RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD d h Consumptie op het tooneel. Max Gvube, de bekende fcooneelspe- Ier, <Ho indertijd bij de Meiningera zijn sporen verdiende, heeft een aar dig boek geschreven, gewijd aan too neel en tooneelspelers. Hij kan er van meespreken; want hij Is zijn loopbaan begonnen aan een kleinen schouwburg van den zooveelsten rang en wist zich op te werken tot hoofd regisseur aan den koninklijken schouwburg te Berlijn. Hij weet de verborgenheden van de wereld aan gene zijde van het voetlicht amusant te verhalen en doorkruist het myste rieus theaterland In alle richtingen. Van de requisieten, van den arbeid dos regisseurs, van kastengeest, van de tooneelrnachinerie enz. weet hij met feuilletonistische gracie te ver tellen. Een kort fragment moge hiei volgen hoe men op het tooneel eet üi drinkt. Er zijn twee maagquaesties bij het tooneel. De eene is heel ernstig, want ook In deze wereld van den schijn is de werkelijke honger geen zeldzame gast en de bittere zorg om het dageliiksch brood overheerscht ook hier duizen den. Dat is een gewichtig hoofdstuk, waarvan men zich niet met een praat je kan afmaken. Des te vroolijker werkt dikwijls de andere quaestie. welke den schijnba ren honger en dorst betrefthet eten en drinken op het tooneel zelf. De rol, aan deze aangename bezig heid van hel merischelijk bestaan toe gewezen, is op de planken nog zoo heel onbeduidend niet en het zou wel interessant wezen, een looricelge- schiedcnis van het standpunt van Brillat-Savarin te schrijven. Het antieke drama kent deze dier lijke behoeftc-n niet ook In geen werk van het klassiek repertoire van den lateren tijd worden in du opzicht bij zondere eischen gesteld, liet banket in de ..Piccolomini"' schijnt een uit zondering te vormen maar nat feest maal bij de Terzkys heeft op den ach tergrond plaats en heeft dus, om zoo te zeggen, een decoratief karakter. Sedert zijn de tooneelstukken steeds „voedzamer" geworden. Men zou een poging kunnen aanwenden, om de nieuwe dramaturgen van uit een culi nair standpunt in te deelen. "De voorname Guslaaf Freylag laat in de „Journalisten" oesters serveereri. Ger- hart Hauptmann in de „Wevers" het veelbesproken hondenvleeschmaar dat zou ons hier te ver voeren. Eten en drinken op het tooneel is werkelijk een kunst; niet zoozeer, wanneer het. „gemarkeerd wordt, d. i. wanneer niets eeu of drinkbaars voorhanden is; veeleer echter, wan neer de regie In dit opzicht natuurlijk wil zijn. In het eerste geval wordt, zooals bekend is, de vurigste wijn uit ledige kruiken en kannen of uit groene fles schen in groene, niet-doorzichtige da- zen geschonken. Men beleeft soms wonderdingen, vooral in de opera, waar men de pas gevulde bokalen zoo koen pleegt te zwaaien, dat in werkelijkheid ge"r druppel van.het edele vocht de plaa'S van bestemming, de keel van den zan ger, zou kunnen bereiken Veeleer zlu men alle medespelenden besproeien en de vloer, tafel en stoelen zoudpn een weinig nat zijn. Opmerkelijk Is het ook, welke ge weldige teugen de tooneelhelden uil hun leege bekers kunnen doen zij schijnen den edelen drank zoo inaat in hun keelgat te gieten. Ten over vloede wordt het inschenken vaalt vergetende ondoorgrondelijke oo verbek er is voldoende voor meer aan een zoo krachligen drank. De kunst, of liever gezegd de kunst vaardigheid, uit leege roemers te drinken, ze voorzichtig naar den mond te brengen, zooals men met een vollen beker zou doen, om dan eerst een kleinen, dan een meer (linken teug te nemen, al deze alledaagseae bewegingen zijn kleinigheden, waar op een zorgzaam regisseur telkens weer opnieuw moet letten en dc aan dacht vestigen. Op grootere tooneelen wordt het den kunstenaar gemakkelijker gemaakt, doordat men den edelen Rijnwijn door een zoogenaamd „licht Moezel- wijntje" vervangt. Verkwistend# di recteuren moeten wel eens 30 a 40-cis. voor een flesch hebben uitgegeven doch dit ls nog niet onwederlegbaar bewezen. Als roode wijn figureert Chateau be- singue bestogen noemt men in Berlijn de boschbessen of ook wel slechts frambozensapin plaats van champagne wordt een goedkuopere mousseerende wijn of wel o schrik I limonade gazeuse geschon ken. De „echtheid" van het gastrono misch genot heeft ook soms wonder lijke gevolgen. Daar zij tot onmatig heid nooit verlokken, zoo is het dik wijls merkwaardig, door hoe weinig gebruik van alcohol iemand op liet tooneel dronken wordt, wanneer de rol dit voorschrijft Buiten en beha! ve dat de „wijnen" dus niet bijzonder tot drinken verlokken, komt hierbij nog een gansch andere omstandig heid in aanmerking Men wordt op 't tooneel zeer licht bedwelmd, ook wan neer de rol hel niet aangeeft. De ac leur is niet zelden in een opgewon den toestand, welke iets van een roes heeft. Zoo was het eens in Meiningen, waar het ook ten opzichte van spijs en drank op het toonec-l „echt' toeging, dat de drinkscène in de 2e acte van „Othello" zeer bedenkelijk natuurlijk werd en het gevaar groot was, dat al les in de war liep. liet is dan ook lang niet.onverschil lig, wat voor het voetlicht wordt voor gezet. „Bij een roemrijk gastspel in Torgau," zoo verhaalt Grube, „is hel mij eens overkomen dat de requisi tes, waarschijnlijk uit hoogachting voor den illustren gast, een glas in plaats van met madeira met cognac vulde en wel met cognac, die hoogst waarschijnlijk in Torgau zelf gedistil leerd was. In een opgewonden scène had ik het glas snel geledigd. De uit werking was ontzettend en het scheelde weinig of een hart-aandoe- ning had een eind gemaakt aan mijn tooneel- en aardsch leven. Ten over vloede maakte het helsche brouwsel me opeens heesch; kortom, het was een oogenblik van geestelijke- en li chamelijke foltering, dat ik nimmer zal vergeten. Dan is rne de herinnering aan een vluchtigen chainpagueroes veel aan genamer, waarin ik eens met de gees tige en altijd opgewekte Auguste Prasch, toenmaals nog juffrouw Ore- verberg geraakte, zonder dat we wis ten hoe. Wij waren heiden nog in ons begin en waren sieraden van het Bremer Stadttheater althans hielden ons daarvoor. Na afloop van liet seizoen organiseerde ik een kleine kunstreis, die ons ook naar Minden voerde, waar we in een destijds zeer geliefd blijspel van Benedix optraden. In de slot-scè- ne van het eerste bedrijf hadden we samen een flesch schuimwijn te ledi gen. Hoewel de zaken miserabel gin gen in Minden beschouwde men ons blijkbaar nog niet als sieraden had ik als ondernemer voor een draag lijk merk gezorgd de champagne was trouwens in dien tijd nog goedkooper dan tegenwoordig! In de kunst, ds flesch te ontkurken, was ik nog een beginner en dat leverde ditmaal zelfs onoverkomelijke bezwaren op Wij fantaseerden een tijd lang, waar schijnlijk zeer geestig; maar toen al onze geest ten slotte uitgeput geraak te, werd ik wild en sloeg tegen den tafelrand den hals van de flesch en schuimend spoot, tot groot vermaak van het publiek, een straal van het nobele vocht mijn kunstzuster in t gezicht. Uit louter verlegenheid vul- dën wij de'glazen nu boordevol en le digden ze in één tempo. Naar de voorschriften van het stuk waren het echter waterglazen want in het huishouden van een eenvoudig muzikant waren er geen andere bij de hand. Het ging nu verder In een kolossaal tempo wij althans amuseerden ons nu kostelijk. In de volgende bedrijven werd gelukkig het evenwioht hersteld, de eenvoudigste woorden kwamen mij inet moeite over de dikke tong en zoo kwam het. dat ons stuk niet te snel werd afgespeeld. Het in de moderne dramatiek zoo geholde koiliedrinken levert nutuur- lijk geen gevaat op, liet behoort dan ook met tot do genoegens van hei kunstenaarsleven, net gewoonlijk ban koude aftreksel, dat volgens ueu re- quisileur echte Mokka moet boeten, naar binnen te krijgen. Daarentegen kan een dronk water op het tooneel hoogst onaangename gevolgen heb ben, wanneer die te koud in de door tiet spel verhitte keel komt. Een gerou tineerde zal zrch dus ultijd eerst er van overtuigen, of liet water niet te koud en het glus niet te vuil is. Zoo tot het snoode water afgedaald, kunnen we ons nog even bozig hou den met de droge materie. Kenschetsend is een der bepalingen, die aan den Berlijnschen Hofsc'* uw- burg in het jaar 1845 golden, „Eten en drinken moet overal op het tooneel slechts worden voorge steld, tenzij een gourmand of dronk aard daardoor nader moet worden aangeduid maar ook deze mag niet in waarheid zich zat eten en drinken, doch het moet bij den schijn blijven. Hieruit volgt, dal ondoorzichtig*--krui ken, bekers en bokalen op liet luoueel in t geheel niet gevuld behoeven te worden, dat spijzen en gerechten veelal aoor kunstig nagebootslen kun nen worden vervangen en dat die, welke nu eenmaal op liet tooneel ge nuttigd behooren te worden, wut de vleesohspijzeri betreft, door zoodanig gevormd gebak worden vervangen." Het was ongeveer in 1860, toen van Parijs andere begrippen uitgingen. Een beroemd zanger, Capoul ge naamd. had zijn verlangen te kennen gegeven, dat hem bij het souper, dat op het tooneel was aangereent, in- plaats van het tot dusverre gebruike lijke houten hoen, dat er door hoogen ouderdom al heelemaal niet meer als een hoen uitzag, epn werkelijke braad kip zou worden voorgezét. Groot© ontroering van de spaarza me directie, onderha'ndelingen over en weer. waarvan het gevolg was, dat *en zeer natuurgetrouw vervaardigd hoen van papier-maché ten tooneele verscheen. Hie-iue© dacht de direc teur voor goed een eind aan de zaak -cemaakt te hebben. Hij had evenwel .oen rekening gehouden met de ener- - gieen de populariteit van zijn „Ster", die zich niet ontzag, het mooie dier van papier-mache, onder luid gejubel van het publiek, koelbloedig aan te snijden. Daarmede was de overwinning van het realisme op culinair gebied be slist. Ju Duitschland was het de directeur Anton Anno, die nog andere verdien sten voor de kunst gehad hoeft en in dezen een beslissende» stap deed. In het jaar 1878 ging gansch Berlijn naar het Residenz-thea ter. om te zien, hoe in Erckmann-Chatrian's „Vriend Frits" een echt middagmaal opgedra gen werd. Er ivns. wanneer 'k mi] goed herinner, eerst snoek en daarna gebraden kalfsvleesch. Veel genot zullen de kunsiennnrs van hun maal wel niei gehad hebben: want ieder tooneelspeler weet, dat dit op het tooneel eenvoudig niet smaakt. evenmin als in een spoorweg-restau ratie, en een woord, waarop men wacht, i? nog erger dan het signaal voor vertrek. Bij iedere bete moet men bang zijn, dat ze in het verkeerde keel gat komtvoor heeren met zware kne vels is dit kunstig sieraad van den man bij het eten daarenboven bijzon der hinderlijk. Kaaüseis (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens eu meis jes. die „Voor Onze Jeugd' lezen. De namen der kinde ren, die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in .het vol gend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. De prijs voor de raadsels in de maand Januari is bij loting ten deel gevallen aan MA RIN US an CORNELJS CAALEN, oud 9 en 11 jaar. die hun prijs VVoensu&gnnddag mo gen komen halen: Kleine Houtweg 21. 1. (Ingezonden door Wouter van Baardwijk). Mijn eerste is een verkorte meisjes naam. Mim tweede is een verkorte jon gensnaam. Mijn derde ïs een blijde uitroep. Mijn vierde is een familielid. Mijn geheel is een plaats in Japan. 2. '.Ingezonden door Marzaretha van Baardwijk). Mijn eerste is iemand die regeert. Mijn tweede vindt men in Zwitser land. Zet tusschen n ijn 1ste en 2de deel oen S cn g; krijgt een stad in Duitech land. 3. (Ingezonden door Grietje en •Maehiel Dijkstra). Ik ken een stad in Egypte. Luat de middelste letter weg en ik tien de naam van een hond. Mijn geheel Losslaat uit 38 letters en i* een bekend spreekwoord. 1. 4. 4 37 is een riviertje. 7. 18, 19, 5, 8, 37 doen kleine kin deren 9, 22, 32, is een metaal. 17, 18, 19, 1, 8. 37 zijn gebouwen. 18, 34, 10 is een eiland. 28, 5, 12, 13 is een meubelstuk. 32, 33, 18, 20, is een lichaamsdeel. 23, 26, 38, 2'* is een bergplaats. 27. 11, 15, 22, 32 is niet. groot. 23, 4, 6 28 is een meubelstuk. 17, 36, 16, is een lidwoord. 35. 34, 30, 24. 29, 4 is een meisjes naam. 5. (Ingezonden door W. Overnieer). IV De eerste Jetiers van iedere rijmvor men een beroemd componist. Op ieder puntje zet nu-n een letter. Rii I is oen speelgoed. Rij Tl eene weldaad. Ril TTT een jongensnaam. Rij IV een kwaal. 6. (Ingezonden door M. Gaarkeuken). Vervang de puntjes door medeklin kers, zoodat ge een Ixikend spreek woord krijgt. e ije e ee e., ie e eee u e .a e. 7 (Ingezonden door Antonia Ork- huijsen). Afijn geheel vindt men in N.-Ame rika. Mijn eerste is een familielid, mijn tweede en derde ook. Gaan ze uit dan komt mijn 1ste na mvin 3de en bij hunne thuiskomst ge- schiedt dit in dezelfde volgorde. 8. (Ingezonden door Jan. v. Hemert) Zet onder elkaar: Een hoofdmiddel van bestaan in Nederland Een verfstof. Een eiland in de Midde'.landsche Zee. Een eiland van Zeeland. Een plaats op Jutland. Een stad in Engeland. Een deel van Ned. Oo&t-Indiè. Een woord voor nagel, sneeuw en Dc beginletters vormen een stad in Portugal en de eind 1 ellens een dag der week. 9. ((Ingezonden door Lena Buiten- huys). e nt dk 8 8e t 'i e ze d j ig _ÜJ Welk spreekwoord kunt ge hieruit lezen? 10. (Ingezonden door M. J. II. P.êt). Een leerling hing zijn meester op. En toch deed hij geen kwaad. De meester ze - „lk hang Uier goed, jij bent een beste maat". STRIKVRAGEN. (Ingezonden door G. en M. Dijkstra). 1. Waar sloeg men den eersten spijker in de groote kerk? 2. Welke karren rijden niet? (Ingezonden door Marg. Bourgonje) 3. Op welke stoel kan men niet zit ten? (Ingezonden door L. Poppe) 4. Wie eet er ijzer? 5. Welke vrucht is de mooiste? 6. Wat is het bangste dier? 7. Wat is het deftigste dier? 8. In welke maand maait men hooi? RAADSELOPLOSSINGEN De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn: 1. Kok, os, noot. Kokosnoot. 2. 'l licnnometei stand. Roos, mond. Maart Martha, Tom. Emma, Moeder, een, tor. 3. Wie kaatst, moet den bal ver wachten. 4. R ooi viool. 5. Wijk hij-Duurstede. G. De letter d- 7. Seringen 8. Beverwijk. 9. Laren. Haren. 10. M k I st laSso MISPELS. GrE'ta e L s Goede opiosdnge ontvangen van: W. Nieuw dorp 11. T. v Bilde beek 12. Clivia 12 T. Tromp 10. R. Dekker 6. M. Henning 10. M. Mulder 12. C. Willemsen 11. Rachel Mok 10. Froukje Vrugt 8. II. P. Jansen van Galen 9. Mauritzia de Braai 11. W. O vermeer 12. Lena Koeleveld 11. Corry v. d Vlerk 12. Geertje Grundel 9. Anna Schouten 11. H. Rustige 11. Ferdinand Y\ aage 10. Debora Keizer 10. Jan van Berkura 9. Jan van Hemert 12. Marg. v Baardwijk 12. Wouter van Baardwijk 12. L. Jansen 9. W. Dussclioten 10. M. Scheliings 6. Rika Veer ing 12. Jantina Dijkstra 1L M. Krijnders 12. Aatrje Bon 12. J. de Vries 5. D Weijers 11 Rachel Dasberg 10. L. v. d. Reep 11. Gerrit Bergland 10. Greta de Ridder 12. M en P.vari Amstel 12. Antoon Schuck 12. Bernard Vernimmen 10. Pieter Roeland 9. Corrie Kioos 11. Wim v Donselnar 10. E. J Rustive 11. J. Vreek-en 10 S. Willem uiffraat 10. Jan Rozenhart 10. Rika Zwart 12. Chr. v D. en Coba E 12. Lena Buitenhuis 11. G, en M. Dijkstra 12. N. Vree ken 11— D. Heesemans 10. Christma Bo&sijians 11 Corrie v. d. Reep 8. J van Zijtveld 11. Henri de Kleijn 12. Klimop 10. M. en C. Caalen 12. Antonia Okhuyseo 11. Jacob Burghout 10. Annie Lam 11 Corrie Hartoerink 11.. Marie Piet J2. B. en B Mc-tz 7. Xcl'.v Vroom 11. M. en B. v. Scbagen 11 M. enA. Langedijk 12 P. Verzii'he-r? 8. Jaantje "12. Joh van Roede 8. J Bóoewcd en L. Dikkeboom 11. Piet t'si 11- 10. Gretha Cramer 11. Wulp 11 lXina Dik 12. BEGRAVEN DIEREN. De oplossingen der raadsels von de vorige week zijn: 1. Bij. 2. Haan. 3. Hond. 4. Kat. 5. Koe. 6. Slak. 7. Kalf. 8. P.itriis en Aap. 9. Egel én Ooi. 10. Lijster. Goede antwoorden deze week ont vangen van: W Dus-'.ioten 10. L Jansen 10 G. en M. Lok 10. C. Willemsen 10. D. Mulder 10 M. Henning 10. T. Tromp 10. T. v. Biiueibeek 10. W. van NieLwdorp 10. Corry v.d. Vlerk 10. Lena Koeleveld 10. Mauntz.a de Braai 10. Afinie Lam 10. Gerrit Hoog-und 10. Froukje Vrügt 10. Klimop 10 Christina Boesnians 10. G. en M. Dijkstra 10. A. en L Poppe 10. Rika Veening 10. Wouter v Baardwijk 10. 10. Rika Zwart 10. Jan van Hemert 10. F. A. Rozenhart 10. Jan van Berkutn 10. Jo Bogaard en Lïze Dikkeboom 10. Simon Wulffraat 10. üebora Keizer 10. Johan van Roode 10. Nelly Vroom 10. B. en B. Metz 10. Marie Piet 10 M. en P. v Amstel 10. M. en C. Co alen 9. Racliel Dasberg 9. Antonia Ockhuyson 10. Dora Heesemans 10. Dora Weijers 10. M. en D Krijnders 9. Maria Scheilmgs 9. Chr. v. D en Coba E. 10. Jacob Burghout 10. J. Vreeken 10 Jaantje 10. Wim v. Donselaar 10. Anna Schouten 9. M. en A. La n zed ijk 10. Corry Kloos 9. Geertje Grundel 10. M. en B. v Schagen 10. Pi eter Roeland 6. Bernard Veir.immen 10. Ant-oon Schuck 9. Corry Harlgerink 10. Greta de Ridder 10. H. P. Jansen van Galen 10. Rachel Mok" 9. J. van Zijtveld 10. Nella Vreeken 10. Aagje Bon 9. Jantina Dijkstra 10. Lena Buitenhuis 10. Gretha Cramer 10. Marg are tha v. Baardwijk 10. DE WEDSTRIJD. Jongens en meisjes, eene nieuwe maand, begint met een nieuwen wed strijd, waaraan ik hoop, dat jullie allen zult dee'nemen. Ik geef eens een vrij onderwerp, je moogt eens iets vertellen, dat je zelf hebt beleefd, b.v. over ijsvermaak,- een proltigen verjaardag, een voetbalwedstrijd, kortom, net wat je wilt. Een verhaaltje navertellen, of zelf er een bedenken, is me ook goed. Maar ik vraag werk van je zelf, dus laat je niet helpen door ouderen. Een groot opstel is niet noodig, als wat er staat, maar goed overdacht en net jes geschreven is. De kinderen, be neden 10 jaar, die op school nog niet aan het opstellen-maken toe zijn, mo rn ij een proeve van schoonschrift zen den! Jullie neemt een blaadje uit een schrift en schrijft daarop over een versje uit je prentenboek zonder fou ten en zoo netjes je maar kunt. Zie zoo, nu allen flink aan den gang. Inzendingen verwacht ik voor 19 Februari aan mfjn adres, Bloemhof- straat 5. Er zijn dezen keer weer 2 afdeel to gen één voor jongens en meicjes bo- veu 10 jaar, en éénvoor jongt-n-s c-n meisjes beneden 10 jaar. Wie een eersten prijs wint, mag me een verlanglijstje sturen; indien mo gelijk zal dan een van de hartewen- schen vervuld worden. Wie de premie verdient, krijgt een boek to prachtband. Brievenbus (Brievon aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moiten gezonden worden aan Mevr. Blomborg—Zeeman, Bloem hof-straat 5, te Haarlem). In do bus gooien, zonder aansohellen I MUURBLOEM. Al ben je al een heele jonge dame, je moogt gerust meedoen, boor 1 Stuur maar eens een verhaaltje- Vooruit beloven dut ik hot plaatsen zal, kan ik niet. Ik vond je heelemaal niet onbescheiden en hoop wekelijks 't Bloemendaalsche bloemp je weer te zien. TRUUS VAN B. Je opschrift vond ik in 't geheel niet onbeleefd. Stort jij je hart maar gerust uit, hoor I Je onderwijzeres ken best en ik zal ©ens vragon of je een verwend (poppetje bont. Maar ik geloof het niet. Tot de volgende week W. N. Zeg, heet je Wim of Wille- mien of Willempje Daar kan i k nu wel een raadsel van bedenken. Ik weet niet eens of je oen jongen of een meisje bent. Stuur jo me daar nu eens de oplossing van Er zijn een heeleboel kinderen, die liet wat naar vinden, dat de ijsvreugd voorüij is. Laten we nu inaar weer hopen op de lieve Lente. Hoor ik ook nog eens hoe oud j© bent? CLIVIA. Waarom kies je een schuilnaam Vergeefs zocht ik naar de begraven dieren. Waar ga je op school TRIJNTJE T. Je bent wel een van mijn jongste vriendinnetjes, maar daarom mag je toch wel meedoen, hoor DORA M. De kinderen, die alleen oplossingen sturen, vinden als ant woord hun naam met het aantal ge vonden raadsels in de courant. Op een echten brief krijg je een echten brief terug. Dus daar wacht ik op. GERRIT en MIENIE L. Jullie bent nog wel een paar kleine peuters, maar je moogt best meedoen. De fou ten in je nieuwe raadsel heb ik daar om maar verbeterd. Hebt maar ge duld. dan zie je het wel eens in de courant staan. WILLY D Je mag ook meedoen, hoor! Dus je hebt al groote zussen. En ook nog kleine zusjes, of bon jij hot jongste kindje? RIKA V. Je raadsels zijn goed, het eerste zal ik een weinig verande ren, omdat het slot verkeerd is. JANTINA D., GRIETJE en M.A- CHIEL D., NELLA V., CORRIE v. d. .R., GERRIT L., 11. P. JANSEN VAN GALEN, RACHEL D.. RACHEL M.. ju.no raaüsels zij'u goed I MARIE en DIRKJE K. Jo moogt meedoen, hoor l A AGJE B. Nu maar geregeld aan 't "werk JORRI DE VR. Hoe is eigenlijk je voornaam Jij hebt vlug lccren schaatsenrijden. Beu je op school ook zoo n vluggertje DORA W. Ik vond het toch zoo leuk. van jou wat te hooren School werk is No. 1. Allen gegroet. DORA H. Heel blij ben ik. dat je zooveel vertrouwen in me stelt. Er zijn dezen keer zooveel brieven, dat je wenseh naar een grooten brief niet vervuld kan worden. De meneer van de krant wordt anders boos op me. CHRISTINE B. Woensdag zal ik eens aan jé denken, hoor Vi wel gefeliciteerd. Wist je niet, daje vogel ook een dier Is? GERRIT L. Jo raadsel is goed en je moogt gerust meedoen. GERRIT H. Je raadsel is te moei- lijk. JAN VAN Z. Ja. hoor, Ik vind het een heel prettig werk. KLIMOP. Je bent nog eonig in je soort, dus je moogt jo schuilnaam be houden. FROUKJE V. Bij ingeeonden op gaven behooren antwoorden. Krijg ik die nog? ANNIE L. Wat zag jouw briefje er keurig uit- Ga maar zoo voort MARINE'S en CORNELIS C. Ik hoop, dat jullie getrouwe raadsel vriendjes wordt. Schrijf Je eens, hoe oud jullie zijn GRETHA DE R. .Te bent wolkom, -hoore I Eveneens SIETSKE J. M. en P. VAN AMSTEL. Zeker, mogen jullie ook raadsels inzenden. CORRIE II. Dank voor je vrien delijk schrijven. We zullen wel spoe dig aan elkaar wennen. WILLEM O. Ja, als jij het voor T, zeggen hadt, dan hadden we in Juli nog ijs. lk ben blij, dat dc Lente nadert FERDINAND W. Je gelooft zeker wel. dat ik in mijn schik was met je briefje. Al woon je nu niet meer zoo dicht bij me, dan weet ik wel een goe de kennis van je, die in mijn buurt komt. Jij ook? J. VREEKEN. Hoor ik eens van je of een jongen of een meisje bent en ho© oud ELIZABETH R.. WIM VAN D., PIET U., MIEN en ANNIE L.. GEER TJE G. Jullie raadsels zijn goed. DEBORA K. Aangename kennis making. hoor Dat klinkt deftig, vind je niet JAANTJE. Hoe oud ben je? Wal ©schrijf jij netjes SIMON W. Doe jij maar mee Eveneens PIET V. en ANNA S. JO B. en LIZE D. Dacht jo, dat het zoo heel lastig was. jullie to loe ien kennen Dat valt erg mee Toen ik die twee nette briefjes zag. zei ik tot meezelf,.dnt zijn nette meisjes" Heb ik het mis JAN R Een klein briefje, jongen. Maar ik hoop, dat je dat niet zal af schrikken Zeg nu maar„Beter iets. dan niets." MAURITZIA DF, B Schrijf Ui maar wat jo hart je ingeeft. Een beet je vrij 'S nooit verkeerd. Tot ziens, hoop ik JAN VAN H. Lange briefjes en veei briefjes, dat kan ik je niet belo ven MARIA P. Dank voor je goede wenschen. Ik hoop voor ons beiden, dat ze vervuld inogen worden. CORRIE K. Dus de volgende week hoor ik iets van Ina. GEERTJE G. Je wensch is ver vuld hè MARIE en RERTUS VAN S. - Jo raadsel is good. NELLY V. Neen, dat boek ken ik niet. De nieuwe wedstrijd is er, dus span je krachten in. BERNARD V. Ik hoop ook van harte, dal we nog vele jaren briefwis seling mogen houden. LENA K. Je wordt bedankt voor je goede wenschen. Toen ik al die hartelijke briefjes kreeg, voelde ik mij net als iemand, die geheel vreemd in een volle kamer met menschen komt, en ontvangen wordt alsof je eon heel goede kennis bont. ANTON S. Alle weken een brief je? Ben je met een kleintje ook te vreden LENA B. Ja. 't was een verruk kelijke dag. Zulk weer is nog pretti ger dan ijs, vind j© niot E. J. R. en HENDRIK R. - E. schrijft me over de twee raadsels, ik heb er maar één gevonden op bet blad van H. Is het een vergissing, stuur zo me dan nog maar eens. Dat van IL is goed. Hoe oud zijn jullie? DINA D. Jo raadsel is goed. Denk ->r aan, vóór Donderdag inzenden. 7 Februari 1914. Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 15