BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 10 JANUARI 1914, Ne 9373 ZATERDAGAVOND flAAni.EM*3 D/.03LAO KOST f 1.20 PER 8 BiMNBEüI ©F 10 COT PER WEEK. ADmMSraATOJ GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENT1ÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT liet Rijke Natuurleven LANGS DE ZEEUWSCHE STROOMEN. Wie de Zeeuwse he stroomen of de dijken der Zuiderzee bezoekt, zal daar heel waa planten en dieren aantreffen, welke It ij op het Zandvoortsche strand misi. Vooral de eerstgenoemde plaat sen geven oen geheel andere fkra en fauna dan de duinkust van Noord- en Zuid-Ho !d and. De krabbenfamilie, die we in Zand- voort slechts sporadisch aantreffen en dan nog vaak als aangespoelde, doode voorwerpen, is in de Zeeuwsche stroo- men in optima forma te bestu- deeren en dagelijks staan de dieren aan een niets ontziende jacht bloot. Deze zonderlinge schaaldieren mot j hun spinaofitig voorkomeu, deze ge- pantserde bewoners van zout en brak I water, verblijven bij voorbeur op die J plaatsen, waar de zee k'.ei kan op werpen en dan nog hel liefst aan de kanten van die geulen, we ke bij vloed een diepte hebben van enkele nieters en bij eb doorwaadbaar zijn. Zootlra het water is afgeioopon, is het groute moment vo^r den krabben- vanger aangebroken. Met een zak ge wapend begeeft hij zich blootsvoets in de geul en tuurt dan scherp langs de hoog opgaande kanten, die eenigszins gelaagd zijn zooals hot bij leisteen zoo duidelijk is waar te nemen en die honderden holten en miniatuur-spe lonken vertoonen. Daar, diop in die donkere gaten, houden de gezochte dieren verblijf. Nauwelijks steekt men zijn hand een paar C.M. in de schuil plaats, die de krab als de zijno be schouwt, of twee machtige scharen knippen met kracht dicht. Wee u, zoo liet dier uw vinger om klemd houdt. De folie tangen met hun afgeronde, inaar toch vrij scherpe tandjes, knijpen stevig door en tet dier laat zich zoo zelfs vaak uit zijn liol trekken. Komt de krab op het open terrein, dan voelt hij zich zoo onvei lig, dat hij gauw tracht te ontkomen. Sohuin achterwaarts, mol dreigend omhoog gchoudon scharen, blaast hij den aftocht en veelt zicli pas weer op zijn gemak, als hij in de so: ui'hoeken is aangekomen. In den regel laat de krabben vanger het zoover niet ko men. De hand wordt onverwachts plat op het rugschild gelegd, de wijsvinger en de duim drukkeu de scharen om- lahg en het dier 13 weerloos. De levende krabben, tenminste de gewone, waarvan ier sprake is, heb ben ecu ■-'!en grijze kleur. Hard is het pantser, dat de dieren beschermt, een stevigheid, d>e het vooral krijgt, door veel kalkaanvoer door het bloed. Zooals bij de kreeften en de garaor len verandert liet pantser op bepaalde tijden in een week omhulsel. Het bloed, dat eersl de kalk aanvoerde, neemt deze stof nu weer mee en zet het vaak in de maag af, in den vorm der z.g.11. kreeftenoogen, die nog al tijd bij de drogisten zijn te verkrij gen. Ais dan de o>uid week is geworden, begint do vervelling en een nieuw en ruimer, beschermend omhulsel gaat liet oude vervangen. Ook dit nieuwe kleed is vaak nog weak, maar weldra brengt het bloed weer meerdere ste vigheid aan. In dien overgangstijd zijn de dieren vrij hulpeloos, ofschoon zij,door den men&cli dan niet worden gezoeiM. Wie wel oens een nog beweegilijke kreeftenschaar heeft bekeken, zal verbaasd hebben gestaaai over de doelmatigheid van den bouw. De har de kalkwauden laten geen enkele be weging toe, maar juist cjj de buig- vlakken, gewrichten zouden we kun nen zeggen, is de kalk achterwege ge bleven en daar vindt men een chitine- Luid, veel gelijkend op elastiek of heel dun leer. Op deze wijze zijn de rin gen van het lichaam er. de deeien der pooten v in elkaar gesche.den, maar in den gewonen toestand liggen de harde deden een eindje over elkaar en de buigzame chitüi&hukl, de eenig- ste plaats waar een aanval met suc ces gewaagd zou kunnen worden, is door de geledingen beschermd. Evenals de andere schaaldieren, ademen ook de krabben door kieuwen. Deze staan zij aan zij in Hielt voor ge deelte van het lichaam, maar ze zijn veel beter afgesloten dan bij die schaaldieren welke het grootste deel van hun leven onder water doorbren gen. Daardoor juist kunnen de krab ben liet zoolang in hun spelonken uithouden. Wat bij de kreeften Jict voornaam ste voonbewegingswerktuig is, het lange, buigzame achterlijf, is bij de krabben onder het lichaam naar vo ren terug geslagen. Aan den vorm daarvan maakten wij altijd uit, of wij met een mannelijk, of met een vrouwelijk exemplaar te doen hadden. E>en breeden, afgeronden vorm treft men bij de laatste, den spitstceloopen- den bij de eerste groep aan. Evenals de kreeften en de garnalen, planten ook de krabben ziob voort door mid del van eieren. Vaak ten onrechte houck men daar voor de tot een bol vereenigde perka menten blaasjes, die we vaak op het strand vinden en die eieren van do wulk blijken te zijn, liet diertje waar van wo de groote, gewonden schelpen heel vaak zien aangespoeld. Met do op steeltjes geplaatste oogen kunnen de krabben scherp naar allo kanten zien. Vooral ais er onraad is, worden do oogen opgezet. In den rusttoestand liggen ze beschermd in kleine "holton van het groote rug-1 pantser, dat naar voren met een scher- j pen hoek ombuigt. Bekend is het eigenaardig loslaten van den staart bij de hagedissen, zoo dra deze dieren worden gegrepen. De krabben schijnen er een zelfde tactiek op na te houden, vooral als ze in het jeugd stadium verkeeren. De eerl kheid eischit, dat ik verk'aar dit verschijnsel nooit persoonlijk te heb ban waargenomen, hoewel ik honder- den ja duizenden krabben heb gevan gen in de Zeeuwsche stroomeii. Anderen, die gelukkiger waren, hebben gezien, dat de poolen op be paalde plaatsen een minder stevig punt hebben. Door spierwerking wordt de samenhang verbroken en het dier laat oen gedeelte van zijn on derdanen achter, daardoor vaak ont komend aan liet gevaar. Dat het her stellingsvermogen ook groot Is, liliikt uit het groote aantal dieren, dat men aantreft, gewapend met een schaar van bv. vier of vijf c.M. en een waar van de lengito nog geen c.M. bedraagt. Ook pooten van .ongelijke grootte ko men veel voor. In ons land worden de krabben niet veel gegeten, uitgezonderd in Zeeland en Noord-Brabant. Toofr worden er in den goeden tijd duizenden gevangen, die vooral naar Belgiö worden vervoerd. Ook. in En geland zijn ze gezocht. De smaak ver schilt alleen voor de fijnproevers van dien der kreoften. H. PEDSENS. VRAGENBLS. Den Heer G. B. K. te H. De plant, waarvan u mij een stukje hebt ge stuurd, heet Epipliyllum trancatuur. Vroeger was deze cactus veel In trek. Men kweekte haar zelfs „op stam" door haar op een andere cactus te en ten. Ze laat zich 'beel goed in de kamer kweeken, maar ze moet zooveel moge lijk zon hebben. Men zet haar in ver teerden b'adgrond, goed met zand vermengd. De drainage moet uitste kend zijn, terwijl ze in don winter bij na ni~* in den zomer heel matig moet worden begoten. Het stekken in zand is heel gemakkelijk. H. PELSENS. Rubriek voor Vrouwer WAT WE IN DE MAAND JANUARI NAAIEN MOETEN. Zoodra do zorgen voor bal- en soi- rée-toiletten voorbij zijn, gaat de verstandige huismoeder er aan den ken haar linnenkast eens na te zien, 0:11 daarin de ontstane leemten eens aan to vullen. Het maken van huis- houdgoed zoowol als ondergoederen kan men liet beste na Nieuwjaar be werkstelligen. Het is dan nog to vroeg voor de nouveautés voor liet a.s. voor jaar omdat daarvan neg n.els bekend wordt vóór de tweede helft van Fe bruari; maar daarentegen heelt men 1.1 veiscliiienuo magazijnen niventu- ris-oprunningen en opruiming van goederen waarvan geen voluoend© voorraad meer voorbanden is, als: enkele stuks bedlakens, tafellakens, servetten, iiancfaoeken, enz. Dit is vooral in den tegenwoordige!! tijd van veel belang, omdat menige huisvrouw voor het onaangename feit slaat, dat in de waechinnchtang een en onder zoek raakte van stellen, die ze gaarne wil completceren, zoodut zo slechts en kele stuks noodig heeft. Ook vrouwen en meisjes, dio er op gesteld zijn haar eigen ondergoed te vervaardigen, moeten daar nu aan be- ginneu, omdat de magazijnen m Ja nuari nieuwen voorraad festons ont vangen, zoodat men voor He garnee- ring thans de ruimste keuze heeft. Vele dames hoor ik reeds zeggen: „Daaraan denken we tegenwoordig niet meer, we kunnen dat alles vesJ goedkoojx-r kant en klaar koopen". JVIii is echter uebleken. dat zulks niet hel geval is; althans niet voor haar, dio inderdaad zélf willen naaien; want als men in den tegen woordigen tijd een dugiiuorster aan liet werk moet zetten, die bminimum bekwaam heid maximum eischen stelt, dan zou ik eveneens zeggen, laten we onze be stellingen maar in de magazijnen doen, want zulk huiswerk komt nog duurder uit. Veel voordeel is er echter nog voor haar, die met een goed pa troon zelf haar ondergoed kunnen maken. Daar hebben wo bijvoorbeeld dc on derjurken, een ooinhinat:e van onder lijfje met dito rok, die bij de tegen woordige mode der nauwe rokken als 't ware onmisbaar is. Als men zulk een onderjurk van '11 mooie kwaliteit batist maakt en garneert met prima kwaliteit feston, dan kost zoo n jurk ons precies ue helit van uen prijs, uien de winkelier ei ons voor berekenen moet; doch om cat alles nauwkeurig te kunnen bcoordeelen en nagaan, is veel warenkennis nood.g. Een onuer- jurk, als hierboven beschreven, kost b:j eigen arbeid f 5.—. Nu kan men m li., nagello-iuugaziju ook voor dien prijs iets hebben; uoch veigelijk uan eens hel gebruikte materiaal en ze! fa een. ongooeiend oog zal aansiones het groote verschil 111 prijs opmerken. Goede patronen van dergelijke kiee- dmgstukken vindt men in elke mono- plaat en jji liet bekende Favorite-al bum, doch men kan ook één stuk luimt en klaar in den winkel koopen en hot dan namaken. Moedei s u.o met een groot gezin ge zegend zijn, kunnen zich „la saison mor Ie" benutten door de garde-robe hamer kleintjes eens ter hand te ne men; want di© klueters, die elk jaar uit hun kleertjes groeien, hebben bij verandering van se,zoen aan alles ge brek, doch hun kleeding is gelukkig niet zoozeer aan mode-veranderingen onderhevig. Ik moet erkennen, dat men in de kinder kleed ing de goede richting gaai volgen, nl. het kind zooveel mogelijk eenvoudige, prachtische kleeding geeft waarin het zich ongestoord lean bewe zen, !:n i spelen en stoeien zonder be knord t© worden over het bederven van strookjes, fronsels en wal dies meer zij. Eenvoudig© rechte jurkjes, zooals ome kleinen dragen, kunnen gemak keiiik verlengd worden door valsche zoomen, of door het openknippen vnn den schoudernaad, waar men dan een reep goed tusschen brengt die door een galonnetje, entre-deux of schou- derkraag gemakkelijk versierd en te vens gemaskeerd kan worden. Hetzelf de gelat voor Ce manteltjes, waarbij d© kanten kragen goeds diensten kim uan bewijzen. Over het algemeen is de kinilerklec- ding zeer kostbaar, doch voor een vrouw die naaien en knippen kan is het geen kunst haar lievelingen keu rig netjes en goedkoop te kloetten, de tegenwoordige modellen vragen maar een kleine hoeveelheid stof en uit ©én hygiënisch oogpunt worden do jurken zooveel mogelijk zonder voering inge richt. Dun flanel, als het bekenle vyella is d© meest aanbevelenswaardig© slof voor kinderjurken; omdat het weefsel licht en warm is en Hiirhjj uitstekend "--wasschen kan worden. MARIE VAN AMSTEL. Parijsc.he Blieven CCCCIV. In het Palais-Royal gaat avond aar avond voor volle zalen „Les deux Ca wards", toonrplst.uk in drie bedrijven van Tristan Bernard, een blij-eindend stuk in het gewone genre van ge noemden schrijver, een stuk in den trant van „Triplepatte", „Le petit Café', enz vol geestigheden en kwink slagen, vol onverwachte en toch vol strekt niet onmogriüke situaties, een stuk met. hier en dear, mtinkjes vso teederheid en gevoeligheid karnk tertrekken van Tristan Bernard, di<- hü tot dusverre niet dan noorle ver toonde, als achtte hii zich veroor deeld tot het voortdurend en uitslui tend produceeren van geestige en kluchtige «cènes. Terzelfder tijd gaat in het TbMïrc Sarah Bernhardt, ook telken avond voor welgevulde zalen, „Jeannt Doré", drama van denzelfden Tris tan Bernard, het eerste „ernstige" tooneelstuk van denzelfden auteur, waarin hij nl de teedere gevoeligheid van zijn gemoed heeft uitgestort en waarmede hij voortdurend heeft be wezen, dat het drama niet maar zijn „violon d'Ingrefi" is, niet maar een dilettantisch probeerseltje, dat bul ten zijn eigenlijk talent ligt. Het behoeft schier geen betoog, dat Tristan Bernard trotscher is op of, voor het minst, gelukkiger Is met zijn drama dan met al zijn andere too- neelstukken, hoeveel succes deze ook hebben gehad. SapristiJ als men lan ge jaren achtereen de senlimenteele zijde van zijn karakter zooveel mo gelijk heeft nieenen te moeten verber gen, omdat men nu eenmaal door iedereen wordt gehouden uitsluitend, als gewoonlijk, voor de pure levende bron van luim en kortswijlDan doet het goed, te laten zien, dat je ook huilen kuutl Op den avond der generale repeti tie van „Jeannc Doré" stond de fami lie van Tristan Bernard, in twee groe pen verdeeld, angstige oogenblikken door. Een drama van een blijspel schrijverzou het publiek, in deze tijden van specialisme en exclusivis me, die buitensporigheid tolereeren? En zou, afgescheiden daarvan, Tris tan Bernard werkelijk wel aanleg voor dramaturg hebben? Hijzelf, be scheiden als weinigen, twijfelde In de zaal zat mevrouw Tristan Ber nard, in een loge, met de familie van den senator Strauss, verwanten van haar. Achter de coulissen moedigde Tris tan zijn zoon Raymond aan, die de mannelijke hoofdrol had te vervullen, en richtte af en toe het woord tot .Su rah Bernhardt, die Jeanne Doré had I voor te stellen. Het succes was zeer groot. En toen deze eerste veldslag van Tristan op dramatisch gebied in den enge ren zin van het woord was gewon nen, omneisdc de gelukkige auteur, die, zooals uien weet, een groot liel- hebber is van bokswedstrijden (voor het bijwonen waarvan hij met zelden de repetities van zijn stukken ver zuimt en theaterdirecties in ongele genheid brengt), zijn vrouw, zijn zoon en „la divine Sarah" die zijn dochter niet islen riep uit: 't ls tocli meer ontroerend dan een bokswedstrijd I Het tooneeJstiik is bewerkt naar de novelle „La dernière Visite", voorko mend in den bundel „Amants et V'o- leurs" van denzelfden auteur een betrekkelijk weinig gelezen boek, om dat uien nu eenmaal van Tristau Ber nard oneindig meer „la note gaie" dan „la note tnste' waardeerde. Het is een zeer aandoenlijke novelle, met groote soberheid geschreven en vrij gehouden van alle valsch effectbejag de geschiedenis der moeder Jeanne Doré, wier eenige zoon, Jacques, moordenaar werd uit liefde voor de onwaardige Fanny en over wien de doodstraf werd uitgesproken. In zijn cel dacht hij gestadig en uitsluitend aan de onverschillige geliefde, voor wie.hij zich eu den naam zijner waar dige moeder had onteerd en ging ster- veD. Indien zij hem nog maar één maal in zijn cel kwam zien om hem de verzekering van haar onverander de liefde te geven, hoe rustig en ge lukkig zou hij dan den dood tege moet gaan. Doen nel egoistiscue bui- gciineisje bleef weg. Slecius u© moei**- leed en w aakte. Nauat zij op een avond had verno men, uai naar zoon den volgenden ochtend terechtgesteld zou worden, toog zij 'a nachts naar de gevangen,-, /tij wist den iioofubevvaker te verloe deren, die liaar toestond, beur zoon een laatsten keer 1© zien. Hij opende het raampje van de cel, waarin de veroordeelde sliep en riep„Er is iemand om u voor het laatst le zien." l)e ongelukkige, di© slechts één ge dachte had zijn Fanny terug te zien, geloofd© dat zij hem een laatst af scheid weuscme toe te roepen. Hij snèlu© naar liet raampje, gi©ep naar ue vrouwenhand, die er door stak, kuste die vurig, snikkend „Fanny, Fanny, ben jij 11 Houd je dus nog «un inef Dank, dankl" Do arme moedei oegreep toen, dat zij hour zoon, die over eenige uurtjes ging sterven, dien laatsten troost niet mocht ontnemen. En, heroïsch als slechts moeders kunnen zijn, vond zij nog de kracht ooi snikkend te zeggen „Ja, ik ben 't. Ik heb jo lief." Hij vroeg nog om een laatsten kus zij gaf hem dien door het celraampje heen riet komt ui ij voor, dat, door de .-cien van uisccueering, de bewer king van novene tot touueeistuk n?ts neeic ingeboet aan soberheid en le venswaarheid. Toch heelt Tristan Dernara liet toojioeimatigo tot ©en minimum weten terug te brengen. Overigens mean ik mat zonder reuen ie mogen zeggen, dat het schrijven van hlijsjjeleti een voorbehoedmiddel 13 tegen nel vervallen in melodramati- s#che effecten. In ©Ik geval is „Jeanne Doré" het best© tooneelstuk, dat sinds jaren in liet Theatre Saiaii Bernhardt is ge geven, en heeft liet Sarah 111 de gele genheid gesteld, nieuw© triomfen tc vieren. Wel zou men, streng kritisee- rend, kunnen aanmerken, dat Jeanne Doré een vrouw uit het volk is. die in een soort van hartstochtelijke berus ting d© slagen van het noodlot onder gaat, terwijl Sarah Bernhardt meer een romantisch© moeder voorstelt, met een zeker bewustzijn van heroïek, doch wie gezien heeft, hoe zij de ver schillende phasen van vrees, angst, hoop. wanhoop, vertwijfeling, ver schrikking, smart en berusting uit beeldde, moet toegeven, dat ,,la divi ne Sarah" nog steeds een der groot st© tooneelspe-.lsters op aard© is. Raymond Bernard speeldevroe ger zou men zeggen „melodrama tisch" of „iotwat drakerig". thans kan men liet woord „ciném&togra- phisch" bezigen ©en spel met veel en groote gebaren, heel nuttig mis- schien bij film-vertooningen, waarbij 1 „geen stom woord" wordt, gesproken, I doch geheel misplaatst op het theater van het levende woord. Enfm, men kan bost d© zoon zijn van ©en uitste kend dramaturg, zonder daarom too- neelspelerstalent te hebben. Boven dien is Raymond Bernard nog jong hij is nauwelijks d© twintig gepas seerd. En ik ben er zeker van, dat zijn vader hern langzaam geleidelij ker wijze wel duchtig onder handen zal nemen. A propos dat d© oude Sarah ©inde- lijk de rol van ©ca moeder heeft wil len vervullen, vind ik een gunstig toeken des tïjcls Wel, in „La belle Aventure" van G. A. Caillavet, Robert I de Fiers en Etienn© Rey, welk stuk met, veel succes in het ThMtre du Vaudeville wordt opgevoerd, vervult madam© Daynes—Grassot, ©en oud© comédienne, di© heur „beur© de célé- brité" heeft gehad tijdens het Tweed© Keizerrijk, de 10I van een grootmoe der. Deze opoe, di© douairière is. heeft in liet stuk toevallig precies denzelf den leeftijd als de vertolkster in liet werkelijke leven, zooiets van zeventig jaar. Zijn, wat ik hoop, deze voorbeel den aanstekelijk, dan worden wij mis schien langzamerhand bevrijd van „jeunes premiers" en „ingénues", die reeds een halve eeuw achter den rug hebben levende anachronismen, waarvan vooral <1© Nederlandsche tooneelvvereld overloopt. OTTO KNAAP. Het gele gevaar. Het was een mooi© lentemorgen van het jaar 2000; de torenklok had zooeven zeven uur geslagen. Lhri&ueii, ben je nog niet klaar? riep ik 111 dc keuken, waar ons dienst- liie-sje aJ n half uur bezig was met de kxioopen van mijn lanóvveer-uni- :orm op te poetsen. Ivluak wat voort over een half uur moet ik op de exercitieplaats tijii! nel ik, trots mijn grijs nooiu, uy nen toon van een luitenant vun u^t keur&nrpe ©i' op volgen. nier is ze ai, meuwi, uut was 11 neel werkl ajriWooruue unrisuen, ui acht u© undoi m ui mijne siuueei - kauicr en legue naar over ue Jeu.un„ ,on mijn stoel, jvnjn© vrouw, inmid- uels hmneiigokOiJieii, mc.p u..j „u c.i. nuuüjê, terwijl zij ue mouwen, die veel ie kort waren, wat trucntie uil te lekken, ivatidl ik ucn Hoen mei hane- veeren opgezet Jiad, was ik m uni form gesto&en en een weigevaJüUgen unk in uau spiegel werpeuue, kwam ik mij voor als ue struienue hector, cue van Anuremaaie ging atscbeiu ne men. lu dez© illusie werd ik nog versterkt itA.i« „1 .jne vrouw onzen Alfred op- nazn en mij een afsciieiuskus liet go- ven; met een snellen zwaai trok hij '11 groote veer uit imjn nooiu tooisel, die hij zegevierend rondzwaaide. Dag Euphrosino ameu Alfred! sprak ik en sloeg den weg naar het excercitie-ierrein in. Wat waren de tijden veranderd. Thans in he l jaar ZOOU waren zelfs mannen van 6ï> en 70 juar ingedeeld! Ik. de rentenier Mul ler, had mijn vijf-en-zestigste juar- feesi gevieru en ik had het gebraclit tot onderofficier. We hauuen uict alleen persoonlij ken, maar ook algemeenen dienst plicht. Wat echter nog meer verbazen zal is de omstandigheid, dat ook meis jes en vrouwen van zeventien tot vijf- en-dertig jaar zich tot een Ainazonen- korps veieenigd eu het vauerland hare diensten aangeboden hadden. Men moest hen zien in huu nette, sierlijke uniform: het zwarte, nauw sluitende, gedecolieteerue fluweelen jacquet, de biausve pantalon met bree- de, re ode bios, dc verblindend witte kousen, rijgluarsjes, een ponjaard op zijde, het klein© repeteergeweer op schouder en op hel hoofd de sierlijke helm, waarop ©en vergulde Amor met gespannen boog was aange bracht; men moest haar zien, om te begrijpen, dat zulk '11 allerliefst korps, teudeele door Mars, ten deele door Amor uitgerust en waarvan ieder af renderlijk tegen tien man opwoog, op de onzen electriseorend en fasci- neerend, op den vijand verbluffend en verwarrend werken moest. Maar wie waren onze vijanden? Natuurlijk, zooals steeds werd aan genomen, de Duitschers, die ons wil den annexeeren, of de Franschen, die ons weder eens wilden inlijven? Niets daarvan! D© vrees voor het gele ge vaar was niet ijdel gebleken. De Chi- neezen en Japanners hadden d© ont aarding van de Europeesche volken sinds lang met leedvermaak gadege slagen; zii waren meer en meer zich van hun sterkte on macht bewust ge worden en zooals menig ecscliie '- schrijver reeds had voorspeld een groot© volksverhuizing der Aziaten van 't Oosten naar t Westen was ont staan en was niet t© koeren. Waren wij al vroeger in den Du:t- c Bond opgenomen, deze weder l>«d een verlxuid gesloten niet Rus kind, en Frankrijk; niets had mogen baten. Door Rusland waren de over weldigers diep in Duitschland doorge drongen en de Aziaten bedreigden reeds onze Oostelijke grens. Zoo kwam het dat In onze stad, dicht aan di© grens gelegen en door troepen van d© landweer bezet, groote opgewonden heid heerschte. Van s morgens vroeg tot 's avonds moesten we exerccoren en daar er niet genoeg uniformen voorhanden waren, had men zich moeten behelpen en was ons landweer-regiment een staalkaart van militaire equipcmentstukken. Zoo was de toestand, toen ik mij dien morgen naar het exercitie-ter rein begaf Ik kwam ongeveer vijf mi nuten t© laat en luitenant Muller be groette mij met de woorden: Alweer te laat, sergeant Muller! Als ik den volgenden keer je een in vitatie-kaart met R. s. v. p. moet ren den, zeg 't dan maar! Ja, op den geld zak zitten, oesters eten en champagne drinken, dat kan 'n oude rijke rente nier, maar niet op tijd komen. En wat zie je er weer uit: do jas vol vlekken ©n die haneveerbo De officier, die mij zoo streng be rispte, was mijn eigen neef, die, om dat bij de landweer gebrek aun offi cieren was, bij ons gedetacheerd was geworden. Dat jonge mensch gaf han den vol geld uit en had zich zij 't zelden me: succes meermalen tot mij gewend. Leende ik hem niet, dan wist hij me dat in dienst diep te doen gevoelen. Zoo had ik hein gisteren nog 100 gulden geweigerd en daar moest ik nu voor bloeden. Onthutst trad ik weder in het gelid en de exer citie begon. In onze nabijheid stond pene compagnie van het Amazonen- korps. xtecht voor j© uitkijken, sergeant Muller! boet eensklajjs mijn i.v^. ...q toe. Zoek j© soms weer 'n bankbiljet op den grond? Zoowaar Jaij k.:jki scneel naar di© Amazonen. Amazone Elsa, ivat »>cbl ge voort durend met je linker neven vrouw to spreken? Denk je soms. dat t hu-r een dameskrarvs is? zoo riep de Aina- ïonea-niajoorsche, een strenge en van uie berispingen vuigueii. De bwu© ituopenuè'ciéu ocieiiueu een magiieu- sen© aan trek kin gshiacnt ©y ©maat uit, hetgeen voor ue oumiuanuuuten luet-germg© bezwaren opieverue. ij© vel© Hauvvteii ©11 onmaenten, waar* uoor ue Amazonen weruen nevauscii, zal ik nie-t stu-zwijgeu voorbijgaan; telkens moest uo vrouwen-arts met üeaenjes oueur toescliieten. lieoen was ue helft van het korps al ïugc tui»., de names nauuen zien ziek g©- mald. net oefenterrein was tevens da aiuimplaais voor het garnizoen, en wij moesten bij het voortuureud voortdrmgen van d© Giiineezen, steeds er op benacht zijn. uat er alarm ge slagen kon worden. En jawel t was vier uur in den namiddag den vorere-nden dag. Ik lag moe van de wapenoefening, behaag lijk op mijn sofa uitgestrekt en dacht, den rook van ©en© echte manilla in de lucht blazende, juist er over na, hoe komisch zoo'n regiment Chineezen niet lange staarten er wel moest uit zien, toen ik plotseling door luid trom geroffel werd opgeschrikt. August er wordt alarm gesla gen! nep mijn© vrouw, die de kamer binnenstoof. Wat is er aan de hand? Met een' lenigheid, die men vpn 's- mand op mijn leeftijd niet zou ver wacht hebben, sprong ik op, kleedde en spoedde mij naar de alarmplaats. Hier vernam ik, niet zonder ontroe ring. dat de Chineezen onze grens overschreden handen eu we aldra op een aanval moesten verdacht zijn. De Ucepen stonden reeds in rij ei» gelid; slechts eenige Amazonen, die steeds veel tijd voor haar toilet noo dig hadden, ontbraken nog. Met het oog op liet dreigende ge vaar werd besloten, dat het geheeie garnizoen op de alarmplaats zou bi- vouakkeeren. De voeding liet niet te wenschcn over; de militaire waard© van het Amazonenkorps mocht gering zijn, de nienag© werd uitstekend door de dames verzorgd en zij bewezen ook ons zeer te waardeeren diensten. In den avond werd het recht gezellig 111 het bivouak. De halve stad kwam op ix.-zoek: onze vrouwen en kinderen, de thuis gebleven mannen en kinderen of verlóófden der Amazonen en nog eon menigte vrienden en bekenden. Gezellig was men om de hoog opvlam mend© wachtvuren gelegerd, de dum pende punchbowl werd niet versmaad ©11, ujeiiiegousUiaiiuo net ureigeuu ge vaar, begon ue stemming opgewekt ui woruen; vaderlaudoiievenu© hcueien weruen gezongen eu vooral het Auia- zonenlied moest woruen gebisseerd. De dichteres, ©en nog jong* meisje, kreeg een ware ovatie. Einuelijk trad 111 net uitgestrekt© bivouak rust in. Men lioorue nog slechts het zacht© knetteren cn knappen der tvacmvu ren, 'nu en dan het hinniken van ©en paard, hel snurken der slayenaeu en somwijlen praten cn lachen in het kamp der Amazonen. Niet ver van mij lag mijn neef, d:«- naar mij toe kwam sluipen. Oooin, wii u me nu die honderd pop leenen? klonk m© eensklaps in het oor en toon ik hardnekkig hot hoofd schudde, klonk T plotseling op bevelenden toon: Sergeant Muller, ga onverwijld naar de 12do compagnie en verzoek luitenant Van Degen even bij mij 1© komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 15