ItULEÏS DAOSUD
DEi^DE BLAD
26 Foörnari 1913
Binnenland
bakkerswet-aalberse c.s.
iet afdelingsverslag der Tweede
kamer is verschenen omtrent liet
voorstel van wet van den heer Aal-
berse c s., houdende beperking van
tóndagsarbeid en nachtarbeid in
brooilbakkerijon en vnri den arbeids-
duiu' van bakkersgezellen.
Terwijl yrij algemeen opnieuw in
genomenheid werd uitgesproken met
jiet slreven naar afschaffing van den
Zondagsarbeid en afschaffing, althans
grooto beperking van den nachtarbeid
lii het bakkersbedrijf, verklaarden ve
to leden, dat zij de poging, door de
voors tel Iers van het ontwerp gedaan,
tiet konden toejuichen, hoezeer ook
;.ij den geest waardeerden die uit de
ndienirig van het wetsontwerp
spreekt.
Deze leden geloofden niet, dat de
iaok waarom het hier gaat, door de
indiening van tiet wetsontwerp is ge
diend cn achten de kans van slagen
gering. Men wees er op, dat op het
lantsic congres van het Nationaal Co-
mild bet ontwerp vrij algeniec-n is af-
gikeurddal de gezellenbond, aan-
gisloien bij bet Nederlandsch Vak
verbond. er ook tegen is en dat de be-
fiuuiders der broodfabrieken deze re
geling evenmin wenschen als de vori-
g4 Bij het trachten naar vereeniging
rtu twee groepen van tegenstanders,
hecit men door de daarvoor noodige
«nccssies vele voorstanders verloren.
Wordt nu dit wetsontwerp verwor-
pen. dan zal zoo werd verder be
loofd bij Regeering en Kamer wel
voor longen tijd de lust zijn uitge-
cjofd liet ontwerp nogmaals aan te
vallen, wat voor velen een groote te
leurstelling werd geacht, ook voor tal
ran Kamerleden, die tot hun leed we
ien niet voor het Regeeringsontwerp
louden stemmen. Daarom ware 't.
[meende men, beter geweest indien
voor de indiening van dat ontwerp
lunstigcr tijden waren afgewacht en
col te meer, wijl eeu spoedige behan-
OiJing van het wetsontwerp toch met
was te verwachten. Under deze leden
léren er ook, die destijds aan het Ke-
getringSoiitwerp hun stem hadden ge
geven.
Voorts werd twijfel geopperd of, uit
«n oogpunt van goede parlementaire
jeliruiKen, 111 casu wel aanleiding be
stond voor het recht van initiatief, nu
na de geschiedenis van het re
geeringsontwerp, geen nieuw moment
üi deze zaak heeft opgedaan. Men
.ie dat hier een behandeling bij
wijze van afslag plaats zou neiium
In dit verband werd ook de vraag
aangeroerd, of de indiening van dit
wetsontwerp wel geacht mag worden
ecu de regeering welgevallig te zijn.
Hel stond Loch geenszins voor alle le
den vast dat, hoewel de voorstellers
zelf verklaard hebben dat het ont
werp, mocht het wet .worden; het
werk en de verdienste van den Minis-
ler van Landbouw, Nijverheid en
Handel zou blijven, de Minister deze
wet als ziju werk zal willen aanvaar
den en eventueel zelfs geneigd zal zijn
kar ter bekrachtiging aan de Kroon
voor te dragen, waar zij zoo verschilt
van zijn vroeger ontwerp.
Van andere zijde deelde men dit
Cimslilulioneele bezwaar niet en
meende men voorts dat het niet op
den weg der voorstellers lag te onder
zoeken of de Minister mede wil wer
ken aan het tot wet verheffen van
het ontwerp.
Onder herinnering dat tegen het re-
gotringsonlwerp bij velen onoverko
melijke bedenking bestond, omdat
daarbij de uitoefening van liet bak-
kersnedrijf gedurende zekere uren
óbsoluut werd verboden, niet oji grond
un omstandigheden, aan eiken ar
beid in dat bedrijf, gedurende bedoel-
ds uren onafscheidenlijk verbonden,
maar omdat in de meeste bakkerijen
d; arbeid gedurende die uren ernsli-
azwaien medebrengt en een ver-
waarin men die bezwaren wist
ondervangen, een bevoorrechte po
sitie zoude verschaffenen dat het
cus, nachtarbeid verbiedend, uok in
d; ondernemingen, waarin door een
uitstekende arbeidsregeling en door
doeltreffende hygiënische maatiege-
leu, die nachtarbeid op zichzelf tot
!=.eu gegronde bezwaren aanleiding
Eu geven, verder ingreep dan de
lard van het te regelen onderwerp
medebrengt, wordt uitvoerig be
toogd, dat ten aanzien van dit prin-
dpitele punt, dit ontwerp-Aalberse
c. s zoo goed als geen verandering
bnugt. Dc ontwerpers hebben zich ge
heel op hetzelfde standpunt gesteld
sis de Minister en wenachen in het al
gemeen aan ao banners to verbieden
hun bedrijf des nachts uit te oefenen,
hoe dringend dc redenen ook mogen
zijn. die hun nopen zulke te doen.
Slechts wordt den putroon persoon
lijk de gelegenheid gegoven des
nachts te werken en wordt voor on
dernomingen met oen drieploegen-
stelsel en een 8-urigen werkdag even
eons de nachtarbeid toegestaan, maar
een en ander ouder voorwaarden, die
liet verwerpelijke beginsel, dat aan
de geheele regeling ten grondslag ligt,
slechts te duidelijker doet uitkomen.
De ondernemingen, waarin op deze
wijze nachtarbeid plaats vindt, wor
den op een ander onderdeel der be
drijfsuitoefening aan banden gelegd:
verbod van vervoer of verkoop van
brood of deeg voor een bepaald bij
bestuursmaatregel vast te stellen tijd
stip. Uit een oogpunt van vrijheidsbe
perking achtte mort dit verbod nog er
ger dan hel iiachtarbeid-verbod.
Verder werd er op gewezen, dat van
eene verwijdering van het verbod van
patroonsarbeid eigenlijk geen sprake
is, en het kwam dan ook onbegrijpe
lijk voor, hoe tegenstanders van het
patroonsverbod in liet regeeringsont
werp, met bet onderhavige ontwerp
kunnen metlegaan.
En len aanzien van de vraag, wel
ken invloed do voorgestelde regeling
op de bedrijfsontwikkeling zal heb
ben, meenden verscheidene leden, dat
die ontwikkeling zich voornamelijk
hierdoor zal kenmerken, dal het
dwergbcdnjf toeneemt, hel middenbe
drijf belangrijk achteruitgaat, terwijl
de groote bedrijven in zeer verschil
lenden zin den invloed der nieuwe re
geling zullen ondervinden, al naar het
verschil in omstandigheden, ivaaron
der die thans werken. In niet mindere
mate dan van het regeeringsontwerp
zal dan ook van het onderhavige kun
nen worden gezegd, dat het de ba
drijfsoiilwikkeling in verkeerde rich
ting stuurt. De bedoeling der voor
stellers (die aan dit bezwaar wilden
tegemoet komen) zal dan allerminst
worden bereikt.
Uitvoerige beschouwingen werden
verder uug aan bovenbedoeld vervoer-
verbod gewijd, waaruil worde aange
stipt het beloog, dat de ontworpen re-
geling in zooverre onlogisch is ge
dacht, als nachtarbeid in een bakke-
nj vrijwel doelloos is wanneer de mo
gelijkheid van geleidelijken 8fzet ont
breekt; het beloog, dat de thans voor
gestelde regeling bevorderen zal, dat
meer en meer de broodverkoop plaats
vindt door middel van de winkeliers
en het oordeel van verscheidene leden
dat voor de meeste bakkerijen, ruet
name voor de kleine en miïldel-groo-
te, het vervoerverbod zoovele nadoe
len zal medebrengen, dal men er niet
aan zal kunnen denken zicii op die
wijze vrijheid van nachtarbeid voor
den patroon te verzekeren, terwijl in
voering van een zuiver drieploegen-
stelsel voor de hierbedqelde bakke
rijen van zelf is uitgesloten.
Verder werd breedvoerig de stelling
ontwikkeld dat de uitvoering ebo
niet geringe moeilijkheden zou mede
brengen, o.a. dat het onmogelijk zal
zijn hel openingsuur der bakkerijen,
dat bij algemeenen maatregel van be
stuur moet worden vastgesteld, zóó te
bepalen dat gelijkheid in de concur-
rentie-voorwaarden wordt verkregen.
Niet minder bezwaarlijk achtte men
de controle op de naleving der ver
bodsbepaling.
De slotsom dezer verschillende be
schouwingen was, dat ook leden, die
in beginsel tegen een vervoerverbod
geen bezwaar hadden, evenmin als le
gen een arbeidsverbod, de practische
bezwaren zoo gewichtig oordeelden,
dat zij op grond daarvan met de voor
gestelde regeling niet konden mede-
gaan.
Verscheidene andere leden betoog
den tegenover al de aangevoerde be
denkingen, dat deze hen vooralsnog
niet hadden overtuigd van de ondeug
delijkheid der thans voorgestelde op
lossing van het vraagstuk.
Ten aanzien der indiening van het
ontwerp herinnerde men. dat dadelijk
na de verwerping van het Regeerings
ontwerp, van verschillende ziiden de
meening is uitgesproken, dat die ver
werping geen afstel mocht beteeke-
nen, maar dat nuar een nieuwe wij
ze van voorziening moest worden ge
streefd.
lntusschen verklaarden deze leden
het eens te zijn met de meerling dat
verwerping van hel ontwerp de zaak
der afschaffing van den naentarbeid
in het bakkersbedrijf zou schaden en
zij zouden dan ook wenschen dat het
ontwerp niet in openbare behandeling
wordt gebracht wanneer de kansen op
aanneming niet goed slaan.
Tegenover hel principieel bezwaar
tegen inmenging der Overheid in ae
bedrijfsvrijheid werd uitvoerig ver
dedigd de stelling dat het wel dc-gelijx
plicht der Overheid is bij het tot
stuud brengen van sociale wetten,
zooveel mogelijk le waken tegen ver
storing der beslaande concurrentie-
vc-rhoudingcn en werd het vervoerver
bod verdedigd als een onmisbaar com
plement van de vrijheid van nacht
arbeid van oen patroon en de toela
ting van nachtarbeid bij het drieploe
genstelsel, de twee elementen, die
de voorstellers, ter opheffing van de
indertijd gerezen bezwaren, meenden
vóór alles in het wetsontwerp le moe
ten opnemen- Zonder dut comple
ment zouden die twee afwijkingen
van het Regeeringsontwerp stellig
geen meerderheid in de Kauicr vinden
en terecht, want in het hijzonder de
vrijheid van nachtarbeid in onderne
mingen niet het dneploegenstelsel zou
dan tot ondergang van alle fabrieken
op het platteland leiden, daar deze
dan niet tegen de concurrentie met
de broodfabrieken in de stad bestand
zouden zijn. Het vervoerverbod maakt,
zoo werd verder uiteengezet dat
de verschillende ondernemingen ge
lijk staan op het oogenblik, waarop
het eigenlijke productieproces is af-
geloopen en .de distributie begint
Voorts werd dat vervoer verbod ver
geleken met de beleende bepalingen
betreffende winkelsluiting des avonds,
waartegen echter weer werd opge
merkt, dat, moge in beide zaken bet
beginsel hetzelfde zijn, de bezwaren
waartoe de praktijk aanleiding geeft,
bij deze beide aangelegenheden zeer
verschillen.
In dit wetsontwerp wordt aangebo
den, meende men, de eenige oplos
sing van het vraagsutk die in de om
standigheden, waarin wij titans ver-
lceereii, mogelijk moet wi-dcn geacht.
Zij verheugden zich dan ook hier
over de indiening en meenden, dat
de voorstellers recht hadden op waar-
deering en erkentelijkheid van de zij
de van allen, aan wie de afschaffing
van den nachtarbeid in het bakkers
bedrijf ter harte gaat.
Verschillende leden verklaarden nog
steeds van oordcel te zijn, dat de ver
werping van het Regeeringsontwerp
moet worden betreurd, en dat zij, al
waren zij niet ongenegen aari het tot
stand brengen van de thans voorge
stelde regeling hunne medewerking te
verleenen, aan genoemd ontwerp ae
voorkeur zouden hebben gegeven.
in dit verband werd verder betoogd,
dat het regeeriugs-ontwerp veèl van
zijn aantrekkelijkheid had verloren
toeh'de regeling van den arbeidsduur
er in gebrac ht was. Mocht dus ook de
indiening van het onderhavige ont
werp er toe kunnen leiden, dat men
zich ten aanzien van het vraagstuk
weer stelde op het standpunt, (lat de
regeling van den arbeidsduur in deze
tijden niet thuis behoort als de rege
ling van Zondags- en nachtarbeid,
dan zou men zich daarover verheu
gen.
Voorts waren er leden die het zou
den hebben toegejuicht indien de
voorstellers zonder meer hel verbod
van nachtarbeid voor den patroon
uit het Regeeringsontwerp hadden ge
licht en dat ontwerp voor het overi
ge ongewijzigd hadden gelaten, het
geen zonder bezwaar had kunnen ge
schieden, getuige de ervaring in an
dere landen.
Met klem werd door anderen tegen
deze meening opgekomen.
Naar de mecning van een groot
aantal leden behoorde de oplossing
van het vraagstuk gezocht te worden
in de richting van het op voorstel van
de heeren Bos e a. gewijzigde amen-
dement-Snouck-Henkemans op het re-
geerings-ontwerp, hetwelk voorzag in
de'gewichtige-bedenkingen tegen dat
ontwerp, dat n.l. de natuurlijke ont
wikkeling van het bedrijf daardoor
werd tegengegaan en dat waarschijn
lijk, zou zijn aangenomen, indien de
Minister minder bad vastgehouden
aan zijn uitgangspunt: radicale af
schaffing van den nachtarbeid. Wel
verre van af te keuren, dat in het ge
wijzigd Regeeringsontwerp de rege
ling van den arbeidsduur was opge
nomen, hadden deze leden juist daar
in een middel gezien om een groote
veruetering in de arbeidsvoorwaarden
te verkrijgen, zonder belemmering op
te werpen daar waar deze niet ver-
eischt werd en zonder de natuurlijke
bedrijfsontwikkeling te verstoren.
Indien tegen eene regeling zooals in
genoemd amendement was voorge
steld, overwegend bezwaar bij de Ka
mer blijft beslaan, dan bepale voor
alsnog wenschten eenige leden
de wetgever zich tot verbod van Zon-
dagsarbeid en tot beperking van den
arbeidsduur in bet algemeen, met dien
verstande, dat werkuren des nachts
bij de toepassing der betreffende be
palingen voor 150 of 200 in reke
ning worden gebracht Aan de be
drijfsorganisatie» moet het dan wor
den overgelaten een extra belooning
voor nachtarbeid in te voeren, wat op
zich zelf reeds tot beperking zou lei
den.
Ten slotte spraken verscheidene le
den in dit verband den wensch uit,
dat de voorstellers in de tegen hun
ontwerp gerezen bedenkingen aan
leiding zullen vinden te zoeken naar
een andere oplossing van tiet vraag
stuk, die niet zoovele gewichtige be
zwaren medebrengt. Zij zouden het
zeer betreuren, indien de voorstellers,
bemerkende dat de kans op aanne
ming vaL dit ontwerp gering is, zich
nu terugtroKKen en afzagen van ver-|
derc pogingen om tot eene bevredi
gende wettelijke regeling van den
nachtarbeid in het bakkersbedrijf le
korncn. Dc zaak, waarom het hier
gaat. zou daardoor slecht worden ge
diend Zij moesten alsnog dan hunne
krachten beproeven aan eene rege
ling, die wel niet ten volle den
wensch naar afschaffing van nacht
arbeid bevredigt, maar waardoor al
thans een slap in de goede richting 1
wordt gezet Later, wanneer wellicht
gewijzigde bedrijfstoestanden de op
lossing van het vraagstuk minder i
moeilijk maken, zal dan die stap door
andere kunnen worden gevolgd.
Daaraan voegden enkele leden den
wensch toe dat de voorstellers bij de
nadere overweging van hun ontwerp
ook de vraog onder de oogen
zouden zien, of bij de voorgestelde re
geling de broodvoorziening van de
troepen bij manoeuvres en opkomst
onder de wapenen wel mogelijk zal
zijn.
Eindelijk werden nog korte be
schouwingen gewijd aan sommige ar
tikelen van het ontwerp.
S. D. A. P. en S. D. P.
Uit Amsterdam wordt ons gemeld: i
Op liet a.s. coi-gres der S. D. P. zal'
het volgende voorstel der afdeeling
Groningen worden behandeld: ,,Het
congres, gezien de besprekingen ever
de eenheid in de Nederlandsclie sociaal
democratie, naar aanleiding van het
laatste verzoek der S. D. P. om verte-
genwoordiaing in het Irilernationa.il
Socialistisch Bureau, gehouden in de
verandering van dat Bureau en daar
na in de sociaal democratische pers in
Nederland, verklaart geen vereeniging
met de S. D. A. P. te kunnen overwe
gen, tenzij waarborgen gegeven wor
den voor vrije uiting van mcening en
kritiek, en dus een zelfstandig marxis
tisch orgaan gelijk „Be Tribune" niet
onderworpen aan een opheffuigsbe-
sluit van een partijineerderheid, bin
nen de partij kan bestaan, en viekt de
leden oji, onwrikbaar pal te staan voor
die vrije iheenmgsuiting en met alle
krachten te strijden voor de revolution-
naire sociaal-democratie."
WERKSTAKINGEN EN UITSLUI
TINGEN IN 1912.
Dezer dagen heeft het Centraal bu
reau voor de Statistiek de voorloopïge
cijfers betreffende de stakingen en
uitsluitingen, welke gedurende het
afgeloopen jaar in ons land uitgebro
ken zijn, gepubliceerd.
Daaraan is hel volgende ontleend:
Het aantal in 1912 uitgebroken sta
kingen bedraagt 260, tegen 205 i"
1911. gemiddeld 137 in 19061910 en
gemiddeld 120.6 in de periode 1901— j
1905. liet aantal stakers is pl.m. 19.427
(bij 217 geschillen), tegen pl.m. 19.122
in 1911 (bij 197 stakingen) gemiddeld
-pl.m. 7840.8 bij 133.8 geschillen in de
periode 1906—1910 en gemiddeld pl.m.
11.882 jier jaar bij 1044 stakingen in
het tijdvak 1901—1905.
De provincie, waarin de meeste s'a-1
kingen uitbraken, was Noord-Holland,
n.l. 95.
Betreffende de eischen kan worden
medegedeeld, dat in 249 stakingen 167
eischen tot loonsverhooging werden
gesteld, 19 tegen loonsverlaging, 47
„andere iooneischen". 39 betreffenae
den arbeidsduur,-14 tot erkenning der
arbeidersorganisatie, 6 tot het in
dienst hebben van uitsluitend georga-
niseerden, 42 tot vvederindienstneming
van ontslagenen, 7 tot regeling van
het werk, 20 betreffende het arbeids
contract en 66 .-.andere eischen". Van j
8 stakingen bleven de eischen nog
onbekend; 3 geschillen waren solida-1
riteitsstakingen.
Van de 260 stakingen duurden er
ultimo December, voorzoover bekend
nog 9 voort. Van 15 der 248 geëindig
de slakingen bleef de uitslag nog on
bekend (d. i. van 6 05 59 geschil
len (d i. 23.79 vielen ten gunste der
werklieden uit104 (d. i. 41.94 wer
den geschikt; 68 (d. i. 27-42%) ein
digden ten nadeele der werklieden,
terwijl de uitslag van 2 stakingen (d.
i. 0 81%) onbeslist bleef. Bovendien
eindigden de 3 solidariteitsstakirigen.
Het aantal uitsluitingen in 1912 uit
ebroken, bedraagt 16 tegen 12 in
911.
Het aantal uitgestotenen bedraagt
pl m. 1390.
De meeste uitsluitingen kwamen
voor in de provincie Noord-Holland,
nl 8.
KOLONIALE BETREKKINGEN.
Bij den dienst der S. S. in Ned.-In-
dié kunnen eenige civ.-ing., die in het
bezit zijn van het Delftsch of van een
daaraan gelijkwaardig buïtenl. diplo
ma (mits zij Nederlanders zijn), wor
den geplaatst.
Ter benoeming tot adjunctchef
der trie aid. (beweging en vervoer) bij
de S.S. in Ned.-Iixüë worden gevraagd
gedipl. als c.i. of w.ï. aan de Techn.
Hoogeschool of aan de voorm. Poly-
tocbn. Hoogeschool, dan wel met een
gelijkwaardig buitenl. diploma, ge
slaagden in het zoogenaamd groot-
ambtenaars-examen, doctoren in de
rechts- of Staatswetenschap, officie
ren en gew. officieren en |>ersonen, die
in alg. ontwikkeling met de genoem
de categorieën van personen gelijkge
steld kunnen worden.
Om in aanmerking te kunnen komen
moet men eenigen tijd bij de spoorwe
gen in Nederland in een rang gelijk
staande met dien van een adjunct-chef
in Ned.-Indië. werkzaam zijn geweest.
Ter benoeming tot adsp.-adj.-af-
deelingschef of adj.-afdeelingschef bij
de S. S. in Neder).-Indiê worden ge
vraagd werkluigk. ing. in het bezit
Van het digi., bedoeld bij art. 118 der
II. O. Wet. Zij die reeds ingenieurs-
praktijk hebben of kennis en erva
ring bezitten op het gebied van electr.
bedrijf, zullen de voorkeur genieten.
Aanmelding voor deze betrekkingen
vóór 15 Maart ,met gezegeld adres, bij
het Dep. v. Koloniën.
De „St. Ct." No. 44 geeft nadere bij
zonderheden.
OUD PORSELEIN.
Naar aanleiding van een bericht ln
de „L. K.", dat kooplieden te Kollum
bij een der ingezetenen voor een an
tieken koffiepot niet minder dan dui
zend gulden boden, schrijft een lezer
ter waarschuwing van de bezitters
van porselein aan dit blad.
Een paar op het oogenblik in Fries
land rondtrekkende kooplieden gaan
aldus te werk Wordt het tweetal bin
nengelaten, dan treedt er een, en dat
is degeen wiens groot talent van spre
ken omgekeerd evenredig is met de
geringe cajiaciteit van zijn beurs, op
de porseleinkast toe, wijst eenig daar
in aanwezig jorwerp. dat in het oog
springt, met den vinger aan en zegt
„duizend gulden waard" of „achthon
derd gulden waard", of noemt een der
gelijk hoog cijfer, al naar het hem op
dat oogenblik slechts in den zin komt.
Hij past wel op het niet in zulk een
vorm te doen, dal hij aan eenig bod
gehouden zou kunnen worden. Hij
kijkt verder rond en wijst nog eenige
voorwerpen aan, die hij dan gelijk
tijdig niet een hoogen prijs bestem
pelt. Ten slotte heeft hij voldoende
rond gezien en gevonden, wat hij wel
zou willen hebben en wat voor zijn
handel wel bruikbaar zou zijn, doch
waarop hij begrijpelijker wijze de
aandacht nog niet heeft gevestigd.
Immers het voorafgaande is alles
slechts coniediespel geweest. De be
doeling is slechts geweest bij den
gastheer, die hen ontvangt, de gedach
te te wekken, dat hij le doen heeft
met groote kenners, eerste klasse
kooplieden, die met duizend gulden
omsmijten, alsof ze weinig waaide
hebben.
lntusschen, waarde lezer, de werke
lijke toestand is, gelijk boven reeds
werd opgemerkt, anders. Degeen die
tot nu toe liet woord voerde, bezit
veelal geen duizend dubbeltjes.
Nu wordt de aandacht van den an
deren koopman, die den bieder verge
zelde, doch tot nu toe gezwegen had,
soms zelfs is buitengebleven, op iets
anders, kopjes en schoteltjes of wat
dan ook gevestigd, en gezegdhet is
wel niet veel wuard en niet van 't al
lerbeste, maar dat zou jij, in jou han
del, toch nog wel-kunnen gebruiken.
Daarvoor wordt dan een geringe prijs
geboden en de gastheer, gelukkige
bezitter, denkt bij zich zelf, laat ik
dat, waarvoor zóó hooge prijs ge
noemd is, behoudenhet is stellig
meer waard en laat ik weg doen, wat
die groote kenner van voel minder
kwuliteit achtte, waarvoor hij slechts
een geringen prijs bood, en waarvan
ziju collega mij desnoods wilde af
helpen. De koop wordt dan gesloten
en als de koopers vertrokken zijn en
de rust is wedergekeerd, is de gastr
heer-verkooper in den regel de be
tere voorwerpen voorgoed uit zijn
porseleinkast kwijt en heeft de koo-
per hem achtergelaten in de illusie,
want meer dan dat is het niet, dat hij
thans nog bezit voorwerpen, die dui
zenden guldens waard zijn en die in-
tusschen misschien even vele centen
of hoogstens dubbeltjes waard zijn,
als er guldens voor zijn genoemd.
Daarom moge ten slotte hier de
raad, dien we gaarne zooveel moge
lijk verspreid zouden zien, aan de
bezitters van porseleiu en andere
oudheden volgensluit de voordeur
en nog meer uw porseleinkast, wan
neer vreemde, u niet bekende koop
lieden zich aanmelden om met dezen
of genen handigen draai u uwe beste
voorwerpen afhandig te maken.
Leger en Vloot
Onze Lachhoek
KAKOPHONIEëN.
Wordt verzocht:
Het volge-nde zesmaal ac: ter elkan
der snel uit te spreken.
Fiseher Fritz fïscht frisctoe F.s e.
frische Fische fischt Fisct.ers Fritz.
Keiri klein Kind n kleine Kirsch
kern knacken.
Le rlz tenta le rat, le rat té u.nta
le riz.
EEN STAALTJE VAN VER
STROOIDHEID.
Een plattelainus nee!..«ester, die
zeer aaa verstrooidheid leed, kreeg
iemand bij zich, die zeer onpasselijk
was en dadelijk nu lp behoeVt-; hij
maakte een genees.uidde. klaar,
maar stopte den patient em gulden
in de hand en nam in gedachten zelf
het geneesmiddel in.
Hij bemerkte zijne dwaling niet
eer, voordat de man weer b. ler en
hij zelf zoo ziek als een hond w
jaren in de functie van gewoon vrij
willig sergeant, om vervolgens weder
in de positie van dienstplichtige te
rug te kceren.
Het ligt in het voornemen van den
minister om aan deze verb ritmissen
te zijner tijd zekere geldelijke voor-
deelen te verbinden, waarvan de aard
en de omvang echter nog niet door
hem kunnen worden aangegeven, zoo
lang daarvoor nog geen gelden op de
begrooting zijn gebracht.
Niettemin komt het den minister
mogelijk voor, dat bij het bepalen,
welke miliciens in aanmerking zullen
komen voor eene opleiding tot mili
cien-sergeant, reeds eenigermate met
het vorenstaande rekening wordt ge
houden.
Vooral wanneer zich veel miliciens
voor deze opleiding vrijwillig beschik
baar stellen, kanmen zijn keuze in
de eerste plaats vestigen op diegenen,
die door den aard hunner betrekkin
gen in de burgermaatschappij of in
verband met hun reeds daartoe aan
den dag gelegde neiging vermoedelijk
tot nadienen zullen zijn te bewegen.
Uit den aard der zaak zal het aan
tal op te leiden personen van deze ca
tegorie niet meetellen in het aantal
der gewone milicien-sergeanten, wel
ke bij de korpsen worden opgeleid.
Koloniën
Blijkens bij het Dep. v. Marine ontv.
bericht is Hr. Ms. ..Holland" 25 dezer
te Hongkong aangekomen.
SERGEANTEN.
De Minister van Oorlog is van zins
in de "toekomst meer nog dan tot nu
toe. te bevorderen, dat milicien-ser
geanten na het volbrengen van hun
eerste-oefeningstijd ziet» vrijwillig
verbinden om eerst twee jaren op
proef na te dienen en daarna nog drie
PEST EN' CHOLERA.
Den 27en Jan. werden te Batavia
vier nieuwe gevallen van cholera ge
meld bij Oosterlingen.
Drie lijders bezweken, zoodat nog
in behandeling bleven drie Ooster
lingen.
Uit Semarang werd den 29en Jan.
gemeld:
„Sedert 1 Januari heerscht ook In
Pati cholera.
In één district werden 60 personen
aangetast, waarvan er 39 overleden.
De cholera in Koedoes neemt af."
De pokken-epidemie te Semarang
nam, gestadig, hoewel langzaam af.
I-Iet gemiddeld aantal geval'en per
dag was echter nog boven de 25.
RIJSTUITVOER.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, is te
legrapbiscii bericht ontvangen, dat
hel verbod van rijstuitvoer uit Ne-
derlandsch-Indië door den Gouver
neur-Geueraal is ingetrokken.
CHOLERA TE BATAVIA.
De Hbld.-correspondent te Ba'avix
seint, dat van ééne familie, Mug
man, vader, moeder, twee kind. ren
en twee huisbedienden ten gevolge
van cholera zijn overleden.
De redactie teekent daarbij aan.
Volgens het Adresboek van le>
landsch-Indië van 1911 waren vijf fa
milies Brugman (een naam, die .n
Indië nog al veel voorkomt) te Bata
via gevestigd. Hier te lande werd
reeds bericht ontvangen dat Batavia
met cholera besmet verklaard w is.
Het drama, dat daar nu in ééne wo
ning werd afgespeeld, stelt het ge
vaar, dat ook de Europc-e6che ge
meente aldaar bedreigt, ia het licht.
Het feit, dat eene geheele fci.ni ie te
gelijkertijd door de ziekte werd n-
gelast, iaat zich wellicht verklaren
door het gebruik van besmette eet
waren en nu is het beker.d, hoe bij
een deel der Euiopeesche gemeen
schap in Indié ook in tijden van epi-
demiën te dien opziciile dl:-werf groc
te zorgeloosheid wordt betracht.
Tan Kaast en Ksnsisnaars
LIX.
io van Rijsselberghe. Dc afdee-
ling Amsterdam van den Larenschen
Kunsthandel bracht in Februari ceu
Uitgebreide tentoonstelling van het le
venswerk van dezen Belgischen schil
der, die om zijn eigen, en zeer belang-
f'jke plaats in het kunstleven onzer
zuiderburen, wei belangstelling ver
dient, 'feu opzichte der Belgische
schilderkunst maakt bovengenoemde
Kuiistsalon zich zeer verdienstelijk
door het werk van haar vóórmannen
in Amsterdam zoo compleet mogelijk
le vertoon en.
Wij herinneren ons daarbij de soort
gelijke exposities van werken door
Eniile Claus en Luyten en de bij de
directie van den Larenschen Kunst
handel in voorbereiding zijnde plan
ken om jaarlijks te Amsterdam eene
Mort Belgische salon in te richten,
Waartoe aan de Leste Belgische schil
ders om medewerking verzocht is. De
drie thans reeds genoemden zouden
w" goede inleiding daarvoor geweest
lijn.
Wat nu Rijsselberghe betreft, hij is
voorzeker niet de minste van liet drie-
paiischap. Hij is onder de Belgische
Woeders de meest consequente en de
Oudste aanhanger der stippelmetho-
dc, do pointillistische theorie. Hoe
pel tegenstand de eerste producten
der stippclaurs ook mogen gevonden
hebben, we staan er thans reeds
cenigszins anders tegenover en wij
zijn al weer haast geneigd de zaak
als vieux jeu, als afgedaan te be
schouwen. Dat er levenskracht ook in
dit systeem zat, wordt wel bewezen
door het feit dat hoewel het nieuwtje
er af is, nog door vele en belangrijke
artisten op deze, lichtelijk weten
schappelijke methode, gearbeid wordt.
De vader der stippelmetliode is niet
in Belglö le zoeken, hoewel vooral in
Brussel dc nieuwe uitdrukkingswijze
met veel belangstelling ontvangen en
druk in praktijk gebracht werd.
Het was de Franschman George
Seürat. die, in een tijd dat de zuiver
wetenschappelijke beoefening der
kleurenleer velen bezighield, voor het
eerst de gebruikelijke menging van
kleuren -up hot-pa let verliet en de ge-
diviseerdo klcurgeving toepaste, d w.z.
de verlangde kleur en loonwaarde op
zijn doeken trachtte te bereiken dooi
de zuivere spectraalkleuren in kleine
partikels, puntjes of stippels op het
doek te brengen en alleen door de te
genstelling der verschillende kleuren,
en het daarbij gebruik maken van de
wetten der zoogenaamde complemen
taire-kleuren, het gewenschte effect
te bereiken.
De wetenschap, die in de negen
tiende eeuw zulk een beheerschende
rol speelde, ging zich weer eens met
de kunst bemoeien en de artisten, aan
hangers van Seurat, liepen weer eens
m "t dikke boeken en zware theorieën
rond. Het zal ongeveer in 1884 ge
weest zijn dat Seurai's eerste groote
werk te Parijs geëxposeerd werd
Van de Fransche schilders die de
theorie overnamen zijn de thans nog
arbeidende Paul Signac en de overle
den Cross de voornaamste».
ln 1887 was Seurat de gast op een
Brusselsche tentoonstelling, ingericht
door de Vereeniging der Twintig. De
ze Sociêté des X.V. waarvan de deel
nemers gewoonlijk de Vingtisten ge
noemd worden, was een kunstenaars-
genootschap uit en door de jongere
krachten van het toenmaals zeer ac-
tieve België gevormd. Tot die twintig
behoorde ook Theo van Rijsselber
ghe, die van het divisionisme pointil-
lisme, stippelkunsi of hoe ge liet, min
of nieer gemeenzaam, noemen wilt, oen
vurig aanhanger werd en tot op den
huldigen dag een trouw adept ge
bleven is. De historische lijn is hier
mede blootgelegd.
Over het geuivisionoer.d schilderen
mogon nog deze opmerkingen hier in
gevoegd worden De zuiverste théorie
er van bepaalt, dat de grootte dor
verf stippels, waarmede de voorstel
ling woixit saanngcsteld, zij in vertoon
ding tot de grootte dier voorstelling.
Vcor een groot doek worden de stip
pels dus evenredig grooter opgezet en
worden vaak bijna tot kleurschijfjes.
Kleine werkjes daarentegen eischen
een gepro portion neerden verftoevcer,
zoodal men de eigonaardige stillevens
nu begrijpen kan, die geschilderd zijn
door de verf en met werkelijke „stip
peltjes" op aan te brengen.
Verdei zullen die werken het zui
verst naar de leer zijn, waar uitslui
tend van de z.g. spectraalkleuren ge
bruik gemaakt is en alle nuancen door-
enkele tegenstelling of naast-elkaar-
stelliug verkregen zijn.
Een wetenschappelijk llieoretiscn
opgebouwde kunst, als die der cubis-
ten en futuristen dat ook zijn, blijkt
dus al'.veder om geen nieuwtje
Beschouwt men nu deze pointilleer-
kunst, dan dient rnen dus, wil men
onbevooroordeeld kijken en daardoor
tot na-genieten komen, met al wat
hier door de theorie vooropgezet en
geboden is, rekening te houden, en
niet eischen stellen, die men zich ge
wend heeft aan ander werk, waarmee
men meer vertrouwd is, wèl te stellen.
De schoonheid is immers in haar
uitingen zóó veelzijdig. Men bedenke
vooral, dat het bij deze kunstenaars
om de kleur gaat en dat zij, om een
zuiver totaaJ-kleuraspeoL le verkrij
gen, vaak de 'stof-uitdrukking, het
weergeven van liet karakter van
vleesch, hout, stof, planten, enz.,
moeten achterstellen. En juist op het
punt „stof-uitdrukking" zijn wij, Hol
landers. zoo veeleischend
De kring der Vingtisten, waartoe
Van Rijsselberghe behoorde, is voor
ons nog interessant, omdat ook één
Hollander, Jan Toorop, tot de twintig
behoorde. Toorop heeft geruimen tijd
ook gedivisionneerd geschilderd. Hart
Nibbrig is laler dan bij begonnen.
doch is, meen ik, de eenige Hollander
geweest, die bij de eens aanvaarde op
vatting gebleven is en die nog tegen-
oord ig pointilleert. Er zat in die elub
der XX menig interessante figuur en
van het literair en artistiek België
■an 1880—1900 had de Sociêté rijkelijk
belangstelling en steun. Vele Frati-
schen vonden luin eerste bewonder
aars onder de joug-Belgon (men denke
aan Odilon Rol on), terwijl het jonge
België later weer zijn beste krachten
Parijs en de Fransche cultuur af
stond.
Mannen als Verbaleren, Edmond
Picard, de Brusselsche uitgever De-
inan gaven den toon aan en maakten
het Brusselsche kunstleven van die
dagen vari ©en Interessante veelzij
digheid.
In do Vingtistcn-clubj later veran
derd in de Libre Eslhétique" kwa
men krachtige Vlaamsohe naturen als
Lemmen en Vogels en Èuermans
evenzeer tot hun recht, terwijl ook
van boven den Moerdijk figuren van
nteer modern© lie teekenis (als G. W,
Dysselhof bijvoorbeeld) tot de gasten
behoorden. Do z'cl der onderneming
was de secretaris Octave Maus, zelf
niet-artist, doch kunetcritieu» van
professie. Ni t alle twintig zijn repu
taties van wijde strekking geworden:
Toch zijn de namen vun James En-
»or, Rops, de Groux, Khnoppf, Too
rop, Finch, Rijsselberghe voor de mo
derne kunstgeschiedenis niet zonder
beteekenis. Dat niet allen pointillis-
ten waren behoef' niet bijzonderlijk
betoogd; niet allen namen het neo-
impressionisnie, zooals do volgelin
gen van Seurat genoemd worden,
zoo geheel en gaaf over Van Rijs
selberghe; toch ondergingen a'len er
den invloed van.
In het bovenstaande werd de sfeer
van Van Rijsselberghe's arbeid luch
tig geschetst en de bron er van aan
getoond. Men geniete thans te Am
sterdam het werk zelf.
De schilder staat thans 50 jaav
oud in do volle kracht zijner pro
ductie en is één der glories van het
schilderend België. En als portret
schilder èn als ontwerper van groote
decoratieve tableau's kan hij in don
Larenschen kunstsalon gewaardeerd
worden, terwijl ook van het werk der
laatste jaren, aquariumstudi©3 uit 't
zee-kundig instituut in Napels, erko-
le stalen aanwezig zijn. Wanneer
men zich aan hot procédé gewend
heeft, zal nien voluit den krachtigea
teekenaar en tevens zeer fijnximiigen
kleurtechiüker kunnen waardeeren.
j. H. de BOIS.
23 Februari 1913.