RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD ZIJN ER ZOO? (In eene groote stad). Eerste week. liet 'biuiis naast ons staat te huur. Ik wil hopen, dat het niet lang zal blijven leegstaan. Tweede week. Er komen nieuwe menschen in, Bekker's. Geloof dat t heel nette lui zijn. Mijne vrouw hoor de mevrouw Bekker al noemen op de jour van hare vriendin Van Stave- 'xen. Derde week. De Bekker's aange komen. Mooi meubilair. Mevrouw Bekker ziet er wel gedistingeerd uit. Zag Bekker. Liep ham tegen het Lijf en wou hem aanspreken; bij nader inzien beter van niet Vierde week. Dacht er aan, een3 hij Bekker in te loopen; mijn vrouw- vond dat het nog te vroeg was. Zijn nog niet op orde. Over 'n paa'f weken zou 't wel gaan. Vijfde week. Vreeeelijk druk. Konnis met Bekker gemaakt in de soos. Gezegd, dat wij hen spoedig eens zouden komen zien. Hij zei, dat het hun zeer aangenaam zou zijn, ons te ontvangen. Aardige ke rel. Zesde week. Iedere dag deze week bezet. Zevende week. Mijne vrouw ontmoettte mevrouw Bekker. Zei, dat wc, zoodra maar eenigszins doenlijk, zouden komen. Maakt het hoofd mij warm. lloe kan ik visites maken, als .ik iederen dag wat dringends te doen lu|b. Vrouwen zijn zoo onredelijk! Achtste week. Mijne vrouw be toogt, dat we toen eindelijk eens naar de Bekker's moesten gaan. Als we 't nu niet deden, konden we liet wel laten. Wijfje gevoelde zich niet lekker; kon nu onmogelijk uitgaan wachtte trouwens zelve bezoek. Mij boos gemaakt. Heeft geen flauw besef van maatschappelijke verplich tingen. Negende week. Bekker vandaag tegengekomen. Vond dat hij wat stijfjes terug groette. Tiende week. Wijfje mevrouw Bekker onnioet. Mevrouw Bekker was erg koel, zeide zij. Of zo wel zoo heel gedistingeerd zijn?... Desniette min moesten we hen to oh gaan ver welkomen; tet is altijd van waarde, goed te zijn met je naaste buren. Ei'fde week. Vast en zeker afge sproken, Zondagmiddag de Bekkers een bezoek brengen. Belet vragen? Neen ja neen nu niet; zoo stijf. Doen maar. Juist als mijn vrouw eindelijk gekleed is, gaan de Bekkers de deur uit. Toch maar aanschellen en ons kaartje pous- seeren! Dan was het achter den rug. Wijfje beslist er tegen ze zouden t héél kwalijk kunnen nemen. Twaalfde week. Mijne vrouw aa-n t verstand gebracht dat het beste was, wanneer zij maar eens naar mevrouw Bekker ging en ik mij liet verontschuldigen. Zij kon dan uitleg gen, hoe let door een samenloop van omstandigheden gekomen was en zoo. Waarom ik dat dan niet ging zeggen ja, zie je, dat kon wijfje beter doen dan ik heeft meer tact. weet je allicht zou ik iets zeggen, dat Mijne vrouw wil er niets van weten. Dertiende week. De Bekker's laatst ontmoet bij de familie Smit. Zeiden tnm, dat wij wilden hopen dat zij t niet euvel zouden duiden overladen geweest met drukte en vrceselijk veel visites en oponthoud van allerlei aard, maar nu bepaald en zeker: onverwijld zouden we ko men. En mevrouw Bekker gaf ten antwoord, dat ordinaire mensch: ja, t is dan ook best te begrijpen als je zoo vlak naast mekaar woont! Dat zegt men zoo niet, in zekere krin gen. Men flapt maar niet alles uit wat men denkt. Wijfje kreeg een kleur als een pioenroos; ik deed als of ik liet niet gehoord had, die im pertin en tie. Veertiende week. Bekker tegen gekomen vandaag; zag me niet. Wijfje zegt van mevrouw Bekker t zelfde. Ga er nu voor geen geld van de wereld meer heen. Vijftiende week. Bekker dood verklaard. Wijfje het zelfde mevrouw Bekker. Bestaan niet meer voor ons. Wettige zelfverdediging. Toch vervelend, als je vlak naast de deur woont. Als we er eens dadelijk heenge gaan waren, toen ze ons konden ont vangen Raadsels (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens en meis jes die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen dor kinde ren, die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in hot vol gend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen cn op de netheid van het werk. De raadselprijs voor de maand Mei is bij loting ten deel gevallen aan ANNIE LAM, dio hem Woensdag 10 Juni, tusschen 1 en 2 uur, bij mij mag komen afha len. 1. Jngezonden door Corrie Mooij. Met een Z ber. ik oen bekend man uit de Vaderlandsche Geschiedenis, met een H eveneens. 2. (Ingezonden door Marxaret.lia v. Baardwijk). Mijn 1ste is een verkorte jongens naam. Mijn 2do is een klinker. Mijn 3de is eer. deel van een scliip. Mijn geheel is een plaats in Rus land. 3. (Ingezonden door Mientjo en Paulientjo van Ainstel). Vervang de puntjes door medeklin kers, zoodat ge een bekend spreek woord krijgt. .ie .e .,..oe. .a.., e. o. e. aa 4. (Ingezonden door H. v. d. Hnar). Ik ben een spreekwoord van 19 let ters. Een 13. 1, 2, 17 zit aan een ketel. 6, 7 is een lengtemaat. Aan een bezem is een 4, 3, 6, 6. 7. De 7, 6, 11, 12, 13, 6 is langer dan de breedte. In een 9, 10, 11 loopen kippen. 14. 15 is niet op. 8, 6, 7 is aan de deur. Een 16, 17, 13, 19, 17 is van hout. 5. (Ingezonden door M. en C. van Caalen). Vervang de puntjes door medeklin kers, zoodat ge een zeer waar gezegde krijgt. aa.e .i. .a..aa. .o..e .ija.o. .ui. 5. Co da TeT.da. Coen-diUla. 6. Wie als vriend hier binnengaat, komt nooit te vroeg, maar steeds te laat. 7. Maag, den, brug. Maagdenburg. 8. Meester. Anna. Amsterdam. T oren. 9. Hei-mond, Helmond. 10. Al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt liaar wol. 11. Marie. In Cent Rood. 21UK. Chocola. Olifant. Oor. Plaat. 12. Poortugaal, Portugal. Goede oploss ngen ontvangen van: W. G. van Donselaar 7. Calo Smink 8. Aafje Francken 12. Johanna Franrken 12. Dora Mulder 11. Christina Boe-n ans 10. Truus Jansen 9. M. en P. van Arrstel 11. Christina v. d. Laag 6. Lena Koel ev eld 12. Cato Piet 11. Marie Piet 11. Trijntje Tromp 7. Jan van Zijtveld 8. Marinus Hessels 7. Boichviooltje 6. Duinviooltje 6. Arm ie Lam 11. S. Vermal'rnesi 6. B. Verzon,men 6. Jom de Vries 6. Crocus 6. Vergeet mij nietje 11. Ferdinand Waage 11. Duimoosje 11. N. Segerius 7. Joh. Segerius 7. M. en C. Caalen 11. Corrie Mooij 9. Madeliefje 11. Sneeuwklokje 11. E. van Viegen 10. T. Kramer 9. J. Kramer 9 L. Jvramar 9. J. Rozenhart 9. Hyacinth 11. J m de Boer 9. C. Willemsen 8. STRIKVRAGEN. 1. (Ingezonden door C. van- der Reep). Welken looper legt mem niet op den grond? 6. (Ingezonden door Cyciamo). Ik ben een delfstof van 7 letters. 4, 5, 6 is een metaal. 4. 5, 6, 7 is een verkorte meisjes naam. 1, 2, 3, 4 is niet bol. 2, 5, 6, 7 is ook een verkorte meis jesnaam. 1, 2, 7, 6 maakt men voor de vacan- tie. 7. (Ingezonden door Marie von Schagen). Mot k ben ik een lichaamsdeel. Met n een meisjesnaam. Met v niet weinig. Met h niet half. 8. (Ingezonden door Krekel). Ik besta uit 11 letters en ge vindt me in alle steden. I, 6, 7 ia in elke keuken. 4, 2, 11 is een insect. II. 10, 9. 3 is een schoone bloem. 5, 6, 8 is een huisdier. 9. Jngezonden door M. Hessels). Wat leest ge hieruit? utelsilzge. 10. (Ingezonden door G. Grunded). Met mijn 1ste schrijft men, mijn 2de dient tot berging van mijn lste. Mijn geheel staat op iedere schrijf tafel. 11. (Ingezonden door de Witte Bieon). Ik ben oen groot dier, verander mijn 2de letter en ik ben een klem dier. 12. (Ingezonden door Dora Heese mans). Mijn geheel is een plaats in Tur kije van 3 letters. 5, 8, 7, 4 is een jongensnaam. 1, 4, 3 is een zarignoot. 1, 2, 3, 4, 5 is een mooie kamer. Met een 3, 2, 1, 1, 4 vungt men in Z.-Amerika paaiden. Een 7, 2, 5, 4, 5 gebruikt men in den oorlog. Het tegenovergestelde van vast is 3, 4, 1. Raadseloplossingen Do oplossirgen van do raadsels dor vorige week zijn: 1. Kleine potjes hebben ook ooren. 2. Bari, Bali. 3. De tijd gaat snel. gebruikt hem wel. 4. Stoof-peer, Stoofpeer. 2. Juffrouw, mag ik Doorlje even spreken? .Neen, Doortie is niet te spreken, wie Doortje wil spreken rnoet 3 wib te deurtjes door. Ra, ra, wat ls dat? 3. (Ingezonden door M. en C. Caalen). In Zaandam is een schoolmeester, die niet lezen en niet schrijven kan en toch onderwijst hij de jeugd. Hoe kan dat? 4. Waarom is paal mannelijk en straat vrouwelijk? 5. (Ingezonden door Cyclame). Hoeveel sneedjes kan men van een 2 pondsbrood snijden? 6. (Ingezonden door M. en P, van Amatel). 6. Welke overeenkomst bestaat er tusschen een berg en uw neus? 7. Waar kan alles to? 8. Welke tor is geen insect en vliegt toch over den weg? 9. Ik heb velden zonder vruchten, zeeen zonder schepen, steden zonder bewolking, bergen zonder hoogte, en toch bevat ik de gansche aarde. 10. Welke vogels slaan, zonder iemand leed te doen? De oplossingen der begraven plan ten van de vorige week zijn: 1. roos. 2. palm. 3. sla. 4. appel. 5. peer. 6. kers. 7. bes. 8. rijst. 9. tulp. 10. den. Goede antwoorden ontvangen van: Christina Boesnans 10. Dora Mulder 10. Johanna Francken 9. Aafje Francken 8. Cato Smink 10. W. G. van Donselaax 7. Marinus Hessels 10. Jan van Zijtveld 10. Trijntje Tromp 10. Marie Piet 10. Cato Piet 10. Lena Koel eveld 10. Truus Jansen 10. Christina v. d. Laag 10. M. en P: van Amstel 10. Du in viooltje 10. Boschviooltje 10. Crocus 10. Jom de Vries 10. B. Vernimmen 10. S. Vernimmen 10. Annie Lum 10. L. Kramer 10. J. Kramer 10. T. Kramer 10. E. v. Viegen 10. H. van Viegen 10. Sneeuwklokje 10. Madeliefje 10 Corrie Mooij 10. M. cn C. Caalen 10. Joh. Segerius 9. Duinroosje 10 Vergeet mij nietje 10. Hyacinth 10. Jan Rozet hart 10. C. Willemsen 10. De nieuwe Wed trijd We hopen allemaal, dat de maand Juni vele nvooie, zonnige dagen geven zal en omdat daar toch in ieder ge val wel een beetje kans op is. wil ik niet veel vrijen tijd van ju Ui© vru- gen voor den wedstrijd. Ik krijg te genwoordig nox al eens een verzoek van een raadsel vriendje of -vriendin netje om een eigen gemaakt gedicht je in de Rubriek te willen, zetten. Da' bracht me op een idée. Deze wed strijd vraagt van jullie -en gedicht je, dat als titel beeft: „De sluitzegel". Ieder Haarlemsch kind heeft voor zichzelven of voor zijn kennisjes sluitzegels verzameld of verzameld ze nog. Wat hebben jullie er wel om gehold, om er één enkele machtig te worden- Een duw of een stomp of een trap op je voet, wat kan dat schelen, als je dat dierbare papiertje maar kreeg. Misschien is die heerlijke her innering m staat je dientader te la ten vloeien. Ter verduidelijking van wat ik meen, zal ik je een enkel voorbeeld geven: DE SLUITZEGEL. In later jaren. Zal er misschien niemand meer slurtzegels sparen, Maar nu is het zeker en gewis, Dat een sl uitzeg el toch iets heer lijks is. Ik verlang geen groot ge dicht. Met een 4-regelig versje ben ik al tevreden. Wie echter ineer op zijn hart heeft, mag hel gedicht natuur lijk grooter maken. Op iedere 5 mzendeis loof ik een pr.js uit en wel dat mooie zangboek: „Kun je nog zingen, zuig dan mee". Dat boek draag je mee in je blouse of in je zak. als je, 't zij met de huis- genooten, 't zij met de vrienden er op uit trekt. Dan laat je boven op een duin of midden in 't bosch die mooie llollandsche liedjes weerklinken, die liedjes, die oud en jong kunt, en die heel wat mooier zijn dan de straat deunen van Janus en Mina. Zkooo, doet allen je best! Daar ik je dezen keer met in afdeelingen splits, is het wel zaak, dat naam èn leeftijd onder de inzending staan, want natuurlijk wordt de leeftijd in aanmerking ge nomen. 't Is zeker onmoodag te zeggen dal de prijswtoners die reeds zoon dichtbundel mochten bezitten, me eon verlanglijstje met andere wen-chen mogen sturen. Vóór Donderdag 18 Jnui moeten alle inzendingen in mijn bezit zijul HARTEN ADEL. (Vervolg.) Hij ziet het kleine meisje op d« zwarte pony en verlustigt zich in dien schilderachtigen aanblik. Het kan niet bij hem opkomen, dat de kleine freule van het kasteel, op dit uur, zonder geleide uit zal gaan In vollen galop rijdt de zwarte intusschen op het hek aan. „Ze wil er over," denkt de dagloo- ner en hij wenkt haar terug te gaan, haar paardje in te houden, te laat reeds is het dier bij de heg, dan o, o, daar sohrikt het. waarvan? Misschien van den zonderlingen aioridgloed, die hel paard wel ver blindt maar niet verlïoht. Wellicht ook van de heining, die in het sche merdonker als een spook het dier aangrijnst. Wat er ook van zij, het paard sohrikt, staat bijna kaarsrecht omhoog, maakt een zwenking, stei gert nog eenmaal en maakt dan den gevreesden sprong. Doch, helaas, zon der berijdster. De daglooner wordt het schrikkelijke van het oogenblik eerst gewaar, als hij het prachtige paard in vollen galop aan de overzij de van de weide ziet. Bijna oogenblik- kelij'k staat hij naast do verongelukte. Op den doorweekten bodem tusschen liet hoogo gras, ligt de kleine Ester. De laatste avondstraal verlicht een doodsbleek, verwrongen gezicht met wijdgeopende oogen, waaruit het le ven reeds sohijnt geweken te zijn. Doch niettegenstaande dat alles her kent de daglooner de jonge freule cn een booze gedachte welt In hem on. /.ou hij nu zijn dochter ook laten sterven, zonder hulp, zonder laatslen - toet aan haar vader, gelijk de baron 'in jaar geleden met zijn zoon had „L'daan. Doch bijna gelijktijdig neemt hij den lieven last op zijn sterke armen en ijlt er mee naar zijn huis, waar zijn vrouw met de uiterste zorg de kleine Ester verpleegt Doch helaas, het bewustzijn keert niet weder. Ze legt koude compressen op het voor hoofd, maakt de kleederen los. doch geen geluid, geen zucht doet vermoe den dat de levensgeesten nog aanwe zig zijn. Dan eensklaps slaat ze de oogen op, doch ze ziet alles werktui gelijk. De reeds lang gespannen ze ntiw<en lossen zich op in ak lige koortspiuuitasieen. Ze wil op springen, om hulp roepen, doch ze kan niet, de rand, die de dagloon ers- vrouw in de tiare houdt, wordt al Koudei' en kouder. Intusschen is op „het kasteel alCes in rep en roer, liet ctianstpetrsoneel loopt den geiieelen omtrek af. De ha rou loopt ais radeloos door de gan gen en kamers, doch Ester is weg en blijft weg. Intmsschen is de daglooner met de kleine Ester zorgvuldig in oen wollen deken gewikkeld, op het kasteel aan gekomen, aanstonds wordt bom den kostbaren last door de bedienden af genomen en als hij terugkeert zon der aan eenige belooning te denken, doorstraalt hem een heerlijk gevoel van vreugd, doch vermengd met smart als hij denkt, hoe hij een jaar geleden ook dien weg ging om hulp voor zijn zoon. Do slaapkamer van Ester ia door den baron in een prachtige zieken kamer 'Derschapen. Een zachte at mosfeer doet de binnenkomende pret tig aan. Purperglans valt tooverach- tig over de zijden muurbehangsels. Intlisah tapijt, zacht als verech ge plukte rozenblaren, ligt op den vloer en voorkomt bet hoorbaar loopen. Wat is echter al die pracht voor de arme zieke, die iu sneeuwwit ge waad beweegloos op de kussens ligt? Nog staren de halfgeopende oogen de omstanders wezenloos aan. De tooro witte handjes liggen gebald op bet donzige dek. Het goudblonde haar hangt krullend over de schou ders. Do bekwaamste doktoren staan aan haar ziekbed en de baron zelf zit bij de logersponde van zijn lieve ling nog bleek er en ontstelder bijna dan de arme zieke zeil. Sinds men liem zijn dochtertje zóó thuisgehraci.a heeft is hij dezelfde niet moer. in liet eerst had hij geweend, hij de trot se he, hardvochtige baron had ge weend, zooals hij wellicht sinds zijn kinderjaren niet gedaan had. „Mijn lieve Ester, mijn zonnig kind had liet hartverscheurend geklonken. Doch die tijd is voorbij en als gebro ken zit 'hij dag aan dag aan 'bet bed je van zijn kind, en gunt zich nauwe lijks de noodige rust. Zijn geweten is ontwaakt en steeds moet hij deii'ken: „Zou dit de straf zijn, omdat ik mijn hulp heb geweigerd aan een dag".oo- nerskind, dat ste'rvend was. Do winter is baast verstreken, slechts hier en daar tegen bescha duw de glooiingen hangen nog de overblijfselen van een sneeuwlaag, thans vuilgrijs geworden. Uit het zuiden komen warme luohtstroomen als blij voorspellende lenteboden en de vink staat reeds vroolijk op de takken der beuken en berken, die de eerste knoppen beginnen te ver toon en. Dat vogelenlied klinkt door de half geopende vensters der zieke- kamer. Het is er ijzig stil. Geen won dei', zoo juist is uien met de operat-o van de kleine Ester begonnen. Angstige somberheid heerscht al om. De be dien deai sluipen op huu teenen door het huis. Geen deur hoort men open, noch dicht gaan. De baron loopt op de waranda, on rustig lieen en weer. Uren verloopen, geen woord wordt gerept. De baron verkeert in de grootste spanning, het wordt bijna onhoudbaar. Daar wordt eindelijk de deur der ziekekamer ge opend. De baron snelt toe en de dok toren reiken 'hiem de hand. „Mijn hartelijke felicitatie heer baron'zegt een hunner. „Het is meegevallen. Als 's hemels zegen ons bijblijft zal uw dodhtertje na verloop van eenige weken haar ziekbed kun nen verlaten." Als iemand van vreugde zon kun nen sterven, bad de baron deze oo- geiiblikken zeker geen minuut over leefd. „En aan wien dank ik de redding van mijn Wnd," vroeg de baron, een vorschenden blik op de doktoren wer pend. „Als zij niet dadelijk na het onge val zulk een goede verpleging had genoten, was onze kunst machteloos geiweest", was het antwoord. Nog dienzelfden dag kwam de red der van de kleine Ester op het kas teel. De brave daglooner is schier verbluft als hij de weelde om zich heen ziet- Doch nog verbliufter is hij, als hem door den baron hartelijk Je hand wordt geschud en v.ein do groot ste loftuitingen worden toegezwaaid en een soort van smart, jaloezie zou men het kunnen noemen, maakt zich van hem meester, als hij de'vréugde ziet van den vader, die zijn kind ge red ziet door zijn hulp en dao zelf zijn kind zonder r.ulp heeft loten stenen. „En wie is wel de redder van mijn kind vraagt de baron eindelijk. Nu is de brave daglooner zich bij na geen meester rncer en hartstoch telijk klinkt het van zijn lippen: „Het is dezelfde, wien ge een jaar geleden uw hulp hebt geweigerd, toen zijn zoon lag te sterven." De baron schrikt, dan eindelijk klinkt het nauw hoorbaar: „En, en gij reddet mijn kind, gij zijl edeler dan ik, 'hoe zal ik U dit ooit kunnen vergelden?' De trots van dein baron was gebro ken, hij is een zegen voor de dorpe lingen geworden. Hij heeft geleerd, dat de ware adel niet ligt in stand of rijkdom, maar in den adel des harten. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van do Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Me vrouw BioaibergZeeman, Bloemhofstraat no. 5, Haar lem.) In de bus gooien zonder aanschellen! NARCIS. Wat was ik blij je be- kead kriebelpootje weer eens to zien, maar wat speet liet me, dat ongesteld heid de oorzaak was van je stilzwij gen! Hel zomerzonnetje zal je gene zing moeten brengen en ik wil hopen, dat het spoedig je koesteren zal. Je versje vind ik heel lief en het krijgt spoedig een plaatsje. Jij in 't bizonder hebt in deze weken ervaren, dat eigen haard veel meer waard is dan goud. Tot mijn spijt heb ik je gedroogde Narcis met ontvangen. Ik fioop spoe dig te vernemen, dat je weer de oude bent. Vele groeten van de meisjes weerom. CHRISTINA B. Ziezoo, nu ls je wensch vervuld en je kunt weer aan een nieuwen wedstrijd beginnen. Ja, sommige raadsels zijn voor jou, klei ne meid wel eens wat moeilijk. Maar je moet maar zoo denken: te jong is een kwaal, die alle dagen betert. LENA K. Ik hoop, dat de prijs naar je zin is. 't Is een heel mooi boek, waar je om lachen en huilen kunt Maar 't laatste moet je maar niet doen hoor! AAFJE F. Je moet eon heel eind loopen naar school, inaar dat is wel gezond en ik stel ine daarom voor, dat je eene stevige meid met roode wan gen bent. JOHANNA F. Je raadsels zijn goed. Is de wedstrijd naar je zin? CATO S. 't Is een mooi verhaaltje, hè, vooral voor groote meisjes. Blijf maar goed je best doen, dan komt je naam ook wel eens in de courant als prijswinster. MI ENTJE en PAULIENTJE v A. 't Zal me benieuwen, hoe of je den at las vond. En ik ben zon blij met jullie prachtige bloemen. Ik bedank er je hartelijk voor. 't Is tocli te hopen, dat het gauw'zacht weer wordt oui te zwemmen. KLAAS V. Je mag meedoen, hoor! Ik vind je al een flinken jongen, omdat je al zulke nette briefjes kun schrijven. Jij bent de baby van de Rubriek. Leuk, hè'? CATO P. Jij moogt ook meedoen! Marie is zoon knappe raadselvrien- din, die zal je wel goed kunnen hel pen. TRIJNTJE T. Iedere week behoeft je ze ook niet te hebben. Ik kan heel goed zien ,dat je je best gedaan had. En dat is al een voornaam ding. JAN VAN Z. Vind je het boek niet mooi? Wat leuk. dat Christien v. d. L. naast je woont. Misschien kunnen jullie dan wel eens eikaars boeken lee nen, dan heb je twee keer wat moois te lezen. SNEEUWKLOKJE. Dat was een lange brief hoor! Ik geloof dat jij dé halve bloemenmarkt hebt leeg ge kocht. I)e Pinksterdagen waren wel heerlijk voor je. Nu is de pret voorbij, dat is waar, maar de herinnering aan 't genotene blijft bewaard misschien nog heel, heel lang. Je begraven plaat sen zijn goed. WOUTER D 't Deed nie genoegei iets van je te hooren. Nog wel gelul gcweuscht met je 14den verjaardag Ja, 't is hier heel wat mooier dan in A,, vooral in dezen tijd. Ik neem het je niets kwalijk, dat je zoo lang wachtte met schrijven, maar nu hoop ik, dat j« geregeld mee blijft doen. DUIN VIOOLTJE. 't Zal me erg benieuwen, waartoe je nog eens be sluit Waar leer je nu verder voor? Als je veel van jonge kinderen houdt en graag in die richting werkzaam wilt wezen, moet je eens een bezoek afsteken mj eene der dames van Ar beid Adelt. Ik hoop. dat moeder uil A. gekomen is met iets heel fijns voor je. Natuurlijk ken je nu een heel flink huishoudstertje. BOSCUVIOOLTJE. Waren Kre kei cn Jan van II. er ook met bij? Waarom hoorde ik niets van Jaap.' SJAANTJE V. Ga je nu met fris schen moed aan den nieuwen wed strijd. Ik hoop. als je dit leest, dat het dan echt zomer geworden is. Vele groeten voor Bernard. JORRI DE V. Dat was eene heele wandeling, maar terug ging je zeker over Santpoort. En dan was de terug weg nog mooier dan de heenweg. Ik hoop maar, dat je in Augustus uit gaat. CROCUS. Zeg, jij bent deftig uit geweest. Zoo'n flinke hulp van moe der mag ook wel eens een extraatje hebben. ELISABETH V. Nu, op een plaatsje kan je ook wel frissche lucht happen, 't Is prachtig op Groenen- daal, daar kun je best een heelen dag doorbrengen. MADELIEFJE. Wie pruttelt er nu zonder reden? Dat begrijp ik niet, jij wel' Moe heeft groot gelijk, onte vredenheid is een leelijke kwaal. Nu kan je zeker al goed fietsen. CORRIE M. Jij kunt wel een zaakje opzetten in vogels. Maar 't lijkt mo toch een leuk werkje dat jonge huppelenue volkje gaue te slaan. Heb ben jullie een groote volière.' en wat voor vogels zijn er al zoo in? Je raad sel is goed. JOH AN S. Hoe kom je aan dien gewonden vinger/ Toch geen eigen schuld wil ik hopen, want dan doet het dubbel pijn. NELLIE S. at zijn jullie heer lijk uit geweest! Ja, dat is toch weer wat fijner dan in den bokkenwagen, lk denk, dat je nog wel heel wat da gen moet wachten, voor de kersen rijp zijn, dan is liet zoo wat net vacanlie en dan kun je zo lekker bij Grootmoe der gaan eten. Hè, ik wou dat ia ook zoo'n Grootmoeder had midden in hef kersen land!. DUINROOSJE. Je moogt meedoen lk vind ook, dat je mooi schrijft, maar ik geloof, dat ik liet nog mooier zou vinden als het iets dunner was. FERDINAND W. Het doet me ge noegen, dat het boek In je smaak vult 't Is een echt jongensboek voor eon echten Hollandschen jongen. En dat ben je geloof ik wel. Je raadsel is goed VERGEET-MIJ-NIETJE. Prettig, hè, dat je kunt fietsen. Begin nu maar te sjiaren voor een eigen fiets. Dar vind je het dubbel heerlijk. HYACINTH Wel bedankt voor je ansicht uit A. Heel aardig vond ik liet dat jo in A. nog aan de Rubriek dacht Je hebt zeker heerlijke Pinksterdagen gehad lk ben het met je eens, een nieuscli heeft ook wel eens behoefte midden in het drukke gewoel te zijn. leder kent ook zijn tijden dat alleen het rustige bevredigt. Was je niet erg moe. toen je uit het R ksmuseutc kwam? Hoe interessant -ook, museums bezien vind ik e*» verbazend ver moeiend werkje. En jij? JAN R. 't Deed me pleizicr te ver neinen, dat je toch mei de Pinkster dagen uit do stad bent geweest. Het je geen kiespijn meer gehad? JAN DE B. Wat flauw van die jongens om zich nu terug te trekken. Jullie spelen van den zomer tocli ze ker ook.' Gelukkig is er toch een batig saldo in de kus, en dat is lang niet Dij alle clubs het geval, lk weet al vast, wat jij wenscht, als je een ver langlijstje mag inzenden. Mevr. BLOMBERG-ZEEMAN. 6 Juni 1914,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 15