m
m
ft
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
O neer, meneer, dnt is het niet,
antwoordde Arthur en hij kreeg 'n
i.oogroode kleur, want hij was een
beschroomd jong mensch.
Wat is het dan wèl?
I!( vrees, dat ik n:iet den. moed
heb, haar te vragen.
De heer Lens glimlachte.
naar gelaatskleur was wel wat
bleek; maar zij had een lief gezichtje,
waarvan hot bekoorlijke verhoogd
werd door een paar schitterende don
kere oogen. Zij had een werkelijk ge
distingeerd voorkomen en mocht ge
noemd worden een aantrekkelijk
meisje.
Ik heb een paar brieven te die-
- Ik zie het el - dat ia das maar i""™™ D.on?ef,
Zij wachtte. En n half dozijn brie-
n ffuaestie van tijd en gelegenheid. VM lagm ler vmendiog g„ecd>
zeg? i een minimum van tijd, daar zij blj-
Ik moet erken ren dat die beide zonder handig met dat onmisbaar
er al waren maar ik ben zoo on
handig geweest, ze te laten voorbij
gaan.
Denk je, dat zij al voor een an
der iels gevoelt? vroeg de chef, die 'n
zonderling welbehagen nad om die
teedore zaak nader te onderzoeken.
Geen denken nan. Alice is er
niet het meisje naar om mij over
boord te werpen. Maar ik moet be
kennen dat, hoewel we menigmaal
samen alleen waren en de gelegen
heid werkelijk gunstig was. ik er toch
nooit toe heb kunnen komen om haar
beslissende vraag te stellen.
Voor zoo'n sukkel had ik je niet
aangezien!
Ik schrikte telkens terug voor 't
critïeke moment u zelf is ook
ongetrouwd gebleven? klonk het een
weinig ironisch; waaruit de oude
heer meende te moeten afleiden, dat
zijn protégé toch zoo'n sukkel niet
was als het een oogen blik te voren
scheen.
Wat is 't voor een meisje, die
Alice?
Een lief, trouwhartig, nobel
Ik bedoel niet uit 'n poëtisch
oogpunt, dus viel de patroon met een
sarcastisch glimlachje hem in de re
de; ook de persoonsbeschrijving
schenk ik je. Ik begrijp volkomen,
dat jij haar de liefste en mooiste in
de heele wereld vindt Maar wie is
ze en wat is ze?
werktuig wist te werken.
En nu nog een, juffrouw. „Hee-
rc-n Lens en Breugel, alhier".
Het meisje zog op. kreeg een hoog-
roode kleur en toen boog zij het hoofd
ver over de schrijfmachine.
Waarde heer Lens, begon de
principaal, het spijt mij. te vernemen,
dat gij u niet weder beschikbaar wilt
stellen maar zooals u mij rneldt, de
reden is uw leeftijd en het verlangen,
zoo langzumerhaiid wat tot rust ie
komen. Toch denkt gij de zaken nog
wat gaande te Houden, ik vernam dat
onze wederzijdsche vriend Breugel
zich er uit wil terugtrekken. Geluk
kig dat gij hi dun lieer Waruinks, of
schoon nog Jung, een goede werk
kracht hem. Maar als hij ongehuwd
blijft, zou ik u toch ontraden, aan
uw t oomeineu gevolg te geven, zoo
sjuak ik gisteren ge scüreeft mij
echter, dat li ij wel degelijk van plan
is, in 't huwelijk te treden. Zooveel
te beter. Uwe informatica naar het
meisje zijn geheel naar genoegen,
schrijft ge nuj verder. Nu, ik kan liet
mij verklaren, dat gij eerst de noodi-
ge inlichtingen hebt ingewonnen
want het geldt een post van vertrou
wen en gij moet ten volle kunnen
staat maken op hem, dien gij dat
vertrouwen waardig keurt; vooral
zijn leeftijd in aanmerking genomen."
Uok deze brief lag ter onderleeke-
ning en verzending gereed.
Juffrouw Donker gevoelde zich
hoogst onaangenaam, toen zij weder
in het kantoor voor den lessenaar
zat. De oogen gloeiden haar in hel
hoofd; alles zag ze als in een nevel.
Zij liad nu een opvallend roode kleur
en hei duizelde haar.
7ü W) 4'ïcs Donker en heeft' Zoodra Landman liet kantoor ver-
- Zij heet A ice Donker en reen |jad( spoedde zjj zjch naar de
examen gedaan in de stenografie en typhoon in zijn kamer, sloot zicli-
heeft e-en aardige betrekking gek re- zelf tlaar op en vroeg aansluiting
gen en we ontmoeten elkaar nog IJ)et 712, Lens en iireugel.
al <^[,3 Maar stem trilde, toen zij het num-
Ongezocht natuurlijk; dat bearijp mer opgaf aan de juffrouw van de
ik. En dus, daar je tiaar niet durft
vragen, ben je zeker van plan, te
wach'en tot zil het jou doet?
Arthur wilde iets in 't midden
bronzen.
Dat kan alzoo lang duren! g'ng
de oude heer onverhiddelMjk voort.
Bii wie is ze?
Rn" Landman en Co.
- Welbekend hm! Nu zal ik je
eens wat zegden. Om me-er dan een
reden zou 't mii genoegen doen als
,ïi; de stoute schoenen eens aantrok.
Iii de eerste plaats behoort iedere
jonge man, die een post van vertrou
wen vervult, 'te huwen; rnen kan dan
meer slaat op hem maken. Er zijn in
den laatsten tijd eenige mutatïën on
der het personeel geweest, zooals
lelephoon.
Spreek ik met jou, Arthur?
Ja. - Ben jij 't Alice?
Ja. O, Arthur, is het waar
zeg mij, gauw I
- Wat is waar? Wat is er aan de
hand?
Er is iets ontzettends geschied
't Was een valsch brandalarm
niets te beduiden. Met 'n extinctuur
gebluscht.
Och neen, dat bedoel ik niet. Dat
andere
Ben je verhinderd, vanavond
naar de comedie te gaan Zit daar
maar niet over in, ik kan de plaats-
biljetten wel aan een ander overdoen.
Je begrijpt me niet. Arthur
Landman heeft zoo juist me een brief
aan meneer Lens gedicteerd, en jouw
naam wordt daarin genoemd en
het breekt mij 't hart
«ei uv,-i I»'™""" t Wat heeft de oude zonderling
bekend is, en bijgevolg is je wat meer vcrlejd
veraniwoordelijkheid op de sct.ou- I Wel, dat je trouwen gaat maar
ders geladen. j dat is toch 'n onwaarheid, niet? Be-
1 •-••.veer me, dat 't niet zoo is
- Dat kan ik mei doen. ben je
Dus betoogende de wenscbèiïjkheid zw
i het huwelijk voor een man van
derwerp, dat hem eigenlijk niets aan- ni0{.eiijL. ontkennen. Ben ik dan niet
gmg naar 't scheen, ging de heer stilLe verloofd met jou?
l©ns nu de kamer op en neer, met, - Met mij, Arthur?
de handen op den rug, zonder ver
der de minste notitie te nemen van
den uiterst verbaasden jonkman.
Eensklaps bleef hij midden voor de
zen staan.
Ik wil je gehuwd zien, Arlhur.
Mijn compagnon denkt zich uit de
zaken terug te trekken en ik zal het
ook 7.00 heel lang niet meer maken;
maar nu mijn dierbare neef den brui
er van geeft, althans met ziïn beetje
juridische kennis hier al niet veel
bruikbaarder is dan 'n aschkarre-
man. nu heb ik eens nagedacht, wat.
er behoort te worden gedaan.
Nog altijd begreep Arthur niet,
waar de oude zonderling lieen wilde.
er al eens aan jou deelge
noot van de zaak te maken er zit
in jou wat! Meer dan in 'n doaijn ne
ven van mij, prevelde Lens.
Arthur kon zijn ooren niet geloo-
•ven en was ft nog niet met zichzelven
eens of de excentrieke oude heer hem
voor den gek hield, toen hij in het
kahtoor geroepen werd en dus het
heiligdom van Lens en Breugel verla
ten moest. Dat kwam nu al heel on
gelegen! I-Iij had er wel wat meer
van willen vernemen.
Ik zal dat zaakje maar zelf in
handen nemen, dacht de heer Lens.
Jk moet Landman en Co. eens spre
ken en dan zullen we Arthur War
uinks heioen aan juffrouw Alice
Donker. Ik geloof, dat hii s
op haar verliefd is, re-'Af nog. ter
wijl hii naar de teterhron gin a
.insluiting vroeg met No.
Dat weet je toch wel al heb
ik je niet formeel gevraagd. Je weel
toch wei, dat ik je beminMaar
wanneer zal tiet zijn, Alice
Arlhur het komt zoo onver
wacht
Ben je daar nog, lieveling Wan
neer 2al liet ziju
I De vulgende uiaand heb ik veer
tien dagen verlof maar Arthur, het
komt te
De volgende maand, zeg je? Dan
kan ik er ook n paar dagen uitl
Als we dan den vijftienden Au
gustus maar Arthur
t 15 Augustus best opperbest.
I Afgesproken dan
Maar Arthur... Hoe kan ik zoo
I opeens
Afgesproken. Worden we dan
Ar-
Mijnlieer Breugel en ik hebbeu man en vrouw?
I e.-ns aan »<-' iou dei-tóe-' Nu 0311 1 Maar ach'
thur..
Is u eindelijk klaar? riep nu de
juffrouw van de telephoon.
't Was eindelijk klaar.
Zijne Villa.
In een kleine straat der groot© stad
woont Frederik Weiman. Hij is een
man van den ouden stempel; althans
•hij hield zich steeds bij het oude.
Sedert twee-en-twïntig jaren heeft
hij het bescheiden winkeltje, waarin
hij handel drijft in kruidenierswaren
in den meest ruimen zin; want na
genoeg alles van dien aard kan men
loor'ijk j k'J kern krijgen.
I Sedert twee-en-twintig jaren was
het dag aan dag ihetzelfde.
j 's Morgens vroeg om 7 uur slaat
- Hallo; liet «ie spreek ik. Land- JU de luiken voor de vensters open.
man ep Co. - donk O. Landman k,ct" dan winkel, besproeit met een
relt' Niet! Wie is dan? Juftrouw s'nds "ff verroesten sater den
Donker, zegt uf too. Mooi weer J*". h« and" a< en
vandaag. Ah is meneer Landman j kl®a,r 13 Kees-
er? Jat Vraag l.em even aan de te'e- gfn goed. ürt de heo-
phooo l. komen. - Is o daar, Land- buurt k<>™" ?e „kieme lu.den en
ïnaj ?- u spreekt met Uns. Kom mor-fm ™or enkele stuivers de be
ga,, bij me eten - moot je «ns rustig "«fte» van den dag; bet t.jn a lemaal
spreken. Dus je kamt - in orde. "«f bedragen, maar véé klem-
tjes maken een groote. En later ko-
De heer Landman had met zijn men ook de dienstmeisjes van heere,n
vriend Lens gedineerd en zij "hadden en mevrouwen. Eigenlijk zou men er
gezellig zitten praten; eerst over za- zioh over moeten verwonderen, dat
ken, daarna over koetjes en kalfjes, de-^ keufcenfeeën het onaanzienlijk
Den volgenden morgen zat Land- winkeltje opzoeken en de groote ma-
man in zijn particulier vertrek; een gazijnen, waar zij beter terecht kun-
heer met grijze Laren, nog blozende nen, voorbijgaan jawel, Frederik
wangen en vriendelijke blauwe oo- Weiman is een meïsjeskenner! Hij
gen. Hij bracht de elecfrische schel weet haar te bekoren, heeft telkens
iii beweging en binnen kwam een weer een nieuw vleiend woordje, is
meisje van ongeveer twintig jaren, 1 ook nu en dan allesbehalve schriel en
dat als naar gewoonte, zonder een biedt 'haar nu eens een stukje fijne
woord te spreken, aan de schrijfina-1 zeep, dan weer een flesohje odeur aan
chine plaats nam I patchouli óf muskus en brengt
dit in zijn boek onder de onkosten
en ook dit trekt de ijdele meisjes. Zij
laten zich vleien; ze schertsen met
dan altijd opgeruimden kruidenier,
die toch altijd een man is; al wend
hij nu juist niet met mannelijk
schoon bedeeld.
Zoo Iheeft ihlij al een aardig kapi
taaltje bijeen verdiend; want hij is
spaarzaam naijverige buren zeg
gen. gierig. Best mogelijk; maar hij
is in goeden doen! En als hij 's avonds
den winkel sluit en achter in huis in
zijn slaapkamertje de groote, met
ijzer beslagen, kist van onder de lief
stee uithaalt en de lange vingers
goud en zilver en bankbiljetten tc. eu,
dan komt er over zijn anders gemoe
delijk lachend gelaat een leeiijkc trek
van wilde vreugde. Well haast diabo
lisch glinsteren de kleine -gen, wan
neer hij de. door jarenlange vlijt ver
worven, schatten vooa- zich ziet en
zicli in den glans van de, in groot
aantal aanwezige, gouden tientjes
verheugt.
Maai- dit is niet wat zijne passie is,
o neen! Hij legt zioh dan gemakkelijk
op de met donker, vet geworden, ka
toen overtrokken canapé, steekt een
drie-, soms wel rijteen sigaar aan.
blaast vol welberiagen den ro< k in de
lucht en droomt van zijne villa.
Zijne vil lal Dat is zijn stokpaardje,
zijn zwalkke zijde. En hij droom; er
van en geniet er van bij voorbaat.
Een uitdrukking van zoete tevre
denheid kómt dan over het sterk ge
rimpelde gezicht, en gelukzalig la
chend sluiten zioh de kleine grijze
oogen; de lange, dorre handen over
den buik gevouwen, uit den men -
de feestsigaar tusschen de tanden
zware blauwe rookwolken blaz- .'de,!
zoo leunt hij in de kussens, zelfbe
wust, gelukkig en tevreden en hij
droomt van zijne villa
Nog heeft hij niei genoeg. Onge
veer duizend gulden ontbreekt er aan;
dan kan hij haar koopen. En hoe
lang zal ft dan nog duren? Misschien
een jaar nog, dan heeft hij ook deze
som weer bijeengegaard. Maar alsdan
toch ook dan kaai hij Ihaar koopen
de belichaming van al zijin 'droo-
men, het doel van zijn streven, de
hoop zijner toekomst: de villa, zijne
villa in een der voorsteden.
Sedert twee-en-twintig jaren heeft
hij zioh dit voor oogen gesteld en zoo
lang spaarde hij, dag in dag uit. En
in den laatst en tijd, nadat hij zijn
oog er op eene had laren vallen, ging
hij 's Zondagsmiddags naar die villa
in de voorstad, Liep er wel een dozijn
keeren langs en omheen, knipoogde
Legen de groene vensterblinden en
■kon zich maar niet verzadigen aan
de l'aclhendie omgeving van liet bui
tenhuis. Spoedig, vrij spoedig zal
dit alles hem toebehooren; 'hij zal
hier heerschen en gebieden; hij zal
grondeigenaar zijn; hij, de gelukkige
bezitter dezer villa.
Aoh, welk een droom! Twee en-
twintig jaren heeft hij als een Har-
pagon gespaard; niet zelden zich het
noodige ontzegd, om maar dien éénen
wensch vervuld te zien. Hij is niet
getrouwd, met het oog op zijne villa;
alle levensgenot heeft hij zich ont
zegd, voor zijne villa! 1-Iij moet haar
hebben! De gedachte, dat iemand an
ders Liera vóór zoude kunnen zijn,
maakt hem soms razend. En einde
lijk, eindelijk zoude de dag aanbre
ken, dat hij zijn hiartewensch vervuld
zag...
Kot was op een heerlijken lentemor
gen, dat bij hem in di winkel een
vrouw kwam, die wel tot zijn goede
vriendinnen behoorde, maar van wie
hij wist, dat zij gaarne praat, bab
belt. Daarom overhandigt hij snel
tiaar het verlangde en gaat weer aan
zijn werik: het sorteeren van rozijnen.
De praatzieke vrouw is met fijnge
voelig; zij blijft o, ze'heeft zooveel
te vertellenI En de kleine winkelier
hoort haar aan; hij moet wel, doch
hij sorteert verder zijne rozijnen
geen hoofdbrekend werk! Opeens ziet
hij haar-doordringend aan. Wat zei
de oude? Dat is niet mogelijk... En
toch, zij zeide het; hij heeft liet ge
hoord, woord voor woord. ze zou
verkocht worden, zijne villa! Een an
der had zich reeds bij den eigenaar
aangemeld.
Is dat mogelijk? En hij begint te
trillen cn te heven, en opgewonden
heid straalt hem uit de oogen. Is het
mogelijk! Geen andere woorden kan
bij vinden.
En de buurvrouw? Hm, zij beeft
llem gadegeslagen; niets is haar ont
gaan o, zij was sluw, arglistig
en in stilte verheugt zij zich in de
welgeslaagde list. Sleeh..- eens, teen
hij dol van angst en woede dreigde te
worden, gevoelde ze een weinig me
delijden met i-em. de arme kerel!
Als 'hij eens had 'kunnen vermoeden,
dat het een handigheid van den eige
naar der villa was, wien alles er aan.
gelegen lag. huis en tuin spoedig voor
een goeden prijs te -verkoopen.
Want al lang was hij in den kijker
geloopen bij, die niets vermoedde
van den strik, die hem gespannen
was. Wel reen, geen flauw vermoe
den ihad hij er van; want toen die
vrouw den winkel verlaten had, ge
schiedde er iels ongehoords.
Hij sluit zijn winkel en plakt een
briefje op de deur: Heden wordit hier
niet verkocht.
Het eerst na bijkans het vierde deel
eener eeuw!
Daarna sluit hij zidh in zijn kamer
tje op, steekt al zijn geld bij zich, al
les, dan in een vigelant, en direct
naar de voorstad; naar zijne villa...
En nu behoort ze hem toe. Hij heeft
■haar gekregen; nog duizend gulden
goedkooper. dan vroeger de prijs 'hem
genoemd, was. Een oogenblik toch
kwam de grootmoedigheid van don
verkooper hem wat verdacht voor; ja,
hij aarzelde, een seconde, of er ook
wat aoïitor zitten kon'?... Maar met
een overmande hem weder bet oude
vreugdegevoel; hij betaalde den koop
prijs, zonder een cent af te dingen
en nu is hij de gelukkige eigenaar.
Hij haalt diep adem en brengt on
willekeurig de hand naar liet hoofd:
is hij het nog wel zelf; hij, Frederik
Weiman? Hij ziet in het rond, bekijkt
den tuin, bewondert de groene boo-
men, al de bonte bloemen en nu
eerst de kleine, maar toch nette wo
ning hoe liefl Zoo gelukkig, zoo
gelukzalig is bij, de eigenaar zij
ner nieuwe vilial
Hij is oen heel ander mensch ge
worden, sinds hij eene villa beeft. Na
tuurlijk bewoont hij die; eene oude
bloedverwante doet zijn huishouden,
's Morgens gaat hij naar de stad, en
's middags komt hij terug. I-I ij is ge
lukkig! Als hij door de kleine straat
gaat, dan is het met meer zelfbewust
zijn dan vroeger; zelfs zijn gang is
veranderd, meer energiek, met ineer
zelfvertrouwen want hij bewoont
nu eene villa! En de kleine mensch-
jes oni -hem heen groet hij nu meer
„minzaam".
Nu, een villa houdt niet iedereen
er op na.
In den winkel heeft "hij een jong-
mensch genomen; een zeventienjarig
aschblond jongeling met smachtende
oogen.. Het is nu diens taak, de
dienstmeisjes te bekoren.
Zoo alle dagen heen en weer is wel
wat vermoeiend; maar wat zal ik u
zeggen... bij heeft nu 'n villa, bij
heeft frissche lucht. Nu ja, die laat
daar in de voorstad ook wel eens iets
te wenschen over, maar dal doet er
minder toe. Daarentegen die rus;,
dre kalmtel
Wel is er vee! gerij en er 'oopt een
tram langs en de spoor in de nabij
heid fluit oorverscueuread doch
wat is dit, vergeleken bij al de /.eer
lijkheden van zoo'n villa; al moet
worden erkend, dat de muggen 'I on
mogelijk maken, 's avonds buiten te
zitten ©n de rupsen iemand wel eens
doen schrikken, als ze zacht kittelend
over de huid kruipen dat zïj-n alle
maal kleinigheden, waaraan men
spoedig gewent.
Zeker! Men went spoedig aan die
kleine bezwaren van bet buitenleven
het buitenleven in 'n voorstad; of
veeleer, men moet er aan gewennen.
Men heeft nu eenmaal eene villa bui
ten en hoe aangenaam is het, Ln
den kring van goede bekenden en
goede klanten daarvan te gewagen.
AJle voortneffelijkhsofan eu geneug
ten en- van worden breed pi (gemeten
ka het anders? Wie zal het overal
rond.hazu.imen, dat het ieder oogen
blik inregent, dat liet huis vochtig is
en blijft en de paddenstoelen dooi
den vloer groeien; dat de rupsen al
de bladeren van de heesters en hoo
rnen vreten! Wie zal het verraden dat
bij regenachtig weder de tuin dras
sig is en een gedeelte er van zelfs
blank slaat zoo iets van 'n vijver,
zooais hij vroeger dacht en meer
van dien aard! Dwaasheid! Hij heeft
immers zijne villa.
Twee jaar heeft hij liaar al. Twee
jaren heeft hij gehoopt, aan al die
kleine misères te zulleu wennen. Zijn
leven lang immers beeft hij zich be-
schei'ii/jn eiisdheiii gesteld; waarom
zou ft dan hèm zoo zwaar vallen, die
geringe stoornissen op den koop toe
te nemen'? Van den koop gesproken...
was bij wel niet wat bekocht geweest?
En als het hem «ens wat machtig
werd en de ergernis lie-i den eetlust
benam, dan wist hij zich te beheer-
scmen; gewoonte is een tweedfe na
tuur, dacht hij.
Doch hij is er niet aan gewoon ge
raakt. Toen voor de erde maal de
herfst inviel, met zijn koude regenda
gen. en zijne stormvlagen; toen hij
weer opnieuw langs den smerigen
weg alle dagen naar d© stad moest
en hij 's avonds hij onvoldoende ver
lichting, met modder bespat, einde
lijk zijne villa bereikte toen was
zijn geduld dan toch uitgeput. Dat
moest anders worden.
Hij zon op een andere om gering en
vond die; hij vond zo in erin niet ver
van zijn winkel gelege restaurant,
waarin hij het midda/rmaal gebruik
te en den avond doorbracht hii de
jonge weduwe, aan wie zaak toe
behoorde. Wat 'n onderscheid! Hier
was 't zoo gemoedelijk, zoo gezellig
en dan zou hij in den laten avond
terug gaan naar dat o'""herbergzaam
oord pardon, naar zijn© villa...
Vei-vlogen was het genot van zijn
Tusculum. waarnaar h" zooveel ja
ren had gesnakt nu waren de dagen
te tellen, die hij daar buiten door
bracht. De huishoudster mocht grom
men en opspelen Frederik Weiman
stoorde er zich niet aan. AVant hij
bewoonde reeds een gemeubeld 'kwar
tier in de nabijheid van de restaura
tie, waarheen een paar vriendelijke
oogen hem aantrokken en aftrok
ken van zij.no villa. En. een groot
bord, ao/n dien. tin,gang, maakte be
kend dat zij voor eiken aan memel ij
ken prijs to koop was.
Zoo ver was het dan gekomen. En
de menscheu in de kleine straat,
waarin zijn winkel was, wisten niiet
genoeg te vertellen van de verande
ring, die met den eens zoo eenvoudi-
ge.n, eerzamen kruidenier bad plaats
gehad. In gezelschap van een knap
jong weeuwtje had men hem gezien;
eenmaal, meermalen daarna gere
geld, „En wat decVen ze knusjes.
Neem, die AAtelman! Oud mal gaat bo-
van al.
Zoo wierd er over hem gesproken
en gegiegeld.
En wat alle ervaringen en lotge
vallen niet vermochten dat deden
twee donkere oogen «n een vriende
lijk gelaat.
En na een half jaar zijn ze ge
trouwd. Dat was een drukte, dat was
een ftxrmeeLe opstand in toet straatje.
De lieer Frederik Welrnan gehuwd!
Wat ziet hij er goed uit, aan de zijde
van de ikmappe voormalig© weduwe;
hij is beusch; een respectabel man ge
worden. De liefde verjeugdigt; zoo
waar, hot werd voor de zooveeLste
maai hier bewezen. Veel heeft zij voor
hem over; door en door goed is ze
voor hem maar zij wil niet naai
zij ne vilial
Niet alle vurige wenschen, die
worden vervuld, bremgen den mensch
geluk aan, en wat dan wel gelukkig
maakt, komt soms heol onverwacht
zooais verliefdheid en een lintje;
rtez© heide echter meestal op gezette
tij den I
EEN GOEDGESLAAGDE APRIL
GRAP.
We lezen in de Tel.
De eene Aprilgrap slaagt wel eens
beter dan de andere, m -- de uitvin
der van de grap, die zich in de Scala
te Milaan afspeelde, heeft wel ver
bazend veel genoegen v.i zijn initia-
ief beleefd. Tegen het midden van
Maart verscheen in de Milaneesche
bladen de volgende advertentie:
Rijke, sympathieke, alleenstaan
de jongeman zoekt kennismaking met
schoon©, vriendelijke, deugdzame jon
ge dame, ook zonder bruidschat, ten
einde oen gelukkig .huwelijk aan te
gaan." Daar er steeds -schoone, vrien
delijke. deugdzame jongedames be
staan vooral zonder bruidschat
kreeg de jongeman t "ooze huwe-
Iïjksaanbiediingen en portretten. -
Veertien dagen lang onderhield hij
een handige en leader© corresponden
tie met de concurrenljes, en op 31
Maart zond hij aan ieder zijner „aan
staanden" thij was zec)r rijk en
kon zich de weelde permitteeren
twee entrées voor de voorste'ling van
in het Scala-theater, op 1 April. In
een bijgevoegd schrijven verzocht hij
de jongedames, in het wit gekleed,
met een rood lint op de horst en zoo
zwart mogelijk gekleed© mama te
verschijnen, opdat hij haar dadelijk
zou kunnen herkennen. Hij zelf zou
in een nader aangeduide boven logo
jm de rok en met een mooie geranium
in het knoopsgat verschijnen.
Natuurlijk werd do uilnoodiging
vol geestdrift aangenomen en op den
avond van den len April namen op
de tweede rij van het parket een in
ft wit gekleede, met een breed rood
lint versierde jonge dame. en een
zwartzijden mama plaats. Een paar
minuten later verscheen in diezelfde
rij een tweede witte jonge daine, mei
een tweede rood lint en een tweed©
zwarte chaperonne. De zwarten en
de willen keken elkaar een beetje
verbluft aan, maar zij hadden niot
lang lijd, om elkaar met de ui.kken te
doorboren, want baar opmerkzaam
heid werd spoedig getrokken or '.n
derde witte japon, een derde rood
lint en een derde zwarte dame. En er
kwam een vierde, een vijfde, een zes
de zwart-wit paar. En na verloop van
een kwartier zaten op de tweede en
derde parkelrij vijftien in hei wit
gekleede jonkvrouwen met roode lin
ten en vijftien min of meer authen
tieke zwarte mama's.
Het publiek, dat iets begon te ba
Vroeden, bekeek met steeds groeien
de belangstelling de beide rijen, die
er als het toetsenbord van een piano
uitzagen. Maar de witte en de zwarte
dames keken ongeduldig naar de bo
venlage, waar nu wel spoedig de ver
wachte bruigom meest verschijnen.
Die loge echter behoorde aan een
rimpel i,gen. toeileelijloon theater
liefhebber. En de grappenmaker, die
de Aprilgrap bedacht had, veng den
ouden heer, dien hij goed bende, in
de gang op en slak hem, met een jo
viale opmerking, een vuurrood© gera
nium Ln het knoopsgat.
De grijsaard, die van de gansche
grap niet het flauwste vermoeden
had, glimlachte gevleid, bedankte be
trad zijn loge en 7.ag plotseling de
blikken van vijftien witte jor.k\rou
wen en van vijftien zwarte matiwes
op zijn frommelige figuur gericht.
Van de jonge dames e ler, vielen er
vrij wat flauw: zoo oud en Lelijk had
den zij zich haar aanstaande niet
voorgesteld. Maar de go.rsche zaal
lachte zilte tranen vnn pret.
0AMRUBR1EK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer. Kruïsstraat3l Telephoon 1543.
Probleem No. 450, van
P. MOLLEMA (Eerste publicatie).
Zwart
3*
Si
Jg|
o
M
n
-ft
gr
vS
-
3
a
SS
a
3
3
Wit
Zwart 9 schijven op C, 8, 9, 11, 12, 13, 18, 20, 23 en da:n op 19.
Wit 12 schijven op 21, 22, 26, 27, 30, 31, 33, 39, 40, 43, 44
Probleem No. 451 van DEFOY.
(Le Dainier Universal).
Zwart
46.
Is
i
3
RÉ
ti 1
3
3
3
iS»
3
3
3
3
-
1
MÉ
3
1
3
Él
a
3
Zwart 15 schijven op 2, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 24, 25 en 26.
Wit 13 schijven op 21, 27 28, 30, 31, 34, 35, 37, 39, 41, 44, AS en 49.
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan bo
vengenoemd adres, uiterlijk Dinsdag
15 April a.s.
Oplossing van probleem 446, van
den auteur: Wit 18-12, 22 13, 17—
11, 27-21, 38—33, 43 31
Oplossing van probleem 447, van
den auteur: Wit 34—40, 38—32, 15—20.
2e Oplossing: 33—28, 24 7, 42—37,
15 25!
3e Oplossing: 21-17, 16 7, 34-39.
33-28, 39—44, 15—24, 33-32, -44 36!
Beide problemen zijn goed opgelost
door de heeren: R. Bouw, J. Jaoob-
son Azn., W. J. A. Matla, W. Polman,
T. C. N., J AV. Tieskens, F. M. v. d.
AA'erff
CORRESPONDENTIE.
T. C. N. Gaaiui© zal ik (het door
u bedoelde van u ontvangen. Het an
dere heeft ook bij op lossingen en zal
ik u daarover persoonlijk nog
schrijven.
MEDEDEELÜXG.
De Haarlemsc'ne Damclub heeft in
hare laatst gehouden vergadering be
sloten tot het toelaten van aspirant-
leden in dien leeftijd van 16 tot 18 jaar
Voorts zal een cursus worden geopend
waarin de verschillend© openingen in
het damspel op het groot* instruotie-
bord voor de jongelui bevattelijk zul
len worden verklaard.
Een wedstrijd in groepen zal spoedig
(lig voor de leden a
DAMCURSUS.
AA'egens drukke bezigheden zal Let
vervolg eerst in de volgende rubriek
gegeven worden.
De Haarlemsche Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur in toet gebouw
de Nijverheid, Jansstraat 85, alhier.
Liefhebbers van liet damspel zijn
daar welkom.