lira's Dra
GOUDEN VISIOENEN.
dat iedereen iederen anderen dorps-)
genoot kent. Daarvoor zijn wij te
dicht bij de stad en wie zal er om
treuren, dat hij 'niet van allen in de
buurt bezoeken ontvangen en hun die
terugbrengen moet? Een paar kennis
sen die hem sympathiek voorkomen
en daarmee uit. Ilier komt het echte
dorpsleven, zooals 't in den Gekler-
schcn achterhoek of op de Utrechtsche
plaatsjes beslaat, nooit in. Anders
zouden de meesten het er waarschijn
lijk niet kunnen volhouden, omdat die
dorpelingen op de grens van een stad
tocli in denken en wensclien met één
been in die stad zijn blijven staan en
aan het stadsleven behoefte hebben.
En terwijl ik dit schrijf, zingt het',
vooglenkoor, links en rechts en over-'
al, zijn hoogste lied, snort een brutale,
bij dé khmer in; 'draait, even rond en'
vaart," al gonzend weer heen, de volle
zon tegemoet. Zacht ïuischen. de iepen
in den voorjaarswind, die voorzich
tig do teëre violen schudt In den tuin.
Aan de stamrozen, pas van het vvin-
terdek ontdaan, gloeien de knoppen,
vol heerlijke beloften. En in den at
mosfeer hangt een zachte geur van
„bloem en plant, van wie weet waar:
gekomen, misschien wel van de groep
meidoorn, sering en gouden regen,
die in gïndschen tuin bloeit in schit
terende kleurenpracht.
Zoo is het In.ïten in den zomer.
■Straks komen de stormen en regen
vlagen, de sreeuwbuièn' en scheme
oostenwinden, evengoed als in de
stad, misschien zelfs wel milder en
ruimer dan daar, waar immers ieder i
huis het naaste huis beschut. Maar
dat kan den huilenman niet beangsti
gen, die het zich evengoed als in de
stad, gezellig maakt-insschen de mu
ren en die al weer de komende lente
speurt, wanneer het voor den stads-
mensch nog volop winter is.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
T.' e driejarige dienst; ij d
in F r ankr ij k.
In den Dinsdag gehouden minister
raad werd den minister van Oorlog
opgedragen de Kamer te verzoeken,
onmiddellijk het ontwerp op den drie
jai igen diensttijd in behandeling "e
nemen, zoodra het verslag zal zijn
verschenen. De minister van Oorlog
bracht rapport uit van de zending van
generaal Pau, den leger-inspecteur,
naar de oostelijke garnizoenen, om
een onderzoek in te stellen naar de
incidenten te Tóul en Belfort. Hij
stelde voor ooi, .zoodra- de- feiten tot
klaarheid zijn gebracht, de noodige
maatregelen te nemen.
Uit - - 1
Belfort
komen weer berichten omtrent sa--
ni:ö n sp ann ingen.
lu de chambrces van het 35ste regi
men I. hadden geheime. samenkomsten
plaats. Enkele onruststokers hadden
met kameraden van andere regimen
ten plannen gemaakt voor een beloo
ging in de stad, maar de zaak kwam
te spoedig aan het licht. Zoo .ontston
den er relletjes, d'e echter, dank zij
de krachtige houding der officieren,
geen uitbreiding verkregen. Een ser
geant-majoor werd mishandeld, doch
hij deed door anderen een-der ergste
belhamels achter slot en grendel
brengen. Toen hieven twee- tot drie
honderd soldaten de „Internationale"
,en andere revoLutioniiaire liederen
aan. Op dat oogenblïk kwamen de
reservisten van het 242ste regiment,,
die wegens plaatsgebrek onderge
bracht zijn op de chambrées van het
35ste regiment, terug van een effe
ning. Dank zij hun houding gingou
de betoogers uiteen. Den geheelen
n.icht werd in de stad gepatrouilleerd,
doch er deed zich verder geen inci
dent voor.
De regimentscommandant nam de
noodige maatregelen om een herha
ling te voorkomen.
Aan het jaarlijksehe feestmaal van
do radicale en radicaal-socialistische
partij, dat Zondag te Parijs gehouden
js, heeft de oud-premier Caillaux een
redevoering gehouden
tegen den driejarigen
diensttijd.
Hij gaf toe, dat de gewijzigde in
ternationale toestand dwingt tot
giooter krachtsinspanning op militair
gebied, maar dit moet geschieden in
de richting van een nationaal (volks)
leger en niet in die van een beroeps-:
leger. Onidat oen nabuur, die daartoe
de menschen beschikbaar heeft, nu
streeft naar een sterk beroepsleger,
zeide Cailhuix, is dat toch geen reden
voor ons. hem te volgen op een weg.
d e onvermijdelijk tot onze Inferiori
teit moet leiden, daar de ander nu
meriek ons de baas is.
De héér Gaillaux wilde liet genees
middel zoeken in een strikte toepas
sing van de wet van 1905, verbetering
der reserves, doelbewuste organisatie
van rlc voorbereiding der jeugd voor
de militaire africhting, verbetering
en uitbreiding der permanente wer
ken aan de oostgrens, posit ie-verbete
ring 'der officieren en verjonging en
training van het kadef.
Do oud-premier betreurde het, dot
van dit alles niets was voorgesteld en
dat men zijn heil had gezocht in een
verlenging van den diensttijd. Hij
wees er op, dat dit jaar langer dienen
voor de bevolking beteekent een aan
zienlijke vermeerdering der belasting
en -vermindering van productiviteit,
Wij, aldus verklaarde Caillaux ten
slotte, wij kunnen het regceiings-
oiuwcrp niet aannemen. Wij geven
alleen toe, dat eenige vermeerdering
van diensttijd noodig is om tegemoet
te komen aan het gebrek aan samen
hang tusschen de lichtingen en om de
africhting der bereden wapens te ver
zekeren.
De radicale pers beijvert zich le
doen uitkomen, dat het standpunt
van Caillaux niet zoo heel veel ver
schilt van dat van Barthou, immers
ook de eerste acht verlenging van
diensttijd noodig, zij liet dan ook niet
mei. een vol jaar. zoodat een compro
mis (usschen beide stelsels alleszins
mogelijk schijnt.
De „Lanterueis van oordeel, dat
een schikking op den grondslag van
de wet van 1905. wat den duur van
den dienst betreft, zeer goed mogelijk
is. In hoofdzaak echter moet de na
druk gelegd worden op een verander
de opleiding van den aanstaan
den soldaat (dus vóór hij in de ka
zerne komlj en diens verplichtingen
na liet verlaten der kazerne. De vraag
is, of de regeering ook in die richting
voor een schikking te vinden is.
De „Lanterue" meent van wei, en
gelooft ook, dat de republikeinse he
partij daarmede zul kunnen instem
men..
OMTRENT DEN BALKAN.
De ambassadeurs
conferentie.
De ambassadeurs zijn gistermiddag
weer bijeen gekomen in het ministerie
van billlenlandsche zaken.
De conferentie duurde drie uur en
werd daarna verdaagd tot Maandag.
Iia bespreking kwamen de oordeel
vellingen van de verschillende regeo-
ringen over de bepalingen van het
Oostenrijksch-ltaliaansclie concept
met betrekking tot de administratie
van-Albanië. Niet een daarvan heeft
.een beslissend karakter.
De bijeenkomst kenmerkte zich door
besliste eenstemmigheid ten opzichte
van de noodzakelijkheid voor de ge
allieerden, om onmiddellijk de vredes-
p_ii minrtiren te teeltenen.
De,conferentie legde er den nadruk
óp; dat wanneer de Balkanstaten dat,
'dofiiii' zij; vrede, sluiten met iEwkïjer,
•zender flat dit invloed heeft op, hun
recht, cum met de mogendheden té
sproken over de cjuaesties, door hen
aan'.'de beslissing der mogendheden
toevertrouwd.
Deze zullen ieder afzonderlijk In de
Balkan-hoofdsteden deze zienswijze
onder de aandacht -brengen.
De Oosten rij ksclie mi nister-presi
dent diende de voorloopigc hegrooting
voor het 2de kwartaal van 1913 in, en
verklaarde bij de toelichting daar
van, dat
de houding van Oosten-
ij k
in de Balkan-quaestie beheerscht
wordt door het beginsel, de ontwikke
ling en onafhankelijkheid der Balkan-
sinten te bevorderen.
Uit de toepassing van dit beginsel
vloeit 'voort, dat eveneens gehandeld
is in betrekking tot het Albaneesclie
element. Oostenrijk heeft zicii ten doel
gestéld, een autonoom Albanië te
scheppen en de-u status quo aan de
Adriatische Zee te handhaven.
De minister gaf vervolgens een his
torisch overzicht van de gebeurtenis
sen sinds den aauvang van den oor
log. en voegde daaraan toe, dat de
monarchie ui volkomen overeenstem
ming heeft gehandeld met Italië, dat
bereid was met haar samen te wer
ken \oor de constitueering van een
onafhankelijk Albanië.
De minister zeide, dat men binnen
betrekkelijk korten lijd het sluiten
van den vrede tusschen Turkije endc
Ba Ik.-instaten mug verwachten.
Hij herinnerde voorts aan de maat
regelen betreffende het afdanken van
de reservisten. De lichtingen in de
militaire concentratie aan de zuider
grens zullen naar huis worden gezon
den, naarmate de toestand in den
Balkan verbetert.
DeV re desonder-
ha n delingen.
De eerste gedelegeerden van de Bal
kanstaten zijn om vier uur gisteren
middag samengekomen in Claridges-
hotel, waar de Grieksche gedelegeer
den hun intrek hebben genomen, om
te spreken over hun houding in zake
het teekenen van de vredes-preljmi-
nairen.
De bijeenkomst duurde twee uur en
werd bijgewoond door alle gedele
geerden. Er was een drukke, heel
vriendschappelijke gedachtemvisse-
ling" over het voor en tégen van het
teekenen der vredes-preliminairen in
hun tegenwoordigen vorm. Eindelijk
is men het eens geworden over het
concept van wijzigingsvoorstellen, dat
aan de mogendheden officieus zal
worden aangeboden, waarschijnlijk
reeds morgen.
Over .'.ij
de stemming te Sofia
verneemt de"„PoUL Korr.", dat deze
in officieele kringen wegens de ver
traging bij de vredes-preliminairen
zeer slecht is geworden. Men rekent
er op, dat de Lon dense lie ambassa
deurs-conferentie stappen zal doen,
opdat de prélimiiiairen zullen wor
den geteekend. In geval de houding
der bondgenooten opnieuw vertraging
zju brengen, zal de Bulgaarsche re
geering elke verantwoordelijkheid af
wijzen voor de gevolgen, die hieruit
kunnen voortvloeien.
De Suffragettes.
Er weid in Hydepark een v rouwen-
kiesreciitiiieetlng gehouden, waarbij
het publiek de bezadigde spreeksters
hoffelijk aanhoorde, maar nauwelijks
wilden militante dames ook een
woordje in het midden brengen, of
daar was 't lieve leventje gaande.
Bereden en onbereden politie, bij
twintigtallen, moesten er bij te pas
komen, o-n de „militanten tegen de
woede van het publiek in bescherming
te nemen. Een barer maakte een be
nauwd oogenblïk door, toen zij zich
enkel door één politie-agent begeleid
door een woedende menigte zag om
ringd. Bijtijds daagde nog bereden
politie op omhaal' te-ontzetten, waar
op zij zich in ..-ei» auto uit Je voeten
kon maken.
Mejuffrouw Christabel Pankhurst
deelde aan den correspondent van de
„St. James Gazette' mede, dat zij
niet voornemens was. Parijs te verla
ten. Dai is te begrijpen, ze zit duur
wel zoo veilig.
De toestand in China.
Aan de „Daily Telegraph"' wordt
uit Peking geseind, dat nu niét langer
kan worden ontkend, dat de Noord-
Chinéosche troepen velschillende be
wegingen uitvoeren, die ten doel
hebben, alle strategische punten aan
den Boven-Yangise te bezetten tot
Kïoekjung, benedenstrooms van
Woetsjang.
Deze beweging is gericht tegen de
ten zuiden van den xangtse gelegen
provinciën Hoehan en Kiangsi, centra
van ontevredenheid over den huldi
gen loop van zaken en feitelijk in op
stand tegen het centraal gezag. Reeds
móet de toetöè (gouverneur), van
Kiangsi troepen gezonden hébben
naar de grens van het aangrenzende
Hoepoli," waar, gelijk gemeld werd,
Yoean Sji Kai op de troepen onder
den vice-president Li Yoean iïoeng
kan rekenen.
De benedenloop van den Yangtse,
namelijk van Kioekjang af. is niet in
deze bewoging begrepen, maar men
meldt, dat. generaal Tsjang Ilsoen, die
nog steeds langs don spoorweg van
Tientsin naar Poekou staal, den last
ontving, om zich gereed te houden
voor den opniarsch, wélke dun tegen
Nanking zou zijn gericht. Tevens wist
de Pekingsehe pers mede te doelen
dat alle in de omgeving der Chinoo-
sche hoofdstad geconcentreerde troe
pen werden gewaarschuwd, dat hun
ne diensten elk oogenblik kunnen wor
den gevorderd.
Intusschen wordt te Peking de par
lementaire strijd voorigez'.en eik-
poging in liet werk gesteld, om de
verwezenlijking van het program der
koeö-mi n-iang te beletten. Hoe sterk
de machthebbeadeu te Peking zich
gevoelen, kan echter worden afgeleid
uit de veie inhechtenisnemingen e.i
daaropvolgende terechtstellingen, die
in den loop der v orige week hebben
plaats gehad. Zoo werd, nu juist een
week geleden, een bekend Kanton-
neesch generaal. Tsjeng Yoe Sjoe,
oen 21-jarige, die zich tijdens de revo
lutie grooten naam had gemaakt, ont
hoofd, hetgeen in de Cbineesche we
reld groot opzien heeft gebaard.
Alles samenvattend kan men zeg
gen, zoo seint deze berichtgever, is de
toestand in China nu zoo. als hij nog
niet geweest is, zoodal mei: zich op
verdere verrassingen kan voorberei
den.
Onze Lachlioelt
NIET ERG!
A. Kom, fietsen gevaarlijk? Ik
rijd nu al drie jaar en heb nog maat*
één accident gehad, en dit vond ik nie:
erg.
U. Wat heb je dan gebroken?
A. Sléchts een been.
IJ. Slechts een been! Me dunkt,
dat is genoeg voor "n gewoon mensch.
A. Ja, maar 't was het been van
den man, die mij leerde fietsen.
NAAR VERKIEZING.
Hospita: Wil u koffie, thee of clic
colade, meneer Snuiver?
Commensaal: Net zooals u 't noc-mei
wil, juffrouwl
Binnenland
HOFBERICHTEN.
•Maandagnamiddag' heeft H. M. de
Koningin met eenige dames en heereh.
van Haar gevolg een glooien tocht
per auto gemaakt.
Om drie uur van het.'Loo vertrok
ken, reed H. M. over Ixtenen en Die
ren en stalk bij Doesburg den IJssel
over. Van hier weid met een omweg
over Keppel naar Zutphen gereden.
II. M. keerde over Voorst naar het
Loo terug en kwam daar te zes our
TEGENSPRAKEN.
Titans wordt gemeld, dal het be
richt volgens hetwelk H. M. de Ko
ningin op Vrijdag 9 Mei jl. aan het
lluis ten Bosch een bezoek heeft ge
bracht, in verband waarmede wordt
gebracht een aanstaand verblijf der
Koningin in dit Paleis, op een vergis
sing berust. II. if. Heeft dien dag het
Huis ten Bosch niet bezocht.
HET KAMERLID MR. F. JANSSEN.
Door de benoeming van mr Aug.
Savelberg, te Maastricht, tot lid van
den Hoogen Raad der Nederlanden
is er een vacature gekomen als
rechter in de arrondissements-recht-
bank le Maastricht.
Naar men uit parlementaire krin
gen aan „De Tijd" schrijft, moet voor
de aanvulling dezer vacature zeer
ernstig in aanmerking kamen mr.
Frans Janissen, advocaat-procureur
le Maastricht, plaatsvervangend
rechter, lid der Tweede Kamer. Bij
een evontueele benoeming tot rech
ter in de air. rechtbank te Maas
tricht, zou mr. Janssen, naar hel blad
van gezaghebbende zijde meent te
kunnen medédêêlen, het Kamerlid
maatschap niet langer ambiëeren.
Reeds nu worden namen van- per
sonen genoemd, die een oog slaan op
den eventueel vacant komenden ze
tel.
HET DOODVONNIS VAN NAATJE.
Zooals men weel. komt op liet pro
gramma van de feestcommissie Plan
1913 ook voor het plaatsen van een
blijvend monument op den Dam, ter
vervanging van het.beeld, bekend
Onder dén po'pulaïren naam van
„Naatje".
't Voorstel werd reeds in een ver
gadering van de Raadhuïs-Dain-coiii-
missie ter .sprake gebracht, en daar
bleek, dat de heeren zicli uitmuntend
niet Naatje's verdwijning konden
vereenigen.
I-let moet in de bedoeling liggen
den Dam een masten-versieiïi.g le
geven, zooals men die op het Sl. Mar-
cusplein le Venetië aantreft.
De plannen dienaangaande zijn
echter nog niet in bijzonderheden
vastgesteld. (Tel.)
KON 1NKL1J RE' 11OLLANDSCHE
LLOYD.
Gister werd te Glasgow met goed
gevolg te water gelaten het dubbei-
schroefstoomschip Gelria, voor den
Koninklijken Hollandschen Lloyd, in
aanbouw op de werf van de firnia
Alex. Stephen en Sons. Ltd.. aldaar.
Hei -stoomschip is 560 voet lang. 55
voet G duim breed en 39 voet hol, heeft
een bruto inhoud van 14.200 tonnen
en een waterverplaatsing van 20.700
tonnen. Het wordt ingericht voor het
vervoer van 280 eerste kl. en 220
middel kl. passagiers, terwijl in dé
verbeterde derde klasse plaats is voor
135 en in de gewone 3e klasse oor 000
passagiers. Hel schip zal bovendien
ruimte bieden voor het vervoer van
eene aanmerkelijke hoeveelheid la
ding.
Het vaartuig wordt voorzien van de
modernste veiligheids -en zekerheids-
inrichtingen op 'het gebied van passa
giersvervoer; Marcui.i's drnadlooze te
legrafie, Stone Lloyd's systeem voor
automatische gelijktijdige sluiting
van de commandobrug of dei water-
TWEEDE BLAD
Wosnsday 21 Mei 1913
OM ONS HEEN
No. 1714
B uiten.
Wie do. stad verlaat om in de on
middellijke nabijheid buiten te gaan
wonen, hoort onmiddellijk, min of
meer verholen, de veronderstelling
uiten,' dat hij de belasting ontloopt.
Er ligt in dat verwijt altijd iets grie
vends, motets van: „je laat je aan
deel ini de algemeen© kosten door on
deren dragen", maar in de werkelijk
heid is liet verwijt bijna nooit ver
diend. Zeker een enkele is er wel, die,
meer uit gekwetste majesteit dun uit
karigheid de stad uitgaat wanneer de
belasting-administratie hem duchtig
in de beurs tast, maar zoodanig ge
voel van wraakzucht is toch aan ver
reweg de mèesten vreemd en wanneer
zij zicli dus metterwoon om Haarlem
vestigen, is dat om heel andere mo
tieven: verlangen naar de natuur,
naar rust n i afloop van den arbeid,
het gevoel der noodzakelijkheid om
geregelde beweging ie nemen.
Bovendien bespeurt wie ter wille
van do goedkoopte naar een aangren
zend dorp verhuist, al gauw. dat hij
hierm inisgerèkend heeft. Heemstede,
dat in de gunstigste conditie verkeert,
omdat het onmiddellijk aan de stad
grenst en in 't geheel "geen jilaalselij-
ke inkomsten bels sting kent. Heemste
de vergt van haar steedsche bewoners
meestal hooger woninghuur, dan zij
in de stad zouden hebben te betalen.
De huishecren, om het deftig le zeg
gen, verdisconteereu de afwezigheid
van belasting gedeeltelijk al in den
huurprijs en dat zal wel zoo blijven,
zoolang er nog kwartieren zijn, waar
de liefhebbers aan de huiseigenaars
komen vragen, of zij asjeblief nog
een huis /pen hebben. Goede verstaan
ders als huizenverhuurders hebben
aan dit halve woord al meer dan ge
noog, om de prijzen wat stijf le hou
den.
Ook is er de forensenbelasting. Als
de vertrokkene maar eenig ambt of
beroep of bedrijf in I-Iaarlem uitoefent,
weet de fiscus hein voor een derde
gedeelte van de belasting, die hij an
ders in de stad betalen zou wel te
vinden.
..Wie'. buiten de gemakken van 't
stadsleven wil behouden, moet daar
duchtig voor betelen. Het telefoon
abonnement is' i'n Heemstede bijna
tweemaal zoo hoog als in Haarlem en
vooi' de verplaatsing komt ér in het
eerste jaar nog' f 25.bij. Hel I-Ieem-
n'.aedsclie gas is niet duurder, dan
het 1-Iaarlemsche, maar hoe het met
duinwater staat is niet gemakkelijk
uit te maken. De verordening op de
levering van duinwater is lang niet
■zoo helder als het product zelf, zoodat
wie een contructforniulier teekent, het
gevoel heeft, dat hij zicli inscheept op
onliekende wateren. Nu leert de erva
ring, dut een prijsopgaaf die wat.duis
ter is, op een hooge rekening uitloopt.
En eindelijk is er de post vervoer
middelen. Zulke dappere voornemens
kan iemand niet hebben om den af
stand te voet te gaan, of hij bezwijkt
als hij haast heeft of bij slecht weer,
voor de verzoeking van hel vervoer
middel. Dit onderdeel is niet het on
beduidendste \an de nieuwe uitga
ven, die hei buitenwonen meebrengt
en daarom kan de forens, wanneer
hem het ontvluchten van de stedelij
ke lasten verweten wordt, veilig ant
woorden: „kom tot ons en ondervind
het zelf en je zult van besparingen
niet meer spreken."
Eer van het tegendeel: een van mijn
kennissen vertelde meermalen, dat
zijn wonen in den Aerdenhout om ti
le: lei redenen veel duurder was ge
weest, dan in Haarlem.
_Feuiliet©n
Uit het Engelse li
va ij
DAVID CHRISTIE MURRAY.
31)
Dat was het niet, hernam Job
vriendelijk. - Dat was het niet. Hij
zag den bultenaar weder aan en
schudde eenige malen droevig liet
hoofd. Is dat liet? zeide hij binnens
monds. Dat had ik niet vermoed.
Nooit! Arme jongen! Nooit!
Nu bewaarden beiden eene gerui
me poos het stilzwijgen, dat slechts
werd afgebroken door het murmelen
van de beek en het schel geschreeuw
der heeii en weer vliegende zwalu
wen.
Wij krijgen straks regen, zeide
Job eindelijk, op onverschilligen toon.
Daar uit het zuidwesten komt on
der den wind eene hui opzetten. We
moesten niaur naar huis gaan, Clem.
Ik zal naar den Aardbeien-tuin door-
loopen. Een weinig regen meer of
minder komt er voor mij niet op aan.
Om Whittaker te gaan spreken?
vroeg Clem, opstaande.
Menigeen staat in Haarlem voor de
moeilijke keus: in de stad een huis te
huren, dat hein niet recht bevalt of
naar buiten te gaan. Nu maakt voor
de meesten een aangename woning
toch een goed deei van het levensge
luk uit en daar er in Haarlem zoo
goed als niet meer bijgebouwd wordt,
is de keus van huizen kléin. Ziedaar,
waarom verschillende menschen bui
ten gaan wonen, terwijl zij toch om
allerlei redenen liever in de stad ge
bleven zouden zijn.
Maar 'dal het buitenleven eigenaar
dige genoegens meebrengt is zéker.
Vooreerst is daar de wijder ruimte.
Terwijl in de stad het naar horizon
verlangend oog altijd weer voor steen
klompen terug moet deinzen gaat hot
buiten aan groen en licht en glans
te gast. En er hangen in de stad vaak
luchtjes: van' het bedrijf van over
buurman of. .achterbuurman, desnoods
alleen dé eijgehaardige lucht van het
in de lucht verdeelde fijna stof. Bui
ten bleef' de atmosfeer zuiverder. Al
rijzen ook daar de bordjes: „bouwter
rein te koop" hier en daar omhoog,
de openingen tusschen de huizen ble
ven er greoter en de friss Olie wind
kan er vrij doorheen waaien en ver
jagen wat van stoomtram rook even
hangen bleef. Niet voor de beweging
alleen immers komt de stedeling op
den'zonier-Zöndag naar binten, maar
vooral ook om de zuiverheid van de
lucht, waaraan hij voelt, dat zijn lon
gen behoefte hébben.
's Morgens begint het vooglenkoor
zijn gezanten!ijken zang, in vrïj yyUi-
me en zor.der dirigent. Merel, vink
en lijster en hoe die gevederde vrien
den meer mogen lieeten, houden dan
hun zangconcours, maar zonder prij
zen, zooals de menschen die altijd
willen hebben, eenvoudig om de
kunst alleen. Hoe dat tjilpt en zingt
en fluit en rolt en schatert, soms in
nadrukkelijken voorjaarsroep, den
hcelen dag door, tot de avond komt
en de een na den ander den kop tus
schen de veeren steekt en zit te droo-
men op een tok.
Dan, als het koor zwijgt, treedt de
solist op. De nachtegaal. Uit het
boschje waar hij zich eenmaal ves
tigde. laat hij een korter, rolslag hoo
ien, als een praeludium, om te
waarschuwen: „nu begin ik". En dan
gaat het concert aanvangen. Heel il-
leên zingt hij zijn lied de stille haluur
in, onmetelijke zaal zooals geen zan
ger ooit tot zijn- beschikking had. En
't kwinkeleert en fluit en roept en
schalt, Ueii lieelén avond door, met.
een korte rustpoos alleen wanneer
©én voorbijkomend voertuig hem
overstemt, dan zwijgt de vogel even,
maar begint, goedgehumeurd, onmid
dellijk weer zijn concert van hoog op
jubelende tonen. Wanneer zijn keel
van vermoeidheid -ophoudt, wie zal
het zeggen! Nog als de laatste toe
hoorder, vóórdat hij naar bed gaat,
even zijn raam openschuift, groet de
nachtegaal met een meesterlijken
triller de stilte van den nacht. En
dwars tegen den zoeten klank van
den leelijken, grauwen vogel in,
snauwt in de verte de prachtpauw
zijn leelijk keelgeluid.
Hier heeft Natuur stem en uiterlijk
schoon met sroote rechtvaardigheid
x erdeeld!
Er zijn buiten van die kleine gemoe
delijkheden, waar de mensch plezier
in heeft: hii wandelt zoo eens zijn huis
uit. het tuintje door, de straat op,
zonder er zich over te hekommeren of
hij wel behoorlijk hoed of pet heeft
opgezet, 's Avonds, als het licht
brandt en het hekje gaat, zeggen de
familieleden tot elkaar: „do post". En
wanneer uit de verte een doffe don
der aandreunt, zwelt en in hoogste
krachtsuiting voorbij het huis bol
dert, zegt er een, met een blik op de
pendule: „de laatste tram" Dat is een
sein om naar bed te gaan, want den
volgenden morgen staat de familie
tijdig op. Het luilakken in 'i warme
bed gaat hier zoo gemakkelijk niet.
Ik zal niet zeggen, dat op de dor
pen in onzen omtrek, de onvervalsch-
te dorpsgeest nog rondwaart, die wil
Ja, om Whittaker te spreken, ant
woordde Job, insgelijks opstaande, en
toen bukkende om het boek van Clem
op te rapen.
Wat zult ge hem zeggen? vroeg
Clem, terwijl zij te zaaien langs do
beek liepen.
Ik zal uw raad volgen, zeide Job.
11c zal hern een proeftijd van een
jaar stellen om zich goed te gedragen.
Voordat zij aan de brug bij de pacht
hoeve kwamen niet meer dan eene
plank met eené leuning vielen er
een paar regendruppels en was de
lucht met sitel drijvende wolken be
dekt.
Zoudt. ge niet liever wachten tot
dat de bui. over is? vroeg Clem naar
boven ziende.
Plioe! zeide Job, ik ben niet van
zout of suiker. Ik zal niet van eene
regenbui smelten. 'Goeden 'middag,
mijn jongen.
Hij zag met een zoo droevig en en
teederen glimlach op het opwaarts
gericht gelaat van. Clem neder, dat
zelfs deze, hoewel aan zijné zachtere
zijd© gewoon, er verbaasd over was.
Goeden middag. Job, zeide Clem,
terwijl hij beproefde zijn gilmlach te
beantwoorden. Het zal wel beter af-
loopen dan gij denkt.
Job gaf hem de hand, en liep met
zijn gewonen vasten tred heen. De re
gen viel plassend neder, maar hij liep
door, alsof het even aangenaam we
der was als twee uren vroeger, zon
der zelfs het hoofd te buigen, maar
liet geiaat opheffende ais om de drup
pels van de onweersbui op te vangen.
Voordat zijne wandeling van een half
uur ten einde was, kwam de dolende
namiddagzon weder te voorschijn.
Hij stiet het hek open, en tusschen de
druipende, net gesnoeide heggen door
loopende, kwam hij aan het tuintje,
waar Whittaker, die aan eene open
deur stond, hem met ©enigszins in 't
oog loopende gedienstigheid tegemoet
kwam.
Wel, mijnheer Round, riep deze.
ge zijt doornat! Er brandt vuur in
de keuken. Laat mij uwe jas er voor
hangen. Misschien, met een. zenuw
achtig vriendclijken glimlach, zult
gij u in inijn wijdste overjas kunnen
wringen.
Ik moet u spreken, zeide Job.
Kom buiten, op den weg. Daar zijn
wij evengoed onder vier oogen ais
overal elders.
William liep het huis in, greep
zijn hoed, en kwam terug, met eene
gehoorzame vlugheid, die Job, onre-
redelijk kregelig maakte. Hij streed
tegen die aandoening, maar hij was
weinig gewoon op die wijze tegen zich
zei ven te strijden, en werd inwendig
des lo wreveliger, omdat hij zijne wre
veligheid zocht te bedwingen.
Ge zult u zeker ons gesprek van
gisteren wel herinneren? vroeg hij,
toen zij op den weg waren.
Volkomen, mijnheer, zeide Whit
taker, met een zeker vuur, alsof het
iets was waarvoor hij dankbaar moest
Ik heb met mijne dochter gespro
ken, lïernam Job. op strengen toon,
en tot mijn leedwezen iieb ik bespeurd
dat zij in zooverre geneigd is gunstig
over u le denken.
Mijnheer Round, riep William
uit, ik hoop dat ge mij een enkel
woord zult laten spreken. Ik weet we.
dal ik wat los ben geweest, maar, ik
geef u mijn woord van eer, dat is nu
voorbij. Ik zal niets onbeproefd laten
om uw goeden dunk te verdienen. Ik
lüoopj mijnheer, dat ik mijne vroegere
dwalingen heb ingezien.
Ik wou dat mj zijne dwalingen
van het tegenwoordige inzag, zeide
de ander bij zich zeiven, en niet naast
mij liep met een gezicht als een houd,
die bang is ransel te krijgen. Hij be
dwong de opwelling cm dit overluid
te zeggen en liep langzaam voort.
De tijd zal mijne dochter misschien
van hare ingenomenheid met u gene
zen, hernam hij, na eenige oogen-
blikken het stilzwijgen bewaard te
hebben. Dat hoop ik, want ik heb
een slechten dunk van u, en daar heb
ik mijn redenen voor.'Dut weet zij
evengoed als ik,
Ik vrees dat dit waar is, mijn-
lieer. antwoordde de jonkman zeer
nederig.
Welnu, ging Job voort, mijne
dochter is nog maar een kind, 'en ;k
zal niet gedoogen dat zii u eene be
lofte doet, die een band is voor haar
volgend leven.
Ik verzeker u, mijnheer,, zeide
William, dat ik de laatste zou zjju
om dit te vragen.
Als gij er toe kunt komen- uvve-
ongelukkigé tong in toom te houden
zult gij u zeiven een dienst doen, her
nam de andere rustig. lk denk vol
strekt niet aan u of uwe wenschen.
Mijn dochter moet zelve haar echtge
noot kiezen. Deze aankondiging ver
goedde Whittaker ruimschoots hol
eerste gezegde. Maar ik zal zorgen
dat zij met open o-.gen kiest, als ik
dat gedaan, kan krijgen.
Ik hoop, mijnheer, sprak de min
naar, dat gij haur zult vergunnen
naar mijn tegenwoordig en toekom
stig gedrag over mij te oordeelen. Er
zijn weinig mannen, die zouden wil
len dat hunne vrouw al hun verleden
wist.
Denkt ge, mijnheer Whittaker,
vroeg Job, hern een verachte!ijken
blik toewerpende, dat een vader
een onschuldig meisje uw verleden
zou vertellen? De toon, waarop die
vraag gedaan werd, beviel Whittaker
natuurlijk evenmin als de vraag ici-
ve, en toch wax er iets vertroostends
ia. In 'i vervolg zou zijn wandel, ten
minste, behoorlijk zijn. De stem van
zijn metgezel stoorde den loop zijner
gedachten. Versta mij wei. ik geef
u een jaar proeftijd om u goed te ge
dragen. Als ik in dien tijd hoor dut
gij eene enkele maal weer tot uwe
oudé gewoonten vervallen zijt, zai ik
mijn kind buiten uw bereik stellen;
want ik wit liever haar hart 'breken
op mijne wijze dan dat gij het op de
uwe doet.
Ik kan u niet anders dan dank
baar zijn, mijnheer, voor uwe in
schikkelijkheid. zeide William, ec-n
weinig te zoetsappig naar Jobs smaak,
hoewel li ij op de woorden geen aa.a-
mei'king kon maken. En ik hoop,
mijnheer, dal hei u geen slechten
dunk van mij zal geven als ik zeg dat
eerst sedert ik uwe dochter leerde
kennen mijne oude leefwijze 'mij be
gon tegen te sitaan. Ik klaag niet over
hot jaar uitstel, mijnheer Round, om-
dal. ik u m dien tijd hoop te bewijzen,
dal ik werkelijk veranderd ben.
Goed, zeide Job. Ge hebt mij
begrepen, en er vall verder niet over
te spreken. Tot dusverre hadden zij
langzaam naast elkander voorlgeloo-
jien, met Castle Barheid achter zich.
maar nu keerde Job zicli om, ten ein
de naar huis le gaan.
(Wordt vervolgd).