imlek duui!
Voor Eer en Recht.
TWEEDE BLAD
7 Mei 1914
EianeatarJ
Rapport omtrent het
spoorwegongeluk bij
Beilen.
In ons vorig nummer gaven \v
róóds een breedvoerig overzicht va
het verslag van den Raad van Toe
zicht op de Spoorwegdiensten en clat
der Staatsspoorwegmaatsehappi.i om
trent het zoo betreurenswaardige
spoonvegöngoluk bij Beilen op 24 De
cember van het vorige jaar.
Eenige aanvulling van het meege
deelde is evenwel gewenseht
De
De directie meent, dat er geen en
kele aanwijzing is gevonden, die een
ontsporing op het rechte spoor onaf
hankelijk van den wissel hetzij
voor of op dien wissel zou kunnen
verklaren. Do mogelijkheid blijft dus
sleehls bestaan, dat aan don wissel
gedurende den tijd, dat de trein er
over heenreed, een afwijking is ont
staan van de gesloten oostelijke tong.
Hot ten aanzion van de vermoedelij
ke oorzaak der ontsporing medege
deelde moet geheel als veronderstel
ling blijven beschouwd. De na het
ongeval op den weg aangetroffen tee-
kenon mogen gelden als aanwijzing
in welke richting de oorzaak waar
schijnlijk is te zoeken een bew ijs,
dat do ontsporing zich inderdaad
moet hebben toegedragen als is om
schreven, leveren zij niet. Slechts kan
worden vastgesteld, dut de gemaakte
veronderstelling zich goed bij de ge
vonden teekenen aansluit.
AI schijnt do gegeven verklaring
dus aannemelijk, dan mag toch met
uit het oog verloren worden, dat zij
vereischt de samenwerking van een
rx-ks van ongunstige omstandighe
den, waardoor het ge-beurde als een
zeer bijzonder feit zou moeten worden
beschouwd.
Ook de gevolgen van liet ongeval
zijn door toevallige omstandigheden
van buitengewoon ernstigen aard ge
worden. Do ter zijde van het hoofd
spoor zich bevindende stapels dwars
liggers en spoorslaaf hebben in hooge
mate invloed geoefend op den om
vang der ramp. Toch zal het gebeurde
een aansporing moeten zijn om meer
dan ooit aandacht te wijden aan do
samenstelling van w isselonderdeelen.
Aldus besluit liet rapport van de
Staatsspoor, dat ondertekend is dooi
den directeur-generaal Van Kretsch-
mar.
Een naschrift tot dit verslag behan
delt de mededeelingen van zekeren R.
Stevens aan de redactie van de „Asser
Courant' en de naar aanleiding daar
van en van verder door deze redactie
ingesteld onderzoek in genoemd dag
blad versohenen artikelen, overgeno
men in een groot deel der Nederland'
sche jiers, welke den Minister hebben
bewogen door tusschenkomst van don
Raad van Toezicht op (ie Spoorweg
diensten aan do Maatschappij te ver
zoeken, ter zake nadere inlichtingen
to wallen verstrekken. Hieraan gevolg
gevende, wordt medegedeeld, dat aan
genoemden Stevens op zijn verzoek
mot ingang van 20 September 1013
eervol ontslag verleend is als weg
werker, onder toevoeging, dat do ont
slag-aanvrage een gevolg zou zijn ge
weest van ongenoegen met zijn ploeg
baas. wijl do door Stevens voor ziiii
werk betoonde ijver onvoldoende
word geoordeeld.
Betreffende do in de couranten be
doelde spoorstaaf, die aan de west
zijde in bet spoor lag bevestigd op
het zuidelijk landhoofd van de brug
over het Oranjekanaal, worden dan
inlichtingen verschaft. Daaruit blijkt,
dat o.p den avond van 2-4 December
dadelijk na het ongeval wegpersoneel
en ook de sectie-ingenieur persoonlijk
zich van den toestand van dit spoor-
gedeelto ter doge overtuigd heeft cn
daaraan geenerlei gebrek kunnen op
merken, dat met de oorzaak van bet
ongeval verband zon kunnen houden.
De bewuste staaf vertoonde geen be-
schaditring en bad noch in horizon
tale, noch in verticale richting een
afwijking van meer dan drie m.M. uit
de rechte lijn, terwijl de bevestiging
volkomen in orde was.
Ten slotte zegt do directeur-gene
raal, dat do door de ..Asser Courant'
Ingevolge de van H. Stevens verkre
gen mededeelingeri of door haar ver
der onderzoek aan liet licht gebrachte
feiten, voor zoover juist, haar reeds
vóór het opstellen van het verslag vol
komen bekend waren, en dus geen
aanleiding kunnen geven, dat daarin
cent ge Wei wijziging wordt gebracht.
V o r in o e d e 1 ij k o toedracht
ontsporing volgens den
Raad v a n Toezicht.
Naar do Raad vermoedt, is do toe
dracht der ontsporing als volgt sainci
te vatten
I. De vooras van AR 2088 ontspoor
de tusschen de brug en wissel 1 naar
rechts.
II Het linker voorwiel van AB 2088
brak en verboog den w issolstangel en
bracht de linkertong uit den aangeslo
ten stand.
Hl De midderuts van AB 2088 liep
half spoor, doch hersjioordo vóór liet
worteleinde der tong, de achteras van
AB 2088en verder alle assen van C 628
boven het hoofdspoor, het achtereinde
vail C 028 boven bet slibspoor en deze
rijtuigen werden, nog steeds aan
elkander en aan den train gekoppeld
door den trein in schuinen stand
voortgesleept.
V. Niet ver van wissel 4 brak de
trein af tusschen het 3de en 4de rij
tuig van achteren, do doorgaande
rem kwam vol in werking. AB 2088
kantelde naar links, viel op een .of
meer stapels opgehoopte dwarslig
gers De koppeling werd tusschen het
Urn- rijtuig van achteren. AB a
AB 2038 verbroken.
AB 775 bleef in het spoor en reed
nog een vijftigtal meters voort. AB
2088 gleed, opgeduwd door C 628, nog
over een kleinen afstand over den
stapel dwarsliggers en kwam in
nabijheid van het puntstuk van wissel
4 tot rust, evenals het rijtuig C 628,
dat niet omsloeg.
Deze voorstelling van de vermoede
lijke toedracht moet, naar het den
Raad voorkomt., gehandhaafd blij
ven, ook na kennisneming van de le-
zing, welke de Maatschappij tot Ex
ploitatie van Staatsspoorwegen van
het ongeval geeft.
Volgens die lezing zon de ontspo
ring tusschen brug en wissel 1 niet dc
oorzaak, doch slechts een der gevol
gen van het ongeval zijn.
De voorstelling der vermoedelijke
toedracht van het ongeval door de
Stautssp. Mij. komt in meerdere op
zichten minder aannemelijk voor. De
voornaamste bedenkingen daartegen
worden door den Raad ontwikkeld.
Het rapport van den Raad komt tot
onderstaande gevolgtrekkingen.
In de samenstelling van trein 146
geen enkel element gevonden,
aaraan de ontsporing zou bunnen
worden toegeschreven. I)e snelheid,
waarmede de trein de plaats van her
ongeval naderde, noch de toestand,
waarin bet rollend materieel vóór en
na het ongeval verkeerde, zijn geble
ken t"t het ongeval aanleiding te
sbbeu kunnen geven.
De ciiigheidsinricbtingen van Iwl
hoofdspoor en van de brug zijn ge
heel in orde geweest, zoowel vóór als
onmiddellijk nii het ongeval.
Gedurende den loop van den trein
van Groningen naar het Oranjeka
naal is, voor zoover bekend, ten slot
te niets onregelmatige» voorgevallen.
Achtereenvolgens is mitsdien vast
gesteld kunnen worden, dat niet cene
groot e mate van waa rsdrijnlijklueid
mag worden aangenomen, dat noch
in de samenstelling van dien trein,
noch in het rollend materieel en zijne
onderdeelen, noch in de snelheid}
waarmede trein 146 werd vervoerd en
evenmin in de bcvciligingsiniüchtin.-
gen de aanleiding tot het omgeval
verborgen heeft gelegen.
Deze achtereenvolgende eliminatie
pi mogelijke oorzaken voert nood
zakelijk tot de concessie waartoe ook
do Maatschappij geraakt, dat de
naaste aanleiding tot de 'ramp in den
weg moet gelegen hebben.
Waar intueschen de Maatschappij
tot de slotsom komt, dat een ba-enk
van do wissclstang van wissel 1 da
ramp fceeft ingeleid, is uil de recon
struct io van de vermoedelijk© toe
dracht van het omgeval aangetoond,
dat do breuk van gezegde w isselstang
waarschijnlijk niet als do primaire
oorzaak is aan te zien, maar het ge
volg is geweest van eene ontsporing
tiaar rechts van de vooras van het
voorlaatste rijt-ufg van den trein-, nl.
van AB 2088, op een punt geêegto,
tusschen het Zuidelijk landhoofd der
draaibrug cn den nabij gelegen ovefr-
reg.
Neemt men dit aan, dan blijft do
raag to beantwoorden, weflke de
vermoedelijk©.oorzaak van deze ont
sporing kan zijn geweest
I)o omstandigheden, dat in de op
29 December 1913 uit de spoorbaan
tusschen brug en wissel verwijderde
rechter spoorstaaf vorhiafwijklr
zijn geoonstatetirdt met name e n<
platting bij de aamsluitingsvoeg met
do rails op de brug en een lichte vow-
lie.ih- en horizontale knik, en tevens,
dat de grondslag van liet spoor nabij
het zuidelijft landhoofd cene neiging
Lot inzinken vertoond© en wel bepaal
delijk onder d© rechter (westelijke)
spoorslaaf en dat eeno vaste ligging
van liet spoor, mede na do plaatsge
vonden 'herverdeeling der dwarslig-
gare, nog niet was verkregen, deze
oiiist-ird gheden leverden vermoede
lijk c'k voor zich geen gevaar voor
ontsporing op.
Voegt men de boven geschetste
voorwaarden te zomen, toevallig sa
men! rol ft-nde met nog andere ongun
stige omstandigheden, als het maken
van cene slingering naar rechts van
hot voöreinde van hot rijtuig juist,
op de het meest aan inzinking on
derhevige plaats der spoorstaaf, of
het eenigermato ontlast zijn van de
draag veer aan de rechter voorzijde
van liet rijtuig tijdens een© vertical!©
slingering (slingeringen, aan welke
alle over spoorstaven bewogen v>
tuigen onderhevig zijn), dan is er
plaats voor het vermoeden, dat aan
de combinatie van al deze elke voor
zich wellicht minder gevaarlijke- af-
w-IJgfngen en bewegingen de ontspo
ring van de vooras van AB 208S moet
worden toegeschreven.
Zonder die samenwerking van on
gunstige omstandigheden zouden de
assen van de beide laatste voertuigen
zeker even goed. over de „zwakke
plek"' in ihet spoor gekomen zijn ais
do assen del- locomotief en dio der
twaalf daarop volgende voertuigen
van den trein cn de talrijke treinen,
welke sedert do maand September
1913, maand, waarin d© inzinking
voor het eerst, de aandacht trok, over
de bewuste plaats zonder ©enig scha*
delijk gev olg heen gingen.
Naar het voorkomt heeft, indien t
bovenvermeld© verband mag worden
aangenomen, het betrokken spoor
wegpersoneel, met h:t dagelijksch on-
deréi-oud belast, de mogelijk© gevol
gen van den toestand van het simili
ter plaatse onderschat, anders zou
het mot volstaan hebben met het aan*
vragen van een andere spoorstaaf en
het lichten van het spoor, nis zich
c-ene inzinking vertoornde, maar zou
lliet maatregelen hebben genomen,
dat, zoolang de spoorstaaf niet ver
vangen was, do treinen daar lang
zaam reden.
Ho© betreurenswaardig tl© onder
stelde misvatting, ook door har© ge
volgen. moge zijn, een bepaald ver
zuim zoude het betrokken personeel
niet ten .'ast© kunnen worden gelegd,
zulks to minder nu, waar het bewijs
voor de juistheid van liet hiervoren
tot uiting gekomen vermoeden om
trent de oorzaak von bel ongeval niet
kan worden gelev erd.
De gevolgen van de ontsporing zou
den vermoedelijk niet tut een ramp
hebben geleid, zoo d© ontsporing niet
de nabijheid van eon Wissel in Ihct
door don t'rein bereden spoor had
plaats gegrepen. Het is namelijk
geen zeldzaamheid, dat de ontspoor
de voorns van een drie-assig voertuig
na eenogen tijd over de dwarsliggers
gered- n t© hebben, weder* herspoort.
Hier echter gaf de as terstond aan
leiding tot het halfspoor loo-
pen van andere assen. En ook
daaruit spruit noodzakelijkerwijze
nog gecu levensgevaar voor dc rei
zigers voort, aangezien de trein
reeds bij de plaats gekomen was,
waar de beide sporen elkander na
derden en de kansen op het ooislaan
der ontspoorde rijtuigen aanmerke
lijk verminderden.
De annvveaigjfieid der stapels dwars
liggers en der losse spoorstaaf tus
schen do spo'ren waren namelijk de
meest noodlottige der factoren, welke
de ontsporing vair een as hebben doen
aangroeien tot een ramp.
Door- hel onderzoek is gebleken,
dat, hoewel de stand van den wis
sel, waarop de ontsporing plaats
greep, verzekerd was door een vei
ligheidsslot (Clauss-slot), deze veilig
heidsmaatregel verijdeld werd, doo'n-
dat de wisseD tangen getroffen wer
den door een ontspoord wiek
Deze omstandigheid rnog© wel ui
terst zelden voorkomen, niettemin, is
gebleken, dat in do kwetsbaarheid
van de tleelen, welke den stand der
w is j cl .stangen vaar een togen do spits
bereden wissel moeten waarborgen,
een gevaar schuilt, waarin hetzij dot/r
doelmatige- bescherming d'cr dcelcn,
hetzij door gewijzigde constructie
getracht-moeten worden te voorz
Ton slotte wil 't den Raad voorko
men, dat uit het lange tijdsverloop,
dat het telegram met het eerste be
richt omtrent het ongeval van station
Beilen naai- Groningen beloofde om
zijne bestemming t© bereiken,
wensdhelijkheid moet worden afge
leid aan telegrammen, ongevallen Ikj
treffende, den voorrang te geven bo
ven andere treint elegrammen, voor
zooverre althans dit zonder bezwaar
voor de veiligheid op den spoorweg
toelaatbaar is.
Als bijlagen zon gevoegd bij het
verslag der Staatsspoorwcgmaat-
schappij fotografiën van de iieschor
digde rijtuigen tegen verschillende
zijden gezien; bij het rapport van den
Raad van Toezicht verklaringen van
reiziger», van het spoorwegpersoneel,
van andere personen, schematisch©
voorstellingen en fotografische afbeel
dingen van verschillende sta nden van
wissels en van allerlei spoo'rwegmar
tericeL
PRINS HENDRIK OP JACHT.
Prins Hendrik, vergezeld van zijn
adjudant, den luitenant ter zee 1ste
klasse, <1en heer Bijl de Vroe. arri
veerde Dinsdagavond aan het slation
te Apeldoorn, van waar dc Prins zich
per auto naar het Paleis begaf. Des
nachts te 2 uur reed Z. K II. per auto
uit, vergezeld van zijn adjudant, den
opperhoutvester, den heer Tutein Nol-
thenius en den houtvester, den heer
T Bcijcr, voor een jacht op korhoen
ders in de omgeving van Loenen c-n
de Woeste Hoeve. Gedurende de laat
ste twee jaren was Z. K. H. door
rheumatische pijnen verhinderd aan
deze jachten deel te nemen. In den
vroegen morgen keerde het jachtge
zelschap op het Loo terug.
WONINGNOOD IN DEVENTER.
Binnenkort zullen B. en W. den ge
meenteraad voorstellen om van ge
meentewege over te gaan tot den
bouw van een complex van 314 arbei
derewoningen. Er zullen drie typen
gebouwd worden, n 1. 28 van 3 huur
per week, ongeveer 60 van /2.G0 en
pl in. 20 van f2.20.
Alle woningen krijgen twee flinke
kamera beneden c-n twee slaapkamers
boven, benevens nog een keuken met
uitbouw beneden. Het duurste type
zal drie slaapkamers krijgen,
BRANDEN.
Te Wijk (Maastricht) is het w inkel
huis in de Iloogebraeslraat, bewoond
door Brouwers, tot-den grond toe af,
gebrand. Een gi-oote voorraad klom
pen 'everdegoede brand Tof. Dc brand
schijnt ontstaan door het springen
van een gaslamp.
Verzekering dekt de -cliadz.
T© Enschede verbrandde bet
heerenhuis staande aan den Noorder
hagen, toebehoorende aan Mr. E. ter
Kuile en bewoond door S. Menko.
Gok de inboedel ging verloren.
Assurantie dekt de schade.
IIET NIET VLAGGEN TE ZAANDAM.
De Tel. meldt:
Het lid der Tweede-Ka nier, de heer
Bruin molkamp, heeft tot den minister j
van Binnienlandsche Zaken een drie
tal vragen, gericht in verband met
het feit, dlat to Zaandam op den ver
jaardag' van prinses Juliana van do
geineentegebouwen niet is gevlagd en
tevens naar aanleiding van bet door
B. en W. dier gemeente aangekondig
de voornemen, om het volgend jaar
op 1 Mei aan de onderwijzers der
openbare scholen vrijaf t© geven.
MINISTER TltEUB.
De minister van Landbouw. Nijver
heid en Handel, mr. Treub. heeft na
zijn terugkeer uit het buitenland, zijn
werkzaamheden hervat.
ONTROUWE POSTBODE.
De Tel. meldt:
Door d© politie te Venlo is gevangen
genomen en aan den officier van ju
stitie overgegeven do postbode P. Th.
H. P. lo Venlo, verdacht van verduis
tering van een aangeteekenden brief.
VERDUISTERING.
De Tel. meldt:
Als verdacht van verduistering van
gelden, tot de menage hehoorende,
is in voorloopige arrest gesteld de
fourier van I.. beboerende tot de de
pot-compagnie van het rog.ment in
fanterie te Assen.
EEN VREEMDE PLAATS VOOR
EEN VOGELNESTJE.
Aan de Binnenhofpoort bij het
Mauri tehuis bevindt zich een licht
bak der II. T. M. met het bekende
stopsein.
Een musschcnpaar hail nu, volgens
de IL Ct-, de brutaliteit, gaande door
een opening aan den bovenkant van
c-en paar cM. in dezen bak een nest
te bouwc-n.
Men vindt in dezen lichtbak 3 liclit-
aeriee, een voorsein met stopsein
voor de' tranis, komende van het
Plein eu een controle-sein dat inge
schakeld wordt voor dc trams ko
mende van het Binnenhof.
Deze liehtseries branden elk óén
maal in dc 6 minuten; dc vogels zijn
er schijnbaar niet bang voor.
Men ziet de lampjes van het con-
trólesein en eveneens van de 0 en
de P van Stop gloeien door het
gelnest heen.
De tramdirectie, die geen hinder
heeft van dit nest, laat het tot nu
toe stil zitten.
DE KONINGIN REGENTES IN
IN Die GESTRAND.
Het Soer. libld. deelt mede, dat bel
st. Koningin Regentes in liet dok is
gesleept.
Slechts de verf is ernstig bescha
digd.
Wat de oorzaak van het ongeluk be
treft, verneemt het blad. dat een lui
tenant ter zee tweede klas de schuld
is. die buiten weten van den comman
dant het schip 15 gr. uit den koers
deed loopen.
De schuldige komt voor den krijgs
raad, terw ijl de commandant vrij-uit
gaat.
STAKING.
Wc-dcrom bfak te Noordwijkerhout
eene staking uit onder de opperlie
den en metselaars van het in aan
bouw zijnde R. K. Krankzinnigenge
sticht. Dc werklieden eischen weer
toonsverhooging.
MISDAAD?
Op den straatweg Oldenzaal— Dene
kamp, nabij Oldenzaal werd Dinsdag
avond door een paar voorbijgangers
het lijk gevonden van een circa 23 ja
rigen Dnitschei', di© door ceii --eliot
in den slaap bleek gebood ie zijn. in
zijn nabijheid lag een nog gedeeltelijk
geladen revolver. Op het lijk, dat. naar
Oldeneaal werd vervoerd, werd nog
circa 10 Mark aan geld gevonden,
zoo meldt do Tel.
DROEVIG.
Dinsdagmiddag had te Katwijk aan
Zee een treurig ongeval plaats. De
ongeveer 4-jarige A. Kijgli was aan
het Prins Hendrikkanaal aldaar aan
het spelen met een bootje, toen hij
voorover te water schoot. Eenige kin
deren, die bij hem waren liepen naar
huis om hulp te halen. Toen na een
kwartier de hulp kwam, alsook de
geneesheer, kon deze niets anders
constateeren dan den dood. Wel wa
ren nog eenige teekenen van leven
te bespeuren toen de dokter kwam,
doch dadelijk daarop stierf het kind.
Het geval is des 1e treuriger, als
men weet, dat in de onmiddellijke
nabijheid visschers aan liet werk wa
ren die, indien dadelijk geroepen, het
jongetje gemakkelijk hadden kunnen
redden.
ONGELUKKEN.
De N. R. Ct. meldt:
Dinsdag is G. v. d. H. bij het schep
pen van vloedwater in de Nieuwe Ha
ven te Werkendam van de steen glooi
ing gegleden, en verdronken.
Het zesjarig© dochtertje van den
■wagenmaker O., te Boxum, is in de
Boxumervaart gevallen en verdron
ken.
GREEPJES.
46.
„DE RAZZIA IN HET TIJGERHOL'.
De nieuwste Nick Carter.
Hondend-zes-en-zestigste staaltje van
<tit genre van prikkellectuur.
Ondertitel: ..The great spy system"
(met <1© zeer letterlijke vertaling „Het
groot© spionnage systeem").
Ik heb er van genoten, en meen
door een korte inhoudsopgave ook
anderen ©enigszins in dat genot te
mogen laten doelen:
E e r s te Hoofdstuk.
Speelt op 't Witte Huis, in Washing
ton.
De ..bondspresident' heeft er Nick
Carter, den grróooten criminalist, ont
boden, en vertelt hem dat d© Japan-
sehe spion baron Mutushimi met z'n
vijftig handlangers nog immer in
Washington i», na den poets dien hij
(in ©en vorige aflevenng) Nick Carter
en een zeker Bondsstaat*-i Mark Hal-
lan hoeft geakken. Hij heeft helm na
melijk in een eenzaam huis gelokt en
een vloer onder hen laten verdwijnen,
zoodat z© in „een soort kelder" vie
len. Niettemin ontkwamen ze, en de
bondspresident commandeert Nick
Carter thans, den baron te nrrestee-
ren.
Ik zal mijn plicht doen! ant
woordt degroote criminalist met eene
vaste stem.
cede en derde Ho
tuk.
Nu
Ca rti
ontmoet in z n hotel
senator Dalian en boomt schrikkelijk
lang met hem, in den voorhal. Hij :s
inmiddels slim, zooals 't hem betaamt,
want hij laat zich expresse!ijk over
z'n planner, uit, terwijl hij weet dat
van de straat af Mutushimi'» ver-
rajers hem beloeren. Dit zou voor
ierier ander don Nick Carter een ge
vaar wezen, want genoemde heeren
verslaan uitnemend de „üptaoi". (Dit
is de kunst, om iemand tot op 'n kilo
meter afstand de woorden van dc lip
pen te lezen
Het slot van 't gesprek is. dat
beide hoeren besluiten om Mutushimi
plus de andere vijftig schurken in*
Stante]ijk te gaan vangen.
Vierde Hoofdstuk.
Nick Carter en Mark Hallun op
stap". De laatste deelt den eerste uk>-
de: „dat hij een veelbelovend jong-
mensch is, die het vuistdik achter z ;n
ooren heeft".
Nick ls met deze loftuiting zeer ge
coiffeerd. Het blijkt bovendien dat
hij een secuur broekje is, want hij
heeft z'n kapitaal in buizen belegd,
en stapt nu mei z'n partner naar twee
zijner perceelen, die aan.ongebouwd
zijn, toe. De speurhonden van „den
geelhuidigen schoft' volgen hen in
middels. Door tijdig optreden vail
5fick assistent Patsy pikken re ei ui
passant éen in, cn Patsy hr.-ngt 'ra
vast naar de bedoelde perceelen.
Do beide heeren ontkomen nog ©ven
aan den aanslag van een mes en war
per iook al een satelliet van den ..met
alle wateren gewasschen vos" Mutus-
liimi) komen in Nick's huizen /n
wachten daar met de helpers Chirk on
Patsy de bende van den baron op, d.o
den gevangene komt opeisclien.
Zij arriveert spoedig, en met snij
dend schorpo stem roept Mutushimi:
„Voorwaarts, mannen! Loopt de dour
in!"
Vijfde Hoofdstuk.
Mutushimi c.s. rammen de deur
niet een paal in stukken, na een be
hoorlijke voorafgaande sommatie.
Met een tevreden glimlach kijkt de
detective vau i portaal omlaag, cn
ziet veertig vei zaaiers binnenkomen.
Als ze den trap bestijgen weei klinkt
plots een gehuil, alsof de bewoners
van alle gekkenhuizen c-en samen
komst houden. De trapleuning is go-
electi iseerd, en de stroom houdt do
handen van alle veertig spionnen
vast.
Pijn, jammer, schrik, ontsteltenis.
D© senator grinnikt.
Mutushimi is aan den geélectri-
seerden deurknop geklemd, maar hij
werpt zich met een ongehoorde in
spanning achterover, springt me! een
reusachtigen zet weg en eclipseert!
Zesde Hoofdstuk.
De veertig spionnen worden aan
handen cn voeten gebonden. Patsy
neemt op zich, om den luitenant van
Mutushimi alsnog binnen t half uur
in te pikken.
ZevendeHoofdstuk.
Do luitenant is gepakt. Hij is een
Franschinan en voelt onverholen haat
tegen Patsy, ofschoon hij zich ver
baast dat dio zoo goed Fronsch
spreekt. Met behulp van de elect
scermachine wordt deze verraaiei
er toe gebracht, z'n meester méde te
verrajen.
Achtste Hoofdstuk.
Nick Cartel-, Mark Ha 11 an, Chick
en Palsy ontdekken Mutushimi's huis.
Het heeft (tusschen twee haakjes ge
zegd) onpractische schuifvenstere. De
baron ligt ziek in bed ©n gravin (.lur
ry (óok een verraieres'j past m' op.
Haar gelaat draagt de sporen von
vergoten tranen. Ze expliceert den
heeren, dat Mutushimi op sterven
ligt. Toen hij zich van den deurknop
losrukte, kreeg hif zóó n hevigen
schok, dat waarschijnlijk inwendig
een bloedvat is gesprongen. Nu ver-
bloedt-ie (eveneens inwendig).
Nick Carte rgelóoft dit zeer medisch
betoog, wil don zieken baron niet ver
voeren en laat 'm door Patsy bewa
ken. Hij gaat nog even enkele ontbre
kende spionnen pakken.
Negende Hoofdstuk.
De groot o criminalist redt Patsy net
bijtijds uit het brandende huis van
Mutushimi. die hcelemaal niet ziek
was en met gravin Cherry is verdw -
nen, nadat hij den jongen detperu
heeft bedwelmd met het vel bek*: tul©
Japansche droompoedcr. Inmiddels
zijn nog door de andere heeren een
negental spionnen :n bet tijgerhol
(waarvan we niet vee! hoc.ren) gear
resteerd.
Alleen Mutushimi en dc gravin zijn
nu nog zoek....
D© volgende aflevering (nr. 167) be
vat:
Ik koop 't ding vast!
FEUILLETON
Men zag het hem direct aan, dat hij
Uit een wereldstad als Berlijn kwam
In stilte benijdde Fritz den nieuwen
volontair dan ook wegens dezen cluc
Zijn eenvoudig, grijs zomercostuum
kwam hem opeens tamelijk gewoon
tjes voor. Als landbouwer kon hij zich
dit fijne heertje evenwel moeilijk den-
keu. In kaplaarzen en een. oud jasje
moest de „knappe Stanislaus" er ze
ker bespottelijk uitzien. En dit zacht
geurende parfum paste evenmin bij
vee- en stallucht.
Fritz glimlachte bij deze gedachte
Om een gesprek aan te knoope-n,
vroeg hij dan
U wilt den landbouw praclisch
lecren, meneer von Prokowski?
Ja.
Is u al eens op ccn groote boer
derij geweest?
Ik ben op 't land opgevoed Mijn
ouders hadden een landgoed in Wee'.-
Pruiscn
O, dat is wat andcis. Dan kent
u hot landleven
Prokowski glimlachte weemoedig.
Dat is al een tijdje geleden,
meende hij Dc laatste jaren hebben
wij te Berlijn gewoond.
Daar was u ook in betrekking?
Ik ben nooit in betrekking ge
weest ik heb ©en hartkwaal.
Ach, dat spijt me. Nu, zooiets
wordt mettertijd beter Het leven op
't land in de frissche lucht zal u goed
doen
Jk hoop het, antwoordde Pro
kowski zacht en staartje mistroostig
voor zich uit.
Het gesprek stokte weer. Fritz
Born vond, dat de „knappe Stanis
laus" toch wel wat. kortaf was. Hem
scheen deze rit door liet echo one, ro
mantische Wiesendal in hot minst
niet te bevallen hij zag in bet ge
heel niet naar de prachtige omgeving
en zuchtte somwijlen.
Waaraan bij wel dacht?
Fritz liet de vossen de zweep voe
len. zoodat deze hun eneLsten loop
aannamen
Prokowski klemde zich aan de kan
ten vast.
- Rijd toch niet zoo woest, zeidc
hij wrevelig.
Dat beteekent nog niets, lachte
Fritz Dan moet u eens met freule
Erika rijden. Die rijdt over lieg en
steg.
Ik dank voor zoo n plezier.
Wederom verzonk Stanislaus in
een doffe droomerü en daar Fritz
geen lust had, het gesprek opnieuw
te beginnen, werd de verdere weg
naar het slot II am bach stilzwijgend
afgelegd.
Eerst toen men het fraaie, oude
kasteel en dc naast© omgeving zag
liggen, ontwaakte Stanislaus uit zijn
stille mijmerij cn richtte zich oj>. Zijn
gelaat helderde op. Duidelijk las men
de gedachten op zijn gelaat.
Nu, in dit kasteel is het wel uit
te houden, dat wordt niet zoo erg, als
ik wel gedacht heb.
Toen Fritz naar de reutmeesters-
wouing wilde rijden, waar do nieuwe
volontair immers wonen zou, wenkte
do baron van het bordes, dat hij daar
zou voorrijden.
Dat was voor Stanislaus reeds een
heelc genoegdoening. Dit gevoel nam
nog toe, toen de baron hem vriend
schappelijk de hand schudde en naar
<1e -salon zijner vrouw bracht, waar
de barones hem allerminzaamst be
groette.
Ik verheug me zeer, den zoon
mijner vriendin te zien. zei ze met een
lieftalligcn glimlach. Ik hoop. dat
het bij u ons zal bevallen.
Ik beu er van overtuigd, barones,
antwoordde Stanislaus zacht en kuste
de tcere hand der barones.
Dit is onze dochter Erika, stelde
deze daarop het jonge meisje voor,
dat totnutoe half verborgen achter
een bloementafel had see taan en den
„knappen Stanislaus" inet een crili-
echon blik gemonsterd had.
Prokowski boog onberispelijl'. In
zijn donkere oogen schitterde hc-t,
toen hij het lichtelijk blozende, fris
sche gelaat van Erika zag, doch
slechte een oogenblik De donkere
leden zakten dan weer, zijn gelaat die
eenigszina zwaarmoedige uitdruk
king gevend, die zoo interessant
maakt.
Ik Jioop, dat u beiden vlijtig zult
musiceeren, zei de baronea. Uw ma
ma schreef, dat u uitstekend viool
speelt.
Mama overdrijft, maar ik stel Die
gaarne ter uwer beschikking. Wat
speelt de freule liet liefst, Beethoven
Chopin?
Dat is iue geheel onverschillig,
antwoordde Erika lomp.
Er is toch onderscheid tusschen
deze beiden.
Neemt u me niet kwalijk, onder
brak dc ba'ron deze muzikale uiteen
zetting, wanneer ik een prozaïsche
vraag doe, meneer van Prokowski.
Hebt u al gegeten?
Ja, dank u, ik heb inden restau
rfttiewagen gedineerd
Mooi Dan drinkt u een kop
koffies met ons op de veranda. U
behoeft u niet te verkleeden, we leven
hier vrij. We hebben met opzet een
uur met de koHie gewacht.
U is wel goed.
Men begaf zich naar de veranda,
waar den nieuwen volontair nnss
Baylay, de gouvernante van de doch
ter des huizes, werd voorgesteld.
Miss Baylay was ongeveer \eert-g
jaar. Zij was hier reeds vijftien jaar en
had de opvoeding zoowel van de oud
ste dochter, die reeds met ritmeesïer
von Ilartleben gehuwd was, als die
van Erika geleid. Zij was slank, mat-
blond, had blauwe oogen en droeg het
eenvoudig gekapte baar in een klei
ne wrong op het achterhoofd Haar
kleeding bestond uit een grijze, tot
den hals gesloten japon, met witten
boord en manchetten. Overigens was
zij een trouwe, door en door eerlijke
ziel. die Ietwat dweperig was aange
legd.
Met stijve gratie schonk zij koffie
in, terwijl een bediende sandwichs en
koekjes presenteerde Hier was 't wel
uit te houden, constateerde Stanis
laus voor de tweede maal.
Hij moest do barones van zijn moe
der vertellen, wat hij mot zwaarmoe
digheid en medelijden in zijn stem
deed; zijn ariue mama bad bange
tijden doorgemaakt.
Nu gaat bet haar beter, voegde
hij er bij. Zij heeft tenslotte uit de
ruïne van ons vermogen nog ©en
klein deel gered, dat haar voor direc-
ten nood behoedt. Mijn zuster heeft
bovendien een benoeming tot lecra
re© in 't Franech aan een instituut
aangenomen.
Dat doet me plezier, antwoordli j'
de barones hartelijk. Voor u zi.ü u
we ook wel wat goeds vinden, wo.J
eerst maar weer goed gezond.
Jo, en leert u maar flink. vo. g-
de de baron cr vrij koTluf bij. wat
hem een bcstraffenden blik zi;r:;r
echtgcnoote op den hals haalde.
Ik 2a! u naar uw kamer brengen
Stanislaus beschcids:-. /.ijn wiii.;:e:s
weer neerslaande.
De baron hield hem een kistje inct
Sigaren voor. Wilt n rookeii?
Dank u als u me vergum :;ri
sigaret aan te steken
O, zeker, daar staan sigarelRs
Stanislaus stak een sigaret aa-i en
Erika zog tot haar verbazing, ho-- lijj
den rook inzoog en eerst na een ppo.-?
weer uitademde.
Zij nam zich voor, dal kunstmiddel
in 't geheim ook eens te probcercrt
Ik zal u naar uw katner brengen
en u aan rentmeester Grup© voorstel
len, die uw leermeester in alle land
bouw aangelegenheden zal zijn zei de
baron, opstaande. Ontbijt en soup-1
krijgt ii op uw kamer, 's middags en
's avonds eet u bij ons, om half een en
om half zeven; een kwartier tevoren
luidt de gong, opdat u u kunt kleed a.
Ie u klaar?
Tot uw dienet, baron.
fWordt vervolgd