lain leu BEAU BROCADE TWEEDE BLAD Maandag 17 Maart 1913 Grooie scheepsramp voor IJmaidBD. Het Engelsche schip Eastwell strandt op da Noordpier. Alle 75 opvarenden gered üoof het kranig optreden onzer zeelieden] Zondagmorgen ontvingen wc van onzen ljmuïdenschen correspondent 'n telegram, meldend dat-het Engel sche stoomschip Eastwell, met rijst geladen, in den vroegen ochtend op de Noordpier was gestrand, en dat alle 72 opvarenden waren gered. Nader bericht onze correspondent liet volgende Zaterdagavond was van' IJmuiden 7órtrokken de sleepboot IJmuiden. Kapitein is Jan van der Wide, onder varensgezellen meer bekend onder den naam Nannie van der Wiele. Stuur man was Th. de Put en als derde man was aan boord de machinist M. Peters. Als runner of sleepboot-agent ging mede II. Kapteiu en als vletlerman G. Boonekamp. Doel van den tocht was een te verwachten stoomschip, (niet de Eastwell, waarvan de komst nog niet bekend was, daar liet schip oorspronkelijk voor Botterdam bela den was en eerst te Algiers order voor Zaandam had gekregen) tegemoet te stoomen en sleepdiensten aan te bic den. Tegen 10 uur des avonds kwam de Eastwell in ziclit, en besloot de ka pitein van de sleepboot dit schip zijn hulp aan te bieden. Beide'schepen be vonden zich toen ongeveer dwars van Schcvcningen. Ondanks den storm uit liet West-Zuidwesten, de hooggaande zeeën en het buiige weer, gelukte liet den kapitein van dc sleepboot, langs- Z'i van de Eastwell te komen en spr'on gen de runner en de vletterman over. Op zichzelf is dit reeds een proeve van zeemanskunst en waaghalzerij, ter wijl alleen zeer geroutineerde zeelie den dit verstaan. De Eastwell en de sleepboot IJmuiden stoomden toen op IJmuiden aan, waar ze te ongeveer half één voorgaalS kwamen, en de Eastwell een halve mijl bezuiden de gasboei voor anker ging, om den dag af te wachten, terwijl de sleepboot op het vernemen, dat de Eastwell te vijf uur in den morgen het anker zou lich ten, binnen dc pieren ten anker ging. Om des morgens bijtijds gereed te zijn de Eastwell le assisteeren, die ac- coord gemaakt had voor twee sleep booten, werd ligplaats gekozen bij don uitersten ton. Tegen zes uur in den morgen stoomden de sleepbooten IJ muiden en Vischpioeg de Eastwell te gemoet om hein bij 't stoomen naar dc sluizen te assisteeren. Er woei een vliegende storm uit liet West-zuid westen,'die de zeeën zoo hoog opjoeg, dat ze aan beide zijden van het schip oversloegen. Bovendien liep een zwa re vnorvlo.ed. Do Eastwell, die piet de lichten der beide vuurtorens in zicht de pieren naderde, werd door den storm, de zeeën en den vloed zoodanig uit den koers gedreven en naar de pier toe gezet, dat de kapitein van de sleep boot liet ongeluk zag naderen. Toen blijkbaar door de zeecn het schip slecht bestuurbaar werd, was de East- well in een minimum van tijd de Noordpier genaderd. Uiterste pogin gen om te voorkomen, dat het schip op de voor de pier liggende reuzen- blokken zou slootèn, mochten niet meer haten. Ze leden schipbreuk op de kracht der woedende elementen. De gchcoie equipage was aan dek bijeen, een vijf eu twintig man op het voorschip en de overigen op het mid-, denschip. Eon verbijsterend oogenbhk, een hevige stool, een angstwekkend gekraak en plots vloog de sloom -van het de machinekamer binnen-; sirüomende water den schoorsteen uit. Het schip was, dwars wegdrijvende, midscheeps op de blokken gestooien en allen zagcu .den dood voor oogen. Wat toen door den kapitein van de sleepboot is verricht, grenst volgens liet ooidqel van deskundigen aan het •bovcnmenschelijke. Niet bedacht op eigen lijfsbehoud, zonder te bedenken dat zijn schip een zelfde lot kon, ja bijna moest treffen, beeft hij de haast ongelooflijke uaad verricht met zijn schip tusschen de Noordpier en de Eastwell zich te wagen en met de ach terzijde van zijn schip de bakboords- stoven van de Eastwell le naderen. Hoewel de sleepboot herhaalde malen werd teruggeslingerd. mocht het niet .behulp van den stuurman, den runner en den vletterman,welke beide laatsten overboord gesprongen waren en de sleepboot hadden bereikt, gelukken r is s 11 e t o rs DE VERMETELE. Uit het Engelsch van Baronesse Orczy door C. D. 29) Die tocht was zeer moeilijk ge weest: dc gewonde, koortsig na al het gebeurde, was gaan ijlen en leed bij tusschonpoozen van bewustheid veel wondpljn. Lady Patience kon er niet toekomen hem te verlaten. Een gevoel, dat zij niet had kunnen omschrijven, scheen haar geketend te houden aan de zij de 'van dien man. dien zij eenigc uren geleden nog nooit gezien had, maar op wien nu al haar hoop gevestigd was. llij had haar gevraagd hem le vertrouwen en sedert had hij als llij bij bewustzijn was aldoor niet stom me, smartvolle oógen haar gesmeekt hein dal geschonken vertrouwen niet te ontnemen. Gelukkig had de bekende slechte toestand der wegen op de Brassinger heide die hier of daar mochten blij ken Vnnr do koets onberijdbaar te zijn. de zich op het voorschip bevindende schipbreukelingen, waaronder het oudste dochtertje van den gezagvoer der, van het schip to halen of op te vangen. Met de doodsverachting zulken zeelieden eigen, heeft men zich toen met bovcnmenschelijke 'Inspanning met de sleepboot tusschen en naast de blokken moeten begeven om ook de overige opvarenden, die het voor schip niet meer konden bereiken, le trachten te redden, waartoe men nood zakelijk liet reeds zinkende schip mid scheeps moest bereiken. Meer dan twintig maal werd de sleepboot, die geen verbinding met de Eastwell kon tot stand krijgen en waarvan het achterschip reeds in de gol ven verdwenen was door de huizen-1 hooge golven, teruggeslagen, maar even zoovele malen werd de poging herhaald, soms zonder maar dikwijls met succes bekroond. Twee, drie of vier schipbreukelingen konden tel kens opgenomen worden. Inmiddels was de in de pieren liggende sleep boot Cycloop naar IJmuiden ge stoomd om een reddingsvlet te halen en to bemannen, waarin 8 mannen onmiddellijk plaats namen om aan liet reddingswerk deel te nemen. Aan de plaats des onhejlsgekomen, waren juist dc laatste opvarenden gered, waarvan een door de bemanning van do Vischpioeg uit de schuimende gol ven aan een wissen dood ontrukt was. Bij de reddingspogingen heeft de ka- naalloods lv. Smit, die te Dungeness aan boord van de Eastwell gekomen was, een been gebroken en werden drie der opvarenden uit de equipage gewond, waarvan één ernstig. Deze gewonden behooren allen tot de Britsch-lndiseho bemanning, die on geveer een vijftigtal van alle opvaren den uitmaakt. Behalve do kapitein van de sleep boot hebben zich bij dit wonderbare reddingswerk als helden gedragen dc stuurman, de runner en de vletter man, welke laatste" zelf met veel moei te van gen zekeren dood was gered. Ook van den machinist werd buiten gewone krachtsinspanning geeischt, daar hij alleen de machine moest be dienen en alles er op gezet moest worden geen stoom te verliezen. Een der eerste geredde stokers, een zwartje, moest dan ook onmiddellijk na zijn redding als stoker dienst doen. Door de sleepboot IJrhuiden aange bracht aan den landingssteiger al hier werd den kapitein, zijne echtge- nooto en drie kinderen, waarvan er een nog zeer jong was en de luiers nog niet ontgroeid, een vriendelijk te huis aangeboden door den heer S. C. L. Reygcrsberg. vice-consul voor En geland. Diens echtgenoote en andere dames en heeren van de reddings brigade verpleegden en laafden ïn- lusschen de gewonden en andere schipbreukelingen, waarvan het rnee- rendeel werd opgenomen in het Wijk- gebouw voor het Witte Kruis, tevens reddingsstation voor schipbreukelin gen en dat zoodanig voor de eer ste maal sedert zijn oprichting voor dit doel in dienst gesteld is Dr. van der Horst, van IJmuiden, verleen de daar den gewonden de noodige hulp. De overige opvarenden werden on dergebracht in het Hotel Nieuwe Wil lem Barenclz en in de twee zeemans huizen. Geheel LTmuiden is diep onder den indruk'van .dit zeer ernstig ongeval, dat dank zij naastenliefde en man nenmoed gëen mensehcnlevens heeft gëêisüBfr, De commissaris van politie was de egrslc, die den dapperen kapitein van de sleepboot met ontbloot hoofd na derde en in treffende woorden war men dank bracht voor zijn kranig werk. Schip en lading zullen zeer waar schijnlijk verloren 'zijn. De ligging van het schip nabij de pier in de richting Z.Z.O naar N.N.W., levert groot gevaar voor de stoomvisclivloot en voor groote schepen zal het voor eerst geraden zijn, vooral des nachts, de grootste omzichtigheid in acht te nemen of tot den dag buiten le blij ven. Schuld, die iemand aan dit ongeval zou kunnen treffen, is, voor zoover we vernamen niet aanwezig, maar dit zal een nader onderzoek wel uitwijzen. Een onzer redacteuren, die zich - 's middags naar IJmuiden begaf, voegt T volgende hieraan toe: De Engelsche vice-consul, de heer j Reygcrsberg, stond ons 'n kwartiertje van z n drukbezetten tijd af om eenige j meerdere inlichtingen te" verstrekken. Ja, vanmorgen kreeg ik ze alle maal hier op het consulaat, al die tweenzeventig schipbreukelingen 1 De bemanning bestond grootendeels uit Hindoes en Bengaleezen. Ze zalen overal in m'n huis, op de trappen, in de kamers en hier op 't kantoor, dat dreef van het water. En de meeslen van die arme kerels hadden bijna geen kleercn aan hun lijf 1 De ramp gebeurde in den vroegen morgen, en de meesten waren, toen ze den schok voelden, zóó uit kooi- gesprongen en naar 't dek gerend. Alles waren ze haar gedrongen, haar eigen zadel, als een deel van haar uitrusting op haar reis naar Londen moe te nemen. John Stich luid het voor haar op Jack o'Lanterns rug bevestigd en het trou we dier, alsof het den droevigen toe stand van zijn heer begreep, droeg Haar Edelheid met Betty vlak achter haar, zachtzinnig als een lam, over het smalle pad naar BrassingUm. Thomas, dc koetsier, was .achterge bleven om op de koets te. passen, met bevel om zoo spoedig mogelijk naar Wirksworth te gaan. Het was Bathurst's beslist uitge sproken wensch dat zij in allen ge valle 's nachts in Brassington zouden blijven. Behalve dat dit de naastbij- gelogen plaats was, was het ook dc 'meest in het centrum gelegene, van waaruit men het best Sir Challoner's bewegingen kon waarnemen. Alles hing er nu van af hoe ernstig de wond van den jongen man zou blijken te zijn. Patience gevoelde dat zij zonder zijne hulp inderdaad machteloos was tegenover den. om haar hand aanhoti denden, vijand. Zij twijfelde geen oogenblik aan hetgeen Sir Humphrey Challoner bewoog do brieven le ste len. Hij wilde die hebben als een wa pen tegen haar, om haar te dwingen zijn aanzoek aan te nemen, dit wist zij zeker genoeg. Haar instinct, dubbel sterk door de grootte van het gevaar, waarschuwde liaar dat de Squire vau kwijt, letterlijk Alles. We hebben ze' zoo goed en kwaad als 't ging alle maal in de kleoren gestoken, al m'n goed moest eraan gelooven tot zelfs m'n dekens toe. Eén van die kleine kindertjes van den kapitein is hier heen gedragen, gewikkeld in een oude vlag I D'r waren er drie van die klein tjes, van twee, drio en vier jaar. Do kapitein is alles kwijt, wat hij aan geldswaarde bezat. I-lij woonde aan boord, hè, en er is niet het minste gered I Nu, ik heb 14 schipbreukelingen naar het Koning Willemshuis gezon den, zestien naar het Zeemanshuis aan den Visschershaven, negen naar het Willem Barendzhuis en 29 naar het Witte Kruis. Vijf, de kapitein, z'n vrouw en z'n drie kinderen, zijn hij mij gebleven. Ik wilde wel graag dat u eens meedeelde dat we onmiddellijk hulp kregen van de reddingsbrigade van het Witte Kruis, Alle dames, die daartoe behooren, kwamen hier, en dr. v. d. llorsl en dr. Bock hadden de leiding van het werk. Er zijn een paar gewonden bij den manschap, en één daarvan is ern stig... ik ben bang, dat die *t er niet bovenop haalt I Het verhaal van den ka pitein is kort en eenvoudig, nij, de En- gelschman Scurr, was pas op z'n tweede reis met (de eerst in het vo rige jaar) te Newcastle nieuw van stapel geloopen „Eastwell". Het schip kwam op deze reis uit Bassein in Britsch-Indië en was geladen met 7400 ton rijst, bestemd voor de firma Bloe- mendaal Laan te Wormerveer. 't Schip mat ruim 5000 registerton- nen. Op aanwijzing van den loods an kerde do Eastwell Zaterdagavond bui ten dc pieren, om 's morgens te trach ten, binnen te vallen. Dat gelukte niet, de stroom was te sterk; het schip luisterde niet meer naar 't roer en liep op de enorme basaltblokken aan den kop van de Noordpier. Kapitein Scurr was vol bewonde ring over het heldenstuk vau de be manning der sleepboot te IJmuiden. Hij had eenvoudig verstomd gestaan over dit ongeloofelijke staaltje van zeemanschap, waarbij zoo ontzaglijk groot gevaar was getrotseerd om tel kens en telkens woei- de Eastwell te bereiken B ij li e t w r a k. Die kunt u krijgenmaar ik waarschuw u, dat het niet zonder ge vaar is. Als u er afslaat, is 't voor uw eigen verantwoording 1 Zoo zei de commissaris van politie, toen wc 'm toestemming vroegen om langs de Noordpier naar 't wrak te mogen wandelen. Op 't strand was het druk, óók-van bezoekers van elders, die op de tijding van de ramp hun Zondagmiddag-uit stapje naar IJmuiden waren gaan maken. Er waren veel Haarlemmers. En de meesten, die uit de verte een kijkje van het wrak gingen nemen, wandelden eerst eens rond tusschen liet aangespoelde wrakhout en allerlei voorwerpen, die aan strand gespoeld waren. Dc zonderlingste artikelen la-: gen daar verspreid. Gebroken meu belen naast beddegoed, kisten. ton-j nen, een gescheurd stuk vlag, eindjes touw, en hot cadaver van dén arinen verdronken scheepshond, wiens kop tegen de blokken verbrijzeld was Zonnig weer was 't nu, maar de: wind blies nog- stevig uit den Zuid- Westelijken hoek, en in de verte, waar je den schoorsteen en de beide mas ten van het wrak zag, vlak-uaasl den kop van de pier, rolden telkens hoo ge zeeën over de commandobrug, die even later weer hoven de golven ver scheen. Dc zee was mooi, zoo, met dien brui senden golfslag onder het ver ver schiet van de kleur1-wisselen de luch ten 'n Honderd meter ver de pier-op stonden de menschen, starend naar het wrak in de verte. Verder mochten de belangstel lenden niet. Twee orde bewakers belommerden hun den door tocht. Onze verdere wandeling, in de een zaamheid van de verlaten pier, in den kouden bries, was wel méér dan ver- frisschcnd, maar volstrekt niet ge vaarlijk. Alleen op 't eindpunt van de pier, waarover af-cn-toe de zeeën sloe gen, was voorzichtigheid geboden. Daar, misschien 'n twintig meter maar van ons af, lag het wrak van <le Eastwell. t Was nu duidelijk te zien, hoe de Engelsche stoomer mid scheeps getroffen was. 't Vóórgedeel te van de boot lag dwars in de door vaart tusschen de beide pieren,ver sperde die voor eéu flink gedeelte. En j dat voordok, waarvan de verschan-1 sing nog éven hoven 't water uit-1 kwam, verdween-telkens als een nieu we zee kwam aanrollen, het schip beu kend zoodal de masten steunden en kraakten. En telkens stoof dan een waterkolom omhoog uit de luchtko kers, verstuivend en uit-waaiend in een regen van fijne druppeltjes En de zeeën bcuktcn-op tegen de coimnandoihi'ug, overstroomde* 't schip in gansch z'n lengte. HuiTiiiglon alle bedenkingen en be zwaren in den wind zou slaan en om wraak te nemen, Philip zou op offeren, door de'brieven te vernieti gen, zoo zij hem openlijk bestreed of toonde te wantrouwen. Patience dacht terug aan het too- necl in de smidse, toen Bathurst haar broeder gered had uit de handen dei- op den prijs beluste soldaten en nu er in dezen vreoselijken toestand zoo- voel scherpzinnigheid en slimheid nóodig was, en zij zich nog eens met hoopvol hart gewend had tot den eeni ge» mail, die'Philip weer kon redden, leg deze, helaas, daar hulpeloos ne der, En gedurende dien geheelen tijd op weg naar Brassington, luisterde zij niet lijdend hart en kloppende pols, naar zijn wild, ijlende woorden en af en toa onderdrukt gekerm. Evenwel bereikten zij eindelijk „liet Lastpaard" nog voor de dag aanbrak. Tengevolge van kwistig, door Lady Putionce, uitgedeeld geld, kreeg de gewonde de eenig comfortable kamer va» het logementje. Zoodra do dag was aangebroken ging John Stich uit om mijnheer Prosscr, den dorpsdokter op te zoe ken. een man die beroemd was om zijn kennis en practische bekwaam heid. Reeds luid do rust op een goed bed voel gedaan om don patiënt te verkwikken. Zijn jeugdig en 'krachtig gestel de den weldra het overige. De „Eastwell" lag daar als èen ver slagen reus, vermoedelijk ten doode opgeschreven II e t 1 o t van h e t s c h i p is nog niet met zekerheid aan te ge ven. De Waterstaat heeft twee dagen tijd gegeven voor de pogingen om het te lichten. Hebben die geen succes, dan zal men het wrak door dynamiet in de lucht laten springen, want het belemmert in hooge mate dc door vaart, speciaal voor groote schepen. We hebben '1 Zondag gezien, hoe zelfs de kleine trawlers tot het uiterste moesten oploeven, 0111 zeker te zijn dat ze veilig binnenvielen. Veiligheidshalve werd in den afge- loopen naclu de ingang gesloten. „Na n n i e" van der Wielen vertelt. Jan, gezegd „Nannie" van der Wie len, de jonge sleepboot-kapitein van de maatschappij „Vischpioeg" die bij deze ramp zoo schitterend blijk van z'n moed en durf heeft gegeven, heb ben we gelukgewenscht niet zijn kra nige daad. 'n Flinke, stoere jonge kerel rnct 'ri gczond-hlbgend gezicht, die spoedig hreed-uit zat to vertellen van de scheepsramp, dc grootste, die hij ooit had meegemaakt. In hoofdzaak kwam z'n verhaal dan hier op neer: Zaterdagsavonds, toen ik d'r al uit gegaan was met m'n sleepboot de „IJmuiden", weet u is die En gelsche rljstboot een halve mijl ten Zuiden van do gasboei geankerd. Die gasboei ligt in de rechte lijn van de vuurtorens, op vijfduizend meter af stand. Nu lag T schip niet ver van den haveningang af. Als de loods 't nou 'es om half één 's nachts geprobeerd had, dan was hel naar mijn idéé beter gegaan. Om vijf uur was het getij d'r slechter voor, en werkten wind en strobm en alles 'era gezamenlijk te gen. Vooruit dacht ik 't al, dat hel mis zou loopen, Nou dan, 'sihorgens om vijf uur werden wij gewaarschuwd, dat-ie 't ankc-r had gelicht. Er stond toen een heel hooge zee, en buitengaats was de stroom sterk. Wij hadden- ons ver bonden om met twee sleepbooten 'in te assisteeren van den ingang tot de sluizen, en dus stoomden we op. Toen! zag 'k liet gebeuren, 't Schip wilde in j den koers van de vuurtorens blijven,! maar 't lukte niet. Steeds maar val len, vallenT Was niet meer te vermijden, 't Werd tegen" de Noord pier gesmeten, en meteen zoo snc-1 als dat dan toch ging zonk de boot, en de stoom schoot in wolken uit den schoorsteen op. Al liet volk was aan dek. en ze schreeuwden om hulp en wenkten naar ons. Maar ik had even gewacht, om te zien of de boot nog los kon komen, 't Gebeurde niet. Toen zijn we begonnen. Eerst die menschen van de „bak". Een paar maal werden we terugge gooid. maar toen ging t. Ze sprongen hij ons over. De meesten waren naakt, of hadden bijna niets aan. en sommigen waren er allerellendigst aan toe Toen waren er nog wel een veer tig aan boord, in 't midden en achter. En toen zijn we met de sleepboot tusschen de pier en de Eastwell ge weest, telkens. Hoe dikwijls we wel 'teruggeslagen werden ik weet het niét, 'Heeft u 't 'gezien, lme dicht de boot op'de pier zit'? 'n Vijfentwintig meter is-t-er misschien tusschen, hè? Ja, en .nou zegt u 't natuurlijk ookIk snap niet hoe je met een sleepboot daartusschen kunt komen 1 Dat zeg gen ze allemaal. Ze weten niet, wat je met 'n 'flinke sleepboot wel doen kunt, Als 'k er een met twee schroe ven. geliad had, was '1 nog véél beter gegaan. Dan waren we niet zoo dik wijls teruggeslagen I Nu lieten we de machine maar zoo hard als-ie kou achteruitslaan, en tel kens beukten wc met onzen achter steven tegen do boot, en dan spron gen er weer over. De vrouw en kinde ren van den kapitein werden ons toe gegooid wij vingen ze op. Eén vail de bemanning zag ik in 't water val len, maar de Vischpioeg pikte 'm op. De loods, Smit, brak z'n enkel toen hij oversprong. Ja, zoo is dan alles goed afgeloo- pen, al heeft m'n sleepboot zwa rij gekregen door telkens tegen 't schip op te tornen. En dan telkens die overslaande zeeën I De golven sloegen over 't dek van het wrak, en wij kregen óók water over, nou Denkt u, dat de loods een fout heeft begaan Volgens mij heeft hij niet het beste moment gekozen, om binnen te vallen. Maar wat het binneuvaren- zèlf aangaat, vertelde ie ine later, dat het sclui) niet meer luisterde naar het roer. 't Wou niet loeven en 't wou niet vallen. Ja, u begrijpt dat ik er niet veel van kan zeggen. Ik weet niet hoe 't aan boord is toegegaan Tot zoover wat v. d. Wielen ons, eenvoudig en onopgesmukt, vertelde. Hij heeft zich kranig gedragen I We. voegen er tenslotte nog enkelo later-inkomendü bijzonderheden aan toe Do dokter verklaarde dat de wond niet diep eu niet gevaarlijk was en hét uithalen van den kogel bracht den lijder veel verlichting. Binnen ecu uur nadat de waardi ge man vertrokken was, was Jack Bathurst in ecu versterkenden slaap gevallen en Lady Patience was op dringend aanhouden van John Sticli op 'bed gaan liggen in liet kamertje dat zij voor haar eu Betty gekregen had cu eindelijk besloten wat te gaan rusten. De zon stonil reeds hoog aan den hebei toen Jack wakker werd. Zoudra hij zijne oogen opende keek hij allereerst of zij er niet was. Gevoelt ge u beter, kapitein vroeg John Stich, die trouw aan zijn zijde gewaakt had. Ik gevoel me een reus, beste vriend, antwoordde de jonge man. Wilt go nnj eens ophelpen Kapitein, de dokter heeft gezegd dat ge een puos rust noodig hadt, antwoordde de smid. Zoo. zoo I deed hij dat, deed bij dat, lachte Jack vroolijk. Nu, ga hem uit mijn naam zeggen dat hij een ezel is. Waar is zij, John? vroeg hij na een oogenblik stilte. Ia dc katoor hiernaast, kapitein. Rust zij ,1a l maar zij week niet van uwe zijde sedert gij op do heide flauw viclt. ik weet het ik weet het, Da verzekering van het schip had bij Lloyds plaats. Vermeld dient nog dat de reddings boot Zondagmorgen te water is gela ten, Maar zij behoefde geen hulp meer te verleenen, want in een half uurlje was de sleepboot klaar met haar werk. Aan Z. K. II.. den Prins der Neder landen, die destijds den eersten steen legde voor het Reddingsstation, dat door deze gelieurtenis voor de eerste maal aan haar schoone roeping kon beantwoorden, werd het navolgende telegram gezonden, onderteekend door den voorzitter en leden van het Witte Kruis, en door den arts en leden van de Reddingsbrigade Prins Hendrik: Aan Z. K H. den Prins der Nederlanden: S.S. Eastwell gestrand en vergaan op Noordpier IJmuiden. Alle 75 op varenden gered. 29 man, waaronder 3 gewonden, opgenomen en verzorgd in Witte Kruisgebouw. Alles weL An dere opvarenden in verschillende zee manshuizen. Persoonlijk J>ezoek. Al len wel en opgewekt. Wonderbaarlij ke redding. Kranige en buitengewone stoutmoedige hulpverleening door sleej)boot. IJmuiden, kapitein J. van der Wielen. Eerbiedige groet van: (Volgen onderteekeningeu). Over de hartelijke ontvangst en de uitnemende verzorging en verpleging waren alle schepelingen opgetogen. Ln het hijzonder de Hindoes, wien het was aan te zien, dat zij zooveel zorg en hartelijkheid niét gewend warén. Velen zaten nu keurig in de klee- ren, en grinnikten van pieizier over hun eigen deftig voorkomen. Buitenlandscfi Overzicht D© Balkan-vulkaan. Hoe tot den vrede te komeu? De voorwaarden der Balkan staten. De voorwaarden, door de bond-ge- nooten voor den vrede opgemaakt en aan de gezanten der mogendheden medegedeeld, luiden nu lo. Als grondslag voor de onderhan delingen wordt aangenomen als; grenslijn tussohen Turkije en de ver bonden staten de lijn RodostoKaap Malaira, met uitzondering van het schiereiland Gallipoli, dat aan Tur kije blijft. Alle gebieden, westelijk van die grenslijn gelegen, worden door Turkije aan de verbonden Balkan staten afgestaan. 2o. Turkije doet afstand van. de eilanden in de Aegelsche Zee. 3o- Turkije verklaart, dat Kreta niet ryeer tot het Turksche rijk behoort. 4o. Turkije stemt toe in de betaling eener schatting aan de verbonden mo gendheden, wier hoogte vóór liet defi nitieve onderteekenen dor vredesvoor waarden wordt vastgesteld, eri in de betaling van bijzondere schadeloos stellingen voor nadoelen, door den oorlog veroorzaakt. De verbonden Balkanstaten zullen aan de besprekin gen over de oorlogsschatting deelne men. 5o. De verbonden staten behouden: zich voor, in hel definitieve* vredes verdrag dé behandeling van hunne onderdanen en 'hunne coinmereieele belangen in het Turksche rijk, bene vens de nationaliteiten-quaestié, de- vvaarborgen voor de privilegiën der orthodoxe kerken en de staatsrechte lijke positie van hunne Osmadnsche onderdanen te regelen. 6o De dorfógsoperaties worden niet onderbroken. D e mogendheden en Turk ij e vinden die voorwaar den l e z w a a r. Do „Kóln. Ztg." meent, dat deze voorwaarden van de bondgenooten niet veel hoop overlaten op hot tot stand komen van den vrede, 'zoo de Balkanstaten ten minste geen wijzi gingen toestaan. Reeds een oppervlak kige beschouwing toont, dat daarin eischen voorkomen, d:o niet alleen Turkije, maar ook de Europeesche mogendheden moeten afwijzen. Dooi de aangegeven grenslijn toch zou Bul garije eigenaar worden van een kust strook aan de Z:e van Mar mora. Het zou dus, met de Porte, bezitter zijn van den waterweg tusschen de Mid- dellaudsehe Zee en de Zwarte Zc-e. Het -éigenaardige van de Dardanel- Icn-quaesiie was tot dusver, dat Tur kije tie uitsluitende eigenaar was van de landen aan heide zijden der zee- engte. Een wijziging daarin zou de aige- meene Europeesche politiek raken, daar de mogendheden onderteeke naars zijn der verschillende overeen komsten betreffende de Dardanellen, en dus betrokken zijn bij iedere wijzi ging in het bezit, der kuststrook. Hetzelfde geldt voor den eisch, dat de eilanden in de Aegeïsche Zee dooi de Porte moeten worden afgestaan. Zulk een maatregel zou een verplaat sing van het zee-politieke evenwicht in het oostelijk deel van de Middel- landsehe- Zed" tengevolge hebben, die vriend, zeide John met een korte, die pe zucht'meent gij dat ik haar niet zag llij brak af en richtte zich met John:s hulp óp vaii hét bed. Hij keek treurig naar zijn bevlekte kleereu, maar toen verjoeg een aardige, vrien delijke glimlach den laatst ju trek van afmatting en pijn van zijn gelaat. Ach, in welk een toestand ver keert Beau Brocade om de engel zij ner droomen te ontmoeten, hè John Ilelp mij eens om mij presentabel te maken. Loop eens gauw naar den waard, haal ecus kam en horstel en een en ander meer dat gij krijgen kunt. Zoo kan ik niet voor haar ver schijnen. Zult ge u da» heel stil houden tot ik terugkom 'i iin uw- arm stil in den band laten rusten De dokter Het komt er niet op aan wat de dokter zei, loop, Johnhei gezicht van mijzelf in dien spiegel daar doet mij meer pijn dan die dornni;.- schram. Gauw John, want ik hoor haar voet stappen hier naastIk zal mij niet verroeren, dat zweer ik je, als je maar haast maakt. llij hield woord en bewoog zich niet van zijn plaats maar hij spande ziel', in om te luisteren, want llij kon door het dunne-beschot- Seen juist haar voetstappen hooren op den ruwen, houten vloer en nu en dan haar stem als zij tot Betty sprak, Toon een half door sommige Europeesche mogend- heden niet gowonccht wordt. Den eisch tot betaling eener schade loosstelling kan Turkije, volgens de herbaalde verzekeringen uit Konslan- tinopel, onmogelijk inwilligen. Over deze voorwaarden zulten nu de mogendheden met de Balkansta ten moeten onderhandelen, ten einde te pogen tot een vergelijk te komen, dat voor Turkije aannemolijk is, en dat tegelijk de bezwaren van de mo gendheden wegneemt. Gemakkelijk zal dit. niet zijn. De ambassudcurseoTiferentie te Lon den is thans begonnen, de voorwaar de» der Balkanstaten te bespreken. De bemiddeling. Over dc zitting der ambassadeurs- Conferentie te Londen, van Zaterdag wordt o.a. geseind: Men verheelt geenszins, dat de door de Balkanstaten gestelde voorwaar den overdreven worden geacht. In sommige kringen valt zelfs.een gevoel van verbittering te bespeuren over hetgeen men daar noemt „naar Oosterschc wijze loven en bieden op het laatste oogenblik." Nochtans sluit, volgens de meaning der ambassadeurs, het antwoord geenszins de mogelijkheid van bemid deling uit. Derhalve zullen de mo gendheden binnenkort aan dc geal lieerden adviezen geven, die naar rnen hoopt, een wijziging van de voorwaar- den der gealliöerdcn ten gevolge zul len hebben, van zoodanigen aard, dat deze alsdan een geschikteren grond slag voor het sluiten van vrede zullen vormen. Dc conferentie is uiteengegaan tot Woensdag. Vriend- en vijanrlSGbap onder ae Balkanvolken. Uit Belgrado werd aan de „Vossi- sche Zei tong" geseind „Volgens geruchten zou de Servi sche regeering van plan zijn, do door haar troepen bezette gedeelten wan Macedonië niot te geven aan Bulga rije, maar dozo voor Servië te an- nexeeren. Tot het versterken van zijn positie tegen oventueelen tegenstand van Bulgarije, is Servië van plan een bondgenootschap met Griekenland te sluiten. Het voortbestaan van den Ra lk an bon cl zon afhangen van het toegeven van Bulgarije. Dat werke lijk de verhouding tusschen Servië en Griekenland sedert eenigen tijd bui tengewoon goed is. kan nic-t betwijfeld worden, en het klinkt geloofwaardig, dat Griekenland wel aan Servië, en niet aan Bulgarije wil grenzen." In vei l and met deze mededceiinger< is van belang hef reen uit Konstanu- r.opel g-wind werd aan de „Vossl- sclie Zoi'.ung" „Het terugslaan der Bulgaarsche benden uit Saloniki door de "Grieken, het gevangen nemen van den Bui- gaarschen bisschop van Koprulü door de Serviërs, bet verloop der gebeurte nissen bij Nignta (waar een gevecht tusschen Bulgaren en Grieken gele verd werd) worden hier als het begin beschouwd van een volkomen nieuwen toestand op den Balkan, die een feit geworden zul zijn, voordat de vrede gesloten is." Belangrijk is in dit verband ook het bericht van den Turkschen ambassa deur in Woenen, waarin deze mede deelt, dal de gezant van een Balkan- staat hem medegedeeld heeft, dat do eensgezindheid van de Balkanstaten tengevolge van den val van Janina en do verdediging van Adrianopel zeer geleden hoeft. De gezant voegde hier aan toe, dat de Bulgaren geen afstand Iwensche» to doen van Saloniki, maar dat zij zich bereid verklaard hebben, een schadevergoeding te betalen voor de hulp, die de Grieken den Bulgaren, geboden hebben bij de verovering van Saloniki. 1-Iet verzoek, om den Bulgaren hulp te bieden bij de verovering van Adria nopel, is door dc Grieken van de hand gewezen. Tan dn oorlogsvelden. Destrijd om Adrianopel. Uit Konstantinopel werd aan de „Sud. Slavische Korresj»ondenz" ge meld „ln politieke kringen gaan hard nekkige geruchten, dat de comman dant van Adrianopel, Sjuhri pasja, in onderhandeling moet zijn met den opperccmniandant van T belegerings leger, generaal Snvof, om capitulatie van de vesting te verkrijgen tegen een eerviHcu aftocht met behoud der wapens. Het 1)0 mbarde ment schijnt met groote kracht begonnen te worden. Het blad „Assadamar", in lvon- stantinopol verschijnende, krijgt do vólgende mededeeling over den toe stand in Adrianopel van een Arme niër, die kort geleden Adrianopel ver liet ,,De autoriteiten bobben alle pro viand uit c!o particuliere huizen opge- eischt, en verdoelen deze onder de be volking. Eveneens worden de kleérën afgenomen van de rijken, om deze te verdoelen onder do hulpbehoevenden. De magazijnen worden bewaakt. Ieder krijgt dagelijks 350 gram brood, uur later John Stich zijn best had gedaan oin Jack's toilet in orde ie brengen, wachtte Hij Haar Edelheid op voor het ontbijt in de beneden-eet kamer. Zij trad groetend naar hem toe, haar mooie hand uitgestrekt, haar oogen omk-rzoekeud op zijn gelaat ge richt. Gij hadt nog niet moeten op slaan. mijnheer, ze uk- zij half verle gen toen hij haar vingertoppen aan zijn lippen bracht, ach, uw arme ge wonde schouder Met uw verlof, Mevrouw, zei hij luchtig, die is beter sedert Gïï mij hebt opgepast. Ik wilde u gaarne langer oppas sen eu zal niet toeialen dat gij weer uw leven voor mij waagt. Mijn leven Och, dat wil ik toe vertrouwen aan mijn ouden vijand, het lot: out heeft ai deze jaren zuu voor mij yi-zorgd, dat ik nu beter doe het in uw dienst te stallen. Zij antwoordde niets, want zij ge voelde zich onverklaarbaar verlegen. Zij. die de halve jeunesse doren van Engeland aan hare voeten gehad had. vond geo:i luchtig schertsend woord om tel dezen man te spreken,' en zij gevoelde onder zijn blik, dat zij bloosde als ecu schoulmeisje op haar eerste bal. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5