RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
ZIJN ER ZOO?
(In eene groote stad).
Eerste week. liet 'biuiis naast ons
staat te huur. Ik wil hopen, dat het
niet lang zal blijven leegstaan.
Tweede week. Er komen nieuwe
menschen in, Bekker's. Geloof dat t
heel nette lui zijn. Mijne vrouw hoor
de mevrouw Bekker al noemen op de
jour van hare vriendin Van Stave-
'xen.
Derde week. De Bekker's aange
komen. Mooi meubilair. Mevrouw
Bekker ziet er wel gedistingeerd uit.
Zag Bekker. Liep ham tegen het Lijf
en wou hem aanspreken; bij nader
inzien beter van niet
Vierde week. Dacht er aan, een3
hij Bekker in te loopen; mijn vrouw-
vond dat het nog te vroeg was. Zijn
nog niet op orde. Over 'n paa'f weken
zou 't wel gaan.
Vijfde week. Vreeeelijk druk.
Konnis met Bekker gemaakt in de
soos. Gezegd, dat wij hen spoedig
eens zouden komen zien. Hij zei,
dat het hun zeer aangenaam zou
zijn, ons te ontvangen. Aardige ke
rel.
Zesde week. Iedere dag deze
week bezet.
Zevende week. Mijne vrouw
ontmoettte mevrouw Bekker. Zei, dat
wc, zoodra maar eenigszins doenlijk,
zouden komen. Maakt het hoofd mij
warm. lloe kan ik visites maken, als
.ik iederen dag wat dringends te doen
lu|b. Vrouwen zijn zoo onredelijk!
Achtste week. Mijne vrouw be
toogt, dat we toen eindelijk eens
naar de Bekker's moesten gaan. Als
we 't nu niet deden, konden we liet
wel laten. Wijfje gevoelde zich niet
lekker; kon nu onmogelijk uitgaan
wachtte trouwens zelve bezoek.
Mij boos gemaakt. Heeft geen flauw
besef van maatschappelijke verplich
tingen.
Negende week. Bekker vandaag
tegengekomen. Vond dat hij wat
stijfjes terug groette.
Tiende week. Wijfje mevrouw
Bekker onnioet. Mevrouw Bekker
was erg koel, zeide zij. Of zo wel zoo
heel gedistingeerd zijn?... Desniette
min moesten we hen to oh gaan ver
welkomen; tet is altijd van waarde,
goed te zijn met je naaste buren.
Ei'fde week. Vast en zeker afge
sproken, Zondagmiddag de Bekkers
een bezoek brengen. Belet vragen?
Neen ja neen nu niet; zoo
stijf. Doen maar. Juist als mijn
vrouw eindelijk gekleed is, gaan de
Bekkers de deur uit. Toch maar
aanschellen en ons kaartje pous-
seeren! Dan was het achter den rug.
Wijfje beslist er tegen ze zouden t
héél kwalijk kunnen nemen.
Twaalfde week. Mijne vrouw aa-n
t verstand gebracht dat het beste
was, wanneer zij maar eens naar
mevrouw Bekker ging en ik mij liet
verontschuldigen. Zij kon dan uitleg
gen, hoe let door een samenloop van
omstandigheden gekomen was en
zoo. Waarom ik dat dan niet ging
zeggen ja, zie je, dat kon wijfje
beter doen dan ik heeft meer tact.
weet je allicht zou ik iets zeggen,
dat Mijne vrouw wil er niets van
weten.
Dertiende week. De Bekker's
laatst ontmoet bij de familie Smit.
Zeiden tnm, dat wij wilden hopen
dat zij t niet euvel zouden duiden
overladen geweest met drukte en
vrceselijk veel visites en oponthoud
van allerlei aard, maar nu bepaald
en zeker: onverwijld zouden we ko
men. En mevrouw Bekker gaf ten
antwoord, dat ordinaire mensch: ja,
t is dan ook best te begrijpen als
je zoo vlak naast mekaar woont!
Dat zegt men zoo niet, in zekere krin
gen. Men flapt maar niet alles uit
wat men denkt. Wijfje kreeg een
kleur als een pioenroos; ik deed als
of ik liet niet gehoord had, die im
pertin en tie.
Veertiende week. Bekker tegen
gekomen vandaag; zag me niet.
Wijfje zegt van mevrouw Bekker t
zelfde. Ga er nu voor geen geld van
de wereld meer heen.
Vijftiende week. Bekker dood
verklaard. Wijfje het zelfde mevrouw
Bekker. Bestaan niet meer voor ons.
Wettige zelfverdediging.
Toch vervelend, als je vlak naast
de deur woont.
Als we er eens dadelijk heenge
gaan waren, toen ze ons konden ont
vangen
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle inge
zonden door jongens en meis
jes die „Voor Onze Jeugd"
lezen. De namen dor kinde
ren, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen
zenden, worden in hot vol
gend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen cn op de netheid van het werk.
De raadselprijs voor de maand Mei
is bij loting ten deel gevallen aan
ANNIE LAM,
dio hem Woensdag 10 Juni, tusschen
1 en 2 uur, bij mij mag komen afha
len.
1. Jngezonden door Corrie Mooij.
Met een Z ber. ik oen bekend man
uit de Vaderlandsche Geschiedenis,
met een H eveneens.
2. (Ingezonden door Marxaret.lia v.
Baardwijk).
Mijn 1ste is een verkorte jongens
naam.
Mijn 2do is een klinker.
Mijn 3de is eer. deel van een scliip.
Mijn geheel is een plaats in Rus
land.
3. (Ingezonden door Mientjo en
Paulientjo van Ainstel).
Vervang de puntjes door medeklin
kers, zoodat ge een bekend spreek
woord krijgt.
.ie .e .,..oe. .a.., e. o. e.
aa
4. (Ingezonden door H. v. d. Hnar).
Ik ben een spreekwoord van 19 let
ters.
Een 13. 1, 2, 17 zit aan een ketel.
6, 7 is een lengtemaat.
Aan een bezem is een 4, 3, 6, 6. 7.
De 7, 6, 11, 12, 13, 6 is langer dan
de breedte.
In een 9, 10, 11 loopen kippen.
14. 15 is niet op.
8, 6, 7 is aan de deur.
Een 16, 17, 13, 19, 17 is van hout.
5. (Ingezonden door M. en C. van
Caalen).
Vervang de puntjes door medeklin
kers, zoodat ge een zeer waar gezegde
krijgt.
aa.e .i. .a..aa.
.o..e .ija.o. .ui.
5. Co da TeT.da. Coen-diUla.
6. Wie als vriend hier binnengaat,
komt nooit te vroeg, maar steeds te
laat.
7. Maag, den, brug. Maagdenburg.
8. Meester.
Anna.
Amsterdam.
T oren.
9. Hei-mond, Helmond.
10. Al is de leugen nog zoo snel, de
waarheid achterhaalt liaar wol.
11. Marie.
In
Cent
Rood.
21UK.
Chocola.
Olifant.
Oor.
Plaat.
12. Poortugaal, Portugal.
Goede oploss ngen ontvangen van:
W. G. van Donselaar 7.
Calo Smink 8.
Aafje Francken 12.
Johanna Franrken 12.
Dora Mulder 11.
Christina Boe-n ans 10.
Truus Jansen 9.
M. en P. van Arrstel 11.
Christina v. d. Laag 6.
Lena Koel ev eld 12.
Cato Piet 11.
Marie Piet 11.
Trijntje Tromp 7.
Jan van Zijtveld 8.
Marinus Hessels 7.
Boichviooltje 6.
Duinviooltje 6.
Arm ie Lam 11.
S. Vermal'rnesi 6.
B. Verzon,men 6.
Jom de Vries 6.
Crocus 6.
Vergeet mij nietje 11.
Ferdinand Waage 11.
Duimoosje 11.
N. Segerius 7.
Joh. Segerius 7.
M. en C. Caalen 11.
Corrie Mooij 9.
Madeliefje 11.
Sneeuwklokje 11.
E. van Viegen 10.
T. Kramer 9.
J. Kramer 9
L. Jvramar 9.
J. Rozenhart 9.
Hyacinth 11.
J m de Boer 9.
C. Willemsen 8.
STRIKVRAGEN.
1. (Ingezonden door C. van- der
Reep).
Welken looper legt mem niet op
den grond?
6. (Ingezonden door Cyciamo).
Ik ben een delfstof van 7 letters.
4, 5, 6 is een metaal.
4. 5, 6, 7 is een verkorte meisjes
naam.
1, 2, 3, 4 is niet bol.
2, 5, 6, 7 is ook een verkorte meis
jesnaam.
1, 2, 7, 6 maakt men voor de vacan-
tie.
7. (Ingezonden door Marie von
Schagen).
Mot k ben ik een lichaamsdeel.
Met n een meisjesnaam.
Met v niet weinig.
Met h niet half.
8. (Ingezonden door Krekel).
Ik besta uit 11 letters en ge vindt
me in alle steden.
I, 6, 7 ia in elke keuken.
4, 2, 11 is een insect.
II. 10, 9. 3 is een schoone bloem.
5, 6, 8 is een huisdier.
9. Jngezonden door M. Hessels).
Wat leest ge hieruit?
utelsilzge.
10. (Ingezonden door G. Grunded).
Met mijn 1ste schrijft men, mijn 2de
dient tot berging van mijn lste.
Mijn geheel staat op iedere schrijf
tafel.
11. (Ingezonden door de Witte
Bieon).
Ik ben oen groot dier, verander
mijn 2de letter en ik ben een klem
dier.
12. (Ingezonden door Dora Heese
mans).
Mijn geheel is een plaats in Tur
kije van 3 letters.
5, 8, 7, 4 is een jongensnaam.
1, 4, 3 is een zarignoot.
1, 2, 3, 4, 5 is een mooie kamer.
Met een 3, 2, 1, 1, 4 vungt men in
Z.-Amerika paaiden.
Een 7, 2, 5, 4, 5 gebruikt men in
den oorlog.
Het tegenovergestelde van vast is
3, 4, 1.
Raadseloplossingen
Do oplossirgen van do raadsels
dor vorige week zijn:
1. Kleine potjes hebben ook ooren.
2. Bari, Bali.
3. De tijd gaat snel. gebruikt hem
wel.
4. Stoof-peer, Stoofpeer.
2. Juffrouw, mag ik Doorlje even
spreken?
.Neen, Doortie is niet te spreken,
wie Doortje wil spreken rnoet 3 wib
te deurtjes door. Ra, ra, wat ls dat?
3. (Ingezonden door M. en C.
Caalen).
In Zaandam is een schoolmeester,
die niet lezen en niet schrijven kan
en toch onderwijst hij de jeugd.
Hoe kan dat?
4. Waarom is paal mannelijk en
straat vrouwelijk?
5. (Ingezonden door Cyclame).
Hoeveel sneedjes kan men van een
2 pondsbrood snijden?
6. (Ingezonden door M. en P, van
Amatel).
6. Welke overeenkomst bestaat er
tusschen een berg en uw neus?
7. Waar kan alles to?
8. Welke tor is geen insect en vliegt
toch over den weg?
9. Ik heb velden zonder vruchten,
zeeen zonder schepen, steden zonder
bewolking, bergen zonder hoogte, en
toch bevat ik de gansche aarde.
10. Welke vogels slaan, zonder
iemand leed te doen?
De oplossingen der begraven plan
ten van de vorige week zijn:
1. roos.
2. palm.
3. sla.
4. appel.
5. peer.
6. kers.
7. bes.
8. rijst.
9. tulp.
10. den.
Goede antwoorden ontvangen van:
Christina Boesnans 10.
Dora Mulder 10.
Johanna Francken 9.
Aafje Francken 8.
Cato Smink 10.
W. G. van Donselaax 7.
Marinus Hessels 10.
Jan van Zijtveld 10.
Trijntje Tromp 10.
Marie Piet 10.
Cato Piet 10.
Lena Koel eveld 10.
Truus Jansen 10.
Christina v. d. Laag 10.
M. en P: van Amstel 10.
Du in viooltje 10.
Boschviooltje 10.
Crocus 10.
Jom de Vries 10.
B. Vernimmen 10.
S. Vernimmen 10.
Annie Lum 10.
L. Kramer 10.
J. Kramer 10.
T. Kramer 10.
E. v. Viegen 10.
H. van Viegen 10.
Sneeuwklokje 10.
Madeliefje 10
Corrie Mooij 10.
M. cn C. Caalen 10.
Joh. Segerius 9.
Duinroosje 10
Vergeet mij nietje 10.
Hyacinth 10.
Jan Rozet hart 10.
C. Willemsen 10.
De nieuwe Wed trijd
We hopen allemaal, dat de maand
Juni vele nvooie, zonnige dagen geven
zal en omdat daar toch in ieder ge
val wel een beetje kans op is. wil ik
niet veel vrijen tijd van ju Ui© vru-
gen voor den wedstrijd. Ik krijg te
genwoordig nox al eens een verzoek
van een raadsel vriendje of -vriendin
netje om een eigen gemaakt gedicht
je in de Rubriek te willen, zetten. Da'
bracht me op een idée. Deze wed
strijd vraagt van jullie -en gedicht
je, dat als titel beeft: „De sluitzegel".
Ieder Haarlemsch kind heeft voor
zichzelven of voor zijn kennisjes
sluitzegels verzameld of verzameld
ze nog. Wat hebben jullie er wel om
gehold, om er één enkele machtig te
worden- Een duw of een stomp of een
trap op je voet, wat kan dat schelen,
als je dat dierbare papiertje maar
kreeg. Misschien is die heerlijke her
innering m staat je dientader te la
ten vloeien.
Ter verduidelijking van wat ik
meen, zal ik je een enkel voorbeeld
geven:
DE SLUITZEGEL.
In later jaren.
Zal er misschien niemand meer
slurtzegels sparen,
Maar nu is het zeker en gewis,
Dat een sl uitzeg el toch iets heer
lijks is.
Ik verlang geen groot ge
dicht. Met een 4-regelig versje ben ik
al tevreden. Wie echter ineer op zijn
hart heeft, mag hel gedicht natuur
lijk grooter maken.
Op iedere 5 mzendeis loof ik een
pr.js uit en wel dat mooie zangboek:
„Kun je nog zingen, zuig dan mee".
Dat boek draag je mee in je blouse
of in je zak. als je, 't zij met de huis-
genooten, 't zij met de vrienden er op
uit trekt. Dan laat je boven op een
duin of midden in 't bosch die mooie
llollandsche liedjes weerklinken, die
liedjes, die oud en jong kunt, en die
heel wat mooier zijn dan de straat
deunen van Janus en Mina. Zkooo,
doet allen je best! Daar ik je dezen
keer met in afdeelingen splits, is het
wel zaak, dat naam èn leeftijd onder
de inzending staan, want natuurlijk
wordt de leeftijd in aanmerking ge
nomen. 't Is zeker onmoodag te zeggen
dal de prijswtoners die reeds zoon
dichtbundel mochten bezitten, me eon
verlanglijstje met andere wen-chen
mogen sturen.
Vóór Donderdag 18 Jnui moeten
alle inzendingen in mijn bezit zijul
HARTEN ADEL.
(Vervolg.)
Hij ziet het kleine meisje op d«
zwarte pony en verlustigt zich in dien
schilderachtigen aanblik. Het kan
niet bij hem opkomen, dat de kleine
freule van het kasteel, op dit uur,
zonder geleide uit zal gaan In vollen
galop rijdt de zwarte intusschen op
het hek aan.
„Ze wil er over," denkt de dagloo-
ner en hij wenkt haar terug te gaan,
haar paardje in te houden, te laat
reeds is het dier bij de heg, dan
o, o, daar sohrikt het. waarvan?
Misschien van den zonderlingen
aioridgloed, die hel paard wel ver
blindt maar niet verlïoht. Wellicht
ook van de heining, die in het sche
merdonker als een spook het dier
aangrijnst. Wat er ook van zij, het
paard sohrikt, staat bijna kaarsrecht
omhoog, maakt een zwenking, stei
gert nog eenmaal en maakt dan den
gevreesden sprong. Doch, helaas, zon
der berijdster. De daglooner wordt
het schrikkelijke van het oogenblik
eerst gewaar, als hij het prachtige
paard in vollen galop aan de overzij
de van de weide ziet. Bijna oogenblik-
kelij'k staat hij naast do verongelukte.
Op den doorweekten bodem tusschen
liet hoogo gras, ligt de kleine Ester.
De laatste avondstraal verlicht een
doodsbleek, verwrongen gezicht met
wijdgeopende oogen, waaruit het le
ven reeds sohijnt geweken te zijn.
Doch niettegenstaande dat alles her
kent de daglooner de jonge freule cn
een booze gedachte welt In hem on.
/.ou hij nu zijn dochter ook laten
sterven, zonder hulp, zonder laatslen
- toet aan haar vader, gelijk de baron
'in jaar geleden met zijn zoon had
„L'daan. Doch bijna gelijktijdig neemt
hij den lieven last op zijn sterke armen
en ijlt er mee naar zijn huis, waar
zijn vrouw met de uiterste zorg de
kleine Ester verpleegt Doch helaas,
het bewustzijn keert niet weder. Ze
legt koude compressen op het voor
hoofd, maakt de kleederen los. doch
geen geluid, geen zucht doet vermoe
den dat de levensgeesten nog aanwe
zig zijn. Dan eensklaps slaat ze de
oogen op, doch ze ziet alles werktui
gelijk. De reeds lang gespannen ze
ntiw<en lossen zich op in ak lige
koortspiuuitasieen. Ze wil op
springen, om hulp roepen, doch ze
kan niet, de rand, die de dagloon ers-
vrouw in de tiare houdt, wordt al
Koudei' en kouder.
Intusschen is op „het kasteel alCes
in rep en roer, liet ctianstpetrsoneel
loopt den geiieelen omtrek af. De ha
rou loopt ais radeloos door de gan
gen en kamers, doch Ester is weg en
blijft weg.
Intmsschen is de daglooner met de
kleine Ester zorgvuldig in oen wollen
deken gewikkeld, op het kasteel aan
gekomen, aanstonds wordt bom den
kostbaren last door de bedienden af
genomen en als hij terugkeert zon
der aan eenige belooning te denken,
doorstraalt hem een heerlijk gevoel
van vreugd, doch vermengd met
smart als hij denkt, hoe hij een jaar
geleden ook dien weg ging om hulp
voor zijn zoon.
Do slaapkamer van Ester ia door
den baron in een prachtige zieken
kamer 'Derschapen. Een zachte at
mosfeer doet de binnenkomende pret
tig aan. Purperglans valt tooverach-
tig over de zijden muurbehangsels.
Intlisah tapijt, zacht als verech ge
plukte rozenblaren, ligt op den vloer
en voorkomt bet hoorbaar loopen.
Wat is echter al die pracht voor de
arme zieke, die iu sneeuwwit ge
waad beweegloos op de kussens ligt?
Nog staren de halfgeopende oogen
de omstanders wezenloos aan. De
tooro witte handjes liggen gebald op
bet donzige dek. Het goudblonde
haar hangt krullend over de schou
ders.
Do bekwaamste doktoren staan
aan haar ziekbed en de baron zelf
zit bij de logersponde van zijn lieve
ling nog bleek er en ontstelder bijna
dan de arme zieke zeil. Sinds men
liem zijn dochtertje zóó thuisgehraci.a
heeft is hij dezelfde niet moer. in
liet eerst had hij geweend, hij de trot
se he, hardvochtige baron had ge
weend, zooals hij wellicht sinds zijn
kinderjaren niet gedaan had. „Mijn
lieve Ester, mijn zonnig kind had
liet hartverscheurend geklonken.
Doch die tijd is voorbij en als gebro
ken zit 'hij dag aan dag aan 'bet bed
je van zijn kind, en gunt zich nauwe
lijks de noodige rust. Zijn geweten is
ontwaakt en steeds moet hij deii'ken:
„Zou dit de straf zijn, omdat ik mijn
hulp heb geweigerd aan een dag".oo-
nerskind, dat ste'rvend was.
Do winter is baast verstreken,
slechts hier en daar tegen bescha
duw de glooiingen hangen nog de
overblijfselen van een sneeuwlaag,
thans vuilgrijs geworden. Uit het
zuiden komen warme luohtstroomen
als blij voorspellende lenteboden
en de vink staat reeds vroolijk op
de takken der beuken en berken, die
de eerste knoppen beginnen te ver
toon en. Dat vogelenlied klinkt door
de half geopende vensters der zieke-
kamer. Het is er ijzig stil. Geen won
dei', zoo juist is uien met de operat-o
van de kleine Ester begonnen.
Angstige somberheid heerscht al
om. De be dien deai sluipen op huu
teenen door het huis. Geen deur
hoort men open, noch dicht gaan.
De baron loopt op de waranda, on
rustig lieen en weer. Uren verloopen,
geen woord wordt gerept. De baron
verkeert in de grootste spanning, het
wordt bijna onhoudbaar. Daar wordt
eindelijk de deur der ziekekamer ge
opend. De baron snelt toe en de dok
toren reiken 'hiem de hand.
„Mijn hartelijke felicitatie heer
baron'zegt een hunner. „Het is
meegevallen. Als 's hemels zegen ons
bijblijft zal uw dodhtertje na verloop
van eenige weken haar ziekbed kun
nen verlaten."
Als iemand van vreugde zon kun
nen sterven, bad de baron deze oo-
geiiblikken zeker geen minuut over
leefd.
„En aan wien dank ik de redding
van mijn Wnd," vroeg de baron, een
vorschenden blik op de doktoren wer
pend.
„Als zij niet dadelijk na het onge
val zulk een goede verpleging had
genoten, was onze kunst machteloos
geiweest", was het antwoord.
Nog dienzelfden dag kwam de red
der van de kleine Ester op het kas
teel. De brave daglooner is schier
verbluft als hij de weelde om zich
heen ziet- Doch nog verbliufter is hij,
als hem door den baron hartelijk Je
hand wordt geschud en v.ein do groot
ste loftuitingen worden toegezwaaid
en een soort van smart, jaloezie zou
men het kunnen noemen, maakt zich
van hem meester, als hij de'vréugde
ziet van den vader, die zijn kind ge
red ziet door zijn hulp en dao zelf
zijn kind zonder r.ulp heeft loten
stenen.
„En wie is wel de redder van mijn
kind vraagt de baron eindelijk.
Nu is de brave daglooner zich bij
na geen meester rncer en hartstoch
telijk klinkt het van zijn lippen:
„Het is dezelfde, wien ge een jaar
geleden uw hulp hebt geweigerd, toen
zijn zoon lag te sterven."
De baron schrikt, dan eindelijk
klinkt het nauw hoorbaar:
„En, en gij reddet mijn kind,
gij zijl edeler dan ik, 'hoe zal ik U
dit ooit kunnen vergelden?'
De trots van dein baron was gebro
ken, hij is een zegen voor de dorpe
lingen geworden. Hij heeft geleerd,
dat de ware adel niet ligt in stand
of rijkdom, maar in den adel des
harten.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
do Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Me
vrouw BioaibergZeeman,
Bloemhofstraat no. 5, Haar
lem.)
In de bus gooien zonder
aanschellen!
NARCIS. Wat was ik blij je be-
kead kriebelpootje weer eens to zien,
maar wat speet liet me, dat ongesteld
heid de oorzaak was van je stilzwij
gen! Hel zomerzonnetje zal je gene
zing moeten brengen en ik wil hopen,
dat het spoedig je koesteren zal. Je
versje vind ik heel lief en het krijgt
spoedig een plaatsje. Jij in 't bizonder
hebt in deze weken ervaren, dat eigen
haard veel meer waard is dan goud.
Tot mijn spijt heb ik je gedroogde
Narcis met ontvangen. Ik fioop spoe
dig te vernemen, dat je weer de oude
bent. Vele groeten van de meisjes
weerom.
CHRISTINA B. Ziezoo, nu ls je
wensch vervuld en je kunt weer aan
een nieuwen wedstrijd beginnen. Ja,
sommige raadsels zijn voor jou, klei
ne meid wel eens wat moeilijk. Maar
je moet maar zoo denken: te jong is
een kwaal, die alle dagen betert.
LENA K. Ik hoop, dat de prijs
naar je zin is. 't Is een heel mooi boek,
waar je om lachen en huilen kunt
Maar 't laatste moet je maar niet
doen hoor!
AAFJE F. Je moet eon heel eind
loopen naar school, inaar dat is wel
gezond en ik stel ine daarom voor, dat
je eene stevige meid met roode wan
gen bent.
JOHANNA F. Je raadsels zijn goed.
Is de wedstrijd naar je zin?
CATO S. 't Is een mooi verhaaltje,
hè, vooral voor groote meisjes. Blijf
maar goed je best doen, dan komt je
naam ook wel eens in de courant als
prijswinster.
MI ENTJE en PAULIENTJE v A.
't Zal me benieuwen, hoe of je den at
las vond. En ik ben zon blij met jullie
prachtige bloemen. Ik bedank er je
hartelijk voor. 't Is tocli te hopen, dat
het gauw'zacht weer wordt oui te
zwemmen.
KLAAS V. Je mag meedoen,
hoor! Ik vind je al een flinken jongen,
omdat je al zulke nette briefjes kun
schrijven. Jij bent de baby van de
Rubriek. Leuk, hè'?
CATO P. Jij moogt ook meedoen!
Marie is zoon knappe raadselvrien-
din, die zal je wel goed kunnen hel
pen.
TRIJNTJE T. Iedere week behoeft
je ze ook niet te hebben. Ik kan heel
goed zien ,dat je je best gedaan had.
En dat is al een voornaam ding.
JAN VAN Z. Vind je het boek niet
mooi? Wat leuk. dat Christien v. d.
L. naast je woont. Misschien kunnen
jullie dan wel eens eikaars boeken lee
nen, dan heb je twee keer wat moois
te lezen.
SNEEUWKLOKJE. Dat was een
lange brief hoor! Ik geloof dat jij dé
halve bloemenmarkt hebt leeg ge
kocht. I)e Pinksterdagen waren wel
heerlijk voor je. Nu is de pret voorbij,
dat is waar, maar de herinnering aan
't genotene blijft bewaard misschien
nog heel, heel lang. Je begraven plaat
sen zijn goed.
WOUTER D 't Deed nie genoegei
iets van je te hooren. Nog wel gelul
gcweuscht met je 14den verjaardag
Ja, 't is hier heel wat mooier dan in
A,, vooral in dezen tijd. Ik neem het
je niets kwalijk, dat je zoo lang
wachtte met schrijven, maar nu hoop
ik, dat j« geregeld mee blijft doen.
DUIN VIOOLTJE. 't Zal me erg
benieuwen, waartoe je nog eens be
sluit Waar leer je nu verder voor?
Als je veel van jonge kinderen houdt
en graag in die richting werkzaam
wilt wezen, moet je eens een bezoek
afsteken mj eene der dames van Ar
beid Adelt. Ik hoop. dat moeder uil
A. gekomen is met iets heel fijns voor
je. Natuurlijk ken je nu een heel flink
huishoudstertje.
BOSCUVIOOLTJE. Waren Kre
kei cn Jan van II. er ook met bij?
Waarom hoorde ik niets van Jaap.'
SJAANTJE V. Ga je nu met fris
schen moed aan den nieuwen wed
strijd. Ik hoop. als je dit leest, dat
het dan echt zomer geworden is. Vele
groeten voor Bernard.
JORRI DE V. Dat was eene heele
wandeling, maar terug ging je zeker
over Santpoort. En dan was de terug
weg nog mooier dan de heenweg. Ik
hoop maar, dat je in Augustus uit
gaat.
CROCUS. Zeg, jij bent deftig uit
geweest. Zoo'n flinke hulp van moe
der mag ook wel eens een extraatje
hebben.
ELISABETH V. Nu, op een
plaatsje kan je ook wel frissche lucht
happen, 't Is prachtig op Groenen-
daal, daar kun je best een heelen dag
doorbrengen.
MADELIEFJE. Wie pruttelt er
nu zonder reden? Dat begrijp ik niet,
jij wel' Moe heeft groot gelijk, onte
vredenheid is een leelijke kwaal. Nu
kan je zeker al goed fietsen.
CORRIE M. Jij kunt wel een
zaakje opzetten in vogels. Maar 't lijkt
mo toch een leuk werkje dat jonge
huppelenue volkje gaue te slaan. Heb
ben jullie een groote volière.' en wat
voor vogels zijn er al zoo in? Je raad
sel is goed.
JOH AN S. Hoe kom je aan dien
gewonden vinger/ Toch geen eigen
schuld wil ik hopen, want dan doet
het dubbel pijn.
NELLIE S. at zijn jullie heer
lijk uit geweest! Ja, dat is toch weer
wat fijner dan in den bokkenwagen,
lk denk, dat je nog wel heel wat da
gen moet wachten, voor de kersen rijp
zijn, dan is liet zoo wat net vacanlie
en dan kun je zo lekker bij Grootmoe
der gaan eten. Hè, ik wou dat ia ook
zoo'n Grootmoeder had midden in hef
kersen land!.
DUINROOSJE. Je moogt meedoen
lk vind ook, dat je mooi schrijft,
maar ik geloof, dat ik liet nog mooier
zou vinden als het iets dunner was.
FERDINAND W. Het doet me ge
noegen, dat het boek In je smaak vult
't Is een echt jongensboek voor eon
echten Hollandschen jongen. En dat
ben je geloof ik wel. Je raadsel is goed
VERGEET-MIJ-NIETJE. Prettig,
hè, dat je kunt fietsen. Begin nu maar
te sjiaren voor een eigen fiets. Dar
vind je het dubbel heerlijk.
HYACINTH Wel bedankt voor je
ansicht uit A. Heel aardig vond ik liet
dat jo in A. nog aan de Rubriek dacht
Je hebt zeker heerlijke Pinksterdagen
gehad lk ben het met je eens, een
nieuscli heeft ook wel eens behoefte
midden in het drukke gewoel te zijn.
leder kent ook zijn tijden dat alleen
het rustige bevredigt. Was je niet erg
moe. toen je uit het R ksmuseutc
kwam? Hoe interessant -ook, museums
bezien vind ik e*» verbazend ver
moeiend werkje. En jij?
JAN R. 't Deed me pleizicr te ver
neinen, dat je toch mei de Pinkster
dagen uit do stad bent geweest. Het
je geen kiespijn meer gehad?
JAN DE B. Wat flauw van die
jongens om zich nu terug te trekken.
Jullie spelen van den zomer tocli ze
ker ook.' Gelukkig is er toch een batig
saldo in de kus, en dat is lang niet
Dij alle clubs het geval, lk weet al
vast, wat jij wenscht, als je een ver
langlijstje mag inzenden.
Mevr. BLOMBERG-ZEEMAN.
6 Juni 1914,