EK VOOR ONZE JEUGD 18—23 is sterker. Wit kan dan wel de hekstelling nemen, doch in dat geval ontkomt er toch weer een schijf, zie de opmer king bij den volgenden zet. De winnende zet Thans is de mand gemakkelijk te overzien neemt men de zwarte schijven op '3, 5, 8, 13, 14 en 15 even van lie*, bord, dan ziet men, dal vier witte schijven 7 zwarte schijven vasthouden. Wil zwart (U- stand verbreken, dan kost hem dat minstens,een schijf. Thans is het voor 'wit van groot belang, te zorgen, dat zwart geen schijf op het centrum krijgt, dus zoo- Met 30 volgt vavt 19—23 speelt, afruilen 4-29 en 39-30. 11-17 1 wit 38—33, dan zwart i en 13—19. 13—19 -24 en 35 24, want dan —24, &5—2-4. 40—35. 24—13 1-30., 8M3!. 13-19, 18 9 34. 35. 33-2'J F.n zwart is uit de hekstelllng. 8—13, Speelt wit 27—21, dan zou dat Item volstrekt geen winst be zorgen, zie maar \Y. 27 —21, 33-28, 31 2, 40—34 Zw. 1G 27, 22 42, 42—47, 14—20 W. 25 23, 2 19a Zw. 18 40, 40-44 Op 19-23 volgt 38-33 en -40—29 oh hoe zwart dan ook spoelt, hij moet verliezen. 30-24 19-30 35 24 G—11 40-35 1621 Gedwongen. Op 5—10 volgt \Y. 29—23, 27 9, 25 5 en wint. Zw. IS 20, 14 3, 27 16 3122 43—39 38-33 30-31 45—40 16:7 40-34 48-43 43-38 22 27 17:28 11-17 28-32 Daar wit de schijf op 32 toch niet kan winnen, is afruiling het Uesle. 32:43 39 48 7-11 48—42 1 4-19 34—30 18—23? Een blunder! Zwart speelde verkeerdelijk op het volgende W. 29 9 24—22 Zw. 12—18, 17-39 om hierdoor naar dam te kun nen loopen, wit moest evenwel drie schijven slaan. 24 16 Zwart geeft op. l>eze partij is wel belangrijk om de verschillende opsluitingen, maar het komt mij voor. dat zulk spel aan zwart weinig winstkansen biedt. Analyse van M. ten Drink, kampi oen van Haarlem en omstreken. De Ilaarlemsche Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maan dagavond van 8—12 uur in het ge bouw „De Nijverheid Jansstraat 85, alhier. Liefhebbers van het damspel zijn daar steeds welkom. Voor liet lidmaatschap kan men zich bij het bestuur aanmelden. Inlichtingen verstrekt gaarne de Secretaris, de heer J. Meyer, Kruis straat 34. Tclephoon 1543. Raadsels (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens en meis jes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinde ren, die inij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zonden, worden in tiet vol gend nummer .hekend ge maakt). IF.DERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van liet werk. 1. (Ingezonden door Jo Zeestraten). 1 k ben scherp eu een kleine stad. Ra, ra, wat is dat'? 2. (Ingezonden door Anton Janse). Al ben ik In elks oog een onbe- teek nend ding. Al is mijn achting in de wereld heel gering, Zcodat mijn naam met spot en hoon slaat in verband, Toch kwam er zonder mij nooit een millioen tot stand. 3. (Ingezonden door Jolian van Don- selaai). Ik bon een drank en tevens een plants in Frankrijk. 4. (Ingezonden door Cath. Chr. Doing). Ik ben een kleedingstuk. Keer mij om en schrap de laatste letter weg, dan Krijgt ge liet laatste gedeelte van een bekend gesticht in Haarlem. 5 (Ingezonden door Leo Gieske). Ik ben een kleine kamer, Vol scherp en- bijtend goed, Toch kan men mij niet missen. Al kijkt men zuur of zoet. Soms kan ik u van pijn doen beven. Toch zoudt ge-, zonder mij, niet gaarne leven. 6 (Ingezonden door Anna en Truida V. d. Vegte). Tweebeen zat op driebeen, Toen kwam viorbeen, om driebeen te bijten. Toen nam tweebeen driebeen om vierbeen mee te smijten. Ra, ra, wat is dat 7 (Ingezonden door Piet Usi). Ik ben een rivier. Laat mijn eetsie en laatste letter weg en ik zit in den schoorsteen. 8. (Ingezonden door Leo Gieske). Tweemaal n en tweemaal d. Eenmaal 1 en r en a. En daarbij nog tweemaal e. Welk land deel ik u mee? 9. (Ingezonden door Jan v. Essen). Mijn geheel bestaat uit 26 letters, en wordt meestal 's wintersavönds gege ven. 3 '22 gebruikt de naaister. 18 16 25 7 is de aarde. 20 6 25 9 gebruikt de smid. 17 11 14 20 21 18 is een dier, dat in het water leeft. 15 3 25 1 16 is een plaats in Neder land. 10 1G 21 5 is een kleedingstuk. 18 2 4 is gevaarlijk bij de kust. In een 13 16 17 19 kan men iets hergen. 23 12 3 15 21 22 24 25 26 zegt een "moeder wel eens tegen haar kind. 8 25 13 24 3 is een warm land. 10. (Ingezonden door J. M. Karre- man). Ik ben een stad in Siberië van acht letters. Verander de 2 eerste letters en ik ben weer een stad in Siberië. 11. (Ingezonden door Caspar Wil lemsen). A. i. .o .eii.e. .o. .oo ..e., .e .aa..ei. a. e..aa.. .aa. .e. Vervang dc puntjes door medeklin kers, zoouat. ge een bekend spreek woord krijgt 12. ingezonden door Albert Bie- mond). Het geheel is oen stad in Zweden van 9 letters. 2 0 is een \oorzetseL 6 5 is een rivier. 4 5 6 is een Jicnaamsdeel, 8 2 3 woont in een klooster. 1 2 8 9 zijn kinderen. 4 7 S is een lichaamsdeel. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige wec-k zijn 1. Hei vlas. 2. Aalscholver. 3. liet wuren grootvader, vader en zoon. 4. Een snibbig antwoord blijft lan ger in het. geheugen, dan tien vriendelijke. 5 Havenhoofd. C. Kat mat rat. 7. Beier één vogel in de hand, dan tien in de lucht. Tiber, Ba tavia, eenden, lachen, teer, or gel, duiven, neen, hand, de. 8. Perronkaarten-automaat. 9. Nieuwjaars wedstrijd. Strijd, duin, eeuw, jaar, winst. El. Noel. Kabeljauw. 11, 't Is waar een echt berouw Kan nooit to spado komen, Maar Iaat berouw wordt ook Niet licht voor recht genomen. 12. Prij rijp. Goede oplossingen ontvangen van Wirn He ijl 12. Jo Kotten J2. Marie Vernout 12, Cor en Rika llilgerman 8. Annie Schilpzand 4. Jac. J. Bert U. •lansje en Hika Bert 11. Jan Bert 11. Johannes van Essen 12. Leo Touwen 11. Henk Roelfsema 8. Zus en Arend van Lohuizen 9. Abraham Hurtendorp 12. Ti uus van Bilderbeek 12. Willem van Zadel 4. Julian Drogtrop 12. Nelly Nootebeom 11. Clasion v d. Brink 8. Agatha van Rijn 9.* Piet Usi 10. Jan Usi 10. Rika Vermeer S. F reen a Kroes 10. Jan van Berkum 10. Cornells Caalen 10. Rika Gast 8. Pieter Kabel 11. Veigeei-nie-niet en Sneeuwklokje 8. CJaire en Betsie Emrik 11. Neeltje van Oeffel 10. .laantje van Oeffel 10. Zonder naam 11. Rika Baaij II. Johanna van der Moolen 11. Cor en No,line Nauta 11 Fe n na Ve.rvv.et*. 4. YV illy Gerniieraad 11. Jo Kotten 10." Albert Biemond 12. W. Niouvvdorp 11. B r naixl Vernimmen 9. Hendrik Douwnia 8. Hendrik G. 11. Liesjo Roelofs 11. Jan van Zijtveld 11. David Zwart 12. Adriana en Geertruida Cornelisse 9. Jo Zeestraten 9. Sophietje Kapteijn 11. Jan de Bniiiri" 11 Jan van lieinert 12. Karei en Nelly lveuker lt. Lena Koe Ie veld 11. Willem, Johanna e i Joiian Spoor 10. A. Schwarzingor 12. Johanna eu Joimii rfooeerduijn 11. Nelly en Annie Bauer 11. Piet en Cor van Keulen 9. Jacob Weosman 11. Leo Gieske 12. Johanna Maria Karremon S. Roeland Hollander II. Adriaan Zeijlemaker 10. Marinus Caalen 11. Caspar Willemsen 10. Emmy Ralidei 6. STRIKVRAGEN. (Ingezonden door Jan v. I-Iemert). 1. Welke vissehen hebben den kop het dichtste bij den staart 2. Wie is er sterkergij of een slak 3. Met welk ambacht moet-rnen al tijd achteruitgaan? 4 Welke nonnen zijn van metaal 5. W-elke steeiten hebben oogen 6. Wat lijkt hel meest op een halven sinaasappel 7. Wal is. zonder staart zes-minder dan met oen al aart 8. Wal is 's winters 'warm en 's zo- miers koud 9. Waar vindt men vijf aan één? 10. Wa l beweegt door de lucht zon der vleugels STRIKVRAGEN. De antwoorden van de vorige week zijn 1. De kinnen, want'zii vegen hun snavel aan de aarde af. 2. Eksterogen, want die zijn altijd op de been. 3 De letter M. 4. Geen eon Hij konit er een te kort. 5 Een slakkenhuis. 6. Honderd lders maken een hecto liter. Maar men kan van 100 graven geen hectograaf maken. 7. Zeven. XII. 8. In oen dakpan. 9. Lnmpeglazen. 10. Geen enkele, want de overige vlogen weg. Goede antwoorden ontvangen van Wini Ileijl 10. Marie Yernout 12. Cor en uika riugerman 12. Annie Schilpzand 6. Johannes va,i assen 10. Leo Touwen 10. Amanani nai wnuorp 9. Truus van Bilderbeek 9. Willem van Zadel 4. Jolian Drogtrop 10. Nelly Nooteboorn 8. Clasien v. u. Brink 10. Agatha van Rijn 6. Rika Vermeer 8. F ree nu Kroes 8. Cornells Caalen 9. .„.ca Gast 5. Vergeet-me-niet en Sneeuwklokje 6. Claire en Betsie Emrik 8. Neeltje van Oeffel 8. Jaantjc van Oeffel 8. i Kuijk. Zonder naam 8. Johanna v. d. Moolen 7. Cor on N'anne Nauta 8. renna Verwer 6. Willy Germeraad 10. Albert Bicniond 10. W. Nieuw dorp 10. Bernard Vernimmen 10. Louis Poppe 7. He t 'rik Douwrna 10. Liesje Roelofs 8. Jan van Zijtveld 8. David Zwart 10. Adriana en Geertruida Cornelisse 10 Sophietje Kapteijn 10. Jan de Bruijn 7. Jan van lieinert 10. Karei en Nel'y K^uker 10. I.ena Koélevéld 10. Willem, Johanna en Jok an Spoor 10. Nelly on Annie Bauer 7. Piot en Cor van Keulen 8. Jacob Weosman 10.' Johanna Maria Karreman 10. Adriaan Zeijlemaker 8. Marinas Caalen 10. Rika Baaij 10. Caspar Willemsen 9. Emmy Rahder 8. BERICHT WEDSTRIJD. Inzendingen ontvangen van: Wini Ho ijl. Mies Yerheus. Grietje Horsnieier. Betsy de Haan. Nelly van Riet. Frits llinzo. Rob Koning. Titia Arp. Annoliosc Sclnvarzinger. Jan Bergman. Franc in a Jolian Cl aai na Alida Kuijk. Nelly van don Berg. Horman C. Kiou. Anton do Witte. Karet Kenleer. Johanna Moogerduijn. Truus van Bilderbeek. Nolly Noteboom. Willem van Zadel. Agatha van Rijn. Marie C. Jongkind. Paula Rnlldcr. Liesje Roelofs. Willem de Zwager. Leo Gieske. Wilbeimiiia Romijn. Johan H. Borgman. Joh an Par ree. A. M. F.. Brandsnia. Adriaan Zeijlemaker. Joh. A. Busch Geert sera a. Nico Drent. F. F. Kuijk. C. G. J. Meijbrink. Johanna I. van Dalen. S. Boon. Jan en Jac. Bert. Lena Koelevcld. Jan van Essen. Clasien v. d. Brink. Bart Ligtenbc-rg. Jan de Bruijn. AbraJiain Hartendorp. Jan van Hemert. Hendrik Ilazevoet. Roelof Hoffschiag. Cornelis Snellens. I.ucie L. Spaan. Marie Ruigrok v. d. Werve. Willem Nieuwdorp. Klaas Duit. David-Zwart, Johanna Maria Ivarreman. .Johan Exel. De i E e n S p r o o k j e. In oen luivl nier ver vandaan, loof de een ouue Koning. Wij haa een macn- tig ijk en nad er siccus naur gestreefd zij.i one geiutCKig ie rnalccn. Maar nij had oen grout verdriet. Zijn cein^.. zoo,., nij, die hem bij zijn doou „p moest volgen, gaf nem angst en zorg. Welwas deze opge groeid tot n lluik gebouwden, sternen man, maar bij was wreed, ruw en liefdeloos. Als de armen Lij Jieni kwamen om brood, lachte hij hen uit, of sloeg mei zijn rijzweep r.aar lien. Als een aan klager bij hem kwam, om recht te ven k' 'JeOii, uy *-,T;ki» vel. aa..ócKia..ijue ju oe gcv&ugouis wer- IHSi.. lmi a.s iviiiuei en oi u«jren zien op ueu weg nesoixuen, waar xuj raus» kwam, /.eite nij zijn paard, aan en r«d over nou nec.i, zonuer ue muisie uau- diicui aan nun angstkreten te scneii- ken. z.oo kwam hot, dat hij door liet gan se no land geiiiiat en gevreesd werd, uai. geen gejuich v.eeiwiui-k, wan' nij zien vertoonde en dat menigeen met angst en zorg ue toeicoiuoi voc»r zien zag, wanneer ue oude Koning er niet riteer zijn zou. Dag en nacht tobde de koning cr over, hoe li ij den prins toch wat zach ter, gevoeliger en medelij dender kon maken, maar hij kon geen enkel doel treffend middel bedenken. Toen be sloot hij een grijzen toovenaar, die in hel na hu rïg i woud woonde, te raad plegen. Geheel alleen ging hij den vol genden dag op weg en reed naar het eenzame hutje van den toovenaar. Deze, was een wijs man, die oud en jong, rijk en arm gaarne met zijn raad diénde. Toen de oude koning hem de reden van zijn komst wilde mededpelon, voorkwam hij hem en sprak: „Ik weet, waarvoor gij komt! Het is de Prins, het is- Armandad, die u angst en zorg geeft, voor de toe komst. Zijn hart is koud. Hij kent geen leed en kan daardoor geen leed van anderen meevoelen of liegriipen. Wilt gij hem één jaar missen? Dan zal ik zien, wat ik voor u doen kan!" De oude koning nam het aanbod van den toovenaar aan en beloofde den Prins den volgenden dag te zenden. Dien nacht sliep de oude koning weinig. Zwaar VpJ het. hem, zijn zoon zoo langen tijd te moeten missen, maar toch. li. t moest, liet moest, wilde <te fivV-umsit gee*1 "'lende brengen over dierbaar volk. Den volgenden morgen gelastte hij den Prins een brief cy te brengen aan den ouden toovenaar in het bosch. Deze sprong te paard en reed liet boscli in. -Spoedig bad hij zijn bood schap gedaan en onder«am hij den terugtocht Doch, hoe vree nul, ouder het rijden had hij het gevoel, hoe lan ger, hoe kleiner te worden! Ja, liet leed geen twijfel, hij werd kleiner! Nu merkte hij ai, dat bij boven op het paard kwam te zïiten eu zijn voeten niet meer in de stijgbeugels kon hou den. Zijn banden lieten de teugels los, hij wilde roepen, mam-. „Tjïlp, tj'lp, pie!" klonk er alleen. Hij zag nu dut zijn armen verdwenen waren, maar dat er vlerken voor in de plaats geko men warc-n. Hij was bedekt met bruin grijze veertjes, en... hij was een vogel geworden. Zou dut die ellendige toovenaar ge daan hebben?! Dat zou hij hem be taald zetten, en de Prins wilde het paard laten keerew en terugrijden! Maar, ja wel, het paard nam niet de minste notitie van zijn getjilp.en ver- voInde bod*niiri den weg naar zijn stal. Nu sloeg de Prins zijn vleugels uit en ja. vliegen kon. hij. Hij vloog regelrecht naar hat Pa te's en lien, om binnengelaten te wor den. Maar de eenige, clie acht op hem sloeg, was-het zoontje van den por tier, die tegen zijri zusje zei: „Hoor die musch eens een leven maken! Wat zijn die mnsschen toch brutaal!" En toen liep het jongetje spelende verder. Och, waarom begrepen de incnscken hem nu niet dadelijk. De Prins werd boos en hoe larger, hoe boozer! In wil de vaart vloog hij om liet Paleis, keek door alle vensters, riep en schreeuw de, maar niemand nam eenige no titie van hem. Eindetijk viel hij half .dood van vermoeidheid op den grond neer. Toen voelde hij, dat hij honger had. Maar hij kon nu geen bediende roepen, die dadelijk heerlijke spijzen en dranken op gouden presenteerbla den bij hem bracht; Hij begreep, dat li ij zelf zijn eten moest zoeken. Ilii was een rnuscli geworden c-n nu leek niets hem zoo lekker, dan v\ at korrels graan op 't veld, of wat kersen uit den boom gaard. .Maar toen hij van dc kers wou pik ken, kwam de tuinmansjongen en schoot! E'n als hij niet zoo vlug weg was gevlogen, had hij een lading ha gelkorrels "in zijn klein vogellijfje go- kregen. En op liet korenveld ging hot hem niets beter. Ook daar zorgde de bóer met zijn geweer, dat. de mns schen en spreeuwen zijn oogst niet bin nenhaalden. Tóen vloog de Prins weer naar het bosch terug en lui was bang! llij was bang, moe, cm 'hongerig: drie dingen, die hij vroeger nooit gekend had. En toen dacht hij aan de arme rnenschen, die hij in zijn vaders rijk altijd bespot en uitgelachen had. Zouden die zich ook zoo ellendig gevoeld hebben, als hij nu? En hij gevoelde spijt, dat hij hen niet geholpen had. En toen hij dat gevoelde, werd zonder dat de Prins 't bemerkte, óén van zijn veeron goud. Och, wat kreeg de Prins nu een el lendig loven. Voortdurend had hij honger.Nergens werd hem c-len ge gund. Overal werd hij verschrikt en verjaagd. En het werd kouder oii kou der. En tóen li ij eens op 'n kalen tak zat in con lievige sneeuwbui en rilde en bibberde van de kou. toen dacht hij aan de arme nienscheri in zijns vaders ruk, die hij in de barre kou had uitge lachen c-n bespot om hun lompen en dunne kteereii. En hij gevoelde spijt, dat hij hen niet geholpen had. En toen hij dat ge voelde, werd zonder dat de Prins liet bemerkte, weer een van zijn vee ren goud. En teen het muschje over de kale velden vloog om eten te zoeken, zag liij een klein meisjé zitten dat schrei de. En hij dacht, kon ik dat meisje maar troosten kon ik maar iets doen om haar op.te beuren en wat v rooi ij ker te maken. En hij probeerde te zin- gen. Hij .probeerde een vrooiijk, lief i wijsje te zingen. Eu terwijl hij liet pro beerde, veranderde zijn gewone ijilp j tjiip" in een praenlig gezang en bracht zijn keeltje geluiden voort, schooner dan de schoonste nachtegaal liet zou kunnen. En liet meisje luisterde. En zij droogde haar tranen en keek om hoog. En weer werd een van rle vee- ren van Prins Armandad goud ge kleurd. En toen voelde de Prins zich niet langer zoo ellendig meer. Toen hij wist, dat hij armen en zieken kon op beuren en troosten met zijn gezang. toen vloog hij naar de stad. En daar had hij het druk, want er waren er zoo velen, die verdriet hadden. En ieder voelde zich versterkt en opge wekt wanneer zij den jubelenden zang aan den prachtige» gouden vogel hoorden. Want zijn vee-ren waren nu allemaal goud geworden. Eens, toen de vogel op den rand van liet bed van oen uitgeputte zieke was gaan zitten eu hij zijn uiterste, feest cieed om deze met een zachten, liefelij ken zang iri een weldadigen slaap te doen vallen, kwam daar opeens de grijze toovenaar uit het bosch. Maar de vogel was au niet boos meer p hem. „Gij troost er zoo velen!" sprak de toovenaar, „zeg mij nu, wat gij het liefst wilt en uw vvensch zal vervuld worden l" Toen zei de vogel: „Het liefst zou ik willen, dat gij mij do macht gaaft, nog meer ongelukkigen te helpen, nog meer leed te verzachten!" Ga naar tiet paleis van uwen va der!" sprak de toovenaar. En de gouden vogel vloog naar het paleis. En toen hij daar kwam, voelilo hij zich zoo moe en zoo zwaar, dat hij niet langer vliegen kon. Hij daalde, hij raakte den grond aan en daar stond weer Prins Armandad, uiterlijk geheel dezelfde als hij vroeger geweest was. En hij trad het Paleis Linnen en alle bedienden Logen even diep voor hem als vroeger. En de Prins groeite vrien delijk terug. En daaraan zag dadelijk iedereen, dat het toch niet dezelfde Prins Ar mandad van vroeger was. En het duuidc niet lang of iedereen in het land l iep: „Heli je onzen Prins al ge zien? Wat is liij vriendelijk en goed geworden!" En de rnenschen juichten waar hij langs kwam en zwaaiden hun hoeden en riepen: „Hoera, lang léve de Prins!" En de 'armoede in het Rijk werd verlicht, dc smarten der zieken gele nigd. Eu overal waar de Prins bin nenkwam, was het of de zon scheen, daar voelden de rnenschen zich ver sterkt en opgebeurd, juist als vroe ger toen <le kleine gouden vogel bij tien zingen kwam. En nu kon de oude koning zijn moe de hoofd rustig neerleggen. Want li ij wist dat zijn volk gelukkig - worden Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kind er-A f déetihg moeten gezonden worden aan Me vrouw Venema—v. Doorn, Wagenweg 88, Haarlem). In de bus gooien, zonder aanschellen ANTON DE W. Neen, de c-chte ijspret komt nu niet meer, dat geloof ik ook niet; maar dan komen de schaatsen een volgend jaar wel te pas. Heb je een paar Eriesche ABRAHAM IT. Dat foutje was niet heel erg, hoor Ik begrijp al gauw, hoe jullie 't meeuen Maar wat geven jullie ine een boel werk dezen keer I I-Ioe lang heb je wel ge schreven. om ze allemaal netjes in liet schrift over te schrijven TRUUS V. B. Neen, geplaatst worden geen raadsels in vreemde ta len, maar .ie mag liet niij toch wel opgeven Ik vind, dat jij goed af bent j met liet verhuizen een aparte eigen zit- en slaapkamertje Dut had ik nog niet, toen ik zoo oud was als ji.i, hoor Gaan jullie op 1 Mei? RIKA eu .TANSJE B. De strik vragen zijn het gemakkelijkste te ru- den. Voor de raadsels moet je al goed kunnen lozen cn schrijven, dus dat zal over een jaartje wel beter gaan. JAN B. Ja, teekejren cn kleuren is een" prettig werkje, vooral als t een beetje goed gaal. Weet je al, wat je later worden moet NELLY v. d. B. Als je nog niet goed kunt tijden, is de kans om te vallen ook veel grooter. en dan kan je dadelijk drijfnat geweest zijn. Had Jaap nog veel pleizier op het ijs? Ge lukkig, dal vader weet' goed vooruit gaat. Als liet weer nu maar mooi blijft, mag hij ook wel gauw weer uit LEO T. Ja, dari zou het zelf be dacht moeten zijn. Wat voor soort op stellen, bedoel je? IIENK R. Ja, reizen is heerlijk, Henk. Als ie later een fiets hebt, ga je de omstreken liier ook zeker nog eens beter'teeren kennen, is 't niet? AGATHA v. R. De nieuwe raad sels zijn prachtig. Ik vind het aardig, dat je voortaan geregeld mee wil doen en jou werk ziet cr keurig uit, hoor I-Ieb je kennisjes in je klas, diff ook meedoen PIET en JAN U. Dat is best, Jan, doe daar ook maar aan mee. Het nieuwe raadsel van Piet is goed. RIKA V. Dat vind ik best. Laat Grettia liet mij dan maar eens vragen. JAN v. B. In dezen lijd van bet jaar krijg ik altijd erg veel raadsels, Jan, en dan moet ik een beetje op de beurt letten. Maar jou ra'adsc-ls zul len nu heusch wel gauw komen. Wees ruoar niet ongeduldig, hoor Je mag toch nog wel een paar nieuwe zenden. Ik bewaar ze dan wel weer, tot ik er aan toe ben. Wl.M TL Jammer, dat die voor stelling zoo mislukte. Hoe zou dat ge komen zijn Je hebt heel wat woord jes gevonden, hooi' Maar er zijn ook heel wat inzendingen Ben je nu weer heelemaal beter? Pas maar op. dat je liet nu niet weer te pak ken krijgt. GRIETJE H. Hol is best. dat je Ook eens met ons meedoet Er zijn boel wat inzendingen dezen keer. Ik geloof, dat dc- meeste kinderen dit een prettigen wedstrijd vonden. FRITS H. Je gaat een verre reis doen, hoor I Hoe lang blijf jo daar wel JO K. .Te. zendt raadsels in, zon der de antwoorden er bij te schrijven. Wil je ze me nu nog eens zenden mot de antwoorden er bij HENDRIK G. Jij hebt ook de ant woorden vergeten bij je nieuwe raad sels; wil jc me clie nog eens zenden C. G. J. M. Het is best, dat jij ook mee gedaan hebt. Ik heb veel meer vriendjes van 7 jaar, hoor COR en RIKA II. Ja, nieuwe raadsels mag je ook inzenden, maar dan moet jc er de antwoorden dade lijk bijschrijven. Hebben jullie plei zier gehad in S. ANNIE S- - De volgende wec-k zal 't wel weer beter gaan. Verjaardagen sturen" ous werk wel eens meer wat in de war JOHAN én SOPHIE B. - Het zoe ken is cea heel werk. gelukkig vonden de nicesten het een pri-r-üg werk t want met zooveel inzendingen, zul len er veel kinderen teleurgesteld moeten worde-n CLASIEN V. d. B. .la. als het ijs gevaarlijk wordt, is het liet beste, om er maar gauw af le gaan. Er zijn hier gelukkig niet veel ongelukken ge beurd. Kan jij al goed rijden? PIETER K. Hel nieuwe raadsel is goed. Ja hoor, zoo gaan we lang zaam maar zeker vooruit. PAULA R. Ja mm er. dat cr een gedeelte is weggeraakt. Kon jo zeniet meer bedenken Hebben jullie vroe ger in Amsterdam gewoond? ZONDER NAAM. - Nu krijg ik een briefje zonder onderlcekoning, dat begint met: „Mijn naam heb ik er wel onder gezet en ilc heb den brief /.elf bezorgd Dit zal dan wel de twee de keer zijn. dat je je naam vergeet Kan liet E. K. zijn, die mij zoo wil laten raden FENNA V. Wil je er ook aac denken, dal je je naam altijd duide lijk ouder jc briefje gezet? Neen, die kleinere broertjes kunnen jou niet -helpen, maar over een poosje help je hen misschien ook we! raden Is liet theebladkleedjc- al af ZUS en AREND v. L Hoe oud is de kleine broer, die al zoo flink lezen kan V Leest hij ook al eens wat in on ze rubriek? en kan hij met potlood al schrijven ook? BERNARD V. De nieuwe begra ven vruchten en strikvragen zijn best. HENDRIK O. Ja, dat is goed. Woensdagmiddag tusschen 1 en 2 uur. DAVID Z., ANNEL1ESE S., JACOB D. De nieuwe raadsels zijn goed. Deze week kwamen zooveel inzen dingen en briefjes, dal er ongeveer 25 pas de volgende week beantwoord worden. NELLY N. Wil jij me deze week nog even je leeftijd opgeven? Dien heb jc vergeten bij je inzending te zetten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 17