BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
30g jaargang.
ZATERDAG 14 JUNI1913
No 1996
HAARLEM'S D.'52LA0 KOST
filO PEB S SAAfSDElü
Z¥ 16 GEM? PES WEER.
ADMNKTR^TE ÖROOTE HOUTSTRAAT SS.
DRUKKERIJ ZUSDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD SJffl
ADVERT FNTÊM DOELT R EFFENS,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT*
ei Rijke Natuurleven
klaprozen.
Weer nadert de zon haar hoogsteh
eland en al kleiner worden de scha
duwen, die zij toovert op de aarde.
Wuivende halmen verheffen zich
van den mensch. Dan vernedert hij
zich gewillig tot slaaf van zijn harts
tochten en stelt hij zich beneden het
dier. -
Maar ik dwaal af van de planten-
gloric naar de zwakheid der men-
schen. Ik dwaal af naar een vreemd
terrein.
Mooi zijn nu de wuivende graan-
r ais ontelbare legerscharen en, velden en als juweelen stralen daar
regelmatig als het golfgeklots bij de onschuldige, maar wufte papa-
kalmen wind, zoo buigen en heffen vers.
zij hun rijpende aren. H peüSENS.
Zij zijn een beeld van de levejiseen-
voud Geen warme kleuren boeien
het oog, zij vervullen de lucht niet
met een bedwelmend aroma.' Slechts
in 't geheim werkende insecten lok
ken zij aan, bijen, wespen en bom
mels vliegen er overheen, ais hoor
den ze niet bij de plantenwereld. Dat
is de veronachtzaming van het goe
de. De waardeering komt later, als
de mensch den oogst binnenhaalt.
Maar, tusschen deze hoog opgaan
de aren, staan daar In al hun glorie
de klaprozen en korenbloemen, door
hun rijke kleuren en mooie vormen
scherp afstekend tegen de groene
halmen.
Alhoewel de groote vacantie nog
niet in het- land is, zullen de meeste
huismoeders reeds de handen vol heb.
ben met hot maken van toebereidselen
voor een lijdelijk verblijf op het land
Op .k "^"kkor. staa,, u vooral
;rPaX"$x,X.dci^™°r r'r"n r
Hot lijn eclitc één-daoskiDderen. I 't00P° aanlaevlingen. die de groote
Zoolang de bloemen .po/ lp knop fLS?
Rubriek voor Vrouwen
Wat men alzoo noodig heeft
om eenigen tijd buiten door
te brengen.
ruige
men, als stevige dekseltjes, den tee-
ren inhoud. In honderden fijne
plooien zitten daor de vier kroonbla-
<Ien om iiet langwerpige toekomst-
vruchtje en dit wordt op zijn beurt
door een groot aantal donker-paarsa
meeldraden ingesloten.
Vooral bij deze kleine klaproos
zijn de meeldraden eigenaardig ge
bouwd. Zij bestaan uit een verdikt,
glanzend steeltje, waarop de heim-
knopjes staan.
Dat is een natuurwonder, als de
klaproosjes zich openen.
De zonnestralen, vallend tusseken
het koren, verwarmen de kelkblaad-
jes en, langzaam aan, ontvouwen i
zïcli de zoo kunstig geplooide bloe
men. Geleidelijk gaat het, maar bin
nen weinig tijd is toch liet mooie
werk volbracht. Door het loswikkelen
houden om restanten stof, linnen,
neteldoek, katoen en wat dies meer zij
van de hand te doen. Daar heeft men
bijvoorbeeld de practischè linnen toi
letten, die men met behulp van een
goed patroon zoo gemakkelijk aan
huis kan maken, en dan zoo uiterst
billijk in prijs zijn. Deze linnen cos-
traims zijn vooral in de wanne zomer
maanden onontbeerlijk en nu de te
genwoordige industrie er in geslaagd
is, het z.g. zijden 'innen ook in don
kere nuancen ie brengen, kan men
daarin voor eiken leeftijd iets smaak
vols bekomen, -aanbeveling verdienen
het marine-blauw en cover-coat lin
nen, dat bijna niet van rips zijde te
onderscheiden is en slechts 1 per
nieter kost.
Voor kinderen en bakvischjcs neme
men bij voorkeur écru-linnen japon
netjes, die slaan allerliefst en zijn bo
vendien sterk en frïsch in het dra-
Voor de allerkleinsten zijn de wollen
tricot-pakjes zeer aan tc bevelen en ik
zou iedere moeder aanraden, haar
kinderen zoo n rood wollen tricot
broekje en dito trui aan te trekken,
onverschillig of het meisjes of jongens
zijn. Het rood staat de kleintjes aller
liefst, het wordt niet. spoedig vuil en
men merkt het dadelijk op. Vooral het
laatste is een goede eigenschap, daar
die kleine kleuters aan onze aan
dacht. wel eens ontsnappen. De tricot
broekjes neme men voor de meisjes
zóó ruim, dat ze gemakkelijk over de
onderrokjes gedragen kunnen wor
den, waardoor deze tegelijk minder
spoedig vuil worden, hetgeen ook al
weer een groot voordeel is.
MARIE VAN AMSTEL.
Geschaakt.
Naar "het- EngelsoK
«ter kroonblaadjes zijn de kelkblaad- j sen.
jes al gauw geheel overbodig gewor- Nu hangt het er natuurlijk heel veel
den. van af, waar nien de vacantie gaat
Jiïj veel bloemen dienen ze nog j doorbrengen. Wil men in een mode-
lang tot steun, bij heel wat groeien ze j badplaats vertoeven, dan heeft men
zelfs uil tol een beschuttend rokje, rekening tc houden met de concerten
De klaprozen zijn slechts van hen
gediend, zoolang het hoog noodig is.
,,an worden ze afgeworpen en de roo
tle blaadjes leven vrij en zonder
steun. 11 un bouw is dan ook zoo licht,
dat ze gemakkelijk alleen het leven
door kunnen.
Waarom ze zoo vlammend rood
zijn Zooals ik reeds zei, trekken de
bijen zich weinig van den korenakker
aai;.
Bovendien kunnen de papavers hen
niet aanlokken door zoete nectar-
geuien, want den godendrank schel
den zij niet af.
Daarom moet alleen de kleur al het
verrichten en die is dan ook
en andere festiviteiten, die in kurzaal
of zornertheater plaats vinden, doch
wanneer men uitgaat om pens récht
op zijn gemak te zijn en zich eenigen
tijd aan het drukke, mondaine gedoe
te onttrekken, dan zijn de toilet-
eischen geheel anders.
In een eenvoudige badplaats kan
men niets beters dragen dan wit. om
dat alle kleuren min of meer verschie
ten als men aan zee vertoeft. Men
draagt dus wit cheviot voor koele da
gen, en wit linnen, piké of batist op
warme, zonnige zomerdagen. Ook de
wit-wollen jersey's zijn aan liet strand
onmisbaar men draagt er bij ongun-
ig weer een wollen gehaakte muts
zoo,, dat er nog al (ee£s e.e" bij °P de ibij, terwijl bij mooi weer veel kanten
i kapjes gedragen worden, die aller
liefst staan en bet kapsel in orde hou
den. De Engelsche vrouwen, die altijd
uitmunten door haar practisehen
eeest. schijnen er een bijzonder be
haeen in te schennen, om tijdens haar
verblijf in een Ilollandsche badplaats
zoon kanten -boerinnekapje to dra
gen en er als souvenir of voor ca
deaus eenige van mee te nemen.
Wanneer men in een boschrijke
streek gaai vertoeven, dan neemt men
donkero rokken en witte blouses mee.
De rokken kunnen dan zoowel van
wollen stof als van linnen zijn men
moet, om volop van cl© natuur 1© kun
nen genieten en hot verblijf buiten
aan zijn gewondheid dienstig te ma
ken, in het bosch kunnen zitten of lig
gen, zonder zorg over zijn toilet te
hebben. Met andere woorden, men
moet kleeren bij zich hebben, die er
niet op aankomen het oudste wat
men heeft is goed genoeg om op bet
land te worden afgedragen. Als men
evenwel op kleine plaatsen vertoeft,
moet men om den bewoners geen aan
stoot te geven, wel rekening houden
met den Zondagzoodat nten min
stens één net costuum bij zich moet
hebben, dat tevens voor de reis kan
dienen. Verder verdient het aanbeve-
m een gekleede blouse of japon,
r de kinderen één mooie jurk
hij zich te hebben, voor het geval, dat
buiten eens een feestje georgani
seerd wordt door verschillende of en-
de -logeergasten.
Sommige hotels en pensions hebben
de aardige gewoonte, een kinderbal te
organise© reu, wat altijd zeer veel
bijval vind!. Vooral in Limburg en
Noord-Brabant waar de menschep,
veel minder stijf zijn dan in Bolland
en in hot Noorden van ons land
■mi zulks veel voor.
Behalve de linnen pakjes en wit Ié
blouses, dient men ook een paar fla
nellen blouses mee te némen, want
die kunnen bij regenweer onschatbare
diensten bewijzen en de capes en re
genmantels niet te vergeten.
Mooi, kostbare hoeden late men
rustig thuis; want alhoewel ouzo hoe
den nu geen reuzen-afmetingen meer
hebben, blijft het toch altijd een lasti-
u'i' lamane
bloemen neerstrijkt. Er is genoeg te
balen.
De talrijke meeldraden leveren
stuifmeel genoeg en, daar de klapro
zen al bloeien, als de boekweit nog
geen bloemen draagt en de linden
nog niets leveren, worden de papa
vers dan met een bezoek vereera.
Dan gaan er heele korfjes, vol
met het grauwe of paarse stuifmeel,
naar de goedbevolkte kolonies en de
jonge bijen zijn dan de eerste le
vende wezens, die nut trekken van de
wufte papavers.
Komen de bijen niet, dan helpen, de
bloemen zich wel zelf.
Enkele soorten sluiten den éënen
nacht, dat ze gaan slapen, kleine in
secten tusschen hun kroonblaadjes,
die daar natuurlijk wel zorgen, dat
liet stuifmeel op de stempels terecht
komt.
Bijna steeds vallen den tweeden
dag de kroonblaadjes af, nog vóór do
zon ondergaat. De meeldraden
dwarrelen bij groepjes omlaag en al
leen het bekende \ruchtje wijst op
vroegere pracht.
Andere knopjes heffen zich op en
geven aan den korenakker kleur en
Bij al die pracht en al die glorie
zijn er toch maar weinig planten,
die den menscli meer schade berok
kenen.
Niet de weinige klaprozen, die den
korenakker sieren. Zij zijn schadelijk,
zonder twijfel, al was het alleen
maar, doordat zij zooveel kinderen in
tic verzoeking brengen een eindje het
koren in te wandelen. Maar de Azi
flat, de Slaapbol of Maankop, dat is
tie groote booswicht.
Millioenen planten worden daar in
Jiet grootste der werelddcelen ge-
kwaad. maar in hun vaderland zijn
zen. llie:- in onze tuinen, wuqr ze als
sierplant zijn ingevoerd, doen ze geen
kwaar, maar in hun vaderland zijn
ze oorzaak van den ondergang van
duizenden.
Een klein kerfje in de nog onrijpe
vruchten doet het witte melksap uit
vloeien. Dit wordt bruinachtig en tot
koeken saamgevoegd, om na enkele
bewerkingen als opium ter markt tc
komen. Dan is het onschuldige plan
tensap' L-ewordcn Lot een behcerseher
Wat is het leven toch een ver
velend ding, zei Archibald, een goed-
gekleede jonge man. Ik heb er ge:
noeg van. lederen dag dezelfde din
gen doen maakt mij ziek. Er ge
beurt nooit iets en als er iels ge-
j beurt dan is het de moeite niet
waard. Van morgen nog was ik
dwaas genoeg om zelf anuvoord Le
geven op het belletje van den tele
foon. Het was een aardig, mooi mei;
je, die bij ongeluk het verkeerde num
mer had opgebeld en zij wilde niet
eens blijven om een praatje met mij
te mak-en.
Hoe weet je dat zij mooi was?
vroeg James, zijn vriend die er min
der vermoeid' maar even goed ge-kleed
uitzag.
Aan het geluid van haar stem.
Men kan altijd aan -het geluid van
haar stem Jiooren of een meisje mo-ji
is.
Je kunt even goed zeggen, dat
men de kleur van heur haar kan op
maken uit de manier waarop zij niest
Ala zij niest, zou zij mij niet meer
interesseereu. Maar ik- verzoek je geen
nonsens te praten, James. Het is een
heel ernstige zaak. Ik verveel mij
dood in Londen. Morgen komt je au
to weer om ons naar je vervelende
woonschip te brengen. Auto's zijn ver
ouderde vervoermiddelen en woon
schepen zijn a-ntidiiluviaansch.
Het eenige wat zij zeker niet
kunnen zijn, beweerde James.
Och, zit mij daar nu niet te be-
critiseerenl Ik heb hulp noodig. Be
denk eens iets nieuws en barbaarsch.
Ui heb genoeg van al die beschaving.
Ik- moet eens losbarsten. Kun jo niets
bedenken? Er moet toch iets te vinden
zijn.
Laten wij een meisje schaken,
zei James op onverschilligen toon,
zonder belangstelling.
En potséling scheen Archibald wak
ker te wonden.
Neen, duizendmaal neen! zei nij.
W.ij zullen een man oplichten. Wij
zullen hein in de auto naar 't woon
schip brengen.
Éénmaal aan. boord van de l-ogger,
kunnen wij ons dan een beetje met
hem amuseeren.
Je meent het toch niet, wat een
nonsens, zei James.
Zeker, zei Archibald. En jij moet
mij helpen.
En plotseling bij het uitwerken van
ih-et plan en. het bepalen van de dé
tails, werd Archibald vol ijver.
n.
Mr. Herbert Phipps zat aan zijn
ontbijt om kwart voor acht in den
morgen. Dit deed hij zes morgens van
de zeven. En zijn huishouding be
schouwde dat als een last.
De dienstbode \an Mr. Pliipps kwam
er tegenop omdat zij beweerde, dat
uclil uur vroeg genoeg was voor ie
dereen.
De twee dochters van Mr. Phipps
Agnes en Cecilia hadden, er uit prin
cipe op tegen. Zij kwamen tegen de
meeste gewoonten en manieren van
pa-pa op.
Mrs. Phipps beweerde minstens
driemaal 's weeks, dat hij zelfs voor
tienen op 'het kantoor zou kunnen zijn,
als hij met een volgenden trein ging.
De geheele quaeslie, placht Mr.
Phipps te antwoorden, kan opgelost
worden in het antwoord op deze
vraag ben ik meester in mijn. eigen
huis of ben ik dat niet? Zoo neen, zeg
dat dan.
En Mrs. Phipps zei dat a'-tijd, maar
Mr. Phipps was een stijfhoofdig man
en bleef onbewogen, llij was niet on
verstandig en dat zou bij bewijzen,
liet was eenvoudig een quaestie van
aangenaam of onaangenaam. Door
vroeg te ontbijten, was hij m de ge
legenheid bij St. James's Park uit den
trein te stappen, door het park naar
dé kade te wandelen en zoo verder
naar zijn kantoor.
Hij kwam daar dan opgewekt en.
door de wandeling verfrischt aam
Als 'hij daarentegen een lateren trein
nam', dan had hij alle kans met Mr.
Henry Bunu te moeten reizen een
koddig heertje dien Mr. Phipps niet
uit kon staan.
Dezen morgen had Mr. Phipps nog
meer te zeggen. Agnes, veertien jaar
oud, en Cecilia twaalf, kwamen
ontbijtkamer niet binnen vóór vier
minuten nadat de gong geluid had.
Haar afkomst in aanmerking geno
men, waren zij bijzonder mooi, maar
een mooi gezichtje is niet alles. On
deugden zooals daar zijn te laat aan
het ontbijt verschijnen, moesten ver
beterd worden.
Van morgen, zei Mr. Phipps, ter
wijl hij zijn dochters door zijn pince-
nez aankeek, ging de zon om 5.13 uur
op
Misschien wel tegen wil en dan':,
zei Agnes.
.Arm, oud zonnetje, zei Cecilia.
Jelui begrijpt keel goed wat ik
hiermee bedoel, zei hun vader. Zijn
jelui van plan je aan de orde en re
gels van dit huis te onderwerpen of
niet? Het is een eenvoudige vraag,
Agnes en Cecilia verzekerden hem
dat zij vervuld waren van goede
voornemens. Do moeilijkheid lag in de
practischè uitvoering.
Ik zelf, zei Mr. Phipps, met een
gevoel van vergeeflijke trots, ben nooit-
een minuut te iaat aan hel ontbijt.
Als de gong luidt stap ik de kamer
in. Ik ben nooit een minuut te Iaat
op liet kantoor. In dertien jaar ben
ik nooit te laat gekomen voor mijn
trein. Nooit ben ik een minuut te laat
aan het middageten verschenen. Ik
vei-zoek jelui precies zoo le doen als
ik, anders niets.
Eenige minuten later vex-liet Mr.
Phipps met een hooge zijden op, een
gekleed© jas aan en met een' kleine
bruine tasch in de hand Ehn'hiurst. En
het speet Eimhurst niet bijzonder hem
tot den avond kwijt te zijn.
Hij was een goed man. llij diende
zijn chefs trouw en goed. Maar hij
was even droog als een deputatie,
even vervelend als een kiezelsteen in
een schoen.
In den trein koos Mr. Phipps altijd
ro'n plaats, dat hij de controle op
het openen of sluiten van.het raam
pje kon uitoefenen, een controle die
hij altijd met verstandig beleid uitoe
fende en stak een van zijn gelief
koosde sigaretten aan; een merk
v-aarvan men voor vijftien centen een
verbazingwekkende hoeveelheid kreeg
en waarvan het plaatje in 'het pakje
alleen al het geld waard was.
Hij maakte zijn bruine tasch open
i nam er zijn courant uit. 's Morgens
bevatte die tasch nooit iets anders
dan zijn courant en een schoonen
zakdoek. Op de terugreis waren er
dikwijls vruchten in de stad gekocht,
of iets voor den tuin-, ook wel eens
Isch.
liet vischmandje. zoo edelmoedig
door den koopman van visch voor
zien. viel hij Mr. Phipps niet in den
smaak. Het maakte geen geheim van
zijn inhoud. Als bij op zoo'n dag uit
den trein stapte verscheurde hij stel
lig het hart van den plaatselijken
vischlrandelaar.
Zijn reis naar St. James' Park ken
merkte zich evenals de rest van zijn
leven tot nu toe door hei totaal ont
breken van iets belangrijks. In het
park reed hem zonder, dat hij er veel
aandacht aan schonk een groote ge
floten auto voorhij. Deze stond vlak
tegen den trottoirband stil, maar de
motor werkte nog. In de auto zaten
twee jonge en goedgekleede ihieeren
die wij al ontmoet hebben. Zij merk
ten Mr. Phipps op.
Dat is onze man, zei Archibald
met overtuiging. In zijn geheele le
is hem nog nooit iets overkomen.
Vandaag zal er iets met hein gebeu-
in.
Voordat de dag voorbij is, zijn
we allebei aan de handen der politie
overgeleverd, zei James. Maar in vre
desnaam. Ik zal uitstappen en hem
hier brengen. Houd je revolver klaar.
IIL
Mr. Phipps stemde later, als hij de
geschiedenis vertelde en hij vertel
de haar dikwijls altijd toe dat de
jongeman die zijn hoed had afgeno
men en hem in St. James' Park aan
sprak een aangenamen glimlach en
prettige manieren had.
1-Iet spijt mij u te moeten lastig
vallen, zei James, maar er is een da
me in die auto hier die u wenscht te
spreken.
Mij? Een dame? zei Mr. Phipps
bedaard.
Ja. Ik, ken haar naam niet. Zij
riep u, maar u hoorde het niet. Zij
vroeg mij u te halen. Ik begreep, dat
zij zaken met u wenscht te behande
len
Het was niet onmogelijk. Was
Phipps niet bijna eerste 'klerk bij een
advocaten-firma.? Had 'hij niet veel da
mes met zijn kennis en raad bijge
staan?
Hij ging naar de auto toe. James
deed het portier open. Mr. Phipps
nam zijn hoed af en zette een voet
op de trede. En toen namen de zaken
plotseling een geheel andere wen
ding.
Hij voelde zich van achteren met
kracht aangegrepen. Tot zijn verba
zing en schrik lag hij op den vloer
van de auto met een anderen man
bovenop hem, en die andere man hield
een revolver gereed. Het portier sloeg
dicht en de auto reèd verder. Een
bijna nieuwe zijden hoed was onher
stelbaar Ln de verdrukking geweest.
U is volkomen veilig, Mr. Waffle,
zei Archibald, zoo lang u geen geluid
geeft en niets doel om de aa-ndaont
van het publiek te trekken. Geef ons
daarop uw woord, en u mag gewoon
op een bank plaats nemen. Bedenk,
dat ik mijn revolver klaar houd. Als
ge uw woord breekt, zijl ge een verlo
ren manl
M-r. Phipps kwam hiertegen op,
met de verzekcilng dat hij nog nooit
in zijn leven zijn woord gebro'kén
had. Als zij hem wilden laten opstaan,
dan zou hij alles doen wat zij van
hem vroegen. Het was een vergissing.
Hij heette niet Waffle. Hij kon bewij
zen wie hij was, en hij hoopte dat zij
hem dan vrij zouden laten, omdat het
absoluut noodzakelijk voor -hem was,
dat hij om tien u/urop Lincoln's Inn
Fields was.
Zij gaven hem toestemming op te
staan en een plaats in te nemen met
zijn rug naar den chauffeur.
James gaf hem zijn hoed met de
beleefde opmerking, dat de hoed niet
meer was, wat hij eens geweest was.
Mr. Phipps was heel zenuwachtig
en sprak op hijgenden toon.
Werkelijk, heeren, dit is het
meest buitengewone, dat mij ooit is
overkomen. En het is alles een ver
gissing. Ik weet niet waarvoor u dien
Mr. Waffle noodig heeft. Het komt
mij voor, dat -het er veel van heeft
maar dat is mijn zaak niet. De hoofd
zaak is, dat ik Mil Waffle niet ben.
Wie is u dan? vroeg Archibald
streng.
Ik hen Mr. Herbert Pliipps, hoofd
klerk of bijna hoofdklerk van Je
heeren Reynard, Bayle en Dalton,
Lincoln's Inn Fields.
Bij deze opmerking wisselden Ja
mes en Archibald blikken van ver
standhouding
Hier is mijn visitekaartje, ging
Phipps voort. Hier is verder een brief
van een stcenkölenhandeloax die
zich aanbeveelt voor orders aan
mij geadresseerd onder dien naam.
U behoeft maar naar deze documen
ten te kijken om van uw vergissing
overtuigd te zijn. Ik verzoek u, hee
ren, dadelijk de auto te laten stoppen.
Zij gaal voor mij totaal in een ver
keerde richting en het is beslist nood
zakelijk, dat i'k om tien uur op mijn
kantoor hen. Ik heb de andere kler
ken zoo dikwijls terechtwijzingen ge
geven over hun gebrek aan punctuali
teit, dat het mij in de grootste verle
genheid zou brengen.
Voor den drommel, zei James, zij
hebben tegenwoordig allemaal hun
smoesjes klaar.
Hij heeft warempel de voorzorg ge
nomen dat visitekaartje en dien brief
in zijn zak te steken.
Hoor eens hier, Waffle, zei Ar
cliihald, als je zoo voortgaat zul je
mij boos maken. Wij kennen u heel
;oed, u is Clarence II. Waffle, de
millionair uit Chicago. Wij hebben
ons niet vergist.
Natuurlijk niet, zei James. Vol
komen dezelfde trekken.
Dezelfde uitdrukking van onge
temde energie, ging Archibald voort
een opmerking waardoor James
zich gedrongen voelde een oogenblik
uit het venster te kijken. Je logeert
in uw gewone hotel. U is hier
om twee groote slagen te slaan, en een
daarvan is gisteren 'klaar gekomen.
Voor de tweede zal u geen gelegen
heid hebben dan nadat u ons heeft
uitbetaald. A4s u vijf duizend pond
sterling in banknoten bij u heeft, wat
■heel waarschijnlijk is, dan kan u ze
nu overhandigen en wij zuilen oe au
to laten stoppen. Zoo niet, dan zal
u naar een mooie, rustige plaats ge
bracht worden en daar zal u worden
vastgehouden totdat u of uw vrienden
die vijf duizend pond vinden. Neen,
doe maar geen poging om door het
raampje w te komen. Ik schiet veel
liever niet, als het kan.
Ik heb geen vijf duizend pond,
protesteei-de Mr. Phipps. Ik heb zeifs
nooit in mijn leven zooveel geld beze
ten. Geen van mijn vrienden heeft net
ooit zoover gebracht. U verliest voor
niemendal uw tijd, werkelijk heeren.
Als u even bij een telefoonstation wil
stoppen en het bewuste hotel opbellen,
dan is er alle kans, dat u tot de ont
dekking zal komen, dat die Mr. Waffle
met wien u deze zaken te behandelen
heeft, daar nog is.
Praat toch niet zulke nonsens. U
vermoeit mij. Wij zullen op deze ma
nier niet verder met u voortgaan. U
is Waffle. Vijf duizend pond is maar
een peulschilletje voor u. Waarom
toch zoo stijfhoofdig? Het heeft toch
geen invloed op zulke menschen als
mijn vriend en ik zijn. Wij üvec
zulke zaken al jar en. Het is ons be
staan. Wij schaken ieder jaar twee ol
drie millionaire. Feitelijk is vijfdui
zend pond een belachelijk kleine los
prijs voor een man als u.
He-el goed, hoor, zei Archibald.
Als hij niet wil, dan wil hij niet. Wat
doet het er toe? Cher zes weken op
zijn laatst zal hij wel van opinie ver
anderd zijn. En iedere week '- .dt de
losprijs duizend pond g-rooter.
Ik vraag m:j af, zei Mr. Phipps
wanhopig, of ge beiden misschien
krankzinnig zijl.
- Dat zou ik niet weer zeggen, zei
James. Mijn vriend hier met de re
volver heeft een driftig temperament.
Heeft u misschien een courant in uw
zak. Waffle?
Er zit een ochtendblad in mijn
tasch, zei Phipps. begeerig om zijn.
kwelgeest ti maar weer tevreden te
stellen.
Goed, zei James. Dan'kunnen wij
het om beurten lezen.
Het vervolg van de reis bracht Ar
chibald lezende door, terwijl James
de wacht hield of James las, terwijl
Archibald de wacht had. De eenige
persoon die het ochtendblad niet
kreeg was Phipps.
Zij hadden nu Londen achter zich
gelaten. Mr. Phipps keek uit het
aampjo en trachtte te weten te ko
men, waar zij langs kwamen, maar
dat lukte hém niet. De zon scheen.
Het zag er buiten heerlijk frisch en
groen uit. Er woei een licht, koel
briesje, liet was een ideale dag voor
een pioiric, maar Mr. Phipps 'kon er
niet van genieten.
Als hij terugkwam wanneer dat
ooit gebeurde dan zou hij, als hij
aan de waarheid niet te- kort wilde
doen, een heel onwaarschijnlijk ver
haal moeten doen aan dien schrik-
aan jagend-en chef. Mr. William Boy
le. Zon deze hel gelooven? Zou er re
kening gehouden worden met dertien
jaden trouwen dienst of zou Phiipps
ontslagen worden? Dat waren o..r-ust-
wekkende gedachten.
Als u het mij wil veroorloven-,
heeren, zei hij, dan zou ik graag éen
telegram aan mijn chef zenden.
Om hem om vijf duizend pond te
vragen?
- Neen. Hij zou voor mij geen
vijf duizend pond zenden. Hij zou
waarschijnlijk iets geheel anders
doen als hij liet wist. Ik wil al
leen maar verklaren, waarom ik niet
in staat ben vandaag op het kantoor
ie komen.
Heel goed, zei James. U kan dat,
telegram verzenden zoo gauw als u
op de boot komt. Natuurlijk zullen
wij het eerst lezen.
De boot? zei Mr. Phipps.
Word i'k moegenomen op zee?
Dat is een goed idée. zei Archi
bald. Denk je dat wii in je boot het
Kanaal zouden kunnen oversteken?
De andere bandiet zei hem. dat hij
zich nu niet als een IdiooL aan moest
stellen.
(Wordt vervólgd).
(Nadruk verboden.)
Verhalen van een
Handelsreiziger.
II
DE KAARTSPELERS.
Menschen die maar eens een enke
len keer op reis gaan. zijn niet recht
op hun gemak. De drukte aan het sta
tion. de- moeilijkheid om iu di-ukka