BUBLADVAN HAARLEM'S DAGBLAD
31s Jaargang,
ZA.TBKDAE 16 AUGUSTUS 1913
No 9250
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S BA.02LAÜ KOST
11.20 PER 3 SAANDEN
®F 10 CF8T PER WEEK.
ADMKISTRATIH GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTEWTlÊii DOELT REFFB4D.
OflZE AWNONOES
WODEN OPGEMERKT'
Met Rijke Natuurleven
HOE DE BIJENZWERM AAN
LANDDE.
In ©en bijdrage van 21 Juni be
schreef ik den grooten uittocht van 'n
gedeelte der bijen uit een goed gevul
de kast, van den eersten zwernt, die
dronken van zonneweelde, zich in de
lucht verhief, omstuwend de oude
moederbij, die sinds verleden jaar,
toen ze haar koninklijke wieg ver
liet, heele geslachten om zich heen
zag groeien en te gronde gaan.
Do weeldevlucht, die een half uur
duurde en waarvoor alles werd prijs
gegeven, honingkelders en stuifmeel
rijkdom, jonge bijen en hulpelooze
larven., eindigde met een te hoop
loopen aan een rhododendrontak,
waar de zonnekinderen zich verdron
gen om de oude koningin.
Toen werden ze geschud in een
klein korfje en de overgebleven bijen
die enkele minuten geleden nog stoei
den in de zondoorstraalde lucht, lie
ten zich als levenlooze voorwerpjes
opscheppen met een lepel, bij tienen,
bij honderden tegelijk en de enkelen,
die opvlogen, misten hun koningin in
de lucht, gingen weer zitten en wer
den met de overigen vereenigd.
Toen de schemer inviel, mochten
■de duizenden hun nieuwe woning
bezit nemen.
Tevreden zoemend trokken ze door
het vlieggat van de nieuwe kast naar
binnen. De koningin, die even onrus
tig rondliep temidden van haar ge
trouwen, haastte zich naar binnen en
toen, door den reuk geleid, was het
een wild haasten van de werkkbijen
en darren, om de nieuwe woning in
te gaan.
De honingmaagjes waren goed ge
vuld. Even voor de groote vlucht wa
ren dé verzegelde honingvat.cn open
gebroken, ieder nam mee, zooveel hij
üi'agen kon en de rest werd overge
laten aan de jonge koningin en aan
liet volk, dat zich om haar had gc-
scaaard en ontrouw was geworden
aan de aloude gebiedster.
Deze moest nu meewerken, om een
niewe kolonie tot. bloei te brengen.
Onpruetisch, zou inen zeggen, dat
prijs geven der goed gevulde woning,
maar de drang tot vermenigvuldi
ging en verspreiding beheersen! al
het levende, dus ook de bijen cn de
opofferingen, die zij zich daarvoor ge
troosten, blijken bronnen van energie
te zijn, en, gedreven door dien drang
loopt het kleine raderwerk sneller en
produceert het dubbele kracht.
Zoo verwondert het ons niet, dat
na twee, drie dagen, heele stukken
raat zijn gebouwd in de nieuwe wo
ning en dat blanke honingdruppels
schitteren op den bodem der pas ge
construeerde zeshoek Ine cellen. Dan
is er vreugde in de jonge kolonie én.
als na nog een paar dagen uit dui
zenden wasplaatjes materiaal is ge
kneed en de cellenrijen zijn vertien
voudigd, gaat de koningin door een
groepje werksters omringd, van cel
tot cel, om daarin haar eieren af te
zetten.
Dan blijkt uit niets meer, dat de
werkbijen haar oppermacht erken
nen. Zij is niets anders dan de pro-
duceerende slavin, die doet, wat an
deren van haar verlangen, zij heeft
geen initiatief, maar is het levende
werktuig, dat wordt gedreven door
den allesbeheerschenden wil der zwoo
gers, die zij toch allen zal overleven.
Nog parelen 's morgens de dauw
droppels als juweelen van enkele
uren, aan de blaadjes van de rozen,
aan de sprietige grashalmen, nog
rust het grootste deel van het onme
telijke insectenleger, als de door
werklust gedreven bijen naar buiten
komen.
Het is vroeg volgens den bewoner
der steden. Het is vier uur dus tijd
om te beginnen voor den buitenman
en zooals hij het veld opzoekt en zijn
e pieren doet zwellen, wanneer li ij de
spade omknelt of de zeis laat glijden
door het geurende gras, zoo spannen
ook de bijen zicb in en beginnen den
langen dag, waarin zij geen rustmo
ment zullen kennen. Even strijken ze
over de gebogen sprieten en het zoe
kende kopje, even onderzoeken ze de
yliegplank en dan verheffen ze zich
hoog in de lucht, om de enkele reeds
geopende bloemen te zoeken.
De zon stijgt hooger en verwarmt
8nel, wat de nacht afkoelde. Het werk
lil de bijenstad is in vollen gang. Zo
hebben dan hun vasfe wegen, de nij
vere diertjes, die geen oogenblik wil
len verliezen en lis wie in die rich
ting kijken, gaan er honderden over
ons 'hoofd naar de voorraadschuren
en nogmaals 'honderden verlaten op
nieuw hun woning a voorraad te
halen.
Toen ik mijn eerste bijenvolkje
had, klein, al bestond het naar schat
ting uit een tienduizend werksters,
werd dit zoo nauwlettend waargeno
men, dat ik eens trachtte te lellen,
hoeveel bijen in een minuut door het
vlieggat trokken.
Dat bleek ondoenlijk, maar als we
dat bij een goede kolonie, die in volle
actie is, zouden willen doen,, was het
geheel onmogelijk.
Dat is een komen en gaan, waar
geen oog op is te houden, dat werkt
en zwoegt en spot met alle mensche-
lijke weetgierigheid. Zij, de rusle-
toozé werksters, hebben geen tijd
om den mensch, die graag alles on
der cijfers brengt, te helpen.
Bijenhóuden is nooit eentonig en
steeds zien we nieuwe uitingen van
bijenvenmft en bijen werkkracht,
maar één indruk blijft altijd gelijk,
de bewondering voor de mooie orde
bij het toch zoo drukke werk.
Als we onze volken waarnemen, als
het werk aanvangt, is het begrijpelijk,
dat er orde beerseht, maar op de zon
nigste en dus drukste uren van Jen
dag, als alles vliegt en werkt, wat
werken kan, is er een regelmaat en
een kalmte, die ons het gnootsche
doel voelen in deze kleine wonder
wereld.
Zij werken en kweeken hun larven
op. de merkwaardige bijen, zij ge
hoorzamen aan één ongeziene macht,
zij verdedigen hun woning met groo
ten moed tegen den veel sterkeren
vijand en inmiddels groeit de kolo
nie aan en wordt het volk sterker en
welvarend door samenwerking en
nooit verstoorden vrede.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS.
Den Heer B. te H. Het plantje,
dat u mij hebt gezonden is de zachte
ooievaarsbek. geranium molle. U was
dus wel op goed terrein.
II. PEUSENS.
Parijsche Brieven
CC CLXXXUI.
De vrijgezellen... oud kein Ende.
De vrijgezellen maken zicli onge
rust. Wat geeft het eigenlijk, on, zoo
het Heet, „ïeuereen" legen ue voort
sie.ue supplementaire belasting op
de inkomsten is? Was mei „ieder
een" tegen bet wetsvoorstel bclretien-
de den drie-jarigen dienstplicht? Nu,
die drie-jarige is er toch doorgeko
men, in weerwil zelfs van de legen-
adviezen van deskundigen, dat wil
zeggen: generaals, kolonels, enz.
Waar zijn de deskundigen onder de
vrijgezellen? Telt het leger vrijgezels
ook zijn generaals en kolonels? Wie
zou dan, met eeDige kans op succes,
de belangen der ongetrouwden kun
nen verdediger tegen de snoode plan
nen der regecring?
Al uie o\ei\vcgidgcn hebben ettelij
ke vrijgezellen te Parijs doen beslui
ten, een vereeniging op te richten, on
der den naam: „Ceiibat's Associa
tion".
Het doel dier vereeniging is: schijn
huwelijken te bewerkstelligen. Schijn
huwelijken, die toch echte huwelijken
'zijn in den wettelijken zin des woords
Gecompliceerd?
Ja. Maar toch doenlijk.
Het mannelijk lid A. van genoemde
vereeniging treedt,, volgens rooster, in
het huwelijk met het vrouwelijk lid
B., op echte, wettige en wettelijke wij
ze. Bij het verlaten van het stadhuis
echter gaan de echtelieden elk zijns
weegs. Een hunner laat daarop het
verlaten der echtelijke woning consta-
leeren. Daarop wordt er een advo-
kaat 111 den arm genomen, die specia
list is in echtscheidingen, en deze be
pleit de ontbinding van het huwelijk.
iviaai', zal weilicnt iemand mij lo-
gomserpeii, daarnieue omkomen tie
belangiiebbenden siecnts gedurende
dat ëéue ia ai' aan de supplemeutuiro
belasting op vrijgezellen. Na de schei
ding echter....
Pardon, het volgend jaar trouwt
gezel A., weer volgens rooster, mei
gezellin C., en gezelliu B. met gezel D
Simple com me bonjour. Die jaarlijk-
schü huwelijken hebben plaats kort
voordat ue beiasungniijetten woruen
ronugedeeld. In de maand Maart ge
trouwd, in Juni gescheiden zoo
ontsnappen, teiken ja re, de celibatai
ren van beiderlei kunne aan de booze
supplementaire belasting. Hei ei van
Columbusl
Doch zou het honorarium voor den
advokuat, hij de echtscheiding, niet
grooter kunnen zijn dan het verschil
tusschen getrouwde en ongetrouwde
belasting?
Neen, dank zij de veelvuldigheid der
echtscheidingen. Een scheepslading
steenkolen kost- naar verhouding veel
minder dan een mud.
Dat alles zit dus heel netjes in el
kaar.
Edoch... wie peilt de diepe roerse
len des menschel ijken gemoeds en wie
waarborgt er de onveranderlijkheid
der menschelijke besluiten?
Indien, na het huwelijk, een der
partijen weigert om zijn eigeu weg te
gaan en zich beroept op de wette
lijkheid van den echt?
Wel, in de eerste plaats heeft de
afvallige dan nog rekening te houden
met d'en wil van de andere partij, en
in de tweede plaats is er door de ver
eeniging een bijzonder hooge boete
gesteld op het niet nakomen van haar
statuten.
Alleen en ziehier die moreele zij-
do van „Ceiibat's Association" al
léén ingeval beide partijen verkiezen
bij elkander te blijven, wordt bedoeld
boetestelsel niet toegepast.
Mijn vriend Max Dutray, een sta
tisticus, die wijsgeerige bevliegingen
heeft, verklaarde mij eenigermate
vóór de supplementaire belasting op
het celibaat te zijn.
Waarom? vroeg ik hem, niet zon- j
der verbazing, daar hij zelf onge
trouwd is.
Omdat het rechtvaardig is, dat
men tol betaalt voor het meerdere
geluk.
Voor het meerdere geluk?! Waar
maak je die meerderheid uit op? Ik
dacht andiers, dat
Van de zelfmoordenaars belmo
ren 14 pCt. tot de getrouwde mannen,
j en maar 33 pCt. tot de vrijgezellen?
I En de overige 23 pCt.?
J Weduwnaars en gescheidenen.
I En hoe is het bij de zelfmoorde-
naarsters gesteld?
Getrouwde vrouwen 43 pCt.onge
trouwde 28 pCt.weduwen en ge
scheiden vrouwen29 pCt.
Zoo'n statisticus moet bij zijn
werk loch goed gewapend zijn tegen
zedel ij ke on tn uchteringen
Enfinmogen de vrijgezels als
zoodanig rechtmatige grieven hebben
tegen de regeering, net dienstbaar
personeel is op het oogenblik in zijn
nopjes over een diecreet, uitgevaar
digd naar het voorstel vaii den minis
ter van Arbeid, waarbij deze voortaan
gerechtigd is om eeremedailles toe te
kennen aan knechten en dienstmeis
jes.
Die eeremedailles zijn van hetzelf
de inodel als die, welke door den mi
nister van Handel worden toegekend
aan werklieden, handels- én hidustri-
ecle geëmployeerden. Ze laten de
dracht van het driekleurig lintje toe.
Om ze te verkrijgen, moeten de
knechten en dienstmeisjes het bewijs
leveren van 30-jarigen onafgebroken
dienst in hetzelfde huis of bij dezelfde
familie. Bij „force majeure", onaf
hankelijk dus van den wil der diena
ren, wordt met de bepaling omtrent
„hetzelfde huis" en „dezelfde familie"
de hand gelicht.
Overigens wordt met den duur, -ten
termijn van dertig jaar geen reke
ning gehouden, indien de bediende
zich tijdens de uitoefening van zijn
beroep bijzonder verdienstelijk heeft
gemaakt.
De prefecten zijn uitgenoodïgd om
vóór den lsten October a.s. een lijst
op te maken van .de bedienden, -üe
voor deze belooning in" aanmerking
komen. De eerste „promotie" zal dan
in het begin van November plaats
hebben.
Sapristi! moet dan heel Frankrijk
gedecoreerd worden? Ofschoon... 30,
zegge dertig, jaren onafgebrokeu
dienst bij dezelfde familie, dan wel
bijzondere verdienstelijkheid in den
dienst ik twijfel er hard aan, of,
in dezen tijd van beroepssyndicaten,
de oogst ter zake groot zal zijn. Een
Amstcrdomsche dienstmeid althans
zou beslist zeggen: „Dertig jare onaf
gebroken dienst bij dezelfde fami
lie? 'k Zou je lekker dankel Die 't
doet, is van Lotje getikt!"
Intusschen geef ik grif toe, dat het
hoogst chic staat er een knecht op
na te houden^ die een decoratie
draagt en, op zijn visitekaartje, onder
zijn naam kan laten drukken:.,Che
valier du Ruban-Tricolore" of iets
dergelijks.
Eens bracht ik een bezoek aan ma
dame la baronnè de L., een oude ken
nis van mij. Het was mijn eerste be
zoek in heur nieuwe woning. Daar Je
visite dringend was en ik me zoo
juist bad onttrokken aan andere am
bulante bezigheden, was ik in mijn
gewoon pak gestoken. De concierge,
wion ik naar de apartementen
der barones vroeg, nam mij met scher
pen blik op en wees, gewend als hij
wus aan bezoeken van heeren in rok
of, voor het minst, in smoking, mij
de diensttrap aan.
Par ici! sprak hij met een dé
daigneus gebaar.
Met ijzige kalmte en onder buigen
de vriendelijkheid antwoordde ik:
Pardon, u vergist u. Ik ben de
koning van Javal
Miraculeuze ommekeer! De man
stamelde allerlei verontschuldigingen
en ma alt te vijf-en-dertig strijkages,
waarop hij mij met gebogen hoofd
naar de andere trap geleidde!
Zoo'n man, vind ik, verdient óók
een driekleurig lintje, of hij al dan
niei 30 jaar onafgebroken in hetzelf
de huis heeft gediend. Het besef van
de waardigheid van een huis- of een
familie-milieu dient in een kneoht
mede beloond te worden
OTTO KNAAP.
Annie uit de Lunchroom
van Fuiford.
(Naar het Engelse h).
Er waren bijna geen bezoekers in
de lunchroom van Fuiford, toen Mi'.
J.ohn Stokes binnenkwam. Het waa
zijn gewone tijd en minstens één paar
oogen verhelderde; toen -hij de tocht
deur doorging.
Annie, jouw beurtfliiisterde
een van de bedienende meisjes on
deugend.
Een slank meisje met een aureool
van goudblond haar bloosde een beet
je en glimlachte.
Mr. John Stokes ging rechtstreeks
naar zijn gewone hoekje. Maar zel
den vond hij het op dit uur bezet.
Tiet meisio met goudblonde baar
ging naar hem toe.
Goedenavond, Miss Baincs
zei hii vriendelijk. Hoe gaaf. het
Heel goed, dank u. Mr.
antwoordde zii bedeesd. Thee?
En geroosterd brood, als het u
blieft
Dat was hel gewone verzoek, dn
een soort van hooge bank naast de
deur zat met arendsoogen de direc
trice van de lunchroom, die goed
oplette, of eerst de zaken behartigd
werden.
Na enkele minuten kreeg de bezoe
ker het bestelde en nu mocht Annie
zich even aan een gesprek wijden.
De vacantie al vastgesteld, "An
nie? zei Mr. Stokes zacht.
Niet dat ér eenig gevaar bestond,
dat hun gesprok zou worden afgeluis
terd. De andere meisjes zorgden or
met vriendelijken tact voor, dat An
nie en haar speciale vriend zooveel
mogelijk met rust gelaten werden, en
dc directrice dutte na een middag van
groote inspanning even in.
A,s Maandag, zooals ik ver
wachtte, klonk het antwoord.
Goed i riep Mr. Stokes uit,
ill Iieb mijn vacantie ou denzelfden
■datum gesteld. Maar, Annie
Hij zweeg en keek haar aandachtig
aan.
.Te schijnt niet bijzonder vroolijk
gestemd te ziin. merkte hii op.
Ik dacht nog wel, dat je bijna de uren
zou tellen, die er nog verloopen moes
ten.
Het meisje glimlachte even, maar
er lag iets gedwongens in.
O, zoo'n vacantie is niet kwaad
hernam zij. Waar is u van plan
•heen te gaan?
Dat hangt er van af. zei Mr.
Stokes, haar veelbeleekenend aankij
kend.
Hoe dan En Annie's blos
werd donkerder.
Je weet toch nog wel waarover
wij onlangs gesproken hebben? Waar
denk je heen te gaan
Het meisje haalde diep adem.
O. ik heb afgesproken in In
Schotland, heel in het Noorden van
Schotland te zullen komen In Ben
Bensin Tussie. Dear woont een nicht
van mii.
Mr SI ok es keek haar vol verbazing
van terzijde aan en trachtte vergeefs
te fluiten.
Watriep hij. Dat is ver
weg van hier!
Zijn gezellin gaf geen antwoord.
Dut zal nogal veel kosten, niet
waar
Och, u moet denken, het verblijf
daar kost in ij niets.
Ja, ja zei Mr. Stokes pein
zend. Toen liet hij een diepen zucht
hooren. Dan komt er dus niets van
mijn plannetje. Ik rekende er op. Jat
wij minstens eerrweek samen in een
kleine hadplaats in Devonshire zou
den doorbrengen. En je gaat dus
naar Ben Hoe noem je het ook
wéér
lk vrees dat er niets aan veran
derd kan worden, zei Miss Baines
zóó zacht, dat hij haar ternauwer
nood kon verstaan.
Dat hadt je mij wel eens wat
eerder kunnen vertellen 1 zei Jlr.
Stokes, een beetje verwijtend.
Het meisje draaide zich om.
't Spijt mij was alles wat zij
zei. En Mr. Stokes zou hebben durven
zweren, dat er tranen In haar oogcu
stonden.
Annie, luister eens. zeide hij
vlug.
Maar zij was al buiten het bereik
van zijn stem.
Mr, Stokes dronk haastig de rest
van.zijn thee uit, en stikte bijna in
een poging, om het laatst overgeble
vene van zijn portie naar binnen te
werken. Hij talmde nog enkele mi
ten, maar Miss Baines verscheen niet
weer. De andere meisjes konden niet
nalaten daarover met elkander te
giogelejj I Het vervekenpapiertje lag
naast zijn bord. Werktuigelijk nam
hij het op, ging naar de kas, betaalde-
en verdween.
Hoe meer hij over het vreemde ge
drag van Miss Baines nadacht, des te
boozer werd hij en des te raadselach
tiger kwam hem alles voor. Waarom
had zij hem zoo behandeld In elk
geval zou hij haar een lesje geven
Hij zou het overige van de week
niet meer naar de lunchroom van
Fuiford toe gaan. Zij kon dan gaan
naai' Ben hoe was het ook weer?
en als hij terug kwam, misschien y—
Mr. Stokes scheen door een ojifio-
j mende gedachte plotseling hevig te j
schrikken.
Gesteld, dat zij eens niet terug
kwam „Bij een nicht", had zij ge
zegd. Gesteld eens, dat zij daar heen
ging om te trBah Dat was irn-
roers onzin Zij ging evenmin naar
Schotland als hij naar Jeruzalem I
Het was niets dan een gril om hem te
plagen. T Kon hem niets schelen. Hij
zou naar Devonsliire gaan, zooals hij
van plun geweest was. IJij was niet
van plan te gaan treuren over «en
meisje, dat hem zoo behandelde-
Zoo dacht Mr. Stokes in een bijna
slapeloozen nacht.
Den volgenden avond had hij de
grootste moeite zichzelf te dwingen,
niet naar Fuiford te gaan. Zijn trots
triomfeerde ten koste van zijn ge- i
voel. Den avond uaarup Aaiei uag j
viel zijn geheele vaste besluit weer j
m het niet, en ging Hij op het gewone
uur naar de lunchroom, om daar te
hooren ual Miss Barnes op Haai eigen
speciaal verzoek, dien morgen al va
cantie had gekregen en niet voor
over veertien dagen in haar betrek
king bij Fuiford terugverwacht werd. I
Nu was de verhouding van Mr. I
bioaes tot Miss Barnes nog mot1
in uat stadium gekomen, dat hij zich
gerechtigd voelde, haar thuis tebren-l
gen. Feitelijk had hij haar nooit er-
gens anders ontmoet dan in de
lunchroom van Fuiford. Hij wist dut
haar huis ergens in de nabijheid van
de Waterloobrug stond, en dat zij een
moeder en zuster had, die er op ge
steld waren het 's Zondags rustig te
hebben.
Hij zou haai adres misschien bij
Fuiford te weten kunnen konten,
xhaar het zou toch ook weer niet on
mogelijk zijn, dat men weigerde het
hem te geven en om door die giegeleu-
de meisjes afgescheept te worden, dat
was iets, waaraan hij niet mocht
denken.
Daarom ging hij heen na een kopje
thee gedronken te hebben, waaraan
geen geur was, en geroosterde brood
jes gegeten te hebben, die als ver
brande asch smaakten de asch van
zijn helde, zooals Air. Stokes heel sen
timenteel dacht.
Tut heel Juut uien avond liep hij op
de Waterloobrug heen en weer en
politieagenten negunuen hem wan
trouwend aan te kijken. Zouden zij
denken, dat hij de gelegenheid al-
wachtte om zich in de rivier te wer
pen Hij lachte in zichzelf om dat
denkbeeld. Neen, zoo'n dwaas was hij
zeker niet. Hij zou naar huis gaan en
inpakken voor zijn vertrek naar De
vonshire. Vacantie! Heerlijk, zoo'n
vacantie En Mr. Stokes lachte weer
heel luid, zoodat een onbeschaamde
courantenjongen fcern spottend wat
nariep.
II.
Mr. John Stokes leunde over de
zeewering en keek naai- de zee. De
laatste tien dagen had hij door het
goede Devon gereisd en was einde
lijk in de kleine badplaats aangeko
men, waar hij van plan was zijn va-
cantiedagen door te brengen en waar
hij eens gehoopt had een heerlijke
week i ngezeischap van Annie Baines
lo beleven. De pathos van hetgeen
had kunnen zijn, trof liem nu meer
dan ooit en do zee was in een grijze,
sombere stemming. Na zich omge
keerd te hebben, keek hij naar de en
kele wandelaars op het strand.
liet was tegen het fallen van den
avond en de meeste menscüeii waren
naar huis gegaan om thee te drin
ken; muur een mensch groeit in zijn
gewoonten vast, en Mr. Stokes voel
de daaraan nooit behoefte vóór zes
uur.
Daar naderde een vrouw van mid-
dellburen leeftijd, die een soort van
badstoel voortreed, waarin een jong
meisje met een heel zwak uiterlijk.
Mr. Stokes zuchtte vol sympathie,
toen hij naar haar keek. Haai' gelaat
herinnerde hem vaag aan Annie. Zij
had natuurlijk niet zooveel kleur,
maar het haar was ge!ijk en zij draai
de precies op dezelfde manier haar
hoofd om als zij sprak. Zij praatte nu
op heel levendigen toon tot de oude
re vrouw, die lachte en haar ook op
vroolijken toon antwoordde.
Zij schijnen in weerwil van hun
tegenspoed heel opgewekt te zijn,
mompelde Mr. Stokes. Zeker moeder
en dochter.
Het tweetal kwam langs hern heen
en liep hein voorbij. Op dat oogen
blik viel er een enveloppe uit den
i badstoel in het zand
Air. Stokes kwam naderbij en
raapte haar op.
Pardon, mevrouwt zei bij, U
heeft dit laten vallen.
Heb ik al gezegd, dat Afr. Stokes
bediende bij een groot lakenkoopman
Zij bleven staan en de oudste der
beide vrouwen keerde zich om, ter
wijl het meisje baar hoofd omdraai
de.
Groote goedheid, de brief van
Annie, moeder! riep zij uil. Hoe dom
van mijl
Dank u wel zeer, mijnheer! zei
haar moeder.
Mr. Stokes had een pak aan dat
hem buitengewoon goed stond, en ile
tién dagen buitenlucht hadden zijn
aangenaam, open gelaat lieeiemaal
gebruind. Hij overhandigde haar met
een lichte buiging den brief en ter
wijl hij dat deed, keek hij plotseling
getroffen op. Hij had den bovensten
regel van hel adres op de enveloppe
gelezen.
„Airs, Baines" stond daar.
Merkwaardig! zei hij op zenuw
achtige» toon. U noemde daar den
naam Annie, niet waar? Toch niet
Annie Baines?
Zij staarden hem beiden aan.
Ja, zei de oudere viouw lang
zaam. De brief is van mijn dochter.
Annie. En mijn naam is Baines. Wat
meent u? Kent u haar dan?
Mijn naam is Stokes. Misschiet?
heeft u wel eens van mij gehoord
Wat, John Stokes? zei nu de zie-
ke.Wel natuurlijk! Annie heeft dik
wijls ever u gesproken!
Mr. Stokes zuchtte.
En dat wij elkaar nu op deze
wijze moeten ontmoeten! zei hij. Ik
zal u er alles van vertellen! En dat
deed hij.
Het was een vei'lichiing voor hem
in iemand vertrouwen te kunnen
stellen en hij verzweeg"niets.
Wel heb ik van mijn leven! riep
Mrs. Baines, nadat hij had uilgespro
lien, half zenuwachtig lachend uit.
En heeft zij u dus verteld dat zij naar
Schotland ging.
TraldernkLerire, Lra-la-la! neu
riede de zieke ,met wat Mr. Stokes
misplaatste luchthartigheid toescheen
Natuurlijk heb ik het niet ge
loofd, zei hij snel.
Mrs. Baines keek hem nieuwsgie
rig aan.
Weet u waar zij nu is? vroeg zij.
Hoe zou ik dat weten? antwoord
de mr. Stokes, Zij is toch niet bij u?
vroeg hij met een plotseling glinste
ren in zijn blauwe oogen.
Airs. Baines schudde het hoofd.
Zij is thuis om het huishouden
te doen, zei jse, terwijl haar zuster
Bessie hier en ik vacantie hebben.
Maar maar waarom ter wereld
heeft zij mij dal mei verteld? vroeg
Mr. Stokes.
Zij was van plan dat te doen,
zei Bessie haastig, op dien laatsten
avond, toen u haai- ontmoette, maar
het kostte haar zooveel u zoo'n teleur
telling aan te moeten doen, dat zij
op dat oogenblik niets meer kon zeg
gen en toen zij zichzelf weer meester
was, was u verdwenen. Toen ver
wachtte zij u den volgenden avond te
zullen zien.
Ms. Stokes liet een zucht van be
rouw hooien.
Maar zij zei later dat het haar
toeh niet zoo speel, voegde het meis
je er bij, omdat u dan misschien ook
in Londen zou zijn gebleven in plaats
van ergens builen van uw vacantie to
genieien,
En heeft u pas bericht van haar
geluid? vroeg Mr. Stokes.
Ja, antwoordde Mrs. Baines. Zij
schrijft heel opgewekt. Behalve zij
•zelf is er nu niemand anders thuis
dun een oude heer en dame, zij we
ten er alles van en bezorgen haar zoo
weinig mogelijk last. Zij doen ook nu
hun best dat zij zooveel mogelijk uit
gaat, maar daar schijnt niet veel van
te komen Zij beweert geen gezelschap
te hebben, dat haar bevalt.
Mr. Stokes nam een kloek bc-sluit.
Hoe is haar adres? vroeg hij. ïk
heb het nooit geweten.
Airs. Baines aarzelde, moederlijke
voorzichtigheid sprak uit haar oogen.
..78 Jessamine Road," zei nu de
zieke.
Wil u aan Annie schrijven?
vroeg Airs. Baines hem critisch van.
het hoofd tot de voeten opnemend.
Niet noodig, antwoordde Air.
Stokes. Ik kan vlugger dan een brief
ill de stud zij».
Maar u zei. dat uw vacantie pas
Zaterdag1 voorbij was, zei Biss Bessie
Baines, met een slimmen glar.s in
haar oogen, die Mr. Stokes sterker
nog dan te voren aan Annie deed
deDken.
O, ja! Maar ik moet noodzalte-