RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Beide problemen, werden goed opge lost door de heoren R, Bouw, M. ton Brink, J. Jacobson Azn.. W. J. A. Matla, P. Oltolinii, C. Scroddni, T. C. N. CORRESPONDENTIE. T. C. N. Vriendelijk dank voor het toegezonden bladprobleem, zul len het a.s. week plaatsen. Aan uw verzoek hopen we ook spoedig te kun nen voldoen. BERICHT AAN LEDEN VAN DE HAARLEMSCHE DAMCLUB. Wegens den feestdag op a.s. Maan dag, zal dien avond geen bijeenkomst plaats hebben, doch is de speelavond op Dinsdag bepaald van 8 tot 12 uur. DAMCURSUS. Linkerflank openingszet 32—28. Als eerste of inleidingszet kan ook 32—28 worden gespeeld. Ofschoon de Fransche meester Ra phael deze inleiding veeltijds in too- passing brengt, en meermalen hier mede zijn spel met succes ontwik kelt, meenen wij dezen aanvangszet toch to moeten ontraden en wel om de, volgende reden: 32—28 1823 Nu is wit vrijwel verplicht met 88—82 te vervolgen, want op 3732 zou volgenz. 2329, 17—22 en '19 261 en op w. 2822 en 33 22 zw. 17:28, 25-29 en 19:17 in beide ge vallen een schijfverlies voor wit. Wij hebben gezegd, dat wit vrijwel gedwongen is orn te vervolgen met 38—32, waardoor hij zich direct een zwakke stelling verschaft, zoowel in den stand als bij de voortzetting van het spel. Sluit wit het veld 32 niet dicht, dan belioudt hij toch vijf schijven op de lijn 650, omdat leruggeslag moei worden 37:28, daar anders zi,ii stel ling nog minder gunstig wordt. Ook dezo voortzetting zuilen wij om de bij den aanvang genoemde reden, niet verder ontleden. Lange Centrum openingszet, 33—29. Deze zet, zoo genoemd omdat hij zich ontwikkelt uit het centrum-spel, en moet gevolgd worden door zetten met schijven van den langen vleu gel, achten wij ook minder goed. oin- dat hiermede het centrum direct wordt losgelaten, en wit, zich hierna een gedwongen positie verschaft, het geen nimmer goed kan zijn voor dc ontwikkeling van liet spel. Indien zwart met beleid speelt, zul hij weldra den korten vleugel van wit opgesloten hebben of moester worden van het centrum. Ook deze openingszet en zijn gevol gen zullen wij niet verder behande len. Rechterflank openings-zot. 34—29, De aanvangszet 34—29 is o. i. ook zwak, omdat bij goed spel van zwart, wit bij den koiien vleugel weldra zal worden opgesloten. Hier zijn wij evenwel verplicht er even op te wijzen, dat deze opslui ting niet te vroeg mag geschieden, want dan zou wit de kans bezitten om zich hieruit weder te ontrukken. Wij halen dit aan, omdat oogen- scliijnlijk, bij den derden zet deze op sluiting reeds kan bewerkt worden, maar alsdan niet goed zou zijn. Een klein voorbeeld zal dit nader aan- toonen. 34—29 20—2511 40—34 (de beste) 1420 45-40 Indien zwart nu speelt 19—24, dan heeft hij wel een opsluiting bewerkt, maar kan die niet gestand houden, omdat wit daarna voortgaat, als volgt: 19—24 5045 1014 de beste 31—26 17—21 goed 2617 11 22 de beste 3228 7—11 gedwongen 28:17 11:22 de beste. 37—321 Nu kan zwart niet beter doen dan 1—7 of 4—10 opbrengen echter, wit speelt hierna 34—30, 33—28, 39:30 en heeft de opsluiting verbroken, en een stand veroverd, welke volstrekt niet onvoordeclig is. Wij hebben tevens hieruit geleerd, dat te vroeg een zeker doel bereiken, niet altijd goed is, terwijl, door met kalmte de zaken af te wachten, meest al het doel bereikt wordt. Zwart kan dus niet beter doen dan zijn tijd kalm afwachten. Hij rnoet de ruiten 24 en 30 vooreerst niot bezet- ton, en dit kan hij gerust laten, om dat wit toch nimmer hiervan gebruik kan maken, want 3530 zou een schijfverlies geven, en het veld 28 kon niet veroverd worden dan met opof fering van de remise-kans. De practische kennis zal den ama teur voldoende ter zijde staan om de juiste voortzetting in deze opening verder toe te passen, ten einde te pro- fiteeren van den o-i. zwakken ope- nings-zet 3429. Rechterhoek openings-zet. 35—30. Deze zet is uit den aard der zaak reeds af te keuren, want zwart be werkt onmiddellijk een opsluiting met 2025. Wij achten dezen zet zoo ondeugde lijk, dat hierop verder ingaan, i iels zou voortbrengen dan een menigte waardelooze aanteekeningen. Wij sluiten hiermede de behande ling van de verschillende openings zetten en hopen dat velen er door aangemoedigd zullen worden, het damspel tot die hoogte te helpen op voeren, waarop het volkomen recht heeft. Van eenige slagzeiten In de openin gen zullen wij in de volgende ru briek melding maken, terwijl we over een paur weken een aanvang zullen maken met de behandeling van ,,de gewijzigde centrum-opening" van den auteur C. II. Broekkamp. De I-Iaarlemsche Damclub houdt haar bijeenkomsten lederen Maandag avond van 8 tot 12 uur in het ge bouw „de Nijverheid", .Tansstraat 85, alhier. Liefhebbers van bet damspel zijn daar welkom. Voor bet lidmaatschap kan rnen zich bij liet bestuur aanmelden. Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun nen als adspirantrleden worden toe gelaten. Inlichtingen verstrekt gaarne de secretaris, de heer J. Meijer, Kruis straat 34, Telephoon 1543. Raadsels (Dezo raadsels zijn alle inge zonden door jongens en meis jes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinde ren, die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in liet vol gend nummer bekend go- maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OrLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERL OOT. I-Iierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. 1. (Ingezonden door Cornells en Jo hanna Brugman). Mijn eerste dragen vorstelijke per sonen. In mijn tweede wonen veel menschen Mijn geheel is een stad in Rusland. 2. (Ingezonden door Piet üsï). Mijn eerste is een afkorting voor een grooten kinderfeestdag. Mijn tweede is een verkorte meisjesnaam. Mijn derrie is gevaarlijk. Mijn geheel is oen plantje. 3. (Tngezonrlon door Stïcna Alle man). Drie léf tere maar Wie heeft het ot"' créhor-rd Plaats er voor de lettersb d f h k I m n p s t v w of z, En telkens hebt ge een goed Nedcr- landsch woord I 4. (Ingezonden door Willy Germe- raad). Mijn eerste wordt gebruikt om goed op lo hangen. Mijn tweede en derde is vet. Mijn golieel is een vloeistof. 5. (Ingezonden door Lena Buiten huis). Ik ben geen boom en heb toch bla den, Ik heb geen stem en spreek toch tot u, Al ben ik geel van ouderdom, toch amuseer ik u vaak. Wie ben ik 6. (Ingezonden door Rika v. d. Haar). Ttt T T t T t t t. Wat is dat 7. (Ingezonden door Rika en Jacob Ban ij). Vervang de puntjes door medeklin kers. znndat ge een bekend spreek- woord krijgt .o a..e. .a.. .ie. .e. .a. .oo. 8. (Ingezonden door Annie v. Daa- lon). Met J ben ik oen jongensnaam. Met P ben ik in de kouken. Met K dien ik den melkboer. Met M ben ik geen vrouw. 9. (Ingezonden door Willem de Kamper). X XXX X X X X X XXX Zet op deti eersten regel een mede klinker. Op den tweeden regel iets, wat be- teekenis moet hebben. Op den derden regel een jongens naam. Op den vierden regel een lichaams deel. Op den vijfden regel een medeklin ker. In het midden staat nu van boven naar boneden hetzelfde als van links naar rechts. 10. (Ingezonden door J. Overmeerj. Zet achter elkaareen boom, een k'inker en een eiland en go krijgt den naam van een land in Europa. 11. (Ingezonden door Jan Rozen- hart). Ik ben steeds in de electrische tram en in de diligence, terwijl ik in de ceintuurbaan en m het centraalsta tion de beste plaats inneem. Op den Nieuwendijk en in do Kalverstrant kom ik nooit, maar wel op dc Amster- damsche grachten. Ik bon in October en December altijd thuis, maar in do overige maanden steads afwezig. Wio bon ik? 12. (Ingezonden door Jan do BoerJ. Mijn geheel bestaat uit 48 letters eu is iets, dat iedere Haarlemmer kent. 47 26 2 41 is een jongensnaam. 29 22 26 14 is ook ©en jongensnaam. 24 35 19 30 is een getal. 7 S ?6 14 is een ontkenning. 35 1 10 3 5 is een plaatsje in Lim burg. 20 36 32 wil ieder behouden. 42 41 26 12 is niet luidruchtig. 9 26 28 29 31 is niet open. Met een 16 17 18 36 46 graaft men. 21 33 40 31 is niet vroeg. Een 27 23 44 26 46 vaart. 12 33 34 is een jong dier. Een 11 13 45 15 4 6 21 is soms moei lijk. 42 47 20 43 10 25 48 wordt gebruikt bij het middagmaal. 37 3 39 38 is oen gewicht. Raadseloplossingen Do oplossingen der raadsels van do vorige week zijn 1. Wezel ezel. 2. Het is niel Mies goud wat blinkt. 3. Kolk klok. 4. Madagaskar. 5. Koevorden. Koe, arde, voorn. 6. Achting. 7. Valkenburg. 9. Kracht en macht. 9. Wal gij niet v. ilt. dat u geschiedt, Doe dat ook aan een ander niet. 10. Arbeid adelf. Aal, ar, adel, breed, Tiel. 11. Lak. bak, pak, dak, hak, tak. 12. T Waren een grootvader, oen va der en een zoon. RAADSELOPLOSSINGEN. Goede oplossingen deza week ont vangen van Jan van Zïjtveld 12. Caspar Willemsen 11. W. G. van Donselaar 9. Frans Snellens 10. Truus van Bilderbeek C. Jan de Bruijn 12. Cornel is Naula 10. Micntje Langen berg 7. Annie van Daalen 10. Wim Nieuwdorp 11. Bernard Vernimmen 9. Willem Overmoer 18. Maria J. H. Piët 12. Jan van Hemert 11 on 11 van de vo rige week. Lena Koeleveld 11. Kees de Klerk 12. Mina van Ssscn 12. T.inn Smink 9. Geertje Grundel 9. Lena Buitenhuis 12. M. Timmermans 10. Anna en Sophie v'i Welsenes 12. Aanes Hoogveld 10. Gornelis de Mink 12. Jan Meijer 12. .Taanlje van Oeffel 12. Jan Rozenhart 11. G. Hessels 12. Ida Bregonje 12. Lize Dikkeboom 12. STRIKVRAGEN. (Ingezonden door Jan van Zijtveld). 1. Wat loopt zonder voeten? 2. Welk lijden wordt ieders deel 3. Wio kan niet tot honderd tellen (Ingezonden door Sfiena Alleman). 4. Welk woord volgt altijd op een vraag (Ingezonden door Rebekka Enge lander). 5 Amsterdam, die groote stad, Met hoeveel letters spelt men dat 6. Keizer Karei had een hond, Hoe heet Keizer Karel's hond (Intrezondon door Hendrik Douvvma). 7. Hoeveel is 2 pond en 100 centi meter (Ingezonden door Jan van Zijtveld). 8. Welke kommer is licht te dra gen? 9. In welke school zijn do 'lessen nooit droog (Ingezonden door Wim Nieuwdorp). 10. Welke bloemen gaan weg, als do zon begint te schijnen BEGRAVEN PLAATSEN. De antwoorden op de begraven plaatsen van do vorige week zijn 1. Arnhem. 2. Gouda. 3. Utrecht, 4. Zeist. 5. Kuilenburg. G. Hoorn. 7. Os. 8. Eist. 9. Hoeve. 10. Olst. 11. Vork. 12. Venlo. Goede antwoorden dezo wecli ont vangen van Jan van Zijtveld 11. Caspar Willemsen lL Annie van Daalen 12. Bernard Vernimmen 12. Maria J. H. Piet 9. Jan van Hemert 11 en 10 van de vorige weck. M. Timmermans 11. Anna en Sophie vaii Welsenes 12. Cornells do Mink 12, Jan Meijer 12. Jaantje van Oeffel 12. Jan Rozenhart 12. O ijs Hessels 12. Ida Bregonje 12. r.izo Dikkeboom 12. Truus van Bilderbeek 10. Jan de Bruijn 10. Cornelis Nauta 11. Wim Nieuwdorp 12. Iena Koeleveld 12. Geertje Grundel 11. Tien n Buitenhuis 12. Agnes Hoogveld 11. BERICHT WEDSTRITD. Inzendingen ontvangen van l>na Koeleveld. Tounis Kok. Willem Bakker. Hendrik van 't Land. Henrietta F! van Beij non. Anton Janse. Jo Verton. .Tan Verton. Theodoor Jansen Annie van Daalen. Wim Nieuwdorp. Abraham Hartendorp. Bernard Vernimmen. Jan van Hemert. S. van Ineen. Simon Srr't. Lena Buitenhuijs. Cornell's Snellens. Johcn Rejack. Nanne Nauta. Ida Bregonje. L. Dikkeboom. De vol een (V week komt do uitslag in de courant. DE ZWALUW EN DE LUSTER. Op een prachtigen zomerdag zat oen lijster in een appelboom ©n zong, zoo mooi hij kon. Een zwaluw, uie haar nest had on der de goot van het dak der boerderij, keek nieuwsgierig op hem neer. Zij zag er trotsch en verwaand uit, dezo zwaluw, juist alsof zij aan ieder een wilde vertellen, dat ze heel wat van de wereld gezjen hacL Goadenmorgen sprak zij van de hoogte uit den lijster aan. De lijster zong voort als hoorde hij haar niot, want hij gaf geen sikkepitje om de zwaluw met haar verbeelding. Maar die onverschilligheid prik kelde de zwaluw. Je maakt wel mooie trillers en lc-opjes, zei ze, en je geluid ook zuiver, maar alle methode, allo ontwikkeling ontbreekt je. Als je wou les nemen en je deed goed jo best, dan zou je het ver kunnen brengen Nu luisterde de lijster toch naar •haar. Ik zou je wel les willen geven, maar ik heb het op 't oogenblik wat druk, want er liggen vier eitjes in mijn nest eu di© moeten uitgebloed worden vervolgde de zwaluw. Jij les geven En waar licb jij wat van muziek geleerd? Hoe lang ben je al bij 't vak? Laat dan eerst eens hooren wat je er zelf van kent! i De zwal iw tjilpte verontwaardigd, j Wat weet jij van muziek riep zo uit. Heb ik niet gereisd en ge- trokken? Ben ik niet ver over de groote zee gevlogen en heb ik geen landen en dingen gezien, waarvan jij liier in dezen kleinen boomgaard geen begrip hebt? Foei, schaam je, om zoo tegen mij te durven spreken De lijster streek zijn veeren glad en vloog naar beneden om op den grond een slofbad te gaan nomen. Om zich niet stil te willen houden volgde de zwaluw hem op den grond. Ik heb de groote zee gezien, toen ik met vele, vele van mijn broeders en zusters dagen lang als een groote wolk door de lucht vloog en ik heb den misthoorn geboord, als wij de zee niet zien konden en de schepen elkaar waarschuwden voor den dik ken mist. En ik heb het verre land gezien, het land van de zon cn de rozen, waar de olijven groeien en de wingerd neerhangt van de zware trossen druiven, en waar de sinaas appelen als kleine gouden ballen tus- schen de groene bladereu hangen. Wal zou zoo n domme lijsier, die nog nooit verder dan dezen tuin geweest is, nu eigenlijk tegen mij voor praat jes kunnen maken Foei, foei Hier moest de zwaluw even rusten om adem te scheppen. De lijster maakte van die gelegen heid gebruik om ook gauw een woord- jo te zeggen Dezo appelboom is voor mij mooi genoeg, antwoordde hij vroolijk. Mijn gewone bruine jasje zou hee- lemaal niet passen bij al die kleuren pracht. Rose en witte appelbloesem zijn mijn lievelingskleuren; moer verlang ik niet I Maar de zwaluw hield niot op. Zij vertelde hem zooveel over allerlei be roemde zangers, die zij in verre lan den gehoord had, dat de lijster zich zelf toch wel wat onbeleefd vond te genover iemand, die zooveel van do wereld gezien had. Hij besloot daar om zijn verontschuldigingen aan te bieden. Mevrouw Zwaluw, begon hij ernstig, het spijt me heusoh, dat ik daareven zoo tot n gesproken heb! II; ben werkelijk nog zeer jong en on ervaren en zou gaarne wat van u loeren I Gij hebt ver gereisd en vee! gezien En het is waar, dat ik nog niet veel anders gezien heb dan rie korenvelden en de rivier hier vlakbij. Ik heb mijn leven lot nu foe in dezen kleinen boomgaard gesleten, en daar door komt het zeker, dat ik zoo onge manierd u te woord stond. Ik vraag u wel verschooning hiervoor 1 Dat was ©en lange toespraak voor den lijster, want hij was geen rede naar, maar oen zanser, en hij was er zelf zeer voldaan over. Mijn l>este jongensjilpte Me vrouw Zwaluw, ik moet nu naar mijn nest, waar vier eitjes in liggen en die eitjes veroischen biizondero zorg. want mijn kindeven zullen ook eenmaal die wondere landen, die verre zon aanschouwen De moeder zorgen geven een groote verantwoor delijkheid, een zwaar gewicht op on ze schouders, maar toch, lederen morgen, wanneer de zon zoo hoog staat, als op "t oogenblik, zal ik trach ten een oogenblikje voor onze lessen er af te nemenmorgen zullen wij beginnen. Zij wuifde met de vleugels en vloog weg. Den volgenden morgen precies op tijd verscheen zij weer, maar tot haar groote verbazing was Mijnheer Lijs ter er nog niet Zij ging nu op een tak zitten boven zijn nest en keek er eons in. Mevrouw Lijster was wel tl.inis, maar eigenlijk vond de zwaluw zichzelf veel te deftig om iets mot de li.isterfamilie te maken te hebben Alleen Mijnheer Lijster interesseerde haar, omdat hij zoo mooi zong, of liever gezegd zoo mooi zou kunnen zingen, als zij hem wat zangles gaf I Wilt u niet even binnen komen, Mevrouw vroeg Mevrouw Lijster zachtjes, want zij was een beetje ver legen. Dank u, antwoordde zij met een voornaam knikje, ik zit hier heel gemakkelijk. Ik kwam alleen hier om uw echtgenoot te loeren, hoe hij zÜTi stem moet beheerschen Mevrouw Lijster was zoo verbaasd, dat zij haar verlegenheid vergat. Zijn stem beheerschen riep zij uit, en hij is de beste zanger van de heele wereld Ik heb nog nooit iemand gehoord, die beter zong, zelfs onder zijn broeders en verdere fami lie ïs er geen een, die bii hem haalt Ik hoop niet, dat u hem iets wil laten veranderen aan zijn zang. want hij heeft de zuiverste, natuurlijkste stem, die ik nog ooit gehoord heb I Als ik hem help. zal hij in wei nige weken het grootste wonder der wereld zijn. was het antwoord, dat de zwaluw gaf. Och, hemelzuchtte Mevrouw Lijster, alsof zij er nu al over tobde, hoe zij met zoo'n wereldwonder in haar kleine nest leven zou Toen ging zij verder met haar oud sten zoon een worm te voeren. Daar kwam Mijnheer Lijster thuis. Hij maakte ©en beleefd© buiging en ging met de zwaluw naar den boven sten tak van den appelboom, om in him zrng niet gestoord te worden door het gepiep van al de kleine lijs tertjes. Ziezoo, begin nu maar eens op je eigen manier te zingen, ving do izwaluw haar les aan, dan zal ik zoggen, wat fout is en wat veranderd moet worden. En de lijster begon. En hij zong met zulke zachte, zilveren tonen eu zulke zuivere, gouden trillers, dat een schooljongen, die niet zijn tasch op den rug juist voorbij kwam, moeite had om door te loopen naar de war me school inplaats van in den boom te klimmen om den heel en morgen te blijven luisteren. llo De lijster keek naar zijn leerares. Die laatste triller was te lang. De helft zou ruim voldoende geweest zijn. Dat moet beter worden I Die triller. antwoordde de lijs ter kalm, is de mooiste dien ken en het is er een, waar ik altijd moo gelukgewenscht word. Mijn vrouw en al de gasten van onze brui loft. hebben gezegd, dat zij hem nooit mooier gehoord hebben I Mevrouw Lijster heeft er niets geen verstand van, zei de zwaluw. En ook toen wij verhuisden en pas hier in dezen boom kwan nen, omdat de vorige zoo onveilig was geworden, doordat de jongens ons nest hadden ontdekt, kwamen alle nieuwe buren luisteren en allen ren het er over eens, dat het een bij zonder mooie triller was Nu ja. hij was niet leelijk, Mevrouw Zwaluw op een bescher menden toon maar doe het nu niet weer zooHet is om zenuwachtig to worden I Maar misschien bent u dan wat ziek of zwak?— vroeg de lijster vriendelijk. Zwak? Neen, heel ma al niet; maar ik moet over een poosje weer de groo te reis ondernemen over de zee, naar 't land, waar het altijd zomer is, wam ik houd niet van den kouden wintei hier! Jij moet. hier dan zoeken of je in de sneeuw nog wat eten vinden kunt cu slapen in een oude gebroken bloempot en de kruimpjes zoeken, die de menschen niet meer hebben willen! Nu! ik ga weg, want ik moet naar mijn eieren kijken. Morgen kom ik te rug, maar onthoud goed wal ik ge zegd heb over die laatste noot! En weg vloog de zwaluw. Den volgenden dag verscheen zij niet. En den daarop volgenden dag ooit niet. Misschien is onze buurvrouw ziek, zei de lijster tegen zijn vrouw, toen zij den derden ochtend aan het ontbijt zaten. Kan je niet eens bij haar gaan kijken, dan zal ik zoolang op de kinderen passen. Mevrouw Lijster luimde alles oj> drukte haar man nog eens oj) liet hart, vooral niet naar het vogelcon cert in het naburige bosch te gaan en heel goed op den oudsten zoon te let ten. omdat die anders over den rand van het nestje zou vallen. Toen vloog zij naar haar buurvrouw. Even later kwam zij terug en ver- tolde dat Mevrouw Zwaluw zat te treuren over het verlies van haar eitjes. Zij was ontroostbaar, want zij waren haar ontstolen, toen zij den lijster zangles gaf. Twee dagen later vonden zij haar ook dood op haar nestje liggen; zij zouden boodschappen aan alle andere vogels zenden om haar begrafenis hij te wonen en zij dolven een graf in een rustig, beschaduwd hoekje van den boomgaard. En de lijster zong in de struik er boven zijn mooisten lijk- zang. Hij werd nooit een geschoolde zan ger, toen zijn leermeesteres dood was. maar lang, heel lang daarna, toen de zwaluw reeds door iedereen was ver geten, zond hij nog zijn gouden tril lers omhoog en vervroolijkte het hort van ieder, die er langs kwam. Brievenbus (Brieven aan ue Redactie van de Kmder-Afdcenng moeten gezonden wc/den aan Me vrouw Venemav. Doorn, Kleine Houtweg 21, Haar lem. In de bus gooien, zonder aanschellen. JAN v. Z. De nieuwe strikvragen zijn goed. Heb je pleizier gehad, toen jo uit logeeren was? HENRIëTTE F. v. B. Ja, je in- zeuding was prachtig op lijd. liet zal op school langzamerhand wel drukker worden, want ik geloof dat jullie een heeleboel moeten Jeeren. TRUUS VAN B. Je hebt een Leer lij t*e vacantia geuad, hoorl Ju, tne tc-'i- lomisteiling nen ik ook gezien! nou je alios goeu onthouden wat er te i.ien was? En zijn jullie er uen iieelen dag geweest? Vond je Oud-Amsterdam niet aardig? en de historische ataeoiiiig? Kn heb je die groote kaarten van In- die gezien? JAN DE B. 't Weer is nu rog prachtig voor do duinen. Heb je ook hagedissen gevonden? Eu waren er nog bramen? Zijn jullie bij den Wa tertoren de duinen ingegaan? CORNELIS N. Vond jo dozen wedstrijd aardig? En heb je er long werk aan gehad? En heb je prettig ge speeld^ Woensdag? MINA v. E. Het nieuwe raadsel is goed. LINA S. Heeft er dan niet een broertje van je vroeger ook meege daan? Hoe heette die ook weer? En in welke klas zit Suze nu? Of is die al van deze school af? GEERTJE G. Dus voor jou is de pret ook nog niet aJgeloopen! Is dit nichtje even oud, als jij? en was haar vueantie nog niet om? Gaan jullie morgen ook weer mot elkaar naar buiten? JAN v. H. Het is een groot ver schil, of je door de duinen loopt t© dwalen, of op do schoolbanken zit, Jan! Maar afwisseling is toch liet prettigst van alles. De nieuwe wed strijd komt de volgende week in de courank LENA K. Wel gefeliciteerd, hoorl Wel, word je nu toch heusoh morgen twaalf jaar! Nu zal ik er mij toch niet weer in vergissen! Zou jo lieusoh mor gen zulke prachtige cadeaux krijgen? Nu ik hoop het! Maak maar veol plei zier! KEES DE K. Een zelfverdiend boek ïs haast nog mooier dan een ge kregen hoek! Wees er maar zuinig op en leen het niet dikwijls uit, want dan is hot gauw slordig! Leest ik- juffrouw op school wel eens voor? WILLEM O. Ja. het was deze week no-g warmer dan het in de va- cantie geweest is. Ga je wel eens kij ken nunr de match aan de Spanjaards laan? En zou je zelf ook graag in oen groote club meedoen? MARIE L. Wel bedankt \oor je mooie kaartl Ben je er een dagje ge weest en hoe vond je liet er? MARIA J. H. P. De nieuwe strik vragen zijn goed. De vacant ie is in hot begin meestal prettiger dan op het laatst en als je altijd vacantia had, zou het je wel eens vervelen, denk je ook niet? Heerlijk, «lat jullie alle drie zijn overgegaan! Heeft Moe der daarvoor eens getracteerd? AlIENTJE S. Helpt je broertje je wei eens, of vindt hij uel oplossen nog to moeilijk? Prettig, dat ze thuis tllo- maal zoo flink werken! Heb jij ook veel huiswerk te maken? THEODOOR J. Het was juist een werkje voor de vaeaniie. Zit je nu in de hoogste klas en ben je nog op ae- zelfde school? WIM N. Ik wed, dat lang riet alle jongens uit jouw klas zoo maar los op een groot paard zouden durven rijden! Maar er liep toch nog wel iemand naast, is 't niet? Ja. je werk was op tijd klaar; vond je liet. pret tig? ANNIE v. D. Je hebt er heel wat aan te doen gehad, hoor! Maar of ze goed zijn, weet ik nog niet, want ik heb ze nog niet nagekeken. ABRAHAM H. Heb je geen tïid moer, of lezen jullie de courant niet langer? en wat ga je nu 's avonds doen? BERNARD V. Neen, de vaeanlio is er, om te spelen of uit te gaan, en ik heb van de meeste kinderen ook brieven over allerlei pretjes gekre gen. Ja, de plantennamen waren las tiger, dan de diernamen; dat vonden de meeste kinderen. Wel bedankt voor mooie kaarten uit B. Wat is dat boscli in G. prachtig, vind je niet' LENA li. Een roei wedstrijd is ook aardig om te zien. Op wat voor een hoot was jij toen? Ja soms zit jo i vast o.cl isc£jcL.iiue aiici* eu je noudt anyu namen over oio jo niet gebruiken kunt. lioud je \eoi van plant- en dierkunde en heb je wel eens bladeren gedroogd en verza meld? T. Twee dagen is met lang genoeg om heel Amsterdam te ziout W ant daar is een ueeiebuei ie ivijüiu, hoorl Heb je er v.a ecus nicer gelo geerd? Oi was het nu voor het eerst? En is Moedei- nu weer heeieuiaai be ter-? ANNA en SOPHIA v. W. Julli© speelt zeker heet dittvvijis met Kan hij al enkele woordjes zeggen? eu is hij blij als jullie uit school v eer thuis komen?? AGNES H. Kan het ook zijn, dat je vergeten had je naam er hij te zet ten? En weet je nog hoe lang iiet zoo wat geleden is? CORNELIS DE M. De nieuwo raadsels zijn goed. JAANTJE v. O. Ik heb nog geen nieuwe raadsels van je gevonden. Had jo vergeten ze er in (e sluiten? Kan jij wel goed rekenen en wat vind je heil prettigste vak op school? JAN R. Dat is best! Als je de vol gende week wat meer lijd hebt, dan moet je me maar eens eui langen brief schrijven! Dan zal bet ook wol wat mooier gaan, denk ik, want nu kon ik bijna niet zien, dat de brief van jou kwam! Wat voor cijfer krijg je op school moestal voor schrijven? GIJS H. Ja, zorg er 'n 't vervolg maar beter voor. Het is altijd heter een dagje te vroeg ie beginnen, aan een uurtje te laat. Mag je er Zondags al aan beginnen, of is liet ee:. werkje voor den Woensdagmiddag? IDA B. Zijn juUie Woeusdigmid- dag naar Groenend3al geweest? Dan hebben juïlie prachtig weer cetrcfieu. Vond je he< er mooi en heb :e de Bel vedère ook gezien? en de waterlelies? filet hoeveel gingen juilie? LIZE D. Ik geloof, «lal jullie heel wat pretjes hebben tegenwoordig! Verlang je naar Zaterdag osn den uit slag van den wedstrijd? Dau moet je nog één weekje geduld hebben, want zóó gauw kan ik het lieuech rvet na zien, hoor! Heb je ook pleizier gebaxl in Groenendaal? Mevr. VENEMA—v. DOORN. 80 Augustus 1913.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 15