BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
CF 10 CEMT PIS WEER-
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
Parijsclie Brieven
30** Jttrgang.
ZATERDAG 1 MAABT 1818
«a 9108
DE ZATERDAGAVOND
Hs.Am.EP.ra dagblad kost
H.20 PEB 3 MAANDEN
ADMIMsVa^TlB GROOTE HOUTSTRAAT 55.
IN HAARLEMS DAGBLAD ZUN
ADVERTENTtÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT
tiet Rijke Natuurleven
DE KABELJAUW.
Dat is ©en visch, die ondanks zijn
sterk© vermenigvuldiging en het onl-
zuglijke aantal, waarin hij voorkomt,
tooli nog' zijn reputatie weet te hancl-
havon.
Een roover van de éérste soort is
liet, ilie dikbuikige bewoner onzer
sscciin, al ziet. hij er dan m_t zijin glib
berig slijm pak je niet erg krijgshaftig
oil, als hij zijn ritje door onze ste
den en dorpen maakt,
Om een kalietjauw goed te zien,
moeten we in Amsterdam zijn.
In liet wonderland der vissclien,
met zijn rustig schemerlicht en zijn
<loor ar listen hand geïmiteerde stuk
jes natuur, in het aquarium van
Artis, kunnen we den kabeljauw in
lijn ware gedaante, in zijn volle
schoonheid ook leeren kennen.
Men heeft wel beweerd, dat een kok
of kooi, een vijver of kom ieder dier
doet desenereeren, maar hoewel dit
•voor de viervoetige roevers izcï
woestijnen en wouden vaak hel geval
ïs. gaat het voor de visschen toch ze
ker niet op.
Zoo'n.hn ring in hef aquarium is
een juweel, een pieterman met zijn
onheilspellend*» groene ooge-n schijnt
gif uit te straten en een spiegelkar-
per of paling is de gezondheid zeive.
Ook de kabeljauw is daar in al
zijn doen en laten na te gaan.
Log en lomp lijkt deze visch als
hij op de kar ligt, maar a.s hij zijn
roove.'.-bedrijf nog uitoefent, blijkt
hij een der besic zwemmers le zijn.
Mel brets.e s.u.gen van d_n ma el. li gen.
staart roeit hij voorwaarts en een en-
ikele wending van dit fijn bewerkt
lichaamsdeel doet hem geheel van
■richting veranderen.
Als hij zijn prooi achtervolgt, opent
hij den wijden bek door middel der
sterke wangspieien ei. een mu:-her
opening wordt zichtbaar.
TiciHuler. scherpe haakt- djes vor
mei. evenveel wapens en wee het
visci.je, dat daartusschen raakt. De
gulzige jager houdt goed vast en
ontkomen is onmog: lijk.
Dat hij in de volle zee een geducht
roover moet zijn; valt gemakkelijk 1e
begrijpen, ais we nagaan, dat de
kubeljauw ecu gewicht kan bereiken
van twintig tot dertig KG., al wegen
dan ook de meeste dieren, die wor
den gevangen, niet meer dan zes A
zeven Rond.
Reeds in de oudbeid werd door den
menseh jacht gemankt, op dit smake
lijke vischje en rog wordt jaarlijks,
ai'ee aan de kusten van New Found
lar.d en Noorwegen, voor een 50 mil-
l'oea gulden omhoog gehaald. De
zee neemt veel, maar geeft ook veel
terug en een van de groot, te schat
ten, die ze ons ieder jaar in de win
termaanden weer schenkt, is de ka-
be'jauw.
Letterlijk alles wordt van dit dier
gébruikt. liet verhaal van de cocos-
nofen, die, evenals de boom waaraan
zij groeien, voor allerlei doe'eiriden
worden gebruikt, vrndt zijn pendant
in de beschaving van het nut van
den kabeljauw.
Dat het vleesch ais stokviscli, lab
berdaan of zoutievisch en als
lirg in den handel komt, is geen
nieuwtje dat de raam stokviscli ont-
sta on is. doordat het grootste deel
der visschen op stokken wordt ge
droogd is van algemeen*1 beke-dlmid,
maar dat van de ingewanden e-i den
l<op e&n der beste kunstmeststoffen,
de vischguano wordt bereid en de
kuit, bij Fchiceasladingen tege^'k,
naar de kusten va.n Frankrijk wordt
gevoerd, om als lokaas te dienen bij
de sardine vïsscherïj, is merkwaar-
dia genoeg, om even te vermelden.
Wat. de visschen, die bij millioe-
nen naar de kust van Noo~wg°n en
naar de banken van New Foundland
bomen, daar gaan doen, is een ge
makkelijk op te lossen vraag. Heel
wat visschen zwemmen nsar de ri
vieren om kuit te schieten en onze
zalmen hebben er een hongerreisj©
voor over, om de eitjes op een rustige
plaats te kunnen deponcereii, maar
de kabeljauw kent zulke fijne go-
voelentjes niet. Ilij leeft om te eten
en verder gaan zijin uitingen niet.
Zorgen voor instandhouding van ziju
soort zijn hem vreemd. De eitjes, Ji©
met ooii vet'aagje zijn omgeven, drij
ven als veelbelovende bolletjes op 't
zeewater en daarvoor behoeft onze
■visc.il dus geen rustig plaatsje cp te
zoeken.
Bovendien legt ieder wijfje een
klei ne twee niillioen eitjes en al gaat
daarvan meer dan driekwart verlo-
awi), er blijven aioj jgsssa
over, om liet. voel vervolgde dier voor
uitroeiing te beschermen.
Neen, alleen de honger drijft den
kabeljauw naar de genoemde plaat
sen. Daar is hij er zeker van, voed
sel in overvloed te vinden.
Haringen en o,ndere visschen ko
men in ontelbare hoeveelheden naar
do kust, om kuit le schieten.
Van de haringen zijn de ei.jes juist
zwaarder dan water, zij zinken naar
den bodem van de zee en, daar hier
voor den groei zuurstof moet zijn,
worden do eitjes daar gelegd, waar
het zonlicht kan doordringen en een
weelderige plantengroei voor de vva-
tervei vers.lnng 2orgt. Dit is -het kust
gebied en hier is dus het voornaam
ste jachtterrein van den kabeljauw,
hier is de eerste vischplaats van
den menscli.
Merkwaardig is .het vleezig© voel
horentje, dat de kabeljauw onder
den bek beeft en waarschijnlijk als
taslorgaan dienst doet, maar nog be
langrijker zijn de geheimzinnige
steentjes, die de kabeljauw, evenals
de schelvisch, de bot en andere wa
terbewoners in den kop dragen. Ge-
Juksbecntjes zeggen de vise- liefheb
bers, die na hun Lueullus-maal, be
staande uit glibberslukjes en gelei-
oogen, do unutoiiiie gaan beoefenen
en den kabe'jauwschedel gaan splij
ten. Gehoorsteentjes, zeiden de man
nen der wetenschap, jaren geleden.
Evenwichlsheentjee behoort men ze
nu to noemen, volgens de nieuwe on
derzoekingen.
lloe die steentjes werken, is een
probleem, voor welks oplossing heel
wat lastige proefnemingen en onder
zoekingen zijn gedaan en dat du-s niet
in een paar rege's valt te behande
len, maar dat ze met het gehoor der
visschen en het geluk der menschen
niets hebben uit le staan, kan voor-
loopig veilig wonden aangenomen.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS.'
Mejuffr. T. te IJ. De ficus elas-
tica is een plant, die zich, met een
beetje zorg, uitstekend leent voor de
feamcrculuiur.
Zij moet in bladgrond staan, die
vermengd is met zand en half verga-
nen koemest. Be aarde moet vochtig
worden gehouden, terwijl een matig
zonnetje goed werkt.
Als de plant pas van den bloemist
komt, zal zo waarschijnlijk niet ver
pol behoeven te worden. De blade
ren moeten vaak worden »*- sponst,
liefst een paar maal per week, aan
onder- en bovenvlak.
De plant moet in de leamer over
winteren bij een temperatuur van
ongeveer GO graden. Er moet dus wor
den gestookt.
Vooral dan is het noodig, de bla
deren af en toe vochtig te houden.
H. PEUSENS.
ware opgezameld worden. Daarom is
liet ook hoogst afkeurenswaardig om
do wratten gewelddadig te verdrij
ven, tlooi' ze bv. uit te branden. De
vuile stoffen kiezen nu een anderen
weg en vormen öf polypen of gaan
de overige organen belasten. De
wratvorming is veelal erfelijk. Een
heel hoofdstuk zouden we kunnen
vullen over de nagels en de beteeke-
nis er van voor de hand. Den mees
ten menschen is liet totaal onbekend,
dat de nagels, evengoed als .heel de
huid, uitwasemen. Het vuil, dat wij
onder de nagels aantreffen is daar
om volstrekt niet geheel van buiten
afkomstig, maar ook wel degelijk
van het transpireeren. Mensc' cu met
slecht© spijsvertering, zullen ie-
Rubriek voor Vrouwen
Do beteekenis van de Hand
voor het lichaam.
Voor de beteekenis v-u de indivi
dualiteit en van den gezondheidstoe
stand van den menseh is de hand
van het grootste belang; want zij,
als eerste uitvoerende van den geest,
wordt liet meest gebruikt. En reeds
door haar scnoonen bouw is ze een
der sierlijkste doelen van het menscb©
lijk lichaam. Waarzegsters plegen de
toekomst van den menseh te lezen
uil do lijnen van de hand: Gezond
heid, levensduur, energie; maar vóór
alles kunstzin schijnen ze daaruit te
kunnen opmaken. Aangaande dit-
laatste geeft de ringvinger vooral,
belangrijke openbaringen: bij artis
tiek aangelegde personen toch is deze
ringvinger van zéér eigenaardigon
bouw: Hij heeft „figuur" zouden we
bijna zeggen, onder en boven het
tweede lid valt hij sterk in. tioven-
dien zijn bij dergelijke menscbem de
plooien der huid, om en bij d© loden,
niet alleen bijzonder talrijk, maar
ook regelmatig verloopend.
In de toppen der vangers schuilt
de tastzin; deze zullen dus bij de
blinden en bij .hen, die veel een mu
ziekinstrument hanteeren, bijzonder
ontwikkeld zijn. Bij zwemmers is de
huid tusschen de vingers zeer ver
eelt.
Sommigen schijnen een sterken,
aanleg tot vvratvorming to vertoo-
neii: Uit een esthetisch oogpunt be
schouwd, is dit niet zeer fraai- Doch
hygiënisch bekeken, is hei nog zoo
kwaad niet: liet lichaam drijft daar
door stoffen uit, die het op natuur
lijke wijze niet, kwijt kan raken, maar
die nu tn de extremiteiten als het
der oogenblik vuile nagels hebben,
niettegenstaande bet besie re'nigirgs-
proces. Dus alweer een voorbeeld,
dal de menseh slechts schoon is, als
•hij gezond is, dit geldt zoowel voor
i het lichaam in zijn geheei a's van
enkele dee'en. Opvallend is l ei voorts,
dat sommige kinderen ai met vaij
lange nagels ter wereld komen, die
men dan dadelijk knippen moet.
Van groot belang is ook de tempe-
j raluur der handen. Daaruit kan men
allerlei opmaken aangaande ras, ra-
tionaiite't, leeftijd, gcs'acht, gezocd-
ieidstocstiind. iemperamenl enz.
I Vrouwen hebben over hot algemeen
warmer handen dan mannen; de
Franschen bijv. warmer dan de Duit-
scher'sj de Oostersche volken vvarmer
daai de Wcslerschen, ouderen van
I dagen hebben warmer handen dan
de jongen, en zieken wanner dan ge-
zonden.
B'oeclarme en bleekzuchtige gestel
len lijden vaali aan zweef handen of
I voeten, daar bij hen de stofwisseling
gestoord is. Minder gevaa"lijk, of
liever beter te verhe'pen is het, wan
neer men aan koude .handen lijdt; j
want door massage en virgergym-
nastiek kan men hier veel goeds be
reiken. j
Verder komt de huidkleur in aan
merking en die is voor een deel weer
afhankelijk van de bekleeding; d. w.
z. of er handschoenen gedracen wor-
den of niet. Js de har.d bedekt, zoo-
dat ze afgesloten is van alle licht en
lucht, dan wordt ze mat, ongezond
en bleek. Bij lever- en n ie'.patiënten
is de tint geel; bij lijders aan hart - j
ziekten blauwachtig, bij bloedarmen
bleek.
Er is een lijd geweest, dat men
dweepte inet dergelijke ongezonde
handen, maar tegenwoordig is men
vee! verstandiger, wat dat aangaat.
Geen teeken van groote gezondheid
is het, als de handen zoo fijn-blauw
dooraderd zijin. Dit wijst op een zeer
zwak geste!, zooals b.v. teringlijders
hebben.
Tuiniers en allen die veel aan bui
tenwerk doen. hebben in den regel
sterk gezwollen handen en ook zéér
ontwikkelde dus groote -*n plompe
handen. Doch dit is natuurlijk en van
dergelijk© menschen kan men ook
niet. verwachten, dat zij uit een soort
coquotteri© er zich o.ao ergeren zul
len. Van het gecompliceerde van het
prachtige handwerktuig, kan men
zich eerst goed een voorstelling vor
men als men bedenkt, dat t uit 27
beenderen bestaat, die in drie groe
pen gesplitst worden. Dat de hand
te aüen tijde als een gewichtig or
gaan beschouwd is, bewijst, wel de
handoplegging: een plechtigheid, die
bij qnderschc dene volken plaats had,
als zinnebeeld van het overdragen
j van eenig gezag. Bij de Israëlieten
had dit al reeds plaats als wijding
der priesters.
MARIE VAN AMSTEL.
CCCLXIX.
De „fortaficatioiis", dcor de Parij-
zenaars kortweg „fortifs' genoemd
de vestingwerken om Parijs zullen
worden gesloopt. Want Parijs zal,
zooals ik bereids in vorige brieven
heb geschreven, zich moeten uitbrei
den, noodzakelijkerwijze. Men kan
'het niet langer in de hoogte zoeken.
Nu moet men liet vinden in de lig
gende uitgestrektheid. Dceh men
kan Parijs niet verder uitbreiden
zonder die vestingwerken tegen den
I grond te slaan, te vernielen. Dus:
weg er méel
Maar de verdediging- van Parijs
dam?
Het was in den ja re 1840 dat men
besloot tot liet bouwen der vesting
werken. Men voorzag toen de moge-
lij klieid, het. hoofd te moeten biedon
aan een nieuwe Euvopeesc'h© coali-
1 tie, en de zorgeloosheid van Keizer
Napoleon I had den Franschen, in
1814, i© veel gekost, dap dat zij zich
ten 2©n male blootgesteld wenschten
te zien aan een soortgelijk gevaar.
Parijs mocht niet zonder verdediging
worden gelaten.
Over de wijze, waarop Parijs ver
dedigd zou worden, liepen de nvente-
gen uiteen.
De Koning, een vreedzame man, die
niets van vechten moest 'hebben en in
het verste verschiet geen belegering
van Parijs vermocht te zien, gaf als
zijn meaning te kennen, dat men kon
volstaan met het bouwen van „des
forts déluches", dezelfde apaite for
ten, welker constructie de publieke
opinie in 1833 had verhinderd.
Deskundigen daarentegen verkozen
een enceinte continue", een gordel
van smaragd... pardon, van vesting-'
werken, meer in slant om weerstand
to bieden tegen aanvallen van bui-
ten.
Een commissie van het wapen der
genie bood een rapport aan, teidende
tot de combinatie van om gording en
forten, en Chabaud Latenr. aide-de-1
camp vam den hertog van Orléars.
maakte in dien ceesl een plan oi>, dat j
Thiers aanvaardde, in weerwil van
do groote uitgaven, verhouden aan
de uitvoering van dai plan. 0"der- i
steund door de voornaamste Haten
vam dien tijd, met name „Le Natio
nal," „Le Siècle' en „Le Courr.er i
Francais" kreeg Thiers het voorstel
„er door.'
De omwalling en de vestingbouw
vonden in eeu minimum van tijd,
plaats onder leiding van den gene
raal der genie Dodo do la Brunerïe.
De kosten vielen, in verhouding tot
de uitgebreidheid van het werk zéér
mee: 140 'iniiLioen francs. i
Bij het vernemen van de stemming
over de uitgaven, bestemd voer do
vesLiugwérken, uitten de Er.gelsehe
bladen, die lord Palmerslom onder
steunden, allerlei dre.gkreten. Zij za
gen in die werken eeu voorbereiding
tot den alge.iiemen oorlog. „The Mor
ning Herald" ging zelfs zoo ver. dat
liet Frankrijk ziju „verlies van natio
naliteit" voorspelde. Dat Frankrijk
lot nog toe zijn nationaliteit heeft
behouden, is dan ook van Engelsche
zijde als een tergende impertinentie
te beschouwen.
Men meende nu gevoegelijk te mo-
gen aannemen, dat Parijs onneem-
baar was. Wat kou zelfs de hevigste
aanval uitrichten tegen een stad, ver
dedigd door een machtig garnizoen
en een dappere bevolking van ruim
twee in l'ioen menschen?
En bij een belegering, zelfs door een
groot leger, zou dit zich moeten uit
strekken over een zoo aanzienlijken
perimeter, dat de geringste weder
stand der belegerden te eiker plaatse,
de pogingen der belegeraars nutteloos
zou maken.
Helaas 1 in dertig jaar van 184S
tot llsïO maakte het belegeringsspel
groote vorderingen. Binnen drie. da
gen wist, in laatstgenoemd jaar, net
Duitsche leger, effectief bestaande uit
niet meer dan 300 000 man, de inslui
ting van Parijs, over een perimeter
van „eventjes" 80 kilometer, zóó vol
ledig te bewerken, dat de belegerde
stad het, in weerwil der vestingwer
ken, niet langer clan vijf maanden
kon uithouden
Wel, wat zouden, nu weer ruim
40 jaar later, die vestingwerken kun
nen uitrichten Die overweging, ge
voegd bij clezc, dat de gestadig in aan
tal toenemende inwoners van Parijs
sinds lange jaren woonruimte te kort
komen, hebben geleid tot hc-t besluit,
de „fortifs" te sloopen!
Het werd hoog tijd I
De „gordel van smaragd" van Pa
rijs is alles behalve mooi
Wei hebben de vestingwerken hun
schilder, met name Raffnëlli, en hun
dichter, Jean Ajaibert, doch dat dag-
teekent van een paar tientallen jaren
her, toen ze nog op Zon- en feestda
gen een pittoresk aanzien hadden,
doordat arbeidersgezinnen, die eens
frissche lucht wilden happen, er pic
nics hielden. Zij bleven er dan tot
laat in den avond, zoo lang mogelijk
wachtend om terug te keeren naar
hun bedompte vijfde of zesde verdie
ping in de stad.
Die tijd is echter voorbij. Sedert de
uitbreiding van het spoorwegnet, de
gocdküopcre tarieven en ook de fiets
de werklieden in siaat hebben ge
steld, verdere tochten te maken, ver
der zelfs dan „la grande banlieue",
worden de vestingwerken niet meer
beschouwd als „de tuin der buitenwij
ken".
De tuin dor buitenwijken, nü
Mooie grap 1 Vraag liet. maar aan den
chansonnier Aristide Bruant, die óók
de „fortifs" heeft bezongen.
Sinds een twintigtal jaren hebben
de „fortifs" hun vreedzaam karakter
verloren. Teruggedrongen uit de meer
bewoonde wijken, hebben zich, omen
nabij de vestingwerken, allerlei vage
bonden en strnatroovers gevestigd
gevestigd in primitieve woningen, op
getrokken van sardines-blikken, aar
de en klei. Fichlre 1 zorgt, dat gij op
eenzame wegen en stille uren niet in
hun handen komt I Zoo uw leven er
niet aan gaat, dan toch zeker uw
beurs en wat er verder voor hen
bruikbaar, mocht zijn.
Waar zullen zij heen moeten, die
vagebonden, straatroovers, die „hom
mes des carrières", nu de vesting
werken zullen worden gesloopt en Pa
rijs zich'noodzakelijkerwijze zal uit
breiden
„Lhótame des carrières" is de
scin'ik dor buitenwijken, ue schrik der
vrouwen, vooral, wanneer zijn mas
sieve en ineengedrongen gestalte zich
lil de schemering afteekent. Met zwa
re stappen drentelt luj in het rond,
steeds op pront bedacht.
Ome. scniliig doend, alsof liet gan-
sc'.ic i\ardsc!.o bestaan hem koud
laat, werpt hij blikken lier en der,
zoekend of er in de buurt niet een
slag is te slaan, hetzij op den weg,
liet/.ij biiufènsiiuis. Gaa: de roof. oe
diefstal met moeilijklieden gepaard,
dan sc.irikt hij gemeenlijk riet voor
een moord terug. De hommes des
carrières" heblien de lijst der mis
daden vergroot.
Soms ziet gij hen binnen Parijs,
takkenbossen te koop aanbiedend of
ventend landelijke wande stokken,
gesneden uit geste'en hout. Hoe zacht
zinnig, hoe berustend en gelaten ~;&n
zij er dan uit! Om medJijden mee
io krijgen!
Het komt mij voor, dat die heertjes
niet bijster ingenomen zullen zijn
met. de slooping van de vestingwer
ken. Ontneemt men er dien armen
slakkers hun dagelijksch brood niet
mede?!
Ik ken hier echter nog een andere
categorie van menschen, die de aan-
staande verdwijning \an de „frrtil's"
met, leed© oogen zullen aanzien. Ik
bectoel namelijk de huisjesue'kérs. j
Immers, uit don aard der z-"ak z l'en,
vooral nu er zich reeds een ma.it-
scaappij tot het bov-vven \a.. gwu-
kodpè woningen bu.ten de vesting-
wei'Ken i.eeit gevormu, we lJa.
huishuren eeu algemeen© da.ing on
dergaan. Uoti ue vereer© pretewt.es
der hoeren, hutsbezjiois en vooial
der danigs huisbez.Utere waai om
zijn dezen do«.rgua..s oen graauje ér
ger? zul.eu dan een goed eind
naar de magte gaan, zrooai oer
Cocuon, ue populaire Lero-.er.ii._r oer
huureers, welbent zal worden ge
doemd tot eeu onzalig n.eisdceu.
We ik ee.i gelukkige tijd waciit ons:
de „époque van ue zartj.e wrake der
huureeis op ue verhuurders...
Over i.u.ren eu ver.reizcu gespro
ken: nu Armaitd FalLères als presi
dent der Republiek is u.g_ue_en,
heeft hij natuurlijk hel Elysé© nu.e-
len verlaten. Bon! Dai behoort to; de
maatscniappeLjhe or e. Doch onze ex-
presiueut neefi ziju i.eei le.ea iaug
„veine" gehad. Ook nu, bij zijn bie
ding, hoeit vrouwe Fortuna hem de
hand gereikt. De Kamer der Atge-
vaare,ig..©ji hee.l name.ijK een ei edict
van üfKki Jrancs gevo.eeru voor ue
verhuiskosten van den .eer Aimand
Fallièree. Als men nagaat, dal ©en
dergebjk© goedgunstigheid aan geen
der vorige presidente., is bewezen,
dat zij aden tijdens hun presiuein-
scnap „royaler'' hebben geteeld dan
ouzo Armand, en dat, g.gere.j ue
gueakoope verhuiskosten te Parijs, er
op uie ZeOO Irancs een aaruig bedrag
zal overschieten, komt men to; ue
stetsum, uat „iiiossieu FalLères" on
der ee.. ge.ukkig gesternte moet ge
boren zijn.
OTTO KNAAP.
Zijn hond.
Naar li et Engelse h.
De hond was Owen Ridley naar zijn
slaapkamer gevolgd en tren Hij zich
van ue wascntatel afwendde zag bij
hoe de grooto Newfoundlander zien
beuagelijk op het haardkleedje had
uitgestrekt.
Je hebt liier niets te maken, Ruff,
bracht hij op vei moeiden loon hier
tegen in.
Op de klok kijkend, merkte hij op dat
het vroeger was dan hij gedacht had.
Hij trok een leuningstoel naderbij.
jij weet wei, dut ik veiunet neb,
niet waar.'
Hij uuiuc den hond over den kop en
staarde in hel vuur. 1-lij was blij, dat
hij zijn vrouw voor ©enige naren naar
haar familie had laten gaan. Hij voel
de dat hij den luatsteu lijd soinoer en
slecht, gehumeurd was geweest in het
vooruitzicht van do catustropiue, die
steeds nader kwam. Zij zou dien avond
echter terugkomen en dan zou hij
haar het nieuws moeten meedeelen.
Hoe Vera dat op zou nemen, daar
van had hij geer idée. Hij hoont© dat
zij hem haar verwijten zou besparen,
want het. was ziju eigen schuld niet,
dat hij zijn positie bij de firma Dane-
hurst zou verliezen. Dat had hij aan
Kenneth Frome te danken.
Frome had hem nooit hunnen zet
ten en hem altijd in de wielen gere
den. Toen Ridley voor het eerst met
Vera Thorn hill kennis maakte, had
Frome zich jaloersch getoond. Hij be
zat toen geen cent en was niet in staal
een vrouw te onderhouden. Ridley
herinnerde zich zijn uitbarsting van
woede, toen hij van hun engagement
hoorde.
Je hebt haar vervolgd met je gelo
Anders zou.zij op mij gewacht heblien
Zii trouwt alPen met je om dat haar
familie arm is. Zij heeft je niet lief,
Ridley en zij zal je ook nooit liexnin-
nen! Maai' jk zal liet je eens Letaald
zetten!
llet, dreigement van Frome was
maar niet zoo uit de lucht gegrepen;
tot die overtuiging kwam hij nu. Of-
sciioou hij in de eerste maanden van
hun iiuwci.jkbk'.ci' ireel gelukkig mot
Vera was gev»moest Hij zichzelf
bekennen dat iiij haar nooit goed had
begrejien. Ecu ding was duidelijk
hun huwelijk had niet dat succes ge
had dat hij er van gehoopt Jiad. On
getwijfeld dacht zij nog aan haar an
deren minnaar.
Zij was haar geheele leven arm ge
weest, en had er tegenop gezien in
haar verder leven met Kenneth Frome
dat nog Jonger mee te mreten .naken.
Nu had zij er spijt van.
De ironie van het Noodlot, had
Frome geluk gebracht. Met een onver
wachte erfenis was hij in een concur-
reerend© firma gekomen, die nu in
de firma van Danehurst en Co. zou
worden opgelost. Daarom zou liet per
soneel worden ingekrompen. Ridley
begreep dat hij nu zijn ontslag zou
krijgen.
Den vorige', (tee had hij Frome op
hel. kantoor ontmoet
Zoo zijn de bordjes dus nu ver
hangen! Een triomfantelijke glim
lach vergezelde zijn woorden.
Je cl echt. zeker. d«l je positie hier
veilig was, niet waar?
Zijn bedoeling was (lmdelijk. Hij zou
zijn invloed aa"wenden om te zorgen
dat Ridlev op de lijst kwam ie staan
van d/vene", die hun onts'ag zouden
krijgen.
De Newfoundlander wreef met zfin
zwaar Pchanm legen het been vnn
zijn meester. Weer slak nij zijn hand
uit.
Dat is goed. hoor, maak bet je
maar gemakkelijk, Ruff, oude jongen.
Je zult niet lang nieei hier zijn.
Spoedig moest Hij 1111 naar een nieu
we betrekking uitkijken. Hij wist hoe
moeilijk het was iets geschikts ie vin
den, vooral voor het salaris, dat nij
genoten had. E- zeuden maanden mee
heengaan en Hij had maar heel weinig
bespaard.
Ridley streelde de ruwe huid van
zijn lieveling. Altijd scheen liet hem
eenigszins op zijn gemak tc brengen,
als hij met zijn hond sprak.
'Ofschoon eeu groot, zwak voor dieren
liem altijd gekenmerkt had. w?s hij
om een ben n 1de recten bij7or'der ran
dezen Newfoundlander gehecht. Hij
bad hem dezen zomer het leve»1 co
red, toen hij onvoorzichtig bij heel
ruw vwev in b"adde. Door kramp
overvallen en door d?" „>r,o"e-
slenrd. >'"d hij wnnhonig om hulp ge
schreeuwd.
Nog eens weer herinnerde hij rich
zijn groote verliohl-'ire-, toen 1» d*m
hn"d zag naderen. T"i yün kraan vast
Keurenen, bad het dier hem weer in
kalm water gebracht
Nn beefde ziin stem een h"<die, ter
wijl v: '•e-11 d*1" l-ol reel de.
,T'i houdt ten mteste van rnii, oude
jongen, als niemand anders het duet.
Nu stond hij op. Hij unci nog juist
tijd om eeu uurtje te gaan biljarten,
voordat Vera terugkwam. Misscuien
zou het spel hem wat verstrooiing
brengen.
ik zal je hier laten. Ruff.
De hond sliep.
Het beste zal innar zijn. dat ik je
opsluit, anders vlieg je liet geheele
huis rond
Langzaam en met gebogen rug ging
hij de trap af.
Een druk gesticuleerende groep
menschen stond op straat vlak hij
den ingang van zijn huis, toen hii bij
zijn terugkeer dei: hoek van de straat
omsloeg. Hij vroeg zich af wat ei de
reden van kon zijn, dat zij zoo naar
boven stonden te kijken.
Er staat zeker een schoorsteen in
brand, mompelde hij, toen hij rook
gewaar werd.
Toen hij naderbij kwam deed een
voorgevoel hem zijn stap verhaasten.
Op de plek zelf an r eek amen, giste hij
gedeeltelük ile waarheid.
Voor dat liij de stoep nog was ongc-
loopen ging de voordeur open en
kwam hun dienstmeisje naru- buiten
gesneld, «et mosje zug doodsbleek on
neefue over al haar leden.
Urand! schreeuw ue zij. Brand!
Riüiey greep naar liij den arm.
Wat is er aan do hand.' Wal is
er gebeurd? Houd jc nu kalm!
-- Het huii -■ het staat in brand,
mijnheorl herhaalde zij zenuwachtig.
Een groep uil <1© wachtende menig
te waarschuwde hem, dat men vlam
men gezien luid. Er snelde t nanstig
iemand naar de nanstbijzijnde brand
schel. Ridley draaide zich om, om do
hal binnen te gaan.