Haws Dbléo
WRAAK.
TWEEDE BtAD
Vrijdag 28 HoYemiw 1913
OM ONS HEEN
NB. 1347
Brieven van het 34ste Raadelld
Aan de Kiezers,
Hoewel wij Raadsleden nooit reke
nen op dankbaarheid van u, geachte
kiezers, noch ln onze loopbaan als zoo
danig. noch later, terwijl toch een
grafsteen met inscriptie wel gepast
wezen zon wil ik er toch even cp
wijzen, dat wij in de laatste maanden
met ongekenden ijver ann den arbeid
zijn geweest. Zóó regelmatig werden
we week na week voor oen bijeenkomst
geconvoceerd, dat de W oensdag wat
ons aanging wel Raadsdag had mo
gen heeten.
Na de krachtsinspanning van zes,
teven achtereenvolgende vergaderin
gen acht ik dan ook de tijd gekomen
om het lidmaatschap van den Raad te
beschouwen uit een ethisch, econo
misch, etectrisch, historisch, wiskun
stig en practisch oogpunt; er zijn nog
vele andere oogpunten, maar die be
waar ik liefst tot later: men moet niet
alles tegelijk wilier, aontoonen.
De ethische grondslag van het ambt
komt het bost uit vóórdat je het bent.
Bestuurders van kiesvereenigingen
vestigen daarop bij voorkeur je nog
eenigszins onervaren blik. Terwijl je'
instinctmatig voelt, dat het lidmaat
schap van den Rand veel eischt. zoo
dat je je tegen de candidatuur met
alle kracht verzet, to-kkelen zij met
talent op de snaren van je hart. „Men
sehen die er de geschiktheid voor be
zitten", zoo zeggen ze ongeveer, „in o-
g e n er zich niet aan onttrekken". En
wanneer je daar tegenover spreekt
van vrijen wil, dan herhalen ze die
verklaring mogen zich daar
aan niet onttrekken, die in
weerwil van haar gebiedende klank,
een groote aantrekkelijkheid heeft. Ik
mu.g er over meepraten, uit ervaring.
Want toen ik over oen candidatuur
voor de 34ste plaats gepolst en de vol
zin bovengenoemd met nadruk een-
en andermaal uitgesproken werd,
kreeg ik er den indruk van, dat er op
dat oogenblik in Haarlem niemand
anders was, die voor het lidmaatschap
van den Raad de noodige bekwaam
heid en geschiktheid bezat. I-Iaarletn
tolt 70.000 zielen, daar gaan af 33 be
staande Raadsleden, blijft 690G7, on
der wie ik de eenigie geschikte ziel
voor den Sisten zetel was. De onder
scheiding was overweldigend. Ik be
zweek er voor. Na dien tijd zei nie
mand meer, dat ik zoo'n voortreffe
lijke man was, een ervaring, die trou
wens mijn collega's eveneens hebben
opgedaan. Het is merkwaardig maar
waar: eerst doen de k iesv er een i gin
gen schrikkelijk veel moeite om je tot
het aannemen van de candidatuur te
bewegen, daarna sloven ze zich uit
om je gekozen to krijgen cn lukt dat,
dan is er 's avonds bij je thuis vroo-
lijke receptie met wijn, sigaren, koffie,
thee. limonade, telegrammen, kaart
jes van den burgemeester en den se
cretaris, in óén woord: prachtmo-
ment. Den volgenden dag lijkt de aar
digheid er glad af, op eens ben jc heel
gewoon geworden, niemand maakt je
complimentje?, do kiesvereenigingen
doen alsof jo niet meer bestaat en al
leen wanneer je een minder gelukkige
redevoering houdt of ecri voorstel doet,
dat den vrienden niet smaakt, wordt
je dat wel onder den neus geduwd.
Veel spreken mag je in T begin ook
niet want wat verbeeldt zoo'n nieu
weling zich wel! En veel succes met je
voorstellen hebben is ook niet xnoige-1
lijk, omdat het wel lijken zou, of de
anderen hot ook niet weten. Ziedaa
de ethiek van het Raadslidmaatschap, en
Ik hc-b een vriend geiuui, die wanneer j stemmen konden krijgen van
hij gepolst werd altijd "placht te zeg-;dende huren, terwijl je met
gen: Raadscandidaat zou ik wel wil-1 stige zekerheid op
Ien wezen, als ik maar zeker wist,
dat ik niet gekozen werdl"
Ik kom nu tot de economische be
teek cn is van het- lidmaatschap van
den Raad. Dat je nooit meer aan de
gemeente leveren mag is niet het erg
ste, omdat verreweg de meeste van de
70.000 zielen niet weten, in wat ter
wereld zij met de gemeente handel
zouden gaan drijven. De rijksdaalder
per zitting vergoedt niet altijd de
winst, die je op een andere manier
zou kunnen maken. Torwijl je buur
man, of je neef of je vrind koffie, thee,
olie of andere nuttige zaken verhan
delt voor twintig procent meer, dan
hij die gekocht heeft, bekijken wij met
ons vier en dertigen een uur lang de
vraag, of een ingezetene van Benne-
broek een halfjaar schoolgeld vóór
zijn dochtertje terug zal krijgen, al,
dan niet. 34 Raadsleden a een uur
maakt 34 Raads-'lïduren, bovendien
één voorzittersnur, één secretarisuur,
een commiesredacteuruur, twee bode
uren, zes persuren, dertien publiek-
uren en een Stcenkistuur... fk weet
wel. dat je deze ongelijksoortige uren
evenmin bij elkaar kunt optellen, als
een kilowattuur met een torenuur
werkuur vermenigvuldigen, maar zoo
veel is zeker dat de economie van het
Raadslidmaatschap dikwijls den toets
der criiiek niet doorstaan kan.
Het electriscbe standpunt waaruit
het lidmaatschap van den Raad beke
ken kan worden mag eigenlijk geen
standpunt heeten, maar is meer een
zweefpunt. Op een paar collega's na
hangen de Haarlemsche Raadsleden,
oleclrisch gesproken,-in de lucht. Bij
de becijferingen van kilowatturen,
stroom, kracht, prijs en zoo meer, die
den Raad ter goedkeuring worden
voorgelegd is de bekende vraag: „als
de kapitein van een schip vier en
veertig jaar telt, de groote mast vijf
meter lang is en de scheepsjongen
rood haar heeft, wat is dan de waar
de van de lading?" is zoo'n vraag
stuk, zeg ik, rein kinderspel. Ook be
hoort er- een zekere onbevangenheid
van goest toe, om te kunnen inzien,
dat electriscbe stroom die beneden
den kostenden prijs, mits in groote
hoeveelheid wordt geleverd, winst af
werpt. Waarschijnlijk komt dit hier
vandaan, dat zelfs de grootste geleer
de, voor wie deze ingewikkelde for
mules gesneden koek zijn, niet in
staat is in tien woorden te verklaren
wat clectriciteir eigenlijk is. Is hel dan
geen kunst, den prijs te berekenen van
iets, dat je niet kent?
Maar ik kom tot mijn volgende oog-
punt, het historische. Natuurlijk kan
hierover nog geen besliste beschou
wing gegeven worden. Evenmin als
de Raad van 1813 wist, dat wij een
eeuw later zouden glimlachen over de
voorzichtigheid van de meeste leden,
kunnen wij voorzien wat de Raad van
2013 over ons zal hebben te beweren.
Neem bijvoorbeeld de ho.venpla.nnen:
als die uitgevoerd worden en succes
hebben, dan heeten over een eeuw de
voorstanders knap en de tegenstan
ders dom; slagen ze niet, dan is het
precies andersom. En aangezien je
niet stellig vooraf weet, of succes ver
kregen zal worden, kan oen heden-
daagscli Raadslid om zoo te zeggen
nooit geschiedenis maken, maar dient
a.f te wachten wat de toekomst bren
gen zal. Hij heeft evenwel één troost:
wanneer de collega van 2013, in tegen
stelling met het oordeel van het kies-
vereenigïngsbestuur, hem voor een uil
zal uitmaken, dan is hij er niet meer
bij om het te hooren.
Met meer beslistheid kan ik het
Raadslidmaatschap uit een wiskun
stig oogpunt beschouwen. Dit slaat
namelijk wel vast, dat het met wis
kunde niets hoegenaamd te maken
heeft. Allereerst wat u, geachte kie-
zcjs aangaat. Hebben wij het niet be
leefd, dat een Raadslid dat dan toch
indertijd op zijn beurt ook ue ecnig
verdienstelijke svas onder de 69937 zie
len, een jaar of drie, vier later niet
eens een herkiezing waardig gekeurd
werd? Hebben wij niet meermalen on
dervonden, dat onze beste voorstellen
amendementen alleen maar de
edclij-
ïskuu-
meen
de te mogen llop01? Neen, met wis
kunde heeft het lidmaatschap van den
Raad inderdaad niets uit te staan.
En zoo kom ik dan eindelijk tot het
pnactische oogpunt. Welnu, de prac-
tijk is, dat de waardigheid verbazend
veel tijd kost en de aandacht mate
loos in beslag neemt. Niet alleen door
de openbare vergaderingen, maar ook
door de bijeenkomsten der commis-
siën. Toch is het moeilijk voor wie er
eenmaal zit er uit te gaan. Als ik niet
vreesde vcor den toorn der besturen
van de kiesveieenigingen, die immers
binnen korter of langer tijd op candi-
daten uit motten gaan met de plech
tige verzekering: „menschen, die er
de geschiktheid voor bezitten, mogen
zich er niet aan onttrekken", dan
zou ik zeggen: blijft er buiten, men
schen, laat u niet vangen, er zijn
ondér de 69967 overblijvende zielen
heusch nog wel andere, die geschikt
zijn, misschien geschikter! Maar ik
goef toe, dat deze laatste overweging
voor een mensck moeilijk is.
Ik lieb, geachte kiezers, u het lid
maatschap van den Raad van velerlei
standpunt doen zien; het uwe moge
dat van waardeering zijn. Ik groet u
allen.
Het 34ste Raadslid.
Voor kopie conform
J. C. P.
Binnenland
EEN OUDE „TIMES" OVER
ONZE ONAFHANKELIJKHEID.
De EngeLsche „Times" geeft tel
kens een rubriek met oude aanhalin
gen uit het eigen blad van honderd
jaar geleden.
Dezer dagen haalde do redactie
aan hetgeen door haar voorgangsier
van honderd jaar geleden, op 22 No
vember 1S13, g&schreven werd als
commentaar bij de bekende proclama
tie, waarin Van Hogendorp onze on
afhankelijkheid verkondigde na het
Frartscbe juk. Het bericht in de „Ti
mes" is van 16 November 1813, en
bet is gedagteekend uit Amsterdam
Onvertaald staat er boven „Oran(g)e
Boven", en daarop volgt in Engelsche
vertaling de proclamatie, gelijk wij
die dezer dagen ook in ons blad weer
in herinnering brachten.
Het bijschrift van de „Times" van
een eeuw geleden luidt:
„Met welke gevoelens moeten wij
ons wenden tot onze lezers in wel
ke woorden zullen wij trachten onze
gewaarwordingen uit te drukken over
het groote en zegenrijke nieuws van
gisteren? Dankbaarheid tegenover
den Alinachtigen Beschikker der ge
beurtenissen vreugde over den
voortschrijdenden triomf van de hei
lige zaak sympathie voor de een
drachtige vaderlandsliefde van een
eensgezinde machtige natie, deze
zijn de voornaamste van de zich op
dringende gevoelens van verrukking;
waarmede wij hebben te berichten de
Bevrijding van Holland, eensklaps
tot, stand gekomen, en onweerstaan
baar, door de uitsluitende kracht van
het Balaafsche volk! Wij hadden
onze hoop uitgesproken, dat een En
gelsche generaal de eerste zou zijn,
die op de Nederlandsche kusten den
standaard der vrijheid mocht plan
ten, dat aan Engeland den uitslui-
tenden roem mocht Jiomen aan Hol-
land de onafhankelijkheid te berge- j
ven doch, voor het oogenblik de op-
wellingen van mitionalen trots tot j
zwijgen brengende, moeten wij inet
vreugde erkennen, dat de gebeurtenis
onze vurigste verbeelding heeft over-
troffen.
„De vrijheid der Nederlanders is j
blijvend verzekerd, oindat hun poging
om haar te heroveren spontaan is ge
weest, omdat zij gehandeld hebben
rnct de diepe overtuiging, dut slechts
door de ziel de naties groot cn vrij
kunnen zijn."
ALGEMEENE INKOMSTEN
BELASTING,
liet huoldbestuur van de Broeder
schap van Notarissen in Nederland
verzoekt In een adres aan den minis
ter van financiën, bij het ontwerpen
van een wet op een algemeenc inkom
stenbelasting de ambtenaren der re
gistratie ue invordering en controle
van. de in te voeren belasting op te
dragen.
In het adres wordt 0.1x1. gezegd:
dat naar aanleiding van de ervaring
door hen opgedaan, bij toelichting
van aangiften, als anderszins, de le- j
den van liet hoofdbestuur van oordeel
waren, dat de ambtenaren der regis-
tralie door hun werkkring, als zoo
danig beter de vermogensrechtelijke
verhouding van de aaageslagsnen J
kunnen beoordeelen, dan de ambtena- j
ren der directe belastingen, daar toch
eerstgeiioemden door hun opleiding
en het voortdurend ln aanraking ko
men met privaatrechtelijke verhou
dingen over meer juridische kennis
beschikken en een juister inzicht ver
krijgen, dan bij laatstgenoemden het
geval kan zijn;
dat die kennis toch bij de invoering
van een inkomsten-belasting van
groot nut, zoo niet onontbeerlijk is
dat om bovengemelde reden, indien
aan de ambtenaren der registratie de
controle van deze belasting mocht
worden opgedragen, veel minder re
clames le wachten zullen zijn, het
geen naar de meening van reques-
trant voorzeker van grooten invloed
zal zijn op de populariteit der voor
te stellen bc-lasiing.
VERKOOP VAN BEVROREN
VLEESCH TE AMSTERDAM.
De commissi© voor do strafverorde
ningen 1© Amsterdam deelt in een
prae-advies aan den Raad mede, dot
er gcëïi aanleiding bestaat, in de al
gemeen© politie-verordenir.g bepalin
gen op t© nemen betreffende den ver
koop van bevroren vleesch of van
nuchter kallsvlec-sch.
Uit hetgeen d© commissie van de
strafverordeningen meedeelt, Lüjkt
dat ook de gezondheidscommissie is
teruggekomen op baar aanvankelij-
kon wensch betreffende gescheiden
verkoop van bevroren en niet bevro
ren vl&dsch. De bedenkingen, ui© ieg©n
dozen maatregel bij ue commissie
voor de strafverordeningen waren ge
rezen, bestonden hierin, dat hel deze
commissie onmogelijk scheen, de na
leving van eon dei gei ijken maatregel
lo controlóiuóü. De stempels toch, uie
aan hel abattoir op het vleesch zou
den worden geplaatst, en waardoor
het bevroren vleesch van het verscha
vleesch zou worden onderscheiden,
zouden natuurlijk verdwijnen, nadat
het vleesch in uen slagerswinkel tot
kleine stukkeu was verwerkt De con
trole of inderdaad het bevroren
vleesch never gezegd het vleesch
dat bevroren is geweest wei als
zoodanig aan een afzonderlijke toon
bank was verkocht, zou dus 11a deze
verwerking slechts mogelijk zijn, in
dien de keuringsdienst in staat was
ook na de ontdooiing de beiue vleesch-
scorten van elkaar te onderscheiden.
Daar' de commissie voor de strnfver-
ordeningcu nu meende, dat de keu
ringsdienst daartoe niet bij machte
was, aangezien bevroren vleesch na
de ontdooiing zich van versch vleesch
alleen daarin onderscheidt, dat het
in utu regci spoeulger beuerfl,
meende ue commissie voor de straf
verordeningen, uai JiamiJiaving van
dergelijke voorschriften onmogelijk
en de voorschriften zeil das nutteloos
zouden zijn. Bovendien wordt tc Am
sterdam meestal niet door do verbrui
kers bij uen siager afgehaald, doch
door dezen bij zijne klanten thuis ge-
bracht. iioe zouden, zoo vroeg de
commissie voor ue strafverorueni 1:-
gen, de verbruikers in staat zijn 11a te
gaan, of hun bevi-oren Yicesch dan
wol versch vlc-esch werd geleverd, in
dien noch een stempel, noch de eigen
schappen van hot vleesch zelf liet met
©enige -zekerheid als „versch" of „be
vroren" aanduiden Het bleek, dat de
uaecreuien van het anatton- en den
gemeentelij-kon gezonüheiusdienst de
door ue commissie geopperde bezwa
ren deelden cn ook de wethouder
voor de openbare gezondheid dezelfde
meemiig bleek te zijn toegedaan, ter
wijl de uit het buitenland ontvangen
médedoelingou er niet toe bijurocgeu,
0111 deze bonvuren weg te nemen. In
Engeland bleek een verplichting tot
gescheiden verkoop in hel geiioei niet
ie bestaan. \v ei is daar struipaur, in
dien „versch" vleesch wordt gevraagd
vlecaoh lo leveren, dat bevroren is
geweest, doch wegens do moeilijkhe
den, om dit bedrog te bewijzen, ko
men vervolgingen van dezen aard na
genoeg niet voor. Eene controle vau
overheidswege op de naleving dezer
i" :i Mim en ontbreekt bovendien ge
heel.
in Zwitserland is inderdaad de ge
scheiden verkoop in enkele kantons
voorgeschreven.^ Voor het gcheete rijk
geldt daar de bepaling, dut verkoop
van bevroren vleesch slechts iriag go-
scnieueii, indien voor op het publiek
duidelijke wijze wordt bekend ge
maakt, dat in een genoemd lokaal
(ook; bevroren vicescn wordt ver
kucht ce kuiitons henben center de
bevoegcuiciu nadere voorschriften bo-
trélienue den vcrkoojj te geven en
sommige, ais Bern en Genève, heb
ben dan ook. gesclieidcn verkoop,
zelfs verkoop in afzonderlijke loka
len voorgeschreven. Andere kantons,
als Züricn heóbeu aanvulling van de
Bonusraaosveroruening onnoodig of
onmogelijk geacht. Wat echter bij
deze berichten de aandacht der com
missie trok was, dat eene methode,
om bevroren van versch vleesch te
onderscheiden, ook in Zwitserland
niet bleek bekend te zijn. De controle
blijkt daar uitsluitend te berusten op
den toestand, waarin het vleesch ver
keert. 1
DE MOORD IN DEN BUIK-
SLOTERHAM-POLDER.
Donderdag is jufrouw Nieuwenburg
uit Nieuwendam gehoord door den of
ficier van justitie te Amsterdam. Op
het parket hec ."t juffrouw N. nog eens
antwoordende op de haar gestelde
vragen, medegedeeld, hoe de „me
neer" er uitzag, die in den middag
van 29 September met een fiets en in
gezelschap van een kleinen jongen
voor haar café kwam en daar een
bootje huurde. De man, zoo vertelde
Juffrouw N.. was niet ruig in het ge
laat; hij droeg een ruig zomerpak,
had zeer donker haar, bij zwart af,
droeg een klein, zwart snorretje en
had een ziekelijken gelaatstint, een
terugstootend uiterlijk. H. zag er uit,
zei de jufrouw als een Italiaan. Op
verzoek van den officier gaf zij een
volledige beschrijving van den man.
Zijn gebit was gaaf, maar 6lecht on
derhouden. Hij vroeg om een roei
schuitje, dat hij ten minste twee uur
moest hebben. Hij is niet in mijn buts
geweestlater, toen hij om half vijf
terug kwam, vloog hij weg om zijn
fiets te halen en betaalde later uit
een bruinleeren; nieuwerwetsche por-
temonnaie; de vier dubbeltjes zaten
afgepast, in een apart vakje, maar
de portemonnaie was dik. Het is dus
heel best mogelijk, dat hij nog pa
pier geld bij zich had.
De justitieambtenaar wees er de
juffrouw op, dat hier sprake is van
moord en dat zij terstond naar hem
bad moeten toekomen. Zij antwoord
de daarop, dat zij haar plicht had ge
daan. Zij had dadelijk den veldwach
ter gewaarschuwd. De politie is er
toch voor meende zij, om dergelijke
verklaringen ter plaatse te hrengen,
waar zij behooren.
Met Frans Dijkman is juffrouw
Nieuwenburg niet geconfronteerd.
Dat was ook niet noodig, daar zij hem
van vroeger zeer goed kende, toen zij
vlak bij Dijkman's woning, een win
keltje liieidl
De rechtbank heeft de preventieve
hechtenis van Franciseus Dijkman
voor de tweede maal met dertig da
gen verlengd. Deze verlenging moet
verband houden met 1 psychiatrisch
onderzoek waaraan Dijkman wordt
onderworpen.
BEROOVING VAN DIAMANT.
't Hhld. meldt:
Omtrent de berooving van den Am-
eterdammer Pinheiro is nog niets na
ders bekend geworden. Een tweetal
crediteuren, de heeren Henri Brandon
en J. Knoop, zijn naar Weenen ver
trokken om poolshoogte te nemen.
Tot dusver kocht de heer Pinheiro
voornamelijk voor het Amerikaansche
huis Barnett Co. geslepen diamant.
De laatste dagen werd door hem ech
ter ook herhaaldelijk op „ruw" gebo
den. Van een firma kocht hij oa. een
partij bruine kappen. Dergelijk ruw
goed is echter, naar men ter beurze
verzekerde, le Weenen absoluut niet
te plaatsen. Het was echter de eerste
keer, dat de heer Pinheiro derwaarts
ging om zaken te doen, zoodat hem
dit misschien niet bekend was.
Ten huize van de familie Pinheiro
was nog niets naders bekend. Zijn
echtgenoote heeft alleen een tele
gram ontvangen, meldende dat haar
man aangc-rand en beroofd was.
Verder niets. De familie weet zelf
nog niet wanneer de heer des huizes
zal terugkeer en.
ONGELUKKEN.
In het ziekenhuis le Rotterdam is
overleden de 16-jarige jongen C. v.
L., die in bewusteloozen. toestand was
gevonden op den straatweg tusschen
Rotterdam en Overschïe.
Men vermoedt, zoo meldt de Tel.,
dat hij achterop een wagen geklom-
men zal zijn en daar afgevallen, met
j het gevolg, dat hij bewusteloos is ge
worden. Hij is niet meer bij keimte
gebracht kunnen worden.
Gisterenavond is te Boven-Pekela
de bejaarde werkman P. Bugel te
ter geraakt en verdronken.
NATIONALE BOND VAN PROTES-
TANTSCIiE KIEZERS IN
NEDERLAND.
Deze Bond hield Woensdag te Am
sterdam een vergadering. De voorzit
ter, de heer lienor. C. Diferée, herin
nerde in zijn openingswoord aan de
beteekenis van deze Novemberweek
voor Neeriands onafhankelijkheid en
aan de Proclamatie van H. M. de Ko
ningin, en stelde voor allereerst aan
H. M. een telegram van Kulde te rich
ten.
Met applaus wordt dit voorstel be
groet en volgend telegram verzonden:
Mevrouw,
„De Nationale Bond van Protes-
tantsche Kiezers in Nederland, heden
met zijn afdeeüngen en leden in alge-
Imeene vergadering bijeen dankbaar
gestemd, dat Nederland en Oranje dit
jaar op nieuw eene eeuw zoo nauw
Onze Lachiioek
HET SIGARENMERK.
In den sigarenwinkel, waar ik nog
al eens m'n sigaren koop, was ik
vandaag getuige van het volgende
Een meneer komt binnen, greet
mzaam en wendt zich tot den win
kelier met de vraag „Heb ik
gisteren bij u m n sigaren gekocht?
De winkelier weet zich den klant
niet goed meer te herinneren, doch
antw oordt beleefd„Dat zal wel, me
neer."
De klant vraagt„Zoudt u mij r.og
dezelfde sigaar kunnen laten zien.'
„Stellig", antwoordt de sigaren
winkelier „kunt u me ook zoggen
van welken prijs hij was
..Van tien cent."
„Een oogenblik."
De winkelier zoekt een aantal kut
jes na, en stalt ze beurt om beurt
voor den klant uit. Maar cie h&wusfe
soort is er niet bij.
„Neen", zegt de-ze, „de sigaar van
gisteren was grooter".
Daarop voigeu weer een aantal
kistjes met sigaren van grooter mo
del De klant herkent z'n sigaar niet.
„Ik meen, dat-ie dikker was dan
deze."
De winkelier zoekt overal rond, sta
pelt steeds nieuwe kistjes op do v>
rige; maar de gezochte sigaar is er
niet bij. De klant zal hem voor het
laatst helpen „Als ik me goed her
inner, was de kleur ook donkerder."
De winkelier neemt een laddertje
en klimt tegen een der wanden op,
om met een nieuwe vracht kistjes in
de armen omlaag te dalen. Hat ge
zicht van den klont verhelderthij
heeft zijn sigaar eindelijk herkend.
„Ja", zegt bij, „do! is 'ml Wat ik
zeggen wilde, die sigaar lie© it ir e
slecht gesmaakt. Die moet u me
nooit weer verkoopen."
(,,Ubld."j.
varen verbonden, betuigt Uwe Maje
steit zijne bijzonder en diep gevoelde
hulde voor het Koninklijk Woord, den
21sten Nov. jongstleden tot ons v oik
gesproken. Uwe Majesteit, Haar Muis
en ons Volk de algeheel© vervulling
daarvan fDewonscbend tot hei! ven
het voor honderd jaar herleefde en
thans in geestelijk en stoffelijk opzicht
steeds honger opbloeiend vrij en zelf
standig Nederland".
Hierop werd een telegram van dank
namens IL M. ontvangen.
Aar. de orde was de bespreking '-en
het Ontwerp-Beginselve.'-klaring.
De quaestie was allereerst of de
Bond zal heeten: Nationale Kiezevi-
bond of Nat. Bond- van Proletari
sche Kiezers.
Haarlem verdedigde de handhaving
van den ouden naam als kenmerkend;
nationaal is ie kleurloos.
Na discussie werd besloten tl 0
ouden naam te handhaven. Art, 1
werd gelezen:
De Nat. Bond van Protest. Kiezers
in Nederland, opgericht 15 April 1913
te Amsterdam, erkent, dut slechte in
God de bron ligt van het sou vore in
gezag en wijst dus zoowel de atheïs
tische als de ultra-montaansclio op
vatting in het staatsleven terug.
Art. 6 wordt gelezen:
In aansluiting aan het in art, 1 cn
4 genoemde wil de Bond.
a. dat Nederland zal worden 1.0-
stmird in overeenstemming met hot
Protestantisme a!s politiek beginsel,
met name wat betreft do volstrekte
zelfstandigheid van den Staat ton op
zichte van de Kerk,
b. dat dan ook iedere concessie aan
en iedere zwakheid tegenover clorica-
lisme en ultra-montanisme voor zoo
ver ze juist dat beginsel veroordoelen
en aantasten, een einde zal nemen;
c. dot ieder© benadeeling der volks
welvaart ook die door kerkelijke
handels- cn nijverhéïdsinstellingen. in
het algemeen belang zal worden te
gengegaan.
Art,. 8 wordt gelezen:
Ten opzichte van liet schoolvraag-
stuk is de Bond van oordeel:
a. dat met handhaving van he! be
ginsel van art. 192 der Grondwet hrt
steeds voortwoekerend separatisme
op onderwijsgebied moet worden ge
stuit en bovendien zijn schadelijke- ge
volgen moeten worden weggenomen;
b dat ook het openhaar onderw ijs
allereerst door een meer relicieusc ©n
harmonische opleiding van liet onder
wijzend personeel, tevens dienstbaar
moet worden gemaakt aan de geeste
lijke vorming der jeugd tot waarlijk
godsdienstige menschen met groote
toewijding een ruim hart en een nauw
gezet geweten.
c. dat het Bijzonder onderwijs zoo
wel als het Openbare, vooral ter -.er-
zekering zijner deugdelijkheid, onder
gelijk schooltoezicht moet worden ge
bracht met afdoende maatregelen le
gen misbruik der van staatswege ver
strekte gelden.
Bij acclamatie werd de heer Hei.-dr.
Feuilleton
(Nadruk verboden).
101)
Ocb kom. dat weet u zeer goad,
zeide Gaume lachend, en ïk zal
mijn tijd niet verspillen met het u uit
te leggen. U is Rornain Goux, de voor
malige secretaris van mijnheer Ber-
tignolles?
Ja. maar ik heb niets gemeen
mot dien Lozore Beermun.
Volg mij.
Waarheen?
Naar het bureau. Ik heb al lang
genoeg naar u gezocht.
Maar waarvan beschuldigt gij
mij dan?
Dat zal ik u aanstonds zeggen.
Tegenstand bieden zouden nutte
loos ziji© Domain begreep, dat hij ver
loren was.
Gaume had den dolk, <le pruik en
den valschon haard opgeraapt.
-- Men kan nooit weten, zede hij.
d it kan nog van dienst zijn.
Alle drie stapten in het rijtuig en
te/ten nnir het bureau van politie.
Toen Gaume binnentrad, fluisterde
hij een inspecteur toe:
Is er niemand voor mij gekomen?
Ik verwacht bezoek.
Er zijn twee heeren en een oude
blinde dame.
Goed.
De agent, die Gaume geholpen had
hij zijn expeditie, hield Romain Goux
streng in het oog, maar dat was ge
heel overbodig.
Romain dacht niet aan ontsnappen.
Hij dacht aan Jenny, aan Bertigncl-
los. aan het huwelijk, dal over twee
dagen zou gesloten wonden.
Tranen van woede welden in zijn
oogen op
Gaum: narn hem mee naar zijn kan
toor.
Lament. Michel en de markiezin za
ten bij de kachel te wachten.
Zij wisten niet, waarom Gaume hen
hier ontboden had, maar zij vermoed
den wel, dat er iets ernstigs gebeurd
was.
De markiezin b'.eef zitten toen Gau
me biimi.-nirad, maar Laurent en Mi
chel kwamen hem met uitgestoken
hand tegemoet.
Zacht, om niet door de blinde ge
boord ie worden, zeide de asent tot
de twee broeders: Ik heb onzen
man.
Romain Goux?
Ja, en gij zult mij zeggen, of ik
mij niet vergis, mijnheer de markies
en of Romain Goux wel uw gewezen
kantoorbediende Lazare Beerman is,
maar ik bid u, spreek geen woord, be
dwing uw tooru en uw verbazing, ik
wil niet, dat mevrouw uw moeder er
oy voorbereid is. Wij moeten verwach
ten, dat onze man ontkennen zal, en
ik wil, dat hij hekent en wel terstond.
De markies en Laurent keerden
naar de blinde terug.
Gaume opende de deur van het kan
toor, waarachter Romain Goux en de
agent stonden te wachten.
Kom binnen! riep hij.
Maar bij 'net zien van Laurent. Mi
chel en de blinde, bleef Remain staan.
Ili' beefde over al zijn leden.
De agent moert hem met geweld
naf - b:u*»rn duwen.
Ilij bleef op den drempel staan, dc
oogen strak op <le blinde gericht, wier
aanblik hem het g©hce!e tooneel van
den moord weer voor den geest riep.
De markies herkende in dien man
terstond Lazare Beerman, maar in
dachtig aan den raad van Gaume
sprak hij geen woord.
Hjj wisselde slechts een bltik van
verstandhouding met den agent,
Gaume nam Romain hij den arm en
bracht hem dicht bij de blinde.
Welnu, zeide hij, gij rijt niet
beleefd. Kunt gij dan uw gewezen pa
troon niet eens groeten?
Romain deed alsof hij niets gehoord
had.
Gaume begon te lachen.
Hebt gij nu op eens het spreken
verleerd? W anneer gij mijnheer de
Soulainies niet herkent en nouit bij
hem in dienst zijl geweest, zeg het
dan tenminste
Romain had moeite om staande te
blijven. Zijn knieën knikten. Nog al
tijd staarde hij naar de markiezin.
Wanneer hij niet spreekt, dan zal
men spoedig raden waarom hij dat
doet. Zijn stilzwijgen zal dan ook als
©en bewijs tegen hem gelden cn hij
zal eveneens verloren zijn.
Gaume scheen er ook zoo over te
denken, want hij zeide:
Spreek of zwijg, dat is mij onver
schillig, ik weot er toch al genoeg
van.
Toen nam Romain een besluit.
Wat wenscht gij van mij le we
ten? vroeg hij. lk ben bereid u alles
te zeggen.
Nauw had dc markiezin deze woor
den gehoord, nf zij sprong op strekte
haar band uit naar den kant, van
waar het geluid kwam en stamelde
mot bevende lippen:
Dat H de moordenaar! Dat is de
moordenaar!
Zij nadert hem cn grijpt hem hij
den arm. Hij buigt het hoofd zijn for-
sche lichaam trilt en vol ontzetting
sluit hij de oogen.
Gaume legt de hand op zijn schou
der
Welnu, hebt gij nu nog den moedi
om te ontkennen?
Neen, zegt I'omain op dcffen tqon
Wie heeft die valsclie wissels' hij
mijnheer Laurent de Soulsimes ge
bracht?
Ik.
Wie heeft Jactel vennoord?
Ik.
Goed. Meer vraag ik u voor het
oogenblik niet.
Maar Laurent kwam'tusschen bei
den en zeide op fluisterenden toon:
Welk doel had die man daarmee?
Wij moeten het weten. Hij was slechts
een werktuig. Wear is de hand, die
hem bestuurde?
Gaume antwoord-ie:
Die man heeft het uit wangunst
kunnen doen want hij bemint Jenny.
Herinner u de woerden, die wij den
cowboy tegen Bertignolies hebben hoo
ren spreken. Het betrof Jenny, daar
beu ik zeker van. nij kende de liefde
■.an het meisje. Hij heef; u zeker wil
len beletten met haar in aanraking
le komen.
Gaume, voor de eerste maal zijt
gij niet openhartig tegen mij. Gij ver
bergt mij iets.
Welnu, ja. dat is waar.
Zeg mij dan alles.
Ditmaal moet ik zwijgen, maar
stel vertrouwen in mij.
Hij keerde naar Michel terug die
met zijn moeder «prak.
Ik dank u, dat gij gekomen zij!,
mijnheer de Soulaimes, zeide hit.
en u, mevrouw, vraag ik verschooning
voor den last, dien ik u heb veroor
zaakt. lk heb u nu niet meer noodig.
Hij gaf een teeken aan den agent,
die Romain wegbracht.
Daarop hernum hij:
Ik wensch, dat alles bij het oude
zal blijven. U, mevrouw de markie
zin, keert naar het huis in de Krie !-
landlann, naar Jenny terug gij Lau
rent. verlaat uw bruid niet. wat zeer
natuurlijk is. daar gij Maandag
trouwt en gij mijnheer de markies,
wanneer gij Beriignoües ontinoel, dan
doet u alsof er niets gebeurd is.
Gaume, gij verbergt een geheim
voor ons.
Ja, sedert vier maanden zijn w
door allerlei geheimen omgeven.
En gij weigert ophelderingen e
geven?
Waartoe? Maandag zal alles van
zelf opgehelderd worden.
Meer wil hij niet zeggen. Alleen,
toen Laurent wilde weggaan, hieid i ij
hem bij de hand terug.
Hij was eensklaps treurig gewor
den.
Laurent zei lu'j, nog kan ik al
les verhinderen. Vergeet niet, dat on
ze straf, zoo zij al twee schuldigen
treft, ook op een onschuldige zal te
rugvallen.
(Wordt vervolgd.)