BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD 30g jaargang. ZATERDAG 14 JUNI1913 No 1996 HAARLEM'S D.'52LA0 KOST filO PEB S SAAfSDElü Z¥ 16 GEM? PES WEER. ADMNKTR^TE ÖROOTE HOUTSTRAAT SS. DRUKKERIJ ZUSDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD SJffl ADVERT FNTÊM DOELT R EFFENS, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT* ei Rijke Natuurleven klaprozen. Weer nadert de zon haar hoogsteh eland en al kleiner worden de scha duwen, die zij toovert op de aarde. Wuivende halmen verheffen zich van den mensch. Dan vernedert hij zich gewillig tot slaaf van zijn harts tochten en stelt hij zich beneden het dier. - Maar ik dwaal af van de planten- gloric naar de zwakheid der men- schen. Ik dwaal af naar een vreemd terrein. Mooi zijn nu de wuivende graan- r ais ontelbare legerscharen en, velden en als juweelen stralen daar regelmatig als het golfgeklots bij de onschuldige, maar wufte papa- kalmen wind, zoo buigen en heffen vers. zij hun rijpende aren. H peüSENS. Zij zijn een beeld van de levejiseen- voud Geen warme kleuren boeien het oog, zij vervullen de lucht niet met een bedwelmend aroma.' Slechts in 't geheim werkende insecten lok ken zij aan, bijen, wespen en bom mels vliegen er overheen, ais hoor den ze niet bij de plantenwereld. Dat is de veronachtzaming van het goe de. De waardeering komt later, als de mensch den oogst binnenhaalt. Maar, tusschen deze hoog opgaan de aren, staan daar In al hun glorie de klaprozen en korenbloemen, door hun rijke kleuren en mooie vormen scherp afstekend tegen de groene halmen. Alhoewel de groote vacantie nog niet in het- land is, zullen de meeste huismoeders reeds de handen vol heb. ben met hot maken van toebereidselen voor een lijdelijk verblijf op het land Op .k "^"kkor. staa,, u vooral ;rPaX"$x,X.dci^™°r r'r"n r Hot lijn eclitc één-daoskiDderen. I 't00P° aanlaevlingen. die de groote Zoolang de bloemen .po/ lp knop fLS? Rubriek voor Vrouwen Wat men alzoo noodig heeft om eenigen tijd buiten door te brengen. ruige men, als stevige dekseltjes, den tee- ren inhoud. In honderden fijne plooien zitten daor de vier kroonbla- <Ien om iiet langwerpige toekomst- vruchtje en dit wordt op zijn beurt door een groot aantal donker-paarsa meeldraden ingesloten. Vooral bij deze kleine klaproos zijn de meeldraden eigenaardig ge bouwd. Zij bestaan uit een verdikt, glanzend steeltje, waarop de heim- knopjes staan. Dat is een natuurwonder, als de klaproosjes zich openen. De zonnestralen, vallend tusseken het koren, verwarmen de kelkblaad- jes en, langzaam aan, ontvouwen i zïcli de zoo kunstig geplooide bloe men. Geleidelijk gaat het, maar bin nen weinig tijd is toch liet mooie werk volbracht. Door het loswikkelen houden om restanten stof, linnen, neteldoek, katoen en wat dies meer zij van de hand te doen. Daar heeft men bijvoorbeeld de practischè linnen toi letten, die men met behulp van een goed patroon zoo gemakkelijk aan huis kan maken, en dan zoo uiterst billijk in prijs zijn. Deze linnen cos- traims zijn vooral in de wanne zomer maanden onontbeerlijk en nu de te genwoordige industrie er in geslaagd is, het z.g. zijden 'innen ook in don kere nuancen ie brengen, kan men daarin voor eiken leeftijd iets smaak vols bekomen, -aanbeveling verdienen het marine-blauw en cover-coat lin nen, dat bijna niet van rips zijde te onderscheiden is en slechts 1 per nieter kost. Voor kinderen en bakvischjcs neme men bij voorkeur écru-linnen japon netjes, die slaan allerliefst en zijn bo vendien sterk en frïsch in het dra- Voor de allerkleinsten zijn de wollen tricot-pakjes zeer aan tc bevelen en ik zou iedere moeder aanraden, haar kinderen zoo n rood wollen tricot broekje en dito trui aan te trekken, onverschillig of het meisjes of jongens zijn. Het rood staat de kleintjes aller liefst, het wordt niet. spoedig vuil en men merkt het dadelijk op. Vooral het laatste is een goede eigenschap, daar die kleine kleuters aan onze aan dacht. wel eens ontsnappen. De tricot broekjes neme men voor de meisjes zóó ruim, dat ze gemakkelijk over de onderrokjes gedragen kunnen wor den, waardoor deze tegelijk minder spoedig vuil worden, hetgeen ook al weer een groot voordeel is. MARIE VAN AMSTEL. Geschaakt. Naar "het- EngelsoK «ter kroonblaadjes zijn de kelkblaad- j sen. jes al gauw geheel overbodig gewor- Nu hangt het er natuurlijk heel veel den. van af, waar nien de vacantie gaat Jiïj veel bloemen dienen ze nog j doorbrengen. Wil men in een mode- lang tot steun, bij heel wat groeien ze j badplaats vertoeven, dan heeft men zelfs uil tol een beschuttend rokje, rekening tc houden met de concerten De klaprozen zijn slechts van hen gediend, zoolang het hoog noodig is. ,,an worden ze afgeworpen en de roo tle blaadjes leven vrij en zonder steun. 11 un bouw is dan ook zoo licht, dat ze gemakkelijk alleen het leven door kunnen. Waarom ze zoo vlammend rood zijn Zooals ik reeds zei, trekken de bijen zich weinig van den korenakker aai;. Bovendien kunnen de papavers hen niet aanlokken door zoete nectar- geuien, want den godendrank schel den zij niet af. Daarom moet alleen de kleur al het verrichten en die is dan ook en andere festiviteiten, die in kurzaal of zornertheater plaats vinden, doch wanneer men uitgaat om pens récht op zijn gemak te zijn en zich eenigen tijd aan het drukke, mondaine gedoe te onttrekken, dan zijn de toilet- eischen geheel anders. In een eenvoudige badplaats kan men niets beters dragen dan wit. om dat alle kleuren min of meer verschie ten als men aan zee vertoeft. Men draagt dus wit cheviot voor koele da gen, en wit linnen, piké of batist op warme, zonnige zomerdagen. Ook de wit-wollen jersey's zijn aan liet strand onmisbaar men draagt er bij ongun- ig weer een wollen gehaakte muts zoo,, dat er nog al (ee£s e.e" bij °P de ibij, terwijl bij mooi weer veel kanten i kapjes gedragen worden, die aller liefst staan en bet kapsel in orde hou den. De Engelsche vrouwen, die altijd uitmunten door haar practisehen eeest. schijnen er een bijzonder be haeen in te schennen, om tijdens haar verblijf in een Ilollandsche badplaats zoon kanten -boerinnekapje to dra gen en er als souvenir of voor ca deaus eenige van mee te nemen. Wanneer men in een boschrijke streek gaai vertoeven, dan neemt men donkero rokken en witte blouses mee. De rokken kunnen dan zoowel van wollen stof als van linnen zijn men moet, om volop van cl© natuur 1© kun nen genieten en hot verblijf buiten aan zijn gewondheid dienstig te ma ken, in het bosch kunnen zitten of lig gen, zonder zorg over zijn toilet te hebben. Met andere woorden, men moet kleeren bij zich hebben, die er niet op aankomen het oudste wat men heeft is goed genoeg om op bet land te worden afgedragen. Als men evenwel op kleine plaatsen vertoeft, moet men om den bewoners geen aan stoot te geven, wel rekening houden met den Zondagzoodat nten min stens één net costuum bij zich moet hebben, dat tevens voor de reis kan dienen. Verder verdient het aanbeve- m een gekleede blouse of japon, r de kinderen één mooie jurk hij zich te hebben, voor het geval, dat buiten eens een feestje georgani seerd wordt door verschillende of en- de -logeergasten. Sommige hotels en pensions hebben de aardige gewoonte, een kinderbal te organise© reu, wat altijd zeer veel bijval vind!. Vooral in Limburg en Noord-Brabant waar de menschep, veel minder stijf zijn dan in Bolland en in hot Noorden van ons land ■mi zulks veel voor. Behalve de linnen pakjes en wit Ié blouses, dient men ook een paar fla nellen blouses mee te némen, want die kunnen bij regenweer onschatbare diensten bewijzen en de capes en re genmantels niet te vergeten. Mooi, kostbare hoeden late men rustig thuis; want alhoewel ouzo hoe den nu geen reuzen-afmetingen meer hebben, blijft het toch altijd een lasti- u'i' lamane bloemen neerstrijkt. Er is genoeg te balen. De talrijke meeldraden leveren stuifmeel genoeg en, daar de klapro zen al bloeien, als de boekweit nog geen bloemen draagt en de linden nog niets leveren, worden de papa vers dan met een bezoek vereera. Dan gaan er heele korfjes, vol met het grauwe of paarse stuifmeel, naar de goedbevolkte kolonies en de jonge bijen zijn dan de eerste le vende wezens, die nut trekken van de wufte papavers. Komen de bijen niet, dan helpen, de bloemen zich wel zelf. Enkele soorten sluiten den éënen nacht, dat ze gaan slapen, kleine in secten tusschen hun kroonblaadjes, die daar natuurlijk wel zorgen, dat liet stuifmeel op de stempels terecht komt. Bijna steeds vallen den tweeden dag de kroonblaadjes af, nog vóór do zon ondergaat. De meeldraden dwarrelen bij groepjes omlaag en al leen het bekende \ruchtje wijst op vroegere pracht. Andere knopjes heffen zich op en geven aan den korenakker kleur en Bij al die pracht en al die glorie zijn er toch maar weinig planten, die den menscli meer schade berok kenen. Niet de weinige klaprozen, die den korenakker sieren. Zij zijn schadelijk, zonder twijfel, al was het alleen maar, doordat zij zooveel kinderen in tic verzoeking brengen een eindje het koren in te wandelen. Maar de Azi flat, de Slaapbol of Maankop, dat is tie groote booswicht. Millioenen planten worden daar in Jiet grootste der werelddcelen ge- kwaad. maar in hun vaderland zijn zen. llie:- in onze tuinen, wuqr ze als sierplant zijn ingevoerd, doen ze geen kwaar, maar in hun vaderland zijn ze oorzaak van den ondergang van duizenden. Een klein kerfje in de nog onrijpe vruchten doet het witte melksap uit vloeien. Dit wordt bruinachtig en tot koeken saamgevoegd, om na enkele bewerkingen als opium ter markt tc komen. Dan is het onschuldige plan tensap' L-ewordcn Lot een behcerseher Wat is het leven toch een ver velend ding, zei Archibald, een goed- gekleede jonge man. Ik heb er ge: noeg van. lederen dag dezelfde din gen doen maakt mij ziek. Er ge beurt nooit iets en als er iels ge- j beurt dan is het de moeite niet waard. Van morgen nog was ik dwaas genoeg om zelf anuvoord Le geven op het belletje van den tele foon. Het was een aardig, mooi mei; je, die bij ongeluk het verkeerde num mer had opgebeld en zij wilde niet eens blijven om een praatje met mij te mak-en. Hoe weet je dat zij mooi was? vroeg James, zijn vriend die er min der vermoeid' maar even goed ge-kleed uitzag. Aan het geluid van haar stem. Men kan altijd aan -het geluid van haar stem Jiooren of een meisje mo-ji is. Je kunt even goed zeggen, dat men de kleur van heur haar kan op maken uit de manier waarop zij niest Ala zij niest, zou zij mij niet meer interesseereu. Maar ik- verzoek je geen nonsens te praten, James. Het is een heel ernstige zaak. Ik verveel mij dood in Londen. Morgen komt je au to weer om ons naar je vervelende woonschip te brengen. Auto's zijn ver ouderde vervoermiddelen en woon schepen zijn a-ntidiiluviaansch. Het eenige wat zij zeker niet kunnen zijn, beweerde James. Och, zit mij daar nu niet te be- critiseerenl Ik heb hulp noodig. Be denk eens iets nieuws en barbaarsch. Ui heb genoeg van al die beschaving. Ik- moet eens losbarsten. Kun jo niets bedenken? Er moet toch iets te vinden zijn. Laten wij een meisje schaken, zei James op onverschilligen toon, zonder belangstelling. En potséling scheen Archibald wak ker te wonden. Neen, duizendmaal neen! zei nij. W.ij zullen een man oplichten. Wij zullen hein in de auto naar 't woon schip brengen. Éénmaal aan. boord van de l-ogger, kunnen wij ons dan een beetje met hem amuseeren. Je meent het toch niet, wat een nonsens, zei James. Zeker, zei Archibald. En jij moet mij helpen. En plotseling bij het uitwerken van ih-et plan en. het bepalen van de dé tails, werd Archibald vol ijver. n. Mr. Herbert Phipps zat aan zijn ontbijt om kwart voor acht in den morgen. Dit deed hij zes morgens van de zeven. En zijn huishouding be schouwde dat als een last. De dienstbode \an Mr. Pliipps kwam er tegenop omdat zij beweerde, dat uclil uur vroeg genoeg was voor ie dereen. De twee dochters van Mr. Phipps Agnes en Cecilia hadden, er uit prin cipe op tegen. Zij kwamen tegen de meeste gewoonten en manieren van pa-pa op. Mrs. Phipps beweerde minstens driemaal 's weeks, dat hij zelfs voor tienen op 'het kantoor zou kunnen zijn, als hij met een volgenden trein ging. De geheele quaeslie, placht Mr. Phipps te antwoorden, kan opgelost worden in het antwoord op deze vraag ben ik meester in mijn. eigen huis of ben ik dat niet? Zoo neen, zeg dat dan. En Mrs. Phipps zei dat a'-tijd, maar Mr. Phipps was een stijfhoofdig man en bleef onbewogen, llij was niet on verstandig en dat zou bij bewijzen, liet was eenvoudig een quaestie van aangenaam of onaangenaam. Door vroeg te ontbijten, was hij m de ge legenheid bij St. James's Park uit den trein te stappen, door het park naar dé kade te wandelen en zoo verder naar zijn kantoor. Hij kwam daar dan opgewekt en. door de wandeling verfrischt aam Als 'hij daarentegen een lateren trein nam', dan had hij alle kans met Mr. Henry Bunu te moeten reizen een koddig heertje dien Mr. Phipps niet uit kon staan. Dezen morgen had Mr. Phipps nog meer te zeggen. Agnes, veertien jaar oud, en Cecilia twaalf, kwamen ontbijtkamer niet binnen vóór vier minuten nadat de gong geluid had. Haar afkomst in aanmerking geno men, waren zij bijzonder mooi, maar een mooi gezichtje is niet alles. On deugden zooals daar zijn te laat aan het ontbijt verschijnen, moesten ver beterd worden. Van morgen, zei Mr. Phipps, ter wijl hij zijn dochters door zijn pince- nez aankeek, ging de zon om 5.13 uur op Misschien wel tegen wil en dan':, zei Agnes. .Arm, oud zonnetje, zei Cecilia. Jelui begrijpt keel goed wat ik hiermee bedoel, zei hun vader. Zijn jelui van plan je aan de orde en re gels van dit huis te onderwerpen of niet? Het is een eenvoudige vraag, Agnes en Cecilia verzekerden hem dat zij vervuld waren van goede voornemens. Do moeilijkheid lag in de practischè uitvoering. Ik zelf, zei Mr. Phipps, met een gevoel van vergeeflijke trots, ben nooit- een minuut te iaat aan hel ontbijt. Als de gong luidt stap ik de kamer in. Ik ben nooit een minuut te Iaat op liet kantoor. In dertien jaar ben ik nooit te laat gekomen voor mijn trein. Nooit ben ik een minuut te laat aan het middageten verschenen. Ik vei-zoek jelui precies zoo le doen als ik, anders niets. Eenige minuten later vex-liet Mr. Phipps met een hooge zijden op, een gekleed© jas aan en met een' kleine bruine tasch in de hand Ehn'hiurst. En het speet Eimhurst niet bijzonder hem tot den avond kwijt te zijn. Hij was een goed man. llij diende zijn chefs trouw en goed. Maar hij was even droog als een deputatie, even vervelend als een kiezelsteen in een schoen. In den trein koos Mr. Phipps altijd ro'n plaats, dat hij de controle op het openen of sluiten van.het raam pje kon uitoefenen, een controle die hij altijd met verstandig beleid uitoe fende en stak een van zijn gelief koosde sigaretten aan; een merk v-aarvan men voor vijftien centen een verbazingwekkende hoeveelheid kreeg en waarvan het plaatje in 'het pakje alleen al het geld waard was. Hij maakte zijn bruine tasch open i nam er zijn courant uit. 's Morgens bevatte die tasch nooit iets anders dan zijn courant en een schoonen zakdoek. Op de terugreis waren er dikwijls vruchten in de stad gekocht, of iets voor den tuin-, ook wel eens Isch. liet vischmandje. zoo edelmoedig door den koopman van visch voor zien. viel hij Mr. Phipps niet in den smaak. Het maakte geen geheim van zijn inhoud. Als bij op zoo'n dag uit den trein stapte verscheurde hij stel lig het hart van den plaatselijken vischlrandelaar. Zijn reis naar St. James' Park ken merkte zich evenals de rest van zijn leven tot nu toe door hei totaal ont breken van iets belangrijks. In het park reed hem zonder, dat hij er veel aandacht aan schonk een groote ge floten auto voorhij. Deze stond vlak tegen den trottoirband stil, maar de motor werkte nog. In de auto zaten twee jonge en goedgekleede ihieeren die wij al ontmoet hebben. Zij merk ten Mr. Phipps op. Dat is onze man, zei Archibald met overtuiging. In zijn geheele le is hem nog nooit iets overkomen. Vandaag zal er iets met hein gebeu- in. Voordat de dag voorbij is, zijn we allebei aan de handen der politie overgeleverd, zei James. Maar in vre desnaam. Ik zal uitstappen en hem hier brengen. Houd je revolver klaar. IIL Mr. Phipps stemde later, als hij de geschiedenis vertelde en hij vertel de haar dikwijls altijd toe dat de jongeman die zijn hoed had afgeno men en hem in St. James' Park aan sprak een aangenamen glimlach en prettige manieren had. 1-Iet spijt mij u te moeten lastig vallen, zei James, maar er is een da me in die auto hier die u wenscht te spreken. Mij? Een dame? zei Mr. Phipps bedaard. Ja. Ik, ken haar naam niet. Zij riep u, maar u hoorde het niet. Zij vroeg mij u te halen. Ik begreep, dat zij zaken met u wenscht te behande len Het was niet onmogelijk. Was Phipps niet bijna eerste 'klerk bij een advocaten-firma.? Had 'hij niet veel da mes met zijn kennis en raad bijge staan? Hij ging naar de auto toe. James deed het portier open. Mr. Phipps nam zijn hoed af en zette een voet op de trede. En toen namen de zaken plotseling een geheel andere wen ding. Hij voelde zich van achteren met kracht aangegrepen. Tot zijn verba zing en schrik lag hij op den vloer van de auto met een anderen man bovenop hem, en die andere man hield een revolver gereed. Het portier sloeg dicht en de auto reèd verder. Een bijna nieuwe zijden hoed was onher stelbaar Ln de verdrukking geweest. U is volkomen veilig, Mr. Waffle, zei Archibald, zoo lang u geen geluid geeft en niets doel om de aa-ndaont van het publiek te trekken. Geef ons daarop uw woord, en u mag gewoon op een bank plaats nemen. Bedenk, dat ik mijn revolver klaar houd. Als ge uw woord breekt, zijl ge een verlo ren manl M-r. Phipps kwam hiertegen op, met de verzekcilng dat hij nog nooit in zijn leven zijn woord gebro'kén had. Als zij hem wilden laten opstaan, dan zou hij alles doen wat zij van hem vroegen. Het was een vergissing. Hij heette niet Waffle. Hij kon bewij zen wie hij was, en hij hoopte dat zij hem dan vrij zouden laten, omdat het absoluut noodzakelijk voor -hem was, dat hij om tien u/urop Lincoln's Inn Fields was. Zij gaven hem toestemming op te staan en een plaats in te nemen met zijn rug naar den chauffeur. James gaf hem zijn hoed met de beleefde opmerking, dat de hoed niet meer was, wat hij eens geweest was. Mr. Phipps was heel zenuwachtig en sprak op hijgenden toon. Werkelijk, heeren, dit is het meest buitengewone, dat mij ooit is overkomen. En het is alles een ver gissing. Ik weet niet waarvoor u dien Mr. Waffle noodig heeft. Het komt mij voor, dat -het er veel van heeft maar dat is mijn zaak niet. De hoofd zaak is, dat ik Mil Waffle niet ben. Wie is u dan? vroeg Archibald streng. Ik hen Mr. Herbert Pliipps, hoofd klerk of bijna hoofdklerk van Je heeren Reynard, Bayle en Dalton, Lincoln's Inn Fields. Bij deze opmerking wisselden Ja mes en Archibald blikken van ver standhouding Hier is mijn visitekaartje, ging Phipps voort. Hier is verder een brief van een stcenkölenhandeloax die zich aanbeveelt voor orders aan mij geadresseerd onder dien naam. U behoeft maar naar deze documen ten te kijken om van uw vergissing overtuigd te zijn. Ik verzoek u, hee ren, dadelijk de auto te laten stoppen. Zij gaal voor mij totaal in een ver keerde richting en het is beslist nood zakelijk, dat i'k om tien uur op mijn kantoor hen. Ik heb de andere kler ken zoo dikwijls terechtwijzingen ge geven over hun gebrek aan punctuali teit, dat het mij in de grootste verle genheid zou brengen. Voor den drommel, zei James, zij hebben tegenwoordig allemaal hun smoesjes klaar. Hij heeft warempel de voorzorg ge nomen dat visitekaartje en dien brief in zijn zak te steken. Hoor eens hier, Waffle, zei Ar cliihald, als je zoo voortgaat zul je mij boos maken. Wij kennen u heel ;oed, u is Clarence II. Waffle, de millionair uit Chicago. Wij hebben ons niet vergist. Natuurlijk niet, zei James. Vol komen dezelfde trekken. Dezelfde uitdrukking van onge temde energie, ging Archibald voort een opmerking waardoor James zich gedrongen voelde een oogenblik uit het venster te kijken. Je logeert in uw gewone hotel. U is hier om twee groote slagen te slaan, en een daarvan is gisteren 'klaar gekomen. Voor de tweede zal u geen gelegen heid hebben dan nadat u ons heeft uitbetaald. A4s u vijf duizend pond sterling in banknoten bij u heeft, wat ■heel waarschijnlijk is, dan kan u ze nu overhandigen en wij zuilen oe au to laten stoppen. Zoo niet, dan zal u naar een mooie, rustige plaats ge bracht worden en daar zal u worden vastgehouden totdat u of uw vrienden die vijf duizend pond vinden. Neen, doe maar geen poging om door het raampje w te komen. Ik schiet veel liever niet, als het kan. Ik heb geen vijf duizend pond, protesteei-de Mr. Phipps. Ik heb zeifs nooit in mijn leven zooveel geld beze ten. Geen van mijn vrienden heeft net ooit zoover gebracht. U verliest voor niemendal uw tijd, werkelijk heeren. Als u even bij een telefoonstation wil stoppen en het bewuste hotel opbellen, dan is er alle kans, dat u tot de ont dekking zal komen, dat die Mr. Waffle met wien u deze zaken te behandelen heeft, daar nog is. Praat toch niet zulke nonsens. U vermoeit mij. Wij zullen op deze ma nier niet verder met u voortgaan. U is Waffle. Vijf duizend pond is maar een peulschilletje voor u. Waarom toch zoo stijfhoofdig? Het heeft toch geen invloed op zulke menschen als mijn vriend en ik zijn. Wij üvec zulke zaken al jar en. Het is ons be staan. Wij schaken ieder jaar twee ol drie millionaire. Feitelijk is vijfdui zend pond een belachelijk kleine los prijs voor een man als u. He-el goed, hoor, zei Archibald. Als hij niet wil, dan wil hij niet. Wat doet het er toe? Cher zes weken op zijn laatst zal hij wel van opinie ver anderd zijn. En iedere week '- .dt de losprijs duizend pond g-rooter. Ik vraag m:j af, zei Mr. Phipps wanhopig, of ge beiden misschien krankzinnig zijl. - Dat zou ik niet weer zeggen, zei James. Mijn vriend hier met de re volver heeft een driftig temperament. Heeft u misschien een courant in uw zak. Waffle? Er zit een ochtendblad in mijn tasch, zei Phipps. begeerig om zijn. kwelgeest ti maar weer tevreden te stellen. Goed, zei James. Dan'kunnen wij het om beurten lezen. Het vervolg van de reis bracht Ar chibald lezende door, terwijl James de wacht hield of James las, terwijl Archibald de wacht had. De eenige persoon die het ochtendblad niet kreeg was Phipps. Zij hadden nu Londen achter zich gelaten. Mr. Phipps keek uit het aampjo en trachtte te weten te ko men, waar zij langs kwamen, maar dat lukte hém niet. De zon scheen. Het zag er buiten heerlijk frisch en groen uit. Er woei een licht, koel briesje, liet was een ideale dag voor een pioiric, maar Mr. Phipps 'kon er niet van genieten. Als hij terugkwam wanneer dat ooit gebeurde dan zou hij, als hij aan de waarheid niet te- kort wilde doen, een heel onwaarschijnlijk ver haal moeten doen aan dien schrik- aan jagend-en chef. Mr. William Boy le. Zon deze hel gelooven? Zou er re kening gehouden worden met dertien jaden trouwen dienst of zou Phiipps ontslagen worden? Dat waren o..r-ust- wekkende gedachten. Als u het mij wil veroorloven-, heeren, zei hij, dan zou ik graag éen telegram aan mijn chef zenden. Om hem om vijf duizend pond te vragen? - Neen. Hij zou voor mij geen vijf duizend pond zenden. Hij zou waarschijnlijk iets geheel anders doen als hij liet wist. Ik wil al leen maar verklaren, waarom ik niet in staat ben vandaag op het kantoor ie komen. Heel goed, zei James. U kan dat, telegram verzenden zoo gauw als u op de boot komt. Natuurlijk zullen wij het eerst lezen. De boot? zei Mr. Phipps. Word i'k moegenomen op zee? Dat is een goed idée. zei Archi bald. Denk je dat wii in je boot het Kanaal zouden kunnen oversteken? De andere bandiet zei hem. dat hij zich nu niet als een IdiooL aan moest stellen. (Wordt vervólgd). (Nadruk verboden.) Verhalen van een Handelsreiziger. II DE KAARTSPELERS. Menschen die maar eens een enke len keer op reis gaan. zijn niet recht op hun gemak. De drukte aan het sta tion. de- moeilijkheid om iu di-ukka

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 15