zijn eetlust aan het ontbijt. Hij schoof een sciiotel niet geroosterd brood weg en keek zijn ochtendpost Eén brief koos hij uit 0111 eerst te lezen. Die zag er heel weinig zakelijk uit. Onder het lezen werd zijn gelaat eenige graden bleeker. j Hij had bij zichzelf besloten dat zij een onuitstaanbaar jong wezen meest zijn van een type dut «.ij nooit ontmoet had en dut hij zich alleen heel vaag voor kon stellen. Er zou aardig wat moed toe noodig zijn haar oiider de oogen te zien. Ten gevolge daarvan voelde Gerald Lester zich den volgenden middag niet volkomen op zijn gemak toen er een bezoekster werd aangekondigd. Haar identiteit werd vastgesteld door middel van een eenigszins streng uitziend visitekaartje. Juist het siort van kaartje dat zoo iemand als hij zich had voorgesteld zou presentee ren, als zij zooveel manieren bezat om daar- toe te komen. i Breng de dame naar boven, zei J i hij, een cigarette aanstekend en een j air van buitengewone kalmte aaune- mend, dat heelem.aal niet met zijn ge-j moedstoestand overeenkwam. i Lester was met een zakenbrief be zig, toen de bezoekster binnenkwam. Zij kwam met niet weinig uitdagende houding naderbij. Nu sloeg de direc- I leur zijn blik op naar het onuitstaan- 1 bare persoontje en keek recht in een paar zachte oogen, blauw als saf fieren. Zij hielden hem onder hun i bekoring, maar li ij was zien bewust Ivan lange goudblond© krullen die eeu [mooi gelaat omlijstten, waarop een steeds hooger blos zichtbaar werd. Lester liet zijn sigarette vallen en wan kelde als ecu man in een droom. Lena, mompelde hij. Gij! rei ze. Ilct was derelfde Lena Barclay wier betoAverend gelaat hem steeds ver 't Was winter. Het vroor flink en a\ een paar weken Jag over het water eeu stevige ijsbrug. 11e! altijd beweeglijke v. ater scheen stil te liggen geen hoo- ge golven rolden meer achter elkaar aan, op de maat hunne ruggen krom mend naar omhoog en dan weer uit rollend naar omlaag geen schuimen de krulkoppen staken ze op als do stormwind ze wild opzweepteeen ijzersterke hand hield zo omsloten. En evenals op het water de zware ijslaag drukte, zoo werd het land, bedolven onder de sneeuw, door den winter om vat gehouden. Alles was zoo leeg en doodsch. De boerenhoeve in de verte scheen neer gedrukt te worden door het gewicht der sneeuw. Somber en dreigend sta ken de zwarte muren af tegen het wit te dak. De hoornen op het erf met hun ne magere takken stonden koud en verlaten bij elkaar. Geen zingende vogels lieten hunne juichtonen weer klinken 111 den bongerd een eenzaam muschjs zat, diep met den kop in do kraagveeren, te trillen op een tak. Dood was heel de natuur. Rust rond om, doodsrust. Zoo scheen het. Maar diep in den grond, behouden door de warmte van het sneeusvueK, bleet nog net leven, dat nooit sterven kan. Als weer uo zon hei oproept, komt het te voor schijn even mooi als te voren, toego rust met nieuwe kruenten. Het was wiuleravoiiu. De zon was, nadat ze eau korte poos had getracht, met hare warme stralen ue kouue to verjagen, ondergegaan zonaer ook maai iets te hebben bereikt. Ze liet het rijk over aan hare zilvermooio zuster, die niet kón geven wat zo in zich relvo niet 'hutlwarmte, -daar hoeveel te mooier maakte re de aar de Bij dag, als de zon haar hel licht liet vallen op de glinsterend witte sneeuw, verblindde de mensclien het scliittergeschijn. Het zachte licht der maan gaf aan alles het aanzijn van een sprookje. Zeker er is wat on waars in zoo'n winteravond bij maan licht het is schooner dan de werke lijkheid, 't is als in een sprookje. Licht als een zilveren zee liggen de velden. Boven de blauwe hemel, ma tig bezaaid niet flikkerende sterren, zich neerbuigend in do verte op de aarde, wegdoezelend in tiet schemer licht. Langs den weg do hoog© boo- tnen ais reuzen met wijd uitgespreide armen. Over alles schuilt do maan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 13