liW'S fans
TWEEDE BLAD
Donderdag 31 Juli 1913
OM ONS HEEN
No. 1794
MetracMlag vaa den
Gemeenteraad.
'ifel was half zeven, neen ik' vergis
mij niet, ihet was half zeven, toen de
heer Van de Kamp Woensdagmiddag
hij de rondvraag de gelegenheid had,
■om den Voorzitter te verzoeken, in
de vacantiedagon niet zulke lange
agenda's te maken en er vooral niet
zulke belangrijke onderwerpen op te
plaatsen.
De burgemeester gaf ten antwoord,
.dat hij juist gehoor gaf aan de wen-
schen van andere heeren, die tot
spoed aansporen. Dat is wel te begrij
pen. Het voorstel over loon en ar
beidsduur aan de lichtfabrieken is er
natuurlijk op gezet, om den heer
Hulswit gelegenheid te geven, het
nog als wethouder te verdedigen en
'als vóór September bet ambtenaars-
reglement behandeld wordt zal dat
Bijn om Mr. Thicl te voldoen. Jhr.
Sandberg is een welwillend man en
voldoet, gaarne aan een verzoek.
Maar toch had de heer Van de Kamp
geen ongelijk, 't Is nu geen tijd om
lange vergaderingen te houden, er
komt een onzekere rechtsbedoeling
van, zooals duidelijk bleek uit de
aanvraag om de Hertenkamp te
mogen gebruiken voor een drankbe-
strïjdersmeetmg. Geen twee maanden
geleden is op een gelijk verzoek met
een kleine meerderheid gunstig be
schikt, nu werd het met nog kleiner
meerderheid afgewezen.. Komt het
over zes weken weer in den Ha ad,
dan heeft het principe kans weer te
worden aangenomen. Is dat behee-
ren Is bet correct van B. en W,
dat zij, wetende van 'sRaads gun
stige beschikking, dezen keer tóch
weer ongunstig adviseerden Mij
dunkt van niet, het College had een
voudig moeten zeggen de Raad
kent onze meening, maai- daar zeer
onlangs een gunstige beschikking is
genomen, stellen wij voor het verzoek
toe te staan.
Door de toevallige afwezigheid van
acht leden viel 'sRaads beslissing nu
andersom uit.
Er schijnt evenwel bekoring te
schuilen in lange agenda's. Waarom
anders was het request van de Haar-
lemsche grondwerkersvereeniging er
op gezet en vooral, vooral de verorde
ning omtrent benzine en naphta
Die had toch stellig nog wel een paar
maanden kunnen wachten. Het is
eenmaal niet mogelijk, vijf uur lang
te vergaderen, zonder dat de aan
dacht verslapt en de belangstelling
Vermindert. Vier of vijf leden liepen
zelfs tijdens de stemmingen weg, zoo
dat deze aan iets meer dan de helft
werden overgelaten. Natuurlijk go-
tuigt het van prijzenswaardigen ijver
om met taaie volharding voort te
gaan, maar do qualiteit der beraad
slagingen zakt zichtbaar, zoodat fei
telijk de grens wordt overschreden en
geen vergadering later dan half zes
behoorde- te duren.
Laat ik hiér een aardig staaltje van
's burgemeesters vriendelijk hart s
toevoegen. Men weet. dat de agent
van politie Uitermark vervolgd is
wegens mishandeling en door het, Hof
in hooger beroep daarvan vrijgespro
ken. De Politievereeniging had de
proceskosten betaald en vroeg die
aan den Raad terug. Er waren,
dunkt mij, tal van formeele redenen
"te vinden om dat af te wijzen 'en de
heer Van Styrum wees daarop. 'Maar
de burgemeester dacht er anders
over. De agenten moesten niet, bij de
vervulling van hun plicht, angst, go-
voelen, dat het hun ook nog geld zon
kunnen kosten en hoewel dat mis-
sohien, of waarschijnlijk, niet heel
formeel geredeneerd was, ging do
groote meerderheid van den Raad
daarin mee.
't Is waar, -Uitermark" had zeker
kosteloozen rechtsbijstand kunnen
krijgen, maar begrijpelijk is bet,
vooral met liet oog op den uitslag;
van 't proces, dat zijn organisatie dat
niet gewild heeft. Nu betaalt dan de
gemeente de vervolgingskosten voor
haar onschuldig verklaarden dienaar.
Zit daar niet iets, hoe zal ik het zég
gen, iets van solidariteit in
't Was een aardig voorstel en hetj
doet me genoegen, dat de Raad het
met zoo'n groote meerderheid aange
nomen heeft.
Overigens gleed er nogal wat onder
den hamer door allerlei rekeningen
en een jaarlijksche bijdrage aan de
Nationale vereeniging tegen werk
loosheid, d,e instructie van den school
arts en het voorstel van B. en W. om
het rapport van de Raadscommissie
over de overdekte bad- en zwem-;
inrichting in hunne handen te stellen'
om advies. Het gaat met die rappor-
ten van oom-missiën ad hoe, zooals
voorspeld is B. en W. willen over
alle huil licht laten schijnen. Waar
om niet? Hoe meer licht, hoe betel
en dat het er wat lang door duurt
kan in dit geval ook geen kwaad,
want de zaak heeft al zoo lang ge
duurd en er is niet eens een terrein
voor de overdekte.
Dat ging dus allemaal gladjes. Niet
aldus de verkoop van grond aan de
Iordensstraat aan den heer Van Rui
nen. De heer Modoo was er maar vast
van overtuigd, dat de heer Van Deur-
sen daar meer recht o-p had en stuur
de het, in weerwil van het verweer
van B. en W., zoover, dat de zaak
werd aangehouden, 't Is tooh wel
aardig zaken doen voor een gemeen
te eerst hebben vijf leden van het
dagelijksch bestuur er wat in te zeg
gen en daarna diie-en-derti.g Raads
leden een particuliere onderneming,
gedreven door zooveel bazen, zou het
vast en zeker binnen een jaar hester-
ven, maai- een gemeente is taai van
aard, die krijgt wel eens wat we een
schadepost of familiaar een opstop
per noemen, maar er aan dood gaan
idoet ze niet.
En zoo kom ilc als van zelf tot het
onderwerp, dat Woensdagmiddag het
meest de gedachten belieerschte en
de tongen in beweging brachtde
regeling van loonen en werktijden
vin de arbeiders aan de gemeen te-
lichtfabrieken. Ik weetj hoe moeilijk
die voor een gemeenteraad zijn om
er over te beslissen. Aan den eenen
kant staan requesten van belaugheb-
benden buiten den Raad. die men
gaarne bevredigen wil, bovendien
sprekers in den Raad, die de vaak
zeker niet onbillijke iwenschen en
verlangens toelichten. Aan den ande
ren kant de voorstellen van B. en W.,
soms maanden oud, waarover mon
deling en sohriftelijk geraadpleegd is
met allerlei commissies en deskundi
gen die, bij gemeentebedrijven, dik
wijls bet uiterste weergeven van de
concessies, waartoe degene, die do
leiding en dus de verantwoordelijk
heid heeft van het bedrijf, bereid is
geweest.
De Raadsleden staan nu tusschen
deze twee stroomingen. Op welke
moeten zij zich laten drijven Ilun
keus hangt af van inzicht, neiging en
temperament en is die eenmaal ge
daan, dan houden ze zich daar
krampachtig aan vast. Toen eenmaal
de wethouder voor de lichtfabrieken,
de heer Hulswit, zijn meerderheid
van 13 tegen 12 had, behield hij die
ook hij de -belangrijke stemmingen.
Maar men ziet, dat ze bitter klein
was. Het is eigenlijk in onzen tijd,
terwijl we het er ovéï- eons zijn, dat
gezette rust voor den menscJi in elk
opzicht onontbeerlijk is, een niet goed
te verdragen feit, dat er mensclien
zijn, die wel geen vak hebben behoe
ven te- leeren, maar dan toch wel on
aangenaam en zwaar werk hebben,
dat twee Zondagen van de drie voor
hen ge-en rustdagen zijndat zij,
wanneer bijna ieder ander rust en
vrouw en kinderen dolgraag ook eens
met vader zouden wandelen, met
stukke zak en koffieketeltje alwéér
den weg inslaan van de fabriek, waar
ze toch anders al werken op de meest
verschillende uren van dag en naoht,
omdat zij deel uitmaken van een
drieploegen-organisatie. Wel eischt
het levensgeluk van den mensch ge-
zetten arbeid, maar bet is tooh niet
met arbeid alléén te verkrijgen en
immers juist de afwisseling daarvan
maakt zoo ontvankelijk en toeganke
lijk voor wat er mo-ois is in de na
tuur, voor lilanlc en geur en lcleur-
Zoo kan ilc me begrijpen, dat wie de
discussies van dezen middag hoor
den, met zekeren wrevel hebben ge
vraagd „maar kunnen die men-
sohen dan niet op Zondag door an
deren worden vervangen, zoodat ze
minstens om de twee weken een
vrijen Zondag kunnen genieten, lie
ver nog eiken Zonda.g vrij zijn, als
wij
Het kan, zeggen de belanghebben
den en hunne woordvoerders. Het
kan niet, zeg-gen de wethouder en de
directeur. En telkens wanneer de
heer Hulswit zijn veto uitsprak ging
er een smalend lachen op uit de be
langhebbenden op de publieke tribu
ne. Laat mij trachten de positie nog
ietwat te verhelderen. De wethouder
(het is zijn plicht) steunt- de inzichten
van den directeur, de directeur (het
is zijn plicht) voelt zich verantwoor
delijk voor het bedrijf en voor de
werktuigen en apparaten, schrikt er
daarom voor terug, die toe te ver
trouwen aan ongeoefende reserve
mannen. Wie dat bedenkt moet over
hun standpunt niet meer lachen,
maar trachten hun de zaken anders
te doen inzien. En het kwam mij, bij
't aanhooren van de. debatten, voor,
dat daartoe mogelijkheid hestaan
zou.
Terwijl de heer Hulswit uitlegde,
hoe het mogelijk is, dat de gemeente
Amsterdam gasvoorraad voor den
Zondag heeft in haar derde fabriek,
die nog lang niet op haar volle belas
ting is, bleef hij de verklaring schul
dig van hoe het mogelijk is, dat in
kleinere gemeenten, Zaandam, Delft,
Arnhem, meer Zondagsrust op de
lichtfabrieken genoten wordt, dan te
Haarlem. Heeft men daar dan wel
reserve-mensohen En zoo ja, wie
zijn .dat, mogelijk óók schoenmakers
of kolendragers, zooals de lieer Mo-"
doo opperde En indien dat het geval
is, werken deze lieden dan bevredi
gend en beschadigen zij werktuigen
en toestellen niet?
Ziedaar drie vragen, waarop ik,
ware ik belanghebbende, de antwoor
den wel -eens zou willen gaan halen.
En vielen die bevredigend uit, dan
lcwam ik met een request bij den
Raad terug (de organisaties zijn van
een zegeltje meer of minder immers
niet bang) en dan z-ou ik den dag nog
beleven, misschien wel gauw, waar
op ik mijn zin kreeg.
Maar argumenten, mijne vrienden,
argumenten, geen boosheden en sma
lende lachjes, -want wie een ander
inzicht hebben, gaven zich daar ook
rekenschap van en bezitten daar ook
goede gronden voor
Eén ding is er, dat me niet loslaat.
Het amendement-Nagtzaa-m om reser-
veploegon mogelijk te maken viel
met één stem meerderheid. En acht
leden ontbraken. In een winterverga
dering was de uitslag misschien
gansoh anders geweest. Er is inder
daad voor de waarschuwing van den
heer Van de Kamp, om geen belang
rijke zaken in een zomerzitting af te
doen, veel te zeggen..
- J. C. P.-
Buitenlandse'! Overzicht
b© bud
¥©58© iwHkiirsg.
De Vreüesonderliasdeiinsen.
Alle gedelegeerden der Balkansla-
ten zijn thans te Boecharest aangeko
men. Roemenië heeft bij de conferen
tie de leiding.
In beginsel is besloten lol een wa-
penslilsland van 5 dagen.
Roemenië hoopt nu, dat Bulgarije het
gevaar van den toestand inziende,
meegaand zal blijken. Mocht dit niet
het geval zijn, dan zou Roemenië,
door bedreiging met den opmarsch
naar Sofia, een druk op Bulgarije wil
len oefenen.
Bulgarije schijnt wel geneigd, zich
neer tc leggen bij de resultaten der
besprekingen te Boecharest, onder
voorwaarde dat die later aan de
goedkeuring van Europa worden on
derworpen. Maar het schijnt tevens,
dat Bulgarije zich van de latere in
terventie van Europa wat veci voor
stelt.
Griekenland, Servië en Montenegro
komen ter onderhandeling met een
vast omlijnd programma, waarin de
nieuwe grensregeling duidelijk is om
schreven. En die voorwaarden zullen
wel zeer zwaar zijn voor Bulgarije.
Zoo verklaarde Venizelos: „Vóór de
zen ouderlingen oorlog zou Kavala ze
ker aan Bulgarije zijn gekomen, maar
wij kunnen, na een zegevierenden
strijd, thans niet afzien van deze zui
ver Grieksche stad."
Zoo gaat het ook met andere ei-
echen.
Roemenië zal dan ook een zware
taak hebben, om als vredestichter op
te treden en alle belangen met el
kaar in overeenstemming te brengen.
In Rusland schijnt men echter nog al
optimistisch gestemd en groote waar
de te hechten aan het bemiddelende
optreden van Roemenië.
De Dallcanslaten en de mogend
heden legen Turkije.
Het is niet alleen over den vrede
tusschen de ex-Balkan-bondgenooten,
dat te Boecharest geconfereerd wordt,
maar ook over het optreden tegen
Turkije.
De Roemeensche minister-president
had hierover een langdurig onder
houd met de gezan ten der mogendhe
den.
En naar uit Boecharest gemeld
werd liep dit onderhoud over de mo
gelijkheid voor Roemenië, om met 'n
Europeesch mandaat te worden be
last, ten einde de Turken uit Adria-
nopel te verdrijven en hen te dwin
gen, de besluiten der Londenschè
conferentie te eerbiedigen.
Talaat-bey beeft aan een Pmssisch
correspondent gezegd, dat het bezit
van lionstantinopel zonder Adriano-
pei voor Turkije geen waarde heeft.
„Zou Rusland ons aanvallen zoo
zeide Talaakbey dan heeft het
daarvan volstrekt geen voordeel.
Maar laat Rusland ons in Thracië,
dan zal het zien, dat wij rechtvaardig
weten tc zijn. Dan is dc kans groot,
dat binnenkort de Dardanellen-quaes-
tie op een voor Rusland gunstige wij
ze zal worden opgelost."
Dit is een poging om Rusland van
de eenstemmigheid met de andere
mogendheden weg.te lokken, doorliet
de openstelling van de Dardanellen
als prijs in 't vooruitzicht te stellen.
In sommige kringen zou men aan
de gezamenlijke Balkanstatcn willen
opdragen Adrianopel en Thracië te
heroveren. Een huitenlandsch diplo
maat zeide tot een medewerker van
den „Matin"
„Het hoofd der groote mogendheden
moet denken de handen der kleine
moeien werken." De kleine zouden
in casu de Baikanstaten zijn.
Engeland's houding.
In het Engelsche Lagerhuis zei de
onderstaatssecretaris van huitenland-
sche zaken, dat de quaestie der bezet
ting van Adrianopel door de Turken
door de mogendheden wordt overwo
gen.
De Engelsche regeering wenscht
geen afzonderlijk optreden, maar de
Turksche regêêrlng is gewaarschuwd
in verband met deze daad en met de
invallen der Turksche troepen in Bul
garije, dat het niet verwachten kan
beschermd te worden voor de gevol
gen, die zullen voortvloeien uit het
gewelddadig optreden van Turkije.
De 'Turken in Adrianopel.
De Turksche kroonprins seinde uit
Adrianopel aan den Sultan, dat het
onmogelijk is de vreugde te schetsen,
die de Mohammedanen te Adrianopel
toonden, dat dé heilige stad gered en
aan de Bulgaren ontnomen is.
De Turksche kroonprins zei tot den
Konstantinopeischen berichtgever
van den „Matin", die met hern naar
Adrianopel reisde„Ik kan niet ge-
looven, dat Europa werkelijk van
plan zou zijn ons Adrianopel te ont
nemen en het nog niet geratificeerde j
Londensche vredesverdrag als geldig j
aan te nemen, terwijl het de arbitrale
uitspraak van de Pelersburgsche con
ferentie als niet bestaande beschouwt.
De ongunstige oorlogskans heeft
ons Adrianopel voor een oogenblik
doen verliezen, door de energie van
onze troepen is het echter weder in
ons bezit gekomen. Dat is de recht
vaardigheid des Hemels na de onge
rechtigheid der menschen. Adriano
pel is thans voor ons heiliger dan
ooit, Men denke in Europa niet, dat
wij, nu wij ons weder in het bezit
hebben gesteld van gebieden, die ons
vroeger hebben toebehoord, als avon
turiers den hervormingsarbeid zullen
laten rusten, dien wij in ons rijk in
Azië begonnen zijn en waarvan ik mij
openlijk een voorstander heb ver
klaard. Het heroverde Adrianopel is
voor mijn vaderland een belofte der
wedergeboorte en een bewijs, dat de
hemel ons bijstaat."
Nog beslister liet Enver bey zich te
gen denzelfden correspondent uil:
„Europa kan er zeker van zijn, dat
wij Adrianopel niet zullen ontruimen.
Wij zijn hier en wij blijven hier. En
wij zullen ons, zoo noodig, tot den
laatsten man daarvoor laten afma
ken. Dat is besloten door het geheele
leger."
Volgens de berichten uit Adriano
pel zijn de bewoners dier stad zeer
ingenomen met den terugkeer der
Turken. Het Bulgaarsche leger moet
n.l. op schandelijke wijze in de stad
hebben huisgehouden. Een voornaam
Franschman verhaalde aan den cor
respondent van den „Matin", dat hij
had gezien, dat zelfs Bulgaarsche of
ficieren met geweld de woningen der
burgers binnendrongen en daar tapij
ten en meubelen stalen en tevens
was hij getuige geweest van wreedhe
den, die de Bulgaren hadden ge
pleegd.
In een meeting, waar 30.000 perso
nen bijeen waren, spraken Grïeksche,
Armenische en Israëlitische rede
naars dan ook om strijd hun vreugde
erover uit, dat de Halve Maan weder
hoven de stad wappert.
Tusschen Turkije en Griekenland.
Turkije tracht. Griekenland voor
zich te winnen.
De correspondent van. het „Berliner
Tageblatt" seint uit Konstantinopel
„Dc Griekseh-Turksche onderhande
lingen iiebhen een verrassend gunsti
ge wending genomen. De Grieksche
regeering moet zich zoo tegemoetko
mend hebben betoond, dat de Turk
sche regeering in den ministerraad
heeft besloten de Grieksche voorstel
len aan te nemen.
De Turk Resjid vertrekt naar Athe
ne om een entente-protocol te onder
teekenen."
Van andere zijde wordt gemeld dat
de diplomatieke betrekkingen spoe
dig hersteld zullen worden.
Tan fla oorlogsvelden.
Bulgaren en Serviërs.
De Servische minister van oorlog
publiceert het volgende bericht: „On
ze troepen kwamen voor de stad Wi-
din en namen het dorp Tapilsjik, drie
kilometer van Widin.
De Serviërs sluiten de stad Widin
steeds nauwer in en gingen over tot
een bombardement. De Bulgaren be
sloten de stad tot het einde toe te ver
dedigen.
Op de posten aan de oude Bulgaar
sche grens worden door de Bulgaren
steeds aanvallen gedaan, zooals in de
laatste dagen op de posten te Vlan-
nia en te Strechtar, maar overal zon
der resultaat."
Grieken en Bulgaren.
Uit Cavalla wordt bericht, dat een
detachement Grieken de streek om
Drama heeft gezuiverd van Bulgaar
sche henden en ze vervolgd tot aan
de andere zijde van de Mesta.
Men zegt, dat de Bulgaren op hun
vlucht 7 Grieksche notabelen te Tarl-
chaba doodden, de stad vernielden en
de winkels verbrandden.
Wreedheden.
Officieuse berichten uit Sofia mel
den De commandanten der leger
korpsen richtten tot het hoofdkwar
tier omstandige berichten over de
wreedheden van allerlei aard, begaan
door de Grieksche en Servische gere
gelde troepen, die nu en dan met Mor
hammedaansche benden samenwer
ken. De rapporten maken melding
van een zeer groot aantal gevallen
van plundering, brandstichting en ge
weldpleging op de vreedzame bevol
king; daarbij worden de namen ge
noemd der in brand gestoken Bul
gaarsche dorpen in verschillende dis
tricten. Zoo in het district Kilkisch,
waar de geheele Bulgaarsche hoofd
stad totaal verwoest is; in het dis
trict Gewghelï, waar vier dorpen zijn
verbrand, in het district Stroumitza
7, in Demirhassar 7, in Serres 1, in
Neorokop 5, in Pliilippopoli 3, in Istlp
3, in Tikwitsj 10, in Rodowitsj 4.
Allen, die in deze dorpen waren en
zich niet bijtijds konden redden, kwa
men in de vlammen om of werden,
vermoord.
De generaals maken daarbij mel
ding van verschrikkelijke en ontroc.
rende feiten.
Binnenland
HOFBERICHTEN.
De Prins hoopt 28 Augustus uit IIo»
hemark in Den Haag terug te zijn,
ten einde tegenwoordig te zijn hij de
inwijding van het Vredespaleis.
DE CRISIS.
Woensdagmiddag zijn de verschil
lende groepen van de vrijzinnige par
tijen uit de Tweede Kamer afzonder
lijk te 's-Gravenhage bijeengekomen
in verband met den politieken toe
stand. Woensdagavond hebben ze gg*
zamenlijk als vertegenwoordigende de
Vrijzinnige Concentratie weer verga
derd.
UIT DE S. D. A. P.
Het raadslid A. Folkers te Noord-
dijk heeft bedankt als lid der S. D. A.
P., omdat het Partijcongres niet door
gaat.
NEDERLANDSCI-IF. HEIDEMAAT
SCHAPPIJ.
In Hotel des Pays Bas, ie Kampen.,
werd de Zomervergadering van den
Raad van Commissarissen der Neder-
landsche Heidemaatschappij' gehou
den. Deze vergadering werd bijge
woond door Z. K. H. den Prins der Ne
derlanden als Eeve-Voorzitter.
De Balans en Verlies- en Winstreke
ning per 31 December 1912 werden
goedgekeurd.
Besloten werd dit jaar de algemeens
vergadering te houden te Arnhem op
22 September as.
Na afloop der algemeene vergade
ring zal liet nieuwe gebouw der maat
schappij aan den Apeldoornschen weg
worden geopend, daarna een wande
ling gemaakt worden over het land
goed Sonsbeek naar het Broedhuis c-n
Aquarium der Maatschappij aan den
de Koekoek, en over het Kampereiland
het Pakhuis aan de Nieuwe Kade be
zichtigd worden.
Op Dinsdag 23 September a.s. zal
een excursie worden gemaakt naar het
landgoed „.Jonkershoeve", eigendom
van den heer mr. A. E. H. Goekoop, te
's-Gravenhage, naar „de Buunder-
kamp", eigendom van de Erven F. M.
Baron van Lynden, te Haarlem, en
een bezoek worden gebracht aan de
model-boerderij „Het Huis te Aa", te
Doorwerth.
Na den lunch te hebben gebruikt
maakte het gezelschap een rijtoer naai
de droogmakingen het Zwijnsleger en
de Koekoek, en over het Kamepreiland
Ook dit uitstapje werd medegemaakt
door Zijne Koninklijke Hoogheid.
MR. T. M. C. ASSER.
De teraardebestelling van het stof
felijk overschot van den Minister van
Staat. Staatsraad mr. Asser, zai Za
terdag plaats hebben op Oud-Eik-en-
Duinen te 's-Gravenhage. De stoet zal
te 12 uur des middags het sterfhuis
verlaten.
DE OVERLTSELSCIIE NIJVERHEID»
TENTOONSTELLING.
Woensdagmiddag had te Zwolle in
tegenwoordigheid van vele genoxlïg-
den de offieïeele opening plaats der
F e u i IS t o n
GOÖÖEN VISIOENEN.
Uit liet Eng els c'h
van
DAVID CHRISTIE MURRAY.
91}
Die goede oude man, zeide hij
in liet Turksch, is zoo moedig als
een leeuw, maar hij kart geen heu
vels beklimmen en toch wil hij vol
strekt mee. De vxouw is zoo geschild,
als een uwer om waarheen ook te
gaan. Zorg voor baar. Maar de oude
man moet niet mee. Zeg hem, dal hij
u maar zou ophouden, en dat gij hem
niet wilt meenemen.
Al de Turken verklaarden ronduit,
dat zij met Armstrong den bergweg
niet op wilden, en de tolk deelde in
het Engelsch do redenen mede, die
hij hun zo!in den mond had gege
ven.
Gaat dan in Godsnaam, zei do
de oude man, en laat mij hier. Zeg
dien vent met zijn zwart gezicht en
al zijn dolken en pistolen, dat hij
vuur aanlegt, en dan blijf ik hier.
Maar terug ga ik niet. ik zal hier
wachten en «oor u bidden totdat gij
terugkomt.,.. Er zal mij hier wel niets
kwaads overkomen.
Dewijl dit het eenige was waarin
hij wilde bewilligen, en het ongetwij
feld heter was dat hij daar hleef, dan
dat. hij zicli uitputte en den anderen
tot last was, keurde Sara het goed.
Een man werd bij hem op wacht ge
laten, en deze en de Arabier legden
een groot vuur aan, waarhij de oude
man ging zitten, in dekens en schape-
vellen gewikkeld. Terwijl het vuur
werd aangelegd zag hij naar de fak
kels-totdat de glinsterende sluier van
sneeuw die voor zijne oogen verborg.
Toen reed de Arabier heen, en het
gerinkel van dc bellen der paarden
werd in de duisternis en de sneeuw
gehoord, totdat ook dit in nacht en
stilte verzwolgen scheen.
Het is zeer vriendelijk van u, dat
ge met mij mee gaat, monsieur,
zeide Sara, toen zij en de dragoman
te zamen den .heuvel beklommen.
Vergun mij te zeggen, Madame,
dat het een genoegen voor mij is,
gaf hij daarop ten antwoord. Nooit
heb ik zulk een moedige dame ge
zien. Ik acht mij gelukkig u van
dienst te kunnen zijn.
Zullen zij den weg kunnen vin-
dien vroeg zij hem. Ik kan niets
zien.
Hij lachte..
Ik zou den weg zelf kunnen vin
den, al had ik hier ernaar eens ge
reisd. Ik ben in het gezicht van den
Maüerliiorn geboren, en dit Balkan
gebergte is niet "meer dan eenige
molshoopen, bij de Alpen vergeleken.
Volg mijne voetstappen. Madame.
Eer ik te Weenen kwam en koerier
werd, was ik in mijn land een berg
gids. Ik werd er te dik voor, maar
voor de paden door het Balkan-
gebergte ben ik nog wel geschikt.
'Weet gij den weg? vroeg hij in
liet Turksch den man, die het dichtst
bij hem wa.9.
Wie hier den weg niet weet,
zeide de Turk, zou beter doen zich
op te hangen dan op zulk een avond
als deze naar Baba Konak te gaan.
Hoe zij den weg vonden was een:
wonder voor ieder, die minder in de
ze streek bekend was dan zij. Er wa
ren na drie fakkels aangestoken, die
in de vallende sneeuw sisten en flik
kerden, maar de duisternis om hen
heen was zóó dicht, dat zij nauwe
lijks eenige passen zijwaarts van zich
af konden zien, en de dwarrelende
sneeuwvlokken waren in het fakkel
licht zóó verb'indend, dat Sara dik
wijls hare voeten niet zag, en het
pad als een holle, donkere laagte
voor hear was.
Zijt gij vermoeid. Madame
vroeg de dragoman. Willen wij
even rusten
Neen, antwoordde zij, ga
voort. Ik ben niet vermoeid. Bij
zichzolve zeide zij Ik zal niet ver
moeid zijn voordat wij u gevonden
hebben. Clem. Ik zal niet rusten
voordat wij u vinden.
Zijn wij op den top vroeg hij
een der mannen na een poos.
r— Ja.,
De .afklimming is gemakkelij
ker
Een vlakke wég.
Zij zwoegden door de sneeuw voort,
hoe lang wist Sara niet. Al hare zin
nen waren even verdoofd als haar
oogen beneveld waren. Haar natte
kleeren hingen haar zwaar om het
lijf. maar zij gevoelde vermoeienis
noch ongemak. Er was geen onrast
van twijfel in hare ziel geen hoop
en geen vrce-s. Zij liep als in een
droom in het flikkerend toortslicht,
en de duisternis en de verblindende
sneeuw, met die woeste gedaanten
voor en achter zich en aan elk© zijde.
Zijn wij er dichtbij vroeg de
dragoman.
Zeer dichtbij, antwoordde
hem een der mannen..
Tusschen den poel en de rots,
zeide hij,en weder zwoegden zij
stilzwijgend voort.
Opeens stonden zij stil, en een dei
mannen gaf een kreet.
Dit is versche aard, zeide hij,
de snequw ter zijde schoppende en
zijn fakkel bij den grond houdende.
Ten. tweeden male gaf hij een kreet,
maar op dit oogenblik gilde Sara en
sprong in het graf, dat Clem's han
den gedolven hadden, knielde bij een
neergezonken, met sneeuw bedekte
gedaante neder en hief die in hare
armen op.
Clem riep zijClem
De half gesmolten sneeuw lag op
zijn haai- en zijn gelaat. Zij greep
zijne handen, en die waren koud,
maar niet van de kilheid des doods.
Zij drukte hem aam haar borst en
wiegde hem daar heen en weder, en
weende over hem en riep herhaalde
lijk zijn naam
Clem 1 lieve Clem Hebt ge rnij
zóó liefgehad, dat gij dit uit liefde
voor niij hebt gedaan Zoo zwak
zoo moedig zoo sterk van hart
Hebt ge mij dan zóó liefgehad
Men trok hem van haar af, ont
blootte zijne borst en zijne armen,
totdat zijn bevroren huid warm werd
door bet gestadig wrijven. De drago
man gaf Sara een flesch brande
wijn.
Gij wilt iets aan hem doen,
zeide hij. Geef hem daar eëh wei
nig van maai' zeer weinig tegelijk.
Zij knielde in de sneeuw bij- zijn
hoofd, goot bij korte tusschenpoozen
eenige druppels brandewijn tusschen
zijne lippen, en weldra begon er weer
eenige kleur op zijn gelaat te komen
en ademden zijne lippen zachte zuch
ten uit. Toen bewogen zij zich, en zü
neigde het oor naar hem toe.
Gouden visioenen, zuchtte hij.
Neen, zeide zij, en drukte hem
weder aan haar horst alsof hij een
kind was. Gij hebt hier een grooter
schat gebracht dan gij ooit hadt kun
nen hopen te vindon.
In welk een zielsverrukking hij
was toen hij de oogen opende en haar
gelaat zoo dicht bij het zijne zag en
hare warme kussen en iieete tranen
op zijn wang en zijn voorhoofd voel
de, werd later gezegd, maar slechts
in één oor gefluisterd en aan één
hart uitgestort.
De man met zijn bruin gezicht en
zijn zwarten baard, die bij Armstrong
in den bergpas op wacht was gelaten,
hield het vuur gestadig aan, en sneed
in de tusschenpoozen takken van
kreupelhout af, of liep heen en weder
om zich warm te houden. De sneeuw
viel uur op uur telkens sissend in de
knetterende en kronkelende vlam, en
in zijn angstige spanning viel de tijd
den grijzen, ouden man oneindig
lang. Maai' eindelijk tikt© de wach
ter. die hem gezelschap hield, hem op
den schouder en wees naar den berg
pas. Hij luisterde en kon het gerin
kel van hellen hooren. Weder tikte
de ander hem op den schouder, en
wees naar het pad door 't gebergte.
Stemmen 1 zeide hijzij
komen.
Armstrong begreep zijn toon en
zijn gebaar, en stond op. Eenige
oogeiiblikken later deed de stem
den dragoman zich hooren, en kwam
hij springend het steile pad af, met
groot gevaar van zijn hals te breken.
Gevonden I riep 'bij luid, toen
hij hot vuur zag. Levend en vei
lig 1
De terugrit in den nacht en de
sneeuw, met Clem in het rijtuig lig
gende en Sara's arm om hem heen.
was iets om levenslang in herinne
ring te blijven. Al de harten waren ie
vol orn te spreken, en de weinige
woorden, die gesproken werden, wa
ren hartstochtelijk en onsamenhan
gend,
Ik ben roods dood geweest,
fluisterde Clem's koude lippen, en
ik ben in dit geluk ontwaakt
Het sneeuwde nog menïgen dag.
en een Engelsche erfdochter en haar
verloofde werden door het weder op
gehouden in eeii slechte herberg in
Bulgarije. Maar nergens hadden zij
zich gelukkiger kunnen gevoelen.
Toen zij in het vaderland terug
gekomen en gehuwd waren, zeide
men. dat eene schoonheid met een
vermogen van honderdduizend pond
niet zoo ver had behoeven te gaan,
en wel een beter echtgenoot liad kun
nen meebrengenmaar Armstrong
zeide
Veel wordt er in romans en ge
dichten verhaald van trouwe en tee-
dere liefde dat gaarne gelezen wordt
zelfs door een dwazen ouden vent als
ik, die ongetwijfeld over verstandi
ger dingen moest denken. Als een al
gemeen© regel zijn de •romanhelden
bereid voor het voorwerp hunner
liefde te sterven; doch hier is een
man, die nooit in zijn ieven een
woord van liefde geuit heeft, maar
rechtstreeks heengegaan is om voor
het meisje, dat hij beminde, te ster
ven. En een jongeling, die dat doet,
is een juweel onder de mannen,
waarop elke vrouw trotsch zou mogen
zijn.,
EINDE.