IE flJmiHUEl
TWEEDE BLAD
Donderdag 10 April 1913
OM ONS HEEN
No. 1693
Kaöotracliting ran don
Gemeenteraad.
Na de vorige Raadsvergadering was
omtrent de regeling der onderwijzers-
tractementen Woensdag niet veel be
langrijks meer te behandelen. Toch
bleven nog drie punten over, belang
rijk genoeg om belanghebbenden naar
de Raadszaal te lokken en dat waren:
de vraag, wanneer de toegestane
verhoogingeu zouden worden gegeven,
op welk 'tijdstip de geheele verorde
ning in werking zou treden en einde
lijk het belangrijkste van alles, of de
nieuwe regeling bij eindstemming
aangenomen zou worden. Den vorigen
keer was namelijk het eerste amen-
deinent-Kleijnenberg Modoo maar met
één stem meerderheid goedgekeurd,
cr waren toen eenigc leden afwezig en
ei' werd dan ook al gefluisterd., dat
ten slotte de geheele regeling in deze
tweede vergadering wel eens zou kun
nen worden verworpen. Een vrees, die
voor den buitenstaander ietwat onge
rijmd sclieen, omdat het wel heel bit
ter voor de belanghebbenden zou ge
weekt zijn, wanneer een eenmaal aan
genomen salarisverljetering van deze
betcekenis door een toevallige meer
derheid ongedaan gemaakt ware;
Daartoe zou onze Raad niet licht ge
komen ?ijn.
Maar onzeker was wèl op welke ma
nier de toegestane verbeteringen zou
den verleend worden. B. en W.
wenscliten, dat de salarisverhoogiog,
afgescheiden van de periodieke toene
mingen, die ook onder de oude rege
ling zouden zijn toegestaan, niet meer
dan honderd gulden 's jaars bedra
gen zou. Dat was om de gemeentekas
niet op eens al te zwaar te belasten,
niet al te veel te doen schrikken, zoo
als een zwemmer, die te water gaat,
eerst de borst wat bevochtigt en ver
volgens wat water over zijn hoofd
gooit, om aan de temperatuur te ge
wennen vóór dat liij den sprong doet.
Maar <le heeren Kleijnenberg en
Modoo gingen verder, zij wenscliten
de trapsgewijze opklimming uit het
voorstel te laten vervallen en alle ver
beteringen dus tegelijk te laten be
ginnen.
Daar kwam nog bij, wanneer de
verordening in werking treden zou.
De heer Modoo, hoe mild hij ook was,
heeft van salarisregelingen met terug
werkende kracht ldaarblijkelijk angst
gekregen. Hem stonden stellig de
moeilijkheden met de loonsverhoo-
ging van do gemeentewerklieden nog
voor den geest althans, hij voelde
er niet voor, om de verordening te
doen ingaan met 1 Januari, maar
gaf 1 Mei in overweging. En daarbij
kwam als van zelf de quaestie weer
aan de orde, waar het geld vandaan
komen moest. De heer Krelage lier-
liaalde die vraag door hem in de vo
rige vergadering ook, al gedaan. En
M r. T ii ij s s e n spitste deze zaak
zoo Loe, dat een oogenblik in de Raads
zaal het advies om de geheele veror
dening te verwerpen, verwacht scheen
te kunnen worden. Daartoe kwam het
evenwel niet.
Toch was de meening van Dr. Kra-
seinan niet blijgeestig. Het klonk
eenigszins vreemd uit den mond van
den wethouder, dat liij nog wat had
willen wachten mot dat advies te ge
ven, vreemd vooral omdat het ongun
stig was. Wie beter met den inhoud
van de beurs bekend is, dan iemand
anders, behoeft toch niet te wachten:
lot op zijn opinie wordt aangedron-
gen, maar kan, ja moet zelf het initia
tief nemen, wanneer do zaken niet
.marcheerea. zooals hij wel nuttig zou
achten- De heer Kruseman gaf duide-i
lijk te verstaan, dat hij met eenige
moeite tot het Voorstel van B. en W.1
was overgehaald en daarom is 't niet
helder, waarom hij zweeg, toen het
zooveel duurder voorstel Kleijnen-
berg-Modoo in behandeling kwam. Ik
kan mij alleen voorstellen dat hij de
zaken liet gaan, in de gedachte, dat
men hem zou beschouwen ais de raaf,
die toch altijd van onheil krast dat
men niet naar hem luisteren zou.
Mr. Slingenberg gaf inderdaad zoo
iets te verstaan.
Hoe 't ook zij, dezen keer gaf hij on
verholen te kennen, dat de Raad
moest weten wat hij deed, maar dat
hij tegen de verordening stemmen
zou en de verantwoordelijkheid niet.
■wou dragen. Dat zal zijn invloed-op de
stemming over de amendementen
'Kleijnewberg-Mcdoo niet hebben ge
mist: het eerste werd afgewezen en
het tweedei, het dure, daarop ingetrok
ken. En de in werking treding werd
bepaald op 1 Mei, zoodat voor de be
langhebbenden een groot en een klein
kluitje uit de pap verdwenen. Teleur
stelling was op de publieke tribunes
dan ook duidelijk merkbaar.
Daarmee is dan deze altijd moeilij
ke aangelegenheid weer ten einde.
Niet voor goed, maar geen enkele sa
larisregeling is definitief, diooh tij
delijk en Mr. Tlriel heeft het al in de
vorige vergadering gezegd, dat hij
nieuwe verzoeken om salarisverbete
ring verwacht vóór er vijf jaar om
zijn. Hoe het gaan zal met de belas-
tingverhooging, die van deze verhoo
gingen verwacht wordt, zal nader
moeten blijken. Wie nu maar in den
wijsgeerigen gedachtengang van den
heer Modoo kan komen, trekt zich
daar ook niemendal van aan; hij rede
neert dan zoo, dat aangezien alles
duurder wordt, liet- toch niet te
verwonderen is dat ook de belasting
stijgt!
Daarmee is de zaak theoretisch voor
de belastingschuldigen wel verklaard,
maar of ze er practisch mee verzoend
worden, is een andere vraag. Waar
schijnlijk zullen zij de troost van den
lieer Modoo een beetje mager vinden.
Eindelijk is de lang hangende
quaestie ter sprake gekomen betref
fende korting op hijslag van loon der
gemeentewerklieden; als ik zeg, dat
deze discussie buitengewoon vervelend
was, mag daarin niets onaangenaams
liggen voor den heer Slingenberg. die
niet enkel onder de bekwame, maar
ook onder de ijverige Raadsleden mag
worden geteld. Het zal hebben gelet-
gen aan 't eenigszins subtiele, laat ik
zeggen juitidisch-theoretische, dat de
halve Raad niet luisterde en de andere
helft misschien wel instemde niet het
oordeel van de heeren Modoö en Ivru-
scman, dat het liun onduidelijker
werd, naarmate zij er meer over
hoonden. Ik veroorloof mij, naar 't
verslag te venvijzen, met vennel ding,
dat Mr. Slingenberg dit succes behaal
de, dat Dr Kruseman verklaarde, dat
B. en W. den weg wenschen te gaan,
dien de heer Slingenberg wijst, deze
kon toen zijn voorstel intrekken.
Bij het voorstel van B. en W. om
het x-apport dei' speciale Raadscom
missie over de rechtspositie der ge
meente-ambtenaren in hunne handen
te stellen voor praeadvies bleek een
misverstand 1e lieerschen. Mr, Thiel
klaagde over het niet ter inzage leg
gen van een advies der Commissie en
de Voorz. meende, dat hét voortdu
rend ter inzage gelegen bad. De Secre
taris popelde blijkbaar om te spreken,
helaas vergeefs, daar de gemeente
wet hom uitgezonderd bij intrede en
afscheid, het zwijgen oplegt. Vreemd
genoeg hodden B, en W. voorloop.g
geen lust om dat advies gedrukt aan
de leden rond t j zenden, uit vrees voor
publiciteit, alsof de Raad geen gehei
men kan bewaren, zelfs wanneer ze
gedrukt zijn. Wat het behelst vertelde
ook Mr. TJiiel niet, maar zooveel is
uit zijn woorden wel o.p te maken, dat
er ondeugende dingen instaan aan liet
adres van de hoofd-ambtenaren en
hun stuk over het overheidsgezag.
Zoo iets openhaar maken zou lieele-
maal niet gaan: daar zou revolutie
van komen in Haarlem. En zelfs la
ten drukken is hoogst gevaarlijk
stel je voor, dat zetters zoo iets zouden
lezen en de drukker en driewerf
foei het drukkersmaatje! Daar ik
tegen een revolutie ben, raad ik ook
het dra leken af.
Laat ons dan de snelpers vreezen,
Dat gevarelijk machien
Maakt, dat ik bevreesd moet wezen,
Om iets ijselijks te zien.
B. en W. houden de wacht.
Ik kan slapen, goeden nacht!
Bij de rondvraag genoot ons blad de
eer, genoemd te worden; een feit-, dat
dient herdacht, omdat anders de le
den van den Raad gewoon zijn van
„de bladen" to spreken, alsof ze >):ch
niet kunnen ophouden met zooiets
onbeduidends als een naam of titel.
Mr Slingenberg voelde zich gekwetst
door ons vraaggesprek met den di
recteur van het Bouw- en Woningtoe
zicht, waarin zijn denkbeelden over
de woningtelling gecrilfseerd werden.
Op zijn eersto vraag, of dit vraag
gesprek juist was weergegeven, ant
woordde de Voorzitter bevestigend
(natuurlijk) en op de tweede, of B. en
W. daartoe machtiging hadden gege
ven, ontkennend, waar aan de bur
gemeester do leuke verklaring vast-'
knoopte: ,wij hebben die handelwijze'
samen betreurd."
In die uitdrukking lligt iets hoop
vols. Voor ons journalisten namelijk.
Iets als een zachter oordeel over mede-
deelingen aan derden.
Want die extra buitengewoon scher
pe bepalingen, die tot dusver heersch-
ten, zijn niet in 't algemeen belang en:
ook niet bevorderlijk voor den vlotten
gang van zaken.
De Voorz. deelde nog mee, dat bet
interview de meerling van B. en W.
niet weergaf. Voor zoover dit een
aanmerking op de volledigheid er van
zijn zou, kan ik er aan toevoegen, dat'
ook de opinie van Gedeputeerde Sla-
ten en zelfs die van den Hoogen Raad
er niet in vermeld staat.
J, C. P.
Buitenlandse!: Overzicht
E2© Ba^kaïi-'yyëkaaït.
Montanegro en de mogendheden
In diplomatieke kringen te Berlijn
aldus deelt do „Berliner Zeitung
am Mittagmede beeft de ernstige
bezorgdheid, die in de laatste dagen
heersehte wegens de Slcoetari-aangele-
genheid, plaats gemaakt voor een
krachtige, hoopvolle stemming. Deze
stemming wordt veroorzaakt door het
niet tegengesproken bericht, dat de
Servische troepen in Saloniki, clie
reeds ingescheept waren voor Alba
nië, weer aan land gebracht zijn, en
de berichten, gepubliceerd omtrent do
amb a ssa cleu rs - co nieren t ié in Londen.
De blokkade zal op de Albanoesciie
kust uitgebreid worden tot de mon
ding van de Drin, zoodat dé haven van
San Giovanni di Medua, die de. haven
Ivoor Skoetari is, binnen het blokkade-
gebied val t. Wel kan Skoetari ook van
Durazzo uit van levensmiddelen enz.
voorzien worden, maar de toevoor van
troepen, proviand en ammunitie voor
de belegeraars van de vesting wordt
hierdoor zeer moeilijk en tijdroovend.
Bovendien zijn er ook bewijzen, dat
Montenegro langzamerhand geneigd
is, zich te schikken naar den wil der
mogendheden. Niet tegengesproken
wordt, dat er sprake is van financieole
j onderhandelingen over compensaties
voor Montenegro. Over het algemeen
is men geneigd, thans weer groote
kansen te geven aan het spoedig slui
ten van den vrede en het behoud van
den vrede in Europa.
Een raad van Rusland aan
Montenegro.
Do „Südslawiscbo Korrespondenz"
weet- uit goed ingelichte kringen te
vertellen, dat de Russische gezant te
Ceüinjo koning Nikolaas heeft mede
gedeeld, dat de groote mogendheden
het reeds eens geworden zijn over de
toekomst van Skoetari, en hij spoorde
dus namens do Russische regeering in
vriendschappelijkan vorm den koning
aan, om den vil van Europa te eer
biedigen.
Dit optreden van den Russischen ge
zant en de aankondiging van de blok
kade hebben den koning aanleiding
gegeven, Maandag een kroonraad bij
een te roepen, waaraan ook do prin
sen van het koninklijk huis deelna
men. Bijzondere mediedaelingeu van
het kabinet te Belgrado werden ook in
|"dezen Kroonraad besproken.
Overigens is de toestand in Monte
negro in economisch' opzicht zoo pre-'
cair geworden, dat een langere voort-
duur van den oorlog den toestand
voor de Montenegrijnen onhoudbaar
zou maken. Vooral nu Bulgarije, dat
tot dusverre een gedeelte van de Mon-
tonegrijnsche oorlogskosten voor zijn.
rekening nam, niet langer steun ver
leent. Ten gevolge van den slechten
financieelen toestand is thans dan ook
de noodzakelijkheid van een financi-
eele regeling op den voorgrond getre
den."
Nog meer dreigementen
voor Montenegro.
Uit Petersburg werd aan het „Bert
Tagebl.':' geseind
„In de Skoetari-quaostie moet een
gunstige wending gekomen zijn.
Mocht echter tegen de verwachting in
de vlootdemonstratie geen succes heb
ben, dan zal aan één mogendheid
(natuurlijk komt daarvoor alleen Oos
ten rijk-Hongarije in aanmerking) op-
gedragen worden, Montenegro
te isoleer en door een mili
taire bezetting aan de
grens.
Panslavistische betoo
gingen in Rusland.
De chef der politie te Petersburg
verbood het houden van betoogingen.
In een afgekondigde legerorder
wordt nogmaals aan militairen van
alle rangen en graden verboden deel
te nemen aan eenigeirloi betoogingen,
ook aan demonstraties als oip 6 dezer
zijn gehouden.
Ds vrede aanstaande
Uit Londen wordt gemeld, dat de
mogendheden in hun antwoord op
de jongste voorstelten der Bnlkan-
stateri zich bereid hebben verklaard,
een directe lijn Enos—-Midia als grens
lijn tusschen Turkije en Bulgarije
goed te keuren.
Wat de Aegeische eilanden betreft,
verzekeren de mogendheden, dat het
mecreiideel daarvan bij Griekenland
zal worden geveegd.
De mogendheden zullen bij de Bal-
kan-staten aandringen op staking der
vij andelijkheden.
Uil Sofia wordt bericht,,In bevoeg
de kringen acht men geen enkel iie-
zwaar aanwezig tegen onmiddellijke
onderteokening der vrede-sprelimi.iiai-
reii. Bulgarije althans zou-bereid zijn,
daartoe over te gaan. De Jiesiissing
zou slechts afhangen van do groote
mogendheden en de andere geallieer-
den, op wier houding Bulgarije even
wei geen invloed kan uitoefenen.''
Roemenie en Bulgarije.
In de derde zitting van de conferen
tie te Petersburg in zake het Roe-
meensch-B'ulgaarsch geschil werd een
ontwerp goeugekourd, dat door den
gezant van een der mogendheden van
liet Drievoudig Verbond was uitge
werkt en ten gunste is van den af
stand van Süistria aan Roemenië te
gen eene belangrijke schadeloosstel
ling voor Bulgarije. De vierde zitting
zal wellicht de laatste zijn. Het ver
trek' van den Roeaneonschen gedele
geerde, Gliika uit Petersburg wordt
bevestigd.
Het verluidt, dat Roemenië liet ver
plichtend karakter van' de beslissin
gen der conferentie zal erkennen.
£e logeruitbrelSing in Buitscbland
De Rijksdag zette do beraadslagin
gen voort.
De Beiersche oud-generaal Hausler,
lid van het Centrum, betoogde, dat de
driejarige diensttijd voor de cavalerie
bekort moest worden, terwijl de rij
dende artillerie moest worden uitge
breid. Dat betoog werd bestreden dooi
den minister van oorlog Von Heerin-
gen.
Bij de beantwoording van de rede
van Hausler door den Bondsraad
gevolmachtigde Von Wenningen,
kwam het tot rumoerige tooneelen.
Von Wenningen ontzeide namelijk
onder groot rumoer van de linkerzijde
aan Hausler het recbl, om thans
nog een deskundig oordeel te vellen
over arülteriezaken, terwijl hij tevens
verklaarde, dat Hausler geen gelegen
heid heeft gehad, om zich een oordeel
te vormen over infanterie en cava
lerie
„Namens het Beiersche officiers
corps verklaar ik te betreuren, dat
Hausler woorden heeft gesproken, die
bij zijn eigen partij geen bijval von-
den, maar alleen bij de uiterste lin-
kerzijde", zoo eindigde de gevolmach-
tigde.
Groot tumult ontstond onder de so
ciaal-democraten.
Ledebour (soc.-dem.), protesteerde
tegen de woorden van Von Wennin
gen, waardoor Hausler als moreel
minderwaardig zo.u worden voorge
steld. (Toejuichingen links).
Von Wenningen antwoordde daar
op, dat hij niet als gevolmachtigde
van den Bondsraad, maar alleen als
Beïerseh officier had gesproken.
Daarop volgde opnieuw rumoer.
De sociaal-democraat Frank zei
„Deze verklaring is een staaltje van
de aanmatiging der militaire kringen.
Ik verwacht, dat het zelfbewustzijn
van alle partijen voor haar een aan
leiding zal zijn, om zich aan te sluiten
bij ons protest." (Bijval op alle ban
ken).
Daarmede was het incident afgeloo-
peii.
De Rijkskanselier nam daarop het
woord om te protesteeren tegen de
interpretatie, aan zijn jongste rede ge
geven, als zou een botsing tusschen
Slavische en Germaansche volken op
handen zijn.
En hij vervolgde „Deze bewering
schaadt mijn politiek, die gericht is
op goede nabuurschap met Rusland."
Verder verklaarde de Rijkskanse
lier: „Hét tegenvoorstel bebeekent niet,
dat de minister van oorlog of ik ge-
kapituleerd hebben voor den genen-a
len staf, het dankt zijn ontstaan aan
het gevoel, van verantwoordelijkheid
voor de zekerheid van onze toekomst."
(Toejuichingen).
„En uit de besprekingen is geble
ken", zoo vervolgde de Rijkskanse
lier, „dat de groote meerderheid der
partijen zich door hetzelfde gevoel van
verantwoordelijkheid laat leiden."
(Toej uichingen).
Daarna begon de eerste lezing van
het wetsontwerp betreffende dekking
der kosten voor de legei'uitbreid'ing.
Het ontwerp werd verdedigd door den
staatssecretaris Künz.
Allerlei.
De driejarige diensttijd in
F r a n k r ij k.
Met vernieuwden moed. wordt de
campagne voor den driejarigen
diensttijd hervat.
De afgevaardigde De Montebello,
ondervoorzitter van de leg-c-rcornmis-
ste, heeft in Reims een redevoering
gehouden, waarin hij o. m. zeide
„Toen wij den tweejarigen dienst
tijd invoerden, meenden wij te mogen
verwachten op dien weg te zullen
worden gevolgd. Maar wat deed
Dui'schland Het liet niet na ons te
provoceerende keizer ging naar
Tanger en wij moesten onzen minister
van buiteiïiandsche zaken wegsturen.
Als wij maar vastbesloten zijn, tegen
stand te bieden, zullen de Duit schors
zich wel tweemaal bedenken, voordat
zij een krachtig leger aanvallen. Zij
beschikken wel over 27 legerkorpsen,
maar de voorzichtigheid dwingt hen
althans eenige daarvan aan de ooste
lijke grenzen te laten."
in Nantes sprak de afgevaardigde
Guist'han, oud-minister van onder
wijs, en betoogde, dat de wederinvoe
ring van den driejarigen diensttijd
een absolute noodzakelijkheid is.
Aan een feestmaal van reservo-offi-
cieren te Rouaan voerde de minister
van oorlog Etienne het woord. Hij
herinnerde aan de krachtsinspanning
van Frankrijk in de laatste veertig
jaar. om er weer bovenop te kornet j
terwij! toch steeds het streven tot
i uiting kwam, den vrede te bewaren.
Maar terwijl de omliggende volkeren
hun weermacht in vredestijd geleide-
lijk opvoeren tot oorlogssterkte, en
478.000 Fransolicn tegenover 854000
Duitschere staan/móet van hét land;
oen geweldige krachtsinspanning
worden gevraagd, om door den drie-]
jarigen diensttijd het verschil te ver-'
effenen.
De minister verklaarde vastbesloten
te zijn met het ontwerp te staan of te
vallen, „Wij willen een vredelievend
Frankrijk, maar tevens een sterk en
geëerbiedigd Frankrijk. Het kan niet
verdwijnen. Frankrijk moet blijven
aan het hoofd der volkeren, omdat
hst een geschiedenis heeft als geen
ander volk en omdat het altijd een
bewonderenswaardige drager van de
beschaving is geweest."
De woorden van den minister lokten
een onbeschrijflijke geestdrift uit.
Engeland en de Belgische
Congo,
Minister Sir Edward Grey vertelaar
de in hel Engelsche Lagerhuis, dat de
toestanden in den Belgischen Congo
zeer waren verbeterd in vergelijking
met vroeger. Het was dus onge-
wsii'scht, dat de regeering nu nog lan
ger de erkenning der Belgische sou-
veréiniteit zou weigeren, die feitelijk
door alle andere mogendheden reeds
is geschied. Echter zal de offici-eele
erkenning niet plaats hebben eer bet
Huis zich over de quaestie zou heb
ben kunnen uitspreken.
Binnenland
DE AFSLAG-QUAESTIE TE
ENKHUIZEN.
Een arbitrage-commissie is be
noemd om de quaestie tusschen het
gemeentebestuur en de visschersver-
e&mgimig Onis Belang te regelen. De
visschers blijven nog steeds op eigen
houtje afslag houden.
Kamerverkiezingen.
DISTRICT OOSTBURG.
De christelijk-historische kicsverée-
niging in het district Oostburg heeft
besloten de candidatuur van mr. P.
Dieleman krachtig te steunen.
DE VRIJZINNIGE CONCEN
TRATIE TE AMSTERDAM.
Ten kajitore van mr. J. Kappcyne
van de Coppello, voorzitter van de
vrijzinnige kiesvereeniging „Vooruit
gang", had de aangekondigde verga
dering plaats van het Concentratie-
Comité en de drie vrijzinnige partijen
in Amsterdam. Tol algeheele overeen
stemming is men in deze bijeenkomst
nóg riiet geraakt. Binnenkort zal het
Comité opnieuw vergaderen.
Vast staat intusschen reeds, dat de
aftredende vrijzinnigen door de drie
vrijzinnige partijen opnieuw Candi
da at zullen worden gesteld voor de
Tweede Kamer.
Het zijn in district I dr. H. F. R. llu-
brecht CU. L.), in district IV prof. rnr.
G. A. van Hamel (U L.), in district
V de heer Th. M. Ketelaar (V.-D.) en
in district Vï mr. W. II. de Beaufort
(V. L).
Omtrent de overige districten ver
neemt 't I-Ibld. bet volgende: District
II is door het Centrale Concentratie-
Comité te 's-Gravenhage toegewezen
aan de Unie-liberalen. Hiertegen
maakten de vrijzinnig-democraten
bezwaar. Zij wilden in dit district hun
partijgenoot mr. Th. B. Pleyte, voor
zitter van den Raad voor de Scheep
vaart, gesteld zien.
De Unie-liberale kiesvereeniging
„Vooruitgang" wenseht evenwel van
haar aanspraken op het district geen
afstand te doen en thans zal naar alle
waarschijnlijkheid in dit district wor
den candidaat gesteld dr. C. Lely
(U. L.), oud-minister van Waterstaai,
Handel en Nijverheid en oud-gouver
neur van Suriname.
In III zal, als de overeenkomst tot
stand komt.'dr. J. I-I. Gunning (U. L.),
dislriets-schoolopziener, de candidaat
der drie vrijzinnige partijen voor de
Tweede Kamer zijn.
District VII, door het Centrale Con
centratie-Comité aan de vrij-liberalen
toegewezen, heeft eveneens aanleiding
gegeven tot bezwaren van vrijzinnig-
democratische zijde. De vrijzinnig-de
mocraten zouden hier een der hunnen
candidaat willen zien gesteld. Intus
schen zal hier bij het tot stand komen
der overeenkomst de heer Walrave
Boissevain (V. L.) candidaat zijn der
drie vrijzinnige partijen.
De voorgestelde concentratie-candi-
daat voor district VIII is de heer P.
Noliing (V. D.), die in 1809 als Kamer
lid vervangen werd door den candi
daat der rechtsche partijen, den beer
W. de Vlugt.
Omtrent district IX eindelijk is men
nog niet tot overeenstemming geko
men. De unie-liberale kiesvereeniging
„Vooruitgang" zou hier den conceu-
tralie-candidaat aanwijzen. Toen van
vrijzinnig-democratischen kant be
zwaren werden gemaakt tegen de
verdeeling, zooals die te 's-Gravenha-
gc was ontworpen, moeten én de Unie
liberalen én de Vrij-liberalen district
IX aan de vrijzinnig-democraten heb
ben aangeboden. Dezen moeten daar
evenwel geen boren naar gehad heb
ben. Als reden hoorde 't Hbld, noe
men; dat de vrijzinnig-democraten
niet geneigd zouden zijn een der hun
nen candidaat te stellen tegenover het
zittend lid, den sociaal-democraat
1 Vliegen. Dit standpunt zou evenwél
in strijd zijn met het mede door de
vrijzinnig-democraten onderteekende
concentratie-manifest, dat zich niét
alleen tegen de coalitie, maar ook
tegen de sociaal-democratie keert.
Zoo staan thans de onderhandelin
gen, die nu reeds ruim vier maanden
geduurd hebben.
Men rekent er intusschen op zoo
besluit 't Hbld. dat de drie vrijzin
nige partijen in de hoofdstad nog de
ze maand zullen kunnen vergaderen,
om tot het stellen der negen concen
trate e-candidaten voor de hoofdstad
over te gaan.
TENTOONSTELLING „DE VROUW
1813—1913" TE AMSTERDAM.
Omtrent het werk van de Histori
sche Commissie welke zich heeft be
last met de geheele inrichting van de.
retrospectieve afdeeliug, kan' worden
medegedeeld, dat Meerhuizen als wo
ning uit 1813 bijna gereed is en dus
spoedig reeds de oude meubelen kun
nen worden geplaatst, welke naar
men weet werden bijeengebracht door
de Vereeniging van Handelaren in
oude Kunst in Nederland.
DE GRENSWIJZIGING VAN AM
STERDAM.
't Zal misschien velen interessecren,
te vernemen, hoe groot de oppervlak
te van Amsterdam zal zijn na de an
nexatie en hoeveel inwoners dan
„groot-Amsterdam" zal tellen. Vol
gens de laatste opmeting door Pu-
biieke werken is Amsterdam thans
ongeveer 4630 H.A. groot. Het te an-
nexeeren grondgebied heeft, naar 't
Ilbld. bij informatie bleek, een opper
vlakte van 6150 II.A.
Het aantal inwoners (ruim 589.000)
F@ 13 i 11 ©t©bi
Naar het Ejigclscb.
1)
Ransome bl-scf in do deur van de
rookkamer van liet restaurant even
stilstaan en zei met, tegenzin;
Noen, hier niet. Laten wij liever
naar boven gaan.
Sta je lxie.r nog in 't krijt, man
netje, vroeg Hewitt.
Neen, die verwenscMe kassier
van ons zit daar in den hoek Als hij
mij ziel dun komt hij om vijf minuten
vóór twee bij mij en zegt dat het tijd
's om naar het kantoor te gaan.
Hij heeft een veel te nauwgezet ge-
welen voor dit leven. Hij kan, wat mij
betreft, een kop kleiner gemaakt wor
den.
Maakt hij voel standjes? vroeg
Cook.
O neen, daar doet hij niet aan.
Hij zit altijd in or.gst dat er iets op
liet kantoor verkeerd zou kunnen
gaan, en hij" vreest onze patroons zoo
teer, dat hij nooit om een verhooging
van salaris vraagt.
Ik ken dat soort, zei Coolu De
onberispelijke man die altijd 's avonds!
met denzeifden trein naar huis gaat,
behalve wanneer hij moet ovenverken,
die nooit naar een spectacle-concert
gaat, en zucht over den prijs van Kin-
dersclioenen.
Precies, zoo is hij. De oude Clay
beschouw t een bezoek aan een bios
coop als een wilde uitspatting, en
bijna het eenige waaróver hij in zijn
kantooruren spreekt zijn de grooter
wordende uitgaven voor zijn familio.
Maar, wat ik zoggen wil, heb je er iets
tegens eens een grap uit te halen?
Wat voor grap, oude jongen?
Wol, de oude Clay leent geen van
jelui beiden. Ga nu bij hein aan het
tafeltje zitten en een van je beiden be
gint dan te spreken over de nieuwe
positie die iiij heeft gekregen als kas
sier van ouzo firma Wat leuk om van
middag dien ouden Clay te zien bin
nenkomen met een gelaat blauw van
angst.
Goed! antwoordde Cook. On
der conditie, dat jij een rondje kof
fie geeft, Ransome. Kom dan, Hewitt,
wij gaan bij dien ouden kei'el zittenen
jij vraagt mij naar mijn nieuwe posi
tie.
Zij gingen de rookkamer binnen, en
vonden Clay geheel verdiept in hot
genot van de eenige sigaret, die zijn
namiddag-verstrooiing uitmaakte.
Welk soort van nieuwe positie
heb je toch gekregen'? vroeg Hewitt,
terwijl zij plaats namen.
O, een heel goede, ofschoon liet
natuurlijk een groote verantwoorde
lijkheid is kassier te zijn.
—Een goede firma?
Ja, Cade en Aldred. Je liebt er
zeker wol eens van gehoord.
Mr. Clav liet zijn sigaret uit de be
vende hand vallen.
Waarom kozen zij jou er voor
uit?
O, zij hadden een kassier, diie
daar al lang geweest was, en wiens
blik niet ruim genoeg meer was, en
de firiua wilde een nieuwe kracht heb
ben, die een ander systeem van wer
ken kou invoeren.
Dus dat wordt nu jouw werkt
oude jongen. Wordt die betrekking
goed betaald?
Drie honderd pond per iaar dat
is alles .-Maar er zijn goede vooruit
zichten. Maar wat ik zeggen wil,
houd het voor het oogenblik nog ge
heim. Zij wilden van hun ouden kas
sier af. Aan iiet eind van de maand
zullen zij liem nog zes weken salaris
.betalen, denk ik en dan kan hij met
een heengaan. Zij willen een scène
met hem vermijden.
Ja, dat gaat zoo. Nu, wel gefeli
citeerd, kerel. Ik moet nu maken, dat
ik wegkom. Ga je zoo ver met mij
mee?
Zij gingen de rookkamer weer uit,
en berichtten aan Ransome dat de'
oude kassier absoluut groen van
schrik was gov.orden.
Ransome grinnikte.
Wat zal dat 'n genoegelijke dag
worden. Over een paar dagen zal ik
hem er van op de hoogte brengen, dat
het niets dan een grap was. Een van
je beiden wil liem dan misschien wel
een bi'iefkaart schrijven. Nu ga ik
gauw naar liet kantoor om hem 'Ie
kunnen zien binnenkomen.
Voor ditmaal kwam Ransome wer
kelijk maar een minuut te laat op hei
kantoor. Hij was al voorbereid op de
zacht verwijtende stem von Mr. Clay
Twee uur is je tijd, Ransome.
Maar Mr. Clay was niet terugge
keerd, en de klerken waren don-rover
ten hoogste verbaasd. Om tien minu
ten over twee was de op Clay volgen
de bediende overtuigd dat de oude
Glay door een auto moest zijn oven-e
den en wierp begeerigo blikken op zijn
lessenaar. Mo ar om kwart over twee
kwam Mr. Clay warilc el end binnen.
Zoo, Mr. Clay, u heeft toch geen
ongeluk gelrad? riepen een half dozijn
stemmen tegelijk.
Waarom, ben ik dan laat? vroeg
do kassier. Dan heb ik zeker niet
op den tijd gelet.
De kantoorjongen maakte met veel
drukte een nieuw hoofd in het con-
ti'óleboek.
Mi'. Clay, 2.15 uur, en de kassier
bloosde toen hij voor het eerst
sinds zijn handelscarrière voor te laai
wei'd opgetoekend. Ransome genoot
het laatste gedeelte van den middag.
Hij zag Clay voor het grootboek zitten
zonder een pen op het papier te zet
ten blijkbaar niet in slaat cm zien
m zijn werk in te deuken. Toen hel
hoofd van de firma piosteling' binnen
kwam en bijzonderheden vroeg ovei
een bepaalde rekening, vroeg Mr. Clay
op zachten toon aan een jongeren
klerk om daarvoor te zorgen iets
wat bij vroeger nooit meer had ge
daan.
U heeft toch geen slechte berich
ten van thuis gekregen, Mr. Clay,
vroeg de jonge man.
Neen, neen, niet van thuis, fluis
terde de wanhopige kassier Toen de
chef der firma vroeg heen wilde gaan
om een partij golf te spelen, beefde
Mr. Clay toen hij binnenkwam en
even bij zijn lessenaar bleef staan.
lie brieven zijn heel good, Mr.
Clay. Wil u dien van Hitcham even
ophangen. U schijnt wel koud te zijn?
Ik zou dat raam liever dicht doen, uls
ik u was. Goeden dag.
Eindelijk kwam er een eind aan den
treurigen middag. Werktuigelijk hield
de kassier er toezicht op dat het kan
toor gesloten werd. Raxisonio vertrok
met den trein waarmee de kassier
gewoonlijk heenging, en merkte vol
vermaak op dat Mr. Clay hem dien
avond miste.
Mr. Clay kwam een uur later thuis.-
Zijn 'vrouw stend hein op te wachten
aan het iuinpoorije.
Ik wist niet dat je van avond la
ter zou thuiskomen, man. Om zes uur
precies stond alles voor je klaar.
Den trein gemist, stamelde Mr.
Clay den trein gemist!
Wat is er dan? Weer een kantoor-
jongen gesnapt op het stelen van post
zegels? Je moet je die dingen niet zoo
zeer aantrekken, man.
Neen, neen, moeder, maar ik
hoorde vandaag vertellen, dat een an
der mijn betrekking op het kantoor
zal krijgen. De firma heeft iémand
noodig met meer energie en zij zullen
een jongeren man in mijn plaats aan
stellen, die ineer gold verdient. Alleen
bij toeval heb ik het gehoord. De chef
heeft er nog niet met mij over gespro
ken. Wat zullen wij doen?
Het eerste wat je doen moet, bes
te man, is binnen te komen en lekker
te eten. Als jij je dan beter voelt, dan
zullen wij er eens over praten. Maar
geen voorbarige zorgen, alsjeblieft.
Mr. Ciay leefde weer op onder den
invloed van de opwekkende tegen
woordigheid van zijn vrouw.
Bedenk tocli welke uitstekende
getuigschriften je zult hebben, man.
Bij een en dezelfde firma twintig jaar
geweest. Daardoor moet je ergens an
dere een betrekking vinden.