m m ft m m m m m m m m m m m O neer, meneer, dnt is het niet, antwoordde Arthur en hij kreeg 'n i.oogroode kleur, want hij was een beschroomd jong mensch. Wat is het dan wèl? I!( vrees, dat ik n:iet den. moed heb, haar te vragen. De heer Lens glimlachte. naar gelaatskleur was wel wat bleek; maar zij had een lief gezichtje, waarvan hot bekoorlijke verhoogd werd door een paar schitterende don kere oogen. Zij had een werkelijk ge distingeerd voorkomen en mocht ge noemd worden een aantrekkelijk meisje. Ik heb een paar brieven te die- - Ik zie het el - dat ia das maar i""™™ D.on?ef, Zij wachtte. En n half dozijn brie- n ffuaestie van tijd en gelegenheid. VM lagm ler vmendiog g„ecd> zeg? i een minimum van tijd, daar zij blj- Ik moet erken ren dat die beide zonder handig met dat onmisbaar er al waren maar ik ben zoo on handig geweest, ze te laten voorbij gaan. Denk je, dat zij al voor een an der iels gevoelt? vroeg de chef, die 'n zonderling welbehagen nad om die teedore zaak nader te onderzoeken. Geen denken nan. Alice is er niet het meisje naar om mij over boord te werpen. Maar ik moet be kennen dat, hoewel we menigmaal samen alleen waren en de gelegen heid werkelijk gunstig was. ik er toch nooit toe heb kunnen komen om haar beslissende vraag te stellen. Voor zoo'n sukkel had ik je niet aangezien! Ik schrikte telkens terug voor 't critïeke moment u zelf is ook ongetrouwd gebleven? klonk het een weinig ironisch; waaruit de oude heer meende te moeten afleiden, dat zijn protégé toch zoo'n sukkel niet was als het een oogen blik te voren scheen. Wat is 't voor een meisje, die Alice? Een lief, trouwhartig, nobel Ik bedoel niet uit 'n poëtisch oogpunt, dus viel de patroon met een sarcastisch glimlachje hem in de re de; ook de persoonsbeschrijving schenk ik je. Ik begrijp volkomen, dat jij haar de liefste en mooiste in de heele wereld vindt Maar wie is ze en wat is ze? werktuig wist te werken. En nu nog een, juffrouw. „Hee- rc-n Lens en Breugel, alhier". Het meisje zog op. kreeg een hoog- roode kleur en toen boog zij het hoofd ver over de schrijfmachine. Waarde heer Lens, begon de principaal, het spijt mij. te vernemen, dat gij u niet weder beschikbaar wilt stellen maar zooals u mij rneldt, de reden is uw leeftijd en het verlangen, zoo langzumerhaiid wat tot rust ie komen. Toch denkt gij de zaken nog wat gaande te Houden, ik vernam dat onze wederzijdsche vriend Breugel zich er uit wil terugtrekken. Geluk kig dat gij hi dun lieer Waruinks, of schoon nog Jung, een goede werk kracht hem. Maar als hij ongehuwd blijft, zou ik u toch ontraden, aan uw t oomeineu gevolg te geven, zoo sjuak ik gisteren ge scüreeft mij echter, dat li ij wel degelijk van plan is, in 't huwelijk te treden. Zooveel te beter. Uwe informatica naar het meisje zijn geheel naar genoegen, schrijft ge nuj verder. Nu, ik kan liet mij verklaren, dat gij eerst de noodi- ge inlichtingen hebt ingewonnen want het geldt een post van vertrou wen en gij moet ten volle kunnen staat maken op hem, dien gij dat vertrouwen waardig keurt; vooral zijn leeftijd in aanmerking genomen." Uok deze brief lag ter onderleeke- ning en verzending gereed. Juffrouw Donker gevoelde zich hoogst onaangenaam, toen zij weder in het kantoor voor den lessenaar zat. De oogen gloeiden haar in hel hoofd; alles zag ze als in een nevel. Zij liad nu een opvallend roode kleur en hei duizelde haar. 7ü W) 4'ïcs Donker en heeft' Zoodra Landman liet kantoor ver- - Zij heet A ice Donker en reen |jad( spoedde zjj zjch naar de examen gedaan in de stenografie en typhoon in zijn kamer, sloot zicli- heeft e-en aardige betrekking gek re- zelf tlaar op en vroeg aansluiting gen en we ontmoeten elkaar nog IJ)et 712, Lens en iireugel. al <^[,3 Maar stem trilde, toen zij het num- Ongezocht natuurlijk; dat bearijp mer opgaf aan de juffrouw van de ik. En dus, daar je tiaar niet durft vragen, ben je zeker van plan, te wach'en tot zil het jou doet? Arthur wilde iets in 't midden bronzen. Dat kan alzoo lang duren! g'ng de oude heer onverhiddelMjk voort. Bii wie is ze? Rn" Landman en Co. - Welbekend hm! Nu zal ik je eens wat zegden. Om me-er dan een reden zou 't mii genoegen doen als ,ïi; de stoute schoenen eens aantrok. Iii de eerste plaats behoort iedere jonge man, die een post van vertrou wen vervult, 'te huwen; rnen kan dan meer slaat op hem maken. Er zijn in den laatsten tijd eenige mutatïën on der het personeel geweest, zooals lelephoon. Spreek ik met jou, Arthur? Ja. - Ben jij 't Alice? Ja. O, Arthur, is het waar zeg mij, gauw I - Wat is waar? Wat is er aan de hand? Er is iets ontzettends geschied 't Was een valsch brandalarm niets te beduiden. Met 'n extinctuur gebluscht. Och neen, dat bedoel ik niet. Dat andere Ben je verhinderd, vanavond naar de comedie te gaan Zit daar maar niet over in, ik kan de plaats- biljetten wel aan een ander overdoen. Je begrijpt me niet. Arthur Landman heeft zoo juist me een brief aan meneer Lens gedicteerd, en jouw naam wordt daarin genoemd en het breekt mij 't hart «ei uv,-i I»'™""" t Wat heeft de oude zonderling bekend is, en bijgevolg is je wat meer vcrlejd veraniwoordelijkheid op de sct.ou- I Wel, dat je trouwen gaat maar ders geladen. j dat is toch 'n onwaarheid, niet? Be- 1 •-••.veer me, dat 't niet zoo is - Dat kan ik mei doen. ben je Dus betoogende de wenscbèiïjkheid zw i het huwelijk voor een man van derwerp, dat hem eigenlijk niets aan- ni0{.eiijL. ontkennen. Ben ik dan niet gmg naar 't scheen, ging de heer stilLe verloofd met jou? l©ns nu de kamer op en neer, met, - Met mij, Arthur? de handen op den rug, zonder ver der de minste notitie te nemen van den uiterst verbaasden jonkman. Eensklaps bleef hij midden voor de zen staan. Ik wil je gehuwd zien, Arlhur. Mijn compagnon denkt zich uit de zaken terug te trekken en ik zal het ook 7.00 heel lang niet meer maken; maar nu mijn dierbare neef den brui er van geeft, althans met ziïn beetje juridische kennis hier al niet veel bruikbaarder is dan 'n aschkarre- man. nu heb ik eens nagedacht, wat. er behoort te worden gedaan. Nog altijd begreep Arthur niet, waar de oude zonderling lieen wilde. er al eens aan jou deelge noot van de zaak te maken er zit in jou wat! Meer dan in 'n doaijn ne ven van mij, prevelde Lens. Arthur kon zijn ooren niet geloo- •ven en was ft nog niet met zichzelven eens of de excentrieke oude heer hem voor den gek hield, toen hij in het kahtoor geroepen werd en dus het heiligdom van Lens en Breugel verla ten moest. Dat kwam nu al heel on gelegen! I-Iij had er wel wat meer van willen vernemen. Ik zal dat zaakje maar zelf in handen nemen, dacht de heer Lens. Jk moet Landman en Co. eens spre ken en dan zullen we Arthur War uinks heioen aan juffrouw Alice Donker. Ik geloof, dat hii s op haar verliefd is, re-'Af nog. ter wijl hii naar de teterhron gin a .insluiting vroeg met No. Dat weet je toch wel al heb ik je niet formeel gevraagd. Je weel toch wei, dat ik je beminMaar wanneer zal tiet zijn, Alice Arlhur het komt zoo onver wacht Ben je daar nog, lieveling Wan neer 2al liet ziju I De vulgende uiaand heb ik veer tien dagen verlof maar Arthur, het komt te De volgende maand, zeg je? Dan kan ik er ook n paar dagen uitl Als we dan den vijftienden Au gustus maar Arthur t 15 Augustus best opperbest. I Afgesproken dan Maar Arthur... Hoe kan ik zoo I opeens Afgesproken. Worden we dan Ar- Mijnlieer Breugel en ik hebbeu man en vrouw? I e.-ns aan »<-' iou dei-tóe-' Nu 0311 1 Maar ach' thur.. Is u eindelijk klaar? riep nu de juffrouw van de telephoon. 't Was eindelijk klaar. Zijne Villa. In een kleine straat der groot© stad woont Frederik Weiman. Hij is een man van den ouden stempel; althans •hij hield zich steeds bij het oude. Sedert twee-en-twïntig jaren heeft hij het bescheiden winkeltje, waarin hij handel drijft in kruidenierswaren in den meest ruimen zin; want na genoeg alles van dien aard kan men loor'ijk j k'J kern krijgen. I Sedert twee-en-twintig jaren was het dag aan dag ihetzelfde. j 's Morgens vroeg om 7 uur slaat - Hallo; liet «ie spreek ik. Land- JU de luiken voor de vensters open. man ep Co. - donk O. Landman k,ct" dan winkel, besproeit met een relt' Niet! Wie is dan? Juftrouw s'nds "ff verroesten sater den Donker, zegt uf too. Mooi weer J*". h« and" a< en vandaag. Ah is meneer Landman j kl®a,r 13 Kees- er? Jat Vraag l.em even aan de te'e- gfn goed. ürt de heo- phooo l. komen. - Is o daar, Land- buurt k<>™" ?e „kieme lu.den en ïnaj ?- u spreekt met Uns. Kom mor-fm ™or enkele stuivers de be ga,, bij me eten - moot je «ns rustig "«fte» van den dag; bet t.jn a lemaal spreken. Dus je kamt - in orde. "«f bedragen, maar véé klem- tjes maken een groote. En later ko- De heer Landman had met zijn men ook de dienstmeisjes van heere,n vriend Lens gedineerd en zij "hadden en mevrouwen. Eigenlijk zou men er gezellig zitten praten; eerst over za- zioh over moeten verwonderen, dat ken, daarna over koetjes en kalfjes, de-^ keufcenfeeën het onaanzienlijk Den volgenden morgen zat Land- winkeltje opzoeken en de groote ma- man in zijn particulier vertrek; een gazijnen, waar zij beter terecht kun- heer met grijze Laren, nog blozende nen, voorbijgaan jawel, Frederik wangen en vriendelijke blauwe oo- Weiman is een meïsjeskenner! Hij gen. Hij bracht de elecfrische schel weet haar te bekoren, heeft telkens iii beweging en binnen kwam een weer een nieuw vleiend woordje, is meisje van ongeveer twintig jaren, 1 ook nu en dan allesbehalve schriel en dat als naar gewoonte, zonder een biedt 'haar nu eens een stukje fijne woord te spreken, aan de schrijfina-1 zeep, dan weer een flesohje odeur aan chine plaats nam I patchouli óf muskus en brengt dit in zijn boek onder de onkosten en ook dit trekt de ijdele meisjes. Zij laten zich vleien; ze schertsen met dan altijd opgeruimden kruidenier, die toch altijd een man is; al wend hij nu juist niet met mannelijk schoon bedeeld. Zoo Iheeft ihlij al een aardig kapi taaltje bijeen verdiend; want hij is spaarzaam naijverige buren zeg gen. gierig. Best mogelijk; maar hij is in goeden doen! En als hij 's avonds den winkel sluit en achter in huis in zijn slaapkamertje de groote, met ijzer beslagen, kist van onder de lief stee uithaalt en de lange vingers goud en zilver en bankbiljetten tc. eu, dan komt er over zijn anders gemoe delijk lachend gelaat een leeiijkc trek van wilde vreugde. Well haast diabo lisch glinsteren de kleine -gen, wan neer hij de. door jarenlange vlijt ver worven, schatten vooa- zich ziet en zicli in den glans van de, in groot aantal aanwezige, gouden tientjes verheugt. Maai- dit is niet wat zijne passie is, o neen! Hij legt zioh dan gemakkelijk op de met donker, vet geworden, ka toen overtrokken canapé, steekt een drie-, soms wel rijteen sigaar aan. blaast vol welberiagen den ro< k in de lucht en droomt van zijne villa. Zijne vil lal Dat is zijn stokpaardje, zijn zwalkke zijde. En hij droom; er van en geniet er van bij voorbaat. Een uitdrukking van zoete tevre denheid kómt dan over het sterk ge rimpelde gezicht, en gelukzalig la chend sluiten zioh de kleine grijze oogen; de lange, dorre handen over den buik gevouwen, uit den men - de feestsigaar tusschen de tanden zware blauwe rookwolken blaz- .'de,! zoo leunt hij in de kussens, zelfbe wust, gelukkig en tevreden en hij droomt van zijne villa Nog heeft hij niei genoeg. Onge veer duizend gulden ontbreekt er aan; dan kan hij haar koopen. En hoe lang zal ft dan nog duren? Misschien een jaar nog, dan heeft hij ook deze som weer bijeengegaard. Maar alsdan toch ook dan kaai hij Ihaar koopen de belichaming van al zijin 'droo- men, het doel van zijn streven, de hoop zijner toekomst: de villa, zijne villa in een der voorsteden. Sedert twee-en-twintig jaren heeft hij zioh dit voor oogen gesteld en zoo lang spaarde hij, dag in dag uit. En in den laatst en tijd, nadat hij zijn oog er op eene had laren vallen, ging hij 's Zondagsmiddags naar die villa in de voorstad, Liep er wel een dozijn keeren langs en omheen, knipoogde Legen de groene vensterblinden en ■kon zich maar niet verzadigen aan de l'aclhendie omgeving van liet bui tenhuis. Spoedig, vrij spoedig zal dit alles hem toebehooren; 'hij zal hier heerschen en gebieden; hij zal grondeigenaar zijn; hij, de gelukkige bezitter dezer villa. Aoh, welk een droom! Twee en- twintig jaren heeft hij als een Har- pagon gespaard; niet zelden zich het noodige ontzegd, om maar dien éénen wensch vervuld te zien. Hij is niet getrouwd, met het oog op zijne villa; alle levensgenot heeft hij zich ont zegd, voor zijne villa! 1-Iij moet haar hebben! De gedachte, dat iemand an ders Liera vóór zoude kunnen zijn, maakt hem soms razend. En einde lijk, eindelijk zoude de dag aanbre ken, dat hij zijn hiartewensch vervuld zag... Kot was op een heerlijken lentemor gen, dat bij hem in di winkel een vrouw kwam, die wel tot zijn goede vriendinnen behoorde, maar van wie hij wist, dat zij gaarne praat, bab belt. Daarom overhandigt hij snel tiaar het verlangde en gaat weer aan zijn werik: het sorteeren van rozijnen. De praatzieke vrouw is met fijnge voelig; zij blijft o, ze'heeft zooveel te vertellenI En de kleine winkelier hoort haar aan; hij moet wel, doch hij sorteert verder zijne rozijnen geen hoofdbrekend werk! Opeens ziet hij haar-doordringend aan. Wat zei de oude? Dat is niet mogelijk... En toch, zij zeide het; hij heeft liet ge hoord, woord voor woord. ze zou verkocht worden, zijne villa! Een an der had zich reeds bij den eigenaar aangemeld. Is dat mogelijk? En hij begint te trillen cn te heven, en opgewonden heid straalt hem uit de oogen. Is het mogelijk! Geen andere woorden kan bij vinden. En de buurvrouw? Hm, zij beeft llem gadegeslagen; niets is haar ont gaan o, zij was sluw, arglistig en in stilte verheugt zij zich in de welgeslaagde list. Sleeh..- eens, teen hij dol van angst en woede dreigde te worden, gevoelde ze een weinig me delijden met i-em. de arme kerel! Als 'hij eens had 'kunnen vermoeden, dat het een handigheid van den eige naar der villa was, wien alles er aan. gelegen lag. huis en tuin spoedig voor een goeden prijs te -verkoopen. Want al lang was hij in den kijker geloopen bij, die niets vermoedde van den strik, die hem gespannen was. Wel reen, geen flauw vermoe den ihad hij er van; want toen die vrouw den winkel verlaten had, ge schiedde er iels ongehoords. Hij sluit zijn winkel en plakt een briefje op de deur: Heden wordit hier niet verkocht. Het eerst na bijkans het vierde deel eener eeuw! Daarna sluit hij zidh in zijn kamer tje op, steekt al zijn geld bij zich, al les, dan in een vigelant, en direct naar de voorstad; naar zijne villa... En nu behoort ze hem toe. Hij heeft ■haar gekregen; nog duizend gulden goedkooper. dan vroeger de prijs 'hem genoemd, was. Een oogenblik toch kwam de grootmoedigheid van don verkooper hem wat verdacht voor; ja, hij aarzelde, een seconde, of er ook wat aoïitor zitten kon'?... Maar met een overmande hem weder bet oude vreugdegevoel; hij betaalde den koop prijs, zonder een cent af te dingen en nu is hij de gelukkige eigenaar. Hij haalt diep adem en brengt on willekeurig de hand naar liet hoofd: is hij het nog wel zelf; hij, Frederik Weiman? Hij ziet in het rond, bekijkt den tuin, bewondert de groene boo- men, al de bonte bloemen en nu eerst de kleine, maar toch nette wo ning hoe liefl Zoo gelukkig, zoo gelukzalig is bij, de eigenaar zij ner nieuwe vilial Hij is oen heel ander mensch ge worden, sinds hij eene villa beeft. Na tuurlijk bewoont hij die; eene oude bloedverwante doet zijn huishouden, 's Morgens gaat hij naar de stad, en 's middags komt hij terug. I-I ij is ge lukkig! Als hij door de kleine straat gaat, dan is het met meer zelfbewust zijn dan vroeger; zelfs zijn gang is veranderd, meer energiek, met ineer zelfvertrouwen want hij bewoont nu eene villa! En de kleine mensch- jes oni -hem heen groet hij nu meer „minzaam". Nu, een villa houdt niet iedereen er op na. In den winkel heeft "hij een jong- mensch genomen; een zeventienjarig aschblond jongeling met smachtende oogen.. Het is nu diens taak, de dienstmeisjes te bekoren. Zoo alle dagen heen en weer is wel wat vermoeiend; maar wat zal ik u zeggen... bij heeft nu 'n villa, bij heeft frissche lucht. Nu ja, die laat daar in de voorstad ook wel eens iets te wenschen over, maar dal doet er minder toe. Daarentegen die rus;, dre kalmtel Wel is er vee! gerij en er 'oopt een tram langs en de spoor in de nabij heid fluit oorverscueuread doch wat is dit, vergeleken bij al de /.eer lijkheden van zoo'n villa; al moet worden erkend, dat de muggen 'I on mogelijk maken, 's avonds buiten te zitten ©n de rupsen iemand wel eens doen schrikken, als ze zacht kittelend over de huid kruipen dat zïj-n alle maal kleinigheden, waaraan men spoedig gewent. Zeker! Men went spoedig aan die kleine bezwaren van bet buitenleven het buitenleven in 'n voorstad; of veeleer, men moet er aan gewennen. Men heeft nu eenmaal eene villa bui ten en hoe aangenaam is het, Ln den kring van goede bekenden en goede klanten daarvan te gewagen. AJle voortneffelijkhsofan eu geneug ten en- van worden breed pi (gemeten ka het anders? Wie zal het overal rond.hazu.imen, dat het ieder oogen blik inregent, dat liet huis vochtig is en blijft en de paddenstoelen dooi den vloer groeien; dat de rupsen al de bladeren van de heesters en hoo rnen vreten! Wie zal het verraden dat bij regenachtig weder de tuin dras sig is en een gedeelte er van zelfs blank slaat zoo iets van 'n vijver, zooais hij vroeger dacht en meer van dien aard! Dwaasheid! Hij heeft immers zijne villa. Twee jaar heeft hij liaar al. Twee jaren heeft hij gehoopt, aan al die kleine misères te zulleu wennen. Zijn leven lang immers beeft hij zich be- schei'ii/jn eiisdheiii gesteld; waarom zou ft dan hèm zoo zwaar vallen, die geringe stoornissen op den koop toe te nemen'? Van den koop gesproken... was bij wel niet wat bekocht geweest? En als het hem «ens wat machtig werd en de ergernis lie-i den eetlust benam, dan wist hij zich te beheer- scmen; gewoonte is een tweedfe na tuur, dacht hij. Doch hij is er niet aan gewoon ge raakt. Toen voor de erde maal de herfst inviel, met zijn koude regenda gen. en zijne stormvlagen; toen hij weer opnieuw langs den smerigen weg alle dagen naar d© stad moest en hij 's avonds hij onvoldoende ver lichting, met modder bespat, einde lijk zijne villa bereikte toen was zijn geduld dan toch uitgeput. Dat moest anders worden. Hij zon op een andere om gering en vond die; hij vond zo in erin niet ver van zijn winkel gelege restaurant, waarin hij het midda/rmaal gebruik te en den avond doorbracht hii de jonge weduwe, aan wie zaak toe behoorde. Wat 'n onderscheid! Hier was 't zoo gemoedelijk, zoo gezellig en dan zou hij in den laten avond terug gaan naar dat o'""herbergzaam oord pardon, naar zijn© villa... Vei-vlogen was het genot van zijn Tusculum. waarnaar h" zooveel ja ren had gesnakt nu waren de dagen te tellen, die hij daar buiten door bracht. De huishoudster mocht grom men en opspelen Frederik Weiman stoorde er zich niet aan. AVant hij bewoonde reeds een gemeubeld 'kwar tier in de nabijheid van de restaura tie, waarheen een paar vriendelijke oogen hem aantrokken en aftrok ken van zij.no villa. En. een groot bord, ao/n dien. tin,gang, maakte be kend dat zij voor eiken aan memel ij ken prijs to koop was. Zoo ver was het dan gekomen. En de menscheu in de kleine straat, waarin zijn winkel was, wisten niiet genoeg te vertellen van de verande ring, die met den eens zoo eenvoudi- ge.n, eerzamen kruidenier bad plaats gehad. In gezelschap van een knap jong weeuwtje had men hem gezien; eenmaal, meermalen daarna gere geld, „En wat decVen ze knusjes. Neem, die AAtelman! Oud mal gaat bo- van al. Zoo wierd er over hem gesproken en gegiegeld. En wat alle ervaringen en lotge vallen niet vermochten dat deden twee donkere oogen «n een vriende lijk gelaat. En na een half jaar zijn ze ge trouwd. Dat was een drukte, dat was een ftxrmeeLe opstand in toet straatje. De lieer Frederik Welrnan gehuwd! Wat ziet hij er goed uit, aan de zijde van de ikmappe voormalig© weduwe; hij is beusch; een respectabel man ge worden. De liefde verjeugdigt; zoo waar, hot werd voor de zooveeLste maai hier bewezen. Veel heeft zij voor hem over; door en door goed is ze voor hem maar zij wil niet naai zij ne vilial Niet alle vurige wenschen, die worden vervuld, bremgen den mensch geluk aan, en wat dan wel gelukkig maakt, komt soms heol onverwacht zooais verliefdheid en een lintje; rtez© heide echter meestal op gezette tij den I EEN GOEDGESLAAGDE APRIL GRAP. We lezen in de Tel. De eene Aprilgrap slaagt wel eens beter dan de andere, m -- de uitvin der van de grap, die zich in de Scala te Milaan afspeelde, heeft wel ver bazend veel genoegen v.i zijn initia- ief beleefd. Tegen het midden van Maart verscheen in de Milaneesche bladen de volgende advertentie: Rijke, sympathieke, alleenstaan de jongeman zoekt kennismaking met schoon©, vriendelijke, deugdzame jon ge dame, ook zonder bruidschat, ten einde oen gelukkig .huwelijk aan te gaan." Daar er steeds -schoone, vrien delijke. deugdzame jongedames be staan vooral zonder bruidschat kreeg de jongeman t "ooze huwe- Iïjksaanbiediingen en portretten. - Veertien dagen lang onderhield hij een handige en leader© corresponden tie met de concurrenljes, en op 31 Maart zond hij aan ieder zijner „aan staanden" thij was zec)r rijk en kon zich de weelde permitteeren twee entrées voor de voorste'ling van in het Scala-theater, op 1 April. In een bijgevoegd schrijven verzocht hij de jongedames, in het wit gekleed, met een rood lint op de horst en zoo zwart mogelijk gekleed© mama te verschijnen, opdat hij haar dadelijk zou kunnen herkennen. Hij zelf zou in een nader aangeduide boven logo jm de rok en met een mooie geranium in het knoopsgat verschijnen. Natuurlijk werd do uilnoodiging vol geestdrift aangenomen en op den avond van den len April namen op de tweede rij van het parket een in ft wit gekleede, met een breed rood lint versierde jonge dame. en een zwartzijden mama plaats. Een paar minuten later verscheen in diezelfde rij een tweede witte jonge daine, mei een tweede rood lint en een tweed© zwarte chaperonne. De zwarten en de willen keken elkaar een beetje verbluft aan, maar zij hadden niot lang lijd, om elkaar met de ui.kken te doorboren, want baar opmerkzaam heid werd spoedig getrokken or '.n derde witte japon, een derde rood lint en een derde zwarte dame. En er kwam een vierde, een vijfde, een zes de zwart-wit paar. En na verloop van een kwartier zaten op de tweede en derde parkelrij vijftien in hei wit gekleede jonkvrouwen met roode lin ten en vijftien min of meer authen tieke zwarte mama's. Het publiek, dat iets begon te ba Vroeden, bekeek met steeds groeien de belangstelling de beide rijen, die er als het toetsenbord van een piano uitzagen. Maar de witte en de zwarte dames keken ongeduldig naar de bo venlage, waar nu wel spoedig de ver wachte bruigom meest verschijnen. Die loge echter behoorde aan een rimpel i,gen. toeileelijloon theater liefhebber. En de grappenmaker, die de Aprilgrap bedacht had, veng den ouden heer, dien hij goed bende, in de gang op en slak hem, met een jo viale opmerking, een vuurrood© gera nium Ln het knoopsgat. De grijsaard, die van de gansche grap niet het flauwste vermoeden had, glimlachte gevleid, bedankte be trad zijn loge en 7.ag plotseling de blikken van vijftien witte jor.k\rou wen en van vijftien zwarte matiwes op zijn frommelige figuur gericht. Van de jonge dames e ler, vielen er vrij wat flauw: zoo oud en Lelijk had den zij zich haar aanstaande niet voorgesteld. Maar de go.rsche zaal lachte zilte tranen vnn pret. 0AMRUBR1EK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meyer. Kruïsstraat3l Telephoon 1543. Probleem No. 450, van P. MOLLEMA (Eerste publicatie). Zwart 3* Si Jg| o M n -ft gr vS - 3 a SS a 3 3 Wit Zwart 9 schijven op C, 8, 9, 11, 12, 13, 18, 20, 23 en da:n op 19. Wit 12 schijven op 21, 22, 26, 27, 30, 31, 33, 39, 40, 43, 44 Probleem No. 451 van DEFOY. (Le Dainier Universal). Zwart 46. Is i 3 RÉ ti 1 3 3 3 iS» 3 3 3 3 - 1 MÉ 3 1 3 Él a 3 Zwart 15 schijven op 2, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 24, 25 en 26. Wit 13 schijven op 21, 27 28, 30, 31, 34, 35, 37, 39, 41, 44, AS en 49. Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan bo vengenoemd adres, uiterlijk Dinsdag 15 April a.s. Oplossing van probleem 446, van den auteur: Wit 18-12, 22 13, 17— 11, 27-21, 38—33, 43 31 Oplossing van probleem 447, van den auteur: Wit 34—40, 38—32, 15—20. 2e Oplossing: 33—28, 24 7, 42—37, 15 25! 3e Oplossing: 21-17, 16 7, 34-39. 33-28, 39—44, 15—24, 33-32, -44 36! Beide problemen zijn goed opgelost door de heeren: R. Bouw, J. Jaoob- son Azn., W. J. A. Matla, W. Polman, T. C. N., J AV. Tieskens, F. M. v. d. AA'erff CORRESPONDENTIE. T. C. N. Gaaiui© zal ik (het door u bedoelde van u ontvangen. Het an dere heeft ook bij op lossingen en zal ik u daarover persoonlijk nog schrijven. MEDEDEELÜXG. De Haarlemsc'ne Damclub heeft in hare laatst gehouden vergadering be sloten tot het toelaten van aspirant- leden in dien leeftijd van 16 tot 18 jaar Voorts zal een cursus worden geopend waarin de verschillend© openingen in het damspel op het groot* instruotie- bord voor de jongelui bevattelijk zul len worden verklaard. Een wedstrijd in groepen zal spoedig (lig voor de leden a DAMCURSUS. AA'egens drukke bezigheden zal Let vervolg eerst in de volgende rubriek gegeven worden. De Haarlemsche Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maandag avond van 8 tot 12 uur in toet gebouw de Nijverheid, Jansstraat 85, alhier. Liefhebbers van liet damspel zijn daar welkom.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 18