mcr binnenvallen; hij heelt beloofd,
mij te genezen. O, hoe gelukkig ben
ik.
Da/n wensch ik Je van harte ge
luk, dus feliciteerde Mien haar op
recht. En heeft hij een bijzondere be
handeling voorgeschreven?
Natuurlijk! En daarbij zal die
niet langdurig behoeven te zijn; reed3
na vier weken zal ik een beduidende
verbetering gevoelen.
Dat is mooi, Isidora. En waarin
bestaat de kuur?
Een waterkuur. Ik heb alles al
afgehandeld. Jij hebt zeker wel een
badkuip? Die zetten we vlak naast bet
bed. Ik ben nu toch maar besloten,
daarin te gaan liggen, want die stoel
is ongemakkelijk en mijn vrees
gisteravond was belachelijk niets
als een aanval van zenuwen, en mor
gen ochtend om zeven uur komt de
vrouw uit het badhuis on dan begint
de pret.
Hier? vroeg Mina ontzet.
Neen, in m ij n kamer; er zal
toch wel plaats genoeg zijn.
Ik begrijp nog niet best. Je wilt
toch niet met water gaan plassen in
mijn logeerkamer, Isidora?
Wel natuurlijk; waar anders"? Je
meid kan toch wel even jo badkuip
daar brengen, en heb je er geen, dan
zal ik er zien te huren
Ach! zuchtte de vrouw des huïze3
en vernietigd zonk ze in haar stoel te
rug.
Wat scheelt je, waarde vriendin?
Ben je niet wel? Laat den dokter roe
pen; ik ken die toestanden dat zijn
de zenuwen, die verschrikkelijke ze
nuwen!
't Zal wel weer overgaan, ant
woordde, met moeite zich herstellen
de, de arme geplaagde vrouw; als ik
goed verstaan heb, duurt die kuur
vier weken?.
Hoogstens een week of vijf,
zei de specialiteit.
Wederom viel Mien achter in haar
stoel terug, zwaar steunende. Die slag
drengde hare bezinning haar to doen
verliezen en toen zij dit laatste on
rustbarende bericht aan haar trouw*
Bet meedeelde, klonk hare stem toon
loos gebroken:
Wat zeg je daarvan, Bet?
Wist do heele geschiedenis al,
antwoordde deze schijnbaar onver
schillig, heb aan de dear gouisterd.
- Bet, wat moeten we doen? vroeg
mevrouw Winkler in vertwijfeling.
Laat u dat maar aan mij over!
Die mamsel zal éér bij haar Scher-
penheuve! zitten, dan do waterkuur
begint. Denkt u sonrs, dat ik maar
kalm blijf toekijken, als ze van onze
logeerkamer 'ti badhuis mankt? Nu,
dan leent u Bet Niemandsverdriet nog
niet!
Maar Bet, wat wil je doen?
Laat mij maar begaan, me goeie
mensch! U zal er niets van raden en
stond, m een weinig elegant nachtge
waad, voor de deur van de logeerka
mer. In de linkerhand hield ze een
horloge zoo groot als een manchetten
doos; in de rechterhand een wonder
lijk werktuig, dat zij voor haar doel
had samengesteld: het was een met
lompen en lappen dik omwonden
Duidelijk vernam zij de diepe, rus
tige ademhaling van de freule; zij
keek op liet monsten-uurwerk
Nog één minuut! prevelde zij,
Nu hief zij den bezem op en met
eenige tusscilienpoozen gaf zij drie
doffe slagen op de deur.
Bij den eersten slag verstomde het
snurken, bij den tweeden richtte Isi
dora zich verschrikt op in bed, bij den
derden ontsnapte een onderdrukte
angstkreet aan haar lippen. Onlaet
zag ze om zich iieen; doch in de ka
uier, mat verlicht door het nachtlicht
je, kon zij niets opvallends ontwaren.
Zij wreef haai- oogen; Hiad
droomd? Neen, de laatste doffe slag
dreunde nog in hare ooren. Daar
sdhoot haar het gesprek met Bet dien
avond te binnen als er nu toch eens,
trots alle gezond verstand en weten
schap, spoken waren...
Zie zoo nu komt 't warel knor
de de kwelgeest aan de andere zijde
vun de deur.
En inderdaad...
Eensklaps, ten onverwachtste, na
dat de laatste slag van den naburigen
kerktoren het middernachtelijk
verkondigd had, klonk er midden ln
de gesloten kamer een helsch lawaai
als waren alle boozen geesten der on
derwereld ontketend. Een geratel was
't, een gerinkel een rumoer, opko
mende uit Isidora's legerstede, als
ware het bed zelf levend geworden
datzelfde omineuze bed!
Dit was nu toch wel om den moe
digste 't te doen besterven, allfhans
ijn moed te benemen, en met een
ontzettenden angstkreet sprong Isi-
dnra ten bedde uit en huiverend keek
ze om zich heen, doch nieuwe schrik
beving haar. Het kleine vlammetje van
't nachtlichtje was door haar heftige
beweging en den hiermede gepaard
gaanden luchtstroom uitgeblusc'ht en
zestond in 't pikdonker, terwijl de,
als ware het onderaardsche, geluiden
aanhielden.
Half waanzinnig van angst stond
ze daar in 't duister en zij riep om
hulp.
Mien, uit haar diepen slaap opge
schrikt, kwam in nachtgewaad en
kaars in de hand, onthutst, toe
snellen. Welk een aanblik trof haar-
Als levenloos lag Isidora. op den
vloer uitgestrekt. Het helsch spekta
kel was opeens verstomd. Zij begreep
er niets van.
Gcruimen tijd duurde het, voordat
de lijderes, door haar vriendin opge-
richt, weder de oogen opsloeg.
f— Gespookt?
Nou, dat zou ik meenten. Ze hleeft
'n nachtmerrietje gehad daarom
is ze er van door gegaan.
Bet nam den blaker en voerde haar
gebiedster voor het bed in de logeer
kamer. Toen bukte zij zich en. haalde
na eenïg zoeken en tasten een meta
len voorwerp te voorschijn.
Ziet u, mevrouw Winkler, dat
noemt men een wekker. Ik heb dien
van de familie beneden geleend. En
daL is er een.die spektakel maakt voor
zes! Ill had hem lusschen de spring-
veeren van de matras onder onze lie
ve logée gebonden en precies om 12
uur liep hij af en toen was 't, als
of daar was de freule niet tegen
bestand!
Maar heeft ze den wekker niet
hooren tikken? vroeg Mien opeens met
een verrassende kalmte en berusting,
na die bedenkelijke onthulling.
't Is een patent-wekker, die haast
niet tikt, me goeie mensch; daarom
3 ik juist dezen uit. Of 't goed voor
do zenuwen van uwe vriendin ge
weest is? Enfin, dan gebruikt zij de
baden maar een maandje langer! En
met een diabolische grijns voegde ze
er bij: „ergens anders"!
Juffrouw Isidora heeft niels meer
•an zicli laten hooren. Zelfs toen
Mien die merkwaardig in 't gevul
bleek te berusten haar de vergeten
eigendommen terugstuurde, liet zij
het na, ook maar per briefkaart te be
danken.
De vrede en de kalmte in de anders
zoo rustige bovenwining keerden we
der; de jongen kreeg zijn twee uren
pianoles.
Men zij voorzichtig in de keuze van
oude vriendinnen; althans dezulken,
die men in 16 jaren niet terugzag!
Eeo gril.
Door MOSGA.
Sedert haar beste vriendin, het
mooie baronesje zich had laten schil
deren door den beroemden kunste
naar Cassius, droomde mevrouw De-
zel niets anders, dan dat dit ook eens
met haar mocht geschiedenOn
betwistbaar is het, dat de jonge ba
rones er wel bij heeft gewonnen
menschen, die vroeger nooit van haar
hadden hooren sprekeu, hebben zich
thans druk over haar gemaakt, ze
heeft nu bepaald naam gekregen, ie- 1 lelKens
dereen bewondert haar zwarte haren,
haar blanke hand, haar heerlijk fi
guur, en dat zal eeuwig zoo duren.
De barones is het voorwerp van al
ler jaloezie, en de menschen, die zeg
gen, dat het een schande is om tien
duizend gulden voor zijn eigen beel- r
tenis te betalen, zouden er hun klei- i ,a.r. 1 'c .een Ye °e?lmm-
- 1 achting aangezien, dat zij bijna in
izakt van schaamte,
Porcher, die bepaald géén galant
heer was, knikte nog eens van neen,
zonder dat hij scheen te hebben
luisterd naar wat ze zei.
De barones, die daarom niet min
der beleefd glimlachte, ging voort
En zult u nu het portret van me
vrouw Daalders exposeeren, mijnheer
Porcher?
Ik exposeer nooit.
Nooit I werkelijk niet...? Dat is
jammer. Mijn vriendin hier, mevrouw
Dezel had zoo graag gewild, dat u
haar zou schilderen I
Mevrouw Dezel werd karmozijn
rood. Toen Porcher haar strak aan
zag, meende ze, dat ze nu ook eens
ets moest zeggen.
Jamijnheerik had ge
hooptals het u mogelijk was ge
weest
Porcher keek haar voortdurend
aan.
Uw gezicht staat me wel aan;
ja, dal staat me wel aan. Wilt u even
uw hoed afzeilen
Mevrouw Dezel zette gehoorzaam
haar hoed af.
Porcher, die zich nu niet meer
et de barones bezighield, scheen met
jn oogen de maat van zijn loekom-
ig model te nemen. Na een lange
pauze was hij eindelijk weder in
staat iets te zeggen, zij het met groo-
te moeite.
Zet uw hoed op.
Mevrouw Dezei gehoorzaamde we
der.
Nu weer af.
Zij deed wat hij zeide.
Nu weer op.
Zij volgde zijn bevel.
Hij humde,
ja, ik geloof wel, dat ik er iets
m kan maken. Wij beginnen er
Woensdag mee, precies om drie uur.
De barones ging heen, en vertelde
aan iedereen, dat Porcher zoo'n aar
dige man was, en dat hij cr, dank zij
haar, in had toegestemd, om me
vrouw Dezel te schilderen.
Mevrouw Dezel poseerde.
Eerst was zo gekleed in een wit cos-
tuum, voor die gelegenheid gemaakt
(het kostte maar zeshonderdvijftig
gulden, de costumière zeide haar, dat
ze er niets aan verdiende). De tweede
maal al keurde mijnheer Porcher liet
costuum af, en ze moest een nieuw
koopen. met een changeant kleur,
waarvoor ze zevenhonderd gulden en
twaalf eu een halve cent moest be
talen. Jlot geheele bestaan van me
vrouw Dezel was in de war geschopt
door liet portret. Zij rustte den ge-
heelen morgen, om haar lint te be
waren. Om half drie kapte men haar.
Porcher wilde een allerzonderlingst
kapsel hebben, en ze had bij dit kap
sel telkens een nieuw kleed te koo
pen. Bii het poseeren verveelde ze
zich doodelijk, want de schilder
sprak geen woord. Nauwelijks ver
oorloofde hij haar het doek te zien,
en eens toen ze bedeesd had gezegd,
dat haar veranderde coiffure haar
gelaat wel moest veranderen, had hij
nen pink voor willen geven, om op i <]cnun8 !V
haar beurt dezelfde weelde te mo-grond was
gen genieten. Mevrouw Dezel wond enKZI,Cr I"et,.ecn g ncAh a
er tenminste geen doekjes om, zij be- -on'hBwfen P
San 3e_6afones, 8"e
lijke wijze door Cassius zoo mooi was
gemaakt? Mevrouw Dezel had er met
edereen in de familie over gespro
ken, doch haar man had haar uit
gelachen, en haar vader had haar'
vijftienhonderd gulden willen geven:
verbeeld je eens, dat ze daarmee bij
den beroemden Cassius was aange
komen! Haar broer en haar zwager
boden haar tezamen vijf-en-twintig
gulden aan... Zij was heel bedroefd
over al dien tegenslag, vooral nu het
portret der barones iu een der kunst
salons tentoongesteld was. Op dat
oogc-nblik stierf een oude nicht, aan
wie niemand meer had gedacht en
liet haar vijfduizend gulden na. Dat
was haar portret. Ze liep dadelijk
naar de barones.
Ik wil me ook door Cassius la
ten schilderen.
Vijfduizend gulden dat doet
Cassius nooit. Maar je moet naar
Porcher gaan, die doel liet wel voor
vijfduizend gulden...
Ik zou liever willen, dat Cas-
'Als ik het maar had mogen zien,
zou ik er wel voor gewaarschuwd
hebben, dat de kleur van de haren
véél te licht is behandeld.
Niets is onaangenamer dan wan
neer je op zulk een wijze geflatteerd
wordt.
Mevrouw Dezel hield braaf stand en
was er van overtuigd, dat het portret
precies op haar geleek; het is zoo
klaar als een klontje, dat echtgenoo-
ten en schoonmoeders in zulke geval
len geen slem hebben en wal de ove
rige familie betreft... die is er 6teeds
op uit, om je fouten te wikken en te
wegen.
Van de goede vriendinnen moest
mevrouw Dezel ook niets hebben. Bo
ven dat oordeel stond ze zeker. Er
was slechts één 6tem, die de Waar
heid zou spreken, en die haar Tri
omf zou bevestigen.
Het portret werd gehaald, men zet
te het op liet paneel, dat al gerui-
men tijd klaar stond.
Wien ging men halen
Mevrouw Dezel's kleine zoontje, 'n
verstandig en oordeelkundig mensch!
I-lij had levendig blauwe oogen en
keek er goed uit.
Mevrouw Dezel zette hem voor
het portret. Hij moest haar eerst zeg
gen, of hij *t mooi vond. Hij keek
toe, zonder zich te verroeren, en zei
eindelijk met een voldaan gezicht, dat
't heel mooi was.
En weet je wie 't is, jongen
Nee.
Kijk eens goed.
Hij beschouwde 't beeld opmerk
zaam, schudde het hoofd. Eensklaps
verhelderde zijn gezicht en blijde
riep iiïj uit:
Het is moeder's nieuwe japon.
En dftt had vijf en zeventig hon
derd gulden gekost.
maaier, die zijn nend een stuk brood
reikte, wefd in deze houding dood te
ruggevonden. Een onder een boom
door den bliksem getroffen man bleel
rechtop slaan en zijn kleeren ver
brandden aan zijn lijf.
Doch niet alle gevallen zijn zoo tra.
giseh, enkelen zijn zelfs van komi-
schen aard.
zou hebben.
doch ze vond het onaangenaam, om
den arm gedurende vijftig minuten
op te houden, en daar vreeselijke
spierpijn om te moeten lijden, zonder
dat zij een woord mocht tegenprutte
len.
Van tijd tot tijd vroeg de barones
haar, hoe de zaken stonden, en zij
antwoordde zoo blijmoedig mogelijk.
1-Iet ongelukkig portret vervolgde
haar tot in den slaapals ze er iets
van te zien had kunnen krijgen en ze
meende, dat het goed was, had ze ge
lukkige droomen bij Jiet tegengestel
de was haar leed niet te overzien.
Den geheelen dag hoorde ze niets an
ders, het scheen voorgeschreven
men keurde af, keurde goed, dispu
teerde, haalde schilderijen aan, die
gelukt waren, die mislukt waren
iedereen wilde hij Porcher zijn, en
twee of drie dames bejegenden dc
arme mevrouw Dezel koel, toen deze
haar verzekerde, dat zij haar geen
introductie kon verschaffen, dat Por
cher zelfs niet wilde, dat mijnheer
Dezel de schilderij kwam zien
Dat is niet aardig.
Het is belachelijk.
Heeft die man misschien oen
schildwacht voor zijn deur staan
Dat arme vrouwtje, hè, ze denkt
dat ze iets beteekent, omdat Porcher
liaar schildert, dat is om je dood te
lachen
Eindelijk was het portret gereed,
en Porcher opende zijn salon
Dadelijk was mevrouw Dezel ver
rukt, en toen ze thuis was, fluisterde
ze in mannie's oor, dat 't een ..mees
terwerk" was; hij zou het heerlijk
vinden, dol, éénig; het portret van
Cassius haalde er eenvoudig-weg niet
bij.
De familie zag het eerst 't kunst
werk.
In den beginne zwegen ze.
Het portret stelde mevrouw Dezel
voor in haar hoogste schoonheid, liet
haar prachtig gecoiffeerd met dia
manten en kant, alles even mooi. Zij
had gedacht, dat allen het zouden be
wonderen, iedereen kreten van ver
bazing, van vreugde zou uiten, zij
vond zichzelf zoo mooi. In plaats van
de gewenschte uitbarsting, hoorde zij
een paar banale, koele complimenten.
't Is werkelijk aardig.
O! de schikking is goed getrof-
feh.
De kleur van de japon is bewon-
derenswaardig-goed geslaagd.
En de kant is meesterlijk.
Dit alles gedurende tien minuten
verlegenheid.
Toen ze eenmaal buiten stonden,
moest mevrouw Dezel nog een paar
kleine vermaninkjes aanhooren.
Maar mijn best vrouwtje, begon
haar echtgenoot, ik ken je waarlijk
niet weer. Iloe heb je je zóó kunnen
kappen? Het is wie je maar wilt,
maar jij bent het niet.
Zeker, kindje, vervolgde haar
schoonmoeder, ik geloof, dat je je
geld wel beter had kunnen gebrui
ken. Die mijnheer heeft een heel
mooi schilderij gemaakt, dat moet ik
toegeven, maar als dat op jou moet
lijken, is 'i een grapje.
En het overige koor viel ia.
ALs je nou denkt, dat je geen
woord mag zeggen.
Land- en Tuinbouw
VOOR MOES- EN BLOEMTUIN ENZ.
In dit seizoen van onweders willen
we het volgende ontleeuen aan een bij
drage van den astronoom Camilla
Flammarion, waarin hij de verschil
lende verschijnselen beschrijft, waar-;
mee de bliksem voor den dag treedt,
en de zonderlinge uitwerking, die hij
teweegbrengt op menschen, dieren en
voorwerpen. In Frankrijk worden ge
middeld jaarlijks 100 mannen en 30
iwen door den bliksem gedood.
Eenigen lijd geleden werd een jonge
man door" den bliksem getroffen en
een afstand van 50 Meters ver voort
gedragen, zonder dat hij zich daarvan
iets bewust was. Bij het neervallen to
gen den muur va.n een huis lcvvam hi]
slechts met een gewonde knie er af,
terwijl 200 Meters van hem verwijderd
twee koeien door dienzelfden bliksem
straal. gedood werden en een andere
een l>eenbreuk bekomen had. Eenige
dagen later werd een schaapherder
getroffen en oogenbükkelijk verkoold
Meestal treft de bliksem personen,
die onder hoornen schuilen. Zoo wa
ren bijv. drie soldaten onder een lin
de gevlucht; alledrie werden in stuan-
de houding gedood, welke houding zo
het getroffen-zijn behielden; toen
ze aanraakte, vielen ze als stof
in elkaar. Men heeft meermalen waar
genomen, dat de door den blik&em ge-
Zoo werd van twee boeren, die zicli
neergezet hadden om te ontbijten, het
brood, de kaas en vruchten, dat zij
een tafel hadden aangerecht, voor den
nens weggekaapt, de flesschen werden
omgeworpen en zij zelf geheel met
stroo overdekt, zonder dat zij eenig
letsel kregen.
Een reiziger werd in Monies door
den bliksem ingehuld, evenwel niet
gelieerd. In zijn portemor.nuie had hij
twee zilverstukken en een goudstuk.
Toen hij thuis kwam, vond hij in
plaats van het goudstuk slechts oen
zilverstuk. De bliksem had namelijk
als door een golvanoplastisch proces
liet goud door het leder lieen door
middel der beide andere stukken ver
zilverd. Yan een dame werd door
den bliksem de kous verbrand, ze
werd echter niet het minst gedeerd.
Hetzelfde overkwam een kuiper,
wien zijn schoenen en de voering van
zijn broek verbrandden.
Dikwijls worden aan menscben voor
werpen uil de hand getrokken en weg
geslingerd; zon een jong meisje een
schaar, een maaier de zeis, een herder
de zakdoek, enz. In een hut drong de
bliksem door den schoorsteen, wierp
den vleeschpot met deksel in liet mid
den der keuken en nam den sleutel uit
het slot.
Tot zoover Flammarion. Over het
verband tusscheu den bliksem en de
boomcii deed dc heer Calladow, een
Geneefsch geleerde, waarnemingen.
Ingeval de bliksem een boom getrof
fen heeft, gebeurt het dikwijls, dat
een wond of dat er verscheuringen
zich op don stam van dien boom op
moor of minder afstand van don top
vertonnen. Men zegt dan, dat de blik
sem het voorwerp op dat punt getrof
fen heeft. Dat is echter niet waar. Het
eerst getroffen deel is altijd dc top en
vooral de zijde, die het meest aan den
regen blootgesteld is. Indien de takjes
klein cu de bladeren jong ziju, voert
de electrise he siioom langs de kleine
1 takken en bladeren af, zonder ze aan
merkelijk te beschadigen en zet zijn
loop voort, tot de zware takken en den
stam. die, mirder goede geleiders
zijnde, den voortgang der electriciloit
belemmeren. Hieruit volgt een ontwik
keling van warmte en de uitwerking
van afstooting, die den schors en het
hout verscheuren en het ver wegwer
pen.
De vogels, die op den top der boo
men zilten en er hun nesten maken,
loepen dus mirder gevaar in lijd van
onweer, dan de menschen, die aan
den voet van den lwom een schuil
plaats zoeken en tegen den stam "lis
ten.
Dikwijls van takken beroofde en
met jonge takjes voorziene populieren
zijn derhalve wore bliksemafleiders.
De populieren trekken den bliksem te
beter aan, naarmate zij in een vochti-
gen grond of in de nabijheid van een
•ixi_=iLn ceolaiit.
aau toe.
Dettrouwe ziel had inderdaad een
plannetje verzonnen dat hare opmer
kingsgave en vindingrijkheid alle eer
aandeed. En met ongeduld wachtte zij
nu het verschijnen van de vreeaide
juffrouw, die in de keuken een bezoek
kwam afleggen, om onder eigen toe
zicht een zenuwversterkeud kop thee
(zooals vanzelf spreekt, een familie
geheim van den huize P"'-"-penheu
vel; te zetten. Daar ging juist de deur
open en met voorname nederbuigend-
heid overhandigde Isidora haar het
"wonderkruid.
Anders dan gewoonlijk, schoen Bet
Uions vriendelijk en gedienstig. Da
delijk zette ze een stoei bij de tafel en
.verzocht „de freule" plaats te nemen,
daar de freule zeker nog vermoeid
avas na de slechte nachtrust eft het
staan liaar vermoeien zou.
Zeg eens, begon ze nu op vortrou-
gclïjken toon, nadat Isidora plaats
genomen had, zeg eens, hoe is dat
aigenlij'k, met zoo n spook?
iloe zoo? vroeg de juffrouw, eens
klaps opschrikkend.
Nou, ik bedoel, u beeft al zoo
veel geleerds gelezen is 't kouscli
waar, dat iemand kan komen spoken?
Bij voorbeeld, wanneer uien met iets
in huis niet tevreden is! Ach, freule
en ze bracht haar boezelaar naar
3iaar droge oogen ik zou wel eens
willen weten of onze beste meneer 't
gued vindt, dat u in zijn bed ligt?
Eerst had het Isidora heel onaan
genaam aangedaan, dat wonderlijke
mande zich, trok den neus op en
onderwerp van gesprek; doch zij ver-
zeidc; Och kom, domme meid, er be
staan geen spoken.
lieden gevoelde xij zich veel krach-
ger, waartoe de gunstige uitspraak
van den arts ihnd bijgedragen,
moest glimlachen om haar bïjgeloovi-
ge vrees van den vorigen avond
dacht er niet langer aan, het zachte
bed te versmaden; waartoe trouwens,
daar zij lichamelijk vermoeid was,
geen reden bestond. En morgen och
tend vroeg de waterkuur, die mij ge
heel weder gezond maken zal, zoo be
sloot zij met een tevreden lachje.
Nauwelijks liad Isidora de keuken
deur achter zich gesloten, toen het
Iaat der fee in dit gebied zich tot
in svaarbeid satansche. grijns, vertrok
Met de knuisten op de heupen, riep
Bet tandenknarsend uit:
Zoo? ITeb je nu geen angst meer
omdat alles rustig is voorbijgegaan
maar toch heb je gisteren den ge-
Ihcelon nacht in den mooien stoel ge
zeten, in plaats van in je bed te krui
pen, zooals andere fatsoenlijke men
schen wacht maar!
Het was 5 minuten voor midder
nacht.
Alles was doodstil in huis.
De verontwaardigde gedienstige
De arme antwoordde niet; het
scheen, als verzamelde zij haar ver
warde" gedachten, haar horinnerings-
'ermogen...
Toen stiet ze een kreet uit, die Mien
ging door merg en been.
liet spookt 't spook hier! lispte
j, en toen opeens, alles zier weder
voor den geest brendenge, gilde zij:
Voort! Weg van hier! Geen oogenblik
langer blijf ik hier. Roep de meid
vigelant!
Met koortsachtige haast kleedde zij
zich aan en wierp ze haar roerende
goederen in den koffer. Ik wil bier
weg, Mien versta je me niet? Roep
de meid ze moet 'n vigelant halen.
Gauw gauw!
Maar beste Isidora, waarom
dan? vroeg de goede vrouw, steeds
ontdaan door dit nachtelijk tafreel;
zij begreep er natuurlijk nietc van.
Heb ia je niet gezegd, dat ik weg
moei? Geen uur langer blijf ik in dit
spookhuis zorg voor 'u rijtuig,
Mien; ik vertrek, op staauden voet
ik vertrek!!!
Hoofdschuddend verwij derde zicfli
de vrouw des huizes; niet gruote
moeite gelukte het haan, Bet wakker
te maken, die oogenschijnlijk vast
sliep en eindelijk slaapdronken te
oorschïjn kwam.
Haal 'n vigelant; subiet! gebood
Isidora.
Wat zeit-u! vroeg Bot verbaasd.
'u Vigelant halen hoe dikwijls
moet ik dat zeggen! beet de gouver
nante haar toe jweder met een angsti
ge n blik op het verdachte ledikant.
De schouders ophalende en met slee
penden tred verwijderde zich de eer-
e dienstbode; maar toen ze op 't
portaal was, wreef zij zich de handen
en ze maakte een bokkesprong. En nu
in stormachige haast vloog zij de trap
pen af en binnen verrassend korten
:ijd was zij terug met een huurrijtuig.
Ongeduldig werd zij door de logée
verbeid, die al dien tijd geen woord
met de oude vriendin gewisseld ihad.
vu een vluchtige afscheidskus en
verdwenen was Isidora Berken-
steel..
Wederom, als zoo menigmaal voor
dezen, zaten mevrouw en dienstbode
tegenover elkander; de eene had een
zeer verstoord, de ander een uiterst
blijmoedig gezicht.
N'u, mevrouw Winkler, wat zegt
u daaawan?
Ik sta voor 'n onoplosbaar raad
sel!
Niet waar? U zou er niets van ra
den en de lieve logée ook niet voor
da', 't losbreekt! had ik immers ge
zegd.
Nu dan waarom is ze zoo hals
over kop verdwenen, in 't holst van
den nacht?
Waarom? Ga even mee, e>n ik zal
u laten zien, 'hoe teel ijk 't gespookt
heeft?
DAMRÜBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 34. Telephoon 15a3.
Probleem no. 476,
van P. MOLLE MA.
Ie Publicatie.
Zwart
Laat Parcher bet maar doen. Ik
zal je er wel heen brengen.
Porcher wilde wel voor vijfdui
zend gulden
Ken jo hem wel goed?
Eigenlijk heelemaal niet, maar
we kunnen toch kennis met hem ma
ken?
Hoe moeten we dit doen? Nie
mand kan ons introduceeren, en ar-
tislen zijn over 't algemeen zulke
zonderlinge menschen...
We zullen hem onze visitekaar
tjes presenteeren, hij kent mij van
naam, denk ik, en jouw tint zal hem
zeker inspireeren, hij is gewoonweg
dol met transparante kleuren, lief
ste...
Zij beiden stegen in het rijtuig cn
lieten zich naar het atelier van mijn
heer Porcher rijen Ze waren er in
een oogenblik, dacht mevrouw Dezei.
Toen ze vóór de deur stilhielden,
klopte haar 't hart zeer sterk. Wat
zouden ze zeggen? Welke houding
moesten zij aannemen? En dan...
men wist niet, wat 't eigeniijk voor
mijnheer was. Hij schilderde ijle
portretten...:., maar dat is toch nog
geen karaktertrek? De barones gaf
dc kaartjes af, en besteeg, zonder
aarzelen, dc trap. Men bracht zc in
een klein salon, en eenige oogenblik-
ken later verscheen Porcher; de ba
rones begroette hem vriendelijk.
Kijk eens hier, mijnheer Porcher,
u ziet hier vóór u twee personen, die
bepaald met uw talent dwepen,
hebben durven liopen, dat u zoo
vriendelijk zou willen zijn, om ons
uw atelier te laten zien. 11c hoop, dat
u ons niet al te onbescheiden zult
vinden
Het spijt me werkelijk, mevrouw,
meer dan ik zeggen kan, maar hel is
mijn principeIk laat nooit ie
mand ter wereld mijn atelier zien.
Aan niemand werkelijk I dat
spijt me meer dan ik zeggen kan,
men heelt me gezegd, dat het por;
tret van mevrouw Daalders zoo mooi
was. Ik ken mevrouw Daalders bui
tengewoon goed, en u zou me pleizier
doen, een persoonlijk genoegen, als u
mij het portret van mevrouw Daal
ders even wou laten zien.
i J
5P
Y'./Zf
§3
i
9.
rgj
m
jj§
jjf
Bij
SM
|S
4
m
M
«\'m
m
m
'M
M
Wit
Zwart 7 schijven, op: 2, 4, 8, 10, 16,35, 36 en da
Wit 7 schijven, op: 18, 19, 27, 28, 33, 34, 47
Probleem no. 477,
van P. MOLLEMA.
Ie Publicatie.
Zwart
m op 50.
en dam
Zwart 9 schijven, op8, 9, 10, 13, 15,
Wit 9 schijven op: 24, 25, 30, 32,
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 15
Juli as.
Oplossing van probleem no. 472,
van den auteur: Wit 33—29, 3429,
27—22, 44-39, 40:7, 37—31, 32 3 1
18, 19, 23 en 28.
35, 38, 40, 44 en 47.
Oplossing van probleem no. 473,
van den auteur: Wit 35—30, 3430.
21 27:22, 32:21, 5045, 44—39,
40:7,16:7 1
Goede oplossingen van deze pro
blemen ontvingen wij vna de hee-
ren R. Bouw, J. Jacobson Azn., J.
Lustenouwer, W. J. A. Matla, P. Mol-
lema, J. W. Tieskcns, T. C. N.