m
k
B
m
ri
ft
ri
jrugwuifde lang nadat Milling
meer omkeek.
„Je bent wel gelukkig", zei juffrouw
Larter eenvoudig.
„Natuurlijk is hel nog een geheim",
eei juffrouw Benson. „Je moet
aan geen schepsel vertellen lot ik je
permissie geef, maar Joe en ik begrij
pen elkander en jij zult bruidsmeisje
lijn, in wit mousseline."
„Ik denk niet, dat ik bruidsmeisje
wezen kan", antwoordde juffrouw
Larter'vol spij t, „wij zijn.... ik denk,
dat ik geen nieuwe, witte japon, en
alles wat daarbij hoort, kan betalen.
Maar vertel me eens", ging zo opge
ruimder voort, „wanneer hoeft hij je
gevraagd
„Ja, zie je, hij heeft mij nog niet
gevraagd", antwoordde juffrouw Ben
son langzaam, „maar wij begrijpen
elkaar en hij inoet mij alloon nog
maar formeel vragen."
Zij. zweeg plotseling, begrijpende
dat zij meer gezegd had dan haar
plan was. „Ik moet verder, naar juf
frouw Enderby."
Daarmedo nam zij afsciieid en vond
de vriendelijke modiste bezig mat de
laatste hand aan een japon te Ie;
gen.
„Dat is nu de derde maal, dat ik
deze japon voor juffrouw Simons moet
koeren", vertelde zij, „maar ik ben
heel bang, dat het nu niet meer gaan
tal."
„Wat kan mij do oude japon van
luffrouw Simons schelen riep juf
frouw Benson „hier is stof, waar
van u een nieuwe japon voor mij ma
ken moet en zoo mooi als u kan, om
een bepaalde reden."
„Dat weet ik'", zeide juffrouw En-
derby glimlachend, „en ik hoop. dat
ik do bruidsjapon voor u maken
mag."
Daarop raadpleegden zij over mo
tel en fatsoen en toen dat bepaald
was, werd de maat genomen.
Er werd boven op den vloer ge-
tlopt. „Neem mij niet kwalijk éón
minuut", zei juffrouw Enderby en
ging vlug naai- boven.
Hoewel zij eenigo minuten afwezig
ileef, werd juffrouw Benson niet
boos over het wachten, daar zij van
modeplaten zat te genieten.
,,'t Spijt me, dat ik u heb laten
wachten", zei de modiste bij haar te
rugkeer.* zij keek bezorgd en haar
stem beefde. „Ik moest even naar bo
ven, naar mijn moeder. Zij klopt met
een stok op den vloer als ze mij noo-
•Jjg heeft; zij is niet zoo goed als zij
placht te wezen, wordt voortdurend
zwakker en ligt nu geregeld te bed.
De dokter zegt... maar laat ons ver
der gaan", zei ze. met een zucht, het
meetlint weer opnemende.
Eenige dagen later kwam juffrouw
Benson terug om de nieuwe japon 'o
passen. „0, 't wordt mooi!" riep zij,
toen juffrouw Enderby de onafge
maakte japon in de kleine zitkamer
bracht, Maar toen zij de japon aan
getrokken had veranderde haar mee
rling totaal. „U heeft ze te nauw ge
maakt", klaagde zij heftig, „u bederft
Ue stof, ze is niet goed gernaak
„Als de japon af is zal ze u goed
passen", beloofde juffrouw Enderby.
„Ze ziet er nu niet goed uit, dat
Seef ik toe, maar ik heb er den laat-
»ten tijd ook niet mijn volle aandacht
aan kunnen schenken mijn mo>
der neemt een groot deel van mijn
tijd in beslag, zij wordt voortdurend
zwakker en..."
„Dat kan ik toch niet helpen', viel
juffrouw Benson haar ruw in do re
de. „Als u aanneemt, een japon voor
mij te maken, moet u hel ook behoor
lijk doen".
„Zeker, zeker, u heeft gelijk', er
kende de modiste, „maar ik heb zoo
veel zorg..."
„Dan had u het niet op u moeten
nenten', viel juffrouw Benson haar
stormachtig in de reden. Ik wilde
juist die japon zoo mooi mogelijk ge
maakt hebben en u bederft ze. ja be
derft ze".
„Als u mij wat langer tijd wil gun
nen om ze af te maken..." pleitte juf
frouw Enderby.
„Neen, u heeft mij de japon be
loofd, voor aanstaanden Zaterdag en
tot dan geef ik u tijd, geen dag lan
ger!" riep juffrouw iTenson, terwijl
haar slecht humeur nu zijn toppunt
bereikte. En als de japon niet goed
gemaakt is neem ik ze niet en moet
u mij de bedorven stof vergoeden en
dan kom ik nooit meer terug, nooit!"
„Ik zal er mijn uiterste best op
doeu', beloofde do modiste en u zuit de
japon Zaterdag hebben. Koin Zater
dag nog eens passen, dan kunt u do
japon meenemen. Juist in de laatste
dagen is mijn moeder..."
Juffrouw Benson trok opnieuw
haar oude japon aan en verliet hot
liuis, zonder verder op de verzekerin
gen van de modiste te letten".
Den volgenden Zaterdagmorgen
nad er een heftig tooneel plaats in
juffrouw Enderby's kleine woning.
Niet alleen was de blauwe japon nog
niet af, maar ook paste ze de woe
dende juffrouw Benson niet, die hef
tig tegen de modiste uitvoer.
Deze scheen zich daar, eigenaardig
genoeg, niet veel van aan te trekken.
„Ik zal u de stof met genoegen ver
goeden," zei ze, „nu moeder weer be
ter is. beschouw ik het maar ais een
soort van dankoffer. Hior ts Set gèW,
juffrouw Benson.
In heftige verontwaardiging vertrok
Juffrouw Benson.
„Binnen een half uur is de japon
af," zei juffrouw Enderby in zichzelf,
de verachte blauwe japon opnemen
de „dan hang ik ze in de etalage en
verkoop ze aan de eerste de beste, die
een koopje zoekt."
Juffrouw Bessie Larter was de eer
ste persoon, die er langs kwam en in
de termen viel; zij kwam naar de zie
ke moeder informeeren, maar de
blauwe japon voor het raarn trok haar
aandacht; verrast en nieuwsgierig
bleef zij staan, verbaasd over den la
gen prijs op het kaartje. Daarna ging
zij binnen.
In antwoord op haar vragen ver
telde de modiste wat er dien morgen
gebeurd was ,,'t Is een japon, die u
Juist passen zou," eindigde zij, „mis
schien hier en daar wat te wijd, maar
dat kan ik gauw verbeteren."
„Maar ik kan het niet betalen," zei
juffrouw Larter treurig.
„Betaal mij maar wat u kunt," bood
juffrouw Enderby aan.
Met bevende vingers trok het meisje
de blauwe japon aan, die juffrouw
Benson versmaad had.
„Ze past u precies," verklaarde
juffrouw Enderby, vol bewondering.
„Eenvoudig volmaakt," zuchtte juf
frouw Larter.
„Blauw, geluksblauw," zei de mo
diste glimlachend.
Zoo kwam het, dat juffrouw Larter
den volgenden «dag de mooie japon
droeg. Juffrouw Benson wist dat niet,
omdat zij Ihuis zat met wat zij zelf
zware kou, maar de overige dorpelin
gen slecht humeur noemden.
Niettemin brachten juffrouw Gooch
en juffrouw Stedwick haar dien
avond een bezoek.
„Vertel het haar maar," zei de laat
ste, haar vriendin toeknikkend.
,Joe Mirling heeft Bessie Larter
ten huwelijk gevraagd," flapte juf
frouw Gooch uit, „nog geen uur gele
den. Zij hebben het 't eerst aan mij
en juffrouw Stedwick gezegd en wij
komen het nieuws dadelijk aan u ver
tellen, omdat we weten, dat u er be-
g in stelt."
Maarmaar, ik was het
begon juffrouw Benson.
Al dien tijd had hij een oogje op
Bessie Larler," verklaarde juffrouw
Stedwick, „maar hij liet er niets van
blijken, omdat hij zeker van zichzelf
wou wezen. Maar toen hij haar in die
mooie, blauwe japon zag, kon hij niet
langer wachten en vroeg haar!"
Een Uitvinding.
(Naar hot Engolsch).
Op een achterzolderkamer van het
pension van Mrs. Datchett woonde'n
rustige, vreedzame oudo heer, over
x de andere bewoners van 't huis
allen dezelfde opinie hadden.
Mrs. Lay colt en haar dochters bijv.
spraken in haar oeschaafde taal van
bewoonsters der oerste verdieping
over den ouden Simeon Daylo als
over iemand die eigenaardig en excen
triek was.
Een bee'.jo lager op do maatschap
pelijke ladder, ofschoon wat hooger
in huis, woonde Mr Jclks, die gewoon
was zwijgend het hoofd te schudden
op liet gezicht van Mr, Dayle. En de
sportieve Mr. Benderly. die nog een
trap hooger zijn kamers had, aarzelde
nooit niet welheteokenend naar zijn
voorhoofd te wijzen, als hij over zijn
bovenbuurman sprak.
En toch had de oude Simeon Dayle
niets eigenaardigs, behalve dat hij
wel vele. vele jaren lang zonder suc
ces zijn levensstrijd voerde en nog
altijd het vertrouwen in zichzelf be
hield.
Van beroep was hij uitvinder, en
zooals hij zelf bekende zonder succes,
daarom hoofdzakelijk twijfelde
men in het pension aan het gezonde
van zijn geest vermogens. Zij hielden
hem voor krankzinnig, omdat hij op
zijn leeftijd maar voortging met proe
ven te nemen.
In het geheele huis was er echter
maar één persoon, die hem nooit uit
lachte en dat was Irene, de kleine,
scliamole dienstbode-alleen.
bestond een merkwaardige
vriendschap tussclien het kleine
nstuieisjo en den ouden man,
waarschijnlijk dutoerend van deu dag
rop Simeon Dayle, toen hij Irene
op straat tegenkwam, zijn hoed voor
haar had afgenomen, waarop zij hem
ademloos en met een blos op de wan
gen had staan nastaren, totdat zijn
gestalte om den hoek vun de straat
verdween.
Irene deed alles wat zij kon om zijn
leven onder het vijandelijk dak van
Mrs. Datchett draaglijker te maken.
Zij spruk met hem en brak zich het
hoofd over zijn ingewikkelde teeke-
nlngen en zelf geknutselde modellen.
Maar toch was zij voortdurend van
opiDie, dat er iets aan zijn verstand
haperde dat hij werkelijk zoo was
als waarvoor Mr. Benderly en de an
deren hem hielden.
Do oude Simeon Dayle was onuit
sprekelijk dankbaar voor haar vrlond-
schup en belangstelling, en voelde
zich aangemoedigd door de gedachte,
dat er in elk geval iemand was,
in hem geloofde.
O, mijn beurt zal wel komen 1
placht hij tot haar te zeggen.
Natuurlijk I verzekerde Ireno
opgewekt. Natuurlijk, vroeg of
laat. Er is niets wat het kan tegen
houden,
En heel in 't geheim voegde zij er
uitdagend tot zichzelf aan too Het
kan mij niet schelen of het een leugen
is dio ilt vertol. Hot vroolijkt hem op,
meer dan do waarheid doen zou 1
Zoo ging het leven van den ouden
Simeon Dayle week na week voorbij,
zijn bejaarde ziel één strijdperk van
hoop tegen teleurstellingen, van en
thousiasme tegen moeilijkheden.
Sommige dagen zat hij den gehee-
len morgen hard te werken en vcr-
klaarcto triomfantelijk aan de hard
ploeterende Irene, dat het succes ein
delijk binnen zijn bereik was. Andere
dagen weer placht hij geheel gebro
ken toe to stemmen, dat alles wel mis
lukken zou en dan sprak het kleine
dienstmeisjo hem moed in door een
groot crtrouwen in zijn denkbeelden
voor to w;ndeu.
Met tusschenruirnteu van enkele
dagen ging hij met een pakjo teeke-
ningen onder zijn arm of met een van
zijn zelf gewrochte modellen uit, en
dan was zij zoo goed als zeker
gang, om hem „Veel succes" toe te
werischen als hij vol hoop vertrek, en
„Een volgenden koer beter" te mom
pelen als hij terugkeerde.
Toen kwam er een noodlottige dag,
waarop allo ideecn hem schenen ver-
Laten te hebben en liij versuft en ter
neergeslagen ter neder zat. Irene had
hem dien morgen niet tranen in de
oogen een postpakket gebracht. Voor
den postbode was het niets dan een
klein pakjo, dat hij moest bezorgen,
maar voor Siineon Dayle betcekende
het een ineenstorten van veel hoop.
want daarmee werd hem een uitvin
ding teruggestuurd, waarmee de deur
tot het fortuin voor hem geopend had
moeten werden.
Alsof dat mot genoeg was, kwam
er nog een moeilijkheid in do persoon
•an Mrs. Datchett.
Het spijt mij, Mr. Dayle,
e, maar ik kan u hier niet langer
voor hetzelfde bedrag houden. Alles
wordt duurder. Ik moet in het vorvolg
zestig cents per week moor hebben.
Zestig cents per week riep hij
verschrikt uit- Ik ik
Natuurlijk zou het mij spijten u
te verliezen, maar zaken zijn zaken,
merkte zij op. Als u zelf meer
oen handelsman was, dan zou u 'mij
3tcllig boter begrijpen
Zestig cent per week meer 1
mompelde Dayle, terwijl hij somber
zijn grijzo hoofd schudde.
Mrs. Datchett keek afkeurend do
kleine kamer rond.
Natuurlijk zal hot u wat moeilijk
vallen, merkte zij op. Maar het
is uw eigen schuld 1 Als u maar niet
altijd uw tijd zoo verknoeid had en
ergens een betrekking had aangeno
men, dan zou het heel wat gemakke
lijker voor u zijn.
Misschien Loeft u gelijk, zeide
hij lusteloos.
Denk er eens over, ried zij hem
aan. Maar er is één ding heel zeker
als u goen zestig cent per week
meer missen kan, dan kan ik u hier
ook niet langer houden.
Een half uur later kwam 't dienst
meisje de kamer van den ouden man
binnen. Dayle stond \oor het venster
uit le kijken en hij draaide zich niet
om noch bij haar binnenkomen, noch
bij haar opgewekte begroeting van
„Uier zijn we weer".
Irene, zei hij, ik zal liet
maar opgeven om nog wat to willen
uitvinden 1
Opgevenriep Irene op ongc-
loovigen toon uit.
Ja, zei hij, langzaam zich naar
haar omwendend en moedig zijn best
doende, tegzn haar te glimlachen.
Ik zal het maar opgeven en trachten
een geschikte betrekking te vinden.
Irene keek bem scherp in het ge
laat
De oude vrouw is zeker hier ge
weest, nietwaar vroeg zij.
Mrs. Datchett heeft mij mijn po
sitie duidelijk doen inzien, stemde
hij toe en en ik zul haar ruad
ter harte nomen. Ik zou het liever niet
doen, maar
Doe het dan niet I zei Irene
dapper. U mag ul die radertjes en
dingetjes cr niet uuu geven. Eéus zal
alles tot zijn recht komen, en dun zul
u blij zijn, dat u het niet heeft opge
geven.
Neen, ik heb er mee afgedaan
zei hij. Je moet weten, dat Mrs.
Datchett zich gedwongen ziet, mij
wekelijks zestig cents meer te laten
betalen. Eu ik wil hier liever niet
weg. Ik geloof niet, dat ik ergens an
ders goedkooper terecht zou komen.
Maar die zestig cents het het
kan er niet al, daarom moet ik wat
extra's verdienen, en daarom
Ik zal eens met Mrs. Datchett over
u spreken. Ik zal mijn best doen haar
over te halen, om alles zoo to laten
als het was.
En voordat hij haar kou tegenhou
den, snelde zij haastig de trappen af.
Minuut na minuut wachtte hij op
haar terugkeer, nauwelijks op succes
durvende hopen. De idealen en eer
zuchtige denkbeelden van zijn leven
berustten voor het oogenblik bij een
klein dienstmeisje, en hij overdacht
vaag wat een groot geluk het was, dat
zij altijd in hem geloofd had.
liet is in orde, zei Irene, loon
zij weer bij den ouden man terug
kwam. Zij wil u hier voor hetzelfde
geld laten, voor enkele weken ten
minste. En als die tijd komt, dan zul
len wij wei weer zion, wat er gedaan
kan worden
N g enkele weken! riep hij
lend uit. Misschien zal ik in die-i tijd
juist succes hebben. Over enkele we
ken k..n er heet wat gebeuren!
Natuurlijk! stemde zij toe. Ileol
goecl mogelijk!
Maar toen zij de deur uitging,
zuchtte zij.
Veertien dagen, een maand, nog
eens veertien dagen verliepen en het
leven van den ouden Simeon Dayle
ging eentonig voort.
Behalve dat Mrs. Datchett heni
eigenaardigen b'-k toewierp als hij
wekelijksche rekening betaald o,
sprak zij niet meer over dien don
keren morgen, waarop de wanhoop
dreigde zich van hem te zullen mees
ter maken.
Toen op zekeren namiddag kw,
Simeon Dayle stralend als een geheet
ander man thuis. Hij droeg zijn
hoofd bijna trotsen en uit zijn stem
sprak een ongewoon zelf vertrouw*
Het ongelooflijke was gebeurd, hij
had een schitterend en zeker succes
behaald.
llij had tol niemand ui huis iets
gezegd van hetgeen zou gaan gebeu
ren, want zoo dikwijls te voren was
hij teleurgesteld, ais alles zoo zeker
scheen.
Zelfs tegenover Irene had hij tnaar
even deze zaken aangeroerd, en of
schoon zij belangstelling had ge
toond. meende hij toch een tikje twij
fel in haar stem te hebben opge
merkt
Maai- nu luid de groote spoorweg-
maatsohappij er in toegestemd zijn
uitvinding aan te nemen, cm minder
dan een uur geledein had hij een bo-
langrijke overeenkomst geteekend. Al
les was zeker.
llij zou buiten gaan wonen, waar
hij ongestoord kon werken. Hij zou
een atelier hebben, een fabriek eu be
dreven assistenten, hij zou...
Plotseling werd hij in zijn over
peinzingen gestoord, opgeschrikt
door het rinkelen van brekend glas
werk op metaal beneden. Hij hoorde
do stem van Irene .schreiend protos-
toeren, en de stem van Mrs. Datchett
driftig verwijtend. Hij ging eon trap
af on luisterde.
Het kan mij niet schelen! zei do
woedende Mrs. Datchett.
Ongeluk of goen ongeluk. Jij
hebt het gebroken, en je zult het van
jo eigen geld betalen! Daar zal een
lange tijd mee heengaan ook voor
zooiets moois en duurs' Maar ik zal
al je loon inhouden tot het is afbe
taald, en hoe die oude gek boven het
iu klaar moet spelen, is mij een
aztdsel! Jo zult nu niet ia staat zijn
iedere week die extra zestig cent voor
hem to betalen, en hij kan hier zeker
niet blijven als hij het niet zelf be
taalt! Hoe heb je het in Je hoofd ge
haald
De oude Mr. Dayle ging langzaam
do trap weer op en naar zijn kamer
terug. Zijn gelaat stond ernstig en
toch wonderbaar zacht; hij zag er uit
als oen man die plotseling do inner
lijke schoonheid van het leven licoft
begrepen.
N'u drukte hij op de bel voor Irene
de eerste en laatste maal dat hij
het ooit waagde zoo gebiedend op te
treden.
ïrene kwam bij hem bcneai met
roodoiiuande oogen en een snik in
iiiiar stem.
Irene, zei hij, ik schijn niet de
;e uitvinder in dit huis te zijn.
Hij inet dreigend zijn vinger tegen
op. Wat dio extra zestig cent
per week betreft, ik beu bang, dat je
toen aan het uitvinden bent gegaan.
Jij hebt ze zelf betaald en mij gezegd
dat Mrs. Datchett er van afgezien
had,
Ik ik. Zij beloofde mij er nooit
ut van te zullen zeggen! stamelde
zij. Het het speet mij zoo voor u, en
ik wilde zoo graag iets doen om u le
helpen. Ik dacht niet dat u het ooit
i bom
te v
ou nu -
Hij kon niet verder gaan. Irene zag
Je uacmt dal een vuil mijn uit
vindingen wol niet succes benrooud
zou weruenf veronderstelde hij.
Ja, jokte zij, en toen in liaar
loop, verteiue zij de waarheid. Ik
meen, neen. Ik ik heb nooit ge
docht dat er iets vau al uw werk te
récht zou komen. Maar tiet was mijn
bedoeling voor u geheim te houden
wat ik er van dacht. Wij waren zul
ke goede kameraden, niet waar.
Muur nu is zij van plan weken lang
mijn loon in te houden. Ik weet niet
wat ik moet beginnen, en
Ik weet hel wel! zei de oude man
en wuifde triomfantelijk voor liaar
met een stukje bankpapier. Kijk eens
I hior! En dat is nog maar om mee te
mijn andere Ideeën goed uit te wer
ken. Ik ga buiten wonen, en jij gaat
met mij mee! Jij zult dan voor mijn
huishouding zorgen.
Mag ik mij dan de huishoudster
noemen? vroeg Irene gretig.
Als jo dat graag wilt! antwoord
de Simeon Dajylo, „maar ik zal jo
tegenover de mensahen mijn uangeno-
men dochte'r noemen.
DAMRUBRIEK.
IIAARLEMSCHE DAMCLUB.
Allo correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men (e rlohtcn
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. l'elcplioon no. 15L3.
Probleem No. 572,
van J DENTROUX,
(Le Damier).
SA
a
m,
g»
ril
m
;.ï3
t
m
A. ,-
i
3
i
Él
a
■4
A
:ri
Wit
Zwart 13 schijven op: 7,
Wit 12 schijven op: 31,
3. 9, 10, 12,17, 18, 19,
Op li.
32. 33, 36, 38, 39, 40, 42, 43. 46.
Probleem No. 573
van L. SOMEN.
(Le Damier).
21, 22, 2-4, 29 en dam
en 49.
.I
V s
A ri
47 48 4»
Zwart 11 schijven op: 4, 7, 8, 9, 10,11, 13, 19, 23, 40 en 45.
Wit 9 schijven op: 22, 25, 28, 32, 34, 39, 42, 49 en 50.
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 23
dozer.
Oplossing van probleem No. 568,
van den auteur: Wit 37—31, 2921,
42-37, 5044, 33-28, 41—36, 31:2,
36 40. 2 6!
De stand was.
Zwart 15 schijven op: 3. 5, 8, 9, 10,
11, 12, 17. 18. 20. 21, 22, 23, 25 en 45.
Wit 12 schijven op: 14 29, 30, 32, 33
34, 37, 38, 41, 42. 48 eu 50.
Oplossing van probleem No. 569,
an den auteur: Wit 4440, 3328,
4842, 23—19, 46-41, 38-33, 25 3,
3 14!
De stand was:
Zwart 11 schijven op: 6, 9, 11, 13
14, 15. 17 27, 31, 30 en 37.
Wit 12 schijven op: 18, 23, 24, 25, 30,
33, 38, 39, 43, 44. 46 en 48.
Beide problemen zijn inderdaad
niet gemakkelijk, vooral No. 568 heeft
menigeen lieci wat hoofdbrekens ge
kost en vele getrouwe oplossers heb.
ben de oplossing niet kunnen vinden,
terwijl zij die de oplossing gevonden
hadden eenparig in hun lof waren.
Do auteur verdient alle lof voor de
ze werkelijk mooie vraagstukken.
Een goede oplossing hebben alleen
de heeren: M. ten Brink, J. Jacobson
Azn., A. A. Jecobson, W. J. A. Matla
en P. Mollema.
EEN PRACHTIG VRAAGSTUK.
Dezer dagen werd ons een zeoi
mooi probieem getoond dat het l>e-
wijs levert, hoe cr ook in ons land
nog problemisten gevonden worden
die inderdaad iets schoons kunnen
voortbrengen. Het is hier de heef
Frans van Gelder van het V. A. D.'
te Amsterdam die dit vraagstuk hoeft
saamgesteld en wien daarvoor hulde
dient "gebracht. Onze lezers zullen er
zeker van genieten hoewel wij het
plaatsen met de oplossing er bij:
14 :4
Zwart 6 schijven op: 1, 6, 9, 11, 13, 37 en dam op 7.
it 10 schijven op 17, 20, 22, 26, 27, 30, 33, 38, 39 en 43.
hoe hij zijn best deed de tranen bin
nen te houden, die hem in do oogen
welden.
Luister eens, laat dit nu maar
eens aan mii over! stelde zij voor.
beginnen. Er komen hoopen meer bij.
Wat u wil daarmee toch niet
zeggen, riep Irene in hulpelooze ver
bazing uit, dat u eindelijk geslaagd
i nu zal ik ook in staat zijn
Wit; Zwart:
1. 38-32 87 28
2. 39-341
Prachtig, de meeste stukken moe
ten geslagen worden.
228 48
3. 27-21
Een mooi tempo.
3. 7 40
4. 2213
Schitterend! 2 zwarte schijven en
tweo dammen staan gelijktijdig op
slag doch wijl ds meeste stukken ge
slagen moeten worden, kan alleen de
dam op 48 den slag uitvoeren.
4. 48:14
5. 21—16 1
Opnieuw gaat mterslag voor.
5. a, 4521
6. -16:711!
Slaat eerst de schijf om schijf 1
daardoor op 12 te bieiuzen.
6. 1 12
7. 26 10 gewonnen.
Is het niet om van te smullen? f
De Haarlcmsche Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederon Maandag
avond van 8 tot 12 uur in do boven
zaal van café „do Korenbeurs, Spaar-
ne 36. alhier.
Liefhebbers van het damspel zij»
Voor het lidmaatschap kan men
zich bij het bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar kun
nen als aspirantleden worden toege
laten.
Inlichtingen verstrekt gaarne d»
Secretaris, de lieer J. Meijer, Kruis
straat 34, Telephcon 1543.