BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 10 JANUARI 1914,
Ne 9373
ZATERDAGAVOND
flAAni.EM*3 D/.03LAO KOST
f 1.20 PER 8 BiMNBEüI
©F 10 COT PER WEEK.
ADmMSraATOJ GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENT1ÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT
liet Rijke Natuurleven
LANGS DE ZEEUWSCHE
STROOMEN.
Wie de Zeeuwse he stroomen of de
dijken der Zuiderzee bezoekt, zal daar
heel waa planten en dieren aantreffen,
welke It ij op het Zandvoortsche strand
misi. Vooral de eerstgenoemde plaat
sen geven oen geheel andere fkra en
fauna dan de duinkust van Noord- en
Zuid-Ho !d and.
De krabbenfamilie, die we in Zand-
voort slechts sporadisch aantreffen en
dan nog vaak als aangespoelde, doode
voorwerpen, is in de Zeeuwsche stroo-
men in optima forma te bestu-
deeren en dagelijks staan de dieren
aan een niets ontziende jacht bloot.
Deze zonderlinge schaaldieren mot j
hun spinaofitig voorkomeu, deze ge-
pantserde bewoners van zout en brak I
water, verblijven bij voorbeur op die J
plaatsen, waar de zee k'.ei kan op
werpen en dan nog hel liefst aan de
kanten van die geulen, we ke bij vloed
een diepte hebben van enkele nieters
en bij eb doorwaadbaar zijn.
Zootlra het water is afgeioopon, is
het groute moment vo^r den krabben-
vanger aangebroken. Met een zak ge
wapend begeeft hij zich blootsvoets in
de geul en tuurt dan scherp langs de
hoog opgaande kanten, die eenigszins
gelaagd zijn zooals hot bij leisteen zoo
duidelijk is waar te nemen en die
honderden holten en miniatuur-spe
lonken vertoonen. Daar, diop in die
donkere gaten, houden de gezochte
dieren verblijf. Nauwelijks steekt men
zijn hand een paar C.M. in de schuil
plaats, die de krab als de zijno be
schouwt, of twee machtige scharen
knippen met kracht dicht.
Wee u, zoo liet dier uw vinger om
klemd houdt. De folie tangen met hun
afgeronde, inaar toch vrij scherpe
tandjes, knijpen stevig door en tet
dier laat zich zoo zelfs vaak uit zijn
liol trekken. Komt de krab op het open
terrein, dan voelt hij zich zoo onvei
lig, dat hij gauw tracht te ontkomen.
Sohuin achterwaarts, mol dreigend
omhoog gchoudon scharen, blaast hij
den aftocht en veelt zicli pas weer op
zijn gemak, als hij in de so: ui'hoeken
is aangekomen. In den regel laat de
krabben vanger het zoover niet ko
men. De hand wordt onverwachts plat
op het rugschild gelegd, de wijsvinger
en de duim drukkeu de scharen om-
lahg en het dier 13 weerloos.
De levende krabben, tenminste de
gewone, waarvan ier sprake is, heb
ben ecu ■-'!en grijze kleur. Hard is
het pantser, dat de dieren beschermt,
een stevigheid, d>e het vooral krijgt,
door veel kalkaanvoer door het bloed.
Zooals bij de kreeften en de garaor
len verandert liet pantser op bepaalde
tijden in een week omhulsel. Het
bloed, dat eersl de kalk aanvoerde,
neemt deze stof nu weer mee en zet
het vaak in de maag af, in den vorm
der z.g.11. kreeftenoogen, die nog al
tijd bij de drogisten zijn te verkrij
gen.
Ais dan de o>uid week is geworden,
begint do vervelling en een nieuw en
ruimer, beschermend omhulsel gaat
liet oude vervangen. Ook dit nieuwe
kleed is vaak nog weak, maar weldra
brengt het bloed weer meerdere ste
vigheid aan. In dien overgangstijd
zijn de dieren vrij hulpeloos, ofschoon
zij,door den men&cli dan niet worden
gezoeiM.
Wie wel oens een nog beweegilijke
kreeftenschaar heeft bekeken, zal
verbaasd hebben gestaaai over de
doelmatigheid van den bouw. De har
de kalkwauden laten geen enkele be
weging toe, maar juist cjj de buig-
vlakken, gewrichten zouden we kun
nen zeggen, is de kalk achterwege ge
bleven en daar vindt men een chitine-
Luid, veel gelijkend op elastiek of heel
dun leer. Op deze wijze zijn de rin
gen van het lichaam er. de deeien der
pooten v in elkaar gesche.den, maar
in den gewonen toestand liggen de
harde deden een eindje over elkaar
en de buigzame chitüi&hukl, de eenig-
ste plaats waar een aanval met suc
ces gewaagd zou kunnen worden, is
door de geledingen beschermd.
Evenals de andere schaaldieren,
ademen ook de krabben door kieuwen.
Deze staan zij aan zij in Hielt voor ge
deelte van het lichaam, maar ze zijn
veel beter afgesloten dan bij die
schaaldieren welke het grootste deel
van hun leven onder water doorbren
gen. Daardoor juist kunnen de krab
ben liet zoolang in hun spelonken
uithouden.
Wat bij de kreeften Jict voornaam
ste voonbewegingswerktuig is, het
lange, buigzame achterlijf, is bij de
krabben onder het lichaam naar vo
ren terug geslagen.
Aan den vorm daarvan maakten wij
altijd uit, of wij met een mannelijk,
of met een vrouwelijk exemplaar te
doen hadden.
E>en breeden, afgeronden vorm treft
men bij de laatste, den spitstceloopen-
den bij de eerste groep aan. Evenals
de kreeften en de garnalen, planten
ook de krabben ziob voort door mid
del van eieren.
Vaak ten onrechte houck men daar
voor de tot een bol vereenigde perka
menten blaasjes, die we vaak op het
strand vinden en die eieren van do
wulk blijken te zijn, liet diertje waar
van wo de groote, gewonden schelpen
heel vaak zien aangespoeld.
Met do op steeltjes geplaatste oogen
kunnen de krabben scherp naar allo
kanten zien. Vooral ais er onraad is,
worden do oogen opgezet. In den
rusttoestand liggen ze beschermd in
kleine "holton van het groote rug-1
pantser, dat naar voren met een scher- j
pen hoek ombuigt.
Bekend is het eigenaardig loslaten
van den staart bij de hagedissen, zoo
dra deze dieren worden gegrepen.
De krabben schijnen er een zelfde
tactiek op na te houden, vooral als ze
in het jeugd stadium verkeeren. De
eerl kheid eischit, dat ik verk'aar dit
verschijnsel nooit persoonlijk te heb
ban waargenomen, hoewel ik honder-
den ja duizenden krabben heb gevan
gen in de Zeeuwsche stroomeii.
Anderen, die gelukkiger waren,
hebben gezien, dat de poolen op be
paalde plaatsen een minder stevig
punt hebben. Door spierwerking
wordt de samenhang verbroken en het
dier laat oen gedeelte van zijn on
derdanen achter, daardoor vaak ont
komend aan liet gevaar. Dat het her
stellingsvermogen ook groot Is, liliikt
uit het groote aantal dieren, dat men
aantreft, gewapend met een schaar
van bv. vier of vijf c.M. en een waar
van de lengito nog geen c.M. bedraagt.
Ook pooten van .ongelijke grootte ko
men veel voor.
In ons land worden de krabben niet
veel gegeten, uitgezonderd in Zeeland
en Noord-Brabant.
Toofr worden er in den goeden tijd
duizenden gevangen, die vooral naar
Belgiö worden vervoerd. Ook. in En
geland zijn ze gezocht. De smaak ver
schilt alleen voor de fijnproevers van
dien der kreoften.
H. PEDSENS.
VRAGENBLS.
Den Heer G. B. K. te H. De plant,
waarvan u mij een stukje hebt ge
stuurd, heet Epipliyllum trancatuur.
Vroeger was deze cactus veel In trek.
Men kweekte haar zelfs „op stam"
door haar op een andere cactus te en
ten.
Ze laat zich 'beel goed in de kamer
kweeken, maar ze moet zooveel moge
lijk zon hebben. Men zet haar in ver
teerden b'adgrond, goed met zand
vermengd. De drainage moet uitste
kend zijn, terwijl ze in don winter bij
na ni~* in den zomer heel matig
moet worden begoten. Het stekken in
zand is heel gemakkelijk.
H. PELSENS.
Rubriek voor Vrouwer
WAT WE IN DE MAAND JANUARI
NAAIEN MOETEN.
Zoodra do zorgen voor bal- en soi-
rée-toiletten voorbij zijn, gaat de
verstandige huismoeder er aan den
ken haar linnenkast eens na te zien,
0:11 daarin de ontstane leemten eens
aan to vullen. Het maken van huis-
houdgoed zoowol als ondergoederen
kan men liet beste na Nieuwjaar be
werkstelligen. Het is dan nog to vroeg
voor de nouveautés voor liet a.s. voor
jaar omdat daarvan neg n.els bekend
wordt vóór de tweede helft van Fe
bruari; maar daarentegen heelt men
1.1 veiscliiienuo magazijnen niventu-
ris-oprunningen en opruiming van
goederen waarvan geen voluoend©
voorraad meer voorbanden is, als:
enkele stuks bedlakens, tafellakens,
servetten, iiancfaoeken, enz. Dit is
vooral in den tegenwoordige!! tijd van
veel belang, omdat menige huisvrouw
voor het onaangename feit slaat, dat
in de waechinnchtang een en onder
zoek raakte van stellen, die ze gaarne
wil completceren, zoodut zo slechts en
kele stuks noodig heeft.
Ook vrouwen en meisjes, dio er op
gesteld zijn haar eigen ondergoed te
vervaardigen, moeten daar nu aan be-
ginneu, omdat de magazijnen m Ja
nuari nieuwen voorraad festons ont
vangen, zoodat men voor He garnee-
ring thans de ruimste keuze heeft.
Vele dames hoor ik reeds zeggen:
„Daaraan denken we tegenwoordig
niet meer, we kunnen dat alles vesJ
goedkoojx-r kant en klaar koopen".
JVIii is echter uebleken. dat zulks niet
hel geval is; althans niet voor haar,
dio inderdaad zélf willen naaien; want
als men in den tegen woordigen tijd
een dugiiuorster aan liet werk moet
zetten, die bminimum bekwaam
heid maximum eischen stelt, dan zou
ik eveneens zeggen, laten we onze be
stellingen maar in de magazijnen
doen, want zulk huiswerk komt nog
duurder uit. Veel voordeel is er echter
nog voor haar, die met een goed pa
troon zelf haar ondergoed kunnen
maken.
Daar hebben wo bijvoorbeeld dc on
derjurken, een ooinhinat:e van onder
lijfje met dito rok, die bij de tegen
woordige mode der nauwe rokken als
't ware onmisbaar is. Als men zulk
een onderjurk van '11 mooie kwaliteit
batist maakt en garneert met prima
kwaliteit feston, dan kost zoo n jurk
ons precies ue helit van uen prijs, uien
de winkelier ei ons voor berekenen
moet; doch om cat alles nauwkeurig
te kunnen bcoordeelen en nagaan, is
veel warenkennis nood.g. Een onuer-
jurk, als hierboven beschreven, kost
b:j eigen arbeid f 5.—. Nu kan men m
li., nagello-iuugaziju ook voor dien
prijs iets hebben; uoch veigelijk uan
eens hel gebruikte materiaal en ze! fa
een. ongooeiend oog zal aansiones het
groote verschil 111 prijs opmerken.
Goede patronen van dergelijke kiee-
dmgstukken vindt men in elke mono-
plaat en jji liet bekende Favorite-al
bum, doch men kan ook één stuk luimt
en klaar in den winkel koopen en hot
dan namaken.
Moedei s u.o met een groot gezin ge
zegend zijn, kunnen zich „la saison
mor Ie" benutten door de garde-robe
hamer kleintjes eens ter hand te ne
men; want di© klueters, die elk jaar
uit hun kleertjes groeien, hebben bij
verandering van se,zoen aan alles ge
brek, doch hun kleeding is gelukkig
niet zoozeer aan mode-veranderingen
onderhevig.
Ik moet erkennen, dat men in de
kinder kleed ing de goede richting gaai
volgen, nl. het kind zooveel mogelijk
eenvoudige, prachtische kleeding geeft
waarin het zich ongestoord lean bewe
zen, !:n i spelen en stoeien zonder be
knord t© worden over het bederven
van strookjes, fronsels en wal dies
meer zij.
Eenvoudig© rechte jurkjes, zooals
ome kleinen dragen, kunnen gemak
keiiik verlengd worden door valsche
zoomen, of door het openknippen vnn
den schoudernaad, waar men dan een
reep goed tusschen brengt die door
een galonnetje, entre-deux of schou-
derkraag gemakkelijk versierd en te
vens gemaskeerd kan worden. Hetzelf
de gelat voor Ce manteltjes, waarbij
d© kanten kragen goeds diensten kim
uan bewijzen.
Over het algemeen is de kinilerklec-
ding zeer kostbaar, doch voor een
vrouw die naaien en knippen kan is
het geen kunst haar lievelingen keu
rig netjes en goedkoop te kloetten, de
tegenwoordige modellen vragen maar
een kleine hoeveelheid stof en uit ©én
hygiënisch oogpunt worden do jurken
zooveel mogelijk zonder voering inge
richt.
Dun flanel, als het bekenle vyella is
d© meest aanbevelenswaardig© slof
voor kinderjurken; omdat het weefsel
licht en warm is en Hiirhjj uitstekend
"--wasschen kan worden.
MARIE VAN AMSTEL.
Parijsc.he Blieven
CCCCIV.
In het Palais-Royal gaat avond aar
avond voor volle zalen „Les deux Ca
wards", toonrplst.uk in drie bedrijven
van Tristan Bernard, een blij-eindend
stuk in het gewone genre van ge
noemden schrijver, een stuk in den
trant van „Triplepatte", „Le petit
Café', enz vol geestigheden en kwink
slagen, vol onverwachte en toch vol
strekt niet onmogriüke situaties, een
stuk met. hier en dear, mtinkjes vso
teederheid en gevoeligheid karnk
tertrekken van Tristan Bernard, di<-
hü tot dusverre niet dan noorle ver
toonde, als achtte hii zich veroor
deeld tot het voortdurend en uitslui
tend produceeren van geestige en
kluchtige «cènes.
Terzelfder tijd gaat in het TbMïrc
Sarah Bernhardt, ook telken avond
voor welgevulde zalen, „Jeannt
Doré", drama van denzelfden Tris
tan Bernard, het eerste „ernstige"
tooneelstuk van denzelfden auteur,
waarin hij nl de teedere gevoeligheid
van zijn gemoed heeft uitgestort en
waarmede hij voortdurend heeft be
wezen, dat het drama niet maar zijn
„violon d'Ingrefi" is, niet maar een
dilettantisch probeerseltje, dat bul
ten zijn eigenlijk talent ligt.
Het behoeft schier geen betoog, dat
Tristan Bernard trotscher is op of,
voor het minst, gelukkiger Is met zijn
drama dan met al zijn andere too-
neelstukken, hoeveel succes deze ook
hebben gehad. SapristiJ als men lan
ge jaren achtereen de senlimenteele
zijde van zijn karakter zooveel mo
gelijk heeft nieenen te moeten verber
gen, omdat men nu eenmaal door
iedereen wordt gehouden uitsluitend,
als gewoonlijk, voor de pure levende
bron van luim en kortswijlDan
doet het goed, te laten zien, dat je
ook huilen kuutl
Op den avond der generale repeti
tie van „Jeannc Doré" stond de fami
lie van Tristan Bernard, in twee groe
pen verdeeld, angstige oogenblikken
door. Een drama van een blijspel
schrijverzou het publiek, in deze
tijden van specialisme en exclusivis
me, die buitensporigheid tolereeren?
En zou, afgescheiden daarvan, Tris
tan Bernard werkelijk wel aanleg
voor dramaturg hebben? Hijzelf, be
scheiden als weinigen, twijfelde
In de zaal zat mevrouw Tristan Ber
nard, in een loge, met de familie
van den senator Strauss, verwanten
van haar.
Achter de coulissen moedigde Tris
tan zijn zoon Raymond aan, die de
mannelijke hoofdrol had te vervullen,
en richtte af en toe het woord tot .Su
rah Bernhardt, die Jeanne Doré had
I voor te stellen.
Het succes was zeer groot. En toen
deze eerste veldslag van Tristan op
dramatisch gebied in den enge
ren zin van het woord was gewon
nen, omneisdc de gelukkige auteur,
die, zooals uien weet, een groot liel-
hebber is van bokswedstrijden (voor
het bijwonen waarvan hij met zelden
de repetities van zijn stukken ver
zuimt en theaterdirecties in ongele
genheid brengt), zijn vrouw, zijn
zoon en „la divine Sarah" die zijn
dochter niet islen riep uit:
't ls tocli meer ontroerend dan
een bokswedstrijd I
Het tooneeJstiik is bewerkt naar de
novelle „La dernière Visite", voorko
mend in den bundel „Amants et V'o-
leurs" van denzelfden auteur een
betrekkelijk weinig gelezen boek, om
dat uien nu eenmaal van Tristau Ber
nard oneindig meer „la note gaie"
dan „la note tnste' waardeerde. Het
is een zeer aandoenlijke novelle, met
groote soberheid geschreven en vrij
gehouden van alle valsch effectbejag
de geschiedenis der moeder Jeanne
Doré, wier eenige zoon, Jacques,
moordenaar werd uit liefde voor de
onwaardige Fanny en over wien de
doodstraf werd uitgesproken. In zijn
cel dacht hij gestadig en uitsluitend
aan de onverschillige geliefde, voor
wie.hij zich eu den naam zijner waar
dige moeder had onteerd en ging ster-
veD. Indien zij hem nog maar één
maal in zijn cel kwam zien om hem
de verzekering van haar onverander
de liefde te geven, hoe rustig en ge
lukkig zou hij dan den dood tege
moet gaan. Doen nel egoistiscue bui-
gciineisje bleef weg.
Slecius u© moei**- leed en w aakte.
Nauat zij op een avond had verno
men, uai naar zoon den volgenden
ochtend terechtgesteld zou worden,
toog zij 'a nachts naar de gevangen,-,
/tij wist den iioofubevvaker te verloe
deren, die liaar toestond, beur zoon
een laatsten keer 1© zien. Hij opende
het raampje van de cel, waarin de
veroordeelde sliep en riep„Er is
iemand om u voor het laatst le zien."
l)e ongelukkige, di© slechts één ge
dachte had zijn Fanny terug te zien,
geloofd© dat zij hem een laatst af
scheid weuscme toe te roepen. Hij
snèlu© naar liet raampje, gi©ep naar
ue vrouwenhand, die er door stak,
kuste die vurig, snikkend „Fanny,
Fanny, ben jij 11 Houd je dus nog
«un inef Dank, dankl"
Do arme moedei oegreep toen, dat
zij hour zoon, die over eenige uurtjes
ging sterven, dien laatsten troost niet
mocht ontnemen. En, heroïsch als
slechts moeders kunnen zijn, vond zij
nog de kracht ooi snikkend te zeggen
„Ja, ik ben 't. Ik heb jo lief." Hij
vroeg nog om een laatsten kus zij
gaf hem dien door het celraampje
heen
riet komt ui ij voor, dat, door de
.-cien van uisccueering, de bewer
king van novene tot touueeistuk n?ts
neeic ingeboet aan soberheid en le
venswaarheid. Toch heelt Tristan
Dernara liet toojioeimatigo tot ©en
minimum weten terug te brengen.
Overigens mean ik mat zonder reuen
ie mogen zeggen, dat het schrijven
van hlijsjjeleti een voorbehoedmiddel
13 tegen nel vervallen in melodramati-
s#che effecten.
In ©Ik geval is „Jeanne Doré" het
best© tooneelstuk, dat sinds jaren in
liet Theatre Saiaii Bernhardt is ge
geven, en heeft liet Sarah 111 de gele
genheid gesteld, nieuw© triomfen tc
vieren. Wel zou men, streng kritisee-
rend, kunnen aanmerken, dat Jeanne
Doré een vrouw uit het volk is. die in
een soort van hartstochtelijke berus
ting d© slagen van het noodlot onder
gaat, terwijl Sarah Bernhardt meer
een romantisch© moeder voorstelt,
met een zeker bewustzijn van heroïek,
doch wie gezien heeft, hoe zij de ver
schillende phasen van vrees, angst,
hoop. wanhoop, vertwijfeling, ver
schrikking, smart en berusting uit
beeldde, moet toegeven, dat ,,la divi
ne Sarah" nog steeds een der groot
st© tooneelspe-.lsters op aard© is.
Raymond Bernard speeldevroe
ger zou men zeggen „melodrama
tisch" of „iotwat drakerig". thans
kan men liet woord „ciném&togra-
phisch" bezigen ©en spel met veel
en groote gebaren, heel nuttig mis-
schien bij film-vertooningen, waarbij
1 „geen stom woord" wordt, gesproken,
I doch geheel misplaatst op het theater
van het levende woord. Enfm, men
kan bost d© zoon zijn van ©en uitste
kend dramaturg, zonder daarom too-
neelspelerstalent te hebben. Boven
dien is Raymond Bernard nog jong
hij is nauwelijks d© twintig gepas
seerd. En ik ben er zeker van, dat
zijn vader hern langzaam geleidelij
ker wijze wel duchtig onder handen
zal nemen.
A propos dat d© oude Sarah ©inde-
lijk de rol van ©ca moeder heeft wil
len vervullen, vind ik een gunstig
toeken des tïjcls Wel, in „La belle
Aventure" van G. A. Caillavet, Robert I
de Fiers en Etienn© Rey, welk stuk
met, veel succes in het ThMtre du
Vaudeville wordt opgevoerd, vervult
madam© Daynes—Grassot, ©en oud©
comédienne, di© heur „beur© de célé-
brité" heeft gehad tijdens het Tweed©
Keizerrijk, de 10I van een grootmoe
der. Deze opoe, di© douairière is. heeft
in liet stuk toevallig precies denzelf
den leeftijd als de vertolkster in liet
werkelijke leven, zooiets van zeventig
jaar. Zijn, wat ik hoop, deze voorbeel
den aanstekelijk, dan worden wij mis
schien langzamerhand bevrijd van
„jeunes premiers" en „ingénues", die
reeds een halve eeuw achter den rug
hebben levende anachronismen,
waarvan vooral <1© Nederlandsche
tooneelvvereld overloopt.
OTTO KNAAP.
Het gele gevaar.
Het was een mooi© lentemorgen
van het jaar 2000; de torenklok had
zooeven zeven uur geslagen.
Lhri&ueii, ben je nog niet klaar?
riep ik 111 dc keuken, waar ons dienst-
liie-sje aJ n half uur bezig was met
de kxioopen van mijn lanóvveer-uni-
:orm op te poetsen.
Ivluak wat voort over een half
uur moet ik op de exercitieplaats
tijii! nel ik, trots mijn grijs nooiu,
uy nen toon van een luitenant vun
u^t keur&nrpe ©i' op volgen.
nier is ze ai, meuwi, uut was 11
neel werkl ajriWooruue unrisuen,
ui acht u© undoi m ui mijne siuueei -
kauicr en legue naar over ue Jeu.un„
,on mijn stoel, jvnjn© vrouw, inmid-
uels hmneiigokOiJieii, mc.p u..j „u c.i.
nuuüjê, terwijl zij ue mouwen, die
veel ie kort waren, wat trucntie uil te
lekken, ivatidl ik ucn Hoen mei hane-
veeren opgezet Jiad, was ik m uni
form gesto&en en een weigevaJüUgen
unk in uau spiegel werpeuue, kwam
ik mij voor als ue struienue hector,
cue van Anuremaaie ging atscbeiu ne
men.
lu dez© illusie werd ik nog versterkt
itA.i« „1 .jne vrouw onzen Alfred op-
nazn en mij een afsciieiuskus liet go-
ven; met een snellen zwaai trok hij '11
groote veer uit imjn nooiu tooisel, die
hij zegevierend rondzwaaide.
Dag Euphrosino ameu Alfred!
sprak ik en sloeg den weg naar het
excercitie-ierrein in. Wat waren de
tijden veranderd. Thans in he l jaar
ZOOU waren zelfs mannen van 6ï> en 70
juar ingedeeld! Ik. de rentenier Mul
ler, had mijn vijf-en-zestigste juar-
feesi gevieru en ik had het gebraclit
tot onderofficier.
We hauuen uict alleen persoonlij
ken, maar ook algemeenen dienst
plicht. Wat echter nog meer verbazen
zal is de omstandigheid, dat ook meis
jes en vrouwen van zeventien tot vijf-
en-dertig jaar zich tot een Ainazonen-
korps veieenigd eu het vauerland
hare diensten aangeboden hadden.
Men moest hen zien in huu nette,
sierlijke uniform: het zwarte, nauw
sluitende, gedecolieteerue fluweelen
jacquet, de biausve pantalon met bree-
de, re ode bios, dc verblindend witte
kousen, rijgluarsjes, een ponjaard op
zijde, het klein© repeteergeweer op
schouder en op hel hoofd de sierlijke
helm, waarop ©en vergulde Amor
met gespannen boog was aange
bracht; men moest haar zien, om te
begrijpen, dat zulk '11 allerliefst korps,
teudeele door Mars, ten deele door
Amor uitgerust en waarvan ieder af
renderlijk tegen tien man opwoog,
op de onzen electriseorend en fasci-
neerend, op den vijand verbluffend
en verwarrend werken moest.
Maar wie waren onze vijanden?
Natuurlijk, zooals steeds werd aan
genomen, de Duitschers, die ons wil
den annexeeren, of de Franschen, die
ons weder eens wilden inlijven? Niets
daarvan! D© vrees voor het gele ge
vaar was niet ijdel gebleken. De Chi-
neezen en Japanners hadden d© ont
aarding van de Europeesche volken
sinds lang met leedvermaak gadege
slagen; zii waren meer en meer zich
van hun sterkte on macht bewust ge
worden en zooals menig ecscliie '-
schrijver reeds had voorspeld een
groot© volksverhuizing der Aziaten
van 't Oosten naar t Westen was ont
staan en was niet t© koeren.
Waren wij al vroeger in den Du:t-
c Bond opgenomen, deze weder
l>«d een verlxuid gesloten niet Rus
kind, en Frankrijk; niets had mogen
baten. Door Rusland waren de over
weldigers diep in Duitschland doorge
drongen en de Aziaten bedreigden
reeds onze Oostelijke grens. Zoo kwam
het dat In onze stad, dicht aan di©
grens gelegen en door troepen van d©
landweer bezet, groote opgewonden
heid heerschte.
Van s morgens vroeg tot 's avonds
moesten we exerccoren en daar er niet
genoeg uniformen voorhanden waren,
had men zich moeten behelpen en was
ons landweer-regiment een staalkaart
van militaire equipcmentstukken.
Zoo was de toestand, toen ik mij
dien morgen naar het exercitie-ter
rein begaf Ik kwam ongeveer vijf mi
nuten t© laat en luitenant Muller be
groette mij met de woorden:
Alweer te laat, sergeant Muller!
Als ik den volgenden keer je een in
vitatie-kaart met R. s. v. p. moet ren
den, zeg 't dan maar! Ja, op den geld
zak zitten, oesters eten en champagne
drinken, dat kan 'n oude rijke rente
nier, maar niet op tijd komen. En wat
zie je er weer uit: do jas vol vlekken
©n die haneveerbo
De officier, die mij zoo streng be
rispte, was mijn eigen neef, die, om
dat bij de landweer gebrek aun offi
cieren was, bij ons gedetacheerd was
geworden. Dat jonge mensch gaf han
den vol geld uit en had zich zij 't
zelden me: succes meermalen tot
mij gewend. Leende ik hem niet, dan
wist hij me dat in dienst diep te doen
gevoelen. Zoo had ik hein gisteren
nog 100 gulden geweigerd en daar
moest ik nu voor bloeden. Onthutst
trad ik weder in het gelid en de exer
citie begon. In onze nabijheid stond
pene compagnie van het Amazonen-
korps.
xtecht voor j© uitkijken, sergeant
Muller! boet eensklajjs mijn i.v^. ...q
toe. Zoek j© soms weer 'n bankbiljet
op den grond? Zoowaar Jaij k.:jki
scneel naar di© Amazonen.
Amazone Elsa, ivat »>cbl ge voort
durend met je linker neven vrouw to
spreken? Denk je soms. dat t hu-r
een dameskrarvs is? zoo riep de Aina-
ïonea-niajoorsche, een strenge en
van uie berispingen vuigueii. De bwu©
ituopenuè'ciéu ocieiiueu een magiieu-
sen© aan trek kin gshiacnt ©y ©maat
uit, hetgeen voor ue oumiuanuuuten
luet-germg© bezwaren opieverue. ij©
vel© Hauvvteii ©11 onmaenten, waar*
uoor ue Amazonen weruen nevauscii,
zal ik nie-t stu-zwijgeu voorbijgaan;
telkens moest uo vrouwen-arts met
üeaenjes oueur toescliieten. lieoen
was ue helft van het korps al ïugc
tui»., de names nauuen zien ziek g©-
mald.
net oefenterrein was tevens da
aiuimplaais voor het garnizoen, en
wij moesten bij het voortuureud
voortdrmgen van d© Giiineezen, steeds
er op benacht zijn. uat er alarm ge
slagen kon worden.
En jawel t was vier uur in den
namiddag den vorere-nden dag. Ik lag
moe van de wapenoefening, behaag
lijk op mijn sofa uitgestrekt en dacht,
den rook van ©en© echte manilla in de
lucht blazende, juist er over na, hoe
komisch zoo'n regiment Chineezen
niet lange staarten er wel moest uit
zien, toen ik plotseling door luid trom
geroffel werd opgeschrikt.
August er wordt alarm gesla
gen! nep mijn© vrouw, die de kamer
binnenstoof. Wat is er aan de hand?
Met een' lenigheid, die men vpn 's-
mand op mijn leeftijd niet zou ver
wacht hebben, sprong ik op, kleedde
en spoedde mij naar de alarmplaats.
Hier vernam ik, niet zonder ontroe
ring. dat de Chineezen onze grens
overschreden handen eu we aldra op
een aanval moesten verdacht zijn.
De Ucepen stonden reeds in rij ei»
gelid; slechts eenige Amazonen, die
steeds veel tijd voor haar toilet noo
dig hadden, ontbraken nog.
Met het oog op liet dreigende ge
vaar werd besloten, dat het geheeie
garnizoen op de alarmplaats zou bi-
vouakkeeren. De voeding liet niet te
wenschcn over; de militaire waard©
van het Amazonenkorps mocht gering
zijn, de nienag© werd uitstekend door
de dames verzorgd en zij bewezen ook
ons zeer te waardeeren diensten. In
den avond werd het recht gezellig 111
het bivouak. De halve stad kwam op
ix.-zoek: onze vrouwen en kinderen, de
thuis gebleven mannen en kinderen
of verlóófden der Amazonen en nog
eon menigte vrienden en bekenden.
Gezellig was men om de hoog opvlam
mend© wachtvuren gelegerd, de dum
pende punchbowl werd niet versmaad
©11, ujeiiiegousUiaiiuo net ureigeuu ge
vaar, begon ue stemming opgewekt ui
woruen; vaderlaudoiievenu© hcueien
weruen gezongen eu vooral het Auia-
zonenlied moest woruen gebisseerd.
De dichteres, ©en nog jong* meisje,
kreeg een ware ovatie. Einuelijk trad
111 net uitgestrekt© bivouak rust in.
Men lioorue nog slechts het zacht©
knetteren cn knappen der tvacmvu
ren, 'nu en dan het hinniken van ©en
paard, hel snurken der slayenaeu en
somwijlen praten cn lachen in het
kamp der Amazonen. Niet ver van mij
lag mijn neef, d:«- naar mij toe kwam
sluipen.
Oooin, wii u me nu die honderd
pop leenen? klonk m© eensklaps in
het oor en toon ik hardnekkig hot
hoofd schudde, klonk T plotseling op
bevelenden toon:
Sergeant Muller, ga onverwijld
naar de 12do compagnie en verzoek
luitenant Van Degen even bij mij 1©
komen.