Haws Dbléo WRAAK. TWEEDE BtAD Vrijdag 28 HoYemiw 1913 OM ONS HEEN NB. 1347 Brieven van het 34ste Raadelld Aan de Kiezers, Hoewel wij Raadsleden nooit reke nen op dankbaarheid van u, geachte kiezers, noch ln onze loopbaan als zoo danig. noch later, terwijl toch een grafsteen met inscriptie wel gepast wezen zon wil ik er toch even cp wijzen, dat wij in de laatste maanden met ongekenden ijver ann den arbeid zijn geweest. Zóó regelmatig werden we week na week voor oen bijeenkomst geconvoceerd, dat de W oensdag wat ons aanging wel Raadsdag had mo gen heeten. Na de krachtsinspanning van zes, teven achtereenvolgende vergaderin gen acht ik dan ook de tijd gekomen om het lidmaatschap van den Raad te beschouwen uit een ethisch, econo misch, etectrisch, historisch, wiskun stig en practisch oogpunt; er zijn nog vele andere oogpunten, maar die be waar ik liefst tot later: men moet niet alles tegelijk wilier, aontoonen. De ethische grondslag van het ambt komt het bost uit vóórdat je het bent. Bestuurders van kiesvereenigingen vestigen daarop bij voorkeur je nog eenigszins onervaren blik. Terwijl je' instinctmatig voelt, dat het lidmaat schap van den Rand veel eischt. zoo dat je je tegen de candidatuur met alle kracht verzet, to-kkelen zij met talent op de snaren van je hart. „Men sehen die er de geschiktheid voor be zitten", zoo zeggen ze ongeveer, „in o- g e n er zich niet aan onttrekken". En wanneer je daar tegenover spreekt van vrijen wil, dan herhalen ze die verklaring mogen zich daar aan niet onttrekken, die in weerwil van haar gebiedende klank, een groote aantrekkelijkheid heeft. Ik mu.g er over meepraten, uit ervaring. Want toen ik over oen candidatuur voor de 34ste plaats gepolst en de vol zin bovengenoemd met nadruk een- en andermaal uitgesproken werd, kreeg ik er den indruk van, dat er op dat oogenblik in Haarlem niemand anders was, die voor het lidmaatschap van den Raad de noodige bekwaam heid en geschiktheid bezat. I-Iaarletn tolt 70.000 zielen, daar gaan af 33 be staande Raadsleden, blijft 690G7, on der wie ik de eenigie geschikte ziel voor den Sisten zetel was. De onder scheiding was overweldigend. Ik be zweek er voor. Na dien tijd zei nie mand meer, dat ik zoo'n voortreffe lijke man was, een ervaring, die trou wens mijn collega's eveneens hebben opgedaan. Het is merkwaardig maar waar: eerst doen de k iesv er een i gin gen schrikkelijk veel moeite om je tot het aannemen van de candidatuur te bewegen, daarna sloven ze zich uit om je gekozen to krijgen cn lukt dat, dan is er 's avonds bij je thuis vroo- lijke receptie met wijn, sigaren, koffie, thee. limonade, telegrammen, kaart jes van den burgemeester en den se cretaris, in óén woord: prachtmo- ment. Den volgenden dag lijkt de aar digheid er glad af, op eens ben jc heel gewoon geworden, niemand maakt je complimentje?, do kiesvereenigingen doen alsof jo niet meer bestaat en al leen wanneer je een minder gelukkige redevoering houdt of ecri voorstel doet, dat den vrienden niet smaakt, wordt je dat wel onder den neus geduwd. Veel spreken mag je in T begin ook niet want wat verbeeldt zoo'n nieu weling zich wel! En veel succes met je voorstellen hebben is ook niet xnoige-1 lijk, omdat het wel lijken zou, of de anderen hot ook niet weten. Ziedaa de ethiek van het Raadslidmaatschap, en Ik hc-b een vriend geiuui, die wanneer j stemmen konden krijgen van hij gepolst werd altijd "placht te zeg-;dende huren, terwijl je met gen: Raadscandidaat zou ik wel wil-1 stige zekerheid op Ien wezen, als ik maar zeker wist, dat ik niet gekozen werdl" Ik kom nu tot de economische be teek cn is van het- lidmaatschap van den Raad. Dat je nooit meer aan de gemeente leveren mag is niet het erg ste, omdat verreweg de meeste van de 70.000 zielen niet weten, in wat ter wereld zij met de gemeente handel zouden gaan drijven. De rijksdaalder per zitting vergoedt niet altijd de winst, die je op een andere manier zou kunnen maken. Torwijl je buur man, of je neef of je vrind koffie, thee, olie of andere nuttige zaken verhan delt voor twintig procent meer, dan hij die gekocht heeft, bekijken wij met ons vier en dertigen een uur lang de vraag, of een ingezetene van Benne- broek een halfjaar schoolgeld vóór zijn dochtertje terug zal krijgen, al, dan niet. 34 Raadsleden a een uur maakt 34 Raads-'lïduren, bovendien één voorzittersnur, één secretarisuur, een commiesredacteuruur, twee bode uren, zes persuren, dertien publiek- uren en een Stcenkistuur... fk weet wel. dat je deze ongelijksoortige uren evenmin bij elkaar kunt optellen, als een kilowattuur met een torenuur werkuur vermenigvuldigen, maar zoo veel is zeker dat de economie van het Raadslidmaatschap dikwijls den toets der criiiek niet doorstaan kan. Het electriscbe standpunt waaruit het lidmaatschap van den Raad beke ken kan worden mag eigenlijk geen standpunt heeten, maar is meer een zweefpunt. Op een paar collega's na hangen de Haarlemsche Raadsleden, oleclrisch gesproken,-in de lucht. Bij de becijferingen van kilowatturen, stroom, kracht, prijs en zoo meer, die den Raad ter goedkeuring worden voorgelegd is de bekende vraag: „als de kapitein van een schip vier en veertig jaar telt, de groote mast vijf meter lang is en de scheepsjongen rood haar heeft, wat is dan de waar de van de lading?" is zoo'n vraag stuk, zeg ik, rein kinderspel. Ook be hoort er- een zekere onbevangenheid van goest toe, om te kunnen inzien, dat electriscbe stroom die beneden den kostenden prijs, mits in groote hoeveelheid wordt geleverd, winst af werpt. Waarschijnlijk komt dit hier vandaan, dat zelfs de grootste geleer de, voor wie deze ingewikkelde for mules gesneden koek zijn, niet in staat is in tien woorden te verklaren wat clectriciteir eigenlijk is. Is hel dan geen kunst, den prijs te berekenen van iets, dat je niet kent? Maar ik kom tot mijn volgende oog- punt, het historische. Natuurlijk kan hierover nog geen besliste beschou wing gegeven worden. Evenmin als de Raad van 1813 wist, dat wij een eeuw later zouden glimlachen over de voorzichtigheid van de meeste leden, kunnen wij voorzien wat de Raad van 2013 over ons zal hebben te beweren. Neem bijvoorbeeld de ho.venpla.nnen: als die uitgevoerd worden en succes hebben, dan heeten over een eeuw de voorstanders knap en de tegenstan ders dom; slagen ze niet, dan is het precies andersom. En aangezien je niet stellig vooraf weet, of succes ver kregen zal worden, kan oen heden- daagscli Raadslid om zoo te zeggen nooit geschiedenis maken, maar dient a.f te wachten wat de toekomst bren gen zal. Hij heeft evenwel één troost: wanneer de collega van 2013, in tegen stelling met het oordeel van het kies- vereenigïngsbestuur, hem voor een uil zal uitmaken, dan is hij er niet meer bij om het te hooren. Met meer beslistheid kan ik het Raadslidmaatschap uit een wiskun stig oogpunt beschouwen. Dit slaat namelijk wel vast, dat het met wis kunde niets hoegenaamd te maken heeft. Allereerst wat u, geachte kie- zcjs aangaat. Hebben wij het niet be leefd, dat een Raadslid dat dan toch indertijd op zijn beurt ook ue ecnig verdienstelijke svas onder de 69937 zie len, een jaar of drie, vier later niet eens een herkiezing waardig gekeurd werd? Hebben wij niet meermalen on dervonden, dat onze beste voorstellen amendementen alleen maar de edclij- ïskuu- meen de te mogen llop01? Neen, met wis kunde heeft het lidmaatschap van den Raad inderdaad niets uit te staan. En zoo kom ik dan eindelijk tot het pnactische oogpunt. Welnu, de prac- tijk is, dat de waardigheid verbazend veel tijd kost en de aandacht mate loos in beslag neemt. Niet alleen door de openbare vergaderingen, maar ook door de bijeenkomsten der commis- siën. Toch is het moeilijk voor wie er eenmaal zit er uit te gaan. Als ik niet vreesde vcor den toorn der besturen van de kiesveieenigingen, die immers binnen korter of langer tijd op candi- daten uit motten gaan met de plech tige verzekering: „menschen, die er de geschiktheid voor bezitten, mogen zich er niet aan onttrekken", dan zou ik zeggen: blijft er buiten, men schen, laat u niet vangen, er zijn ondér de 69967 overblijvende zielen heusch nog wel andere, die geschikt zijn, misschien geschikter! Maar ik goef toe, dat deze laatste overweging voor een mensck moeilijk is. Ik lieb, geachte kiezers, u het lid maatschap van den Raad van velerlei standpunt doen zien; het uwe moge dat van waardeering zijn. Ik groet u allen. Het 34ste Raadslid. Voor kopie conform J. C. P. Binnenland EEN OUDE „TIMES" OVER ONZE ONAFHANKELIJKHEID. De EngeLsche „Times" geeft tel kens een rubriek met oude aanhalin gen uit het eigen blad van honderd jaar geleden. Dezer dagen haalde do redactie aan hetgeen door haar voorgangsier van honderd jaar geleden, op 22 No vember 1S13, g&schreven werd als commentaar bij de bekende proclama tie, waarin Van Hogendorp onze on afhankelijkheid verkondigde na het Frartscbe juk. Het bericht in de „Ti mes" is van 16 November 1813, en bet is gedagteekend uit Amsterdam Onvertaald staat er boven „Oran(g)e Boven", en daarop volgt in Engelsche vertaling de proclamatie, gelijk wij die dezer dagen ook in ons blad weer in herinnering brachten. Het bijschrift van de „Times" van een eeuw geleden luidt: „Met welke gevoelens moeten wij ons wenden tot onze lezers in wel ke woorden zullen wij trachten onze gewaarwordingen uit te drukken over het groote en zegenrijke nieuws van gisteren? Dankbaarheid tegenover den Alinachtigen Beschikker der ge beurtenissen vreugde over den voortschrijdenden triomf van de hei lige zaak sympathie voor de een drachtige vaderlandsliefde van een eensgezinde machtige natie, deze zijn de voornaamste van de zich op dringende gevoelens van verrukking; waarmede wij hebben te berichten de Bevrijding van Holland, eensklaps tot, stand gekomen, en onweerstaan baar, door de uitsluitende kracht van het Balaafsche volk! Wij hadden onze hoop uitgesproken, dat een En gelsche generaal de eerste zou zijn, die op de Nederlandsche kusten den standaard der vrijheid mocht plan ten, dat aan Engeland den uitslui- tenden roem mocht Jiomen aan Hol- land de onafhankelijkheid te berge- j ven doch, voor het oogenblik de op- wellingen van mitionalen trots tot j zwijgen brengende, moeten wij inet vreugde erkennen, dat de gebeurtenis onze vurigste verbeelding heeft over- troffen. „De vrijheid der Nederlanders is j blijvend verzekerd, oindat hun poging om haar te heroveren spontaan is ge weest, omdat zij gehandeld hebben rnct de diepe overtuiging, dut slechts door de ziel de naties groot cn vrij kunnen zijn." ALGEMEENE INKOMSTEN BELASTING, liet huoldbestuur van de Broeder schap van Notarissen in Nederland verzoekt In een adres aan den minis ter van financiën, bij het ontwerpen van een wet op een algemeenc inkom stenbelasting de ambtenaren der re gistratie ue invordering en controle van. de in te voeren belasting op te dragen. In het adres wordt 0.1x1. gezegd: dat naar aanleiding van de ervaring door hen opgedaan, bij toelichting van aangiften, als anderszins, de le- j den van liet hoofdbestuur van oordeel waren, dat de ambtenaren der regis- tralie door hun werkkring, als zoo danig beter de vermogensrechtelijke verhouding van de aaageslagsnen J kunnen beoordeelen, dan de ambtena- j ren der directe belastingen, daar toch eerstgeiioemden door hun opleiding en het voortdurend ln aanraking ko men met privaatrechtelijke verhou dingen over meer juridische kennis beschikken en een juister inzicht ver krijgen, dan bij laatstgenoemden het geval kan zijn; dat die kennis toch bij de invoering van een inkomsten-belasting van groot nut, zoo niet onontbeerlijk is dat om bovengemelde reden, indien aan de ambtenaren der registratie de controle van deze belasting mocht worden opgedragen, veel minder re clames le wachten zullen zijn, het geen naar de meening van reques- trant voorzeker van grooten invloed zal zijn op de populariteit der voor te stellen bc-lasiing. VERKOOP VAN BEVROREN VLEESCH TE AMSTERDAM. De commissi© voor do strafverorde ningen 1© Amsterdam deelt in een prae-advies aan den Raad mede, dot er gcëïi aanleiding bestaat, in de al gemeen© politie-verordenir.g bepalin gen op t© nemen betreffende den ver koop van bevroren vleesch of van nuchter kallsvlec-sch. Uit hetgeen d© commissie van de strafverordeningen meedeelt, Lüjkt dat ook de gezondheidscommissie is teruggekomen op baar aanvankelij- kon wensch betreffende gescheiden verkoop van bevroren en niet bevro ren vl&dsch. De bedenkingen, ui© ieg©n dozen maatregel bij ue commissie voor de strafverordeningen waren ge rezen, bestonden hierin, dat hel deze commissie onmogelijk scheen, de na leving van eon dei gei ijken maatregel lo controlóiuóü. De stempels toch, uie aan hel abattoir op het vleesch zou den worden geplaatst, en waardoor het bevroren vleesch van het verscha vleesch zou worden onderscheiden, zouden natuurlijk verdwijnen, nadat het vleesch in uen slagerswinkel tot kleine stukkeu was verwerkt De con trole of inderdaad het bevroren vleesch never gezegd het vleesch dat bevroren is geweest wei als zoodanig aan een afzonderlijke toon bank was verkocht, zou dus 11a deze verwerking slechts mogelijk zijn, in dien de keuringsdienst in staat was ook na de ontdooiing de beiue vleesch- scorten van elkaar te onderscheiden. Daar' de commissie voor de strnfver- ordeningcu nu meende, dat de keu ringsdienst daartoe niet bij machte was, aangezien bevroren vleesch na de ontdooiing zich van versch vleesch alleen daarin onderscheidt, dat het in utu regci spoeulger beuerfl, meende ue commissie voor de straf verordeningen, uai JiamiJiaving van dergelijke voorschriften onmogelijk en de voorschriften zeil das nutteloos zouden zijn. Bovendien wordt tc Am sterdam meestal niet door do verbrui kers bij uen siager afgehaald, doch door dezen bij zijne klanten thuis ge- bracht. iioe zouden, zoo vroeg de commissie voor ue strafverorueni 1:- gen, de verbruikers in staat zijn 11a te gaan, of hun bevi-oren Yicesch dan wol versch vlc-esch werd geleverd, in dien noch een stempel, noch de eigen schappen van hot vleesch zelf liet met ©enige -zekerheid als „versch" of „be vroren" aanduiden Het bleek, dat de uaecreuien van het anatton- en den gemeentelij-kon gezonüheiusdienst de door ue commissie geopperde bezwa ren deelden cn ook de wethouder voor de openbare gezondheid dezelfde meemiig bleek te zijn toegedaan, ter wijl de uit het buitenland ontvangen médedoelingou er niet toe bijurocgeu, 0111 deze bonvuren weg te nemen. In Engeland bleek een verplichting tot gescheiden verkoop in hel geiioei niet ie bestaan. \v ei is daar struipaur, in dien „versch" vleesch wordt gevraagd vlecaoh lo leveren, dat bevroren is geweest, doch wegens do moeilijkhe den, om dit bedrog te bewijzen, ko men vervolgingen van dezen aard na genoeg niet voor. Eene controle vau overheidswege op de naleving dezer i" :i Mim en ontbreekt bovendien ge heel. in Zwitserland is inderdaad de ge scheiden verkoop in enkele kantons voorgeschreven.^ Voor het gcheete rijk geldt daar de bepaling, dut verkoop van bevroren vleesch slechts iriag go- scnieueii, indien voor op het publiek duidelijke wijze wordt bekend ge maakt, dat in een genoemd lokaal (ook; bevroren vicescn wordt ver kucht ce kuiitons henben center de bevoegcuiciu nadere voorschriften bo- trélienue den vcrkoojj te geven en sommige, ais Bern en Genève, heb ben dan ook. gesclieidcn verkoop, zelfs verkoop in afzonderlijke loka len voorgeschreven. Andere kantons, als Züricn heóbeu aanvulling van de Bonusraaosveroruening onnoodig of onmogelijk geacht. Wat echter bij deze berichten de aandacht der com missie trok was, dat eene methode, om bevroren van versch vleesch te onderscheiden, ook in Zwitserland niet bleek bekend te zijn. De controle blijkt daar uitsluitend te berusten op den toestand, waarin het vleesch ver keert. 1 DE MOORD IN DEN BUIK- SLOTERHAM-POLDER. Donderdag is jufrouw Nieuwenburg uit Nieuwendam gehoord door den of ficier van justitie te Amsterdam. Op het parket hec ."t juffrouw N. nog eens antwoordende op de haar gestelde vragen, medegedeeld, hoe de „me neer" er uitzag, die in den middag van 29 September met een fiets en in gezelschap van een kleinen jongen voor haar café kwam en daar een bootje huurde. De man, zoo vertelde Juffrouw N.. was niet ruig in het ge laat; hij droeg een ruig zomerpak, had zeer donker haar, bij zwart af, droeg een klein, zwart snorretje en had een ziekelijken gelaatstint, een terugstootend uiterlijk. H. zag er uit, zei de jufrouw als een Italiaan. Op verzoek van den officier gaf zij een volledige beschrijving van den man. Zijn gebit was gaaf, maar 6lecht on derhouden. Hij vroeg om een roei schuitje, dat hij ten minste twee uur moest hebben. Hij is niet in mijn buts geweestlater, toen hij om half vijf terug kwam, vloog hij weg om zijn fiets te halen en betaalde later uit een bruinleeren; nieuwerwetsche por- temonnaie; de vier dubbeltjes zaten afgepast, in een apart vakje, maar de portemonnaie was dik. Het is dus heel best mogelijk, dat hij nog pa pier geld bij zich had. De justitieambtenaar wees er de juffrouw op, dat hier sprake is van moord en dat zij terstond naar hem bad moeten toekomen. Zij antwoord de daarop, dat zij haar plicht had ge daan. Zij had dadelijk den veldwach ter gewaarschuwd. De politie is er toch voor meende zij, om dergelijke verklaringen ter plaatse te hrengen, waar zij behooren. Met Frans Dijkman is juffrouw Nieuwenburg niet geconfronteerd. Dat was ook niet noodig, daar zij hem van vroeger zeer goed kende, toen zij vlak bij Dijkman's woning, een win keltje liieidl De rechtbank heeft de preventieve hechtenis van Franciseus Dijkman voor de tweede maal met dertig da gen verlengd. Deze verlenging moet verband houden met 1 psychiatrisch onderzoek waaraan Dijkman wordt onderworpen. BEROOVING VAN DIAMANT. 't Hhld. meldt: Omtrent de berooving van den Am- eterdammer Pinheiro is nog niets na ders bekend geworden. Een tweetal crediteuren, de heeren Henri Brandon en J. Knoop, zijn naar Weenen ver trokken om poolshoogte te nemen. Tot dusver kocht de heer Pinheiro voornamelijk voor het Amerikaansche huis Barnett Co. geslepen diamant. De laatste dagen werd door hem ech ter ook herhaaldelijk op „ruw" gebo den. Van een firma kocht hij oa. een partij bruine kappen. Dergelijk ruw goed is echter, naar men ter beurze verzekerde, le Weenen absoluut niet te plaatsen. Het was echter de eerste keer, dat de heer Pinheiro derwaarts ging om zaken te doen, zoodat hem dit misschien niet bekend was. Ten huize van de familie Pinheiro was nog niets naders bekend. Zijn echtgenoote heeft alleen een tele gram ontvangen, meldende dat haar man aangc-rand en beroofd was. Verder niets. De familie weet zelf nog niet wanneer de heer des huizes zal terugkeer en. ONGELUKKEN. In het ziekenhuis le Rotterdam is overleden de 16-jarige jongen C. v. L., die in bewusteloozen. toestand was gevonden op den straatweg tusschen Rotterdam en Overschïe. Men vermoedt, zoo meldt de Tel., dat hij achterop een wagen geklom- men zal zijn en daar afgevallen, met j het gevolg, dat hij bewusteloos is ge worden. Hij is niet meer bij keimte gebracht kunnen worden. Gisterenavond is te Boven-Pekela de bejaarde werkman P. Bugel te ter geraakt en verdronken. NATIONALE BOND VAN PROTES- TANTSCIiE KIEZERS IN NEDERLAND. Deze Bond hield Woensdag te Am sterdam een vergadering. De voorzit ter, de heer lienor. C. Diferée, herin nerde in zijn openingswoord aan de beteekenis van deze Novemberweek voor Neeriands onafhankelijkheid en aan de Proclamatie van H. M. de Ko ningin, en stelde voor allereerst aan H. M. een telegram van Kulde te rich ten. Met applaus wordt dit voorstel be groet en volgend telegram verzonden: Mevrouw, „De Nationale Bond van Protes- tantsche Kiezers in Nederland, heden met zijn afdeeüngen en leden in alge- Imeene vergadering bijeen dankbaar gestemd, dat Nederland en Oranje dit jaar op nieuw eene eeuw zoo nauw Onze Lachiioek HET SIGARENMERK. In den sigarenwinkel, waar ik nog al eens m'n sigaren koop, was ik vandaag getuige van het volgende Een meneer komt binnen, greet mzaam en wendt zich tot den win kelier met de vraag „Heb ik gisteren bij u m n sigaren gekocht? De winkelier weet zich den klant niet goed meer te herinneren, doch antw oordt beleefd„Dat zal wel, me neer." De klant vraagt„Zoudt u mij r.og dezelfde sigaar kunnen laten zien.' „Stellig", antwoordt de sigaren winkelier „kunt u me ook zoggen van welken prijs hij was ..Van tien cent." „Een oogenblik." De winkelier zoekt een aantal kut jes na, en stalt ze beurt om beurt voor den klant uit. Maar cie h&wusfe soort is er niet bij. „Neen", zegt de-ze, „de sigaar van gisteren was grooter". Daarop voigeu weer een aantal kistjes met sigaren van grooter mo del De klant herkent z'n sigaar niet. „Ik meen, dat-ie dikker was dan deze." De winkelier zoekt overal rond, sta pelt steeds nieuwe kistjes op do v> rige; maar de gezochte sigaar is er niet bij. De klant zal hem voor het laatst helpen „Als ik me goed her inner, was de kleur ook donkerder." De winkelier neemt een laddertje en klimt tegen een der wanden op, om met een nieuwe vracht kistjes in de armen omlaag te dalen. Hat ge zicht van den klont verhelderthij heeft zijn sigaar eindelijk herkend. „Ja", zegt bij, „do! is 'ml Wat ik zeggen wilde, die sigaar lie© it ir e slecht gesmaakt. Die moet u me nooit weer verkoopen." (,,Ubld."j. varen verbonden, betuigt Uwe Maje steit zijne bijzonder en diep gevoelde hulde voor het Koninklijk Woord, den 21sten Nov. jongstleden tot ons v oik gesproken. Uwe Majesteit, Haar Muis en ons Volk de algeheel© vervulling daarvan fDewonscbend tot hei! ven het voor honderd jaar herleefde en thans in geestelijk en stoffelijk opzicht steeds honger opbloeiend vrij en zelf standig Nederland". Hierop werd een telegram van dank namens IL M. ontvangen. Aar. de orde was de bespreking '-en het Ontwerp-Beginselve.'-klaring. De quaestie was allereerst of de Bond zal heeten: Nationale Kiezevi- bond of Nat. Bond- van Proletari sche Kiezers. Haarlem verdedigde de handhaving van den ouden naam als kenmerkend; nationaal is ie kleurloos. Na discussie werd besloten tl 0 ouden naam te handhaven. Art, 1 werd gelezen: De Nat. Bond van Protest. Kiezers in Nederland, opgericht 15 April 1913 te Amsterdam, erkent, dut slechte in God de bron ligt van het sou vore in gezag en wijst dus zoowel de atheïs tische als de ultra-montaansclio op vatting in het staatsleven terug. Art. 6 wordt gelezen: In aansluiting aan het in art, 1 cn 4 genoemde wil de Bond. a. dat Nederland zal worden 1.0- stmird in overeenstemming met hot Protestantisme a!s politiek beginsel, met name wat betreft do volstrekte zelfstandigheid van den Staat ton op zichte van de Kerk, b. dat dan ook iedere concessie aan en iedere zwakheid tegenover clorica- lisme en ultra-montanisme voor zoo ver ze juist dat beginsel veroordoelen en aantasten, een einde zal nemen; c. dot ieder© benadeeling der volks welvaart ook die door kerkelijke handels- cn nijverhéïdsinstellingen. in het algemeen belang zal worden te gengegaan. Art,. 8 wordt gelezen: Ten opzichte van liet schoolvraag- stuk is de Bond van oordeel: a. dat met handhaving van he! be ginsel van art. 192 der Grondwet hrt steeds voortwoekerend separatisme op onderwijsgebied moet worden ge stuit en bovendien zijn schadelijke- ge volgen moeten worden weggenomen; b dat ook het openhaar onderw ijs allereerst door een meer relicieusc ©n harmonische opleiding van liet onder wijzend personeel, tevens dienstbaar moet worden gemaakt aan de geeste lijke vorming der jeugd tot waarlijk godsdienstige menschen met groote toewijding een ruim hart en een nauw gezet geweten. c. dat het Bijzonder onderwijs zoo wel als het Openbare, vooral ter -.er- zekering zijner deugdelijkheid, onder gelijk schooltoezicht moet worden ge bracht met afdoende maatregelen le gen misbruik der van staatswege ver strekte gelden. Bij acclamatie werd de heer Hei.-dr. Feuilleton (Nadruk verboden). 101) Ocb kom. dat weet u zeer goad, zeide Gaume lachend, en ïk zal mijn tijd niet verspillen met het u uit te leggen. U is Rornain Goux, de voor malige secretaris van mijnheer Ber- tignolles? Ja. maar ik heb niets gemeen mot dien Lozore Beermun. Volg mij. Waarheen? Naar het bureau. Ik heb al lang genoeg naar u gezocht. Maar waarvan beschuldigt gij mij dan? Dat zal ik u aanstonds zeggen. Tegenstand bieden zouden nutte loos ziji© Domain begreep, dat hij ver loren was. Gaume had den dolk, <le pruik en den valschon haard opgeraapt. -- Men kan nooit weten, zede hij. d it kan nog van dienst zijn. Alle drie stapten in het rijtuig en te/ten nnir het bureau van politie. Toen Gaume binnentrad, fluisterde hij een inspecteur toe: Is er niemand voor mij gekomen? Ik verwacht bezoek. Er zijn twee heeren en een oude blinde dame. Goed. De agent, die Gaume geholpen had hij zijn expeditie, hield Romain Goux streng in het oog, maar dat was ge heel overbodig. Romain dacht niet aan ontsnappen. Hij dacht aan Jenny, aan Bertigncl- los. aan het huwelijk, dal over twee dagen zou gesloten wonden. Tranen van woede welden in zijn oogen op Gaum: narn hem mee naar zijn kan toor. Lament. Michel en de markiezin za ten bij de kachel te wachten. Zij wisten niet, waarom Gaume hen hier ontboden had, maar zij vermoed den wel, dat er iets ernstigs gebeurd was. De markiezin b'.eef zitten toen Gau me biimi.-nirad, maar Laurent en Mi chel kwamen hem met uitgestoken hand tegemoet. Zacht, om niet door de blinde ge boord ie worden, zeide de asent tot de twee broeders: Ik heb onzen man. Romain Goux? Ja, en gij zult mij zeggen, of ik mij niet vergis, mijnheer de markies en of Romain Goux wel uw gewezen kantoorbediende Lazare Beerman is, maar ik bid u, spreek geen woord, be dwing uw tooru en uw verbazing, ik wil niet, dat mevrouw uw moeder er oy voorbereid is. Wij moeten verwach ten, dat onze man ontkennen zal, en ik wil, dat hij hekent en wel terstond. De markies en Laurent keerden naar de blinde terug. Gaume opende de deur van het kan toor, waarachter Romain Goux en de agent stonden te wachten. Kom binnen! riep hij. Maar bij 'net zien van Laurent. Mi chel en de blinde, bleef Remain staan. Ili' beefde over al zijn leden. De agent moert hem met geweld naf - b:u*»rn duwen. Ilij bleef op den drempel staan, dc oogen strak op <le blinde gericht, wier aanblik hem het g©hce!e tooneel van den moord weer voor den geest riep. De markies herkende in dien man terstond Lazare Beerman, maar in dachtig aan den raad van Gaume sprak hij geen woord. Hjj wisselde slechts een bltik van verstandhouding met den agent, Gaume nam Romain hij den arm en bracht hem dicht bij de blinde. Welnu, zeide hij, gij rijt niet beleefd. Kunt gij dan uw gewezen pa troon niet eens groeten? Romain deed alsof hij niets gehoord had. Gaume begon te lachen. Hebt gij nu op eens het spreken verleerd? W anneer gij mijnheer de Soulainies niet herkent en nouit bij hem in dienst zijl geweest, zeg het dan tenminste Romain had moeite om staande te blijven. Zijn knieën knikten. Nog al tijd staarde hij naar de markiezin. Wanneer hij niet spreekt, dan zal men spoedig raden waarom hij dat doet. Zijn stilzwijgen zal dan ook als ©en bewijs tegen hem gelden cn hij zal eveneens verloren zijn. Gaume scheen er ook zoo over te denken, want hij zeide: Spreek of zwijg, dat is mij onver schillig, ik weot er toch al genoeg van. Toen nam Romain een besluit. Wat wenscht gij van mij le we ten? vroeg hij. lk ben bereid u alles te zeggen. Nauw had dc markiezin deze woor den gehoord, nf zij sprong op strekte haar band uit naar den kant, van waar het geluid kwam en stamelde mot bevende lippen: Dat H de moordenaar! Dat is de moordenaar! Zij nadert hem cn grijpt hem hij den arm. Hij buigt het hoofd zijn for- sche lichaam trilt en vol ontzetting sluit hij de oogen. Gaume legt de hand op zijn schou der Welnu, hebt gij nu nog den moedi om te ontkennen? Neen, zegt I'omain op dcffen tqon Wie heeft die valsclie wissels' hij mijnheer Laurent de Soulsimes ge bracht? Ik. Wie heeft Jactel vennoord? Ik. Goed. Meer vraag ik u voor het oogenblik niet. Maar Laurent kwam'tusschen bei den en zeide op fluisterenden toon: Welk doel had die man daarmee? Wij moeten het weten. Hij was slechts een werktuig. Wear is de hand, die hem bestuurde? Gaume antwoord-ie: Die man heeft het uit wangunst kunnen doen want hij bemint Jenny. Herinner u de woerden, die wij den cowboy tegen Bertignolies hebben hoo ren spreken. Het betrof Jenny, daar beu ik zeker van. nij kende de liefde ■.an het meisje. Hij heef; u zeker wil len beletten met haar in aanraking le komen. Gaume, voor de eerste maal zijt gij niet openhartig tegen mij. Gij ver bergt mij iets. Welnu, ja. dat is waar. Zeg mij dan alles. Ditmaal moet ik zwijgen, maar stel vertrouwen in mij. Hij keerde naar Michel terug die met zijn moeder «prak. Ik dank u, dat gij gekomen zij!, mijnheer de Soulaimes, zeide hit. en u, mevrouw, vraag ik verschooning voor den last, dien ik u heb veroor zaakt. lk heb u nu niet meer noodig. Hij gaf een teeken aan den agent, die Romain wegbracht. Daarop hernum hij: Ik wensch, dat alles bij het oude zal blijven. U, mevrouw de markie zin, keert naar het huis in de Krie !- landlann, naar Jenny terug gij Lau rent. verlaat uw bruid niet. wat zeer natuurlijk is. daar gij Maandag trouwt en gij mijnheer de markies, wanneer gij Beriignoües ontinoel, dan doet u alsof er niets gebeurd is. Gaume, gij verbergt een geheim voor ons. Ja, sedert vier maanden zijn w door allerlei geheimen omgeven. En gij weigert ophelderingen e geven? Waartoe? Maandag zal alles van zelf opgehelderd worden. Meer wil hij niet zeggen. Alleen, toen Laurent wilde weggaan, hieid i ij hem bij de hand terug. Hij was eensklaps treurig gewor den. Laurent zei lu'j, nog kan ik al les verhinderen. Vergeet niet, dat on ze straf, zoo zij al twee schuldigen treft, ook op een onschuldige zal te rugvallen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5