BUBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ««iTmiffii BSSSa™ OROOTO HOUTSTRAAT SS. ADVERTETTÉW DOELTREFFEND. MEPHISTO SI© /atrgang ZATERDAG 28 MAART 1914! 943» CF 10 CENT PER WEEK- DRUKKERIJ 2.UIDER BUITENSPAARNB 6. 0NZE ofqemeiw Het Rijke Natuurleven TOCH KOMT DE LENTE. Wat is er- un oen maand al veel ver anderd. De wind hield de planten in hun ontwikkeling tegen, de regen be dierf, wat de enkele zonnestralen aan kleur hadden getooverd op de eerste voorjaarsbloemen en toch kunnen we al niet meer opnoemen, al de planten, die nu hun lentekileed hebben aange trokken, al de dieren, die door bet voorjaar zijn gewekt De musschen zijn al heel sterk in het absoluut negeeren vun storm vla gen en Maartschó buien. Ze zongen hun ochtendlied, terwijl zwarte wol ken zich dreigend samenpakten, ze or ganiseerden hun voor jaa rsvech t par tijen, ook al hadden ze werk, om te gen de windvlagen te kampen en nu sleepen ze strookjes en veertjes naar de openingen onder de dakpannon en rusteloos werken ze voor het toekom stige kroost. Ook de vink heefi weer zijn liedje gezongen, toen hen deze week maar even mooi weer scheen te worden. Aandoenlijk klinkt het gefluit van den merel in de avondschemering; teer zullen weldra de zachte toomjes van den fitiszang aandoen, maar ju belend en begeesterend, vol heerlijk entnousiusme, klinkt de voorjaarszang der vinkeu. De tuin van den liefhebber van vooa- jaurspbuiien.geelt nu bloemen in over vloed. De arocusjas hebben het dit jaar ai ueel slecht getroffen. Dagen achtereen moesten ze hun knopjes gesloten houden en heal wat bloemen hingen ten slotte met de kopjes omlaag, vóór de lentezon de bijeu in de gelegenheid had gesteld, den rijken voorraad stuifmeel te be machtigen. Toch weten de crocueb'.oemcai ge duld te oei enen. Juist omdat de gelegenheid er aco gunstig voor was, heb ik dit jaar eens nagegaan, hoelang de bloemen haar afwachtende houding konden bewaren en ik ben tol de overtuiging gekomen, dat de natuur wel haar gang gaat, maar dan toch met kleine pasjes, als regen en koude regeeren, terwijl een weinig zoel lenteweer wonderen dcet. Dc vlierstruiken satan klaar, om hun tropische groeikracht te gaan touuen. Er is opgezomelde kracht in die stevige stammen en reeds gloeien de knoppen. Een paar zonnestralen er; de struiken breiden hun gebied meters ver om zich heen uit. Krach tige jonge takken worden naar alle kanten uitgezonden en weldra wordt hoi groote bloemenfeest der vlierstrui ken vóórbereid. Dicht in mijn buurt zijn de eksters al een wocük lang aan het bouwen. De staalgepantserde roofridders we ten al van vroeger, dat hal; pieltje, dat zii hebben gekozen, veilig is. Nie»t al tijd bouwen ze zoo dicht bij de huizen, als dit paartje, maar hun boog© broedplaats is toch nog boven de da ken verheven est niemand denkt er aan, de vogels te verstoren. Als na eonige weken uit de blauw achtige, gevlokte eieren de jongen te voorschijn zijn gekomen, heeft het ek ster paar het druk en om de kleine schare aan het eten te houden, moeten er weer heel wat jonge vogeltjes het warme nestje verwisselen voor de hon gerige ekstermagen. Dicht in de omgeving van ons mooie, FEUILLETON Vrij naar het Duitsch van EDWALD AUGUST KöNIG. 88) Dood? Heb je hem soms Still Maak geen leven, want de muren zijn dun. Me;, deze woorden stiet de roode Frits de deur open, de eerste blik van Kasebier viel op het lijk van den ou den man, dat voor dc tafel op den vloer lag. Op tafel stond een branden de kaars naast een met papieren ge vuld kistje, het raam was geopend, terwijl de tocht het licht der kaars deed flikkeren. Zoo vond ik den oude, toen ik hier binnenklom, fluisterde do roode Frits, het rook naar buskruit in de kamer, ik vermoed, dat hij zich zei ven doodgeschoten heeft. Onzin I bromde de kleermaker, dat zai toch niemand van je willen geiooven. Of men het gelooft of niet, dat is mU onverschillig, mijn hand heeft het Ape;door,n staan nu de anemonen in bloei. Di Haarlem waren we jaren achter een 200 gelukkig, als we in het BLoe- meodanlscihe bosch enkele teere bloempjes vonden en we er wel bijna hij op post blijven, om toch de woirtalBtokjes, de kleine bruine won derdingen, die ieder jaar maar weer de matgToane blaadjes en teere knop jes omhoog stuurden, te beschermen. En toch zijn de mooie anemonen in Bloemendaal zoo goed als uitgeroeid. Hoe anders is het hier! Op den weg tusscben Apeldoorn au Deventer zijn plekken, waar deze voorjuarsbloempjes even talrijk zijn als de grassprieten. Ben mooie sluier wordt in dezen tijd over den boschgrond uitgaspreid. Met handen- en manden vol worden de bloemen geplukt en vermindering is niet merkbaar. Het elders zoo zeld zame is hier even menigvuldig als de mooie dotterbloemen in den omtrek van Haarlem. Met de waterviolier is het bijna het zelfde. Die komt om Haarlem slechts op enkele plaatsen voor nl. op Elswout en achter Wesfcerveld. Misschien zijn er nog een paar bevoorrechte plekjes, maar een mooie v ndst is het altijd nog, die mooie luchter van teere bloe men. die zich zoo fier boven den wa terspiegel verheft. Langs den zelfden weg hier, waar ook de anemonen zoo talrijk voorko men, zien we over ©enigen tijd heele plekken, waar we méér violierbloe- men dan water zien en alls we deal kant van Dieren opgaan, zijn geheel0 Blooten met de groen© veervormige bla deren gevuld. Die kunnen we nieit overplanten, tenzij we een vijver bij het huis heb ben, maar als we wat anemoontje© overbrengen met een weinig bosch- grond kunnen we erop de beschaduw de plekjes in den tuin ieder voorjaar weer van genieten. Enkele voorwaarden stellen deze plantjes dus nog. Anders is het met de scyllas. Deze mooie bolgewasjes, die nu in den tuin kleur en leven bren gen met hun diep blauwe bloempjes, eischen niet het minste en geven toch zooveel. Een paar jaar geleden zette ik er een paar in den tuin tusscben de struikrozen, leder voorjaar ben ik ver geten, dat ze er zijn, maar ieder voor jaar ook verrassen ze me met hun rijke btoemeupraoht. De storm en de regen der laatste we ken hebben veel ontsierd, veel kleur, die anders de voorjaarszon weet te tooi-enen, hebben we moeten missen, maar de scylla'a hebben zich aan niets gestoord en hoe de blauwe klokjes ook door den snerpenden wind worden ge schud, ze wachten geduldig op het zoele voorjaar. II. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Marie Antoinette of créaties Paruin. „BeHodlte maakt schuld!'' dat heb ondervonden, toen Mad. Charles Co llier haar aangekondigde liederen- avond door ongesteldheid moest uit stellen. In mijne vorige causerie over mode beloofde ik mijn geachte lezeres sen mijn best te zullen doen om mij te gaan overtuigen van de kleeding dér diiva, waarover in de dagbladen zooveel geschreven is en waarover in niet gedaan! Kasebier zag zijn makker twijfelend aan. Is dat de waarheid? vroeg hij. Hoe lang sta je al buiten? Een kwartier minstens. Heb je dan een schot gehoord? Neen. Nu. dan zul je me toch zeker wel geiooven, ging de roode Frits voort terwijl hij het tafelkleed van de tafel nam en het over het verstijfde ge laat van den doode uitspreidde. Ik ben door de brouwerij over den muur gekomen, niemand heeft mij gezien. Hier was alles stil en duister, ik ging terstond aan het werk en brak de blinden open. Alles donkerik kon niet anders denken, dan dat de oude iu bed lag, maar maakte in de eerste plaats licht., want in de duisternis weet men hier geen weg te vinden. En toen vond ik den toestand zooals je dien nu ziet, ik heb alles onaunge- roord gelaten, om voor jou de deur te openen. t Is verschrikkelijk, zuchtte Ka sebier. Kom, gekheid, wanneer de gie rigaard zich zeiven een kogel door de hersens jaagt, dan behoeven wij ons daar toch niets van aan te trekken. Heeft iemand je in de steeg gezien? Neen! De roode Frits knielde naast don doode neer en doorzocht zün zak- <ie residentie met minuer gespiroken werd! Welnu dan, trots alle gewone en buitenge worn© moeilijkheden, die zich bij mij voordeden, juist door dat uit stellen van het aangekondigde con cert, heb ik mij„ om mijne belofte ge stand te doen, maar óók orn mijn ei gen nieuwsgierigheid te bevredigen, naar de concertzaal begeven en mocht daar de beroemde zangeres booren; en zien in Marie-Anr.odnette-k:ceaing, tip top in stijl! Zelfs de wit gemeierde pruik en de sierlijke waaier, die zij tusschen de verschillende zangnum mers in gracieusolijk hanteerde, ont braken niet aan haar toilet. Ik zal trachten dat toilet zoo nauw kcivrig mogelijk te beschrijven. Het was vervaardigd van licht blau we tafzijde. Het gladde lijfje, dat,van achteren rond en van voren vierkant was uitgesneden, vertóonde ten vestje dat puntig in de taille uitliep van roomkleurige, antieke kant met schit terende steentjes benaaid. De gladde, nauwe mouwen reikiten tot aan den e'boog en waren daar met denzelfden kant uls hel vestje afgewerkt en tus schen den kant was een allerliefst ernpine-kransjo aangebracht van ros© en blauw satijnen roosjes. De rok. die zeer ruim en van achteren met breed© plooien aon een band genaaid was, opende zich in het voo'rmidden. In de taille smal, en naar onderen breeder weggesneden, vertoonde zich een tablier of onder'rck van demolMen prachitigen kant als het vestje, doch gewerkt op rose .sail ij,u, waardoor de kant dos te méér tot haar recht kwam. De zijkannen van den weggeslagen bia-uwe ta fa ij den rok, waren met een drie c.M. breeden platte ptissé of dof je afgewerkt; hier en daar onderbro ken door empire-kransjes, waarvan ik reeds bij dc beschrijving der mouwen melding maakte Van hetzelfde dofje of plooisel waren langs den rèkrand- groote cirkelvormige figuren aange bracht, waardoor de plooien van ilcn ruimen rok, die niet sleepte, doch slechts den grond raakte, nog meer uit stonden. De weggeslagen voorbaan van den rok vormde tevens de panters, terwijl de scheiding van rok en taille bedekt was door een bijzonder smal zwart fluweelen Kot, dat in het voor midden in een klein strikje eindigde met een diamanten gespje als ©ver knoop! Lange diamanten oorbellen, een fijne lialsketting mei kostbaren breloque. mooie a-rmbandtn en vinger ringen. en het kokette erapïre-kransje vóór in de pruik voltooiden 't smaak volle, kostbare toiet, zooals hel onder het ancien régime gedragen werd; doch dat geen genade meer vindt in onze oogeu en dat zich wèl beschouwd, ook ndet meer kan aanpassen aan on zen tijd! En als ik nu eerlijk moet zijn, dan kon mij dat toilet evenmin bekoren cis de hyper-modem© van onzen tijd. Of het deze Ganadeeeche vrouw niet flat teerde, durf ik niet beweren maa'r mij viel liet tegen. Ik vind voor de witte pruik al evenmin iets te zeggen als voor de roode, blauwe en groene mon sters, die men op het oogeu blik lan ceert. De pruik is noodig voor het tooneel en verder voor haar, dde door een of andere ziekte te vroeg van haar na tuurlijken haardos beroofd is. Maar waarom moes en wij onze natuurlijke haren gaan verstoppen onder zoon product van kapperskunst, dat het hoofd een abnormale afmeting geeft? Ik kan me niet voorstellen, dat de ken; gelijk hij verwacht had, vond hij daarin dc sleutels van de geldkist. Wij hebben tijd genoeg, zeïde hij, overhaasten wij ons daarom niet. Heb je een zak meegebracht? De kleermaker kon zijn ontsteltenis nog maar steeds niet overwinnen, hij opende haastig zijn mantel en wierp den zak op tafel. Moet ik hier blijven? vroeg hij op heeschen toon. Zooals jc wilt, noodig ben je hier niet! Laat mij dan gaan, de lucht drukt hier op mii als lood! Ga. voor mijn part! spotte de roode Frits, die thans met de sleutels in de hand voor de ijzeren kist stond. Houd huiten goed de wacht en geef mij een teeken, wanneer er mij ge vaar mocht dreigen. Hoe kan ik dat doen? Heb je je signaalfluitje dan niet hij je? Wanneer ik het gebruikte, zou ik daarmede mijn kameraden roepen. Zoo, denk er dan eens over na, hoe je het aan zult leggen, ik ver lang, dat je goed de wacht houdt. Wanneer ik hier klaar ben, ga ik naar jc vrouw, en morgen ben ik ver van hier. Maar eerlijk deelen, hoorl Ileb maar geen angst het slot schijnt verstopt. De sleutel grijpt niet. Dat zou ook wat moois zijn, wanneer moderne vrouw zich tot zui.ke smake tooze onzin zou lanen verleiden. Oriz© kupseL die de laatste maanden klei ner en natuurlijker waren geworden flatteerden de meeste vrouwen en meisjes en daar de kleine, lioed nog steeds „en vogue'' is; viind ik geen re den om hierin verandering te brengen. En wat nu de toiletten betref;-, die in den a.s. zomer gedragen zullen wor den," is bet welslagen daarvan geheel afhankelijk van den persoonlijken smaak der draogsiers. Zoodra de da mes zelfkennis genoeg bezitten om te kunnen oordeelen of een modett baar al of met flatteen; en in liet laatste geval aoo'n model niet accepteeren, tenzij hel voor haar figuur gew ijzigd wordt, dan zal de mode reeds veel minder aanstoot geven. Het spreekt toch vanzelf dat een gezette dame gieen confectie-rok kan dragen, die op een normaaj mannequin vervaardigd werd. Evenzoo is het met de tailles, waarvan de overdreven kimonomou wen aan zwemvliezen doen denken. Dezer dagen zag ik een drietal créa ties van P&quin en Worms, die door een slanke, gracieuse vrouw gedragen werden en die inderdaad zeldzaam mooi waren. Die vrouw was echter eene kunstenares, die het niet aan persoonlijken smaak ontbreekt en die geen genoegen had genomen met de onmogelijk wijde tailles en armgaten; ze droeg gekruiste tailles met norma le armgoien en mouwen die bijna ie dere vrouw flalteeren, De eenige be denking, die ik tegen haar toiletten had, was de sleep. Zoolang de rokken niet wijder gesneden worden, moeien we de sleepjapon afschaffen, daar het onmogelijk is dat die behoorlijk kan vallen en een éleganten indruk ma ken, zelfs niet bij den meest bestudeer den gang. MARIE VAN AMSTEL. S dutten op aarde. (Naar het Engelsch). Liza wandelde door de Hoogstraat langs de helder verlichte winkels Eindelijk bleef zij staan, keek begee- rïg naar de étalage van mooie hoe den in de Bon Marché, en zocht met de 00zon een hoed, die wat achteraf stond. H ij is er nog mompelde Liza met schitterende oogen voor zich heen. En de volgende week heb ik genoeg opgespaard om hem te koo- pen. Toch was f 3.90 heel wat geld voor een tweede meisje in een pension, «Jet maar zestig cent per week kon over leggen voor zoo'n weelde-artikel. Op dit oogenblik keek zij verrast op, nu zij haar eigen naam hoorde uit spreken. Een groote jongen, die nog grootcr leek nu hij naast de kleine Liza kwam staan, keek glimlachend op haar neer. Ik keek naar je uit, bekende hij, en dacht wel, dat ik je niet ver van den dameshoedenwinkel zou vin don. Ik geloof eigenlijk, dat je een klein ijdeltuitje bent, Liza Het kleine ding aarzelde een oogen blik, zich afvragend, of het verstan dig zou zijn haar groot geheim toe te vertrouwen aan den knappen jongen,1 dien zij zoozeer bewonderde. Einde lijk w ees zij hom op den bruinen vil ten hoed met witte veeren. Zie je dien hoed daar fluis terde zij. Nu, als hij niet verkocht wordt, dan ga ik hem a.s. Zaterdag koopen. Tom Fratton keek naar den hoed en glimlachte. Ik begrijp zooiets niet. maar, ik den ganschen nacht hier moest werken. Khsebier luisterde niet meer naar hem, zijn blik was op het levenlooze lichaam gevallen, dat onder hel kleed nog afgrijselijker scheen, huiverend wendde hij zich af en ging de deur uit. Het was nog steeds stil en eenzaam in de steeg, toen Kasebier hel huis verliet, doch nauwelijks had hij den dichtstbijzijnden hoek bereikt, of hij vernam luide stemmen en haastige schreden. IIij zag in het schijnsel der lantaarns helmen blinken, duidelijk kon hij de stem onderscheiden van den politiecommissaris zijner wijk ontsteld bleef hij staan, maar in dat oogenblik van naderend gevaar kreeg hij ook zijn volle tegenwoordigheid van geest terug. Hebt ge niets verdachts gezien tfanoord i'1 deze steeg? vroeg de commissaris, terwijl zijn onderge schikten haastig doorliepen. Niots, antwoordde Kasebier met schijnbaar gelaten kalmte. Gij kent het huis van den uit drager Sirnon? Van aanzien, natuurlijk. Hebt ge daarin dan geen gc- druisch gehoord? Neen, ik heb er trouwens ook geen acht op geslagen, antwoordde de kleermaker, terwijl hij haastig en ongemerkt liet signaalfluitje aan do maar, natuurlijk is hij heel mooi - zei hij. En zelfs ui verkochten zij dezen, dan zullen zij er nog wei i,-er van dat soort in den winkel hebber.. Ik zal eclit trotsch op je zijn, Liza als wij a.s. Zondag samen gaan wande len. Hij sprak op sellertsenJen toen, n 't geheel niet bevroedend met nueveel ernst Liza naur zijn woorden luister de. Zij vroeg zich af of hij he' werke lijk zou ïneenen, dut hij trótse L> .ip haar zou zijn. E11 nadat zij dien avond samen gewandeld hadden, eu zij op haar zolderkamei tje ui hei pension was teruggekeerd, overdacht zij telkens en telkens .veer in haar geest zijn gezegde. Hij zal trotsch op rnij zijn, als ik dien triooien nieuwen hoed met de groote, mooie veeren op heb 1 - - zei ze in zichzelf. Hij schamnt zich zeker een beetje over mij als hij rne not .i.en 0 uiten zwart-strooien hoea ziet dien ik al gedragen heb zoolang ik hem ken 1 loen Liza op Maandagmorgen met een kolenemmer in de hand langs de deur van de tweeue ve; dieping u het pension liep, werd zi, door de Smalle re jonge weduwe, die daar on le, binnen geroepen. Liza, zei de weduwe. ik h. b vanmorgen goed nieuws gehjeni. Ik heb eindelijk werk gekregen iu een groot warenhuis. Wel, dat is heerlijk, zei Liza op warmen toon. Is u niet blij Natuurlijk ben ik blij. art- woordde ao jonge vrouw. Maar ik zal lederen avond tot acht uur weg blijven en mijn klein dochtertje Tols moet om zeven uur naar bod. Wil Jij ij een pleizier doen, Liza Wil ie iedereu avond om zeven uur hier ko men, Tets haar gebeden laten opzeg gen, en zorgen dut zij op tijd iu led komt Wel natuurlijk, wil ik dat' ant woordde do kleine dienst! ode. t-n ik zal mijn best loen, op liuar 1e pus sen als zij uit de schooi is thuis geko men en u nog niet terug is, zoo n lieve, kleine meid 1 Zoo zorgde Liza op M3aiulng- en Dinsdagavond voor liet av-.-udeteti van de vijfjarige Tots, liet haar heur een voudige gebeden opzeggm en zorgde, dat zij goed en wel 111 bed kwam. oeiisuagavond was Liza weer op haar post op de tweede verdieping en Tots knielde neer rne'. haar klem Doolojo begraven iu Drza's school, om haar avonageoedje op te zeggen. Nu waren de gebeden opgezegd en de twee groote, o(auwe ougen keken onderzoekend naar Lizi op. Liza, zei de kleme lots, ik mag toch zeker wel bidden om het geen ik graag zou willvu nebben? Wel natuurlijk, Hef kind I zei Liza. Ik zou wel eens een ibecl heele- maal op mijn eigen manier w'Hen op zeggen, fluisterde het kind. Liza, hadt je popjien, toen je zjo oud was ais ik nu Ja, lieve meid. Tiwe of dr-e. Ik heb nooit een pop get ad zei hot kind. Moesje neef-, er wel eens een voor mij gemaakt var. oude lappen, en zij toekende het gezicht op liet katoen maar de ir»st Dop dooi en toen icon je de pop met meer kus sen, omdat haar mond .iet te vinden was. O, Liza, ik zou zoo giaag zei; een pop willcii hebben Ik heb er een ge zien in den winkel van Green met goudblond haai' en blauwe oogen, en zij sloot de oogen als zij word neerge legd. Ik ga om die pop bidden, L-iza. Maar, kindje, dat kun jc niet dat moet je niet doen, ik bedoel, wat geeft het, om een pop te bidden, die jo toch niet kunt krijgen 1 sta melde Liza. Maar Tots was al bezig haar ge bedje op te zeggen voor «te pop, die voor het venster in den winkel van lippen zette. Een oogenblik later weerklonk een schril, door merg en been dringend gefluit. Wat voert ge u:t? stoof de com missaris op, waarom fluit ge? Ik roep mijn kameraden, want uit uwe vragen bemerk ik, dat wij hulp noodig hebben Wij zijn sterk genoeg, handel niet eigenmachtig en wacht mijn be velen af. Zij hadden thans het huis van Si mon bereikt, de agenten stonden aan de deur en klopten, doch van bin nen ontvingen zij geen anïwoord. Wachten wij! zei de commissa ris. de inbreker is langs de plaatszij de naar binnen gekomen, onze mau- uen, d.e door de brouwerij in huis dringen, zullen het wel met hem klaarspelen en ons de deur openen. ïvasebier was hevig geschrokken, thans wist hijdat de roode Frits ver loren was, wanneer het hern niet ge lukte om over de daken te vluchten. En hij zelf moest deelnemen aan de arrestatie van zijn makker, hij mocht zich daaraan niet onttrekken, wan neer hij geen verdenking op zich wil de laden. Iu het huis hoorde men thans luide stemmen, en een oogen blik later werd de deur geopend, aan het hoofd zijner manschappen storm- i de de commissaris naar binnen. De j roode Frits was reeds aan de handen i geboeid, met een onbeschaamden blik1 Green lag. Nu keek zij op eu vroeg eenvoudig, met een vertrouwen, dat Liza innig trof Wanneer zou ik de pop krijgen, Liza Liza schudde het hoofd. Ik hoop. dat het niet lang zal duren. zei Tots, omdat ik zoo alleen ben zonder pop en ik zou er zoo graag een hebben om te vertroete len en lieer te leggen, zoodat zij de oogen sluit, het haar te kammen eu dio aardige blauwe kousen aan en uit te trekken Zeg als 't u blieft, dat zij gauw komt, Liza 1 Maar Liza had zich voorover gebo gen om do kleine een kus te geven. Juist op dat oogenblik klonk van be neden de scherpe stem van mevrouw Liza, hoe lang ben je van plan daar te blijven Als je niet binnen twee minuten in de keuken terug bent, kun je wel voor altijd heen- Saan Liza zuchtte en ging haastig heen, Ja mevrouw, ik kom alriep zij. .•iaar zij dacht lieuscii niet aan me vrouw, toen zij de trap afsnelue naar het sombere Keukentje. Zij uacht aan de kleine lots wiei armen nu stijf gesloten waren over haar kinder borstje, alsof zij ue pop met het goud blonde haar en de groote b!auw< oogen al in haar armen wiegde. Den volgenden dag, toen L-.m. naac tig door de stad liep 0111 een boodschap te doen, bleef zij even voor het ven ster van Green staan en zocht haastig de pop uit, waar Tots zoo naar ver langde; maar do prijs was drie gul den en Liza liep door, overtuigd dat het voor lots' moeuer onuiog-ilijk was zulk kostbaar sjiedgoed voor naar kleine meid te koopen. Denzelfdon avona, toen Ltza weer in de stad liep bleef zij voor de Bon Marché staan, 0111 zich to overtuigen, dat de bruin-vilten hoed nog altijd op zijn oude plaatsje lag. Tot haar schrik stond hij niet meer op zijn standaard, maar toen zij haastig naar binnen ging om daarvan de reden te verne men, werd de prachthoed haar veilig en w el in een lade getoond. Wil u hem misschien eens pas sen juffrouw vroeg de 111 't zwarf gekleed© i la rne op vrie idelijkeu toon. ik kan hem eigenlijk pas Zater dag komen koopen, wanneer ik mijn geld krijg, bekende Liza. Maar, als u er niets tegen heeft, dat ik hem eens voor den spiegel opzet, dan zou mij dat veel pleizier doen. Bijna bevend van verrukking trok de kleine dienstbode haar hoedepen- nen uit den zwarten stroohoed, en een oogenhlik later had de modiste den mooien vilten hoed met*witte vee ren op i.ei dOiitterkikkige hoofd van Liza gezet. Lizu vs as hevig verbaasd toen zij in deu spiegel Keek Voor liet eerst van haar loven begon zij te denken, dat zij er aardig uitzag. Hij staat u werkelijk bijzonder goed, juffrouw, drong de modiste aan. Zou u heni niet liever van avond nemen? Ik heb hot geld nog niet, anders zou ik hem nu wel nemen, ant woordde Liza. Maar dank u voor de moeite om hem inij te laten passen. Goedenavond Zij bleel even stilstaan 0111 wat mei Tom te praten, dien zij toevallig aan het eind van de straat ontmoette. Dus a.s. Zondag ga je met mij uit, niet, Liza? herinnerde hij baar, toen zij afscheid namen. Ja, natuurlijk zei Liza. En, voegde zij er vroolijk aan toe, ik wed, dat je mij mot uien nieu wen hoed nauwelijks zult kennen Maar dien avond, toen Tots weer haar gebedje opzei voor die pop in den winkel van Green, zag Liza, hoe het kleine gezichtje steeds peinzender werd en hoe de roode lipjes begonnen te beven. stond hij tusschen de agenten, die zijn armen stevig omvat hielden. Diefstal met moord, zei een der beambten, toen zijn chef binnentrad. De oude Simon lig: hier doodgescho ten, wij vonden den moordenaar met de sleutels in dc hand voor de geld kist. De commissaris was naar den ge boeid© toegetreden, nadat hij een snellen, onderzoekenden blik op het bjk had geworpen. Ha, ben jij het, Frits Biurn? vroeg hij. Eindelijk hebben we je dan toch eens op heeterdaad betrapt De stad zal nu voor langen tijd rust van je hebben. De roode Frits haalde geringschat- end de schouders op. zijn blik gleed vorschend langs het bleeke gelaat van Kasebier, die op den drempel der kamer stond. Do schijn getuigt tegen mij, zei hij. Dé inbraak ontken ik niet, maar een moord heb ik niet begaan. Si mon heeft zich zeiven hel leven be nomen, ik vond hem hier dood op deu grond liggen, toen ik de kamer bin nenkwam. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 17