mcr binnenvallen; hij heelt beloofd, mij te genezen. O, hoe gelukkig ben ik. Da/n wensch ik Je van harte ge luk, dus feliciteerde Mien haar op recht. En heeft hij een bijzondere be handeling voorgeschreven? Natuurlijk! En daarbij zal die niet langdurig behoeven te zijn; reed3 na vier weken zal ik een beduidende verbetering gevoelen. Dat is mooi, Isidora. En waarin bestaat de kuur? Een waterkuur. Ik heb alles al afgehandeld. Jij hebt zeker wel een badkuip? Die zetten we vlak naast bet bed. Ik ben nu toch maar besloten, daarin te gaan liggen, want die stoel is ongemakkelijk en mijn vrees gisteravond was belachelijk niets als een aanval van zenuwen, en mor gen ochtend om zeven uur komt de vrouw uit het badhuis on dan begint de pret. Hier? vroeg Mina ontzet. Neen, in m ij n kamer; er zal toch wel plaats genoeg zijn. Ik begrijp nog niet best. Je wilt toch niet met water gaan plassen in mijn logeerkamer, Isidora? Wel natuurlijk; waar anders"? Je meid kan toch wel even jo badkuip daar brengen, en heb je er geen, dan zal ik er zien te huren Ach! zuchtte de vrouw des huïze3 en vernietigd zonk ze in haar stoel te rug. Wat scheelt je, waarde vriendin? Ben je niet wel? Laat den dokter roe pen; ik ken die toestanden dat zijn de zenuwen, die verschrikkelijke ze nuwen! 't Zal wel weer overgaan, ant woordde, met moeite zich herstellen de, de arme geplaagde vrouw; als ik goed verstaan heb, duurt die kuur vier weken?. Hoogstens een week of vijf, zei de specialiteit. Wederom viel Mien achter in haar stoel terug, zwaar steunende. Die slag drengde hare bezinning haar to doen verliezen en toen zij dit laatste on rustbarende bericht aan haar trouw* Bet meedeelde, klonk hare stem toon loos gebroken: Wat zeg je daarvan, Bet? Wist do heele geschiedenis al, antwoordde deze schijnbaar onver schillig, heb aan de dear gouisterd. - Bet, wat moeten we doen? vroeg mevrouw Winkler in vertwijfeling. Laat u dat maar aan mij over! Die mamsel zal éér bij haar Scher- penheuve! zitten, dan do waterkuur begint. Denkt u sonrs, dat ik maar kalm blijf toekijken, als ze van onze logeerkamer 'ti badhuis mankt? Nu, dan leent u Bet Niemandsverdriet nog niet! Maar Bet, wat wil je doen? Laat mij maar begaan, me goeie mensch! U zal er niets van raden en stond, m een weinig elegant nachtge waad, voor de deur van de logeerka mer. In de linkerhand hield ze een horloge zoo groot als een manchetten doos; in de rechterhand een wonder lijk werktuig, dat zij voor haar doel had samengesteld: het was een met lompen en lappen dik omwonden Duidelijk vernam zij de diepe, rus tige ademhaling van de freule; zij keek op liet monsten-uurwerk Nog één minuut! prevelde zij, Nu hief zij den bezem op en met eenige tusscilienpoozen gaf zij drie doffe slagen op de deur. Bij den eersten slag verstomde het snurken, bij den tweeden richtte Isi dora zich verschrikt op in bed, bij den derden ontsnapte een onderdrukte angstkreet aan haar lippen. Onlaet zag ze om zich iieen; doch in de ka uier, mat verlicht door het nachtlicht je, kon zij niets opvallends ontwaren. Zij wreef haai- oogen; Hiad droomd? Neen, de laatste doffe slag dreunde nog in hare ooren. Daar sdhoot haar het gesprek met Bet dien avond te binnen als er nu toch eens, trots alle gezond verstand en weten schap, spoken waren... Zie zoo nu komt 't warel knor de de kwelgeest aan de andere zijde vun de deur. En inderdaad... Eensklaps, ten onverwachtste, na dat de laatste slag van den naburigen kerktoren het middernachtelijk verkondigd had, klonk er midden ln de gesloten kamer een helsch lawaai als waren alle boozen geesten der on derwereld ontketend. Een geratel was 't, een gerinkel een rumoer, opko mende uit Isidora's legerstede, als ware het bed zelf levend geworden datzelfde omineuze bed! Dit was nu toch wel om den moe digste 't te doen besterven, allfhans ijn moed te benemen, en met een ontzettenden angstkreet sprong Isi- dnra ten bedde uit en huiverend keek ze om zich heen, doch nieuwe schrik beving haar. Het kleine vlammetje van 't nachtlichtje was door haar heftige beweging en den hiermede gepaard gaanden luchtstroom uitgeblusc'ht en zestond in 't pikdonker, terwijl de, als ware het onderaardsche, geluiden aanhielden. Half waanzinnig van angst stond ze daar in 't duister en zij riep om hulp. Mien, uit haar diepen slaap opge schrikt, kwam in nachtgewaad en kaars in de hand, onthutst, toe snellen. Welk een aanblik trof haar- Als levenloos lag Isidora. op den vloer uitgestrekt. Het helsch spekta kel was opeens verstomd. Zij begreep er niets van. Gcruimen tijd duurde het, voordat de lijderes, door haar vriendin opge- richt, weder de oogen opsloeg. f— Gespookt? Nou, dat zou ik meenten. Ze hleeft 'n nachtmerrietje gehad daarom is ze er van door gegaan. Bet nam den blaker en voerde haar gebiedster voor het bed in de logeer kamer. Toen bukte zij zich en. haalde na eenïg zoeken en tasten een meta len voorwerp te voorschijn. Ziet u, mevrouw Winkler, dat noemt men een wekker. Ik heb dien van de familie beneden geleend. En daL is er een.die spektakel maakt voor zes! Ill had hem lusschen de spring- veeren van de matras onder onze lie ve logée gebonden en precies om 12 uur liep hij af en toen was 't, als of daar was de freule niet tegen bestand! Maar heeft ze den wekker niet hooren tikken? vroeg Mien opeens met een verrassende kalmte en berusting, na die bedenkelijke onthulling. 't Is een patent-wekker, die haast niet tikt, me goeie mensch; daarom 3 ik juist dezen uit. Of 't goed voor do zenuwen van uwe vriendin ge weest is? Enfin, dan gebruikt zij de baden maar een maandje langer! En met een diabolische grijns voegde ze er bij: „ergens anders"! Juffrouw Isidora heeft niels meer •an zicli laten hooren. Zelfs toen Mien die merkwaardig in 't gevul bleek te berusten haar de vergeten eigendommen terugstuurde, liet zij het na, ook maar per briefkaart te be danken. De vrede en de kalmte in de anders zoo rustige bovenwining keerden we der; de jongen kreeg zijn twee uren pianoles. Men zij voorzichtig in de keuze van oude vriendinnen; althans dezulken, die men in 16 jaren niet terugzag! Eeo gril. Door MOSGA. Sedert haar beste vriendin, het mooie baronesje zich had laten schil deren door den beroemden kunste naar Cassius, droomde mevrouw De- zel niets anders, dan dat dit ook eens met haar mocht geschiedenOn betwistbaar is het, dat de jonge ba rones er wel bij heeft gewonnen menschen, die vroeger nooit van haar hadden hooren sprekeu, hebben zich thans druk over haar gemaakt, ze heeft nu bepaald naam gekregen, ie- 1 lelKens dereen bewondert haar zwarte haren, haar blanke hand, haar heerlijk fi guur, en dat zal eeuwig zoo duren. De barones is het voorwerp van al ler jaloezie, en de menschen, die zeg gen, dat het een schande is om tien duizend gulden voor zijn eigen beel- r tenis te betalen, zouden er hun klei- i ,a.r. 1 'c .een Ye °e?lmm- - 1 achting aangezien, dat zij bijna in izakt van schaamte, Porcher, die bepaald géén galant heer was, knikte nog eens van neen, zonder dat hij scheen te hebben luisterd naar wat ze zei. De barones, die daarom niet min der beleefd glimlachte, ging voort En zult u nu het portret van me vrouw Daalders exposeeren, mijnheer Porcher? Ik exposeer nooit. Nooit I werkelijk niet...? Dat is jammer. Mijn vriendin hier, mevrouw Dezel had zoo graag gewild, dat u haar zou schilderen I Mevrouw Dezel werd karmozijn rood. Toen Porcher haar strak aan zag, meende ze, dat ze nu ook eens ets moest zeggen. Jamijnheerik had ge hooptals het u mogelijk was ge weest Porcher keek haar voortdurend aan. Uw gezicht staat me wel aan; ja, dal staat me wel aan. Wilt u even uw hoed afzeilen Mevrouw Dezel zette gehoorzaam haar hoed af. Porcher, die zich nu niet meer et de barones bezighield, scheen met jn oogen de maat van zijn loekom- ig model te nemen. Na een lange pauze was hij eindelijk weder in staat iets te zeggen, zij het met groo- te moeite. Zet uw hoed op. Mevrouw Dezei gehoorzaamde we der. Nu weer af. Zij deed wat hij zeide. Nu weer op. Zij volgde zijn bevel. Hij humde, ja, ik geloof wel, dat ik er iets m kan maken. Wij beginnen er Woensdag mee, precies om drie uur. De barones ging heen, en vertelde aan iedereen, dat Porcher zoo'n aar dige man was, en dat hij cr, dank zij haar, in had toegestemd, om me vrouw Dezel te schilderen. Mevrouw Dezel poseerde. Eerst was zo gekleed in een wit cos- tuum, voor die gelegenheid gemaakt (het kostte maar zeshonderdvijftig gulden, de costumière zeide haar, dat ze er niets aan verdiende). De tweede maal al keurde mijnheer Porcher liet costuum af, en ze moest een nieuw koopen. met een changeant kleur, waarvoor ze zevenhonderd gulden en twaalf eu een halve cent moest be talen. Jlot geheele bestaan van me vrouw Dezel was in de war geschopt door liet portret. Zij rustte den ge- heelen morgen, om haar lint te be waren. Om half drie kapte men haar. Porcher wilde een allerzonderlingst kapsel hebben, en ze had bij dit kap sel telkens een nieuw kleed te koo pen. Bii het poseeren verveelde ze zich doodelijk, want de schilder sprak geen woord. Nauwelijks ver oorloofde hij haar het doek te zien, en eens toen ze bedeesd had gezegd, dat haar veranderde coiffure haar gelaat wel moest veranderen, had hij nen pink voor willen geven, om op i <]cnun8 !V haar beurt dezelfde weelde te mo-grond was gen genieten. Mevrouw Dezel wond enKZI,Cr I"et,.ecn g ncAh a er tenminste geen doekjes om, zij be- -on'hBwfen P San 3e_6afones, 8"e lijke wijze door Cassius zoo mooi was gemaakt? Mevrouw Dezel had er met edereen in de familie over gespro ken, doch haar man had haar uit gelachen, en haar vader had haar' vijftienhonderd gulden willen geven: verbeeld je eens, dat ze daarmee bij den beroemden Cassius was aange komen! Haar broer en haar zwager boden haar tezamen vijf-en-twintig gulden aan... Zij was heel bedroefd over al dien tegenslag, vooral nu het portret der barones iu een der kunst salons tentoongesteld was. Op dat oogc-nblik stierf een oude nicht, aan wie niemand meer had gedacht en liet haar vijfduizend gulden na. Dat was haar portret. Ze liep dadelijk naar de barones. Ik wil me ook door Cassius la ten schilderen. Vijfduizend gulden dat doet Cassius nooit. Maar je moet naar Porcher gaan, die doel liet wel voor vijfduizend gulden... Ik zou liever willen, dat Cas- 'Als ik het maar had mogen zien, zou ik er wel voor gewaarschuwd hebben, dat de kleur van de haren véél te licht is behandeld. Niets is onaangenamer dan wan neer je op zulk een wijze geflatteerd wordt. Mevrouw Dezel hield braaf stand en was er van overtuigd, dat het portret precies op haar geleek; het is zoo klaar als een klontje, dat echtgenoo- ten en schoonmoeders in zulke geval len geen slem hebben en wal de ove rige familie betreft... die is er 6teeds op uit, om je fouten te wikken en te wegen. Van de goede vriendinnen moest mevrouw Dezel ook niets hebben. Bo ven dat oordeel stond ze zeker. Er was slechts één 6tem, die de Waar heid zou spreken, en die haar Tri omf zou bevestigen. Het portret werd gehaald, men zet te het op liet paneel, dat al gerui- men tijd klaar stond. Wien ging men halen Mevrouw Dezel's kleine zoontje, 'n verstandig en oordeelkundig mensch! I-lij had levendig blauwe oogen en keek er goed uit. Mevrouw Dezel zette hem voor het portret. Hij moest haar eerst zeg gen, of hij *t mooi vond. Hij keek toe, zonder zich te verroeren, en zei eindelijk met een voldaan gezicht, dat 't heel mooi was. En weet je wie 't is, jongen Nee. Kijk eens goed. Hij beschouwde 't beeld opmerk zaam, schudde het hoofd. Eensklaps verhelderde zijn gezicht en blijde riep iiïj uit: Het is moeder's nieuwe japon. En dftt had vijf en zeventig hon derd gulden gekost. maaier, die zijn nend een stuk brood reikte, wefd in deze houding dood te ruggevonden. Een onder een boom door den bliksem getroffen man bleel rechtop slaan en zijn kleeren ver brandden aan zijn lijf. Doch niet alle gevallen zijn zoo tra. giseh, enkelen zijn zelfs van komi- schen aard. zou hebben. doch ze vond het onaangenaam, om den arm gedurende vijftig minuten op te houden, en daar vreeselijke spierpijn om te moeten lijden, zonder dat zij een woord mocht tegenprutte len. Van tijd tot tijd vroeg de barones haar, hoe de zaken stonden, en zij antwoordde zoo blijmoedig mogelijk. 1-Iet ongelukkig portret vervolgde haar tot in den slaapals ze er iets van te zien had kunnen krijgen en ze meende, dat het goed was, had ze ge lukkige droomen bij Jiet tegengestel de was haar leed niet te overzien. Den geheelen dag hoorde ze niets an ders, het scheen voorgeschreven men keurde af, keurde goed, dispu teerde, haalde schilderijen aan, die gelukt waren, die mislukt waren iedereen wilde hij Porcher zijn, en twee of drie dames bejegenden dc arme mevrouw Dezel koel, toen deze haar verzekerde, dat zij haar geen introductie kon verschaffen, dat Por cher zelfs niet wilde, dat mijnheer Dezel de schilderij kwam zien Dat is niet aardig. Het is belachelijk. Heeft die man misschien oen schildwacht voor zijn deur staan Dat arme vrouwtje, hè, ze denkt dat ze iets beteekent, omdat Porcher liaar schildert, dat is om je dood te lachen Eindelijk was het portret gereed, en Porcher opende zijn salon Dadelijk was mevrouw Dezel ver rukt, en toen ze thuis was, fluisterde ze in mannie's oor, dat 't een ..mees terwerk" was; hij zou het heerlijk vinden, dol, éénig; het portret van Cassius haalde er eenvoudig-weg niet bij. De familie zag het eerst 't kunst werk. In den beginne zwegen ze. Het portret stelde mevrouw Dezel voor in haar hoogste schoonheid, liet haar prachtig gecoiffeerd met dia manten en kant, alles even mooi. Zij had gedacht, dat allen het zouden be wonderen, iedereen kreten van ver bazing, van vreugde zou uiten, zij vond zichzelf zoo mooi. In plaats van de gewenschte uitbarsting, hoorde zij een paar banale, koele complimenten. 't Is werkelijk aardig. O! de schikking is goed getrof- feh. De kleur van de japon is bewon- derenswaardig-goed geslaagd. En de kant is meesterlijk. Dit alles gedurende tien minuten verlegenheid. Toen ze eenmaal buiten stonden, moest mevrouw Dezel nog een paar kleine vermaninkjes aanhooren. Maar mijn best vrouwtje, begon haar echtgenoot, ik ken je waarlijk niet weer. Iloe heb je je zóó kunnen kappen? Het is wie je maar wilt, maar jij bent het niet. Zeker, kindje, vervolgde haar schoonmoeder, ik geloof, dat je je geld wel beter had kunnen gebrui ken. Die mijnheer heeft een heel mooi schilderij gemaakt, dat moet ik toegeven, maar als dat op jou moet lijken, is 'i een grapje. En het overige koor viel ia. ALs je nou denkt, dat je geen woord mag zeggen. Land- en Tuinbouw VOOR MOES- EN BLOEMTUIN ENZ. In dit seizoen van onweders willen we het volgende ontleeuen aan een bij drage van den astronoom Camilla Flammarion, waarin hij de verschil lende verschijnselen beschrijft, waar-; mee de bliksem voor den dag treedt, en de zonderlinge uitwerking, die hij teweegbrengt op menschen, dieren en voorwerpen. In Frankrijk worden ge middeld jaarlijks 100 mannen en 30 iwen door den bliksem gedood. Eenigen lijd geleden werd een jonge man door" den bliksem getroffen en een afstand van 50 Meters ver voort gedragen, zonder dat hij zich daarvan iets bewust was. Bij het neervallen to gen den muur va.n een huis lcvvam hi] slechts met een gewonde knie er af, terwijl 200 Meters van hem verwijderd twee koeien door dienzelfden bliksem straal. gedood werden en een andere een l>eenbreuk bekomen had. Eenige dagen later werd een schaapherder getroffen en oogenbükkelijk verkoold Meestal treft de bliksem personen, die onder hoornen schuilen. Zoo wa ren bijv. drie soldaten onder een lin de gevlucht; alledrie werden in stuan- de houding gedood, welke houding zo het getroffen-zijn behielden; toen ze aanraakte, vielen ze als stof in elkaar. Men heeft meermalen waar genomen, dat de door den blik&em ge- Zoo werd van twee boeren, die zicli neergezet hadden om te ontbijten, het brood, de kaas en vruchten, dat zij een tafel hadden aangerecht, voor den nens weggekaapt, de flesschen werden omgeworpen en zij zelf geheel met stroo overdekt, zonder dat zij eenig letsel kregen. Een reiziger werd in Monies door den bliksem ingehuld, evenwel niet gelieerd. In zijn portemor.nuie had hij twee zilverstukken en een goudstuk. Toen hij thuis kwam, vond hij in plaats van het goudstuk slechts oen zilverstuk. De bliksem had namelijk als door een golvanoplastisch proces liet goud door het leder lieen door middel der beide andere stukken ver zilverd. Yan een dame werd door den bliksem de kous verbrand, ze werd echter niet het minst gedeerd. Hetzelfde overkwam een kuiper, wien zijn schoenen en de voering van zijn broek verbrandden. Dikwijls worden aan menscben voor werpen uil de hand getrokken en weg geslingerd; zon een jong meisje een schaar, een maaier de zeis, een herder de zakdoek, enz. In een hut drong de bliksem door den schoorsteen, wierp den vleeschpot met deksel in liet mid den der keuken en nam den sleutel uit het slot. Tot zoover Flammarion. Over het verband tusscheu den bliksem en de boomcii deed dc heer Calladow, een Geneefsch geleerde, waarnemingen. Ingeval de bliksem een boom getrof fen heeft, gebeurt het dikwijls, dat een wond of dat er verscheuringen zich op don stam van dien boom op moor of minder afstand van don top vertonnen. Men zegt dan, dat de blik sem het voorwerp op dat punt getrof fen heeft. Dat is echter niet waar. Het eerst getroffen deel is altijd dc top en vooral de zijde, die het meest aan den regen blootgesteld is. Indien de takjes klein cu de bladeren jong ziju, voert de electrise he siioom langs de kleine 1 takken en bladeren af, zonder ze aan merkelijk te beschadigen en zet zijn loop voort, tot de zware takken en den stam. die, mirder goede geleiders zijnde, den voortgang der electriciloit belemmeren. Hieruit volgt een ontwik keling van warmte en de uitwerking van afstooting, die den schors en het hout verscheuren en het ver wegwer pen. De vogels, die op den top der boo men zilten en er hun nesten maken, loepen dus mirder gevaar in lijd van onweer, dan de menschen, die aan den voet van den lwom een schuil plaats zoeken en tegen den stam "lis ten. Dikwijls van takken beroofde en met jonge takjes voorziene populieren zijn derhalve wore bliksemafleiders. De populieren trekken den bliksem te beter aan, naarmate zij in een vochti- gen grond of in de nabijheid van een •ixi_=iLn ceolaiit. aau toe. Dettrouwe ziel had inderdaad een plannetje verzonnen dat hare opmer kingsgave en vindingrijkheid alle eer aandeed. En met ongeduld wachtte zij nu het verschijnen van de vreeaide juffrouw, die in de keuken een bezoek kwam afleggen, om onder eigen toe zicht een zenuwversterkeud kop thee (zooals vanzelf spreekt, een familie geheim van den huize P"'-"-penheu vel; te zetten. Daar ging juist de deur open en met voorname nederbuigend- heid overhandigde Isidora haar het "wonderkruid. Anders dan gewoonlijk, schoen Bet Uions vriendelijk en gedienstig. Da delijk zette ze een stoei bij de tafel en .verzocht „de freule" plaats te nemen, daar de freule zeker nog vermoeid avas na de slechte nachtrust eft het staan liaar vermoeien zou. Zeg eens, begon ze nu op vortrou- gclïjken toon, nadat Isidora plaats genomen had, zeg eens, hoe is dat aigenlij'k, met zoo n spook? iloe zoo? vroeg de juffrouw, eens klaps opschrikkend. Nou, ik bedoel, u beeft al zoo veel geleerds gelezen is 't kouscli waar, dat iemand kan komen spoken? Bij voorbeeld, wanneer uien met iets in huis niet tevreden is! Ach, freule en ze bracht haar boezelaar naar 3iaar droge oogen ik zou wel eens willen weten of onze beste meneer 't gued vindt, dat u in zijn bed ligt? Eerst had het Isidora heel onaan genaam aangedaan, dat wonderlijke mande zich, trok den neus op en onderwerp van gesprek; doch zij ver- zeidc; Och kom, domme meid, er be staan geen spoken. lieden gevoelde xij zich veel krach- ger, waartoe de gunstige uitspraak van den arts ihnd bijgedragen, moest glimlachen om haar bïjgeloovi- ge vrees van den vorigen avond dacht er niet langer aan, het zachte bed te versmaden; waartoe trouwens, daar zij lichamelijk vermoeid was, geen reden bestond. En morgen och tend vroeg de waterkuur, die mij ge heel weder gezond maken zal, zoo be sloot zij met een tevreden lachje. Nauwelijks liad Isidora de keuken deur achter zich gesloten, toen het Iaat der fee in dit gebied zich tot in svaarbeid satansche. grijns, vertrok Met de knuisten op de heupen, riep Bet tandenknarsend uit: Zoo? ITeb je nu geen angst meer omdat alles rustig is voorbijgegaan maar toch heb je gisteren den ge- Ihcelon nacht in den mooien stoel ge zeten, in plaats van in je bed te krui pen, zooals andere fatsoenlijke men schen wacht maar! Het was 5 minuten voor midder nacht. Alles was doodstil in huis. De verontwaardigde gedienstige De arme antwoordde niet; het scheen, als verzamelde zij haar ver warde" gedachten, haar horinnerings- 'ermogen... Toen stiet ze een kreet uit, die Mien ging door merg en been. liet spookt 't spook hier! lispte j, en toen opeens, alles zier weder voor den geest brendenge, gilde zij: Voort! Weg van hier! Geen oogenblik langer blijf ik hier. Roep de meid vigelant! Met koortsachtige haast kleedde zij zich aan en wierp ze haar roerende goederen in den koffer. Ik wil bier weg, Mien versta je me niet? Roep de meid ze moet 'n vigelant halen. Gauw gauw! Maar beste Isidora, waarom dan? vroeg de goede vrouw, steeds ontdaan door dit nachtelijk tafreel; zij begreep er natuurlijk nietc van. Heb ia je niet gezegd, dat ik weg moei? Geen uur langer blijf ik in dit spookhuis zorg voor 'u rijtuig, Mien; ik vertrek, op staauden voet ik vertrek!!! Hoofdschuddend verwij derde zicfli de vrouw des huizes; niet gruote moeite gelukte het haan, Bet wakker te maken, die oogenschijnlijk vast sliep en eindelijk slaapdronken te oorschïjn kwam. Haal 'n vigelant; subiet! gebood Isidora. Wat zeit-u! vroeg Bot verbaasd. 'u Vigelant halen hoe dikwijls moet ik dat zeggen! beet de gouver nante haar toe jweder met een angsti ge n blik op het verdachte ledikant. De schouders ophalende en met slee penden tred verwijderde zich de eer- e dienstbode; maar toen ze op 't portaal was, wreef zij zich de handen en ze maakte een bokkesprong. En nu in stormachige haast vloog zij de trap pen af en binnen verrassend korten :ijd was zij terug met een huurrijtuig. Ongeduldig werd zij door de logée verbeid, die al dien tijd geen woord met de oude vriendin gewisseld ihad. vu een vluchtige afscheidskus en verdwenen was Isidora Berken- steel.. Wederom, als zoo menigmaal voor dezen, zaten mevrouw en dienstbode tegenover elkander; de eene had een zeer verstoord, de ander een uiterst blijmoedig gezicht. N'u, mevrouw Winkler, wat zegt u daaawan? Ik sta voor 'n onoplosbaar raad sel! Niet waar? U zou er niets van ra den en de lieve logée ook niet voor da', 't losbreekt! had ik immers ge zegd. Nu dan waarom is ze zoo hals over kop verdwenen, in 't holst van den nacht? Waarom? Ga even mee, e>n ik zal u laten zien, 'hoe teel ijk 't gespookt heeft? DAMRÜBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 34. Telephoon 15a3. Probleem no. 476, van P. MOLLE MA. Ie Publicatie. Zwart Laat Parcher bet maar doen. Ik zal je er wel heen brengen. Porcher wilde wel voor vijfdui zend gulden Ken jo hem wel goed? Eigenlijk heelemaal niet, maar we kunnen toch kennis met hem ma ken? Hoe moeten we dit doen? Nie mand kan ons introduceeren, en ar- tislen zijn over 't algemeen zulke zonderlinge menschen... We zullen hem onze visitekaar tjes presenteeren, hij kent mij van naam, denk ik, en jouw tint zal hem zeker inspireeren, hij is gewoonweg dol met transparante kleuren, lief ste... Zij beiden stegen in het rijtuig cn lieten zich naar het atelier van mijn heer Porcher rijen Ze waren er in een oogenblik, dacht mevrouw Dezei. Toen ze vóór de deur stilhielden, klopte haar 't hart zeer sterk. Wat zouden ze zeggen? Welke houding moesten zij aannemen? En dan... men wist niet, wat 't eigeniijk voor mijnheer was. Hij schilderde ijle portretten...:., maar dat is toch nog geen karaktertrek? De barones gaf dc kaartjes af, en besteeg, zonder aarzelen, dc trap. Men bracht zc in een klein salon, en eenige oogenblik- ken later verscheen Porcher; de ba rones begroette hem vriendelijk. Kijk eens hier, mijnheer Porcher, u ziet hier vóór u twee personen, die bepaald met uw talent dwepen, hebben durven liopen, dat u zoo vriendelijk zou willen zijn, om ons uw atelier te laten zien. 11c hoop, dat u ons niet al te onbescheiden zult vinden Het spijt me werkelijk, mevrouw, meer dan ik zeggen kan, maar hel is mijn principeIk laat nooit ie mand ter wereld mijn atelier zien. Aan niemand werkelijk I dat spijt me meer dan ik zeggen kan, men heelt me gezegd, dat het por; tret van mevrouw Daalders zoo mooi was. Ik ken mevrouw Daalders bui tengewoon goed, en u zou me pleizier doen, een persoonlijk genoegen, als u mij het portret van mevrouw Daal ders even wou laten zien. i J 5P Y'./Zf §3 i 9. rgj m jj§ jjf Bij SM |S 4 m M «\'m m m 'M M Wit Zwart 7 schijven, op: 2, 4, 8, 10, 16,35, 36 en da Wit 7 schijven, op: 18, 19, 27, 28, 33, 34, 47 Probleem no. 477, van P. MOLLEMA. Ie Publicatie. Zwart m op 50. en dam Zwart 9 schijven, op8, 9, 10, 13, 15, Wit 9 schijven op: 24, 25, 30, 32, Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan boven genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 15 Juli as. Oplossing van probleem no. 472, van den auteur: Wit 33—29, 3429, 27—22, 44-39, 40:7, 37—31, 32 3 1 18, 19, 23 en 28. 35, 38, 40, 44 en 47. Oplossing van probleem no. 473, van den auteur: Wit 35—30, 3430. 21 27:22, 32:21, 5045, 44—39, 40:7,16:7 1 Goede oplossingen van deze pro blemen ontvingen wij vna de hee- ren R. Bouw, J. Jacobson Azn., J. Lustenouwer, W. J. A. Matla, P. Mol- lema, J. W. Tieskcns, T. C. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 14