RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Raadsels (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens en meis jes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinde ren, die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in het vol gend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN ROEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. 1. (Ingezonden door Rika Vermeer). Ik ken een vat, dat zacht en klein, Sneeuwwit is en als sneeuw zoo rein. Schoon vol, is zijn gewicht toch licht; liet is aan alle kanten dicht. En nergens toont het naad of reet. Toch heeft geen smid het zoo ge- gesmeed! Komt, raad eens, hoe dat vat wel heet? 2. (Ingezonden door Martinus B. Osendorp). Vul bijgaand figuur zóó in, dat op élen lsten regel staat een deel van een schoen; op den 2den regel een meisjesnaam; op den 3den regel een huisdier. Nu moeten van boven naar bene den dezelfde namen te lezen zijn. 3. (Ingezonden door Karei en Nellie Keuker). Mijn geheel is een plaats in Over- ijsel van 11 letters. 1, 2 ,3, 4, is een gewicht. 5, 3, 4 is een verkorte jongensnaam G, 7, 8, 9, 10, 11 vindt men in Zwit serland. 9, 2, 10, 11, 5, vindt men tusschen 2 landen. 4. (Ingezonden door Abr. Harten- dorp). Kent ge een wezen wel op aarde, Dat niet slechts tweeheenig heet, Maar ook drie- en vierbeen tevens? Ais gij daar den naam van weet, Dan zult gij wel moeten zeggen Niels verandert meer dan dit. Wijl het eerst behoeftig neerligt En clan reuzenkracht bezit. Ziet gij soms dit wonder schepsel Strompelend op vier beenen gaan, Denk dan: met zijn kracht en schoon heid Is het spoedig' afgedaan, (Ingezonden door Jan de Boer). Vervang cle puntjes door medeklin kers, zoodat ge een bekend spreek woord krijgt. Ee eaaea e a Heeeieeea e a 6 (Ingezonden door Hendrik Gree ne woud). 1, 2, 3, 4, is een kleur. 4, 5 is een lidwoord. 6, 7, 8, 9, lü, 11 kent ge allen goed, G, 7, 8, 9, 11 is een visch. 2, 3, 1 is een lichaamsdeel. 5, 6, 7, 8 is een boom. 7, 5, 11 is geen aangenaam ver blijf. Het geheel bestaat uit 11 letters en is een plaats in Groningen. 7. (Ingezonden door Sneeuwklokje en vergeet-me-nietje). Mijn 1ste is een lichaamsdeel. Mijn 2d© is een ander woord voor arbeid. Mijn 3de is een familielid. Mijn 4de wordt, door vorsten gebruikt. 8. (Ingezonden door Alida en Corrie Hanseier). Mijn 1ste is een viervoetig dier. Mijn 2de is een lekkernij. Mijn geheel is een vogel. 9. Ingezonden door Marinus Bakker). Het geheel bestaat uit 20 letters en kunt ge 's Zaterdags in de krant vin den. 16, 9. 14, 5, 15, 13 is een verkorte meisjesnaam. 13, 10, 7 zit aan het dak. 4. 9. 7 is een kleedingstuk. I, 9, 10, 8, 15, 4 is een soort- dief. 11 12, 13. 20 is niet plat. 3, 18, 2, 4 woont dichtbij. II, 17. 19, 6, 13 is een natuurver schijnsel. 10. (Ingezonden door Anneliese Schwarzinger). X XXX xxxxx xxxxxxx xxxxx XXX X Vul deze figuur in zoodat ge krijgt öp den lsten regel een medeklinker; op den 2den regel iets, dat water be vat; op den 3den regel een meisjes naam; op den 4den regel een zeer be kenden meisjesnaam; op den 5en re gel een deel van den tijd; op den 6en 11. (Ingezonden door Liesje Roe- lofs). Met een b word ik gedragen; Met een m kan ik goed knagen, Met een h ben 'k groot of klein; Eu met gr bijzonder fijn. 12. (Ingezonden door Johanna en Johan Hoogerduijn). Al valt er nog zooveel 5, 2, 3, 4, 1 p den 1, 4, 3, 2 5 hij wordt toch niet schoon. Wat is nu 1. 4. S. 2. 1? Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn: 1. Kieuw, kies. 3. Otto. 4. West-Kapelle, 5. Silhouet. Toulouse, hotel, Tiel. E M s BrEda LceRdam AMERONGEN V eéN d a rn M e G e in LEk N. 7. Aldoende leert men. 8. Haastige spoed is zelden goed. Hand, hoed, doos, ezel, papegaai, tol, haas, gas, as. niet 9. Berkel, Elbe. 10. Urk, jurk, kurk, schurk. 11. De ncoit volprezen morgenstond Heeft goud en rozen in den mond. 12. Mantel. El, Nel, nat, Etna. Goede oplossingen deze week ont vangen van: Willem A. de Te-llo 9 en 10 v. d. vo rige week. Maria J. H. Piët 11. Caspar Willemsen 12. Jan Rozen hart 12. Hendrik Dotw.ma 12. ■Tan Willemse 10. Rertus Willemse 10. .Tan van iïemert 12. Johanna Hoogerduijn 11. Mien van Essen 12. .Tan de Bruijn 10. Rika en Jacob Baaij 12. Lena Koeleveld 12. Cor en Nanne Nauta 12 Frans Snellens 11. Trans van Bilderbeek 11.- Abraham Harten dorp 12 Annelise Schwarzinger 11. Wim Nieuwdorp 12. Mientje Bruijn 12. Kees de Klerk 12. Bernard Verrimmen 10. Jan van Zijtveld 11. Lena Buitenhuis 12. Rebekka Engelander 7. .Tnhan Overmeer 12. Willem Overmeer 12. Hendrik Molekamip 12. Christien" Alleman 10. W'"illy Germeraa-d 12. Jan de Boer 12. Annie v. Daalen 12. Willem de Kamper 12. Cornells Gaaien 12. Marinus Gaaien 12. Christien Boesmans 11. Cornells en Johanna Brugman 10. BEGRAVEN PLAATSEN. (Ingezonden door Albert Biemondj. 1. Meloenen, perziken en abrikozen zijn heerlijke vruchten. 2. Wij hebben gisteren een groote wandeling gemaakt. 3. Zoodra het schip binnen was toog men aan 't werk om de goederen te lossen.. BEGRAVEN DIEREN. (Ingezonden door Rika Vermeer). 4. Daar hoor ik den ratel van den uilnisinan. 5. Jan, rammel niet zoo met de sleu tels. G. De lamp gaat bijna uit Moe. 7. Waar is Jan toch, slaapt hij nu ai? 8. Ik vind, dat die lijst er niet mooi om past. 9. Neen, die kanhei moet aanblijven. Gretha! 10. Hoor dat kleine kindje eens kraaien 1 11. Heusch, Ans! Jo vlscht tegen woordig nooit meer. 12. Zul Moeder de chocolade verdoe len? STRIKVRAGEN. De antwoorden op de strikvragen van de vorige week zijn: 1. De wederhelft. 2. Zij voeren beide een titel, 3. Ik zelf. 4. Pepermunt. 5. Herbergen-, 6. Sprinkhanen., 7. Voetzolen. 8. Een schaduw. 9. Die de vlieg vangt. 10. Koppolstok, -de veerman. 11. V. W. X. IJ. Z. 12. Aan welke zijde vun hst schip stond Columbus, toen hij Amerika in 't zicht kreeg? Goede antwoorden ontvangen van: Willem A. de T. 6 en 10 v. d, vorige week. Maria J. H. Piët 6. Caspar Willemsen 11. 28 Juni 1913. Jan Kozemiart 11. Hendrik Douvwüa 11. Jan Willemse 11. Bertus Willemse 10. Jan van Hernert 9. Johanna lioogcrduijn 8.. Jan de Bruijn G. Rika en Jacob Baaij 12. Lena Koeleveld 11. Karei Metz 10. Cor en Nanne Nauta 9. Abraham Harteridorp 10. Wim Nieuwdorp 11. Mientje Bruijn 6. Bernard Vemimmen 9. Jan van Zijtveld 10. Lena Buitenhuis 11. Rebekka Engelander 9.. Christien Alleman 10. Annie van Daalen 11. Willem de Kamper 7. Cornelia Gaaien 11. Marinus Caalen 11. Christien Boesmans 9: Cornelis en Johanna Brugman 10. BERICHT WEDSTRIJD. Inzendingen voor den wedstrijd ont vangen van: Lena Koeleveld. Willem Bakker. Jan de Vries. Jun van Zijtveld. Arie Hoogerhout. Lena Buitenhuis. Mientje Frar.ken. PRINSES AMELIE. Iedereen beminde het aardige prin sesje. dat Amelie heette. Ze woonde in een groot marmeren paleis, en speelde in den mooien grooten tuin waar fonteinen sprongen en ui de kleuren van den regenboog hadden, als de zon er op sclieen en waar bloemen geurden en vogels zongen. Het was een lief prinsesje. Als ze in haar wagentje door de ;tad reed, zelf haar witte paardje mennend, juichte ieder haar toe. Dan glanstien haar mooie blauwe oogen en haar lief ge zichtje van vreugde. en dan groette ze terug en wuifde met haar eene handje. Ieder wist hoe zacht en lief en aardig prinsesje Amelie was, en hoe goed, hoe medelijdend zo was hoe zj nooit een boos woord zei en altijd haar best deed. vriendelijk en lief tegen iedereen te zijn Het was erg stil in de zesde klas. De bovenmeester las voor want het was Zaterdag zat achter den lesse naar. Een blauwe mug vloog zoemend en brommend tegen de matglazen ruiten, in verlangen naar de buitenlucht. De kinderen hingen scheef in de banken, of leunden voorover, de handen on der 't hoofd en de ellebogen op tafel, de oogen op mcester's gezicht gericht, ernstig, met iets slaperigs toch van de warmte. Op de eerste hank zat Geertje. Ze luisterde vergat een wijle alles gpi zich heen de kinderen, die ook bij d'r in de klasse zaten en meeluister den de heele klasse zelf vergat ze. Het was als liep ze in- den grooten, mooien tuin. bii 't marmeren palei«, en hoorde ze de fonteinen klateren, on de vogels fluiten. Toen de groote klok in den toren elf sloeg zuchtte ze, en sloot den half ge- openden mond, keek meester aan, die opkeek. ,,'t Is gauw uit", zei meester, „nog Ilij las vlug verdei', maar het was toch onrustig in de klas geworden. De meesten verlangdon, nu ze den school tijd om wisten, naar buiten, uit het muffe schoollokaal. Geertje luisterde er naar tot 't uit was, en toen ze de enne ingingen, liep ze er nog over te denken. „Prinses Amelie die zoo goed en lief was waar ieder zooveel van hield"..... Ze liep. nl maar denkend er over, naar huis, onder de hooge lom merrijk© boomen om het kerkhof ze kon nooit blijven spelen om elf uur dan moesten ze direct eten. Moeder was vandaag uit werken altijd 's Zaterdags en 's Maandags. Dan moest Geertje thuis 't boeltje een beet je opknappen, Piet en Tennis, die ook op schoo' gingen, hielpen wel eens een handje, Teunis vooral die was de oudste, maar nu vanmiddag zou er wol niet veel van komen, want ze zouden gaan vlsschen. „Als je maar wat vangt had Moeder nog gozegd. „En denk er om, hoor. dat- je niet met natte kleeren thuis komt Ze liep om liet huisje heen het laatste van de rij door het scheef hangend hek dat ze achteloos weer achter zich dicht liet klappen den hoek orn, waar de waterton stond, in de schaduw. Toen door 't portaaltje, waar de ladder hing. naar de eenige kamer. Hel viel het zomcr-zonlicht door de korte, kanten, stijve gordijnen die groote, schelle plakkaten wit waren, pijn doend aan de oogen. Over de vloermat viel het en de rommelige ta fel waar zoemende vliegen vlogen in groote kringen, zich neerzetten en zwegen, om dan weer op te stijgen en aan te vangen met hun eentonig ge brom. De liedden waren opgemaakt, geluk kig. Dat was zoo'n warm werkje, de dekens goed leggen in de hooge bed steden. Ze begon maar brood te snij den. In de kast stond een kan molk, ze schonk drie kommen vol voor hun, en het overige in vader s koffieketel. De boter was bijkans gesmolten in 't potje. Ze kon 't haast over de bo terhammen heen laten loopen, als zo 't potje een weinig scheef hield. llè, wat een vliegen. En als je d'r naar sloeg, waren zo weer zóó weg die naarlingen. Buiten klosten klompen over de s'raatsteenen, toen dreunden de stap pen in 't portaaltje en de deur werd opengegooid, 't Was Teun een groote winkelhaak vlak voor de knie in zijn bruine, halflange broek. Met z'n rooden zakdoek veegdo hij 't zweet van z'n gezicht. Kijk nou wrevelig wees ze naar de scheur. Gezanik ook altijd je hebt altijd j© kleeren stuk Ilij lachte eens kort viel toen neer op een stoel. Maar is Piet? vroeg Geertje. Hij komt zoo 'k weet niet pre cies waar, zei hij, kauwend. Wat een vlieg© kijk es i Daarna sloeg hij met de hand op tafel en zoemend vlogen z© alle eer op. Pie tkwam een poosje later. En ze aten de boterhammen verder op alle drie dikke en dik besmeerd, en ze dronken de melk er bij. Toen nam Teun den ketel koffie en de bo terhammen voor vader en ging heen. Geertje begon met d'r werk. Ze veegde de kamer aan. Gisteren waren dc matten d'r uit geweest en as de vloer opgedweild dus van daag koD 't zóó wel. Hè warm was het zoo op je knieën te kruipen, en die zon sclieen zoo fel naar binnen en die vliegen zoemden, om er slape rig van te worden. Piet zocht in de tafella naar een tol en toen hij hem had, wild© hij een touwtje. Hè. lo©nou zeurde hij een slukkie touw. Geer geef nou I k Heb geen tijd. d'r naar te zoe ken. hoor Als d'r geen in de la ligt, dan is 't er niet. Toe, vooruil:, ik moet d'r hij ga naar buiten Hij ging niet bleef op den stool zitten, herhaalde, zeurig van de warmte, dat hij „touw" wou hebben. Geertje luisterde er op 't laatst niet rneer naar, ging door met d'r werk, waschle na 't vegen, toen het water kookte, <1© kopjes om met zeepsop ju een teiltje, veegde zich nu en dan het zweet van '1 voorhoofd met de mouw. en blies tegen den heeten damp, r ie in d'r gezicht opwasemde. Piet stond op van den stoel en ging weer in de la zoeken, tot hij een oude. gebreken Goudsche pijn gevonden had. De steel was door de helft, maai de kop zat er nog aan. Nu wilde hij bellen-blazen, s'.ak de pijn in "t water, en begon te blazen, zoodat paarlm ja rig-glinsterende zeepbellen oppruteï- den en wit schuim luchtig omhoog wolkte. Geertje, die al puffend van de warm te de bordjes weggezet had in de die pe kast. kwam het trapje weer af 'n zag het. Wil je dat wel is gauw late l riep ze uit, dat geknoei Vooruit Ice die pijp weg en ga d'r uit v at doe je hier eigenlijk in huis te lilij- Nee ik doe 't niet zei Pietje op steiligen toon, wel zeker, en daarna begon h:i weer te blazen. Geertje trachtte hem de pijn af te nemen, maar dat gelukte haar niet. Piet hield haar sfevie in z'n bruine vuist gillend los nou zij breekt nogtoe nou I Geertje, met zweetdroppels pare lend in dr roode gezicht, de oogen woedend oplichtend boven de gloeien de wangen, rukte en rukte, trachtte met de andere hand Pietje's vingers om den steel los te maken, tot haar broertje, die met de andere hand op den rand van dc tafel leunde, deze met handdoek en al van tafel deed kantelen. VePSchrikt sprong hij achteruit Geertje uitte een kreet van schrift zette toen de teil, die op een kant lag, recht 't zeepsop vloeide over ce mat, wat een ruischend geluid gaf. Met den handdoek droogde ze de mat af Akelige jongen kijk nou vat je gedaan hebt alles nat door jou schuld. Vlegel! Toe, vooruit, ga d'r uit wat doe je hier nog, en toen de kleine jongen d'r nog verbijs terd aanstaarde, schreeuwde ze Ga je en meteen opstaand, pakte ze hem beet bij den schouder, met de andere hand greep ze naar de deur- krul:, opende de deur en wierp heup, zoo lang hij was, in 't portaaltje, de kamerdeur weer met een smak dicht gooiend. Ze hoorde hem buiten nog huilen maar zelf naar en uit d'r humeur door alles, en 't meest door die warmte cn de. zoemende muggen in de kamer luisterde er niet eens naar wat hij nog riep. Ga maarzei ze, en pas op als je vanmiddag nog 'es in huis komtJe kunt d'r. blij ve Ik zal het vanavond is aan moeder zegge! Toen hoorde ze niets meer. Ze ruimde de kamer verder op en nam heislof af. Bij de kast vond ze zijn pet daar had hij zeker om ge raagd, daareven. Ze hing haar op, aan den deurknop. Toen ging ze de vorken en lepels schuren, en den kof fiemolen poetsen. En onderwijl kwam 't ineens in haar op, dat Teun nu zeker was gaan visschen. Anders was hij allang weer terug geweest van 't land. Gezanik nou moest ze zelf pom pen. Anders deed hij 't altijd voor d'r! En 't was nog wel zoo warm Als Prinses Amelie nou 'es den h-?e- len wannen middag zoo moest wer ken Zou ze dan ook nic-t 'es onvrien delijk zijn Als haar broertje nou eens de teil omgooide, zou ze hem dan ook zoo lang als hij was in het gangetje gooien Hè, wat was het warm akelig warm. Als zij. Geertje, nou eens prinses was, een mooie prinses, met blauwe oogen en goudblond haar als Amelie, en ze mocht ook in een grooten t-ain spelen met fonteinen en bloemen, en door de stad rijden in een open wa gentje en in een marmeren paleis wonen.... wat zou ze dan d'r best doen Hè, was z© ook maar een prinses. Wat was di© Prinses Amelio toch gelukkig 1 Maar ze was d'r geen Het was nog al geen klein verschilzij, of Ame lie! Die zou wel geen zuster neb ben, di© bij den notaris diend© of een broer, die boerenknecht was of een broer, als Teun en geen er, die op 't laud werken moest en heel ruwe, sterke handen had, en ©en rooden baard en die op klom pen liep. En geen moeder, die uit werken ging! en 's avonds boter hammen van d'r werk meebracht in d'r opgerolde wollen schort en c :e 's avonds zoo moe was. Eu dan dat paleis Wat was hun huis niet klein in vergelijking ri'r mee Nee alles was heel anders O, wat was 't warm. D© hcete lin gers lieten wasemplekken op 't blin kend geschuurde tin van dc vorken en lepels achter. Zou Amelie wel eens •rken geschuurd hebben Toen ze klaar was. ging ze naar achteren, op 't straatje. Het venster van 't achterhuis moest gedaan wor den, en 't gangetje uitgedweild. Heerlijk koel was het water aan de heetc, bezweete handen. Maar 't pom pen ging toch zoo zwaar. Je kreeg er dorst van Even ging ze drinken water met de nap opscheppend uit de regenton want het pompwater smaakte zoo naar. Eerst kijken, of er ook insecten in rondzweefden. Die zaten altijd met die warmte in de tan. Leuk duikelden en zwierden ze do>r 't water. Die dieren zouden het niet warm hebben. 't Water was lauw, en t hielp niets voor de dorst. Dat nare gevoel zoo droog bleef toch in den mond al had je een plas in de maag. Zou Amelie wel eens water drin ken uit een ton? lauw, stoffig wa ter dacht ze. Ze beklaagde zichzelf in het geheel niet ze vond 't niet eens naar. want ze had nooit ander water gedromten. in warme dagen. Ze beklaagd© zi:'i over niets, want z© was alles gewoon, rnaar ze zou toch wel eens zoo willen zijn als Prinses Amelie dat moois en dat eigenaardig© van zoo'n nr;n sesseieven had z©o'n groote "behoor lijkheid. Ze verlangde er naar, zon der het leven, waarin zij leefde, nu juist akelig te vinden, want ze was er in opgegroeid en had nooit een ge makkelijker, of prettiger, of voorna mer leven gekend. Ze klapte het zeemleer uit en wierp het over den schouder. Toen kneep ze de spons uit, dat het water klaterend in den emmer viel. en klom het trapje op. Leuk stond je daar viei treden van den grond. Ze zag over de Meidoornhaag met al de spir.ne- webben over de sloot vol riet an het akkerland over de knotwilgen- rij. Dn ar stond onder lommerrijke boomen de witte pastorie met de glazen deuren wijd open... heel in de verte zng ze een trein wegsnellen heel klein leek-die nu een rups daarheen kruipend. Een rookpluim steeg den blauwen hemel in.... en een schril gefluit weerklonk. 's Avonds was '1 koeler. Moeder zat op het straatia aardappelen te schil len voor den Zondag vader maakte het geitenhok schoon gaf de beesten schoon stroo en klaver af en toe eens spuwend, want hij pruimde. Geemje zat te breien. Ze had bood schappen gedaan in 't dorp en peper muntjes toe gekregen die ze eerlijk bewaard en verdeeld had met haar beide broertjes Piet lag al in de bedstede en sliep. Teun hing nog ergens in 't dorp uit speelde zeker voor de herberg bij de Vaart verstop pertje. De hemel werd willig onbestemd. Achter de kerkhofboomen was nog een oronjerood licht hooger-op ver gelend en vervloeiend. Daar was de zon ondergegaan. Geertje knapte de suiker-peper muntjes op met genot. Die at Prin ses Amelie alle dagen zeker. Och, wat zou het toch fijn zijn, om een prinses te wezen een mooie prinses met blauwe oogen en blond haar te wo nen in een marmeren paleis Z. E. S. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kindei-Afdeeliug moeien gezonden worden aan Me vrouw Venema—v. Doorn, Kleine Houtweg no. 21, te Haarlem). In de bus gooien, zonder aanschellen I WILLEM v. d L. Prettig, dat jullie zulk prachtig weer getroffen hebben Ja, van V. naar IJ. is een heele wandeling, maar 't is een mooie weg en dan vergeet je gauw, dat het ver is In IJ, was je toch zeker wel eens meer geweest Mochten jullie op de pieren en konden jullie nog lang aan het strand spelen? CASPAR W. Ja, ik vind dat je verbazend veel gekregen hebt. Jammer dat één vati de parkietjes dood is. Is het andere nog v rooi ijk, of treurt het om zijn makker Houd je veel van vogels en heb je ook een aquarium, of vang je nooit stekeltjes De boekon, die je opnoemt, ken ik allebei. Vooral hel eerste vind ik mooi eu ik deuk, dai je dat wel dikwijls overlezen zult. Ik vind het best, dat Vader dat foutje even veranderd heeft. Hangt bij nu aan deu muurJe mag voortaan je briefje wei achter ue laauseis zetten, dan kan het met één postzegel 1 ABRAHAM H. Het nieuwe raad sel is goed. Als jullie mooi weer treft, zal het een prachtig© tocht zijn, en zelfs al regent het, dan zie je nog ©en heeleboel moms Gaat het in ieder ge val op dien datum door, of kan het op het laatst ook nqg uitgesteld wor den Met je hoevelen gaan jullie ANNELIESE S. Heerlijk, hoor Den hoeveelsten ga je. en met wie maak j© de reis Moet je ook nog overstappen onderweg en zou j© nog goed Duitsch kennen als j© daar weer bent Ken je in M. ook den weg WIM N. Dat weet ik nog niet, Wim De bekroonde worden niet te ruggegeven. Vraag bet mij over 14 dagen nog maar eens Ja, als er neef jes zijn van jou leeftijd, is het nog veel prettiger Komen die ook w el eens bij jou logeeren En waar vind jij het 't prettigst'? KEES DE K. Doe maar goed je best, hoor Dan krijg je er boe langer hoe meer pleizier in Van wie zijn de stukjes, die je zoo graag speelt JAN R. Vond j© ze zoo moeilijk dezen keer? Je hebt toch flink opge lost Heeft Annie je er nog aan ge holpen En heb jij nog tijd voor de raadsels, of speel je niet veel buiten HENDRIK D. De nieuwe raadsels zijn goed. BERTUS W. Het nieuwe raadsel is goed. NELLÏ v. d. B. Heb je gisteren pleizier gehad Was ja in Amster dam wel eens in Artis geweest, en waar vond je het nu mooier'? Wat is het in S- druk, vind je nic-t En waar voor hebben jullie versjes geleerd JAN VAN I!. Het nieuws raadsel is goed. Ja, we kunnen niet erg op het weer rekenen. Het is iederen dag een verrassing hoe het zijn zal. Als het nu in de vacantie maar droog isBegin je er al erg naar te verlangen en weet je al precies op welken datum zij be gint MIEN VAN E. Leer je ook zwem men, en kun je het al een beetje 't Is in het begin wel lastig, maar als je een beetje durft, ken je het in een paar weken Ja, Jan zal het wel druk hebben! Wat doet hij 'savonds meestal COR en NANNE N. Ja. dat was een mooie overwinning Hoe zou het komen dat Holland zoo'n beetje ster ker is met al di© dingen dan België Zouden de Belgische Jongens minder buiten spelen en hollen dan jullie? Ik denk. dat je het nieuwe museum prachtig vindtHeb J© het Tevler museum ook wel eens gezien TRU'ÜS VAN B. Nu, misschiet kom jij daar van j'e, leven ook nog wel eensOp reis gaan is heerlijk, rn je kiikt nu nl overal In ons eigen land rond I De nieuwe raadsels ziin croédl Maar je moet niet on geduld ic war den als ze niet vóór September aan de beurt komen l JAN DE B. Hei is wel jammer, dat jo in den Hout niet meer zoo vrij mag rondloopen als vroeger. Roover- tje spelen en verstoppen kan je c-r nu lang zoo goed niet meer; en vnctbal- p zal ook niet gaan, denk ik Ben J© wel ©ens bekeurd door een boschwach ter LENA K. Heb je Donderdag plei zier gehad En hoe wns het op Mar ken Was het eiland niet half over stroomd door al den regen Ja, je hebt zek'>r heel wat keertjes onnieuw moeten beginnen vóór je de tcekening zoo netjes in orde had. Valt het ja niet mee. dat er zoo weinig Inzenders zijn 0 Dnt geeft toch allij'd een ftansje mee? I JOHANNA H De nieuwe raad sels zijn goed. WILLEM A. DE T. Prettig, dat je het boek zoo mooi vindtHeb je het ook mee naar de duinen genomen? Waar gaan jullie dan naar toe bij 't Kolkje, of bij 't Station Overveen de duinen op Wat voor cijfer krijg jij meestal voor teekenon MARIA J. II. P. Ja, dat was een foutje. En een klein foutje kan julli© erg in de wc r brengen Vind je die lange spreekwoorden prettig, om te raden, of houd je moor van do klei nere 1 BERNARD V. Ja, hoe minder in zendingen hoe grooter kans. Wat voor een cither hebben jullie Is dat er zoo een, waar je het papier met muziek onder de snaren schuift? En ken jij daar al vlug op spelen Op een mondorgel is toch nog gemakke lijker denk ik Heb je wel eons on «r fluit of occarino gespeeld JAN VAN Z. De nieuwe raadsels zijn goed. Aardig, dat je ook mee go- daan hebt met den wedstrijd Ja, in IJ. is het erg aardig. Zijn julli© onor met de heele klas geweest? LENA B. Nu, dat je or lang werk aan gehad liebt, wil ik graag geloo- ven Maar het is ook prettig, als het zoo netjes wordtJa, je zuster zal het d;t laatttc jaar wel erg druk hebben Vind ze het prettig om k. te zijn V of wel wat moeilijk REBEKKA E. Er hoeft toch at eens een raadsel van jou ia d© cou rant gestaan, is 't niet'? Weet je zelf nog. welk het allereerste wa Ik heb er nog heel wat in voorraai en de raadsels, die nu geplaatst zijn, zijn ongeveer in Maart ingezonden. JOIIAN O. Je zal hot wel gauw vol hebben, want 13 is niet veel meer! Ruilen jullie z© op school ook onder elkaar En heb j© het vorige album ook vol Weinig tijd is een lastig ge val waai- heb j© het toch zoo druk mei WILLEM O. Jammer, dat de tee- kening niet af is gekomen het was, dunkt me, net iets voor jou Ik hoop, dat jullie voel pleizier cn mooi weer in V. hebben HENDRIK M. Het duurt nog lang. vóór liet September isVerlang je ook naar de groote vacantie, en wat ben je van plan, dan uit te voe ren CHRISTIEN A. Het nieuwe raad sel is goed, maar lang niet gemakke lijk, hoor Heb je dat zelf bedacht? Ja, in B. hadden juliio een heerlijken middag Dat vind je zeker wel om eens meer te doen Mogen jullie Woens i.igsiniddags dikwijls ïrtet el kaar uitgaan WILLY G. Wel, wat worden jou briefjes tegenwoordig netjes Dat is «en heel verschil niet die van verle den jaar 't Is jammer, dat ik er daar niet eens één van bewaard heb Krijg je op school ook een hoog cijfer En wanneer krijgen jullie weer rappor ten Ja, het is gezellig, dat Moeder meegaat en voor Moeder is zoo'n wan deling misschien ook wel goed. Gaan Max en Bello dan ook mee, of passen die op het huis JAN DE B. Als het helder weer is, kan je op hel Wilhclminaduin heel ver zion En op de oriënteertafel kan je zien, welke kerktorens hel zijn. Heb je daar ook op gelet Het is daar mooi, vind je niet De nieuwe raad sels zijn goed. WILLEM DE K. D© nieuwe raad sels zijn goed. Wel, mag je nu nog niet opstaanDat is vervelend, hoorl •ig je in bed wel liggen lezen en schrijven en kleuren En heb je boe ken genoeg Komt Cor je wol een3 een middag gezelschap houden, of mag dat eigenlijk niet En heeft d© dokter al gezegd, wanneer je nu weer op zou mogen? Als j© je verveelt moet j© nog eens een mooi stelletje begra ven namen voor me bedenken CORNELIS C. Het was een heer lijk© tocht Zou je daar alleen nu den weg ook kunnen vinden, cn mochten jullie aan het strand d© schoenen en kousen ook uittrekken 1 Ja, als j© dat graag wilt, moet je maat eens aanbellen, als j© "Je briefje brengt. Of breng i© dat nooit zelf op Woensdagmiddag MARINUS C. Het is te hopen, dat hot volgend jaar weer alle klassen gaan. want het is julli© goed beval len, geloof ikWanneer begint jullie vacantie? En wat ga je dan doen? CHRISTTEN B. Ik vind, dat jij maar een heerlijk leventje hebt Al tijd tochtjes op de fiets 1 Je begint d© omstreken hier zeker goed te kennen? Ben je al eens naar Vogelenzang ge reden en vind j© het daar niet mooi CORNELIS eu JOHANNA B. D4 nieuwe raadsels zijn goed. Mevr. VENEMA—Y. DOORN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 17