Bailors Issue WRAAK. TWEEDE CLAD Trljdag 12 September 1913 Buitenlandsch Overzicht De Balkanvulkaan Tusschen Turkije en Bulgarije. Een medewerker van de „Neue Freje Presae" heeft naar aanleiding van de Turksch-Bulgaarsche onder handelingen een onderhoud gehad met den Turkschen ambassadeur te Weenon, die hem o.a. het volgende mededeelde „Als basis yoor de onderhandelin gen noemt de Turksche regeering do nota van 19 Juli j.l., waarin de Ma- ritza als grens wordt aangegeven." De ambassadeur sprak verder de hoop uit, dat de onderhandelingen niet te lang gerekt zouden worden, daar beide partijen behoefte hebben aan rust. „Daar de Turksche regeering de eerlijke bedoeling heeft met Bulgarije op goeden voet te komen en te blij ven. zal zij den Bulgaren zooveel mo gelijk faciliteiten toeslaan op econo misch gebied, in de eerste plaats wat betreft den spoorweg AdrianopelDl mntika. die voor de Bulgaren van het grootste belang is." „Ook voor dezen aldus de am bassadeur zou het een groot voor deel zijn als de onderhandelingen spoedig afloopen, want de beweging onder de bevolking van West-Thraclö I is van ernstiger aard dan men wel Vermoedt. Wanneer nu de Bulgaren maar zorgen, dat er voortgang komt in de onderhandelingen, dan zal Tur- kije al het mogelijke doen om aan de beweging een einde te maken." 't Blad der Jong-Turlten, de „Ta Bin", wijst erop, dat de Porto, bij de onderhandelingen met Bulgarije, aan drong op den afstand van OrtakeuJ en Demotika en geeft Bulgarije den raad zich te haasten en die plaatsen at te staan want zoo de onafhanke lijkheidsbeweging in Goemoeldjina zich uitbreidt, zal de Turksche regee ring zich aan het hoofd daarvan moe ten plaatsen of aftreden. Het comité voor Muhammedaansche emigratie overhandigde den grootvl I zier een verzoekschrift aan de Porte, om de rechten der Muzelmannen tn Bulgarije te waarborgen. Foliering. Een officicele Bulgaarsche nota con- 1 sta teert, dat een Bulgaarsch onder- daan, die te Volo door Grieken was gefolterd, aan zijn wonden is bczwe- ken. Bulgaarsche zondebokken. Koning Ferdinand van Bulgarije heeft niet alleen de beide generaals, die in den oorlog met Turkije de mees te lauweren behaalen, generaal Sa- wof en generaal Fitsjcf, den genera lissimus en den chef van den genera- len staf, van hun ambt ontzet, thans is ook besloten de generaals Iwanof en Kowatsjef, twee der bekwaamste Bul- gaarsche bevelvoerders, ontslag te vcrlecncn, zonder dankbetuiging en zonder dat de daarvoor aangegeven redenen als steekhoudend kunnen worden beschouwd. Generaal Kowatsjef was in den oor log met de Turken commandant ee- ner divisie met een zelfstandige op dracht hij werd als commandant van het IVe legerkorps verantwoorde lijk gesteld voor de nederlaag, die dit korps op den 6en Juli, in den oorlog tegen berviê, bij Kotscnana leed, tn gepeusionneerd. Generaal Kowatsjef was, bij het uitbreken van den oor log met Servië minister van oorlog in het kabiuct-Danef en feitelijk com mandant van het leger. Hetzelfde lot trof den generaal Iwa nof, den commandant van het lie le gerkorps, dat Adrianopel belegerde ep innam. Hem wordt de schuld ge geten voor de nederlagen die het He leeerkorps tegen de Grieken leden. Enkele dagen na die nederlagen werd Iwanof van zijn bevel ontheven en kort daarop gepensionneerd. De schuld voor de beide nederlagen js meer toe te schrijven aan de onder schatting van de bondgcuooten door den genoralen staf, dan aan de bevel voering. Zoowel tegenover de Serviërs als tegenover de Grieken stonden on voldoende Bulgaarsche strijdmach ten. Toen nu Grieken en Serviërs zich met groote overmacht op huDne tegenstanders wierpen, ontstond in de Bulgaarsche troepen paniek, wel ke de nederlagen veroorzaakte, en waardoor grooLe hoeveelheden oor logsmateriaal, ammunitie, levens middelen en verschillende vaandels in handen der vijanden vielen. Feuilleton (Nadruk verboden). i.i den namiddag had zij met pot lood oen briefje nan Laurent geschre ven o:n hem mee te deelen, welk on geluk er gebeurd was, en dut zijn broeder door een onuergung, een fail lissement werd bedreigd. Zij schreef „Kom, Laurent, liet ongeluk hereemgt. Uw broeder zul nu den moed niet hebben, u den toegang tot zijn huis te ontzeggen. Hij lijdt, thans te veel. om uw leed nog te willen verzwaren. Hij hoeft behoefte aan liefde en zal zeker bereid zijn, je vergiffenis te schenken. Zij volgde de inspraak van haar liari, zonder te weten van weli een vreesel:;Xe misdaad de markies en de blinde haar geliefden Laurent be schuldigden. 'f? \\onds was da mailles met zijn dochter een weinbr ruST cn kalmte Tot opvolger van ïwanor, als com-' mandant van het 11e legerkorps, is generaal Koetinsjef, commandant van het ontbonden Ie legerkorps aange wezen; tot commandant van het IVe legerkorps is benoemd generaal üikof, die tijdens den oorlog tegen de 'Turken generaal-intendant van het leger was. TussElien China en Japan. Aan het „Petersburgschc Telegraaf- agentschap" wordt uit Tokio geseind: Een door duizenden bezochto verga derir.g eischte, dat de Mandsjoerijsclie en Mongoolsche quaesties door de wa penen zouden worden beslecht. Er wordt een groote, tegen de re geering gerichte, beioogmg voorbe reid. Japan heeft een reeks eischen aan de Chineesche regeering gesteld naar aanleiding van de volgende, feiten le. de foltering van-den Japanschen luitenant Nihimira op 11 Augustus te Hankow. Die officier was. nadat hem de uniform was uitgetrokken, aan de handen opgehangen Ze. de gevangenneming van een an deren officier te Sjentoeng 3e. den moord op de Japanners te Nanking. En ten slotte de beleedi- ging, de Japansche vlag aangedaan. Japan eischt, dat verontschuldigin gen worden aangeboden, dat de schul digen bestraft zullen worden en dat een schadeloosstelling zal worden be taald, waarvan het bedrag nader zal worden vastgesteld. Op het Japansche gezantschap wordt verklaard, dat China de ei schen onmiddellijk moet inwilligen, daar Japan anders zal overgaan tot de maatregelen, die het noodig acht. Gezien echter de gematigdheid der ei schen .verwacht men, dat China geen bezwaren zal maken. De Japanners hebben troepen ge land te Nanking, ter bescherming der handelshuizen. Een jongmensch van achttien jaar, dat zichzelf te Tokio doodde, liet een brief na, waarin hij bekende de moordenaar van Abe, den directeur van politieke zaken aan het ministe rie van buitenlandsche zaken, te zijn. Allcriel Italië cn Tripolis. De „Köln, Zeitung" bevat eenlge opmerkingen van zijn correspondent in Tripolis, over den algemeencn toestand in de nieuwe ltaliaansche kolonie. Deze vertelt o.a., dat bij den aanvang van het Mohammodaansche Baïramfeest de stad er allerzonder lingst uitzag en een al heel weinig feestelijke» indruk maakte. Een en ander was nu niet bepaald een be vestiging van zekere beweringen over de uitnemende verstandhouding tus- schen Arabieren en Italianen van dankbaarheid van de eersten voor de weldaden, hun gebracht door de kaat sten, viel heel weinig te bespeuren. Iutegendeel. Sinds cenige dagen leefde geheel Tripolis in angst en be ven, daar men algemeen geloofde aan den vooravond van een algemee- nen opstand te staan. De Arabische bewoners hebben den laatsten tijd een opmerkelijk aanmatigende houding aangenomen. Enkele dagen geleden nog zijn twee Italianen in een der hoofdstraten door een bende Arabie ren aangevallen zij konden slechts met de grootste moeite bevrijd wor den. Bovendien worden openlijk be dreigingen geuit; in eon Tripoll- taansc.il blad werd met zooveel woor den gezegd, dat het Baïramfeest ge vierd zou worden met slroomcn Ita- liaansch bloed. Daarbij komt, dat de ltaliaansche troepenmacht tot de noodzakelijkste sterkte ia terugge bracht. Dat ook de overheid ongerust was, bleek uit de buitengewone voor zorgsmaatregelen, door haar getrof fen. liet garnizoen was geconsigueerd; sterke patrouilles doorkruisten de stad, terwijl overal geudarmeriepos- ten waren gevestigd. Vooral de wo ningen der vreemdelingen werden 6Cherp bew aakt. Voor de deur van den correspondent stond sedert eenigc da gen een schildwacht met de bajonet op liet geweer. Tot nog toe is er niets voorgeval len. Wellicht dat de militaire machts ontwikkeling de Arabieren tot voor zichtigheid heeft aangespoord. De tariefwet in dc Vcrecnigde Staten. Zooals een telegram meldde heeft de Amerikaansche Senaat met 44 te gen 37 stemmen het ontwerp tot her ziening van het Amerikaansche tarief aangenomen. Het wetsontwerp werd op 8 Mei met 201 tegen 139 stemmen door het Reprosentanienliuis aange nomen en hoeft dus nu nog slechts indien althans het Representanten huis zich niet verzet tegen de door den Senaat aangebrachte wijzigingen do onderteekeuing noodig van den president, om van kracht tc worden men verwacht dai dit nu binnen en kele weken het geval zal zijn. Een zeer belangrijke maatregel voor den wereldhandel is dus nu tot stand ge komen, het Amerikaansche tarief caan zoeken in den salon. Giiberte sprak hem vriendelijk toe, wakkerde zijn moed aan en troostte hem met te zeggen, dat zij en de mar kiezin hem nog overbleven, en dat zij, ondanks al die slagen van het nood lot, nog gelukkig konden zijn in el- Kaars liefde,. De markiezin sliep op haar kamer. Marie-Rose zat aan haar bed, bezig met een borduurwerkje en stond nu en dan op om naar de blinde te zien. Zij vermoedde niet, welk vreeselijk drama er dien nacht was afgespeeld en welk geheim de blinde markiezin in het diepst van haar hart begraven had. Met verwondering zag zij, hoe ingevallen de trekken van de oudé dame waren. Arme vrouw, mompelde zij. Zij ging weer zitten en nam haar werk op, terwijl de markiezin in haar slaap eonige woorden stamelde. Marie-Roso meende, dat de markie zin haar riep. I-Ieeft u mij noodig, mevrouw? vroeg zij. Verlangt u iets? De markiezin antwoordde niet. Zij woelde onrustig in haar bed. baar handen, die op de dekens lagen, bewogen zich met heftigheid, als wil de zij iemand grijpen. Duidelijk sprak zij in haar slaap: Moordenaar Moordenaar Marie-Rose wilde de oude vrouw doen ontwaken. wordt voor de móeste artikelen aller belangrijkst verlaagd, terwijl tal van artikelen geheel van rechten zijn vrij gesteld. Uit China. Uit Peking wordt bericht, dat Liang Sji Chao, een der invloedrijkste lei ders van de progressistische partij lu China, met verschillende anderen, bij Kamer en Senaat een voorstel heeft ingediend om de leer van Con fucius tot staatsgodsdienst te ver heffen. De voorstellers doen in hun toe lichting uitkomen, dat de aanneming van een staatsgodsdienst in geen en kel opzicht afbreuk doet aan de vrij heid van geweten, daarentegen van zeer gunstigen invloed zal zijn op de zedelijkheid van het volk. Dc driejarige diensttijd in Frankrijk. Do Raad van Staten heeft het ont- werp-besluit goedgekeurd betreffende een buitengewoon crcdiet van 69.544.151 fr., ter dekking der uitga ven, noodig voor do uitvoering der wet op den driejarigen diensttijd. Binnenland De Feesten te Amsterdam. DE ONAFIIANKKLIJKHEIDS- VLAG. De vereeniging „Volksweerbaar heid" had zich voorgenomen Donder dagmiddag een zeer fraai zijden Ne derlandsche vlag, de onafhankelijk heidsvlag, aan te bieden zoowel aan den burgemeester van Amsterdam, om in vredestijd bij nationale feesten van den Westertoren te laten wappe ren. als aan den generaal-majoor, commandant van de stelling Amster dam, om aldaar te hijschen als net land gevaar dreigt, ten teeken, dat alle Nederlanders zich om de vlag moeten scharen om het vaderland te verdedigen. Deze zijden vlag is een bijzonder fraai kunstwerk. Zij is vervaardigd op de Rijksschool voor Kunstnijver heid te Amsterdam, volgens ontwerp, aanwijzing en orider toezicht van den directeur, den heer J. W. H. Berden. Op deze Nederlandsche vlag is de af beelding yan den Nederlandschen Leeuw in goud geappliceerd. Zij meet (volgens het verslag in De Tijd) 4 me ter bij 21/2. Het geheel is streng he raldiek. Deze aanbieding had te half vier met groote plechtigheid op het sport terrein achter het Rijksmuseum plaats. Een koor van 400 personen, onder leiding van den heer J. Schoon- derbeek, had zijn welwillende mede werking toegezegd, om o.a. het koraal „Dankt nu allen God", „liet Vlagge- lied" en „O, Nederland, mijn Vader land, U heb ik lief bovenal', te zin gen. Luitenant-generaal J. B. van Heutsz, adjudant-generaal in buitengewonen dienst van H. M., oud gouverneur van Nederl. Indië, hield een rede en zei o.a. Art. 180 le lid van de Grondwet fegt: Alle Nederlanders, daartoe In staat, zijn verplicht mede te werken tot handhaving der onafhankelijkheid van het Rijk en tot verdediging van zijn grondgebied 1 Wij vieren thans het 100-jarig feest onzer in 1813 herstelde onafhankelijk heid, maar dat wij dit kunnen doen, is helaas niet te danken aan de alge meen e enthousiaste medewerking van alle Nederlanders, om zich in vredes tijd met ernst voor te bereiden voor do taak, die in oorlogstijd hun plicht is, het met de wapens in de hand handhaven van hun grootste bezit, hun onafhankelijkheid. En juist om dat de tijden er niet naar zijn ge weest om te kibbelen over quaesties en beginselen, maar wel om het nood zakelijke „Allen weerbaar" op den voorgrond te schuiven, zijn wij, Ne derlanders, in dien heiligen ons door de Grondwet opgelegden plicht te kort geschoten. Zeker, de thans afgeloopen eeuw, de eeuw onzer hernieuwde onafhanke lijkheid. 1813—1913, toont een groote tegenstelling met haar voorgangster, 1713—1813, de eeuw, na den vrede van Utrecht, van slapheid, tweespalt, pruiken, achteruitgang en ondergang ai« natuurlijk slotmaar de eeuw daarvoor, 1513—1713, het tijdperk van onzen grootsten roem, toen wij onder onze beroemde en bekwame stadhou ders tevens legeraanvoerders, onzen grooten Raadspensionaris, onze alom gevreesde zeehelden, vaak de weeg schaal van Europa mede in handen hadden, deze eeuw van eerbied en ontzag voor den Nederlandschen naam, waarop wij nog altijd met trots wijzen, hebben wij tot dusverre niet weten nabij te komen, al mag ook, gelukkig, getuigd worden, dat, voor al in de laatste kwart eeuw op veler lei gebied groote vooruitgang bestaat en weer de geest der voorvaderen uit het roemrijkste tijdperk onzer ge schiedenis begint tc ontwaken. Ik zeg: Begint te ontwaken! Want, niettegenstaande wij nu al weder 'n Mevrouwriep zij. Ik bid u, kom tot u zelve I Zacht wilde zij de hand der mar kiezin grijpen, maar deze klemde zich aan haar vast Moordenaar Wie zijt gij? El lendeling Laurent, mijn zoon 1 Marie-Rose verbleekte. Wat beteekent dat stamelde zij. Wat zegt zij Zij trachtte zich uit de hand der blinde los te maken, maar deze klem de zich opnieuw aan haar vast. In groote opgewondenheid ging de blinde voort Ongelukkige, wat hebt gij ge daan Schande Misdaad 1 Bloed Gij hebt je moeder vergeten, je broe der, je naam, je eer 1 Niets, niets is meer heilig voor je. Van wien spreekt zij toch mompelde Marie-Rose. Het kan toch niet van Laurent zijn I Laurent, mijn zoon, een dief en moordenaar I O, o l Welk een afschuwelijke droom, zeide hot meisje verschrikt. De markiezin zwoeg thans, de hand die zich aan den arm van Marie-Rose had vastgeklemd, liet dien los, en zonk machteloos op de oekens neer. Mevrouw, zeide Marie-Rose zacht, kom tot uzelvo, ontwaak. De markiezin ontwaakte met een zucht en richtte zich langzaam op. Het hoogrood, dat haar wangen èèuw geplaatst zijn In de rijen van de onafhankelijke naties, meer dan de eerste schreden op den goeden weg om wederom eerbied en ontzag bij an dere volken te wekken, hebben wij nog niet afgelegd; naast ontwikke ling van talent, van kunst, energie, van durf en intellect op velerlei ge bied, is daarvoor beslist noodzake lijk, dat de geheele wereld de over tuiging krijge, dat het Nederlandsche Volk sterk is, dat het volkomen in ei gen kracht gelooft. Hiertoe moet de opvoeding ven de jeugd van den aanvang af zoodanig zijn, dat orde, tucht en discipline overal zichtbaar op den voorgrond treden dat algemeen, door de gehee le natie, de ernstige wil, ja het bran dend verlangen blijke om deel uit le maken van 'b lands weermacht. Geen sprake behoeft er dus meer te wezen van de hoop, of het verlangen om b.v. vrij te loten van de nationale militie, integendeel moet een ieder beslist van zijn vvensch doen blijken, er eön eer in te stellen om zijn mill- tieplicht te vervullen, de Regeering aldus noodzakende tot afschaffing van de lotingtegen afkeuring voor de militie moet men kampen, in stede van die te zoeken en zij, aan wie het voorrecht van onvoorwaardelijke ge- schiktbcvinding niet ten deel valt, moeten trachten bij administratieven of geneeskundigen dienst ais anders zins, althans het hunne bij te dragen tot schraging van 's lands weermacht. Voorts dient ook deze categorie zich dringend aan te melden voor oefe ning „Volksweerbaarheid", want vete zwakken en niet ernstig gebrekkigen zijn toch immers geschikt voor dien sten in tijd '.an oorlog of gevaar, wel ke niet een geheel gezonden en krach- tigen man vereischen en leeren schie ten kan bijna een ieder. Is eenmaal de geest van geoefend en weerbaar te willen zijn in de Natte gevaren, dan kan Nederland met ge rustheid de toekomst tegemoet gaan, kan weer van zich gaan afspreken, zooals ónze Voorvaderen zoo vaak de den in de zoo juist genoemde eeuw van 1613—1713, en algemeen in Eu ropa zal dan de overtuiging zich ves tigen, dat Nederland in staat is om, zoo noodig, zijn heilig bezit, zijn on- afhaukelijKiicid, tegen ïeaeren aan rander niet vrucht te verdedigen. De Nederlandscho vrouw de moe der en. het jonge meisje kan veel doen om dat alles te bevorderen, de moeder door opvoeding en Invloed in de geschetste lichting op haar kind, het meisje door voorkeur te toonen voor jongens, die gezond zijn naar li chaam en geest, bewijzen geven van behendigheid in allerlei sport en li chaamsoefeningen en lust toonen in de oefeningen van de padvinders- en weerbaariieidsvereenigingen, alsook van op militaire leest geschoeide vrlj- willigerskorjrsen, o.a. de Koninklijke Nederlandsche Weerbaarheidsvereeni ging, het Nijmeegs ene vrijwilligers korps enz. Het meisje voorts ook door zelve lid te worden van Volksweerbaarheid, aan voor haar geschikte oefeningen deel te nemen en zich c.q. aan te slui ten bij de afdeeling verpleegsters te velde der Vereeniging. Nu ja, zulleu velen wellicht den ken, het is de Atjeh-generaal, die zoo spreekt, tot hem zegt het Haagsclie Vredespaleis zeker niets t Het tegendeel is waarl Met groote belangstelling, met aandoening zelrs woonde ik den 28en Augustus j.l. de plechtige opening van het Vredespa leis bij. Grooten eerbied gevoel ik voor dc-n schenker van dit Paleis en voor de vele groote mannen op het gebied van Internationaal Recht, die op de Vre desconferenties aan het tot stand brengen van den eeuwigen vrede tus- schen beschaafde naties hunne beBte krachten wijden en hopen ten 6lotte den oorlog, die vele schatten, ja, den grootsten rijkdom der naties de krachtige gezonde jongemannen verslindt of verminkt, te doen vervan gen door de internationale recht- spraak. Met velen uwer, ja, ik durf wel haast zeggen met u allen, noem ik met volle overtuiging dit het schoon ste ideaal, dat alle beschaafde volken eendrachtig samenwerken voor de groote zaak der menschheid: vrede door recht I Wij, Nederlanders, kunnen ons dus gelukkig prijzen, dat het wereldvre despaleis, uit Amerikaansche bron gesproten, op onzen bodem staat. Maar om nu ln de conferenties der Naties, voortaan in dat Vredespaleis te houden, met gezaghebbende stem le kunnen meespreken, om algemeen do overtuiging te kunnen vestigen, dal zij niet den vrede prediken en wen- schen uit vrees voor mogelijk verlies onzer onafhankelijkheid of van het rijke uitgestrekte Aziatische deel van ons Koninkrijk, het Grooter Neder land, dat Insulinde heet, maar dat wij uit volle overtuiging den wereld vrede wenschen, moeten wij zeker toi aan het tijdstip, waaroj) dat ideaal, die verheven idee werkelijkheid is ge worden, sterk zijn, zeer sterk, zoowel kleurde, verried een zware koorts Haar tanden klapperden. Haar lede maten trilden. Is er niemand bij mij vroeg zij. Ik ben hier. mevrouw, ik heb u wakker gemaakt. Waarom, mijn kind U was zeer onrustig. U scheen een akeligen droom te hebben en veel te lijden. Een akelige droom? (In haar gedachten voegde zij er bij„God gave, dat het slechts een droom was. Helaas 1"). Zij vroeg angstig Heb ilc dan gesproken Ja, enkele woorden. Hebt ge ze gehoord Hebt ge ze (begrepen O mevrouw, droomen zijn som tijds zoo ongerijmd. Spreek, mijn kind, spreek. In uw koortsachtige» droom zoi- de u, dut mijnheer de graai Laurent de Soulalmes een dief en moordenaar was. Marie-Rose poogde te glimlachen, noaar tranen biggelden langs haar wangen. Heb ik dat gedroomd Welk een dwaasheid. Marie-Rose begreep, dat er een vreeselijk geheim bestond, maar ver moedde toch in de verste verte niet, dat haar Laurent van de misdaad te land ais ter zee, in Nederland cn in NederJandscli-Indic. De bereiking van het liiervorcn door mij geschetste heeft in 1900 voorgeze ten hij de stichters van de Vereeni ging Volksweerbaarheid. Niet het stichten van een Volksleger in tegen stelling van een militieleger, geen na bootsen van een Zwitserech stelsel als anderszins. Het eenige doel was: de weerbaarheid van he: Nederlandsche volk te helpen ontwikkelen! Dit doel is schoon, is verheffend! Het is allc-ngs begrepen en toen door de Regeering gesteund De Organisatie breidde zich geleide lijk uit over geheel Nederland, maar nam toch nog niet de vlucht, welke in 'slands belang noodzakelijk is. Noemde ik zooeven ook het Grooter Nederland, dat Insnlmde heet; ik wensch dit uitgestrekte, mij zoo na aan 't harte liggende bloeiende deel van ons Vaderland van harte toe, dat du Vereeniging Volksweerbaarheid spoedig tormen moge vinden, haar zoo uitermate nuttig werk ook tot daar uit te strekken. Daar zal zij niet slechte een groot, maar tevens een zeer vruchtbuar veld van werkzaamheid vinden, bevolkin gen van verschillenden landaard en godsdienst, van welke tot dusverre slechts een déei in het staande leger eendrachtig naast eikaar voor Neder- laiids eer heeft gestreden, bevolkin gen, die, blijkens de evolutie der laat ste jaren, alleen om deskundige lei ding roepen, maar als haar deze ge werd, even hou en trou als hier ge boren Nederlanders de eer van onze geliefde driekleur, de NederlundoCtie onafhankelijkheid onder ons geliefd Oranje-vorstenhuis zullen helpen ver dedigen. Steeds meer van dc-ze onze donker getinte broeders met hunne vurige zwarte oogen komen hier te lande hoogere inlelleetueele ontwikkeling zoeken, dan zij in Insulinde vinden maak ook onder deze studeerende Jon gelieden, onverschillig tot welk ras zij behooren, propaganda voor uw zoo nuttig, verheven werk; met hen bij hun terugkeer in hun geboorteland, grooter Nederland, kan de vereeni ging Volksweerbaarheid dan haar verheven werk voortzetten in een midden, dat blijken zal niet noudig lu hebben aangespoord te worden tot ge loof in eigen kracht, in z'n roeping. Daarop nam de voorzitter van „Volksweerbaarheid de heer Dudok van Heel, het woord. Toespraak des heeren D. van Heel. Hij zei o.a. „Ik zal het vaandel zwaaien van Neérland't fieren Leeuw", aldus heeft Vondel gezongen, daarmede in dich terlijke taal uitdrukking willende ge ven aan de bezieling, die er uitgaat van de vlag als symbool onzer natio nale vrijheid. Er zijn in het leven der volken da gen, die uitsteken boven de andere, waarop ons nationaal bewustzijn lui der spreekt en wij den band, die ons aan het vaderland hindt, sterker ge voelen. Dan doen wij als Vondel en grijpen naar de vlag om haar te zwaaien en hoog te hijschen. Zulke dagen beleeft het Nederland sche volk dit jaar bij de herdenking van liet feit der herwonnen onafhan kelijkheid van honderd jaar geleden. Is het wonder, dat de vereeniging Volksweerbaarheid, wier doei liet ls den onafhankelijkheidszin en het na tionaal zelfbewustzijn bij ons volk krachtig te ontwikkelen, gevoeld heeft, dot de Nederlandsche driekleur het middelpunt moest zijn van haar feest? Dat zij immer in vredestijd hare ba nen moge ontplooien over een geluk kig volk, dat fier is op zijn onafhan kelijkheid en daarnaar handelen, maar mocht zij ooit geheschen moe ten worden ten teekeri, dat het land in gevaar is, dat zij dan ook het volk gereed vinde, om met alle kracht en rnet onverzettelijken wil de vrijheid te handhaven. Dat nu de vlag geheschen worde 1 Een lange roffel op de trom en een hoornsignaal klonken... de vlag werd ontplooid. Dan zong het koor het oude Wilhel mus. Antwoord van den Burgemeester. De burgemeester aanvaardde daar op het geschenk. Steeds was de hoofdstad het veree- nigingsjjunt van alten, die vooraan staan in den strijd voor het behoud van de beste traditiên van het door- luchte voorgeslacht. Als veldteeken in dien edelen strijd, die ook in tijd van vrede dc beste krachten van Neêrland's Zonen opvordert, aanvaardt zij de vlag met dank en ingenomenheid. En mocht ooit, wat God verhoede, de Zon des Vredes schuil gaan en do fakkel van den krijg ontbranden, dan zij Amsterdam niet „het laatste bol werk". waarin de overwonnen strij ders terugtrekken, maar dan voero do vlag het Nederlandsche Volk, dai zijn weerbaarheid heeft getoond, ze gevierend binnen de aloude Veste' 1 word beschuldigd. Op dit oogenbiik trad Michel met zijn dochter binnen. De troostwoorden van Giiberte had den den markies weer een weinig tot kalmte gebracht Hij gevoelde zich moediger, sterker, door de liefde en teeiierheid van zijn kind. Ilij kwam om te zien hoe het met zijn moeder was. De blinde had hem niet hooren bin nenkomen, vervuld als zij was van de gedachte aan haar schuldigen zoon. Hoe is het met haar vroeg de markies aan Marie-Rose. Mevrouw heeft een vreeselijken droom gehad. Zij heeft het tooneel van den moord nogmaals doorleefd en meende den moordenaar te her kennen. liet was uw broeder. De markies beefde en zag haar ver schrikt aan. Maar dat heeft u toch niet ge loofd vroeg hij. Zij was doodsbleek geworden en antwoordde niet Wat gebeurde er toch Waarom schenen do markies en Giiberte zoo verschrikt te zijn door dien droom Waarom vroeg Michel zoo gejaagd of zij het niet geloofde? Laat mij met mijn moeder alleen, juffrouw, zeide hij. Thans verwijderde men haar. On der andere omstandigheden zou het haar niet verbaasd liebben, maar de- Bede van generaal Fabiut. Generaal Fabius zei o.a.: En onder alle omstandigheden zal die vlag bij mij en hij hen. die oj» mij zullen volgen onder de voor bereiding lot onze zoo gewichllgo tr.ak, de belofte verlevendigen, welke ligt besloten in uw gc.-chenkde belofte, dat bet N«hrhmdsche volk, uit liefde voor den vrede, meer en meer zich wil voorbereiden tot den krijg, die te minder valt te duchten, naar mate hij met kalmte onder de oogen wordt gezien. Aldus roepe dit, uw zinrijk ge schenk, ons allen toe: de handen uit de mouwen! In tijd van vrede om V vaderland te doen bloeien door han del en nijverheid, d 'Or scheepvaart en visscherij, door landbouw cn land- ontginning, om het groot te doen zijn en blijven duor kunst en wetenschap en in tijd van gevaar om ieder vreemdeling ontzag in te boezemen voor een wakker volk, dat boven alles zijn vrijheid lief heeft en dat bereid is om, zoo noodig. aan gansch de we reld te toonen, dat onze liüiên en stel lingen onverwinbaar zijn, omdat zij verdedigd worden door de sterke zo nen des lands. Slotwoord. Vervolgens nam de heer Dudok van Heel nogmaals het woord, om aan "t einde der pleohtigheid zijn dank aan velen te richten. De overbrenging der vlag. Na afloop van de aanbieding der ving door den voorzitter der Vereeni ging aan de beide genoemde verte genwoordigers van het hoogste bur gerlijk en militaire gezag in Néér land's laatste bolwerk, werd de vlag met muziek in triomph, door een groo ten stoet, lede» van „Volksweerbaar heid* van het Sportterrein naar de Wesiermarkt gedragen, om aldaar onder hetb eieren der klokken cn het zingen van vaderlandsche liederen te worden geheschen op den Waterto ren, De stoet, die tegen 41/2 uur het Sportterrein verliet, langs Stadhou derskade, Nassaukade en Rozen gracht, kwam ongeveer tegen 5 uur op de Westermarkt aan. Dc 6lippen van de vlag werden gedragen door twee meisjes, waarvan een de „Vre de" voorstelde eri de anderede „Weer baarheid', terwijl de elf provinciën werden vertegenwoordigd door elf da mes in 't wit, met de provinciale kro nen op het hoofd en dragende de pro vinciale wapens. Bloemenmeisjes gin gen voor de vlag uit, bloemen strooi ende. In den stopt' liepen mee weer baarheidskorpsen, gynmastiekvereent- girigen, verpleegsters afdeelingen enz. DE KONINGIN-MOEDER is Donderdagmiddag to 3 uur m de hoofdstad aangekomen De Koningin en de Prins waren ter verwelko ming op het Slation aanwezig even als Mr. Dr. v. Leeuwen. Commissa ris der Koningin en vele andere au toriteiten. De vorstelijke personen werden lui de toegejuicht. DE PRINSES reed *3 middags te 3 1/2 uur weer uil voor een bezoek aan Artis. DE PRINS bezocht Donderdagmiddag het Mul- derslot. HET HOFBAL had Donderdagavond plaats. Er waren honderden en nog eens honderden gasten in de Burgerzaal vereenigd. Even ha negen uur schreed do Ko ninklijke Familie niet gevolg binnen; H. M. de Koningin wus gekleed in een wit zijden avondtoilet met kanten overkleed; zij was getooid met het diadeem en de parure van het Natio naal Huldeblijk. 11. M. de Koningin- Moeder was gekleed in een gris-perle toilet met kanten sluier, Z. K. II. Prins Hendrik droeg de generaals uniform. Toi Iaat in den avond onderhielden de Koninginnen en de Prins zuia niet velen der gasten; tegen half twaalf trokken zij zich terug tu begon de uittocht der genoodigduu. BIOSCOOP. De veiiooinng van du film „Oranje en Nederland op liet JJscluLi terrein had veel succes. Zaterdag wordt deze voorstelling herhaald. DE ILLUMINATIE in enkele deelen der stad maakt des avonds een mooi effect, vooral do ver lichting van „de Magere brug" over den Amstel bij de Kerkstraat. PRINS HENDRIK NAAR GENT. Prins Hendrik zal W oensdag 17 September een bezoek brengen aan het Nederlandsche Paviljoen ter Géntsctee wereldtentoonstelling. Dit bezoek zal een niet-offic:eel kara\tcr dragen. zen avond kwam het haar vreemd voor, aLs een maatregel om een fami liegeheim voor haar té verbergen. Zij verwijderde zich lungzaain. Zij kwam niet bij het bed der zieke terug. Michel cn Giiberte waakten beurtelings bij haar Zij vreesden een onvoorzichtig woord, een nieuwen droom, die bet geheim aan een vreemde zou toevertrouwen. Dat ge vaar wilden zij vermijden. Den volgenden dug w as de mar kiezin een weinig beter. Tegen twaalf uur stond zij op, ge holpen door Giiberte, en dronk een kop bouillon. Zij wandelde eeu paar schreden door de kamer. Daarna zette zij zich in een leun stoel, bij het geopende venster. Zij voelde de warme zonnestralen, die op haar schouders vielen. Die warmte deed haar goed. Wat heerlijk weer, mompel de zij. Ja, moeder, is u sterk genoeg om uit te gaan Wil u, geleund op mijn arm en dien van Giiberte. een wan deling in den tuin gaan doen Neen, ik ben moe, ik blijf liever hier. Alle drie zwegen. De Minde schoen zelfs de tegen woordigheid van Michel en Giiberte vergeten te hebben. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5