lam lata TWEEDE BLAD Zaterdag 27 fiessmiier 1913 Haarlemsche Handeisvereeoigisig Goedgekeurd Lij Koninklijk Besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Koninkl. besluit van 21 Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli 1909, No. 52. Bureau: Jansweg 11, geopend alle werkdagen van 95 uur. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de Vereeniging hier ter slede opge richt met hot doel de belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen nunner handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van informatiën en het incasseereu van dubieuse vorderingen. Voor posten welke men de vereeni ging ter invordering in handen stelt op buiten de stad woonachtige per sonen moet 10 ct. porto worden be taald, terwijl van alle vorderingen doo" de vereeniging geïnd 3 pet. pro visie wordt geheven. In Juli en Augustus 1913 zijn 44 vorderingen tot een bedrag van i 1495.55 betaald; 18 vorderingen wor den afbetaald, 16 vorderingen zijn uitgesteld. Bovendien hebben de leden het reent, op het hun gratis to verstrek ken advies van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging, do lieeren Mrs Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J Merens, Spaarne 94 alhier, die desgewenscht ook in procedure!) faillissementen gratis voor hun op treden, natuurlijk echter alleen voor zaken betreffende den handel of het bedrijf der leden. Bij elke vordering der rechtsgeleer den in banden gesteld moet 10 cent voor porto worden gevoegd, terw ijl van de bedragen der langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt. moet worden betaald. H.H. rechtsgeleer de d hebben het recht in geval van ge rechtelijke vervolging het door hun noodig geoordeelde voorschot to vra gen aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telephonischo inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend, terwijl voor informatiën op buiten de stad wonende personen f 0.60 pi, 5 ct. portovergoeding moet worden betaald. Aan het kantoor Jansweg 11 zijn coupons k 10 ct. verkrijgbaar, waarop men aan het bureau van den Burger lijken Stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede op het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitimat.iekaarten, waarop zij persoonlijk informatiën kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar gevestigde en bij den Ned. Boud van Onderl Infor. en Söhuldinvordering- bureaux en Handelsvereenigingen aangesloten vereenïgingen. Deze informatiën worden gratis ver strekt indien ze onmiddellijk zonder verder onderzoek kunnen worden ge geven. Is een nader onderzoek noo dig. dan bedragen de kosten daar van 20 cent. Het is noodig er nog eens uitdruk kelijk op te wijzen dat goed informee- ren, vooral naar nieuwe cliënten eene bepaalde noodzakelijkheid is gewor den, waar zoovele geheet onbekende personen zich in onze stad en aan grenzende gemeenten komen vestigen. Ónder alle k o r e n Is kaf. Bovengenoemde Bond, waarbij 18 vereenigingen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft uit eene tweemaan- delijksche lijst van namen van per sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met hen in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim on geschonden moet blijven en die als \v aa rscfiu wón gsmiddel uitstekende diensten bewijst. Waar eene vereeniging, dlc hare le den al deze voordeelen en gemakken aanbiedt, slechts f 3.50 jaorlijksche contributie vraagt, is dit zeker een zeer bescheiden eisch te riemen, te meer daar al het opgenoemde niet liet eenige is wat de Haarlemsche Han- delsvereeniging doet; steeds heeft zij een open oog gehad voor alle zaken, die hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in 't algemeen betroffen en altijd Iheeft zij daarvoor gesproken. Het zou te ver voeren alles op te noemen, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat het hare be doeling is, in deze richting krachtig voert te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur drie commissiën gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commissiën bemoeit eene zich met het Informatie- en Incasso wezen, eene met algemeene Midden stands be langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe, handelaar of particulier: Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot stand brengt verdient uwe sympa thie en de contributie, f 3,50 per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental, des te meer kan de Haarlemsche Handelsvereeniging doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen oe lang. HET BESTUUR. Op en van ie locomotief. 't Bezadigde sioomtramlocomotief- je sclioof, langs den Hertenkamp, u t den Hout weg. Tusschen de grasvel den, rood, bruin nu door 't gevallen blad, dat lekker-'warm 1 gegroeisel daaronder toedekt tegen de wïnter- sche kou, die al zoo-er-eens in de lucht is nu tegen kerst, sleepte zij haar twee groofe wagens langs de if. ils. Al moest 'k bij de bochten wat op passen, omdat die eigenaardige baan- kronkelingen iemand, die geen loco- motiei-beenen heeft, wel eens nood lottig zouden kunnen worden, er was nu gelegenheid genoeg, om 't binnen in van het locomotief huisje rustig op te neinen. Straks in Den Hout, was 'k er, nadat de heer De Geus, die inspecteur van het vervoer bij de Noord-Zuidliollainl- sche is, mij had overgegeven aan uen machinist van de „Lisse", ingeklom men met de goed-bedoelde hulp van een merkwaardig-ongemakkelijk op stapje; dat je houden zou voor een toe vallig uittreksel onder 't deurtje, dat de man van de machine, uitnoodigend openhield. Maar je moogt geen coupé opstapje verlangen aan zulk een loco motief. wijl de ervaren machinist aan 't dingske voldoende heeft, om zh lichaam met een kwieken zwaai in het stoom paard te werken. t Zal u niet meevallen, je staat er vrij benauwd en u hebt kans, dat je vol smeer, en rook raakt, had de heer De Geus mij gezegd. Maar dat was toch wat pessimistisch geoordeeld van den inspecteur, of misschien wilde hij m'n verwachting zoo laag stellen, dat 't nog wel mee zóu vallen. 't Is meegevallen. Want wel is soo n locomotiefje geen wagen met gemak kelijke zitjes en ook blijven je handen niet precies schoon, als je je aan een kruk of stang moet vasthouden, om niet,, bij eeu-of-andere weg-capriool, tegen de machine, of uit de locomo tief geslingerd te worden; maar overi gens sta je ev genoeglijk-warm bij 't groote vuur in den machine-buik, ter wijl de golven lucht, die boven de deurtjes naar binnen schieten voor Mschhcid zorgen. Rooney, zoo heet de machinist, keek maar al-door den weg op, door een van de drie raampjes in den voorge vel van het locomotief-huisje en )>e- werkje met z'n eene hand de bel als er wal op do baan was, de andere luwl hij vrij om de uoodige machinistischo handgrepen uit te voeren. Midden-in 't locemotiefhokje ligt re groote stoomketel met de z.g. stoorn- dóme waarin de regulateur den toevoer regelt van den stoom, die in den ketel ontwikkeld wordt en de zui- torstaugen in beweging brengt, waav- ioor de wieten onder de locomotief in draaiing geraken midden op z'n rug en daarvoor de schoorstee-li, die door het dak van den wagen schijnt heen- jgegróeid. natuurlijk, -om te zorgen, dat de rook naar buiten kan afge voerd worden. Binnen in lijkt de machine eon ouder we tech locomotiefje in een doos je. Aan den achterkant is een hoekje afgeschoten voor den kolen voorraad. Die is niet. zoo heel groot; maar als de verzameling zwart goud in den vuri- gen huik verdwenen is, kunnen er, on derweg, te Hillegom weer nieuwe ko len geladen worden. In den anderen hoek vindt de machinist zijn gereed schappen in een kistje. Rooney, de machinist, hanteerde staag de bel, werkte met bandels bij stoppen en aanzetten en voorzag 't vuurtje in de machine van nieuwe brandstof. Ondertueschendoor tuurde hij staag door een van de langwerpi ge raampjes, waarvan hij er een, om 't, uitzicht te verhelderen de raam pjes zijn heel gauw door den rook a an gewalmd had opengezet. We stonden zoo tegenover elkaar, met de machine tusschen ons in. Veel gelegenheid voor een gesprek was tr niet .omdat de machinist elk oogon- blik z'n aai.dacht voor den weg meeat lieblien. Telken^ weer komt er een an dere wk kronkel, waarbij de groeiin- gen van heesters of booriien, ook wel schuren en huizen 't uitzicht belemnic ren. Maar ook flauwt 't. gesproken woord weg onder 't bolderen en ram melen en bonken van den machine- wagen. 't Gesnuif en gezucht en ge proest maakt er gewone zinnen onver staanbaar. En als je op belenime- ringsvrije basngedeelf.en er eens oen interviewtje probeert, dan moet dat gebeuren op een toen of je de gewel digste ruzie met je man hebt Of ie lang op den wagen stond, brulde 'k met m'n vreeselijksta stem. En nog moest Rocney zijn oorschelp omkokeren met z'n eene hand. Bij een nieuwe poging begreep hij, wunt hij antwoordde, dat hij zeventien jaar al bij de maatschappij was. Wel eens ongelukken gehad? snauwde ik hem toe. Nou natuurlijk, wel! 'k ben wel eens met m'n wagen omgevallen, of in een sloot geduikeld. En altijd goed er af gekomen? Dal is best gegaan bijtijds af gesprongen er uitgekropen. En verder? Uit de rails geloopen wel eens iemand dood gereje dat kan je nu eenmaal niet voorkomen. 'ik Informeerde neg eens nader naur die ernstige ongeioikken. Op een halteplaats vertelde Rooney mij van z'n twee ongelukken met doe del ij ken afloop. Ze waren, allebei het laa tste jaar gebeurd. Zooveel jaren was 't goed gegaan, nu ineens twee binnen korten tijd. De eerste was een voerman, die des avonds met paard en kar naar huis terugkeerde. De locomotief verraste hem om een gevaarlijken hoek. He; paard viel en de voerman raakte dooi den schok onder het dier. 't Was een akelig geval, de man was meteen dood, 't Andere geval was nog maar "kort geleden onder Leiden gebeurd. Des avonds om elf uu>r kwam in t erge donker, een polderjongen uit een boschje aan den kant, dwars den weg ■er. Uok hij bekocht 't met don dood, De weg is dan ook op veel plaatsen slecht of in het geheel niet verlicht door de uiizchtbeleinmeringen til bochten in den weg heel gevaar lijk, vooral, omdat de voerlieden •md genoog de gewoonte heb ben op do trambaan to rijden. Van al deze dingen, die het den ma chinist bij zijn rijden moeilijk maken, zag 'k er genoeg. Langs den weg staan de boomen dikwijls zoo dicht langs ao rails, dut dc locomotief zij kant Lu den hellenden stam stukken schors en bast uit breekt. Nu in 't stilte middaguur waren er weinig wagens en voetgangers op den weg. Andere uren van den dag ui) 't soms heel druk zijn ca dan heeft de machinist al zijn oplettend heid noodig. om cngelukkeu ;e voor- ;omen. Het is dan ook een zeer ver antwoordelijke werkkring die de mannen van de locomotief vervullen en 't is zeker aan hun behoedzaamheid en plichtsbetrachting te danken, dat het aantal ongelukken betrekkelijk zoo gering is. Straks 't aal nog wel oenige Ja ren duren, dat straiks als de vlugge eleclrische wagens langs den draad suizen, zal er veel veranderen. Wel zal de eloctrische sneller rijden, d'i.n haar stoomvoorganger, maar zij gehoorzaamt ook sneller aan de hand- reep van den wagenvoerder, bij het stilhouden, dan de stoomlocomotief. Licht gaat men er dan toe over, om de verlichting langs den weg ie ver beteren. Zoo zal do ook heldei-Wijvende electro-'tram veel voor hebben op de stoomtram; ook omdat dan de rooki- ge, onbevallige en rumoerige machi newagen vervangen zal worden door een sierlijk voertuig, dat de menschen langs den weg en in de volgwugens niet zal lastig vallen met 't hinder lijk leven en roetachtige walmen. Maar nu 'k veel kwaads van 't stoomding heb gezegd, past ver zachtende waardeering er bij voor de goede diensten, die het gedurende 33 jaren aan de landstreek tusschen Haarlem en Leiden heeft bewezen, en het moet gezegd, vooral de Directie der Nocrd-Zuid-Hollandsche heeft veel gedaan ter verhooging van het comfort der reizigers, 'k Herinner aan de betere en sneliere dienstregeling, wijs op de mooie, nieuwe wagens, wier heldere kleuren, echter niet al tijd den strijd met den kolendamp kunnen doorstaan en op de verbeter de verlichting. Hoeveel zorg er aan 't bedrijf wordt besteed, bleek me, toen de heer J. J. Boogli, chf van den uitvoerenden dienst, daarbij geassisteerd door den verantwoordelijk machinist F. Kuy- pers, mij in de remise te Ilillegom een-en-ander lieten zien. Men kent t uiterlijk van 't remise gebouw, waar men de locomotieven in de groote poort ziet verdwijnen en wederom verschijnen, wanneer zij nieuwen dienst gaan doen. Boven den ingang had men vroeger de vergaderzaal van de niaateoliap- pij, maar die is nu verhuurd, nu administratie naar Haarlem Is over gebracht. Links cn rechts van den hoofdin gang heeft men rijen -woningen voor 't personeel. De lieer Boogh woont daar, zooals hij lachend opmerkte, als een vader te midden zijner kindc- Die woningreeksen begrenzen het remise-terrein. Men heeft daar afzon derlijke ruimte voor de vijf locomotie ven en voor de tien wagens, die gere geld den dienst onderhouden, en voor do reserve-locomotieven, rijtuigen en de wagens, die in hersielling zijn. De locomotieven worden hier des nachts binnengereden, om de roosten» te laten schoonmaken door de nacht ploeg, die dadelijk daarop de vuren weer aanmaakt, om de locomotieven des morgens op tijd weer gereed t. hebben. Eens in de vier dagen komt een lo comotief eon dag in de remise, om daar nagezien te worden. Want regel matig m-oeten kleine gebreken worden hersteld en T ketelsteen verwijderd. Kr is een pomp-inrichting, waar door het water wordt opgevoerd, om in en buiten de remise de locomotief- ketels te vullen. De twee pekciwagens staan toege rust om uil te rijden, doch inen hoopt >ok dezen winter maar geen ge bruik van behoeven te maken, want snecuwboel op de baan geeft veel stagnatie in c buiten-trambedrijf, lie iieete stoom uit de machine in remise wordt gebruikt om de su>- :ii voor do trampassagiers op tem- pcratuur te brengen. Zoo worm alles benut. In een afzonderlijk machinekamer- tje wordt het Hllfegomsche lichtgas onder hoogen druk gebracht. Dc lange wagens hebben aan den onderkant reservoirs, waarin het go comprimeerde gas door buisleidingcn wordt geperst cn vandaar, in ue wa gens, naar de branders wordt geleid. Voor de kleinere wagens heeft men petroleum-persgas, dat in cylinders uit do fabriek komt, waar het onder een druk van 135 atmosfeer is ge bracht. l)c stalen c; tinders houden gas ge- >eg in, om de lichten in de wagens honderd uur te doen brandei!. Gezorgd is ook voor bad- en wasch- gelcgeivheid voor het personeel. Op het terrein achter de remise is een draaischijf, waar de locomotieven telkens omgekeerd worden. Dat is noodig, omdat, de machines, die voortdurend in denzelfden stand rij den. aan den eenen kant, door de bochten, meer verslijten, dan aan den anderen. Bij de remise heeft de heer Boogh zijn kantoor. Daar valt een vernuftige seïnittrichting te bewonderen, waar door de heer Boogh voortdurend op de hoogte is, op welken tijd de trams aan cc kruispunten zijn. De conduc teur van de tram, die daar 't eerste aankom;, vindt bij het kruispunt een tc-lefooiikastje, waar hij den heer Boogh of diens klerk meldt, hoe iaat hij aangekomen is. Op die wijze weet de chef den ge- heelen dag of de dienst geregeld gaat en kan hij bij vertraging of ongeiuk- k.'ii dadelijk ingrijpen, of hulp bie den. Men merkt wel uit dit beschrijvink- je, dat een sloorntrainbedrijf, al is het eenigszins primitief, nog niet zoo een voudig is, als men zou denkeu. Mis schien krijgt men er een bectio meer wa.'irdeering door voor dit train- meije. JAC. C. M. Jr. Parijsche Brieven CCCCII. Nu we in het volle theaterseizoen ju, is het allicht niet ongeschikt, een weinig over de theaterwereld te keuvelen. Een zekere journalist vroeg aan Tristan Bernard, den buitengewoon geestigen tooneelschrijver, die sedert eenigen tijd ook in Nederland alge meen ekcud is door de welgeslaagde opvoeringen van „Het Cafétje" (Le Petit Café', hoe hij zijn toomeelstuk- ken maakte. Domine vraag misschien doch inderdaad geestige menschen als Tristan Bernard kan men zelfs; de domste vragen stollen, met de ze kerheid, er zeer intelligente ant woorden op te krijgen. Bij dezen dra maturg behoeft „resprit" ulet zorg vol geprepareerd te worden. In zijn geesleskeuken staat er voortdurend iets op het vuur. Hoe maakt u uw stukken, cher maitre? iliD.... hoe ik ze maak? Ik wil het u net verhelen, dat ik me die vraag ui langen tijd niet gesteld he. F.n op dit eigenslo öo'genbh-k bóèzemt dut vraagstuk mij zelf meer belang iu dan u. Maar ik zal trachten het op te lossen. Asjeblieft, cher maitre. Laat me stelselmatig zoeken In de campagne schrijf ik romans. Te Parijs sta ik om acht uur op, ge regeld. Geregeld ontbijt ik, en tot ne gen uur blaas ik op den jachthoorn... Op den jachthoorn? Aanvankelijk bezigde ik dit ron do en onore instrument om, "s mor gens, een buurman het huid op te j'a- gen, die, 's nachts, te veel leven met zijn geschrijf maakte !ja: hij schreef op een schrijfmachine;; daarna ben er mee doorgegaan, m gewoonte. Van negen uur tot half t:* me me", angst en beving af; Zal ik me scheren? En wij zien u altijd met uw vol len zwarten baard! Jawel, maar u moet weten, dat ik in beginsel nooh board noch kne vels draag. Doch telkenmale dat ik er toe besluit, tiet pijlerïg gebloemte, dat mijn gelaa' versiert weg te doen herinner ik mij, dat ik geen scheer mes bezit. Op een goeden dag scheel de het weinig, of ik kocht zoo'n in strument. Doch toen de koopman mij had uitgelegd, dat het snijdt, verkoos ik liever te wachten. Van half tien tot twaalf uur dicteer ik mijn corres pondentie. Vervolgens dejeuneer ik. Daarna sport: ik klim op mijn ladder en rangschik mijn boeken. En als Athis mij geen spelletje bridge voor stelt, woon ik de repetitie van mijn laatste stuk bij. Over het. algemeen gebruik ik het avondmaal, in politiek eveneens, 's Avonds, als er geen boksmatch is, leg ik me te bed en slaap. Pardon, cher maitre. maar wan neer schrijft u uw toonee's:ukken? Ik heb er gc-en tijd toe. Excuseer me, de telefoon. Quinson, Porei, De- val?... Drie stukken? Voor den lslen. den Ssten, den 3Qsten. Enfin, ik i het probeeren. Tristan Bernard zette de sjtreo-':- hoorn neer. Voor den 15den, mompelde dc schrijver. Zullen zij den tijd hébben.' Hoezoo, zij... Ik denk wel, da;... Wie maak; mijn „nuts"? U natuurlijk. Weineen, U, anderen, iedereen .In he.t begin heb ik gesprotesteerd, geloochend* ben ik boGs geworden. Maar hoe ineer ik te keer ging, hoe minder ik werd geloofd. Alio mots. die geboren worden, werden mij ge leend, had ik ontleend. Ten slotte nam ik ze en gaf ze niet terug. Ik neb een machineschrijfster, die ze van daag verzamelt en ze stuk voor stuk aan elkander plakt, zooveel, per be drijf. Wanneer een directeur mij een stuk vraagt, zooals Deval zoo juist, dan ï'oep ik: Mejuffrouw Virginie.... kunnen er drie bedrijven voor den 15den worden geleverd'? Ik hoop 't meneer; het persbureau Argus telefo neert mij zoonet, dat het 24 coupures zendt. Dankje, Virginie. Zorg er vooral voor do doublons te vermijden Ik moet niet herhalen. Maar de tconeelniatige opzet, dc personages, de dialoog? O, dat komt vanzelf in orde. Op een gegeven oogenbük nadert de di recteur mij schroomvallig en vraagt: ,M ster, denkt u niet, dat dit of dot hier of daar zou pakken?..." Ik ant woord: ,,lk zal er over nadenken.' F.u dan laat ik hem zijn gang gaan. Het voornaamste is, den directeur niet te gen te werken. Heeft het stuk suc ces des te beter! Ja, maar, als het géén succes heeft? Dan bestelt hij me gauw een an der stuk. In weerwil van de ironie, die hier Haarlemmer Hailetjes EEN ZAFE i> \G AVOND-PRAATJE. In mijn vorige heb ik verteld van ©en uitverkochten tramconducteur, denkende dat ik een heel bijzondere menschensoort aangetroffen had. Maar! helaas, er wordt tegenwoordig in do wereld zóóveel nagespoord en onderzocht, dat jo op het gebied van fauna en flora haast geen nieuws meer vinden kunt. Want d-ezor dagen schreef een van onzo lezers, dut hij ook een uitverkochten conduc teur had aangetroffen, maar vao een nóg merkwaardiger soort dan de mij ne, omdat deze niet eens voorraad bezeten had. „11c stapte", zoo meldt mij de brief schrijver, „op de stoomtram te Heem stede en vroeg den conducteur een tïenrittenkaart. Antwoord die heb ik niet. Vraaghoe moet ik daar dan aan komen Antwoord Aanvragen aan het kantoor te Ilillegom. Vraag: En is dat de eenige weg om zoo'u kaai t te krijgen Antwoord Neen, dc conducteurs hebben zo ook, maar ik ben hulpconducteur en aan hulp- conducteurs worden ze niet verstrekt. Hieruit volgt, dat deze man een zeer onjuisten naam draagt, want niet alleen verkeert hij in een huJpe- loozea toestand, maar ook is hij niet in staal om het publiek te helpen. Do Noordzuidhollandsche moet maar eens op baar conducteurs letten en zorgen, dat ze kaarten hebben om liet publiek te gerieven. Ais de Maatschap pij dan den zin doet van den brief schrijver, dan maakt zij de kaartjes van de Haarlemsche lijn geldig op de stoomtram en omgekeerd zoo doet de E. N. E. T. ook met haai- lijn naar Bloemendaal en ik geloof, dat ze daar niet slecht bij vaart. Tien Haarlemsche hoeren hebben per recpiest aan den gemeenteraad verzocht, om het besluit tot wegrui ming van de dobbelsteen en op de Groote Houtbrug niet uit te voeren. Ko Doncker vindt daar aanleiding in om een plaat te teekenen en we vra gen ons langzamerhand afis een besluit een besluit of is een besluit geen besluit? Besluit staat in ver band met slot en slot wil zeggen ein de. Maar als nu verzocht wordt een besluit niet uit te voeren, dan is het derhalve geen besluit geweest en aan gezien het toch naar mijin overtuiging (want ik was er bij) wel degelijk een besluit was, zal de Raad niet datgene kunnen besluiten, wat in het besluit van het recpiest gevraagd wordt. De requestranten zijn overigens van meening, dat de dobbelsteenen wel geen mooier maar dan toch redelijke bouwwerken zijn, stalen van een be paal do bouwperiode, die behouden moeten blijven. „Wij hebben", zoo zeggen zij, „niet het recht een bij zondere keuze te doen en een tijdperk uit te schakelen." Maar ik zou vra gen waarom niet Moeten wo dan alles van vroeger laten staan, óók (wa Idit nog niet eens is) het aller- leelijkste, omdat we geen keuzo mo gen doen Dan gaan we tocli wel wat org gebukt onder de daden van het voorgeslacht. Bouwkundige waarde hebben de dobbelsteenen niet, het beste wat do deskundigen er van kunnen zeggen is dat de verhoudingen goed zijn. Ik wil het wel gelooven, maar hun verhou ding tegenover do omgeving deugt niet, omdat ze in den weg staan. In hetzelfde request staat nog een volzin, dien ik me zou aantrekken wanneer ik wat aantrekkelijk was. Gelukkig is liet eer.ige wat ik me te genwoordig vast aantrek een overjas, tegen de kou. „Stelselmatig", zoo zeggen de onderte&kenaars, „werd er (namelijk tegen de dobbelsteenen) strijd tegen gevoerd( de publieke meening werd bewerkt en op een dwaalspoor gebracht." Ik zou wel willen vragen, of wan neer een request, aan den gemeente raad wordt gericht en'bovendien ge plaatst, in drie dagbladen, of dun niet stelselmatig voor het behoud strijd wordt gevoerd en de publieke mee rling niet bewerkt? Van het dwaal spoor zal ik, uit beleefdheid, niet spreken. Maar ik hou van breed spoor en van ruim spoor en van uitwijk- spoor en daarvoor is ruimte noodig en die zou ik willen maken op een van de drukste punten van onze stad, waar er behoefte aan is. Daarvoor zullen de dobbelsteenen moeten vaUenwelaan, dat zij val len l Onlangs kwam in dit blad een arti keltje voor over zonderlinge adver- tentiën. Nadien heb ik in een van onzo grooiste bladen er een gevonden, die ook niet onverdienstelijk is. Dame, officiers-weduwe, 38 jaar, ro mantisch, optimistisch van natuur, met goed, edelmoedig karakter, im posante verschijning, zoekt een haar passende betrekking bij deftigo fa milie. ïk heb er een oogeDblik aan ge dacht om op deze advertentie te schrijven, niet omdat ik een betrek king to vergeven had, maar om te in- formeeren, uit pure leergierigheid, wat „romantisch" beteekent. Is dat iemand, die van romans houdt Opti mistisch van natuur is in dezen z waart illenden tijd een voortreffelijk ding en een goed, edelmoedig karak ter zonder twijfel een aanbeveling, vooral wanneer de dame dat zelf zegt, omdat zij het 1 beste weten kan. Het feit eindelijk, dat zij een impo sante verschijning is, kan voortreffe lijk werken om 's nachts inbrekers op een overhaaste vlucht te jagen. Wanneer ik dus voor deze dame een betrekking moest zoeken, zou ik uit zien naar een vacature om bij een zeer ouden lieer bet huishouden waar te nemen, waar gelegenheid is tot het lezen van romans, welke oude heer nooit bezoek ontvangt (kans tot ver tooning eener optimistische natuur) en bij gelegenheid geplaagd door aan vallen van jicht, welke haai- edelmoe dig karakter op liet best doen uitko men, op een eenzame villa, zoodot er gegrond uitzicht bestaat op het optre den van inbrekers. Indien dit aan de inzendster van de advertentie minder voldoet heb ik nog aan een andere positie gedacht. En wel bij een groot gezin, dat van een klein inkomen moet bestaan. Het romantische in haar natuur zal aan leiding wezen, dai zij san de familie betere tijden voorsjielt (zonder er nu juist bij te zeggen hoe-.en waardoor), terwijl zij inmiddels met haar geluk kig optimisme de dagelijkse he moei lijkheden helpt verlichten en edel moedig genoeg is om, wanneer de vervaldag van haar salaris onopge merkt voorbijgaat, daarvan geen ge wag te maken. Wat het imposante van haar verschijning betreft, die kan, ieder randt het al, uitstekend te. pus komen om lastige schuldeischers van de deur weg te krijgen. Kortom, het zou mij verbazen wan neer deze dame niet binnen zeer kor ten tijd de keus had tusschen een aantal betrekkingen. Vooral wan neer zij bet eens is met de requesiran- ten inzake de dobbelsteenen bij de Houtpoort, namelijk dat men 't recht niet heeft, een bijzondere keuze to doen en een gelieele periode uit te schakelen. Want als zij dat wel doet, noemt zij de positie bij den jichtige-n ouden lieer stellig niet. Noodt zijn de etalages in onze win kels en magazijnen zoo aardig en aantrekkelijk, ais ïn deze dagen mot hun Kerstversiering van hulst en rood licht. Er is nóg iets eigenaardigs te zien, namelijk een oude vogelliefheb ber met een mutsje op zijn breed lachend gezicht voor de kooien met kanoriea Het is een reclamebiljet voor een tentoonstelling van kanaries met zangwedstrijd. Ziehier nu het ideale zangconcours. Bekend is, dat elk vogeltje zingt zoo als het gebekt is, in tegenstelling met de niensclicn, die het liefst willen zin gen zooals een ander gebekt is en die andere is dan altijd Mevrouw Noor dewier, Caruso of Messchaert. De ka naries zijn oiibevangerier, die weten uiet waarom ze zingen en doen het daarom precies als eiken dag. zonder bltif of aanstellerijook schrijven ze geen ingezonden stukken in de cou rant, wanneer ze geen prijs gekregen hebben, zelfs twijfelen ze niet aan de eerlijkheid van de jury. Kan het no beler, eenvoudiger, gemakkelijker Nog iets anders hebben de kanaries toor op do menschen dat ze altijd zooveel publiek hebben als ze wen- sehen. En dat laat, helaas, hij de menschen in dezen lijd van groote mededinging wel eens wat te wen- schen over. Tk kan me dan ook lever- dig begrijpen, dat menigeen met zoo veel gevoel v eet te zingen O, war ich nur ein Vögelein Maar tot troost voor wie graag een onbezorgd vogeltje zou willen wezen (de kooi is een voortdurend gevaar) kun het woord van een anderen dich ter dienen Vogols, die zoo vroeg al zingen, Zijn des avonds voor de poes. En wij menschen zijn niet voor de poes, waareni-pel niet, de poesen zijn voor ons. En voor de kattenmeppers, die jacht maken op de huidjes. Tweedui zend, zoo vertelde onlangs een agent van politie als getuige voor den rech ter, verliezen op die manier jaailijks hun onschuldig teven. Wie zou gedacht hebben, dat de katten wereld in Haarlem zooveel slachtoffers kon missen zonder uit te sterven I Zou dezo becijfering het uit gangspunt kunnen worden van een behoorlijke kattenstatisliek? Want het is in dezen tijd van cijferen cn onder zoeken en vergelijken, toch in ven beschaafde samenleving niet duld baar. dat een dergelijke statistiek niet bestaat. Inliet kleinste plaatsje weet de veldwachter met gepaste vrijmoedig heid antwoord te geven op de vra gen, die vanwege de regeering gedaan worden over het aantal eenden, koeien, schapen en zoo meer. Zou een kattehtelüng in het land niet goweiischt zijn? F1DELI0.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 5