BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD Til0 PER 8 8AANDEN SS&%S QROOTE HOUTSTRAAT SS. Aovarmrifi^TNERwn. ZATERDAG 13 DECEMBER 1913, DE ZATERDAGAVOND ARLEWS Af) KOÖT HAARLEM'8 DAGBLAD EJM CF 10 GEKT m WEEK- DRUKKERIJ ZUïDBR BUTfENSPAARNB 6. W2£ AW<<^^N opgemerkt Het Rijke Natuurleven NAAR AANLEIDING VAN INGE KOMEN VRAGEN. Overal staan ze in vollen bloei, do mooie Cyclamen en zonneschijn bren gen ze in onze kamers, waar de kachel oppermachtig regeert Al in deze laatste omstandigheid schud lt een gevaar voor de zonderling gevormde bloemen met baar opgesla gen vlindervleugels, Als ze uit de weldadige omgéving bij den bloemist worden overgebracht naar onze kamers, krijgen ze iets van een riikelui's kind, dat bij den arme binnenkomt om wel te doen. Ze voelt er zich niet geheel thuis, maar geeft toch, zonder het te laten merken. Zoo behouden ook dc troetelkinde ren der bloemisten, de mooie cycla men. de eerste dagen het frissche ui terlijk. waarmee ze kwamen. De half geopende knoppen ontplooien zich tot schitterend gekleurde of rein- wftfce bloemjuweelen en de breede bladeren met hun zachte tinten staan flink omhoog, stevig gedragen door d« sterke stelen. Nu moeten onze zorgen de planten omringen of lederen dag en ieder uur zien we een teruggaan, een st.il ver kwijnen, dat den plantenvriend te on aangenamer aandoet, naarmate de pracht in de eerste dogen grootér was. Het begieten dezer mooie winter bloemen is al een werk, dat met zorg moet gebeuren. Eigenlijk moesten we het mos, dat over de aarde wordt ge legd, vooral bij planten, die in een siermanüje worden gezet, onmiddel lijk verwijderen. Hei neemt geen voedingsstoffen uit de aarde, maar belet ons, om be hoorlijk te gieten. Vooral moeten we daarvoor lauw wat-er nemen en zuinig behoeven we er niet mee te zijn. Gewoonlijk plant de kweeker ze zoo, dat een gedeelte van de .knollen boven de aarde blijft. Daarboven nu in het hart van de plant, mag. geen water komen. Het blijft te lang staan en het is bijna zeker, dat de jonge knoppen het nooit tot bloemen zullen brengen. Ook meststoffen behoeven niet ge- gegeven te worden. Gebeurde het door den vakman, dan zou het zelfs goed kunnen zijn. maar de leek geeft vaak hoevee'heden, die negatieve uit- weriting hebben en bovendien genie ten de bloemen er toch niet van. Zet de planten vooral in het volle licht, niet te dicht bij de kachel en voor een raam op het Zuiden. Dankbaar zijn ze voor het minste Deoember-zonnestraaltje. Daar kwik ken ze nog meer van op, dan de men- sclien en vaak is een mooie frissche bloem het loon voor oordeelkundige plaatsing. De bloemenspuit is haast onont beerlijk voor hem, die de planten lang wil goed houden. Zoo om de twee dagen even met de rafrajehrs- seur, voor dertig en veertig cent heeft men een heel goede, bespoten,«geeft de planten haar frisch aanzien. De bladeren, die wat slap werden, kwikken weer or> en de bloemen wor den weer stevig. Weken achtereen kan men zoo van den mooïen bloei genieten. De oude bloemen worden verwijderd, maar nieuwe, kleurige vlinders schitteren telkens tnsschen de matgroene bla deren. Over die witte, hoefijzervormige vlek, waarmede deze laatste ziin versierd en over het zachte rood, waarmede de onderzijde prijkt, zou uit een natuurhistorisch oogpunt, heel wat moois zijn te vertellen. Ik hoog daarop ter gelegenertijd terug te kunnen komen. Nu werd speciaal naar de kamercultuur gevraagd. Als eindelijk de laatste bloemen hun pracht hebben verloren, breekt de lange rusttijd aan. Op zich zelf is het in de kamer al een kunststuk, de laatste knoppen tot bloei te krijgen, maar om het nu in het volgend na jaar tot de eerste b'oemen 1e bren gen, daartoe hoort nog meerder zorg. Dan moeten de uitgebloeide plan ten na den bloeilijd op een koele plaats worden gezet. De oude blade ren zullen dan met de door haar be reide voedingsstoffen de knollen nog versterken. Vooral mogen we ze niet afknip pen. Dat zou een middel ziju om de plant, die door hel bloeien al. ver zwakt is, nog verder achteruit to zetten. Heeft de eyclame zoo een maand gerust, dan kan ze in nieuwe aarde worden gezet, waarvoor ech ter gewone-tuingrond bijna steeds ongeschikt is. Deze planten houden van vrij zwaren grond en heel dankbaar zijn ze, als we zo een mengsel geven vau bladaarde, klei en zand, een samen stelling, die bij lederen kweeker is te verkrijgen. Dan komen eindelijk de nieuwe blaadjes weer voor den dag en zoo dra het voorjaar voorgoed in het land is, zoo omstreeks Mei, moeten de potten in den tuin worden inge graven op een lichte plek, waar de zonnestralen haar kracht matig kunnen doen gevoelen, dus niet teveel in de schaduw. Dan moeten de planten om de veertien dagen wat voedsel hebben, in den vorm van kunstmest, waar voor het recept reeds herhaalde ma len werd gegeven. Ook een aftreksel van koemest is heel goed. Als dan de zomer voor een sterke bladontwikkeling heeft ge zorgd, moeten de planten tegen het najaar weer aan de kamer wennen. Eerst plaatst men ze dan voor een open raam op bet Zuiden, hetgeen omstreeks October kan geschieden, nadat in September ook heel wat bloemknoppen voor den dag zijn ge komen. Dan vooral moet de rafraichissetir niet worden vergeten en geleidelijk aan kan men nu de planten aan de karneriuchl "wennen. Dan zullen om streeks half December weer mooie bloemen prijken boven eigen gekweek te planten, dan zullen de denkere da gen weer worden opgevroolijkt door mooie vormen en kleuren en het genot zal grooter zijn, naarmate men meer moeite moest doen, om een schitte rend resultaat te bereiken. H. PEUSENS. VRAGENBUS. Mevr. R. te Haarlem. Uw vragen waren van dien aard, dat het beant woorden daarvan niet in een keer kon geschieden. Mei het bovenstaan- do zult u, hoop ik, al gedeeltelijk be yredigd zijn. Een volgenden keer iets over de andere planten. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Baltoiletten. Verschillen de weefsels. Garneering. Schoeisel. Nu de St. Nicolaas-drukte voorbij is. zijn de winkeletalages als het ware herschapen in balzalen, feeëriek is de aanblik van sommige magazijnen, waar de mooiste mannequins de prachtigste toiletten dragen. Het woord „prachtig" is hier eigenlijk slecht gekozen, om aan te duiden dat teere wazige subtiele van de tnoder ne gewaden. Het is alles gaas, tule en crêpe en chine wat men voor tailles ziet verwerken, terwijl de rokken van zijde cacherriire en liberty-satijn van een' ongeleende fijnheid zijn. Verder brengt mén veel charmeuse en een nieuw weefsel dat men zeer ingenieus „rêve de valse" gedoopt heeft Zijden crêpons worden eveneens voor gezelschapstoiletten benut. Veel opgang maken nog steeds de kralen garneeringen, zoo brengt men tuni- ques van met kralen geborduurde tu le, die waarlijk sprookjesachtig mooi zijn. Die kralen tuniques brengt men in alle mogelijke nuancen, als: wil, zil verwit, goudkleurig, mauve, licht blauw en vooral veel rose. Voor da mes, die zelve hare toiletten vervaar digen, zijn ze een ware uitkomst, want men heeft slechts een goed pus sende fourreau te maken van satijn; zijden cuchemire of iets dergelijks, waarop de tunique gearrangeerd wordt. Al naar gelang van den vorm der tunique kan men de onderjapon ai of niet drapeeren. Do tailles die zonder uitzondering kimono gesneden en in W-vorm gedo colleteerd zijn, worden aan dc rok ken genaaid en met ceintures inge richt. De ceintuur-mode viert op het oo genblik hoogtijwant daarin bestaat een variatie, zooals men zelden zag Breede, gebloemde linten in dc bont- ste kleuren en zooveel mogelijk ge heel afstekend, worden in hun gehce- le breedte oin de taille geslagen en van achteren in een Japanschen vlin- derstrik of met afhangende einden ge dragen. Ook zijde en satijn van het stuk, en dus vijftig centimeter breed, bindt men oni taille en heupen, om in het voormidden geknoopt te worden en daar in twee ongelijke einden tot op den rokzoorn neer te hangen. De uit einden worden dan vaak met kralen franje afgewerkt. Van kralen ziet men ook kwasten, die aan de punten van dc tuniques genaaid worden, waar,door deze in de gewenschte vou wen blijven hangen. Behalve krqlen en gitten garneert men de baltailles veel met schitterende siniili's, die op yiterst smal band gewerkt zijn en per mèter verkocht worden. Behalve kralen, kant en lint speelt de bloemenmode dezen winter een voorname rol. Men ziet geen bal- of gezelschapstoilet, waaraan de bloem- versiering ontbreekt, hetzij men een guirlande van fijn groen 0111 de taille slingert of op het corsage den hals- rand met kleine roosjes 'garneert, wat vooral voor jonge meisjes zoo lief kleedt, heizij men in de ceinture een mooie, groote, zijden of fluweelen roos hc-cht, die niet zelden met fijn par fum besprenkeld is! Mooi en recht feestelijk staan die bloemen. Om liet baltoilet in al ziin onderdec- len te behandelen, moeten we hier nog even stilstaan bij het schoeisel. Satijnen schoentjes in de kleur van het toilet, de punten met kralen ge borduurd, en met zijden kruïsveters boven den enkel vaslpestrikt, zün de nouveauté vau het seizoen, doch ook zwart lak met simili-gesnén en vooral veel goudleer wordt gebracht en ge dragen. De ragfijne zijden kousen worden in dezelfde kleur als .de schoentjes gekozen. Met opengewerkte kousen is het evenwel gedaan nieuw zijn ge borduurde kousen. Zeer verschillend ziin de handcchoe nen, daar dit geheel afhankelijk is van de lengte der mouwen. Een ongekende luxe heerscht er dit jaar in de avondmantels. Men ziet ze vooral van hrocaat-flnweel in den be kenden kimorio-'voritt en met bout randen gegarneerd, doch ook van li- berty-satijn en zijden pluche. Wil men evenwel een allerliefsten avond mantel voor jongedames maken, die warm kleedt en weinig kostbaar is, dan raad ik het zoogenaamde „ïut caua" aaneen weefsel dat veel duet denken aan de bekende „laine des Pyrenèes" en ad 225 per meter ver krijgbaar is in wit, mauve, licht blauw, rose en rood Het is niet nood zakelijk zulk een mantel te voeren, al hoewel een wit zijden of half zijden voering altijd meer cachet geeft aan een kleedingstuk. Als garneerïng be zigt men moufflon of wit konijnen bont, een grooten kraag en mouwop slagen, hetgeen zeer flatteus staat. De groote knoopen kunnen naar verkie zing van paarlmoer zijn of van de zelfde stof vervaurdigd worden het laatste is op het oogenblik meer smaak. MARIE VAN AMSTEL. Een Huwelijk. IN a a r het Engelsch). Tot op het oogenblik van de komst van Effie Crewe op het kantoor van Middletnn en Co. was liet ongeveer het somberste en vervelendste kan toor in de City van Londen. Het twaalftal klerken zag er voor het meereuueel zeer somber uit, ter wijl hun uiterlijk niet in aantrekke lijkheid won door het feit, dat zij iederen morgen op liet kantoor oude en versleten jasjes aantrokken. Het waren ernstige, jonge mannen, wier eerzucht daarin bestond eens de plaats van Mr. Deeping, den kassier, in te hemen. Hooger reikte hun ver beelding niet. Mr. Deeping was dientengevolge het ideaal, dat zij probeerde» ha te vol gen, en Mr, Dcepnig, een gladgescho ren, ernstig man van veertig jaar, maakte misschien onbewust altijd een so.uberén indruk. Even onbewust bracht Effie Crewe in i.it alles verandering. Toen zij de open plaats van de bejaarde typiste Miss Carrick kwam vervullen, bracht zij iets als een sensatie teweeg. Zij was een-en-twintig jaar, zag er bij zonder goed uit, was elegant gekleed, had schitterende oogen en een alles overwinnenden glimlach. Bovendien was zij nog geen half uur op het kantoor of zij lachte al Ja, zij laente 1 Het was een opgewek te, vroolïjke lach, en zoo'n geluid was nooit meer gehoord op het kan- tooi' van Middleiton en Co. Mr. Deeping keelt verbaasd om. Mc. Clean, de ce>rste klerk, liet een groote inktmop op zijn vloeiboek val len. Hinstead, Laurie en de andereu keken angstig naar de deur van liet kantoor van den chef. Dat loopt nooit goed af, zoo iets gaat hier niet, fluisterde Mc. Lean. Toch gebeurde er niets, Het overige van den dag bleef de typiste ijverig dooruhüen. Ansè Crewe mocht wat luclonariig vau uaru zijn, zouals Mc. Lean zei, maar zij kon in twee uren meer uoen dan haar voorgangster in een geüeelen dag. Toevallig volanten eeinge der kler ken uéu volgeiiuen morgen hun oude jasje aan te trekken. Voordat er een week verloopen was zag men er op het kantoor van Midoleton en Co. aanmerkelijk beter gekleed uit. Wat is er toch aan de hand? vroeg een van de reizigers. Zijn jullie allemaal van plan te gaan trouwen Ër kwam geen antwoord op die vraag, en de reiziger zette zijn hoed .op en slenterde naar de deur. Zoo ging hij de schrijftafel va» Miss Cre we voorbij. Beestachtig weer, zèidé hij op vrièndschappelijken tooiü Maar u ziet er niet uit alsof u door den regen moet. Pas op, dat die kerels u niet hel hol maken, juffrouw. Het zijn al lemaal Don Juijns! Kijk ze maar eens aan I Goedcnmorgen. Binstead en Laurie waren het er over eens, dat de kerel, geen smaak had. Het verbaast mij, dat zij hein niét op zijn plaats zette, zeide Laurie Daar is zij veel te luchthartig voor, zei Mc. Lean somber. Toen namen Binstead en Laurie het voor Miss Crewe op en werd Mc. Lean op zijn plaats gezet. Een paar dagen later kwamen Bin stead en Laurie tegelijk in een nieuw pak gestoken op het kantoor Bmsteaü had een bloem in zijn knoopsgat. Wat een mooie anjelier! merk te Miss Crewe op. Hevig blozend stamelde Binstead, dat zij de bloem mocht hebben. O neen, ze komt juist zoo goed uit op uw jaszei Miss Crewe. Ik ik zou zoo graag willen, dat u haar nam 1 stiel Binstead uit. Werkelijk? Wel zeer bedankt dan. Daarop werd de anjelier na-ar de blouse van Miss Crewe overgebracht. Het kantoor kwam tot liet besluit, dat er spoedig een huwelijk tot stand zou komen tusschen Jozef Binstead Esq. en Miss.Ethel Crewe. Hinstead werd plotseling een voorwerp van haat en nijd. Dienzelfuou avond echter keek Bin stead zijn oogen uit. Miss Crewe verliet het kantoor in gezelschap van Mr. Deeping zelf. Volgens den kan toorjongen, wiens eerzucht er in be stond eens detective te worden, bege leidde hij haar tot het Mansion House- station en had liij alle reden te ver- iuoe..cu dat zij in deuzeliaen trein ge stapt waren. Ben weeK lang kon Mr. Der-ping on gestoord vau iiet bijzijn van Miss Crewe genieten. Natuurlijk ontmoette hij haai- heel toevallig op zijn weg naar liet kantoor. Onveranderlijk gin gen zij steeds op denzelfden tijd weg. De houding van Mr. Deeping tegen over-de nieuwe typiste was buitenge woon eerbiedig. Binstead haatte Mr. Deeping. Toen verscheen er plotseling een nieuweling op het kantoor, Jack Mor- land was zijn naam. Mr. Deeping, die vooruit niets van zijn komst had geweien, vroeg er zijn oudsten chef Ik heb hein beloofd het eens met hein te zullen probeeren, luidde het antwoord. Kijk eens of hij ergens voor deugt en laat het mij dan we ten. Deeping keek Morland onder zoekend aan en voelde zich niet tot den jongen man aangetrokken. Mor land was een lang, lenig jongniensch rnet een bijzonder opgewekt gelaat. Hij sprek wat gerekt, en scheen niet geneigd veel aandacht aan de regels en ue kantooi ui-., vai; uo firma Aiu.it- ..:,on te schenken leis heel O.,.„ers Was de vriend- sonup die ontstond tusschen Miss urev.o en Jack Morland. Up zekeren dag trof Mr. Deeping hen in intiem en vrijmoedig gesprek. Hij zei op utct oogenblik niets, maar herinnerde zich dat Miss Crewe sinds de komst van den jongen Morland "blijk ir.ir opzet telijk twee maal aan z.iu gezelschap ,i ui weten te ontkomen. Mr. Deeping hielu oen nieuweling aan toen hij wilds gaan lunchen. U kan pus over een kwartier gaan, Mr. Morland, zei hij op scherpen toon. Maar ik heb niets te doen, en ik heb razend veel honger. Waarvoor dient dat begon Morland. Spreek mij niet tegen. De regels van het kantoor zijn gemaakt om te worden opgevolgd, antwoordde Mr. Deeping, en nu wij het er toch over hebben, mag ik er wel meteen aan loevoogen. dat u op het kantoor te veel praat Lieve help, ik heb den geheelen morgen nauwelijks mijn mond open gedaan I U heeft op de klok af Miss Crewe twintig minuten lang van haar werk afgehouden, antwoordde Mr. Doe; ping Is het werkelijk waar? luidde verbaasd hel antwoord, Dat u het zoo precies weet Maar Z" had op 'at oogenblik ook niets ie deen Als u niets te doen heeft, moet u werk maken. U wordt niet voor niets betaald. Ik vrees dat u niet veel er varing heeft van kantoorwerk. Absoluut nietl lachte Mor land. - Ik kom zoo van de universi teit. Mr Deeping keek hem met toene mende ontevredenheid aan U zal wel merken, dat u aan die academische wijsheid hier niet veel heeft. zei hij. Dat heb ik ook al gemerkt, luidde lachend het antwoord van Morland. Weken gingen voorbii en volgens de meeni ng van het kantoorpersoneel zouden Mr. Deeping en Morland sa men moeten vechten om de hand van Effio Crewe. Binstead werd zich be wust, dat hij er geheel buiten stond. Hij hoopte nu dat Morland zou! win.- 'fteri. Morland was populair. Men was het er over eens dat hij een heer was en niet onbemiddeld. Hij verdiende twaalf gulden per week, en bij meer dan één gelegenheid had hij die go- heele som besteed om de andere kler ken te tracteeren. Eens waagde Binstead het hem te feliciteeren met zijn vriendschap mét Miss Crewe. De felicitatie werd na tuurlijk op onderdrukten toon uitge sproken, maar Morland scheen het bijzonder amusant te vinden. Je bent een eerste ezel, Binny spotte hij Maar, op mijn woord, ik mag je wel lijdenNooit te voren heb ik zoo iemand meer ontmoet. Mr. Deeping besloot, dat er iets go- daan moest worden. Telkens weer wist Morland Miss Crewe onder zijn oogen weg te krijgen. En na veel peinzen kwam Mr. Deeping tot het besluit, dat hij Miss Crewe de eer vaneen huwelijksaanzoek zou aan doen. Het liep langzamerhand met Morland de spuigaten uit. Het toppunt kwam toen Morland op zekeren dag een getrouwe copie van een beursnoteering moest ma ken. We moeten haar morgenochtend vroeg hebben, zèi Mr, Deeping op waarschuwenden toon. En Morljhd had geantwoord Heel goed 1 Een half uur later ging hij naar Miss Crewe en vroeg haar tegenover het geheele kantoorpersoneel en ten aanhoore van Mr. Deeping Wil u vandaag net mij lunchen? Ik meen een echle lunch niet alleen koffie en sandwiches. Ik heb mijn wekelijkse» salaris gekregen en ver lang er naar het uit te geven. En Miss Crewe had l&ciieuu de uit- nuodigmg aangenomen. Zij Rwameil een uur later terug. Mr. Deeping zag zwart van woede. Hij nam Morland ter zijde. Y\ eer to laai, zei hij. Het spijt mij, was liet ant woord. lk kon het niet helpen. Dat kon u wel. U zal nooit die copie op tijd af hebben. O ja, dat zal ik wel 1 Hei is in.j.i p,.ein u voor te laat op te geven. Ik heb u al meer gewaar schuwd. Ga uw gang! antwoordde Mor land luchtig. Dien iu,,,,.ag bedacht Mr. Deeping een intrigue. Hij gaf allen klerken permissie heen le gaan, terwijl hij achterbleef. Een lient in de kamer van uen joiigsien l.rmant zei heul, dat alleen nog de jonge Mr. Frank aanwezig -vas. Hij ging naar de scnrijftalel van Morlanu, deed haar open en vond tiaar de copie die Mor land voor heui had moeten maken. De copie as af en klaar om nagezien te worden. Hij beaeek de copie een oogenblik. Toen liep hij op den haard "toe en wierp de lijst in het vuur. Den volgenden uioigeu kwam Mr. Deeping zouals zijn gewoonte was do iii-mnul met een buiiuel coircspuii- uèiiue in ziju hand binneu. Mr. i'raiiis Miudletun was uiua bezig M>ss Crewe een brief te dicte.oren. Hij wenuue zich tul Mr. Dee ping, en «eni gen uja ineiuen zij zien met de dage- lijkscbe correspondentie bezig. Air. Frank .uiüuieum was een mali vau omstreeks i en-dertig jaar met Zeer energiek gelaat. Nu kéeiv Hij van z.ju schrijftafel op Heeft u die lijst van beurBuulee- rïngeu .oor mij meegenomen? vr^eg hij. Air. reaping ging naar de deur. Mr. Morland, riep hij, breng mij die lijst eens, die u gisteren i copiëerd heeft. Een stern in het andere kantoor riep Ja, dadelijk. Vijf minute, verliepen, en Mr. Mor land verscheen niet. Maalt eens wat voort met die lijst riep Mr. Deeping. Morland verscheen aan de deur. Ik kan haar niet vinden, zei hij. lit heb haar in mijn lessenaar gelegd, maar zij is verdwenen. O, jawel, verdwenen? zei Mr. Deeping, zich met een grijns op het gelaat tot hem wendend. Dat be teeken t waarschijnlijk, dat u haar niet gemankt heeft? De jongste firmant keek naar Mor land, die opgewekt antwoordde Zeker heb ik haar geschreven, maar ik mag hangen als ik weet wat -r mee gebeurd is. Hoor eens, morland, zeide Mr. Frank, je moet werkelijk wat meer zorg voor alles hebben en meer pre cies zijnl Mr Deeping zegt mij, dat Je veel fe vee) tijd voor je lunch ge bruikt. Als dat op gisteren slaaf, lach te Morland, heb ik een goed ex cuus. Ik nam Miss Crewe mee om te lunchen u was immers uit de stad en ik ontmoette uw vader in het restaurant. Hij moest mij noodzake lijk sórekën, en dat duurde een uur. O 1 t>n 'ongste firmant onder drukte een gl .lach. Dat ïs dan in órde. Muar hoe staat het nu met die lijst 1 Ja, niet die lijst herhaalde Mr. Déeping. Hij kéék'triomfantelijk den jong- sten firmant aan, en ontmoette In- plaats daarvan de fonkelende oogen van Miss Crewe. Misschien heeft u tiaar wel ver brand, Mr. Déèpin? bij vergissing natuurlijk? zei ze. Mr. Deeping veri 'ioot van kleur. Verbrand hijgde hij. Ja. Ik zei bij vergissing. U moet weten Miss Crewe keck hem vol minachting aan dat ik in deze ka mer was toen u gisterenavond weg ging. Ik zag tiet. Was u hier I Mr. Deeping haalde met groote moeite adem. fk ik verbrandde eenige papieren die ik rond zag zwerven. Ik Mr. Deopiug z" ecg. Hij begreep dal hij er lèelijk in zat. liet was niets dan een grap, zei hu lk wilde Morland op de proef stellen. Mr. Middleton gaf aan Morland te kennen, dat hij de kamer kon ver laten. Hoor eens hier. Deeping, zei hij, je bent een goed kassier, maar een schelm en een dwaas van de bo- vqnstc plank. Als je al niet zoo lang bij ons was geweest, zou ik je op dit oogenblik je ontslag geven. Miss Crewe had mij juist verteld wat je gisterenavond gedaan hadt. Ik zal je nog een kans geven. Mijn vader heeft het zoo geschikt, dat Morland als ossislent-uirecteur naar ons kantoor in Manchester zal gaan. Je zult ook moeten zorgen een nieuwe typiste te krijgen orn -le plaats van Allss Crewe in te nemen. Gaat Miss Crewe dan ook naar Manchester? vroeg Mr. Deeping on willekeurig. Neen. Miss Crewe en ik zullen de volgende week in het huwelijk treden. Hel gelaat van Mr. Deeping was op dat oogenblik waard vereeuwigd te worden. L riep hij uit. Weel Mor land dat Y\ aarschijnlijk wel zei hij. Jack heett beloofd bruidsjonker ie zullen zijn. üedrie oaafseheidelijkeu then kostscboolgesohie- d e n i sj. De drie ..onafsclieidelijken" zaten in do schoolkamer van juffrouw Zoet- hel s Ale:sjes-instituut in Gelderlands lachende dieven, en zij keken alles behalve v rooi ijk ol opgewekt Dit was vreemd; want de kerstvacantie was a -nstaande en dan braken er dagen van genot aan, als de meisjes naar huis gingen. Maar er was reden voor. Beiden, Dora en Edith, hadden onvoldoende in vaderlandsche geschiedenis en aard rijkskunde ze konden al die jaar tallen en namen maar niet in haar hoofdje prenten! en mitsdien zou den zij. dus had juffrouw Zoetlief in hare wiüh°id besloten, werk mee naar bi'ie krijgen. Nu, strafwerk te maken in de va- enntfedngen, dit was een dnJdelooze nlan.tr: de meisjes wisten dat. bij on dervinding. Het zou haar alle genoe gen benéinen en daarbij was het een bewijs an ongenade, dat haar hoogst onaangenaam aandeed. Wel vreemd dat ze allebei achter lijk waren bevonden in dezelfde vak ken en even vreemd dat Ada, de der de van het trio. juist mooie cijfers ge kregen had; dat was natuurlijk maar puur geluk, want Ada was verreweg de minrte van de drie, wnt schoolge leerdheid be'rof. Lie ha mei ijk daaren- lecen wen zij het verre van de twee vriendinnen- zii was mooi nit de klui ten "egrce'd en vertoonde ol heel wit. Ada h.qd haar uifuenoedied om de vacantie bij hare ouders door te bren gen; want de familie van Dora woon de in Indië, en Edith had hare ouders reeds vroeg verloren. 't.Is toch verschrikkelijk zoo n kwelgeest, riep Dcortje met betraande oogen en wij gelooven, dat die kwel geest niemand anders was dan de eerzame kostschpclmamsel. F,r zal niet anders op overschie ten dan de nachtelijke uren te wijden aan al die Dirken en bil kunstlicht ons le veldiepen in colven. baaien en straten1 meesmuilde Edith. Och krvm. je oogen bederven en Humeur bederven ien ple.izïere van juffrouw Zoetlief en onze dierbare on derwijzeressen! zei Ada. Jelui lijkt wel mal. Stel je dien onzin maar uit het hoofd. Dank zii hare lengte, had Ada zich een soort patronaat aangematigd over haar beide vriendinnen, waartegen dezen rich maar zelden verzetten: mis- T-.hien droeg hiertoe bijdat zij een zeer gegoede familie had. voor mej. Zoetlief altijd fraaie geschenken mee bracht en dientengevolcre door deze overigens strikt eerlijke dame wel wat werd bevoorrecht althans ontzien. Nu, ik ben er niet op verzot om me half suf te rc-peteeren, Ada-lief; maar er zit niets anders op! Laat me eens nadenken over 't critiek"geval; misschien weet ik er iets op le. verzinnen om jelui uit de pénurie te helpen. De twee be klagen swaardigen hao

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 13