RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Beide problemen, werden goed opge
lost door de heoren R, Bouw, M. ton
Brink, J. Jacobson Azn.. W. J. A.
Matla, P. Oltolinii, C. Scroddni, T.
C. N.
CORRESPONDENTIE.
T. C. N. Vriendelijk dank voor
het toegezonden bladprobleem, zul
len het a.s. week plaatsen. Aan uw
verzoek hopen we ook spoedig te kun
nen voldoen.
BERICHT AAN LEDEN VAN
DE HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Wegens den feestdag op a.s. Maan
dag, zal dien avond geen bijeenkomst
plaats hebben, doch is de speelavond
op Dinsdag bepaald van 8 tot 12 uur.
DAMCURSUS.
Linkerflank openingszet
32—28.
Als eerste of inleidingszet kan ook
32—28 worden gespeeld.
Ofschoon de Fransche meester Ra
phael deze inleiding veeltijds in too-
passing brengt, en meermalen hier
mede zijn spel met succes ontwik
kelt, meenen wij dezen aanvangszet
toch to moeten ontraden en wel om
de, volgende reden:
32—28 1823
Nu is wit vrijwel verplicht met
88—82 te vervolgen, want op 3732
zou volgenz. 2329, 17—22 en
'19 261 en op w. 2822 en 33 22 zw.
17:28, 25-29 en 19:17 in beide ge
vallen een schijfverlies voor wit.
Wij hebben gezegd, dat wit vrijwel
gedwongen is orn te vervolgen met
38—32, waardoor hij zich direct een
zwakke stelling verschaft, zoowel in
den stand als bij de voortzetting van
het spel.
Sluit wit het veld 32 niet dicht, dan
belioudt hij toch vijf schijven op de
lijn 650, omdat leruggeslag moei
worden 37:28, daar anders zi,ii stel
ling nog minder gunstig wordt. Ook
dezo voortzetting zuilen wij om de
bij den aanvang genoemde reden,
niet verder ontleden.
Lange Centrum openingszet,
33—29.
Deze zet, zoo genoemd omdat hij
zich ontwikkelt uit het centrum-spel,
en moet gevolgd worden door zetten
met schijven van den langen vleu
gel, achten wij ook minder goed. oin-
dat hiermede het centrum direct
wordt losgelaten, en wit, zich hierna
een gedwongen positie verschaft, het
geen nimmer goed kan zijn voor dc
ontwikkeling van liet spel.
Indien zwart met beleid speelt, zul
hij weldra den korten vleugel van
wit opgesloten hebben of moester
worden van het centrum.
Ook deze openingszet en zijn gevol
gen zullen wij niet verder behande
len.
Rechterflank openings-zot.
34—29,
De aanvangszet 34—29 is o. i. ook
zwak, omdat bij goed spel van zwart,
wit bij den koiien vleugel weldra zal
worden opgesloten.
Hier zijn wij evenwel verplicht er
even op te wijzen, dat deze opslui
ting niet te vroeg mag geschieden,
want dan zou wit de kans bezitten om
zich hieruit weder te ontrukken.
Wij halen dit aan, omdat oogen-
scliijnlijk, bij den derden zet deze op
sluiting reeds kan bewerkt worden,
maar alsdan niet goed zou zijn. Een
klein voorbeeld zal dit nader aan-
toonen.
34—29 20—2511
40—34 (de beste) 1420
45-40
Indien zwart nu speelt 19—24, dan
heeft hij wel een opsluiting bewerkt,
maar kan die niet gestand houden,
omdat wit daarna voortgaat, als
volgt:
19—24
5045 1014 de beste
31—26 17—21 goed
2617 11 22 de beste
3228 7—11 gedwongen
28:17 11:22 de beste.
37—321
Nu kan zwart niet beter doen dan
1—7 of 4—10 opbrengen echter, wit
speelt hierna 34—30, 33—28, 39:30 en
heeft de opsluiting verbroken, en een
stand veroverd, welke volstrekt niet
onvoordeclig is.
Wij hebben tevens hieruit geleerd,
dat te vroeg een zeker doel bereiken,
niet altijd goed is, terwijl, door met
kalmte de zaken af te wachten, meest
al het doel bereikt wordt.
Zwart kan dus niet beter doen dan
zijn tijd kalm afwachten. Hij rnoet de
ruiten 24 en 30 vooreerst niot bezet-
ton, en dit kan hij gerust laten, om
dat wit toch nimmer hiervan gebruik
kan maken, want 3530 zou een
schijfverlies geven, en het veld 28 kon
niet veroverd worden dan met opof
fering van de remise-kans.
De practische kennis zal den ama
teur voldoende ter zijde staan om de
juiste voortzetting in deze opening
verder toe te passen, ten einde te pro-
fiteeren van den o-i. zwakken ope-
nings-zet 3429.
Rechterhoek openings-zet.
35—30.
Deze zet is uit den aard der zaak
reeds af te keuren, want zwart be
werkt onmiddellijk een opsluiting
met 2025.
Wij achten dezen zet zoo ondeugde
lijk, dat hierop verder ingaan, i iels
zou voortbrengen dan een menigte
waardelooze aanteekeningen.
Wij sluiten hiermede de behande
ling van de verschillende openings
zetten en hopen dat velen er door
aangemoedigd zullen worden, het
damspel tot die hoogte te helpen op
voeren, waarop het volkomen recht
heeft.
Van eenige slagzeiten In de openin
gen zullen wij in de volgende ru
briek melding maken, terwijl we over
een paur weken een aanvang zullen
maken met de behandeling van ,,de
gewijzigde centrum-opening" van den
auteur C. II. Broekkamp.
De I-Iaarlemsche Damclub houdt
haar bijeenkomsten lederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur in het ge
bouw „de Nijverheid", .Tansstraat 85,
alhier.
Liefhebbers van bet damspel zijn
daar welkom.
Voor bet lidmaatschap kan rnen
zich bij liet bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun
nen als adspirantrleden worden toe
gelaten.
Inlichtingen verstrekt gaarne de
secretaris, de heer J. Meijer, Kruis
straat 34, Telephoon 1543.
Raadsels
(Dezo raadsels zijn alle inge
zonden door jongens en meis
jes, die „Voor Onze Jeugd"
lezen. De namen der kinde
ren, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen
zenden, worden in liet vol
gend nummer bekend go-
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OrLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERL OOT.
I-Iierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door Cornells en Jo
hanna Brugman).
Mijn eerste dragen vorstelijke per
sonen. In mijn tweede wonen veel
menschen Mijn geheel is een stad in
Rusland.
2. (Ingezonden door Piet üsï).
Mijn eerste is een afkorting voor
een grooten kinderfeestdag. Mijn
tweede is een verkorte meisjesnaam.
Mijn derrie is gevaarlijk. Mijn geheel
is oen plantje.
3. (Tngezonrlon door Stïcna Alle
man).
Drie léf tere maar Wie heeft het
ot"' créhor-rd
Plaats er voor de lettersb d f h k
I m n p s t v w of z,
En telkens hebt ge een goed Nedcr-
landsch woord I
4. (Ingezonden door Willy Germe-
raad).
Mijn eerste wordt gebruikt om goed
op lo hangen.
Mijn tweede en derde is vet.
Mijn golieel is een vloeistof.
5. (Ingezonden door Lena Buiten
huis).
Ik ben geen boom en heb toch bla
den,
Ik heb geen stem en spreek toch
tot u,
Al ben ik geel van ouderdom, toch
amuseer ik u vaak.
Wie ben ik
6. (Ingezonden door Rika v. d.
Haar).
Ttt T T t T t t t.
Wat is dat
7. (Ingezonden door Rika en Jacob
Ban ij).
Vervang de puntjes door medeklin
kers. znndat ge een bekend spreek-
woord krijgt
.o a..e. .a.. .ie. .e. .a. .oo.
8. (Ingezonden door Annie v. Daa-
lon).
Met J ben ik oen jongensnaam.
Met P ben ik in de kouken.
Met K dien ik den melkboer.
Met M ben ik geen vrouw.
9. (Ingezonden door Willem de
Kamper).
X
XXX
X X X X X
XXX
Zet op deti eersten regel een mede
klinker.
Op den tweeden regel iets, wat be-
teekenis moet hebben.
Op den derden regel een jongens
naam.
Op den vierden regel een lichaams
deel.
Op den vijfden regel een medeklin
ker.
In het midden staat nu van boven
naar boneden hetzelfde als van links
naar rechts.
10. (Ingezonden door J. Overmeerj.
Zet achter elkaareen boom, een
k'inker en een eiland en go krijgt den
naam van een land in Europa.
11. (Ingezonden door Jan Rozen-
hart).
Ik ben steeds in de electrische tram
en in de diligence, terwijl ik in de
ceintuurbaan en m het centraalsta
tion de beste plaats inneem. Op den
Nieuwendijk en in do Kalverstrant
kom ik nooit, maar wel op dc Amster-
damsche grachten. Ik bon in October
en December altijd thuis, maar in do
overige maanden steads afwezig.
Wio bon ik?
12. (Ingezonden door Jan do BoerJ.
Mijn geheel bestaat uit 48 letters eu
is iets, dat iedere Haarlemmer kent.
47 26 2 41 is een jongensnaam.
29 22 26 14 is ook ©en jongensnaam.
24 35 19 30 is een getal.
7 S ?6 14 is een ontkenning.
35 1 10 3 5 is een plaatsje in Lim
burg.
20 36 32 wil ieder behouden.
42 41 26 12 is niet luidruchtig.
9 26 28 29 31 is niet open.
Met een 16 17 18 36 46 graaft men.
21 33 40 31 is niet vroeg.
Een 27 23 44 26 46 vaart.
12 33 34 is een jong dier.
Een 11 13 45 15 4 6 21 is soms moei
lijk.
42 47 20 43 10 25 48 wordt gebruikt
bij het middagmaal.
37 3 39 38 is oen gewicht.
Raadseloplossingen
Do oplossingen der raadsels van do
vorige week zijn
1. Wezel ezel.
2. Het is niel Mies goud wat blinkt.
3. Kolk klok.
4. Madagaskar.
5. Koevorden. Koe, arde, voorn.
6. Achting.
7. Valkenburg.
9. Kracht en macht.
9. Wal gij niet v. ilt. dat u geschiedt,
Doe dat ook aan een ander niet.
10. Arbeid adelf. Aal, ar, adel,
breed, Tiel.
11. Lak. bak, pak, dak, hak, tak.
12. T Waren een grootvader, oen va
der en een zoon.
RAADSELOPLOSSINGEN.
Goede oplossingen deza week ont
vangen van
Jan van Zïjtveld 12.
Caspar Willemsen 11.
W. G. van Donselaar 9.
Frans Snellens 10.
Truus van Bilderbeek C.
Jan de Bruijn 12.
Cornel is Naula 10.
Micntje Langen berg 7.
Annie van Daalen 10.
Wim Nieuwdorp 11.
Bernard Vernimmen 9.
Willem Overmoer 18.
Maria J. H. Piët 12.
Jan van Hemert 11 on 11 van de vo
rige week.
Lena Koeleveld 11.
Kees de Klerk 12.
Mina van Ssscn 12.
T.inn Smink 9.
Geertje Grundel 9.
Lena Buitenhuis 12.
M. Timmermans 10.
Anna en Sophie v'i Welsenes 12.
Aanes Hoogveld 10.
Gornelis de Mink 12.
Jan Meijer 12.
.Taanlje van Oeffel 12.
Jan Rozenhart 11.
G. Hessels 12.
Ida Bregonje 12.
Lize Dikkeboom 12.
STRIKVRAGEN.
(Ingezonden door Jan van Zijtveld).
1. Wat loopt zonder voeten?
2. Welk lijden wordt ieders deel
3. Wio kan niet tot honderd tellen
(Ingezonden door Sfiena Alleman).
4. Welk woord volgt altijd op een
vraag
(Ingezonden door Rebekka Enge
lander).
5 Amsterdam, die groote stad,
Met hoeveel letters spelt men dat
6. Keizer Karei had een hond,
Hoe heet Keizer Karel's hond
(Intrezondon door Hendrik Douvvma).
7. Hoeveel is 2 pond en 100 centi
meter
(Ingezonden door Jan van Zijtveld).
8. Welke kommer is licht te dra
gen?
9. In welke school zijn do 'lessen
nooit droog
(Ingezonden door Wim Nieuwdorp).
10. Welke bloemen gaan weg, als
do zon begint te schijnen
BEGRAVEN PLAATSEN.
De antwoorden op de begraven
plaatsen van do vorige week zijn
1. Arnhem.
2. Gouda.
3. Utrecht,
4. Zeist.
5. Kuilenburg.
G. Hoorn.
7. Os.
8. Eist.
9. Hoeve.
10. Olst.
11. Vork.
12. Venlo.
Goede antwoorden dezo wecli ont
vangen van
Jan van Zijtveld 11.
Caspar Willemsen lL
Annie van Daalen 12.
Bernard Vernimmen 12.
Maria J. H. Piet 9.
Jan van Hemert 11 en 10 van de
vorige weck.
M. Timmermans 11.
Anna en Sophie vaii Welsenes 12.
Cornells do Mink 12,
Jan Meijer 12.
Jaantje van Oeffel 12.
Jan Rozenhart 12.
O ijs Hessels 12.
Ida Bregonje 12.
r.izo Dikkeboom 12.
Truus van Bilderbeek 10.
Jan de Bruijn 10.
Cornelis Nauta 11.
Wim Nieuwdorp 12.
Iena Koeleveld 12.
Geertje Grundel 11.
Tien n Buitenhuis 12.
Agnes Hoogveld 11.
BERICHT WEDSTRITD.
Inzendingen ontvangen van
l>na Koeleveld.
Tounis Kok.
Willem Bakker.
Hendrik van 't Land.
Henrietta F! van Beij non.
Anton Janse.
Jo Verton.
.Tan Verton.
Theodoor Jansen
Annie van Daalen.
Wim Nieuwdorp.
Abraham Hartendorp.
Bernard Vernimmen.
Jan van Hemert.
S. van Ineen.
Simon Srr't.
Lena Buitenhuijs.
Cornell's Snellens.
Johcn Rejack.
Nanne Nauta.
Ida Bregonje.
L. Dikkeboom.
De vol een (V week komt do uitslag
in de courant.
DE ZWALUW EN DE LUSTER.
Op een prachtigen zomerdag zat
oen lijster in een appelboom ©n zong,
zoo mooi hij kon.
Een zwaluw, uie haar nest had on
der de goot van het dak der boerderij,
keek nieuwsgierig op hem neer.
Zij zag er trotsch en verwaand uit,
dezo zwaluw, juist alsof zij aan ieder
een wilde vertellen, dat ze heel wat
van de wereld gezjen hacL
Goadenmorgen sprak zij van
de hoogte uit den lijster aan.
De lijster zong voort als hoorde hij
haar niot, want hij gaf geen sikkepitje
om de zwaluw met haar verbeelding.
Maar die onverschilligheid prik
kelde de zwaluw.
Je maakt wel mooie trillers en
lc-opjes, zei ze, en je geluid
ook zuiver, maar alle methode, allo
ontwikkeling ontbreekt je. Als je wou
les nemen en je deed goed jo best,
dan zou je het ver kunnen brengen
Nu luisterde de lijster toch naar
•haar.
Ik zou je wel les willen geven,
maar ik heb het op 't oogenblik wat
druk, want er liggen vier eitjes in
mijn nest eu di© moeten uitgebloed
worden vervolgde de zwaluw.
Jij les geven En waar licb jij
wat van muziek geleerd? Hoe lang
ben je al bij 't vak? Laat dan eerst
eens hooren wat je er zelf van kent! i
De zwal iw tjilpte verontwaardigd, j
Wat weet jij van muziek riep
zo uit. Heb ik niet gereisd en ge-
trokken? Ben ik niet ver over de
groote zee gevlogen en heb ik geen
landen en dingen gezien, waarvan jij
liier in dezen kleinen boomgaard geen
begrip hebt? Foei, schaam je, om zoo
tegen mij te durven spreken
De lijster streek zijn veeren glad
en vloog naar beneden om op den
grond een slofbad te gaan nomen.
Om zich niet stil te willen houden
volgde de zwaluw hem op den grond.
Ik heb de groote zee gezien, toen
ik met vele, vele van mijn broeders
en zusters dagen lang als een groote
wolk door de lucht vloog en ik heb
den misthoorn geboord, als wij de
zee niet zien konden en de schepen
elkaar waarschuwden voor den dik
ken mist. En ik heb het verre land
gezien, het land van de zon cn de
rozen, waar de olijven groeien en de
wingerd neerhangt van de zware
trossen druiven, en waar de sinaas
appelen als kleine gouden ballen tus-
schen de groene bladereu hangen.
Wal zou zoo n domme lijsier, die nog
nooit verder dan dezen tuin geweest
is, nu eigenlijk tegen mij voor praat
jes kunnen maken Foei, foei
Hier moest de zwaluw even rusten
om adem te scheppen.
De lijster maakte van die gelegen
heid gebruik om ook gauw een woord-
jo te zeggen
Dezo appelboom is voor mij mooi
genoeg, antwoordde hij vroolijk.
Mijn gewone bruine jasje zou hee-
lemaal niet passen bij al die kleuren
pracht. Rose en witte appelbloesem
zijn mijn lievelingskleuren; moer
verlang ik niet I
Maar de zwaluw hield niot op. Zij
vertelde hem zooveel over allerlei be
roemde zangers, die zij in verre lan
den gehoord had, dat de lijster zich
zelf toch wel wat onbeleefd vond te
genover iemand, die zooveel van do
wereld gezien had. Hij besloot daar
om zijn verontschuldigingen aan te
bieden.
Mevrouw Zwaluw, begon hij
ernstig, het spijt me heusoh, dat
ik daareven zoo tot n gesproken heb!
II; ben werkelijk nog zeer jong en on
ervaren en zou gaarne wat van u
loeren I Gij hebt ver gereisd en vee!
gezien En het is waar, dat ik nog
niet veel anders gezien heb dan rie
korenvelden en de rivier hier vlakbij.
Ik heb mijn leven lot nu foe in dezen
kleinen boomgaard gesleten, en daar
door komt het zeker, dat ik zoo onge
manierd u te woord stond. Ik vraag u
wel verschooning hiervoor 1
Dat was ©en lange toespraak voor
den lijster, want hij was geen rede
naar, maar oen zanser, en hij was er
zelf zeer voldaan over.
Mijn l>este jongensjilpte Me
vrouw Zwaluw, ik moet nu naar
mijn nest, waar vier eitjes in liggen
en die eitjes veroischen biizondero
zorg. want mijn kindeven zullen ook
eenmaal die wondere landen, die
verre zon aanschouwen De moeder
zorgen geven een groote verantwoor
delijkheid, een zwaar gewicht op on
ze schouders, maar toch, lederen
morgen, wanneer de zon zoo hoog
staat, als op "t oogenblik, zal ik trach
ten een oogenblikje voor onze lessen
er af te nemenmorgen zullen wij
beginnen.
Zij wuifde met de vleugels en vloog
weg.
Den volgenden morgen precies op
tijd verscheen zij weer, maar tot haar
groote verbazing was Mijnheer Lijs
ter er nog niet Zij ging nu op een
tak zitten boven zijn nest en keek er
eons in. Mevrouw Lijster was wel
tl.inis, maar eigenlijk vond de zwaluw
zichzelf veel te deftig om iets mot de
li.isterfamilie te maken te hebben
Alleen Mijnheer Lijster interesseerde
haar, omdat hij zoo mooi zong, of
liever gezegd zoo mooi zou kunnen
zingen, als zij hem wat zangles gaf I
Wilt u niet even binnen komen,
Mevrouw vroeg Mevrouw Lijster
zachtjes, want zij was een beetje ver
legen.
Dank u, antwoordde zij met
een voornaam knikje, ik zit hier
heel gemakkelijk. Ik kwam alleen hier
om uw echtgenoot te loeren, hoe hij
zÜTi stem moet beheerschen
Mevrouw Lijster was zoo verbaasd,
dat zij haar verlegenheid vergat.
Zijn stem beheerschen riep
zij uit, en hij is de beste zanger van
de heele wereld Ik heb nog nooit
iemand gehoord, die beter zong, zelfs
onder zijn broeders en verdere fami
lie ïs er geen een, die bii hem haalt
Ik hoop niet, dat u hem iets wil laten
veranderen aan zijn zang. want hij
heeft de zuiverste, natuurlijkste stem,
die ik nog ooit gehoord heb I
Als ik hem help. zal hij in wei
nige weken het grootste wonder der
wereld zijn. was het antwoord, dat
de zwaluw gaf.
Och, hemelzuchtte Mevrouw
Lijster, alsof zij er nu al over tobde,
hoe zij met zoo'n wereldwonder in
haar kleine nest leven zou
Toen ging zij verder met haar oud
sten zoon een worm te voeren.
Daar kwam Mijnheer Lijster thuis.
Hij maakte ©en beleefd© buiging en
ging met de zwaluw naar den boven
sten tak van den appelboom, om in
him zrng niet gestoord te worden
door het gepiep van al de kleine lijs
tertjes.
Ziezoo, begin nu maar eens op je
eigen manier te zingen, ving do
izwaluw haar les aan, dan zal ik
zoggen, wat fout is en wat veranderd
moet worden.
En de lijster begon. En hij zong met
zulke zachte, zilveren tonen eu zulke
zuivere, gouden trillers, dat een
schooljongen, die niet zijn tasch op
den rug juist voorbij kwam, moeite
had om door te loopen naar de war
me school inplaats van in den boom
te klimmen om den heel en morgen te
blijven luisteren.
llo
De lijster keek naar zijn leerares.
Die laatste triller was te lang.
De helft zou ruim voldoende geweest
zijn. Dat moet beter worden I
Die triller. antwoordde de lijs
ter kalm, is de mooiste dien
ken en het is er een, waar ik altijd
moo gelukgewenscht word. Mijn
vrouw en al de gasten van onze brui
loft. hebben gezegd, dat zij hem nooit
mooier gehoord hebben I
Mevrouw Lijster heeft er niets
geen verstand van, zei de zwaluw.
En ook toen wij verhuisden en
pas hier in dezen boom kwan
nen, omdat de vorige zoo onveilig
was geworden, doordat de jongens
ons nest hadden ontdekt, kwamen alle
nieuwe buren luisteren en allen
ren het er over eens, dat het een bij
zonder mooie triller was
Nu ja. hij was niet leelijk,
Mevrouw Zwaluw op een bescher
menden toon maar doe het nu niet
weer zooHet is om zenuwachtig to
worden I
Maar misschien bent u dan wat
ziek of zwak?— vroeg de lijster
vriendelijk.
Zwak? Neen, heel ma al niet; maar
ik moet over een poosje weer de groo
te reis ondernemen over de zee, naar
't land, waar het altijd zomer is, wam
ik houd niet van den kouden wintei
hier! Jij moet. hier dan zoeken of je
in de sneeuw nog wat eten vinden
kunt cu slapen in een oude gebroken
bloempot en de kruimpjes zoeken, die
de menschen niet meer hebben willen!
Nu! ik ga weg, want ik moet naar
mijn eieren kijken. Morgen kom ik te
rug, maar onthoud goed wal ik ge
zegd heb over die laatste noot!
En weg vloog de zwaluw.
Den volgenden dag verscheen zij
niet.
En den daarop volgenden dag ooit
niet.
Misschien is onze buurvrouw
ziek, zei de lijster tegen zijn vrouw,
toen zij den derden ochtend aan het
ontbijt zaten. Kan je niet eens bij
haar gaan kijken, dan zal ik zoolang
op de kinderen passen.
Mevrouw Lijster luimde alles oj>
drukte haar man nog eens oj) liet
hart, vooral niet naar het vogelcon
cert in het naburige bosch te gaan en
heel goed op den oudsten zoon te let
ten. omdat die anders over den rand
van het nestje zou vallen. Toen vloog
zij naar haar buurvrouw.
Even later kwam zij terug en ver-
tolde dat Mevrouw Zwaluw zat te
treuren over het verlies van haar
eitjes. Zij was ontroostbaar, want zij
waren haar ontstolen, toen zij den
lijster zangles gaf.
Twee dagen later vonden zij haar
ook dood op haar nestje liggen; zij
zouden boodschappen aan alle andere
vogels zenden om haar begrafenis hij
te wonen en zij dolven een graf in een
rustig, beschaduwd hoekje van den
boomgaard. En de lijster zong in de
struik er boven zijn mooisten lijk-
zang.
Hij werd nooit een geschoolde zan
ger, toen zijn leermeesteres dood was.
maar lang, heel lang daarna, toen de
zwaluw reeds door iedereen was ver
geten, zond hij nog zijn gouden tril
lers omhoog en vervroolijkte het hort
van ieder, die er langs kwam.
Brievenbus
(Brieven aan ue Redactie van
de Kmder-Afdcenng moeten
gezonden wc/den aan Me
vrouw Venemav. Doorn,
Kleine Houtweg 21, Haar
lem.
In de bus gooien, zonder
aanschellen.
JAN v. Z. De nieuwe strikvragen
zijn goed. Heb je pleizier gehad, toen
jo uit logeeren was?
HENRIëTTE F. v. B. Ja, je in-
zeuding was prachtig op lijd. liet zal
op school langzamerhand wel drukker
worden, want ik geloof dat jullie een
heeleboel moeten Jeeren.
TRUUS VAN B. Je hebt een Leer
lij t*e vacantia geuad, hoorl Ju, tne tc-'i-
lomisteiling nen ik ook gezien! nou je
alios goeu onthouden wat er te i.ien
was? En zijn jullie er uen iieelen dag
geweest? Vond je Oud-Amsterdam niet
aardig? en de historische ataeoiiiig?
Kn heb je die groote kaarten van In-
die gezien?
JAN DE B. 't Weer is nu rog
prachtig voor do duinen. Heb je ook
hagedissen gevonden? Eu waren er
nog bramen? Zijn jullie bij den Wa
tertoren de duinen ingegaan?
CORNELIS N. Vond jo dozen
wedstrijd aardig? En heb je er long
werk aan gehad? En heb je prettig ge
speeld^ Woensdag?
MINA v. E. Het nieuwe raadsel
is goed.
LINA S. Heeft er dan niet een
broertje van je vroeger ook meege
daan? Hoe heette die ook weer? En in
welke klas zit Suze nu? Of is die al
van deze school af?
GEERTJE G. Dus voor jou is de
pret ook nog niet aJgeloopen! Is dit
nichtje even oud, als jij? en was haar
vueantie nog niet om? Gaan jullie
morgen ook weer mot elkaar naar
buiten?
JAN v. H. Het is een groot ver
schil, of je door de duinen loopt t©
dwalen, of op do schoolbanken zit,
Jan! Maar afwisseling is toch liet
prettigst van alles. De nieuwe wed
strijd komt de volgende week in de
courank
LENA K. Wel gefeliciteerd, hoorl
Wel, word je nu toch heusoh morgen
twaalf jaar! Nu zal ik er mij toch niet
weer in vergissen! Zou jo lieusoh mor
gen zulke prachtige cadeaux krijgen?
Nu ik hoop het! Maak maar veol plei
zier!
KEES DE K. Een zelfverdiend
boek ïs haast nog mooier dan een ge
kregen hoek! Wees er maar zuinig op
en leen het niet dikwijls uit, want dan
is hot gauw slordig! Leest ik- juffrouw
op school wel eens voor?
WILLEM O. Ja. het was deze
week no-g warmer dan het in de va-
cantie geweest is. Ga je wel eens kij
ken nunr de match aan de Spanjaards
laan? En zou je zelf ook graag in oen
groote club meedoen?
MARIE L. Wel bedankt \oor je
mooie kaartl Ben je er een dagje ge
weest en hoe vond je liet er?
MARIA J. H. P. De nieuwe strik
vragen zijn goed. De vacant ie is in
hot begin meestal prettiger dan op
het laatst en als je altijd vacantia
had, zou het je wel eens vervelen,
denk je ook niet? Heerlijk, «lat jullie
alle drie zijn overgegaan! Heeft Moe
der daarvoor eens getracteerd?
AlIENTJE S. Helpt je broertje je
wei eens, of vindt hij uel oplossen nog
to moeilijk? Prettig, dat ze thuis tllo-
maal zoo flink werken! Heb jij ook
veel huiswerk te maken?
THEODOOR J. Het was juist een
werkje voor de vaeaniie. Zit je nu in
de hoogste klas en ben je nog op ae-
zelfde school?
WIM N. Ik wed, dat lang riet
alle jongens uit jouw klas zoo maar los
op een groot paard zouden durven
rijden! Maar er liep toch nog wel
iemand naast, is 't niet? Ja. je werk
was op tijd klaar; vond je liet. pret
tig?
ANNIE v. D. Je hebt er heel wat
aan te doen gehad, hoor! Maar of ze
goed zijn, weet ik nog niet, want ik
heb ze nog niet nagekeken.
ABRAHAM H. Heb je geen tïid
moer, of lezen jullie de courant niet
langer? en wat ga je nu 's avonds
doen?
BERNARD V. Neen, de vaeanlio
is er, om te spelen of uit te gaan, en
ik heb van de meeste kinderen ook
brieven over allerlei pretjes gekre
gen. Ja, de plantennamen waren las
tiger, dan de diernamen; dat vonden
de meeste kinderen. Wel bedankt voor
mooie kaarten uit B. Wat is dat
boscli in G. prachtig, vind je niet'
LENA li. Een roei wedstrijd is
ook aardig om te zien. Op wat voor
een hoot was jij toen? Ja soms zit jo
i vast o.cl isc£jcL.iiue aiici*
eu je noudt anyu namen over oio jo
niet gebruiken kunt. lioud je \eoi van
plant- en dierkunde en heb je wel
eens bladeren gedroogd en verza
meld?
T. Twee dagen is met lang
genoeg om heel Amsterdam te ziout
W ant daar is een ueeiebuei ie ivijüiu,
hoorl Heb je er v.a ecus nicer gelo
geerd? Oi was het nu voor het eerst?
En is Moedei- nu weer heeieuiaai be
ter-?
ANNA en SOPHIA v. W. Julli©
speelt zeker heet dittvvijis met
Kan hij al enkele woordjes zeggen?
eu is hij blij als jullie uit school v eer
thuis komen??
AGNES H. Kan het ook zijn, dat
je vergeten had je naam er hij te zet
ten? En weet je nog hoe lang iiet zoo
wat geleden is?
CORNELIS DE M. De nieuwo
raadsels zijn goed.
JAANTJE v. O. Ik heb nog geen
nieuwe raadsels van je gevonden.
Had jo vergeten ze er in (e sluiten?
Kan jij wel goed rekenen en wat vind
je heil prettigste vak op school?
JAN R. Dat is best! Als je de vol
gende week wat meer lijd hebt, dan
moet je me maar eens eui langen
brief schrijven! Dan zal bet ook wol
wat mooier gaan, denk ik, want nu
kon ik bijna niet zien, dat de brief van
jou kwam! Wat voor cijfer krijg je op
school moestal voor schrijven?
GIJS H. Ja, zorg er 'n 't vervolg
maar beter voor. Het is altijd heter
een dagje te vroeg ie beginnen, aan
een uurtje te laat. Mag je er Zondags
al aan beginnen, of is liet ee:. werkje
voor den Woensdagmiddag?
IDA B. Zijn juUie Woeusdigmid-
dag naar Groenend3al geweest? Dan
hebben juïlie prachtig weer cetrcfieu.
Vond je he< er mooi en heb :e de Bel
vedère ook gezien? en de waterlelies?
filet hoeveel gingen juilie?
LIZE D. Ik geloof, «lal jullie heel
wat pretjes hebben tegenwoordig!
Verlang je naar Zaterdag osn den uit
slag van den wedstrijd? Dau moet je
nog één weekje geduld hebben, want
zóó gauw kan ik het lieuech rvet na
zien, hoor! Heb je ook pleizier gebaxl
in Groenendaal?
Mevr. VENEMA—v. DOORN.
80 Augustus 1913.