BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Til0 PER 8 8AANDEN SS&%S QROOTE HOUTSTRAAT SS. Aovarmrifi^TNERwn.
ZATERDAG 13 DECEMBER 1913,
DE ZATERDAGAVOND
ARLEWS Af) KOÖT HAARLEM'8 DAGBLAD EJM
CF 10 GEKT m WEEK- DRUKKERIJ ZUïDBR BUTfENSPAARNB 6. W2£ AW<<^^N opgemerkt
Het Rijke Natuurleven
NAAR AANLEIDING VAN INGE
KOMEN VRAGEN.
Overal staan ze in vollen bloei, do
mooie Cyclamen en zonneschijn bren
gen ze in onze kamers, waar de
kachel oppermachtig regeert
Al in deze laatste omstandigheid
schud lt een gevaar voor de zonderling
gevormde bloemen met baar opgesla
gen vlindervleugels,
Als ze uit de weldadige omgéving
bij den bloemist worden overgebracht
naar onze kamers, krijgen ze iets van
een riikelui's kind, dat bij den arme
binnenkomt om wel te doen. Ze voelt
er zich niet geheel thuis, maar geeft
toch, zonder het te laten merken.
Zoo behouden ook dc troetelkinde
ren der bloemisten, de mooie cycla
men. de eerste dagen het frissche ui
terlijk. waarmee ze kwamen. De
half geopende knoppen ontplooien
zich tot schitterend gekleurde of rein-
wftfce bloemjuweelen en de breede
bladeren met hun zachte tinten staan
flink omhoog, stevig gedragen door
d« sterke stelen.
Nu moeten onze zorgen de planten
omringen of lederen dag en ieder uur
zien we een teruggaan, een st.il ver
kwijnen, dat den plantenvriend te on
aangenamer aandoet, naarmate de
pracht in de eerste dogen grootér
was.
Het begieten dezer mooie winter
bloemen is al een werk, dat met zorg
moet gebeuren. Eigenlijk moesten we
het mos, dat over de aarde wordt ge
legd, vooral bij planten, die in een
siermanüje worden gezet, onmiddel
lijk verwijderen.
Hei neemt geen voedingsstoffen uit
de aarde, maar belet ons, om be
hoorlijk te gieten.
Vooral moeten we daarvoor lauw
wat-er nemen en zuinig behoeven we
er niet mee te zijn.
Gewoonlijk plant de kweeker ze
zoo, dat een gedeelte van de .knollen
boven de aarde blijft. Daarboven nu
in het hart van de plant, mag. geen
water komen. Het blijft te lang staan
en het is bijna zeker, dat de jonge
knoppen het nooit tot bloemen zullen
brengen.
Ook meststoffen behoeven niet ge-
gegeven te worden. Gebeurde het
door den vakman, dan zou het zelfs
goed kunnen zijn. maar de leek geeft
vaak hoevee'heden, die negatieve uit-
weriting hebben en bovendien genie
ten de bloemen er toch niet van.
Zet de planten vooral in het volle
licht, niet te dicht bij de kachel en
voor een raam op het Zuiden.
Dankbaar zijn ze voor het minste
Deoember-zonnestraaltje. Daar kwik
ken ze nog meer van op, dan de men-
sclien en vaak is een mooie frissche
bloem het loon voor oordeelkundige
plaatsing.
De bloemenspuit is haast onont
beerlijk voor hem, die de planten
lang wil goed houden. Zoo om de
twee dagen even met de rafrajehrs-
seur, voor dertig en veertig cent heeft
men een heel goede, bespoten,«geeft
de planten haar frisch aanzien.
De bladeren, die wat slap werden,
kwikken weer or> en de bloemen wor
den weer stevig.
Weken achtereen kan men zoo van
den mooïen bloei genieten. De oude
bloemen worden verwijderd, maar
nieuwe, kleurige vlinders schitteren
telkens tnsschen de matgroene bla
deren.
Over die witte, hoefijzervormige
vlek, waarmede deze laatste ziin
versierd en over het zachte rood,
waarmede de onderzijde prijkt, zou
uit een natuurhistorisch oogpunt,
heel wat moois zijn te vertellen. Ik
hoog daarop ter gelegenertijd terug te
kunnen komen. Nu werd speciaal
naar de kamercultuur gevraagd.
Als eindelijk de laatste bloemen
hun pracht hebben verloren, breekt
de lange rusttijd aan. Op zich zelf is
het in de kamer al een kunststuk, de
laatste knoppen tot bloei te krijgen,
maar om het nu in het volgend na
jaar tot de eerste b'oemen 1e bren
gen, daartoe hoort nog meerder zorg.
Dan moeten de uitgebloeide plan
ten na den bloeilijd op een koele
plaats worden gezet. De oude blade
ren zullen dan met de door haar be
reide voedingsstoffen de knollen nog
versterken.
Vooral mogen we ze niet afknip
pen. Dat zou een middel ziju om de
plant, die door hel bloeien al. ver
zwakt is, nog verder achteruit to
zetten. Heeft de eyclame zoo een
maand gerust, dan kan ze in nieuwe
aarde worden gezet, waarvoor ech
ter gewone-tuingrond bijna steeds
ongeschikt is.
Deze planten houden van vrij
zwaren grond en heel dankbaar zijn
ze, als we zo een mengsel geven vau
bladaarde, klei en zand, een samen
stelling, die bij lederen kweeker is te
verkrijgen.
Dan komen eindelijk de nieuwe
blaadjes weer voor den dag en zoo
dra het voorjaar voorgoed in het
land is, zoo omstreeks Mei, moeten
de potten in den tuin worden inge
graven op een lichte plek, waar de
zonnestralen haar kracht matig
kunnen doen gevoelen, dus niet teveel
in de schaduw.
Dan moeten de planten om de
veertien dagen wat voedsel hebben,
in den vorm van kunstmest, waar
voor het recept reeds herhaalde ma
len werd gegeven.
Ook een aftreksel van koemest is
heel goed. Als dan de zomer voor een
sterke bladontwikkeling heeft ge
zorgd, moeten de planten tegen het
najaar weer aan de kamer wennen.
Eerst plaatst men ze dan voor een
open raam op bet Zuiden, hetgeen
omstreeks October kan geschieden,
nadat in September ook heel wat
bloemknoppen voor den dag zijn ge
komen.
Dan vooral moet de rafraichissetir
niet worden vergeten en geleidelijk
aan kan men nu de planten aan de
karneriuchl "wennen. Dan zullen om
streeks half December weer mooie
bloemen prijken boven eigen gekweek
te planten, dan zullen de denkere da
gen weer worden opgevroolijkt door
mooie vormen en kleuren en het genot
zal grooter zijn, naarmate men meer
moeite moest doen, om een schitte
rend resultaat te bereiken.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS.
Mevr. R. te Haarlem. Uw vragen
waren van dien aard, dat het beant
woorden daarvan niet in een keer
kon geschieden. Mei het bovenstaan-
do zult u, hoop ik, al gedeeltelijk be
yredigd zijn. Een volgenden keer iets
over de andere planten.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Baltoiletten. Verschillen
de weefsels. Garneering.
Schoeisel.
Nu de St. Nicolaas-drukte voorbij
is. zijn de winkeletalages als het ware
herschapen in balzalen, feeëriek is
de aanblik van sommige magazijnen,
waar de mooiste mannequins de
prachtigste toiletten dragen. Het
woord „prachtig" is hier eigenlijk
slecht gekozen, om aan te duiden dat
teere wazige subtiele van de tnoder
ne gewaden. Het is alles gaas, tule en
crêpe en chine wat men voor tailles
ziet verwerken, terwijl de rokken van
zijde cacherriire en liberty-satijn van
een' ongeleende fijnheid zijn. Verder
brengt mén veel charmeuse en een
nieuw weefsel dat men zeer ingenieus
„rêve de valse" gedoopt heeft
Zijden crêpons worden eveneens
voor gezelschapstoiletten benut. Veel
opgang maken nog steeds de kralen
garneeringen, zoo brengt men tuni-
ques van met kralen geborduurde tu
le, die waarlijk sprookjesachtig mooi
zijn.
Die kralen tuniques brengt men in
alle mogelijke nuancen, als: wil, zil
verwit, goudkleurig, mauve, licht
blauw en vooral veel rose. Voor da
mes, die zelve hare toiletten vervaar
digen, zijn ze een ware uitkomst,
want men heeft slechts een goed pus
sende fourreau te maken van satijn;
zijden cuchemire of iets dergelijks,
waarop de tunique gearrangeerd
wordt. Al naar gelang van den vorm
der tunique kan men de onderjapon
ai of niet drapeeren.
Do tailles die zonder uitzondering
kimono gesneden en in W-vorm gedo
colleteerd zijn, worden aan dc rok
ken genaaid en met ceintures inge
richt.
De ceintuur-mode viert op het oo
genblik hoogtijwant daarin bestaat
een variatie, zooals men zelden zag
Breede, gebloemde linten in dc bont-
ste kleuren en zooveel mogelijk ge
heel afstekend, worden in hun gehce-
le breedte oin de taille geslagen en
van achteren in een Japanschen vlin-
derstrik of met afhangende einden ge
dragen.
Ook zijde en satijn van het stuk, en
dus vijftig centimeter breed, bindt
men oni taille en heupen, om in het
voormidden geknoopt te worden en
daar in twee ongelijke einden tot op
den rokzoorn neer te hangen. De uit
einden worden dan vaak met kralen
franje afgewerkt. Van kralen ziet
men ook kwasten, die aan de punten
van dc tuniques genaaid worden,
waar,door deze in de gewenschte vou
wen blijven hangen. Behalve krqlen
en gitten garneert men de baltailles
veel met schitterende siniili's, die
op yiterst smal band gewerkt zijn en
per mèter verkocht worden.
Behalve kralen, kant en lint speelt
de bloemenmode dezen winter een
voorname rol. Men ziet geen bal- of
gezelschapstoilet, waaraan de bloem-
versiering ontbreekt, hetzij men een
guirlande van fijn groen 0111 de taille
slingert of op het corsage den hals-
rand met kleine roosjes 'garneert, wat
vooral voor jonge meisjes zoo lief
kleedt, heizij men in de ceinture een
mooie, groote, zijden of fluweelen roos
hc-cht, die niet zelden met fijn par
fum besprenkeld is! Mooi en recht
feestelijk staan die bloemen.
Om liet baltoilet in al ziin onderdec-
len te behandelen, moeten we hier
nog even stilstaan bij het schoeisel.
Satijnen schoentjes in de kleur van
het toilet, de punten met kralen ge
borduurd, en met zijden kruïsveters
boven den enkel vaslpestrikt, zün de
nouveauté vau het seizoen, doch ook
zwart lak met simili-gesnén en vooral
veel goudleer wordt gebracht en ge
dragen.
De ragfijne zijden kousen worden
in dezelfde kleur als .de schoentjes
gekozen. Met opengewerkte kousen is
het evenwel gedaan nieuw zijn ge
borduurde kousen.
Zeer verschillend ziin de handcchoe
nen, daar dit geheel afhankelijk is
van de lengte der mouwen.
Een ongekende luxe heerscht er dit
jaar in de avondmantels. Men ziet ze
vooral van hrocaat-flnweel in den be
kenden kimorio-'voritt en met bout
randen gegarneerd, doch ook van li-
berty-satijn en zijden pluche. Wil
men evenwel een allerliefsten avond
mantel voor jongedames maken, die
warm kleedt en weinig kostbaar is,
dan raad ik het zoogenaamde „ïut
caua" aaneen weefsel dat veel duet
denken aan de bekende „laine des
Pyrenèes" en ad 225 per meter ver
krijgbaar is in wit, mauve, licht
blauw, rose en rood Het is niet nood
zakelijk zulk een mantel te voeren, al
hoewel een wit zijden of half zijden
voering altijd meer cachet geeft aan
een kleedingstuk. Als garneerïng be
zigt men moufflon of wit konijnen
bont, een grooten kraag en mouwop
slagen, hetgeen zeer flatteus staat. De
groote knoopen kunnen naar verkie
zing van paarlmoer zijn of van de
zelfde stof vervaurdigd worden het
laatste is op het oogenblik meer
smaak.
MARIE VAN AMSTEL.
Een Huwelijk.
IN a a r het Engelsch).
Tot op het oogenblik van de komst
van Effie Crewe op het kantoor van
Middletnn en Co. was liet ongeveer
het somberste en vervelendste kan
toor in de City van Londen.
Het twaalftal klerken zag er voor
het meereuueel zeer somber uit, ter
wijl hun uiterlijk niet in aantrekke
lijkheid won door het feit, dat zij
iederen morgen op liet kantoor oude
en versleten jasjes aantrokken. Het
waren ernstige, jonge mannen, wier
eerzucht daarin bestond eens de
plaats van Mr. Deeping, den kassier,
in te hemen. Hooger reikte hun ver
beelding niet.
Mr. Deeping was dientengevolge het
ideaal, dat zij probeerde» ha te vol
gen, en Mr, Dcepnig, een gladgescho
ren, ernstig man van veertig jaar,
maakte misschien onbewust altijd een
so.uberén indruk.
Even onbewust bracht Effie Crewe
in i.it alles verandering. Toen zij de
open plaats van de bejaarde typiste
Miss Carrick kwam vervullen, bracht
zij iets als een sensatie teweeg. Zij
was een-en-twintig jaar, zag er bij
zonder goed uit, was elegant gekleed,
had schitterende oogen en een alles
overwinnenden glimlach.
Bovendien was zij nog geen half
uur op het kantoor of zij lachte al
Ja, zij laente 1 Het was een opgewek
te, vroolïjke lach, en zoo'n geluid
was nooit meer gehoord op het kan-
tooi' van Middleiton en Co.
Mr. Deeping keelt verbaasd om.
Mc. Clean, de ce>rste klerk, liet een
groote inktmop op zijn vloeiboek val
len. Hinstead, Laurie en de andereu
keken angstig naar de deur van liet
kantoor van den chef.
Dat loopt nooit goed af, zoo iets
gaat hier niet, fluisterde Mc. Lean.
Toch gebeurde er niets, Het overige
van den dag bleef de typiste ijverig
dooruhüen. Ansè Crewe mocht wat
luclonariig vau uaru zijn, zouals Mc.
Lean zei, maar zij kon in twee uren
meer uoen dan haar voorgangster in
een geüeelen dag.
Toevallig volanten eeinge der kler
ken uéu volgeiiuen morgen hun oude
jasje aan te trekken. Voordat er een
week verloopen was zag men er op
het kantoor van Midoleton en Co.
aanmerkelijk beter gekleed uit.
Wat is er toch aan de hand?
vroeg een van de reizigers. Zijn
jullie allemaal van plan te gaan
trouwen
Ër kwam geen antwoord op die
vraag, en de reiziger zette zijn hoed
.op en slenterde naar de deur. Zoo
ging hij de schrijftafel va» Miss Cre
we voorbij.
Beestachtig weer, zèidé hij op
vrièndschappelijken tooiü Maar u
ziet er niet uit alsof u door den regen
moet. Pas op, dat die kerels u niet
hel hol maken, juffrouw. Het zijn al
lemaal Don Juijns! Kijk ze maar eens
aan I Goedcnmorgen.
Binstead en Laurie waren het er
over eens, dat de kerel, geen smaak
had.
Het verbaast mij, dat zij hein
niét op zijn plaats zette, zeide
Laurie
Daar is zij veel te luchthartig
voor, zei Mc. Lean somber.
Toen namen Binstead en Laurie het
voor Miss Crewe op en werd Mc. Lean
op zijn plaats gezet.
Een paar dagen later kwamen Bin
stead en Laurie tegelijk in een nieuw
pak gestoken op het kantoor Bmsteaü
had een bloem in zijn knoopsgat.
Wat een mooie anjelier! merk
te Miss Crewe op.
Hevig blozend stamelde Binstead,
dat zij de bloem mocht hebben.
O neen, ze komt juist zoo goed uit
op uw jaszei Miss Crewe.
Ik ik zou zoo graag willen, dat
u haar nam 1 stiel Binstead uit.
Werkelijk? Wel zeer bedankt
dan.
Daarop werd de anjelier na-ar de
blouse van Miss Crewe overgebracht.
Het kantoor kwam tot liet besluit,
dat er spoedig een huwelijk tot stand
zou komen tusschen Jozef Binstead
Esq. en Miss.Ethel Crewe. Hinstead
werd plotseling een voorwerp van
haat en nijd.
Dienzelfuou avond echter keek Bin
stead zijn oogen uit. Miss Crewe
verliet het kantoor in gezelschap van
Mr. Deeping zelf. Volgens den kan
toorjongen, wiens eerzucht er in be
stond eens detective te worden, bege
leidde hij haar tot het Mansion House-
station en had liij alle reden te ver-
iuoe..cu dat zij in deuzeliaen trein ge
stapt waren.
Ben weeK lang kon Mr. Der-ping on
gestoord vau iiet bijzijn van Miss
Crewe genieten. Natuurlijk ontmoette
hij haai- heel toevallig op zijn weg
naar liet kantoor. Onveranderlijk gin
gen zij steeds op denzelfden tijd weg.
De houding van Mr. Deeping tegen
over-de nieuwe typiste was buitenge
woon eerbiedig. Binstead haatte Mr.
Deeping.
Toen verscheen er plotseling een
nieuweling op het kantoor, Jack Mor-
land was zijn naam. Mr. Deeping,
die vooruit niets van zijn komst had
geweien, vroeg er zijn oudsten chef
Ik heb hein beloofd het eens met
hein te zullen probeeren, luidde het
antwoord. Kijk eens of hij ergens
voor deugt en laat het mij dan we
ten.
Deeping keek Morland onder
zoekend aan en voelde zich niet tot
den jongen man aangetrokken. Mor
land was een lang, lenig jongniensch
rnet een bijzonder opgewekt gelaat.
Hij sprek wat gerekt, en scheen niet
geneigd veel aandacht aan de regels
en ue kantooi ui-., vai; uo firma Aiu.it-
..:,on te schenken
leis heel O.,.„ers Was de vriend-
sonup die ontstond tusschen Miss
urev.o en Jack Morland. Up zekeren
dag trof Mr. Deeping hen in intiem
en vrijmoedig gesprek. Hij zei op utct
oogenblik niets, maar herinnerde zich
dat Miss Crewe sinds de komst van
den jongen Morland "blijk ir.ir opzet
telijk twee maal aan z.iu gezelschap
,i ui weten te ontkomen.
Mr. Deeping hielu oen nieuweling
aan toen hij wilds gaan lunchen.
U kan pus over een kwartier
gaan, Mr. Morland, zei hij op
scherpen toon.
Maar ik heb niets te doen, en ik
heb razend veel honger. Waarvoor
dient dat begon Morland.
Spreek mij niet tegen. De regels
van het kantoor zijn gemaakt om te
worden opgevolgd, antwoordde Mr.
Deeping, en nu wij het er toch over
hebben, mag ik er wel meteen aan
loevoogen. dat u op het kantoor te
veel praat
Lieve help, ik heb den geheelen
morgen nauwelijks mijn mond open
gedaan I
U heeft op de klok af Miss Crewe
twintig minuten lang van haar werk
afgehouden, antwoordde Mr. Doe;
ping
Is het werkelijk waar? luidde
verbaasd hel antwoord, Dat u het
zoo precies weet Maar Z" had op
'at oogenblik ook niets ie deen
Als u niets te doen heeft, moet u
werk maken. U wordt niet voor niets
betaald. Ik vrees dat u niet veel er
varing heeft van kantoorwerk.
Absoluut nietl lachte Mor
land. - Ik kom zoo van de universi
teit.
Mr Deeping keek hem met toene
mende ontevredenheid aan
U zal wel merken, dat u aan die
academische wijsheid hier niet veel
heeft. zei hij.
Dat heb ik ook al gemerkt,
luidde lachend het antwoord van
Morland.
Weken gingen voorbii en volgens de
meeni ng van het kantoorpersoneel
zouden Mr. Deeping en Morland sa
men moeten vechten om de hand van
Effio Crewe. Binstead werd zich be
wust, dat hij er geheel buiten stond.
Hij hoopte nu dat Morland zou! win.-
'fteri.
Morland was populair. Men was
het er over eens dat hij een heer was
en niet onbemiddeld. Hij verdiende
twaalf gulden per week, en bij meer
dan één gelegenheid had hij die go-
heele som besteed om de andere kler
ken te tracteeren.
Eens waagde Binstead het hem te
feliciteeren met zijn vriendschap mét
Miss Crewe. De felicitatie werd na
tuurlijk op onderdrukten toon uitge
sproken, maar Morland scheen het
bijzonder amusant te vinden.
Je bent een eerste ezel, Binny
spotte hij Maar, op mijn woord,
ik mag je wel lijdenNooit te voren
heb ik zoo iemand meer ontmoet.
Mr. Deeping besloot, dat er iets go-
daan moest worden. Telkens weer
wist Morland Miss Crewe onder zijn
oogen weg te krijgen. En na veel
peinzen kwam Mr. Deeping tot het
besluit, dat hij Miss Crewe de eer
vaneen huwelijksaanzoek zou aan
doen. Het liep langzamerhand met
Morland de spuigaten uit.
Het toppunt kwam toen Morland
op zekeren dag een getrouwe copie
van een beursnoteering moest ma
ken.
We moeten haar morgenochtend
vroeg hebben, zèi Mr, Deeping op
waarschuwenden toon.
En Morljhd had geantwoord
Heel goed 1
Een half uur later ging hij naar
Miss Crewe en vroeg haar tegenover
het geheele kantoorpersoneel en ten
aanhoore van Mr. Deeping
Wil u vandaag net mij lunchen?
Ik meen een echle lunch niet alleen
koffie en sandwiches. Ik heb mijn
wekelijkse» salaris gekregen en ver
lang er naar het uit te geven.
En Miss Crewe had l&ciieuu de uit-
nuodigmg aangenomen. Zij Rwameil
een uur later terug. Mr. Deeping zag
zwart van woede. Hij nam Morland
ter zijde.
Y\ eer to laai, zei hij.
Het spijt mij, was liet ant
woord. lk kon het niet helpen.
Dat kon u wel. U zal nooit die
copie op tijd af hebben.
O ja, dat zal ik wel 1
Hei is in.j.i p,.ein u voor te laat
op te geven. Ik heb u al meer gewaar
schuwd.
Ga uw gang! antwoordde Mor
land luchtig.
Dien iu,,,,.ag bedacht Mr. Deeping
een intrigue. Hij gaf allen klerken
permissie heen le gaan, terwijl hij
achterbleef. Een lient in de kamer
van uen joiigsien l.rmant zei heul,
dat alleen nog de jonge Mr. Frank
aanwezig -vas. Hij ging naar de
scnrijftalel van Morlanu, deed haar
open en vond tiaar de copie die Mor
land voor heui had moeten maken.
De copie as af en klaar om nagezien
te worden.
Hij beaeek de copie een oogenblik.
Toen liep hij op den haard "toe en
wierp de lijst in het vuur.
Den volgenden uioigeu kwam Mr.
Deeping zouals zijn gewoonte was do
iii-mnul met een buiiuel coircspuii-
uèiiue in ziju hand binneu. Mr.
i'raiiis Miudletun was uiua bezig M>ss
Crewe een brief te dicte.oren. Hij
wenuue zich tul Mr. Dee ping, en «eni
gen uja ineiuen zij zien met de dage-
lijkscbe correspondentie bezig.
Air. Frank .uiüuieum was een mali
vau omstreeks i en-dertig jaar met
Zeer energiek gelaat.
Nu kéeiv Hij van z.ju schrijftafel op
Heeft u die lijst van beurBuulee-
rïngeu .oor mij meegenomen?
vr^eg hij.
Air. reaping ging naar de deur.
Mr. Morland, riep hij,
breng mij die lijst eens, die u gisteren
i copiëerd heeft.
Een stern in het andere kantoor
riep
Ja, dadelijk.
Vijf minute, verliepen, en Mr. Mor
land verscheen niet.
Maalt eens wat voort met die
lijst riep Mr. Deeping.
Morland verscheen aan de deur.
Ik kan haar niet vinden, zei
hij. lit heb haar in mijn lessenaar
gelegd, maar zij is verdwenen.
O, jawel, verdwenen? zei Mr.
Deeping, zich met een grijns op het
gelaat tot hem wendend. Dat be
teeken t waarschijnlijk, dat u haar
niet gemankt heeft?
De jongste firmant keek naar Mor
land, die opgewekt antwoordde
Zeker heb ik haar geschreven,
maar ik mag hangen als ik weet wat
-r mee gebeurd is.
Hoor eens, morland, zeide Mr.
Frank, je moet werkelijk wat meer
zorg voor alles hebben en meer pre
cies zijnl Mr Deeping zegt mij, dat Je
veel fe vee) tijd voor je lunch ge
bruikt.
Als dat op gisteren slaaf, lach
te Morland, heb ik een goed ex
cuus. Ik nam Miss Crewe mee om te
lunchen u was immers uit de stad
en ik ontmoette uw vader in het
restaurant. Hij moest mij noodzake
lijk sórekën, en dat duurde een uur.
O 1 t>n 'ongste firmant onder
drukte een gl .lach. Dat ïs dan in
órde. Muar hoe staat het nu met die
lijst 1
Ja, niet die lijst herhaalde
Mr. Déeping.
Hij kéék'triomfantelijk den jong-
sten firmant aan, en ontmoette In-
plaats daarvan de fonkelende oogen
van Miss Crewe.
Misschien heeft u tiaar wel ver
brand, Mr. Déèpin? bij vergissing
natuurlijk? zei ze.
Mr. Deeping veri 'ioot van kleur.
Verbrand hijgde hij.
Ja. Ik zei bij vergissing. U moet
weten Miss Crewe keck hem vol
minachting aan dat ik in deze ka
mer was toen u gisterenavond weg
ging. Ik zag tiet.
Was u hier I Mr. Deeping
haalde met groote moeite adem. fk
ik verbrandde eenige papieren die
ik rond zag zwerven. Ik
Mr. Deopiug z" ecg. Hij begreep dal
hij er lèelijk in zat.
liet was niets dan een grap,
zei hu lk wilde Morland op de
proef stellen.
Mr. Middleton gaf aan Morland te
kennen, dat hij de kamer kon ver
laten.
Hoor eens hier. Deeping, zei
hij, je bent een goed kassier, maar
een schelm en een dwaas van de bo-
vqnstc plank. Als je al niet zoo lang
bij ons was geweest, zou ik je op dit
oogenblik je ontslag geven. Miss
Crewe had mij juist verteld wat je
gisterenavond gedaan hadt. Ik zal je
nog een kans geven. Mijn vader heeft
het zoo geschikt, dat Morland als
ossislent-uirecteur naar ons kantoor
in Manchester zal gaan. Je zult ook
moeten zorgen een nieuwe typiste te
krijgen orn -le plaats van Allss Crewe
in te nemen.
Gaat Miss Crewe dan ook naar
Manchester? vroeg Mr. Deeping on
willekeurig.
Neen. Miss Crewe en ik zullen de
volgende week in het huwelijk treden.
Hel gelaat van Mr. Deeping was op
dat oogenblik waard vereeuwigd te
worden.
L riep hij uit. Weel Mor
land dat
Y\ aarschijnlijk wel zei hij.
Jack heett beloofd bruidsjonker ie
zullen zijn.
üedrie oaafseheidelijkeu
then kostscboolgesohie-
d e n i sj.
De drie ..onafsclieidelijken" zaten
in do schoolkamer van juffrouw Zoet-
hel s Ale:sjes-instituut in Gelderlands
lachende dieven, en zij keken alles
behalve v rooi ijk ol opgewekt Dit was
vreemd; want de kerstvacantie was
a -nstaande en dan braken er dagen
van genot aan, als de meisjes naar
huis gingen.
Maar er was reden voor. Beiden,
Dora en Edith, hadden onvoldoende in
vaderlandsche geschiedenis en aard
rijkskunde ze konden al die jaar
tallen en namen maar niet in haar
hoofdje prenten! en mitsdien zou
den zij. dus had juffrouw Zoetlief in
hare wiüh°id besloten, werk mee naar
bi'ie krijgen.
Nu, strafwerk te maken in de va-
enntfedngen, dit was een dnJdelooze
nlan.tr: de meisjes wisten dat. bij on
dervinding. Het zou haar alle genoe
gen benéinen en daarbij was het een
bewijs an ongenade, dat haar hoogst
onaangenaam aandeed.
Wel vreemd dat ze allebei achter
lijk waren bevonden in dezelfde vak
ken en even vreemd dat Ada, de der
de van het trio. juist mooie cijfers ge
kregen had; dat was natuurlijk maar
puur geluk, want Ada was verreweg
de minrte van de drie, wnt schoolge
leerdheid be'rof. Lie ha mei ijk daaren-
lecen wen zij het verre van de twee
vriendinnen- zii was mooi nit de klui
ten "egrce'd en vertoonde ol heel wit.
Ada h.qd haar uifuenoedied om de
vacantie bij hare ouders door te bren
gen; want de familie van Dora woon
de in Indië, en Edith had hare ouders
reeds vroeg verloren.
't.Is toch verschrikkelijk zoo n
kwelgeest, riep Dcortje met betraande
oogen en wij gelooven, dat die kwel
geest niemand anders was dan de
eerzame kostschpclmamsel.
F,r zal niet anders op overschie
ten dan de nachtelijke uren te wijden
aan al die Dirken en bil kunstlicht ons
le veldiepen in colven. baaien en
straten1 meesmuilde Edith.
Och krvm. je oogen bederven en
Humeur bederven ien ple.izïere van
juffrouw Zoetlief en onze dierbare on
derwijzeressen! zei Ada. Jelui lijkt
wel mal. Stel je dien onzin maar uit
het hoofd.
Dank zii hare lengte, had Ada zich
een soort patronaat aangematigd over
haar beide vriendinnen, waartegen
dezen rich maar zelden verzetten: mis-
T-.hien droeg hiertoe bijdat zij een
zeer gegoede familie had. voor mej.
Zoetlief altijd fraaie geschenken mee
bracht en dientengevolcre door deze
overigens strikt eerlijke dame wel wat
werd bevoorrecht althans ontzien.
Nu, ik ben er niet op verzot om
me half suf te rc-peteeren, Ada-lief;
maar er zit niets anders op!
Laat me eens nadenken over 't
critiek"geval; misschien weet ik er
iets op le. verzinnen om jelui uit de
pénurie te helpen.
De twee be klagen swaardigen hao