m
Wé
m
m
m
m
4
m
m
m
m
w.
m
M
m
m
ft
lijk even naar huis, antwoordde hij.
Ik heb dat juist bedacht. Hij keek op
zijn horloge.
Over drie kwartier gaat er een
trein, ging hij haastig voort. 11c zal
dat juist kunnen klaarspelen. Goeden,
dag, Mrs. Baines! Goeden dag, Miss.
Bessie, zei de zieke bedeesd.
Mr. Stokes lachte.
Goeden dag, Bessie! Het doet mij
zooveel genoegen, dat ik u ontmoet
li eb 1
U is nog veel meer in uw schik
dat u weer heen kunt gaan! antwoord
de het meisje plagend. Doe Annie on
ze groeten
O, dat zal ik zeker doen. En met
een haastigen groet, snelde hij bijna
op een draf weg.
Mrs. Baines keek 'hem na en zucht
te even.
Dus dat is die John Stokes, c
wien zij het altijd zoo druk had, niet?
Hij bevalt mij wel en jou, Bessie?
Annie treft heti antwoordde die
jonge dame nadrukkelijk. En zij ver
dient het ook, mijn lief, goed zusje.
Concertgebouw en heb het genoegen,
hierbij een paar biljetten, waarover
ik te beschikken heb, in te sluiten;
in de hoop, dat u or gebruik van zal
willen inaken. Het zeer degelijk pro
gramma hierbij insluitend, hoop ik
het genoegen te hebben, overmorgen-,
avond u beiden te ontmoeten.
Uw zeer toegenegen
MOERMAN.
Nu, toen het briefje aan Marie werd
voorgelezen, had ze er al zeer weinig
mee op jtotdat haar het programma
onder de oogen kwam, dat de bemin
nelijke dokter bij de plaatsbewijzen
ingesloten had. Daar kwam opeens
een blos op bare wangen; want met
vette letters zag zij daar den naam:
Henry Sol prijken.
Laat ons er heengaan, moe
der heel graag! riep ze eensklaps
uit en 'het verbaasde mevrouw Smits
zooais hare dochter er nu op inging.
U moet weten, ik gevoel me al veel
beier.
Dan werkt dat middeltje van
den dokter wel wonderbaar! sprak
de moeder, die het zelve naar de
apotheek gebracht en het drankje,
toen ze thuis kwamen, reeds aange
troffen had.
Jufrouw Smits, Vergun mij u
voor te stellen den linear Henry Sol,
dien u zoo even gehoord hebt. Het
was de goede dokter, die zijn gunste
ling tot haar bracht.
Marie kreeg weder een kleur. Een
oogenblik later waren zij en de veel
belovende tenor met elkander in ge
sprek en het meisje verklaarde hem,
hoezeer zijn heerlijke stem haar ge
troffen had.
Zeer aangenaam dit te mogen
vernemen uit uw mond, merkte hij
aan, en de blik, dien bij op haar ves
tigde, getuigde evenzeer van bewon
dering. A ptopos ik treed de vol
gende week weer op; vergun mij u en
uw mama te introduceeren.
Marie gaf hare ingenomenheid te
kennen en stelde hem aan hare moe
der voor, die wat meer uit de hoogte
was dan haar kind. De kunst mocht
hoog bij haar aangeschreven staan
althans zoo zeide ze altijd min-
was dit 'het geval met kunstenaar
of kunstenaresse; dank zij een voor
oordeel, dat langzamerhand begint
te wijken.
De volgende dagen werd de gezond
Den volgenden morgen kwam de
goede dokter Moerman toevallig eens
aan.
Juffrouw Smits was juist bezig,
haar handschoenen aan te trekken.
Aba, goedenmorgen mijn waar
de! sprak hij hartelijk. Van plan uit
te gaan ge ziet er weer opperbest
uit!
Ik gevoel mij ook zeer wel, ant
woordde zij, met een gelukkig iachje.
De dokter keelc opvallend naar een
zekeren ring, die aan haar derden
vinger prijkte en dien hij niet had
waargenomen, toen' hij haar den
pols gevoeld had, drie maanden gele
den.
Verloofd, ja? vroeg hij, roet 'n
eigenaardig oogknipje. Vergun mij,
u te feliciteeren.
Zij dankte hem en vertelde onge
kunsteld, wat er gebeurd was.
En weer was er een ei gendom me-
lijke glans in de oogen van den medi
cus, toen b'ij de geschiedenis had aan
géhoord.
Het doet mij genoegen, dat ik
destijds dat concert u voorgeschre
ven heb, zeide hij eindelijk, en dit her
innert mij een zekere photographic,
u toeberoorende en die ik in mijne
kamer-heb opgepikt, Reeds lang had
ik ze u willen teruggeven.
Marie lcieeg een kleur als karmijn.
0, dokter ik kon maar niet
uitvorschen waar dat port,ren was
beland. Dus, het was u, die
Eensklaps brak ze af; de ware ver
klaring van des dokters optreden
schoot bliksemsnel haar door het
brein.
Dat was heel lief van u! sprak
ze met innige dankbaarheid, en toen
liet ze er met een lachje op volgen:
En wat ben ik u schuldig voor
uw consult?...
Een zakje bruidsuikers te zijner
tijd! was zijn prompt bescheid.
En zij haastte zich, die schuld te
kwijten.
De schaking per anto.
Beu je er zeker van, dat je va
der nimmer zijn toeslemming voor
onze verloving geven zal, geliefde?
Helaas, neen, Rudolf; daaraan
is niet te denken
Nu, wil je vader niet vrijwillig
lieidstoestand van het jMl.jTgBt»- "a° """k11 WlJ hem
Dokter Moerraaos
recept.
Ik weet niet wat 't kind scheelt!
zei mevrouw Smits op-eens tot haar
man aan de onlbijttafeL Vroeger
was ze opgewekt, vroolijk als een
leeuwerik, kortom een gelukkig,
luchthartig schepseltje. En nu is ze
lieelernaal veranderd. Er komt geen
woord meer uit haar, afgetrokken
luistert ze naar al wat gezegd wordt,
en ik maak mij bepaald ongerust
over haar!
Ga eens een paar weken met
haar naar buiten, antwoordde de
heer Smits, die evenzeer had opge
merkt dat zijne dochter er bleek en
lusteloos uitzag. Ik geloof, dat het
drukke stadsleven niet gunstig op
haar zenuwen werkt.
Spot niet met iemands zenuwen
Karei; ik zelve heb er te veel aan ge
leden, om
Nu, dan heeft ze dat van jou!
meesmuilde de heer des huizes.
Malligheid. Dr. Moerman heeft
me juist gezegd, dat de lucht hier
heel gezond is, en je schijnt vergeten
te zijn, dat Marie nog niet lang gele
den de stad uit geweest is en veel er
ger teruggekomen, is dan. toen zij
ging.
In dat geval, merkte hij hij meer
ernstig aan, zou ik je raden, liein te
laten komen.
1-Iem laten roepen, als geen en
kel nieuw verschijnsel zich beert
voorgedaan laatst zeide hij, dat hij
.er niets aan doen kon.
Nu, loop dan eens bij hem aan
met haar; tusschen 1 en 2 is zijn
spreekuur.
Het gesprek werd afgebroken door
het binnentreden van Marie, die er
beslist slecht uitzag. Stil ging het
meisje zitten en er heerschte een
drukkend stilzwijgen, dat eindelijk
verbroken werd door de moeder, die dokter, die de verandering had te - onze liefde~weet.
weeggebracht, en niet het onschadc- De ware liefde overwint alles,
lijk recept! lieve kind, antwoordde Rudolf we-
De jeugdige artist werd weldra een •der- Mijn plan is reeds gemaakt,
geregeld bezoeker ten huize harer Waarlijk? En denk je, dat het
ouders, waar hij oen goeden indruk i "Wf T?e' het mii!
«liet 1 Rudolf kuste het meisje; daarna
'i mstmclmati- ontwikkelde liij als volgt sijn plan:
gen afkeer voor „dat volkje" bij de Je vader heeft onlangs een au-
zeer conservatieve mama wist te tomobiel gekocht. Je gaat bijna dage-
overwinnen. Enfin, een zanger, dat Bjks met je moeder rijden. Alleen de
ging nog als 't maar geen opera- chauffeur begeleidt jelui. Is dat zoo?
zanger was. Decoratiën en costumes 5-J"j( -f°®d onderrcht"
waren O» vorrwarondo otn-
atandigheid voor de brave vrouw en to aangeschaft, een wondervollen ren-
een „jeune premier" ware bij haar ner. Niemand haalt mij in. Je wan-
niet over den drempel gekomen! delrit-wagenlje lieelernaal niet. Maar
Op zekeren dag werd deze dame i luister verder. Morgen schaak ik je.
uit haar benijdenswaardige kalmte We rijden met de auto naar de grens,
opgeschrikt door do' onvorwnclite I ,"der Daaf 0Jte»i5 ,stoke» lte"
.„„Ti i i- - I over naar Londen; daar trouwen we
mededeelmg: achttien uur na de ontvoering ben
Mama, ik be ,bu iets te zeggen, f je mijn wettige vrouw.
Wat. dan mijn kind? en zij. dacht Maar als 't n.u eens mislukt?
nog aan een zoet toiletgeheim. vroeg Hilda, bang te moede.
Mama, ik ben verloofd f llet zal gelukken, Hilda. Goe-
Wat zeg je? schreeuwde de ver- i dea mo?d maar. Morgenochtend moet
T~T, je mij laten weten, waar je in den
schrikte vrouw en de hand met haar Iiamiddag heengaat; als 't eenigszins
lorgnet beschreef een vreemde krom- mogelijk is, rijd dan den weg naar
me lijn door de lucht; dat komt onver den windmolen daar is liet een-
wacht, dunkt me. i zaam. Ik zal er vroeger zijn en met
Zedig sloeg bet meisje de oogen geweld je ontvoeren natuurlijk
neer, i moei. jij je niet verzetten. Pro forma
Tpspartel je wat tegen; opdat de scha-
En zou ik mogen weten wie de |cjri„ Pr P(rhi. uitziet, want. ie nnrlers
dig beter en mevrouw Smits roemde
in hare omgeving het heilzame mid
del van den ervaren arts en drukte
Marie op het hart, toch voorat gere-
te nemen.
allerlei waarschuwende teeltenen ge
geven had. Nu steeg zo haastig^ uit
den wagen, rukte den blauwen sluier
van het gelaat en staarde met be
traande oogen het, in de verte ver
dwijnende voertuig na.
I-Iet was Hilda.
Rolf had haar moeder geschaakt,
die even groot en slank als hare doch
ter en even wonderlijk toegetakelu
Nu was alles voorbijvoor immer.
Een wanhopig snikken vermocht
niet lucht te geven aan haar ge
prangd gemoed.
De chauffeur had dit alles met toe
nemends verbazing aangezien.
naderde hij bescheiden de juffrouw
en vroeg:
We zouden hem kunnen vervol
gen, juffrouw; misschien halen we
hem in.
Hij kan honderd kilometer in 't
uur rijden en meer, hèm halen
niet in, riep Hilda uit.
De chauffeur zag zijn gebiedster
met groote oogen aantoen sprak
hij, stotterend:
O, kent u dien wagen.
Zeker riep liilda steeds hefti
ger. In haar rampspoed sloeg zij er
geen acht op, dat zij tegenover dien
man zich verraadde. Zeker, ken ik
hem, want hij moest mij
Verschrikt hield ze nu op en rade
loos zag zij dien chauffeur aan.
Doch hij had zich afgewend en
deed, als hij niets begrepen.
We moeten hem volgen, juf
frouw. Misschien heeft die heer zich
maar een grap veroorloofd en zet hij
mevrouw onderweg weer af. Dan kunt
ge u altijd nog door meneer laten
6cha
Hij brak af en had wat aan zijn
auto te dóén. Hilda werd gloeiend
rood, maar zeide niets, doch stapte
weer in den wagen.
Dus verder gaan? vroeg de chauf
feur.
Zij knikte en dadelijk zette het ge
vaarte zich in beweging.
Een half uur lang reeds sloof Hil
da's voertuig over den eenzamen
straatweg; eindelijk zag men iri de
verte een dichte stofwolk. Wat was
dat? De wolk kwam al nader en na
der.
Nu was zij dicht bij Hilda's wagen
en suisde als een phantoom voorbij.
Doch de scherpe oogen der liefde had
den Rudolf's auio herkend.
De geliefde was alzoo omgekeerd,
om haar te balen en zij het was om
te vertwijfelen.
Zou er dau geen eind komen, aan
die treurige comedie?
Haastig wendde zij zich tot den
chauffeur
Keer om en ga die automobiel na.
De-man keek haar verbaasd aan,
maar wendde gehoorzaam het voer
tuig om. Ternauwernood had Hilda
weder een kwartier gerede», toen er
opnieuw een stofwolk naderde en de
omtrek van een groote auto zichtbaar
werd. Zou het zijn wagen weer zijn?
En als ze door het stof dat wedier niet
tijdig zag?
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCIIE DAMCLUB.
'Alle correspondentie, dezo rubriek betreffende, gelieve men ie richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat34. Telephoon 1543.
PROBLEEM No. 488,
vanJ. Dijkstra..
(Eerste publicatie).
s§
SB Hl
11
JU g*
m
IjJJ
fff
Ui
•V
ijjj
m
pp
a
a si
11
Éi
gjf
L—
u
8
Sf
-
a
JU
Zwan-t. 15 schijven on 4, 8, 11), 11, 12 13, 14, 15, 17, 18, 20, 21, 22, 30 en 3&
Wit. 15 schijven op 24, 28, 29, 3.2, 33 35, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 45, 47 ©a
PROBLEEM No. 4S9,
van Louis Vuille.
(Le Damier).
is
"fx
§P
0
li
e
fj.
st
H;
a
if
m
H
If!
88
ij'
i:
zei, dat ze voornemens was, na de kof
fie eens dr. Moerman te raadplegen;
misschien kon hij haar iets geven...
1-Iij kan niets voor mij doen!
sprak Marie op een onderdrukten,
verdrietige tl toon. Niemand kan iets
voor mij doen.
Kom, een krachtig middeltje
zal je wel weer op de been helpen, en
de kleur weer op je wangen
Je moet doen, wat hij zegt.
Marie haalde de schouders op.
We gaan vanmiddag samen
boodschappen doen en loopen met
een dan even bij hem aan.
Zoo kwam 'het dat moeder en doch-
ter zich te "half twee bij den ouden
dokter bevonden, en eerstgenoemde
zeide hem, dat zij de zaak niet zoo
urgent vond om hem te laten roepen,
maar hem toch wel even wilde spre
ken. De brave arts, die het meisje
van haar kindsheid af kende, stelde
wel eenig belang in de patiënt; maar
na allerlei medische vragen kwam
'hij wederom tot 3e conclusie, dat het
hem ondoenlijk was, eene diagnoje
te inaken.
Hij wist zoo waar niet wat
haperde.
Hij liet haar de handschoenen uit
trekken en voelde den pols; hij ging
zelfs nog verder, en onderzocht nog
eens hart en longen en zei toen, weer
aan zijn schrijftafel plaats nemende:
"c zal u wat voorschrijven; neem
dit geregeld in, en over 'n paar da
gen kom ik een3 zien.
Toen de dames weg waren, Laaide
hij de schouders op, liep een paar
maal de kamer op en neer en
raapte iets op, dat uit Marie's reti
cule gevallen was, ioen zij er
klein werktuigje uitgenomen had om
haar handschoenen dicht te knoopen
Het was de photographie van een
jongen man van een allergunstigst
uiterlijk hem, den dokter, bekend als
een con oer (zanger, die zeer spoedig
naam had gemaaJct in de muzikale
wereld en geheeten Henry Sol.
Achter op het portret waren met
Marie's meisjeshand geschreven de
volgende' woorden:
O. lieveling, als we elkaar eens
mochten ontmoeten!
Oho! liet de arts hooren, met een
ondeugend lachje, zit 'm daar de
kneep dit is alzoo de oorzaak van
mejuffrouw's lijden!
En nu kwam er een geniale inge
ving in zijn diepdenkend brein. Hij
ging zitten en -schreef aan mevrouw
Smits het volgende briefje:
Waarde mevrouw!
Nadat ik straks u mijn recept over
handigde, dacht ik nog eens over de
zaak na en kom tot de conclusie, dat
uwe dochter niet alleen medicamen
ten, maar ook dringend wat aflei
ding noodig heeft. Ik ben in het co
mité voor een liefdadigheidsoonoort,
flat overmorgen gegeven wordt in 'het
Hoe wil je dien onverzettelijke!)
man dwingen? vroeg Hilda treurig.
Ik zal je schaken.
Rudolf! riep het meisje uit, he
vig kleurend.
Zli-zTgde t5
hare moeder de illusie met te ontne- nooit bemind.
men door de onthulling, dat zij er die Maar wees toch niet zoo kort' Die auto moet tot staan worden
planten mee begoten had, en dat aangebonden l gaf Hilda glimlachend g^raent, nep zij ademloos. ua
geen druppel ervan zijn weg had ge- ^en antwoord. Ik zal alles doen wat dAvars op den weg staan, dan moet i s n'8,
vonden door haar keel Toch was het wilt' maar ik Selo°f niet- dat het dat ding wel stoppen evenals wij j
zoo- het was de diio-nase wm d™ zal gelukken, mii te ontvoeren. Ik straks. Oplossing van probleem No. 484.
- - word streng bewaakt, sinds papa van Of het rijdt ons overhoop! brom- j van den auteur Wit 40—34, 42—37,
,a o de de man, die wedrorn gehoorzaam-17—11 49 37—31, 38—32, 32 3,
de. 3 27, 36 27 t
Daar kwam de vreemde wagen aan,
hEl .«MR»* nb ailda„''I Oplossins van proljleem No. 485,
voertuig en wierp dit om. I-hlda en de fvl,lwif. q9_07 /,q 97
chauffeur vlogen inde droge sloot 1 0/ on '07 91qi '.9 9' Voi
langs den weg doch zij kwamen j 34_3°' 37~31' 31 2' 2 481
zacht neer, want die sloot was niet' -
hoog, dicht gras begroeid. Toon het Beide problemen zijn goed opgelost,
meisje ongedeerd zich wilde oprich- door do hoeren R. Bouw, M. ten
ten, boog zich al een groote zeehond Brink, J. Jacobson Azn., W. J. A.
1 Matla, P, Ottolïni.
Wit
Zwart. 16 schijven op 4, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 2ö, 21, 24, 25 en 26
Wit. 14 schijven op 22, 23, 28, 29, 31, 32, 33, 34, 35, 37, 41, 43, 44 en 46.
OplosSi bgen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adros uiterlijk Dinsdag
DAMCURSUS.
(Vervolg);
BUITEN-OPENING.
heer is, die
Het is Henry Sol, antwoordde
Marie, nog heviger blozende. Van het
eerst© oogenblik af mochten we el
kander lijden en
En?.„
Eu gevoelden we -ons tot elkaar
aangetrokken.
Zoo. Mama was zoo voorzichtig
zich tot deze korte mededeeling te be
palen. Zij moest eens even nadenken
overwegen. Eerst was ze op 't punt
geweest van op te stuiven en in ver
zet te komen en te dreigen met ouder
lijke macht, zooals de moeders ge
woonlijk doen, wanneer ze niet alvo
rens in vertrouwen werden genomen
Doch altijd had. zij gevreesd, dat een
zekere Van Harpe, een onbemiddelde
jonge luitenant die een paar avon
den met haar gedanst had, om haar
komen zou en vast was zij besloten
geweest ,een eventueel aanzoek van
die zijde in de geboorte te smoren.
Dat dit nu niet het geval bleek te zijn
kwam aan de schuchtere dochter
merkbaar ten goede.
Het was een pak van 'haar hart,
dat deze naam niet genoemd was.
Maar Henry Sol de concertzan-
gcr! iemand, die misschien nog
eens als Raoul, Troubadour of zoo
iets voor 't voetlicht komen zou.
lünd, dat verrast me. Ik moet
daar ernstig over nadenken en spre
ken, met je vader.
Dit was de slotsom van hare over
wegingen.
Marie kende echter hare moeder al
genoeg om te vermoeden, dat het nu
•erder wel zou losloopen en anders
vare het niet onwaarschijnlijk
dat ze weer zou instorten.
haar heen en door den blau
wen bril heen voelde Hilda de oogen
van dien geliefde vol angst en zorg
op haar gevestigd.
Den hemel zij dank, je leeft, ge
liefde! riep Rudolf luide en diep
ademde hij.
Snikkend zonk Hilda aan zijn
borst. Zij kon geen woorden vin dien. 1
Eensklaps deinsde ze achteruit en Indien hot doel, dat deze opening
werd doodelijk bleek. beoogt; eerst goed onderzocht wordt,
Móeder'!j men weldra tot de overtuiging,
Doet ons niets, lieveling; troost- dat hierin de korte vleugel van
te hij. Ze vindt 't zelfs heel goed, dat zwart krachteloos moet gemaakt wor-
ik je ontvoer. den, om daarna in de gelegenheid te
Vindt ze dat goed? vroeg zijn, de darnlijn des te gemakkelijker
Hilda, en nu eens zag zij de moeder, langs dien weg te bereiken. Men kan
dan den geliefde aan. hieruit dus eenigszins afleiden, dat
De moeder streek .over de Avang der zwart een zware taak heeft te ver-
bleeke dochter en glimlachte tegen vullen, wil hij dit verijcfelcn, en dit
haar. Toen sprak zijvooral, omdat met den eersten zet
Ik vind! het goed en zal je alles reeds aangestuurd wordt op den
verklaren. zwaksten vleugel
Men zette zich in. 't zachte gras, liet Wil zwart trachten dezen aanval te
den chauffeur met den Avagen een voorkomen, door b.v. direct de schijf
eindje verder rijden en nu begon ma- 26 af te ruilen, dan zal hij het plan
wit juist in de hand werken.
31—26
26 17
38 :27
king er echt uitziet, want je ouder:
moeten alleen in. mij den schuldige ma
zien. Des te eer zullen ze jou dan Verbeeld je, toen Rudolf ontdekt j
vergeven. 1 had, dat hij de verkeerde, de „orideu-
Ach, Rudolf, ik sidder bij de ge- gen de schoonmoeder" gegrepen had,
dachte aan dit avontuurlijk bedrijf. I kuste hij galant rnij de hand, smeek-1
Ik wou, dat 't ai achter den. rug wasi j te om vergiffenis voor de onaangena-l
Maar nu moet ik gauw naar nuis;| me verrassing en verklaarde, dat het
anders zou moeder .argwaan krij- j altijd zijn wenseh geweest was, eens
gen; sedert eenige dagen controleert; onder vier oogen mei mij te spreken. 1
zij mijn uitblijven. Gegroet, Rudolf,ls dat niet gentlemanlike? Je vader; en wt
ondeugende maul zou in een dergel ijken netcligen toe-1 plan m
Tot morgen, geliefde en dan stand grof geworden zijn en had me
spoedig mijn vrouw i uit de auto geworpen.
Snel spoedde zij zich Keen, gevolgd Maar mama
dr„r^eÖew<,"d"",ule Mitk0",a"
1 vader wilde niet. dat ik met Rudolf
sprak; hoe zou ik hem dan leeren.
kennen? Hoe zou ik weten dat hij,
geen and'er zooals hij, de rechte man
voor mijne Hilda is? En dat is hij;
nu weet ik het en begrijp ik je. Om
kort te gaan: ik lieh hem mijn zegen
Dit zullen wij even aan toon en
17—21
12 21 1)
21 32
Met fonkelend oog zag Rudolf den
weg af, die midden door het dennen-
Avoud zich slingerde en naar den ro
mantisch gelegen Avindmolen voerde.
Van daar moest liilda komen,
Rudolf stond naast zijn kar, gereed
den sprong te doen. De chauffeurgegeven en hier heb jij dien óók 1
zat gereed voor de afvaart. Niemand
zou Rudolf in zijn nieuw costuum
hebben herkend'; van 't hoofd tot de
voeten zat hij in, een pak van zeehon
denvel. De levendige, bruine oogen
waren bedekt met een afschuwelij ken
bril. Schoon zag hij er nu juist niet
uit; maar alles was berekend op een
langdurigen tocht in den nacht
Hilda wist niet wat haar overkwam.
Zij viel eerst haar moeder om den
hals; daarna den geliefde.
De moeder zag blijmoedig het geluk
van haar kind en een heimelijke
traan biggelde haar over de wang.
Wat nu? vroeg Hilda, een wei-
nig aarzelendwant zij dacht aan
den elgenzimiigen vader.
al aardig op streek orn zijn
'ervullïng te brengen, want,
de korte vleugel van zwart ï.s al goed
onttakeld, terwijl de overige scbiiven
nog werkeloos zijn gebleven. Daar
komt nog bii, dat wit AA7eder opnieuw
een aanval in gereedheid brengt en
zAvart bierdoor steeds de gelegenheid
wordt ontnomen om ziin langen A'leu-
gel behoorlijk in werking te stellen.
1) 11 92 is nog minder f
daarna volgt
want
37 26
en Avit go 0+ w«der ziin spel op dien
vimicrêl richten.
Wii zien dus. dof. deze -ofruiling be
slis! mH ontraden worden.
Kvmmptrisch vol gen roof. 90R
hofer. 7"»>rt n-nWH
vrijwel verplicht om wit steeds na te
Eindelijk doemde in de verte een j Dat heb ik met Rudolf al bespro-
automobiel, die nad'er en nader kwam j ken, kind Hij moet je toch maar onfc- 1: -
Die van Rudolf stond dwans op den voeren; want vrijAvillig krijg je van volgen. Nu leent deze opening zien
weg, zoodat de andere haar vaart ver- j vader-toch nooit de toestemming. Dat 'bijzonder om, bij symmetrisch spel
minderdedit 'had hij verwacht. Snel je die bekomt, na jo huwelijtosvoltrek- j aan vvit voordeel te bezorgen, omdat
(1 ito rln ffft li O 1 n onnnrtrt hi'i art rtï'a Irtit. l.'i., Iftn.) ,1 I rtmn miat a. <t »t ï'Li ij dOZ©, de 101 Cl 11*1 g lï f"J IIIJGl 1 ('O, ©e I'll© I' K O.P
Hul 1 aanvallen op den korten vleugel dan
mij zwart, en hierdoor hem dwingt,
steeds zioh te blijven verdedigen, ter
wijl hem vrijwel de gelegenheid wordt
ontnomen, om een zelfden aanval te
richten op den korten vleugel van
iwit.
Zij, die bekwaam zijn de voorgaan
de openingen naar bahooren uit te
voeren, zullen, met een paar proef
nemingen in deze voortzetting, epoe-
de, hief een dame rijzig en slank, Ik zal het niet vergeten dat
in bruinen mantel gehuld en het ge-dolf, zij het ook onwillekeurig,
laat bedekt met een blauwen, sluier j heeft geschaakt. Het was de eerste ro-
in zijne armen op en droeg haar, mantiek in mijn leven. Daar heb ik
niettegenstaande haar hevig verzei,1 altijd zoo naar verlangd mee ge
in zijn auto, die meteen wendde en dweept. En nu: adieu Hilda, adieu
in dolle vaart wegreed. beste Rudolf. Geen tranen, meisje, in
Door het geraa3 van de machine en j oen paar dagen zien we elkaar we
de opwinding van het oogenblik iiad der. Wees goed voor mijn lieveling.
Rudolf niet gehoord, dat de achter- Vaarwel aangename sóhakingl
blijvende dame een kreet geslaakt en
dig tot do overtuiging komen, dat dit
goed is gezien.
Het symmetrisch spelen is in deze
opening dus ook niet aan te bevelen.
„Maar wat moet dau geschieden
hooien wij reeds vragen. Welnu, ons
antwoord kan kort zijn Zwart kan
niet beter doen, dan aan wit de vrij
heid laten, zijn langen vleugel voor-
uil le brengen. Ongehinderd laat hij
uii toe, maar zorgt, uat tegelijkertijd
zijn eigen spel krachtig wordt omwik
keld, en wel als volgt
31—26 18—23
SG-^Sl 12—18
41—36 (de beste) 7—12
4741 (de beste) 20—24
31—27 1-4—20
Nu blijft zwart maar in afAvac-hling
wat wit zal laten volgeu, steeds zorg
dragende, dat het veld 21 niet bezet
wordt door e-en schijf van zijn eigen
kleur, omdat dan een op- of inslui
ting zou bewerkt worden.
Hierna zal wit voortdurend ver-
piient zijn, rm zijn spel op dien vleu
gel te richten, en te trachten ook het
veld 16 in bezit te krijgen, wam zoo
lang dit niet is geschied, kan hij be
droefd -vinnig' kracht ontwikkelen.
Steeds zal hij de beste schijven uit
het centrum moeten aanwennen, om
dit plan te .kunnen doorzetten.
Wannéér zwart even wei met beleid
en voorzichtigheid voortspeelt, zal dit
doel nimmer bereikt worden, doordat
hij juist voldoende de kracht bezit,
om af te breken wat wit tracht op te
bouwen, ul a. av. hij zal steeds kun
nen afruilen, als wit hem hiert
dwingt. Het slot zal zijn, dat Avit zijn
beste schijven heelt verspild en nier-
door zijn langen vleugeL zoodanig
heeft verzwakt, dat uaaimeuo w u..,g
meer kan uitgevoerd worden. Alsdan
zal ii ij verplicht zijn, ook zijn korten
vleugel in werking te brongen. Ech
ter, zoo dra wit hiertoe genoodzaakt
is, zal voor zwart het voordeelige te
voorschijn komen, omdat deze nu met
zijn langen of sterken vleugel een ge
weldige kracht kan ontwikkelen op
die zijde van het spel. Weldra zullen
d© bordjes verhangen worden en
zwart van verdediger tot aanvaller
kunnen overgaan. Er mag natuur; ijk
nimmer onbedacht gehandeld wor
den, en zwart mag niet vergelen, dat
zijn korte vleugel niet- of minder
goed hij machte is om mede te wer
ken. Hij moet steeds met beleid blij
ven spelen en een flinke dosis practi
se!)© kermis medebrengen. Wij mee-
nen echter dat zwart, na deze uiteen
zetting en in 't bezit zijnde van da
genoemde kennis, welke met de oefe
ning in de voorgaande openingen vol
doende is op te doen, gerust, deze ope
ning kan tegemoet zien, en niet be
vreesd behoeft te zijn voor OA'errom-
peling.
De Haarleansch© Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maan
dagavond van 8—12 uur in het ge
bouw „De-Nijverheid", Jansstraat 85,
alhier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.
Voor het lidmaatschap kan men
zich bij hit bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun
nen als aspirautledcn vvorden aange
nomen.
Inlichtingen verstrekt gaarne
Secretaris, de heer J. /Meijer, Kruis
straat 34, Telephoon 1543.