m k B m ri ft ri jrugwuifde lang nadat Milling meer omkeek. „Je bent wel gelukkig", zei juffrouw Larter eenvoudig. „Natuurlijk is hel nog een geheim", eei juffrouw Benson. „Je moet aan geen schepsel vertellen lot ik je permissie geef, maar Joe en ik begrij pen elkander en jij zult bruidsmeisje lijn, in wit mousseline." „Ik denk niet, dat ik bruidsmeisje wezen kan", antwoordde juffrouw Larter'vol spij t, „wij zijn.... ik denk, dat ik geen nieuwe, witte japon, en alles wat daarbij hoort, kan betalen. Maar vertel me eens", ging zo opge ruimder voort, „wanneer hoeft hij je gevraagd „Ja, zie je, hij heeft mij nog niet gevraagd", antwoordde juffrouw Ben son langzaam, „maar wij begrijpen elkaar en hij inoet mij alloon nog maar formeel vragen." Zij. zweeg plotseling, begrijpende dat zij meer gezegd had dan haar plan was. „Ik moet verder, naar juf frouw Enderby." Daarmedo nam zij afsciieid en vond de vriendelijke modiste bezig mat de laatste hand aan een japon te Ie; gen. „Dat is nu de derde maal, dat ik deze japon voor juffrouw Simons moet koeren", vertelde zij, „maar ik ben heel bang, dat het nu niet meer gaan tal." „Wat kan mij do oude japon van luffrouw Simons schelen riep juf frouw Benson „hier is stof, waar van u een nieuwe japon voor mij ma ken moet en zoo mooi als u kan, om een bepaalde reden." „Dat weet ik'", zeide juffrouw En- derby glimlachend, „en ik hoop. dat ik do bruidsjapon voor u maken mag." Daarop raadpleegden zij over mo tel en fatsoen en toen dat bepaald was, werd de maat genomen. Er werd boven op den vloer ge- tlopt. „Neem mij niet kwalijk éón minuut", zei juffrouw Enderby en ging vlug naai- boven. Hoewel zij eenigo minuten afwezig ileef, werd juffrouw Benson niet boos over het wachten, daar zij van modeplaten zat te genieten. ,,'t Spijt me, dat ik u heb laten wachten", zei de modiste bij haar te rugkeer.* zij keek bezorgd en haar stem beefde. „Ik moest even naar bo ven, naar mijn moeder. Zij klopt met een stok op den vloer als ze mij noo- •Jjg heeft; zij is niet zoo goed als zij placht te wezen, wordt voortdurend zwakker en ligt nu geregeld te bed. De dokter zegt... maar laat ons ver der gaan", zei ze. met een zucht, het meetlint weer opnemende. Eenige dagen later kwam juffrouw Benson terug om de nieuwe japon 'o passen. „0, 't wordt mooi!" riep zij, toen juffrouw Enderby de onafge maakte japon in de kleine zitkamer bracht, Maar toen zij de japon aan getrokken had veranderde haar mee rling totaal. „U heeft ze te nauw ge maakt", klaagde zij heftig, „u bederft Ue stof, ze is niet goed gernaak „Als de japon af is zal ze u goed passen", beloofde juffrouw Enderby. „Ze ziet er nu niet goed uit, dat Seef ik toe, maar ik heb er den laat- »ten tijd ook niet mijn volle aandacht aan kunnen schenken mijn mo> der neemt een groot deel van mijn tijd in beslag, zij wordt voortdurend zwakker en..." „Dat kan ik toch niet helpen', viel juffrouw Benson haar ruw in do re de. „Als u aanneemt, een japon voor mij te maken, moet u hel ook behoor lijk doen". „Zeker, zeker, u heeft gelijk', er kende de modiste, „maar ik heb zoo veel zorg..." „Dan had u het niet op u moeten nenten', viel juffrouw Benson haar stormachtig in de reden. Ik wilde juist die japon zoo mooi mogelijk ge maakt hebben en u bederft ze. ja be derft ze". „Als u mij wat langer tijd wil gun nen om ze af te maken..." pleitte juf frouw Enderby. „Neen, u heeft mij de japon be loofd, voor aanstaanden Zaterdag en tot dan geef ik u tijd, geen dag lan ger!" riep juffrouw iTenson, terwijl haar slecht humeur nu zijn toppunt bereikte. En als de japon niet goed gemaakt is neem ik ze niet en moet u mij de bedorven stof vergoeden en dan kom ik nooit meer terug, nooit!" „Ik zal er mijn uiterste best op doeu', beloofde do modiste en u zuit de japon Zaterdag hebben. Koin Zater dag nog eens passen, dan kunt u do japon meenemen. Juist in de laatste dagen is mijn moeder..." Juffrouw Benson trok opnieuw haar oude japon aan en verliet hot liuis, zonder verder op de verzekerin gen van de modiste te letten". Den volgenden Zaterdagmorgen nad er een heftig tooneel plaats in juffrouw Enderby's kleine woning. Niet alleen was de blauwe japon nog niet af, maar ook paste ze de woe dende juffrouw Benson niet, die hef tig tegen de modiste uitvoer. Deze scheen zich daar, eigenaardig genoeg, niet veel van aan te trekken. „Ik zal u de stof met genoegen ver goeden," zei ze, „nu moeder weer be ter is. beschouw ik het maar ais een soort van dankoffer. Hior ts Set gèW, juffrouw Benson. In heftige verontwaardiging vertrok Juffrouw Benson. „Binnen een half uur is de japon af," zei juffrouw Enderby in zichzelf, de verachte blauwe japon opnemen de „dan hang ik ze in de etalage en verkoop ze aan de eerste de beste, die een koopje zoekt." Juffrouw Bessie Larter was de eer ste persoon, die er langs kwam en in de termen viel; zij kwam naar de zie ke moeder informeeren, maar de blauwe japon voor het raarn trok haar aandacht; verrast en nieuwsgierig bleef zij staan, verbaasd over den la gen prijs op het kaartje. Daarna ging zij binnen. In antwoord op haar vragen ver telde de modiste wat er dien morgen gebeurd was ,,'t Is een japon, die u Juist passen zou," eindigde zij, „mis schien hier en daar wat te wijd, maar dat kan ik gauw verbeteren." „Maar ik kan het niet betalen," zei juffrouw Larter treurig. „Betaal mij maar wat u kunt," bood juffrouw Enderby aan. Met bevende vingers trok het meisje de blauwe japon aan, die juffrouw Benson versmaad had. „Ze past u precies," verklaarde juffrouw Enderby, vol bewondering. „Eenvoudig volmaakt," zuchtte juf frouw Larter. „Blauw, geluksblauw," zei de mo diste glimlachend. Zoo kwam het, dat juffrouw Larter den volgenden «dag de mooie japon droeg. Juffrouw Benson wist dat niet, omdat zij Ihuis zat met wat zij zelf zware kou, maar de overige dorpelin gen slecht humeur noemden. Niettemin brachten juffrouw Gooch en juffrouw Stedwick haar dien avond een bezoek. „Vertel het haar maar," zei de laat ste, haar vriendin toeknikkend. ,Joe Mirling heeft Bessie Larter ten huwelijk gevraagd," flapte juf frouw Gooch uit, „nog geen uur gele den. Zij hebben het 't eerst aan mij en juffrouw Stedwick gezegd en wij komen het nieuws dadelijk aan u ver tellen, omdat we weten, dat u er be- g in stelt." Maarmaar, ik was het begon juffrouw Benson. Al dien tijd had hij een oogje op Bessie Larler," verklaarde juffrouw Stedwick, „maar hij liet er niets van blijken, omdat hij zeker van zichzelf wou wezen. Maar toen hij haar in die mooie, blauwe japon zag, kon hij niet langer wachten en vroeg haar!" Een Uitvinding. (Naar hot Engolsch). Op een achterzolderkamer van het pension van Mrs. Datchett woonde'n rustige, vreedzame oudo heer, over x de andere bewoners van 't huis allen dezelfde opinie hadden. Mrs. Lay colt en haar dochters bijv. spraken in haar oeschaafde taal van bewoonsters der oerste verdieping over den ouden Simeon Daylo als over iemand die eigenaardig en excen triek was. Een bee'.jo lager op do maatschap pelijke ladder, ofschoon wat hooger in huis, woonde Mr Jclks, die gewoon was zwijgend het hoofd te schudden op liet gezicht van Mr, Dayle. En de sportieve Mr. Benderly. die nog een trap hooger zijn kamers had, aarzelde nooit niet welheteokenend naar zijn voorhoofd te wijzen, als hij over zijn bovenbuurman sprak. En toch had de oude Simeon Dayle niets eigenaardigs, behalve dat hij wel vele. vele jaren lang zonder suc ces zijn levensstrijd voerde en nog altijd het vertrouwen in zichzelf be hield. Van beroep was hij uitvinder, en zooals hij zelf bekende zonder succes, daarom hoofdzakelijk twijfelde men in het pension aan het gezonde van zijn geest vermogens. Zij hielden hem voor krankzinnig, omdat hij op zijn leeftijd maar voortging met proe ven te nemen. In het geheele huis was er echter maar één persoon, die hem nooit uit lachte en dat was Irene, de kleine, scliamole dienstbode-alleen. bestond een merkwaardige vriendschap tussclien het kleine nstuieisjo en den ouden man, waarschijnlijk dutoerend van deu dag rop Simeon Dayle, toen hij Irene op straat tegenkwam, zijn hoed voor haar had afgenomen, waarop zij hem ademloos en met een blos op de wan gen had staan nastaren, totdat zijn gestalte om den hoek vun de straat verdween. Irene deed alles wat zij kon om zijn leven onder het vijandelijk dak van Mrs. Datchett draaglijker te maken. Zij spruk met hem en brak zich het hoofd over zijn ingewikkelde teeke- nlngen en zelf geknutselde modellen. Maar toch was zij voortdurend van opiDie, dat er iets aan zijn verstand haperde dat hij werkelijk zoo was als waarvoor Mr. Benderly en de an deren hem hielden. Do oude Simeon Dayle was onuit sprekelijk dankbaar voor haar vrlond- schup en belangstelling, en voelde zich aangemoedigd door de gedachte, dat er in elk geval iemand was, in hem geloofde. O, mijn beurt zal wel komen 1 placht hij tot haar te zeggen. Natuurlijk I verzekerde Ireno opgewekt. Natuurlijk, vroeg of laat. Er is niets wat het kan tegen houden, En heel in 't geheim voegde zij er uitdagend tot zichzelf aan too Het kan mij niet schelen of het een leugen is dio ilt vertol. Hot vroolijkt hem op, meer dan do waarheid doen zou 1 Zoo ging het leven van den ouden Simeon Dayle week na week voorbij, zijn bejaarde ziel één strijdperk van hoop tegen teleurstellingen, van en thousiasme tegen moeilijkheden. Sommige dagen zat hij den gehee- len morgen hard te werken en vcr- klaarcto triomfantelijk aan de hard ploeterende Irene, dat het succes ein delijk binnen zijn bereik was. Andere dagen weer placht hij geheel gebro ken toe to stemmen, dat alles wel mis lukken zou en dan sprak het kleine dienstmeisjo hem moed in door een groot crtrouwen in zijn denkbeelden voor to w;ndeu. Met tusschenruirnteu van enkele dagen ging hij met een pakjo teeke- ningen onder zijn arm of met een van zijn zelf gewrochte modellen uit, en dan was zij zoo goed als zeker gang, om hem „Veel succes" toe te werischen als hij vol hoop vertrek, en „Een volgenden koer beter" te mom pelen als hij terugkeerde. Toen kwam er een noodlottige dag, waarop allo ideecn hem schenen ver- Laten te hebben en liij versuft en ter neergeslagen ter neder zat. Irene had hem dien morgen niet tranen in de oogen een postpakket gebracht. Voor den postbode was het niets dan een klein pakjo, dat hij moest bezorgen, maar voor Siineon Dayle betcekende het een ineenstorten van veel hoop. want daarmee werd hem een uitvin ding teruggestuurd, waarmee de deur tot het fortuin voor hem geopend had moeten werden. Alsof dat mot genoeg was, kwam er nog een moeilijkheid in do persoon •an Mrs. Datchett. Het spijt mij, Mr. Dayle, e, maar ik kan u hier niet langer voor hetzelfde bedrag houden. Alles wordt duurder. Ik moet in het vorvolg zestig cents per week moor hebben. Zestig cents per week riep hij verschrikt uit- Ik ik Natuurlijk zou het mij spijten u te verliezen, maar zaken zijn zaken, merkte zij op. Als u zelf meer oen handelsman was, dan zou u 'mij 3tcllig boter begrijpen Zestig cent per week meer 1 mompelde Dayle, terwijl hij somber zijn grijzo hoofd schudde. Mrs. Datchett keek afkeurend do kleine kamer rond. Natuurlijk zal hot u wat moeilijk vallen, merkte zij op. Maar het is uw eigen schuld 1 Als u maar niet altijd uw tijd zoo verknoeid had en ergens een betrekking had aangeno men, dan zou het heel wat gemakke lijker voor u zijn. Misschien Loeft u gelijk, zeide hij lusteloos. Denk er eens over, ried zij hem aan. Maar er is één ding heel zeker als u goen zestig cent per week meer missen kan, dan kan ik u hier ook niet langer houden. Een half uur later kwam 't dienst meisje de kamer van den ouden man binnen. Dayle stond \oor het venster uit le kijken en hij draaide zich niet om noch bij haar binnenkomen, noch bij haar opgewekte begroeting van „Uier zijn we weer". Irene, zei hij, ik zal liet maar opgeven om nog wat to willen uitvinden 1 Opgevenriep Irene op ongc- loovigen toon uit. Ja, zei hij, langzaam zich naar haar omwendend en moedig zijn best doende, tegzn haar te glimlachen. Ik zal het maar opgeven en trachten een geschikte betrekking te vinden. Irene keek bem scherp in het ge laat De oude vrouw is zeker hier ge weest, nietwaar vroeg zij. Mrs. Datchett heeft mij mijn po sitie duidelijk doen inzien, stemde hij toe en en ik zul haar ruad ter harte nomen. Ik zou het liever niet doen, maar Doe het dan niet I zei Irene dapper. U mag ul die radertjes en dingetjes cr niet uuu geven. Eéus zal alles tot zijn recht komen, en dun zul u blij zijn, dat u het niet heeft opge geven. Neen, ik heb er mee afgedaan zei hij. Je moet weten, dat Mrs. Datchett zich gedwongen ziet, mij wekelijks zestig cents meer te laten betalen. Eu ik wil hier liever niet weg. Ik geloof niet, dat ik ergens an ders goedkooper terecht zou komen. Maar die zestig cents het het kan er niet al, daarom moet ik wat extra's verdienen, en daarom Ik zal eens met Mrs. Datchett over u spreken. Ik zal mijn best doen haar over te halen, om alles zoo to laten als het was. En voordat hij haar kou tegenhou den, snelde zij haastig de trappen af. Minuut na minuut wachtte hij op haar terugkeer, nauwelijks op succes durvende hopen. De idealen en eer zuchtige denkbeelden van zijn leven berustten voor het oogenblik bij een klein dienstmeisje, en hij overdacht vaag wat een groot geluk het was, dat zij altijd in hem geloofd had. liet is in orde, zei Irene, loon zij weer bij den ouden man terug kwam. Zij wil u hier voor hetzelfde geld laten, voor enkele weken ten minste. En als die tijd komt, dan zul len wij wei weer zion, wat er gedaan kan worden N g enkele weken! riep hij lend uit. Misschien zal ik in die-i tijd juist succes hebben. Over enkele we ken k..n er heet wat gebeuren! Natuurlijk! stemde zij toe. Ileol goecl mogelijk! Maar toen zij de deur uitging, zuchtte zij. Veertien dagen, een maand, nog eens veertien dagen verliepen en het leven van den ouden Simeon Dayle ging eentonig voort. Behalve dat Mrs. Datchett heni eigenaardigen b'-k toewierp als hij wekelijksche rekening betaald o, sprak zij niet meer over dien don keren morgen, waarop de wanhoop dreigde zich van hem te zullen mees ter maken. Toen op zekeren namiddag kw, Simeon Dayle stralend als een geheet ander man thuis. Hij droeg zijn hoofd bijna trotsen en uit zijn stem sprak een ongewoon zelf vertrouw* Het ongelooflijke was gebeurd, hij had een schitterend en zeker succes behaald. llij had tol niemand ui huis iets gezegd van hetgeen zou gaan gebeu ren, want zoo dikwijls te voren was hij teleurgesteld, ais alles zoo zeker scheen. Zelfs tegenover Irene had hij tnaar even deze zaken aangeroerd, en of schoon zij belangstelling had ge toond. meende hij toch een tikje twij fel in haar stem te hebben opge merkt Maai- nu luid de groote spoorweg- maatsohappij er in toegestemd zijn uitvinding aan te nemen, cm minder dan een uur geledein had hij een bo- langrijke overeenkomst geteekend. Al les was zeker. llij zou buiten gaan wonen, waar hij ongestoord kon werken. Hij zou een atelier hebben, een fabriek eu be dreven assistenten, hij zou... Plotseling werd hij in zijn over peinzingen gestoord, opgeschrikt door het rinkelen van brekend glas werk op metaal beneden. Hij hoorde do stem van Irene .schreiend protos- toeren, en de stem van Mrs. Datchett driftig verwijtend. Hij ging eon trap af on luisterde. Het kan mij niet schelen! zei do woedende Mrs. Datchett. Ongeluk of goen ongeluk. Jij hebt het gebroken, en je zult het van jo eigen geld betalen! Daar zal een lange tijd mee heengaan ook voor zooiets moois en duurs' Maar ik zal al je loon inhouden tot het is afbe taald, en hoe die oude gek boven het iu klaar moet spelen, is mij een aztdsel! Jo zult nu niet ia staat zijn iedere week die extra zestig cent voor hem to betalen, en hij kan hier zeker niet blijven als hij het niet zelf be taalt! Hoe heb je het in Je hoofd ge haald De oude Mr. Dayle ging langzaam do trap weer op en naar zijn kamer terug. Zijn gelaat stond ernstig en toch wonderbaar zacht; hij zag er uit als oen man die plotseling do inner lijke schoonheid van het leven licoft begrepen. N'u drukte hij op de bel voor Irene de eerste en laatste maal dat hij het ooit waagde zoo gebiedend op te treden. ïrene kwam bij hem bcneai met roodoiiuande oogen en een snik in iiiiar stem. Irene, zei hij, ik schijn niet de ;e uitvinder in dit huis te zijn. Hij inet dreigend zijn vinger tegen op. Wat dio extra zestig cent per week betreft, ik beu bang, dat je toen aan het uitvinden bent gegaan. Jij hebt ze zelf betaald en mij gezegd dat Mrs. Datchett er van afgezien had, Ik ik. Zij beloofde mij er nooit ut van te zullen zeggen! stamelde zij. Het het speet mij zoo voor u, en ik wilde zoo graag iets doen om u le helpen. Ik dacht niet dat u het ooit i bom te v ou nu - Hij kon niet verder gaan. Irene zag Je uacmt dal een vuil mijn uit vindingen wol niet succes benrooud zou weruenf veronderstelde hij. Ja, jokte zij, en toen in liaar loop, verteiue zij de waarheid. Ik meen, neen. Ik ik heb nooit ge docht dat er iets vau al uw werk te récht zou komen. Maar tiet was mijn bedoeling voor u geheim te houden wat ik er van dacht. Wij waren zul ke goede kameraden, niet waar. Muur nu is zij van plan weken lang mijn loon in te houden. Ik weet niet wat ik moet beginnen, en Ik weet hel wel! zei de oude man en wuifde triomfantelijk voor liaar met een stukje bankpapier. Kijk eens I hior! En dat is nog maar om mee te mijn andere Ideeën goed uit te wer ken. Ik ga buiten wonen, en jij gaat met mij mee! Jij zult dan voor mijn huishouding zorgen. Mag ik mij dan de huishoudster noemen? vroeg Irene gretig. Als jo dat graag wilt! antwoord de Simeon Dajylo, „maar ik zal jo tegenover de mensahen mijn uangeno- men dochte'r noemen. DAMRUBRIEK. IIAARLEMSCHE DAMCLUB. Allo correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men (e rlohtcn aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. l'elcplioon no. 15L3. Probleem No. 572, van J DENTROUX, (Le Damier). SA a m, g» ril m ;.ï3 t m A. ,- i 3 i Él a ■4 A :ri Wit Zwart 13 schijven op: 7, Wit 12 schijven op: 31, 3. 9, 10, 12,17, 18, 19, Op li. 32. 33, 36, 38, 39, 40, 42, 43. 46. Probleem No. 573 van L. SOMEN. (Le Damier). 21, 22, 2-4, 29 en dam en 49. .I V s A ri 47 48 4» Zwart 11 schijven op: 4, 7, 8, 9, 10,11, 13, 19, 23, 40 en 45. Wit 9 schijven op: 22, 25, 28, 32, 34, 39, 42, 49 en 50. Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aan boven genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 23 dozer. Oplossing van probleem No. 568, van den auteur: Wit 37—31, 2921, 42-37, 5044, 33-28, 41—36, 31:2, 36 40. 2 6! De stand was. Zwart 15 schijven op: 3. 5, 8, 9, 10, 11, 12, 17. 18. 20. 21, 22, 23, 25 en 45. Wit 12 schijven op: 14 29, 30, 32, 33 34, 37, 38, 41, 42. 48 eu 50. Oplossing van probleem No. 569, an den auteur: Wit 4440, 3328, 4842, 23—19, 46-41, 38-33, 25 3, 3 14! De stand was: Zwart 11 schijven op: 6, 9, 11, 13 14, 15. 17 27, 31, 30 en 37. Wit 12 schijven op: 18, 23, 24, 25, 30, 33, 38, 39, 43, 44. 46 en 48. Beide problemen zijn inderdaad niet gemakkelijk, vooral No. 568 heeft menigeen lieci wat hoofdbrekens ge kost en vele getrouwe oplossers heb. ben de oplossing niet kunnen vinden, terwijl zij die de oplossing gevonden hadden eenparig in hun lof waren. Do auteur verdient alle lof voor de ze werkelijk mooie vraagstukken. Een goede oplossing hebben alleen de heeren: M. ten Brink, J. Jacobson Azn., A. A. Jecobson, W. J. A. Matla en P. Mollema. EEN PRACHTIG VRAAGSTUK. Dezer dagen werd ons een zeoi mooi probieem getoond dat het l>e- wijs levert, hoe cr ook in ons land nog problemisten gevonden worden die inderdaad iets schoons kunnen voortbrengen. Het is hier de heef Frans van Gelder van het V. A. D.' te Amsterdam die dit vraagstuk hoeft saamgesteld en wien daarvoor hulde dient "gebracht. Onze lezers zullen er zeker van genieten hoewel wij het plaatsen met de oplossing er bij: 14 :4 Zwart 6 schijven op: 1, 6, 9, 11, 13, 37 en dam op 7. it 10 schijven op 17, 20, 22, 26, 27, 30, 33, 38, 39 en 43. hoe hij zijn best deed de tranen bin nen te houden, die hem in do oogen welden. Luister eens, laat dit nu maar eens aan mii over! stelde zij voor. beginnen. Er komen hoopen meer bij. Wat u wil daarmee toch niet zeggen, riep Irene in hulpelooze ver bazing uit, dat u eindelijk geslaagd i nu zal ik ook in staat zijn Wit; Zwart: 1. 38-32 87 28 2. 39-341 Prachtig, de meeste stukken moe ten geslagen worden. 228 48 3. 27-21 Een mooi tempo. 3. 7 40 4. 2213 Schitterend! 2 zwarte schijven en tweo dammen staan gelijktijdig op slag doch wijl ds meeste stukken ge slagen moeten worden, kan alleen de dam op 48 den slag uitvoeren. 4. 48:14 5. 21—16 1 Opnieuw gaat mterslag voor. 5. a, 4521 6. -16:711! Slaat eerst de schijf om schijf 1 daardoor op 12 te bieiuzen. 6. 1 12 7. 26 10 gewonnen. Is het niet om van te smullen? f De Haarlcmsche Damclub houdt haar bijeenkomsten iederon Maandag avond van 8 tot 12 uur in do boven zaal van café „do Korenbeurs, Spaar- ne 36. alhier. Liefhebbers van het damspel zij» Voor het lidmaatschap kan men zich bij het bestuur aanmelden. Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun nen als aspirantleden worden toege laten. Inlichtingen verstrekt gaarne d» Secretaris, de lieer J. Meijer, Kruis straat 34, Telephcon 1543.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 16