ItULEÏS DAOSUD DEi^DE BLAD 26 Foörnari 1913 Binnenland bakkerswet-aalberse c.s. iet afdelingsverslag der Tweede kamer is verschenen omtrent liet voorstel van wet van den heer Aal- berse c s., houdende beperking van tóndagsarbeid en nachtarbeid in brooilbakkerijon en vnri den arbeids- duiu' van bakkersgezellen. Terwijl yrij algemeen opnieuw in genomenheid werd uitgesproken met jiet slreven naar afschaffing van den Zondagsarbeid en afschaffing, althans grooto beperking van den nachtarbeid lii het bakkersbedrijf, verklaarden ve to leden, dat zij de poging, door de voors tel Iers van het ontwerp gedaan, tiet konden toejuichen, hoezeer ook ;.ij den geest waardeerden die uit de ndienirig van het wetsontwerp spreekt. Deze leden geloofden niet, dat de iaok waarom het hier gaat, door de indiening van tiet wetsontwerp is ge diend cn achten de kans van slagen gering. Men wees er op, dat op het lantsic congres van het Nationaal Co- mild bet ontwerp vrij algeniec-n is af- gikeurddal de gezellenbond, aan- gisloien bij bet Nederlandsch Vak verbond. er ook tegen is en dat de be- fiuuiders der broodfabrieken deze re geling evenmin wenschen als de vori- g4 Bij het trachten naar vereeniging rtu twee groepen van tegenstanders, hecit men door de daarvoor noodige «nccssies vele voorstanders verloren. Wordt nu dit wetsontwerp verwor- pen. dan zal zoo werd verder be loofd bij Regeering en Kamer wel voor longen tijd de lust zijn uitge- cjofd liet ontwerp nogmaals aan te vallen, wat voor velen een groote te leurstelling werd geacht, ook voor tal ran Kamerleden, die tot hun leed we ien niet voor het Regeeringsontwerp louden stemmen. Daarom ware 't. [meende men, beter geweest indien voor de indiening van dat ontwerp lunstigcr tijden waren afgewacht en col te meer, wijl eeu spoedige behan- OiJing van het wetsontwerp toch met was te verwachten. Under deze leden léren er ook, die destijds aan het Ke- getringSoiitwerp hun stem hadden ge geven. Voorts werd twijfel geopperd of, uit «n oogpunt van goede parlementaire jeliruiKen, 111 casu wel aanleiding be stond voor het recht van initiatief, nu na de geschiedenis van het re geeringsontwerp, geen nieuw moment üi deze zaak heeft opgedaan. Men .ie dat hier een behandeling bij wijze van afslag plaats zou neiium In dit verband werd ook de vraag aangeroerd, of de indiening van dit wetsontwerp wel geacht mag worden ecu de regeering welgevallig te zijn. Hel stond Loch geenszins voor alle le den vast dat, hoewel de voorstellers zelf verklaard hebben dat het ont werp, mocht het wet .worden; het werk en de verdienste van den Minis- ler van Landbouw, Nijverheid en Handel zou blijven, de Minister deze wet als ziju werk zal willen aanvaar den en eventueel zelfs geneigd zal zijn kar ter bekrachtiging aan de Kroon voor te dragen, waar zij zoo verschilt van zijn vroeger ontwerp. Van andere zijde deelde men dit Cimslilulioneele bezwaar niet en meende men voorts dat het niet op den weg der voorstellers lag te onder zoeken of de Minister mede wil wer ken aan het tot wet verheffen van het ontwerp. Onder herinnering dat tegen het re- gotringsonlwerp bij velen onoverko melijke bedenking bestond, omdat daarbij de uitoefening van liet bak- kersnedrijf gedurende zekere uren óbsoluut werd verboden, niet oji grond un omstandigheden, aan eiken ar beid in dat bedrijf, gedurende bedoel- ds uren onafscheidenlijk verbonden, maar omdat in de meeste bakkerijen d; arbeid gedurende die uren ernsli- azwaien medebrengt en een ver- waarin men die bezwaren wist ondervangen, een bevoorrechte po sitie zoude verschaffenen dat het cus, nachtarbeid verbiedend, uok in d; ondernemingen, waarin door een uitstekende arbeidsregeling en door doeltreffende hygiënische maatiege- leu, die nachtarbeid op zichzelf tot !=.eu gegronde bezwaren aanleiding Eu geven, verder ingreep dan de lard van het te regelen onderwerp medebrengt, wordt uitvoerig be toogd, dat ten aanzien van dit prin- dpitele punt, dit ontwerp-Aalberse c. s zoo goed als geen verandering bnugt. Dc ontwerpers hebben zich ge heel op hetzelfde standpunt gesteld sis de Minister en wenachen in het al gemeen aan ao banners to verbieden hun bedrijf des nachts uit te oefenen, hoe dringend dc redenen ook mogen zijn. die hun nopen zulke te doen. Slechts wordt den putroon persoon lijk de gelegenheid gegoven des nachts te werken en wordt voor on dernomingen met oen drieploegen- stelsel en een 8-urigen werkdag even eons de nachtarbeid toegestaan, maar een en ander ouder voorwaarden, die liet verwerpelijke beginsel, dat aan de geheele regeling ten grondslag ligt, slechts te duidelijker doet uitkomen. De ondernemingen, waarin op deze wijze nachtarbeid plaats vindt, wor den op een ander onderdeel der be drijfsuitoefening aan banden gelegd: verbod van vervoer of verkoop van brood of deeg voor een bepaald bij bestuursmaatregel vast te stellen tijd stip. Uit een oogpunt van vrijheidsbe perking achtte mort dit verbod nog er ger dan hel iiachtarbeid-verbod. Verder werd er op gewezen, dat van eene verwijdering van het verbod van patroonsarbeid eigenlijk geen sprake is, en het kwam dan ook onbegrijpe lijk voor, hoe tegenstanders van het patroonsverbod in liet regeeringsont werp, met bet onderhavige ontwerp kunnen metlegaan. En len aanzien van de vraag, wel ken invloed do voorgestelde regeling op de bedrijfsontwikkeling zal heb ben, meenden verscheidene leden, dat die ontwikkeling zich voornamelijk hierdoor zal kenmerken, dal het dwergbcdnjf toeneemt, hel middenbe drijf belangrijk achteruitgaat, terwijl de groote bedrijven in zeer verschil lenden zin den invloed der nieuwe re geling zullen ondervinden, al naar het verschil in omstandigheden, ivaaron der die thans werken. In niet mindere mate dan van het regeeringsontwerp zal dan ook van het onderhavige kun nen worden gezegd, dat het de ba drijfsoiilwikkeling in verkeerde rich ting stuurt. De bedoeling der voor stellers (die aan dit bezwaar wilden tegemoet komen) zal dan allerminst worden bereikt. Uitvoerige beschouwingen werden verder uug aan bovenbedoeld vervoer- verbod gewijd, waaruil worde aange stipt het beloog, dat de ontworpen re- geling in zooverre onlogisch is ge dacht, als nachtarbeid in een bakke- nj vrijwel doelloos is wanneer de mo gelijkheid van geleidelijken 8fzet ont breekt; het beloog, dat de thans voor gestelde regeling bevorderen zal, dat meer en meer de broodverkoop plaats vindt door middel van de winkeliers en het oordeel van verscheidene leden dat voor de meeste bakkerijen, ruet name voor de kleine en miïldel-groo- te, het vervoerverbod zoovele nadoe len zal medebrengen, dal men er niet aan zal kunnen denken zicii op die wijze vrijheid van nachtarbeid voor den patroon te verzekeren, terwijl in voering van een zuiver drieploegen- stelsel voor de hierbedqelde bakke rijen van zelf is uitgesloten. Verder werd breedvoerig de stelling ontwikkeld dat de uitvoering ebo niet geringe moeilijkheden zou mede brengen, o.a. dat het onmogelijk zal zijn hel openingsuur der bakkerijen, dat bij algemeenen maatregel van be stuur moet worden vastgesteld, zóó te bepalen dat gelijkheid in de concur- rentie-voorwaarden wordt verkregen. Niet minder bezwaarlijk achtte men de controle op de naleving der ver bodsbepaling. De slotsom dezer verschillende be schouwingen was, dat ook leden, die in beginsel tegen een vervoerverbod geen bezwaar hadden, evenmin als le gen een arbeidsverbod, de practische bezwaren zoo gewichtig oordeelden, dat zij op grond daarvan met de voor gestelde regeling niet konden mede- gaan. Verscheidene andere leden betoog den tegenover al de aangevoerde be denkingen, dat deze hen vooralsnog niet hadden overtuigd van de ondeug delijkheid der thans voorgestelde op lossing van het vraagstuk. Ten aanzien der indiening van het ontwerp herinnerde men. dat dadelijk na de verwerping van het Regeerings ontwerp, van verschillende ziiden de meening is uitgesproken, dat die ver werping geen afstel mocht beteeke- nen, maar dat nuar een nieuwe wij ze van voorziening moest worden ge streefd. lntusschen verklaarden deze leden het eens te zijn met de meerling dat verwerping van hel ontwerp de zaak der afschaffing van den naentarbeid in het bakkersbedrijf zou schaden en zij zouden dan ook wenschen dat het ontwerp niet in openbare behandeling wordt gebracht wanneer de kansen op aanneming niet goed slaan. Tegenover hel principieel bezwaar tegen inmenging der Overheid in ae bedrijfsvrijheid werd uitvoerig ver dedigd de stelling dat het wel dc-gelijx plicht der Overheid is bij het tot stuud brengen van sociale wetten, zooveel mogelijk le waken tegen ver storing der beslaande concurrentie- vc-rhoudingcn en werd het vervoerver bod verdedigd als een onmisbaar com plement van de vrijheid van nacht arbeid van oen patroon en de toela ting van nachtarbeid bij het drieploe genstelsel, de twee elementen, die de voorstellers, ter opheffing van de indertijd gerezen bezwaren, meenden vóór alles in het wetsontwerp le moe ten opnemen- Zonder dut comple ment zouden die twee afwijkingen van het Regeeringsontwerp stellig geen meerderheid in de Kauicr vinden en terecht, want in het hijzonder de vrijheid van nachtarbeid in onderne mingen niet het dneploegenstelsel zou dan tot ondergang van alle fabrieken op het platteland leiden, daar deze dan niet tegen de concurrentie met de broodfabrieken in de stad bestand zouden zijn. Het vervoerverbod maakt, zoo werd verder uiteengezet dat de verschillende ondernemingen ge lijk staan op het oogenblik, waarop het eigenlijke productieproces is af- geloopen en .de distributie begint Voorts werd dat vervoer verbod ver geleken met de beleende bepalingen betreffende winkelsluiting des avonds, waartegen echter weer werd opge merkt, dat, moge in beide zaken bet beginsel hetzelfde zijn, de bezwaren waartoe de praktijk aanleiding geeft, bij deze beide aangelegenheden zeer verschillen. In dit wetsontwerp wordt aangebo den, meende men, de eenige oplos sing van het vraagsutk die in de om standigheden, waarin wij titans ver- lceereii, mogelijk moet wi-dcn geacht. Zij verheugden zich dan ook hier over de indiening en meenden, dat de voorstellers recht hadden op waar- deering en erkentelijkheid van de zij de van allen, aan wie de afschaffing van den nachtarbeid in het bakkers bedrijf ter harte gaat. Verschillende leden verklaarden nog steeds van oordcel te zijn, dat de ver werping van het Regeeringsontwerp moet worden betreurd, en dat zij, al waren zij niet ongenegen aari het tot stand brengen van de thans voorge stelde regeling hunne medewerking te verleenen, aan genoemd ontwerp ae voorkeur zouden hebben gegeven. in dit verband werd verder betoogd, dat het regeeriugs-ontwerp veèl van zijn aantrekkelijkheid had verloren toeh'de regeling van den arbeidsduur er in gebrac ht was. Mocht dus ook de indiening van het onderhavige ont werp er toe kunnen leiden, dat men zich ten aanzien van het vraagstuk weer stelde op het standpunt, (lat de regeling van den arbeidsduur in deze tijden niet thuis behoort als de rege ling van Zondags- en nachtarbeid, dan zou men zich daarover verheu gen. Voorts waren er leden die het zou den hebben toegejuicht indien de voorstellers zonder meer hel verbod van nachtarbeid voor den patroon uit het Regeeringsontwerp hadden ge licht en dat ontwerp voor het overi ge ongewijzigd hadden gelaten, het geen zonder bezwaar had kunnen ge schieden, getuige de ervaring in an dere landen. Met klem werd door anderen tegen deze meening opgekomen. Naar de mecning van een groot aantal leden behoorde de oplossing van het vraagstuk gezocht te worden in de richting van het op voorstel van de heeren Bos e a. gewijzigde amen- dement-Snouck-Henkemans op het re- geerings-ontwerp, hetwelk voorzag in de'gewichtige-bedenkingen tegen dat ontwerp, dat n.l. de natuurlijke ont wikkeling van het bedrijf daardoor werd tegengegaan en dat waarschijn lijk, zou zijn aangenomen, indien de Minister minder bad vastgehouden aan zijn uitgangspunt: radicale af schaffing van den nachtarbeid. Wel verre van af te keuren, dat in het ge wijzigd Regeeringsontwerp de rege ling van den arbeidsduur was opge nomen, hadden deze leden juist daar in een middel gezien om een groote veruetering in de arbeidsvoorwaarden te verkrijgen, zonder belemmering op te werpen daar waar deze niet ver- eischt werd en zonder de natuurlijke bedrijfsontwikkeling te verstoren. Indien tegen eene regeling zooals in genoemd amendement was voorge steld, overwegend bezwaar bij de Ka mer blijft beslaan, dan bepale voor alsnog wenschten eenige leden de wetgever zich tot verbod van Zon- dagsarbeid en tot beperking van den arbeidsduur in bet algemeen, met dien verstande, dat werkuren des nachts bij de toepassing der betreffende be palingen voor 150 of 200 in reke ning worden gebracht Aan de be drijfsorganisatie» moet het dan wor den overgelaten een extra belooning voor nachtarbeid in te voeren, wat op zich zelf reeds tot beperking zou lei den. Ten slotte spraken verscheidene le den in dit verband den wensch uit, dat de voorstellers in de tegen hun ontwerp gerezen bedenkingen aan leiding zullen vinden te zoeken naar een andere oplossing van tiet vraag stuk, die niet zoovele gewichtige be zwaren medebrengt. Zij zouden het zeer betreuren, indien de voorstellers, bemerkende dat de kans op aanne ming vaL dit ontwerp gering is, zich nu terugtroKKen en afzagen van ver-| derc pogingen om tot eene bevredi gende wettelijke regeling van den nachtarbeid in het bakkersbedrijf le korncn. Dc zaak, waarom het hier gaat. zou daardoor slecht worden ge diend Zij moesten alsnog dan hunne krachten beproeven aan eene rege ling, die wel niet ten volle den wensch naar afschaffing van nacht arbeid bevredigt, maar waardoor al thans een slap in de goede richting 1 wordt gezet Later, wanneer wellicht gewijzigde bedrijfstoestanden de op lossing van het vraagstuk minder i moeilijk maken, zal dan die stap door andere kunnen worden gevolgd. Daaraan voegden enkele leden den wensch toe dat de voorstellers bij de nadere overweging van hun ontwerp ook de vraog onder de oogen zouden zien, of bij de voorgestelde re geling de broodvoorziening van de troepen bij manoeuvres en opkomst onder de wapenen wel mogelijk zal zijn. Eindelijk werden nog korte be schouwingen gewijd aan sommige ar tikelen van het ontwerp. S. D. A. P. en S. D. P. Uit Amsterdam wordt ons gemeld: i Op liet a.s. coi-gres der S. D. P. zal' het volgende voorstel der afdeeling Groningen worden behandeld: ,,Het congres, gezien de besprekingen ever de eenheid in de Nederlandsclie sociaal democratie, naar aanleiding van het laatste verzoek der S. D. P. om verte- genwoordiaing in het Irilernationa.il Socialistisch Bureau, gehouden in de verandering van dat Bureau en daar na in de sociaal democratische pers in Nederland, verklaart geen vereeniging met de S. D. A. P. te kunnen overwe gen, tenzij waarborgen gegeven wor den voor vrije uiting van mcening en kritiek, en dus een zelfstandig marxis tisch orgaan gelijk „Be Tribune" niet onderworpen aan een opheffuigsbe- sluit van een partijineerderheid, bin nen de partij kan bestaan, en viekt de leden oji, onwrikbaar pal te staan voor die vrije iheenmgsuiting en met alle krachten te strijden voor de revolution- naire sociaal-democratie." WERKSTAKINGEN EN UITSLUI TINGEN IN 1912. Dezer dagen heeft het Centraal bu reau voor de Statistiek de voorloopïge cijfers betreffende de stakingen en uitsluitingen, welke gedurende het afgeloopen jaar in ons land uitgebro ken zijn, gepubliceerd. Daaraan is hel volgende ontleend: Het aantal in 1912 uitgebroken sta kingen bedraagt 260, tegen 205 i" 1911. gemiddeld 137 in 19061910 en gemiddeld 120.6 in de periode 1901— j 1905. liet aantal stakers is pl.m. 19.427 (bij 217 geschillen), tegen pl.m. 19.122 in 1911 (bij 197 stakingen) gemiddeld -pl.m. 7840.8 bij 133.8 geschillen in de periode 1906—1910 en gemiddeld pl.m. 11.882 jier jaar bij 1044 stakingen in het tijdvak 1901—1905. De provincie, waarin de meeste s'a-1 kingen uitbraken, was Noord-Holland, n.l. 95. Betreffende de eischen kan worden medegedeeld, dat in 249 stakingen 167 eischen tot loonsverhooging werden gesteld, 19 tegen loonsverlaging, 47 „andere iooneischen". 39 betreffenae den arbeidsduur,-14 tot erkenning der arbeidersorganisatie, 6 tot het in dienst hebben van uitsluitend georga- niseerden, 42 tot vvederindienstneming van ontslagenen, 7 tot regeling van het werk, 20 betreffende het arbeids contract en 66 .-.andere eischen". Van j 8 stakingen bleven de eischen nog onbekend; 3 geschillen waren solida-1 riteitsstakingen. Van de 260 stakingen duurden er ultimo December, voorzoover bekend nog 9 voort. Van 15 der 248 geëindig de slakingen bleef de uitslag nog on bekend (d. i. van 6 05 59 geschil len (d i. 23.79 vielen ten gunste der werklieden uit104 (d. i. 41.94 wer den geschikt; 68 (d. i. 27-42%) ein digden ten nadeele der werklieden, terwijl de uitslag van 2 stakingen (d. i. 0 81%) onbeslist bleef. Bovendien eindigden de 3 solidariteitsstakirigen. Het aantal uitsluitingen in 1912 uit ebroken, bedraagt 16 tegen 12 in 911. Het aantal uitgestotenen bedraagt pl m. 1390. De meeste uitsluitingen kwamen voor in de provincie Noord-Holland, nl 8. KOLONIALE BETREKKINGEN. Bij den dienst der S. S. in Ned.-In- dié kunnen eenige civ.-ing., die in het bezit zijn van het Delftsch of van een daaraan gelijkwaardig buïtenl. diplo ma (mits zij Nederlanders zijn), wor den geplaatst. Ter benoeming tot adjunctchef der trie aid. (beweging en vervoer) bij de S.S. in Ned.-Iixüë worden gevraagd gedipl. als c.i. of w.ï. aan de Techn. Hoogeschool of aan de voorm. Poly- tocbn. Hoogeschool, dan wel met een gelijkwaardig buitenl. diploma, ge slaagden in het zoogenaamd groot- ambtenaars-examen, doctoren in de rechts- of Staatswetenschap, officie ren en gew. officieren en |>ersonen, die in alg. ontwikkeling met de genoem de categorieën van personen gelijkge steld kunnen worden. Om in aanmerking te kunnen komen moet men eenigen tijd bij de spoorwe gen in Nederland in een rang gelijk staande met dien van een adjunct-chef in Ned.-Indië. werkzaam zijn geweest. Ter benoeming tot adsp.-adj.-af- deelingschef of adj.-afdeelingschef bij de S. S. in Neder).-Indiê worden ge vraagd werkluigk. ing. in het bezit Van het digi., bedoeld bij art. 118 der II. O. Wet. Zij die reeds ingenieurs- praktijk hebben of kennis en erva ring bezitten op het gebied van electr. bedrijf, zullen de voorkeur genieten. Aanmelding voor deze betrekkingen vóór 15 Maart ,met gezegeld adres, bij het Dep. v. Koloniën. De „St. Ct." No. 44 geeft nadere bij zonderheden. OUD PORSELEIN. Naar aanleiding van een bericht ln de „L. K.", dat kooplieden te Kollum bij een der ingezetenen voor een an tieken koffiepot niet minder dan dui zend gulden boden, schrijft een lezer ter waarschuwing van de bezitters van porselein aan dit blad. Een paar op het oogenblik in Fries land rondtrekkende kooplieden gaan aldus te werk Wordt het tweetal bin nengelaten, dan treedt er een, en dat is degeen wiens groot talent van spre ken omgekeerd evenredig is met de geringe cajiaciteit van zijn beurs, op de porseleinkast toe, wijst eenig daar in aanwezig jorwerp. dat in het oog springt, met den vinger aan en zegt „duizend gulden waard" of „achthon derd gulden waard", of noemt een der gelijk hoog cijfer, al naar het hem op dat oogenblik slechts in den zin komt. Hij past wel op het niet in zulk een vorm te doen, dal hij aan eenig bod gehouden zou kunnen worden. Hij kijkt verder rond en wijst nog eenige voorwerpen aan, die hij dan gelijk tijdig niet een hoogen prijs bestem pelt. Ten slotte heeft hij voldoende rond gezien en gevonden, wat hij wel zou willen hebben en wat voor zijn handel wel bruikbaar zou zijn, doch waarop hij begrijpelijker wijze de aandacht nog niet heeft gevestigd. Immers het voorafgaande is alles slechts coniediespel geweest. De be doeling is slechts geweest bij den gastheer, die hen ontvangt, de gedach te te wekken, dat hij le doen heeft met groote kenners, eerste klasse kooplieden, die met duizend gulden omsmijten, alsof ze weinig waaide hebben. lntusschen, waarde lezer, de werke lijke toestand is, gelijk boven reeds werd opgemerkt, anders. Degeen die tot nu toe liet woord voerde, bezit veelal geen duizend dubbeltjes. Nu wordt de aandacht van den an deren koopman, die den bieder verge zelde, doch tot nu toe gezwegen had, soms zelfs is buitengebleven, op iets anders, kopjes en schoteltjes of wat dan ook gevestigd, en gezegdhet is wel niet veel wuard en niet van 't al lerbeste, maar dat zou jij, in jou han del, toch nog wel-kunnen gebruiken. Daarvoor wordt dan een geringe prijs geboden en de gastheer, gelukkige bezitter, denkt bij zich zelf, laat ik dat, waarvoor zóó hooge prijs ge noemd is, behoudenhet is stellig meer waard en laat ik weg doen, wat die groote kenner van voel minder kwuliteit achtte, waarvoor hij slechts een geringen prijs bood, en waarvan ziju collega mij desnoods wilde af helpen. De koop wordt dan gesloten en als de koopers vertrokken zijn en de rust is wedergekeerd, is de gastr heer-verkooper in den regel de be tere voorwerpen voorgoed uit zijn porseleinkast kwijt en heeft de koo- per hem achtergelaten in de illusie, want meer dan dat is het niet, dat hij thans nog bezit voorwerpen, die dui zenden guldens waard zijn en die in- tusschen misschien even vele centen of hoogstens dubbeltjes waard zijn, als er guldens voor zijn genoemd. Daarom moge ten slotte hier de raad, dien we gaarne zooveel moge lijk verspreid zouden zien, aan de bezitters van porseleiu en andere oudheden volgensluit de voordeur en nog meer uw porseleinkast, wan neer vreemde, u niet bekende koop lieden zich aanmelden om met dezen of genen handigen draai u uwe beste voorwerpen afhandig te maken. Leger en Vloot Onze Lachhoek KAKOPHONIEëN. Wordt verzocht: Het volge-nde zesmaal ac: ter elkan der snel uit te spreken. Fiseher Fritz fïscht frisctoe F.s e. frische Fische fischt Fisct.ers Fritz. Keiri klein Kind n kleine Kirsch kern knacken. Le rlz tenta le rat, le rat té u.nta le riz. EEN STAALTJE VAN VER STROOIDHEID. Een plattelainus nee!..«ester, die zeer aaa verstrooidheid leed, kreeg iemand bij zich, die zeer onpasselijk was en dadelijk nu lp behoeVt-; hij maakte een genees.uidde. klaar, maar stopte den patient em gulden in de hand en nam in gedachten zelf het geneesmiddel in. Hij bemerkte zijne dwaling niet eer, voordat de man weer b. ler en hij zelf zoo ziek als een hond w jaren in de functie van gewoon vrij willig sergeant, om vervolgens weder in de positie van dienstplichtige te rug te kceren. Het ligt in het voornemen van den minister om aan deze verb ritmissen te zijner tijd zekere geldelijke voor- deelen te verbinden, waarvan de aard en de omvang echter nog niet door hem kunnen worden aangegeven, zoo lang daarvoor nog geen gelden op de begrooting zijn gebracht. Niettemin komt het den minister mogelijk voor, dat bij het bepalen, welke miliciens in aanmerking zullen komen voor eene opleiding tot mili cien-sergeant, reeds eenigermate met het vorenstaande rekening wordt ge houden. Vooral wanneer zich veel miliciens voor deze opleiding vrijwillig beschik baar stellen, kanmen zijn keuze in de eerste plaats vestigen op diegenen, die door den aard hunner betrekkin gen in de burgermaatschappij of in verband met hun reeds daartoe aan den dag gelegde neiging vermoedelijk tot nadienen zullen zijn te bewegen. Uit den aard der zaak zal het aan tal op te leiden personen van deze ca tegorie niet meetellen in het aantal der gewone milicien-sergeanten, wel ke bij de korpsen worden opgeleid. Koloniën Blijkens bij het Dep. v. Marine ontv. bericht is Hr. Ms. ..Holland" 25 dezer te Hongkong aangekomen. SERGEANTEN. De Minister van Oorlog is van zins in de "toekomst meer nog dan tot nu toe. te bevorderen, dat milicien-ser geanten na het volbrengen van hun eerste-oefeningstijd ziet» vrijwillig verbinden om eerst twee jaren op proef na te dienen en daarna nog drie PEST EN' CHOLERA. Den 27en Jan. werden te Batavia vier nieuwe gevallen van cholera ge meld bij Oosterlingen. Drie lijders bezweken, zoodat nog in behandeling bleven drie Ooster lingen. Uit Semarang werd den 29en Jan. gemeld: „Sedert 1 Januari heerscht ook In Pati cholera. In één district werden 60 personen aangetast, waarvan er 39 overleden. De cholera in Koedoes neemt af." De pokken-epidemie te Semarang nam, gestadig, hoewel langzaam af. I-Iet gemiddeld aantal geval'en per dag was echter nog boven de 25. RIJSTUITVOER. Naar de „N. R. Ct." verneemt, is te legrapbiscii bericht ontvangen, dat hel verbod van rijstuitvoer uit Ne- derlandsch-Indië door den Gouver neur-Geueraal is ingetrokken. CHOLERA TE BATAVIA. De Hbld.-correspondent te Ba'avix seint, dat van ééne familie, Mug man, vader, moeder, twee kind. ren en twee huisbedienden ten gevolge van cholera zijn overleden. De redactie teekent daarbij aan. Volgens het Adresboek van le> landsch-Indië van 1911 waren vijf fa milies Brugman (een naam, die .n Indië nog al veel voorkomt) te Bata via gevestigd. Hier te lande werd reeds bericht ontvangen dat Batavia met cholera besmet verklaard w is. Het drama, dat daar nu in ééne wo ning werd afgespeeld, stelt het ge vaar, dat ook de Europc-e6che ge meente aldaar bedreigt, ia het licht. Het feit, dat eene geheele fci.ni ie te gelijkertijd door de ziekte werd n- gelast, iaat zich wellicht verklaren door het gebruik van besmette eet waren en nu is het beker.d, hoe bij een deel der Euiopeesche gemeen schap in Indié ook in tijden van epi- demiën te dien opziciile dl:-werf groc te zorgeloosheid wordt betracht. Tan Kaast en Ksnsisnaars LIX. io van Rijsselberghe. Dc afdee- ling Amsterdam van den Larenschen Kunsthandel bracht in Februari ceu Uitgebreide tentoonstelling van het le venswerk van dezen Belgischen schil der, die om zijn eigen, en zeer belang- f'jke plaats in het kunstleven onzer zuiderburen, wei belangstelling ver dient, 'feu opzichte der Belgische schilderkunst maakt bovengenoemde Kuiistsalon zich zeer verdienstelijk door het werk van haar vóórmannen in Amsterdam zoo compleet mogelijk le vertoon en. Wij herinneren ons daarbij de soort gelijke exposities van werken door Eniile Claus en Luyten en de bij de directie van den Larenschen Kunst handel in voorbereiding zijnde plan ken om jaarlijks te Amsterdam eene Mort Belgische salon in te richten, Waartoe aan de Leste Belgische schil ders om medewerking verzocht is. De drie thans reeds genoemden zouden w" goede inleiding daarvoor geweest lijn. Wat nu Rijsselberghe betreft, hij is voorzeker niet de minste van liet drie- paiischap. Hij is onder de Belgische Woeders de meest consequente en de Oudste aanhanger der stippelmetho- dc, do pointillistische theorie. Hoe pel tegenstand de eerste producten der stippclaurs ook mogen gevonden hebben, we staan er thans reeds cenigszins anders tegenover en wij zijn al weer haast geneigd de zaak als vieux jeu, als afgedaan te be schouwen. Dat er levenskracht ook in dit systeem zat, wordt wel bewezen door het feit dat hoewel het nieuwtje er af is, nog door vele en belangrijke artisten op deze, lichtelijk weten schappelijke methode, gearbeid wordt. De vader der stippelmetliode is niet in Belglö le zoeken, hoewel vooral in Brussel dc nieuwe uitdrukkingswijze met veel belangstelling ontvangen en druk in praktijk gebracht werd. Het was de Franschman George Seürat. die, in een tijd dat de zuiver wetenschappelijke beoefening der kleurenleer velen bezighield, voor het eerst de gebruikelijke menging van kleuren -up hot-pa let verliet en de ge- diviseerdo klcurgeving toepaste, d w.z. de verlangde kleur en loonwaarde op zijn doeken trachtte te bereiken dooi de zuivere spectraalkleuren in kleine partikels, puntjes of stippels op het doek te brengen en alleen door de te genstelling der verschillende kleuren, en het daarbij gebruik maken van de wetten der zoogenaamde complemen taire-kleuren, het gewenschte effect te bereiken. De wetenschap, die in de negen tiende eeuw zulk een beheerschende rol speelde, ging zich weer eens met de kunst bemoeien en de artisten, aan hangers van Seurat, liepen weer eens m "t dikke boeken en zware theorieën rond. Het zal ongeveer in 1884 ge weest zijn dat Seurai's eerste groote werk te Parijs geëxposeerd werd Van de Fransche schilders die de theorie overnamen zijn de thans nog arbeidende Paul Signac en de overle den Cross de voornaamste». ln 1887 was Seurat de gast op een Brusselsche tentoonstelling, ingericht door de Vereeniging der Twintig. De ze Sociêté des X.V. waarvan de deel nemers gewoonlijk de Vingtisten ge noemd worden, was een kunstenaars- genootschap uit en door de jongere krachten van het toenmaals zeer ac- tieve België gevormd. Tot die twintig behoorde ook Theo van Rijsselber ghe, die van het divisionisme pointil- lisme, stippelkunsi of hoe ge liet, min of nieer gemeenzaam, noemen wilt, oen vurig aanhanger werd en tot op den huldigen dag een trouw adept ge bleven is. De historische lijn is hier mede blootgelegd. Over het geuivisionoer.d schilderen mogon nog deze opmerkingen hier in gevoegd worden De zuiverste théorie er van bepaalt, dat de grootte dor verf stippels, waarmede de voorstel ling woixit saanngcsteld, zij in vertoon ding tot de grootte dier voorstelling. Vcor een groot doek worden de stip pels dus evenredig grooter opgezet en worden vaak bijna tot kleurschijfjes. Kleine werkjes daarentegen eischen een gepro portion neerden verftoevcer, zoodal men de eigonaardige stillevens nu begrijpen kan, die geschilderd zijn door de verf en met werkelijke „stip peltjes" op aan te brengen. Verdei zullen die werken het zui verst naar de leer zijn, waar uitslui tend van de z.g. spectraalkleuren ge bruik gemaakt is en alle nuancen door- enkele tegenstelling of naast-elkaar- stelliug verkregen zijn. Een wetenschappelijk llieoretiscn opgebouwde kunst, als die der cubis- ten en futuristen dat ook zijn, blijkt dus al'.veder om geen nieuwtje Beschouwt men nu deze pointilleer- kunst, dan dient rnen dus, wil men onbevooroordeeld kijken en daardoor tot na-genieten komen, met al wat hier door de theorie vooropgezet en geboden is, rekening te houden, en niet eischen stellen, die men zich ge wend heeft aan ander werk, waarmee men meer vertrouwd is, wèl te stellen. De schoonheid is immers in haar uitingen zóó veelzijdig. Men bedenke vooral, dat het bij deze kunstenaars om de kleur gaat en dat zij, om een zuiver totaaJ-kleuraspeoL le verkrij gen, vaak de 'stof-uitdrukking, het weergeven van liet karakter van vleesch, hout, stof, planten, enz., moeten achterstellen. En juist op het punt „stof-uitdrukking" zijn wij, Hol landers. zoo veeleischend De kring der Vingtisten, waartoe Van Rijsselberghe behoorde, is voor ons nog interessant, omdat ook één Hollander, Jan Toorop, tot de twintig behoorde. Toorop heeft geruimen tijd ook gedivisionneerd geschilderd. Hart Nibbrig is laler dan bij begonnen. doch is, meen ik, de eenige Hollander geweest, die bij de eens aanvaarde op vatting gebleven is en die nog tegen- oord ig pointilleert. Er zat in die elub der XX menig interessante figuur en van het literair en artistiek België ■an 1880—1900 had de Sociêté rijkelijk belangstelling en steun. Vele Frati- schen vonden luin eerste bewonder aars onder de joug-Belgon (men denke aan Odilon Rol on), terwijl het jonge België later weer zijn beste krachten Parijs en de Fransche cultuur af stond. Mannen als Verbaleren, Edmond Picard, de Brusselsche uitgever De- inan gaven den toon aan en maakten het Brusselsche kunstleven van die dagen vari ©en Interessante veelzij digheid. In do Vingtistcn-clubj later veran derd in de Libre Eslhétique" kwa men krachtige Vlaamsohe naturen als Lemmen en Vogels en Èuermans evenzeer tot hun recht, terwijl ook van boven den Moerdijk figuren van nteer modern© lie teekenis (als G. W, Dysselhof bijvoorbeeld) tot de gasten behoorden. Do z'cl der onderneming was de secretaris Octave Maus, zelf niet-artist, doch kunetcritieu» van professie. Ni t alle twintig zijn repu taties van wijde strekking geworden: Toch zijn de namen vun James En- »or, Rops, de Groux, Khnoppf, Too rop, Finch, Rijsselberghe voor de mo derne kunstgeschiedenis niet zonder beteekenis. Dat niet allen pointillis- ten waren behoef' niet bijzonderlijk betoogd; niet allen namen het neo- impressionisnie, zooals do volgelin gen van Seurat genoemd worden, zoo geheel en gaaf over Van Rijs selberghe; toch ondergingen a'len er den invloed van. In het bovenstaande werd de sfeer van Van Rijsselberghe's arbeid luch tig geschetst en de bron er van aan getoond. Men geniete thans te Am sterdam het werk zelf. De schilder staat thans 50 jaav oud in do volle kracht zijner pro ductie en is één der glories van het schilderend België. En als portret schilder èn als ontwerper van groote decoratieve tableau's kan hij in don Larenschen kunstsalon gewaardeerd worden, terwijl ook van het werk der laatste jaren, aquariumstudi©3 uit 't zee-kundig instituut in Napels, erko- le stalen aanwezig zijn. Wanneer men zich aan hot procédé gewend heeft, zal nien voluit den krachtigea teekenaar en tevens zeer fijnximiigen kleurtechiüker kunnen waardeeren. j. H. de BOIS. 23 Februari 1913.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 9