BUBLADVAN HAARLEM'S DAGBLAD 31s Jaargang, ZA.TBKDAE 16 AUGUSTUS 1913 No 9250 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S BA.02LAÜ KOST 11.20 PER 3 SAANDEN ®F 10 CF8T PER WEEK. ADMKISTRATIH GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTEWTlÊii DOELT REFFB4D. OflZE AWNONOES WODEN OPGEMERKT' Met Rijke Natuurleven HOE DE BIJENZWERM AAN LANDDE. In ©en bijdrage van 21 Juni be schreef ik den grooten uittocht van 'n gedeelte der bijen uit een goed gevul de kast, van den eersten zwernt, die dronken van zonneweelde, zich in de lucht verhief, omstuwend de oude moederbij, die sinds verleden jaar, toen ze haar koninklijke wieg ver liet, heele geslachten om zich heen zag groeien en te gronde gaan. Do weeldevlucht, die een half uur duurde en waarvoor alles werd prijs gegeven, honingkelders en stuifmeel rijkdom, jonge bijen en hulpelooze larven., eindigde met een te hoop loopen aan een rhododendrontak, waar de zonnekinderen zich verdron gen om de oude koningin. Toen werden ze geschud in een klein korfje en de overgebleven bijen die enkele minuten geleden nog stoei den in de zondoorstraalde lucht, lie ten zich als levenlooze voorwerpjes opscheppen met een lepel, bij tienen, bij honderden tegelijk en de enkelen, die opvlogen, misten hun koningin in de lucht, gingen weer zitten en wer den met de overigen vereenigd. Toen de schemer inviel, mochten ■de duizenden hun nieuwe woning bezit nemen. Tevreden zoemend trokken ze door het vlieggat van de nieuwe kast naar binnen. De koningin, die even onrus tig rondliep temidden van haar ge trouwen, haastte zich naar binnen en toen, door den reuk geleid, was het een wild haasten van de werkkbijen en darren, om de nieuwe woning in te gaan. De honingmaagjes waren goed ge vuld. Even voor de groote vlucht wa ren dé verzegelde honingvat.cn open gebroken, ieder nam mee, zooveel hij üi'agen kon en de rest werd overge laten aan de jonge koningin en aan liet volk, dat zich om haar had gc- scaaard en ontrouw was geworden aan de aloude gebiedster. Deze moest nu meewerken, om een niewe kolonie tot. bloei te brengen. Onpruetisch, zou inen zeggen, dat prijs geven der goed gevulde woning, maar de drang tot vermenigvuldi ging en verspreiding beheersen! al het levende, dus ook de bijen cn de opofferingen, die zij zich daarvoor ge troosten, blijken bronnen van energie te zijn, en, gedreven door dien drang loopt het kleine raderwerk sneller en produceert het dubbele kracht. Zoo verwondert het ons niet, dat na twee, drie dagen, heele stukken raat zijn gebouwd in de nieuwe wo ning en dat blanke honingdruppels schitteren op den bodem der pas ge construeerde zeshoek Ine cellen. Dan is er vreugde in de jonge kolonie én. als na nog een paar dagen uit dui zenden wasplaatjes materiaal is ge kneed en de cellenrijen zijn vertien voudigd, gaat de koningin door een groepje werksters omringd, van cel tot cel, om daarin haar eieren af te zetten. Dan blijkt uit niets meer, dat de werkbijen haar oppermacht erken nen. Zij is niets anders dan de pro- duceerende slavin, die doet, wat an deren van haar verlangen, zij heeft geen initiatief, maar is het levende werktuig, dat wordt gedreven door den allesbeheerschenden wil der zwoo gers, die zij toch allen zal overleven. Nog parelen 's morgens de dauw droppels als juweelen van enkele uren, aan de blaadjes van de rozen, aan de sprietige grashalmen, nog rust het grootste deel van het onme telijke insectenleger, als de door werklust gedreven bijen naar buiten komen. Het is vroeg volgens den bewoner der steden. Het is vier uur dus tijd om te beginnen voor den buitenman en zooals hij het veld opzoekt en zijn e pieren doet zwellen, wanneer li ij de spade omknelt of de zeis laat glijden door het geurende gras, zoo spannen ook de bijen zicb in en beginnen den langen dag, waarin zij geen rustmo ment zullen kennen. Even strijken ze over de gebogen sprieten en het zoe kende kopje, even onderzoeken ze de yliegplank en dan verheffen ze zich hoog in de lucht, om de enkele reeds geopende bloemen te zoeken. De zon stijgt hooger en verwarmt 8nel, wat de nacht afkoelde. Het werk lil de bijenstad is in vollen gang. Zo hebben dan hun vasfe wegen, de nij vere diertjes, die geen oogenblik wil len verliezen en lis wie in die rich ting kijken, gaan er honderden over ons 'hoofd naar de voorraadschuren en nogmaals 'honderden verlaten op nieuw hun woning a voorraad te halen. Toen ik mijn eerste bijenvolkje had, klein, al bestond het naar schat ting uit een tienduizend werksters, werd dit zoo nauwlettend waargeno men, dat ik eens trachtte te lellen, hoeveel bijen in een minuut door het vlieggat trokken. Dat bleek ondoenlijk, maar als we dat bij een goede kolonie, die in volle actie is, zouden willen doen,, was het geheel onmogelijk. Dat is een komen en gaan, waar geen oog op is te houden, dat werkt en zwoegt en spot met alle mensche- lijke weetgierigheid. Zij, de rusle- toozé werksters, hebben geen tijd om den mensch, die graag alles on der cijfers brengt, te helpen. Bijenhóuden is nooit eentonig en steeds zien we nieuwe uitingen van bijenvenmft en bijen werkkracht, maar één indruk blijft altijd gelijk, de bewondering voor de mooie orde bij het toch zoo drukke werk. Als we onze volken waarnemen, als het werk aanvangt, is het begrijpelijk, dat er orde beerseht, maar op de zon nigste en dus drukste uren van Jen dag, als alles vliegt en werkt, wat werken kan, is er een regelmaat en een kalmte, die ons het gnootsche doel voelen in deze kleine wonder wereld. Zij werken en kweeken hun larven op. de merkwaardige bijen, zij ge hoorzamen aan één ongeziene macht, zij verdedigen hun woning met groo ten moed tegen den veel sterkeren vijand en inmiddels groeit de kolo nie aan en wordt het volk sterker en welvarend door samenwerking en nooit verstoorden vrede. H. PEUSENS. VRAGENBUS. Den Heer B. te H. Het plantje, dat u mij hebt gezonden is de zachte ooievaarsbek. geranium molle. U was dus wel op goed terrein. II. PEUSENS. Parijsche Brieven CC CLXXXUI. De vrijgezellen... oud kein Ende. De vrijgezellen maken zicli onge rust. Wat geeft het eigenlijk, on, zoo het Heet, „ïeuereen" legen ue voort sie.ue supplementaire belasting op de inkomsten is? Was mei „ieder een" tegen bet wetsvoorstel bclretien- de den drie-jarigen dienstplicht? Nu, die drie-jarige is er toch doorgeko men, in weerwil zelfs van de legen- adviezen van deskundigen, dat wil zeggen: generaals, kolonels, enz. Waar zijn de deskundigen onder de vrijgezellen? Telt het leger vrijgezels ook zijn generaals en kolonels? Wie zou dan, met eeDige kans op succes, de belangen der ongetrouwden kun nen verdediger tegen de snoode plan nen der regecring? Al uie o\ei\vcgidgcn hebben ettelij ke vrijgezellen te Parijs doen beslui ten, een vereeniging op te richten, on der den naam: „Ceiibat's Associa tion". Het doel dier vereeniging is: schijn huwelijken te bewerkstelligen. Schijn huwelijken, die toch echte huwelijken 'zijn in den wettelijken zin des woords Gecompliceerd? Ja. Maar toch doenlijk. Het mannelijk lid A. van genoemde vereeniging treedt,, volgens rooster, in het huwelijk met het vrouwelijk lid B., op echte, wettige en wettelijke wij ze. Bij het verlaten van het stadhuis echter gaan de echtelieden elk zijns weegs. Een hunner laat daarop het verlaten der echtelijke woning consta- leeren. Daarop wordt er een advo- kaat 111 den arm genomen, die specia list is in echtscheidingen, en deze be pleit de ontbinding van het huwelijk. iviaai', zal weilicnt iemand mij lo- gomserpeii, daarnieue omkomen tie belangiiebbenden siecnts gedurende dat ëéue ia ai' aan de supplemeutuiro belasting op vrijgezellen. Na de schei ding echter.... Pardon, het volgend jaar trouwt gezel A., weer volgens rooster, mei gezellin C., en gezelliu B. met gezel D Simple com me bonjour. Die jaarlijk- schü huwelijken hebben plaats kort voordat ue beiasungniijetten woruen ronugedeeld. In de maand Maart ge trouwd, in Juni gescheiden zoo ontsnappen, teiken ja re, de celibatai ren van beiderlei kunne aan de booze supplementaire belasting. Hei ei van Columbusl Doch zou het honorarium voor den advokuat, hij de echtscheiding, niet grooter kunnen zijn dan het verschil tusschen getrouwde en ongetrouwde belasting? Neen, dank zij de veelvuldigheid der echtscheidingen. Een scheepslading steenkolen kost- naar verhouding veel minder dan een mud. Dat alles zit dus heel netjes in el kaar. Edoch... wie peilt de diepe roerse len des menschel ijken gemoeds en wie waarborgt er de onveranderlijkheid der menschelijke besluiten? Indien, na het huwelijk, een der partijen weigert om zijn eigeu weg te gaan en zich beroept op de wette lijkheid van den echt? Wel, in de eerste plaats heeft de afvallige dan nog rekening te houden met d'en wil van de andere partij, en in de tweede plaats is er door de ver eeniging een bijzonder hooge boete gesteld op het niet nakomen van haar statuten. Alleen en ziehier die moreele zij- do van „Ceiibat's Association" al léén ingeval beide partijen verkiezen bij elkander te blijven, wordt bedoeld boetestelsel niet toegepast. Mijn vriend Max Dutray, een sta tisticus, die wijsgeerige bevliegingen heeft, verklaarde mij eenigermate vóór de supplementaire belasting op het celibaat te zijn. Waarom? vroeg ik hem, niet zon- j der verbazing, daar hij zelf onge trouwd is. Omdat het rechtvaardig is, dat men tol betaalt voor het meerdere geluk. Voor het meerdere geluk?! Waar maak je die meerderheid uit op? Ik dacht andiers, dat Van de zelfmoordenaars belmo ren 14 pCt. tot de getrouwde mannen, j en maar 33 pCt. tot de vrijgezellen? I En de overige 23 pCt.? J Weduwnaars en gescheidenen. I En hoe is het bij de zelfmoorde- naarsters gesteld? Getrouwde vrouwen 43 pCt.onge trouwde 28 pCt.weduwen en ge scheiden vrouwen29 pCt. Zoo'n statisticus moet bij zijn werk loch goed gewapend zijn tegen zedel ij ke on tn uchteringen Enfinmogen de vrijgezels als zoodanig rechtmatige grieven hebben tegen de regeering, net dienstbaar personeel is op het oogenblik in zijn nopjes over een diecreet, uitgevaar digd naar het voorstel vaii den minis ter van Arbeid, waarbij deze voortaan gerechtigd is om eeremedailles toe te kennen aan knechten en dienstmeis jes. Die eeremedailles zijn van hetzelf de inodel als die, welke door den mi nister van Handel worden toegekend aan werklieden, handels- én hidustri- ecle geëmployeerden. Ze laten de dracht van het driekleurig lintje toe. Om ze te verkrijgen, moeten de knechten en dienstmeisjes het bewijs leveren van 30-jarigen onafgebroken dienst in hetzelfde huis of bij dezelfde familie. Bij „force majeure", onaf hankelijk dus van den wil der diena ren, wordt met de bepaling omtrent „hetzelfde huis" en „dezelfde familie" de hand gelicht. Overigens wordt met den duur, -ten termijn van dertig jaar geen reke ning gehouden, indien de bediende zich tijdens de uitoefening van zijn beroep bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt. De prefecten zijn uitgenoodïgd om vóór den lsten October a.s. een lijst op te maken van .de bedienden, -üe voor deze belooning in" aanmerking komen. De eerste „promotie" zal dan in het begin van November plaats hebben. Sapristi! moet dan heel Frankrijk gedecoreerd worden? Ofschoon... 30, zegge dertig, jaren onafgebrokeu dienst bij dezelfde familie, dan wel bijzondere verdienstelijkheid in den dienst ik twijfel er hard aan, of, in dezen tijd van beroepssyndicaten, de oogst ter zake groot zal zijn. Een Amstcrdomsche dienstmeid althans zou beslist zeggen: „Dertig jare onaf gebroken dienst bij dezelfde fami lie? 'k Zou je lekker dankel Die 't doet, is van Lotje getikt!" Intusschen geef ik grif toe, dat het hoogst chic staat er een knecht op na te houden^ die een decoratie draagt en, op zijn visitekaartje, onder zijn naam kan laten drukken:.,Che valier du Ruban-Tricolore" of iets dergelijks. Eens bracht ik een bezoek aan ma dame la baronnè de L., een oude ken nis van mij. Het was mijn eerste be zoek in heur nieuwe woning. Daar Je visite dringend was en ik me zoo juist bad onttrokken aan andere am bulante bezigheden, was ik in mijn gewoon pak gestoken. De concierge, wion ik naar de apartementen der barones vroeg, nam mij met scher pen blik op en wees, gewend als hij wus aan bezoeken van heeren in rok of, voor het minst, in smoking, mij de diensttrap aan. Par ici! sprak hij met een dé daigneus gebaar. Met ijzige kalmte en onder buigen de vriendelijkheid antwoordde ik: Pardon, u vergist u. Ik ben de koning van Javal Miraculeuze ommekeer! De man stamelde allerlei verontschuldigingen en ma alt te vijf-en-dertig strijkages, waarop hij mij met gebogen hoofd naar de andere trap geleidde! Zoo'n man, vind ik, verdient óók een driekleurig lintje, of hij al dan niei 30 jaar onafgebroken in hetzelf de huis heeft gediend. Het besef van de waardigheid van een huis- of een familie-milieu dient in een kneoht mede beloond te worden OTTO KNAAP. Annie uit de Lunchroom van Fuiford. (Naar het Engelse h). Er waren bijna geen bezoekers in de lunchroom van Fuiford, toen Mi'. J.ohn Stokes binnenkwam. Het waa zijn gewone tijd en minstens één paar oogen verhelderde; toen -hij de tocht deur doorging. Annie, jouw beurtfliiisterde een van de bedienende meisjes on deugend. Een slank meisje met een aureool van goudblond haar bloosde een beet je en glimlachte. Mr. John Stokes ging rechtstreeks naar zijn gewone hoekje. Maar zel den vond hij het op dit uur bezet. Tiet meisio met goudblonde baar ging naar hem toe. Goedenavond, Miss Baincs zei hii vriendelijk. Hoe gaaf. het Heel goed, dank u. Mr. antwoordde zii bedeesd. Thee? En geroosterd brood, als het u blieft Dat was hel gewone verzoek, dn een soort van hooge bank naast de deur zat met arendsoogen de direc trice van de lunchroom, die goed oplette, of eerst de zaken behartigd werden. Na enkele minuten kreeg de bezoe ker het bestelde en nu mocht Annie zich even aan een gesprek wijden. De vacantie al vastgesteld, "An nie? zei Mr. Stokes zacht. Niet dat ér eenig gevaar bestond, dat hun gesprok zou worden afgeluis terd. De andere meisjes zorgden or met vriendelijken tact voor, dat An nie en haar speciale vriend zooveel mogelijk met rust gelaten werden, en dc directrice dutte na een middag van groote inspanning even in. A,s Maandag, zooals ik ver wachtte, klonk het antwoord. Goed i riep Mr. Stokes uit, ill Iieb mijn vacantie ou denzelfden ■datum gesteld. Maar, Annie Hij zweeg en keek haar aandachtig aan. .Te schijnt niet bijzonder vroolijk gestemd te ziin. merkte hii op. Ik dacht nog wel, dat je bijna de uren zou tellen, die er nog verloopen moes ten. Het meisje glimlachte even, maar er lag iets gedwongens in. O, zoo'n vacantie is niet kwaad hernam zij. Waar is u van plan •heen te gaan? Dat hangt er van af. zei Mr. Stokes, haar veelbeleekenend aankij kend. Hoe dan En Annie's blos werd donkerder. Je weet toch nog wel waarover wij onlangs gesproken hebben? Waar denk je heen te gaan Het meisje haalde diep adem. O. ik heb afgesproken in In Schotland, heel in het Noorden van Schotland te zullen komen In Ben Bensin Tussie. Dear woont een nicht van mii. Mr SI ok es keek haar vol verbazing van terzijde aan en trachtte vergeefs te fluiten. Watriep hij. Dat is ver weg van hier! Zijn gezellin gaf geen antwoord. Dut zal nogal veel kosten, niet waar Och, u moet denken, het verblijf daar kost in ij niets. Ja, ja zei Mr. Stokes pein zend. Toen liet hij een diepen zucht hooren. Dan komt er dus niets van mijn plannetje. Ik rekende er op. Jat wij minstens eerrweek samen in een kleine hadplaats in Devonshire zou den doorbrengen. En je gaat dus naar Ben Hoe noem je het ook wéér lk vrees dat er niets aan veran derd kan worden, zei Miss Baines zóó zacht, dat hij haar ternauwer nood kon verstaan. Dat hadt je mij wel eens wat eerder kunnen vertellen 1 zei Jlr. Stokes, een beetje verwijtend. Het meisje draaide zich om. 't Spijt mij was alles wat zij zei. En Mr. Stokes zou hebben durven zweren, dat er tranen In haar oogcu stonden. Annie, luister eens. zeide hij vlug. Maar zij was al buiten het bereik van zijn stem. Mr, Stokes dronk haastig de rest van.zijn thee uit, en stikte bijna in een poging, om het laatst overgeble vene van zijn portie naar binnen te werken. Hij talmde nog enkele mi ten, maar Miss Baines verscheen niet weer. De andere meisjes konden niet nalaten daarover met elkander te giogelejj I Het vervekenpapiertje lag naast zijn bord. Werktuigelijk nam hij het op, ging naar de kas, betaalde- en verdween. Hoe meer hij over het vreemde ge drag van Miss Baines nadacht, des te boozer werd hij en des te raadselach tiger kwam hem alles voor. Waarom had zij hem zoo behandeld In elk geval zou hij haar een lesje geven Hij zou het overige van de week niet meer naar de lunchroom van Fuiford toe gaan. Zij kon dan gaan naai' Ben hoe was het ook weer? en als hij terug kwam, misschien y— Mr. Stokes scheen door een ojifio- j mende gedachte plotseling hevig te j schrikken. Gesteld, dat zij eens niet terug kwam „Bij een nicht", had zij ge zegd. Gesteld eens, dat zij daar heen ging om te trBah Dat was irn- roers onzin Zij ging evenmin naar Schotland als hij naar Jeruzalem I Het was niets dan een gril om hem te plagen. T Kon hem niets schelen. Hij zou naar Devonsliire gaan, zooals hij van plun geweest was. IJij was niet van plan te gaan treuren over «en meisje, dat hem zoo behandelde- Zoo dacht Mr. Stokes in een bijna slapeloozen nacht. Den volgenden avond had hij de grootste moeite zichzelf te dwingen, niet naar Fuiford te gaan. Zijn trots triomfeerde ten koste van zijn ge- i voel. Den avond uaarup Aaiei uag j viel zijn geheele vaste besluit weer j m het niet, en ging Hij op het gewone uur naar de lunchroom, om daar te hooren ual Miss Barnes op Haai eigen speciaal verzoek, dien morgen al va cantie had gekregen en niet voor over veertien dagen in haar betrek king bij Fuiford terugverwacht werd. I Nu was de verhouding van Mr. I bioaes tot Miss Barnes nog mot1 in uat stadium gekomen, dat hij zich gerechtigd voelde, haar thuis tebren-l gen. Feitelijk had hij haar nooit er- gens anders ontmoet dan in de lunchroom van Fuiford. Hij wist dut haar huis ergens in de nabijheid van de Waterloobrug stond, en dat zij een moeder en zuster had, die er op ge steld waren het 's Zondags rustig te hebben. Hij zou haai adres misschien bij Fuiford te weten kunnen konten, xhaar het zou toch ook weer niet on mogelijk zijn, dat men weigerde het hem te geven en om door die giegeleu- de meisjes afgescheept te worden, dat was iets, waaraan hij niet mocht denken. Daarom ging hij heen na een kopje thee gedronken te hebben, waaraan geen geur was, en geroosterde brood jes gegeten te hebben, die als ver brande asch smaakten de asch van zijn helde, zooals Air. Stokes heel sen timenteel dacht. Tut heel Juut uien avond liep hij op de Waterloobrug heen en weer en politieagenten negunuen hem wan trouwend aan te kijken. Zouden zij denken, dat hij de gelegenheid al- wachtte om zich in de rivier te wer pen Hij lachte in zichzelf om dat denkbeeld. Neen, zoo'n dwaas was hij zeker niet. Hij zou naar huis gaan en inpakken voor zijn vertrek naar De vonshire. Vacantie! Heerlijk, zoo'n vacantie En Mr. Stokes lachte weer heel luid, zoodat een onbeschaamde courantenjongen fcern spottend wat nariep. II. Mr. John Stokes leunde over de zeewering en keek naai- de zee. De laatste tien dagen had hij door het goede Devon gereisd en was einde lijk in de kleine badplaats aangeko men, waar hij van plan was zijn va- cantiedagen door te brengen en waar hij eens gehoopt had een heerlijke week i ngezeischap van Annie Baines lo beleven. De pathos van hetgeen had kunnen zijn, trof liem nu meer dan ooit en do zee was in een grijze, sombere stemming. Na zich omge keerd te hebben, keek hij naar de en kele wandelaars op het strand. liet was tegen het fallen van den avond en de meeste menscüeii waren naar huis gegaan om thee te drin ken; muur een mensch groeit in zijn gewoonten vast, en Mr. Stokes voel de daaraan nooit behoefte vóór zes uur. Daar naderde een vrouw van mid- dellburen leeftijd, die een soort van badstoel voortreed, waarin een jong meisje met een heel zwak uiterlijk. Mr. Stokes zuchtte vol sympathie, toen hij naar haar keek. Haai' gelaat herinnerde hem vaag aan Annie. Zij had natuurlijk niet zooveel kleur, maar het haar was ge!ijk en zij draai de precies op dezelfde manier haar hoofd om als zij sprak. Zij praatte nu op heel levendigen toon tot de oude re vrouw, die lachte en haar ook op vroolijken toon antwoordde. Zij schijnen in weerwil van hun tegenspoed heel opgewekt te zijn, mompelde Mr. Stokes. Zeker moeder en dochter. Het tweetal kwam langs hern heen en liep hein voorbij. Op dat oogen blik viel er een enveloppe uit den i badstoel in het zand Air. Stokes kwam naderbij en raapte haar op. Pardon, mevrouwt zei bij, U heeft dit laten vallen. Heb ik al gezegd, dat Afr. Stokes bediende bij een groot lakenkoopman Zij bleven staan en de oudste der beide vrouwen keerde zich om, ter wijl het meisje baar hoofd omdraai de. Groote goedheid, de brief van Annie, moeder! riep zij uil. Hoe dom van mijl Dank u wel zeer, mijnheer! zei haar moeder. Mr. Stokes had een pak aan dat hem buitengewoon goed stond, en ile tién dagen buitenlucht hadden zijn aangenaam, open gelaat lieeiemaal gebruind. Hij overhandigde haar met een lichte buiging den brief en ter wijl hij dat deed, keek hij plotseling getroffen op. Hij had den bovensten regel van hel adres op de enveloppe gelezen. „Airs, Baines" stond daar. Merkwaardig! zei hij op zenuw achtige» toon. U noemde daar den naam Annie, niet waar? Toch niet Annie Baines? Zij staarden hem beiden aan. Ja, zei de oudere viouw lang zaam. De brief is van mijn dochter. Annie. En mijn naam is Baines. Wat meent u? Kent u haar dan? Mijn naam is Stokes. Misschiet? heeft u wel eens van mij gehoord Wat, John Stokes? zei nu de zie- ke.Wel natuurlijk! Annie heeft dik wijls ever u gesproken! Mr. Stokes zuchtte. En dat wij elkaar nu op deze wijze moeten ontmoeten! zei hij. Ik zal u er alles van vertellen! En dat deed hij. Het was een vei'lichiing voor hem in iemand vertrouwen te kunnen stellen en hij verzweeg"niets. Wel heb ik van mijn leven! riep Mrs. Baines, nadat hij had uilgespro lien, half zenuwachtig lachend uit. En heeft zij u dus verteld dat zij naar Schotland ging. TraldernkLerire, Lra-la-la! neu riede de zieke ,met wat Mr. Stokes misplaatste luchthartigheid toescheen Natuurlijk heb ik het niet ge loofd, zei hij snel. Mrs. Baines keek hem nieuwsgie rig aan. Weet u waar zij nu is? vroeg zij. Hoe zou ik dat weten? antwoord de mr. Stokes, Zij is toch niet bij u? vroeg hij met een plotseling glinste ren in zijn blauwe oogen. Airs. Baines schudde het hoofd. Zij is thuis om het huishouden te doen, zei jse, terwijl haar zuster Bessie hier en ik vacantie hebben. Maar maar waarom ter wereld heeft zij mij dal mei verteld? vroeg Mr. Stokes. Zij was van plan dat te doen, zei Bessie haastig, op dien laatsten avond, toen u haai- ontmoette, maar het kostte haar zooveel u zoo'n teleur telling aan te moeten doen, dat zij op dat oogenblik niets meer kon zeg gen en toen zij zichzelf weer meester was, was u verdwenen. Toen ver wachtte zij u den volgenden avond te zullen zien. Ms. Stokes liet een zucht van be rouw hooien. Maar zij zei later dat het haar toeh niet zoo speel, voegde het meis je er bij, omdat u dan misschien ook in Londen zou zijn gebleven in plaats van ergens builen van uw vacantie to genieien, En heeft u pas bericht van haar geluid? vroeg Mr. Stokes. Ja, antwoordde Mrs. Baines. Zij schrijft heel opgewekt. Behalve zij •zelf is er nu niemand anders thuis dun een oude heer en dame, zij we ten er alles van en bezorgen haar zoo weinig mogelijk last. Zij doen ook nu hun best dat zij zooveel mogelijk uit gaat, maar daar schijnt niet veel van te komen Zij beweert geen gezelschap te hebben, dat haar bevalt. Mr. Stokes nam een kloek bc-sluit. Hoe is haar adres? vroeg hij. ïk heb het nooit geweten. Airs. Baines aarzelde, moederlijke voorzichtigheid sprak uit haar oogen. ..78 Jessamine Road," zei nu de zieke. Wil u aan Annie schrijven? vroeg Airs. Baines hem critisch van. het hoofd tot de voeten opnemend. Niet noodig, antwoordde Air. Stokes. Ik kan vlugger dan een brief ill de stud zij». Maar u zei. dat uw vacantie pas Zaterdag1 voorbij was, zei Biss Bessie Baines, met een slimmen glar.s in haar oogen, die Mr. Stokes sterker nog dan te voren aan Annie deed deDken. O, ja! Maar ik moet noodzalte-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 11