Haarlem's Dagsud
Liefdedroom
TWEEDE BLAD
Dinsdag 29 Juni 1914
Buiteiilandsch Overzicht
Ss Balkanvulkaan
De striiü in AlbaniC.
Nog 'eens de aanval op
Durazzo.
De correspondent der „Küln. Ztg.
iic do gevechten van verleden week
Maundi'ig bijwoonde, waarin de over
ste Thomson sneuvelde, zegt dat ae
aanval op de stad uitstekend was
voorbereid, wat niet te verwonderen
was want sedert vier dagen sprak do
heele wereld over de aanstaande om
singeling der opstandelingen door
drio colonnes, zooals dal door overste
Thomson was opgezet. Dit was in het
hoofdkwartier van don Sjeik van
Sjiak, den voorn aamsten geestelijken
aanvoerder der opstandelingen, cv
goed bekend als in de stad.
De aanval had ptaats langs den
voornaamsten, bijna zou men zeggen
den eenigen toegangsweg, die van
Tirana naar Durazzo voert, den
straatweg over Sjiak en den Rasboel
de wacht van zes man aan de brug
over do lagune maakte alarm. En
binnen een kwartier waren de stuk
ken der Skoda-batterijen, onder lei
ding van kapitein Fabius, in staat
den aanrukkenden vijand te beschie
ten.
De correspondent wijst er op, hoe
goed de maatregelen waren, door
overste Thomson genomen. Hoewel
die kanonnen nog niet waren be
proefd. klopte alles uitstekend, de
vrijwillige artillerie was dadelijk tot
vuren .gereed de Mirdieten en Malis
noren waren aan de brug en ter be
schikking der Nederlandsche officie
ren En wat dezen gedaan hebben kan
niet genoeg worden geroemd. Toen
Thomson bij het begin van het gevecht
viel, moest Roelfsenia onvoorbereid de
leiding op zich nemen, en met Sar
(die de infanterie aanvoerde) cn Fa
bius (die het bevel over de artillerie
op zich had genomen) de verdediging
leiden.
Wat deze drie helden hebben go-
daan, zegt de correspondent, a
venmenschclijk. Met ongeoefende eii
onvoldoende troepen, wier taal zij bo
vendien uiet verstaan, hebben zij van
den vroegen morgen tot laat in den
nacht een stelling van meer dan vijf
K.M. uitgestrektheid moeten verdedi
gen tegen een fanatieken vijand, die
steeds weer met ware doodsverach
ting den storm waagde, en die slechts
door de kartetsen der Skoda-kanon-
nón en de kogels der machinegeweren
kon worden tot staan gebracht.
/onder de Nederlandsche elficieren,
zegt deze coz-respondent, de Skoda-
kiuiomiea en de medewerking der
vrijwilligers, zou de stad reeds bij
den tweeden of derden aanval in han
den der opstandelingen zijn gevallen.
.Vorst Wilhelm dankt het dezen offi
cieren, dat hij nog in zijn konak ver
blijft en de mogendheden, dat zij nog
niet voor de taak staan, voor Albanië
een anderen vorst en een anderen re
geert ngsvorm te kiezen.
De heldendood van
Thomson.
De ;1 Telegraaf "-correspondent
Albanië schrijft nader
Maandagmorgen 15 Juni, klokslag
4 uur, werden de voorposten aan de
brug bij hel moeras, onder ccn gewel
dig vuur, door de rebellen aangeval
len. De dichter bij de stad gelegen
posten beantwoordden in het morgen-
grauwen de fusillade. De in stelling
gebrachte machinegeweren werden
bediend. Kapitein Fabius, die als
commandant van Je artillerie des
huchts in de kazerne slaapt, stomide
onmiddellijk den heuvel, waar de
bergkanonnen staan, op en liet de
eerste shrapnels door de lucht gieren.
Enkele minuten daarna was oen troep
van GOO Mirdieten op weg naar de
zeezijde en do moerassen, om het
voortdriagen der rebellen te beletten.
Op het kanongebulder trokken ko
lonel Thomson, majoor Roelfsema,
kapitein Sar en dokter Reddingiue
naar de vuurlinie, liet vuren werd
van alle zijden met krankzinnig ge
weld voortgezet. Toch vielen do ko
gels der rebellen, die op een afstand
van ten hoogste 400 meter genaderd
waren, telkens tusschen de gendar
men eu Mirdieten neer. Majoor RoeJf-
sema zegt, dat het vuur telkens dien-
te rh ij kwam.
Op een gegeven oogenblik, het kon
zes uur in den morgen geweest zijn,
stond kolonel Thomson in de onmid
dellijke nabijheid van majoor Roelf-
Plotsetlng riep hij „Ik i>cn po
ond. Breng me weg Do kogels der
rebellen hagelden neer. Majoor Roelf
senia hield 'Thomson onder den arm.
Na oen twintigtal schreden gedaante
hebben, verloor Thomson het bewust
zijn. Het bloed stroomde uit een won
de, twee vingers onder het rechter
sleutelbeen. De kogel had een der
slaguders getroffen en was door don
hals uit het lichaam gevlogen. Op dit
kritieke oogenblik verscheen dokter
Reddingius, die al 40 minuten i n
de vuurlinie naar gewonden
zocht, en tevens de correspondent van
do Londenseiio „Times Aioore.
Iedereen was gevlucht. De heldhaf
tige nationalisten 1 van Durazzo
die als ambulance-dienaars wilden
meedoen, waren als hazen wegge
rend. Met hun drieën transporteerden
zij den bowustelooze naar een klein
st-eenen huisje, dat ais mikpunt dien
de voor de schoten der rebellen Ma
joor Roelfsema ging onmiddellijk te
rug naar de loopgraven, om bevelen
te geven. De toestand werd van mi
nuut tot xninuut kritieker. De robellen
schonen van alle zijden uit het moeras
te voorschijn te kruipen. Van dehoo-
go heuvelen bij Durazzo paften de
shrapnels, liet geweervuur was bui
tengewoon hevig. Ofschoon majoor
Roelfsema telkens en telkens opnieuw
liet bevel gaf niet zoo nutteloos muni
tie lo verspillen, scheen ieder dier
half-wilden er slechts pleizier in te
hebben zoo\eel mogelijk patronen weg
te knallen.
Om kwart over zeven kwam dokter
Reddingius onder het hevigste govuur
naar majoor Roelfsema, om hem do
diep treurige mededeeling te doen.
dat luitenant-kolonel Thomson, zon
der tot bewustzijn gekomen to zijn,
overleden was.
Hoewel tot in de ziel geschokt door
deze verpletterende ramp, bleef Roelf-
in de vuurlinie, nam kalm het
opperbevel over en gaf onmiddellijk
orders <-oor kapitein Sar en Fabius.
lfij liet direct aan den koning weten,
welk onherstelbaar onheil de Neder
landsche missie getroffen had en gaf
telegrammen mede voor majoor
Kroon, kapitein De Jong en andere
officieren. Daarna werd aan de Ne
derlandsche regeering draadloos, door
tusschen komst van den Oostenrijk-
schen gezant, geseind dat luitenant
kolonel Thomson gesneuveld was.
Het meest kritieke oogenblik
den dag was tusschen 7 en 9 uur des
morgens De rebellen waren met bui
tengewonen moed en fanatisme, door
de hodscha's opgezweept, tot v'
voor de posten genaderd. Nu alles
het geweer gokomen was, kon er
een verdere overrompeling geen sp
kc meer zijn. De dag was gloeiend
heet De officieren en manschappen
leden vreeselijken dorst. Tegen 12
uur schoon er verademing te komen.
De verwoede aanvallen waren van al
le zijden afgeslagen.
Natuurlijk waren er weer ccn
tal betweters, die majoor Roelfsema
w ilden overreden een uitval over do
gansche linie te wagen. Doch de No-
derluudselio majoor, overtuigd dat hij
met 900 Mirdieten niet tegen een vij
and van onbekende kracht kon optre
den, verbood met alle energie eenult-
al.
Het schieten duurde voort. Ecu min
of meer belachelijk wcgknallen van
kogels op vóél te groote afstanden.
Kapitein Fabius liet een huis onder
vuur nemen, van waaruit langen tijd
geschoten was geworden. .Met doe
shrapnels werd het huis plat gescho
ten. Trots allo vermaningen, bedrei
gingen, smeekingen bleven de gek ge
worden Mirdieten nuttelooze salvo's
lossen. Majoor Roelfsema zegt dan
ook terecht „Met die kerels is geen
geregeld krijgvoeren mogelijk'. Zij
gehoorzamen nauwelijks hun eigen
stamhoofden
Jk wil niet gewagen van de daden
vt-.n persoonlijken moed der Neder
landsche officieren. Zij hebben
voorbeeld gegeven aan de Mirdi
die liever, achter een steenblok zit
tend, een vijand neerknallen, dan m
hel open veld. Zij zelf gewagen er niet
van. Maar ik wil hier het woord geven
aan een Franse tien en een Duitsdien
oorrespondent, die mij beiden zeiden
„Uwe officieren hebben deze hah'-wil-
dcu en hun gendarmes geleid met
oen doodsverachting en een moed, die
elke vergelijking tart. Wij wenschen
do Ncdeilaudschc natie, die zulke
mannen voortbrengt, geluk".
Majoor Roelfsema zeide mij Dins
dagochtend glimlachend ,,Do aan
vallers konden absoluut niet verder
dan op 400 meter afstand naderen.
Een voortdurende regen van lood
floot over de moerassen tot over de
eerste heuvelrijen. Die in bet vlakke
veld gekomen waren, konden zelfs
niet terugtrekken. Ze moesten, in
modder en poelen weggedoken, of
vlak op den grond liggend, de kogels
over zich heen laten gieren. Eerst bij
liet invallen van den nacht bestond er
mogelijkheid om terug to trekken ach
ter de eerste heuvelen."
Dr. Reddingius vertelde mij
Dooden lagen overal verspreid. Ik zag
o a. drie lijken vlak naast eLkaar lig
gen met een shrapnel In hun midden.
Wij konden de gewonde rebellen eerst
het ochtendkrieken, behulpzaam
Ik ben overtuigd, dat de opstan
delingen midden in den nacht vele
dooden en gewonden naar Sjiak rr»co
in hebben. Toen ik in de vuur-
Cis en een zwaar gewonde be
handelde, greep ine plotseling een
Mirdietoni den hals en trok mij neer
in een loopgraaf. Een seconde daarna
floten de kogels over onze hoofden.
Jk zei den dokter, dat het toch veel
te veel gewaagd was, om in de vuur
linie to slaan. Hetzelfde verw ij t
jhtte ik tot de andere Nederlandsen*:
officieren. Waarop eik hunner een
voudig antwoordde, zij moesten nu
eenmaal het voorbeeld geven, wilden
zij iets van dé Mirdieten en Maüsso-
•ii gedaan-krijgen
Togen half zeven 's avonds hebben
een auutal Albaniërs op een baar het
stuffelijk overschot van luitenant-
kolonel Thomson naar den tuin in don
Konak van den koning gedragen. Het
was eeu droevige, stille stoet, die daar
door het stadje trok. Eerbiedig groet
te de menigte de baar en menig Alba
nees, die Thomson persoonlijk gekend
had, liet zijn tranen den vrijen loop.
Onder een veldtent, op ccn veldbed,
werd liet lijk neergelegd. Do koning
en de koningin brachten persoonlijk
bloemen. Twee Albaneesehe gendar
men hielden de wacht bij de tent
Rouw en onuitsprekelijke droefenis
heerschton onder de Nederlandsche
officieren.
Het incident met de
Italianen.
De Agemia Stefani meldt
I)<: Albaneesehe minister Turks u
pasja overhandigde Aliotti, den Itah-
aanschen gezant, het volgende schrij
ven
„liet verheugt mij te kunnen mede-
dcelen, dat onder de bij Muricchio en
Cliinigo gevonden en in beslag geno
men stukken niets belastende gevon
den is. Op grond der gebleken on
schuld van beide heeren wordt hierbij
door do Albaneesehe regeering voor
hot betreurenswaardige voorval, dut
ecu schending der capitulatie is, leed
wezen uitgesproken.
„Het is oveibodig hierbij te voegen,
dat dc regeering alles doet, om een
herhaling van zulke gebeurtenissen
to voorkomen."
Aliotti is van meening, dat het inci
dent met deze verklaring geëin
digd is.
Een wapenstilstand.
Een bericht van de Agcnzia Stefani
lit Durazzo meldt
De regeering zond, hoewel de daar
voor aangegeven termijn reeds ver
streken was, twee parlementairs naar
do opstandelingen, om den gevraag-
den wapenstilstand van drie dageu to
sluiten, opdat de samenkomst der
onderhandelaars van beide partijen
zou kunnen plaats hebben. Deze zal
atui de brug over de lagune plaats
hebben.
Men zegt, dat de opstandelingen
neigd zijn, zich te onderwerpen.
Onder de Nederlandsche
officieren, die met deze
maatregel van den vors
ngeuomen z ij n, heersebt
daarover ontstcmmii
Eon conflict tusschen dc Keder-
landsGhe missie en den prins
Von WIsfl?
Uit Parijs wordt aan de „Tel." g*
seind
Onder het nogal tendentie use oj
schrift; „Aangevallen door Je Alb.i-
neezeu wordt de prins von Wied door
do Nederlanders in den steek gelaten
publiceert do Matin" het volgende
telegram uit Durazzo:
„Daar de prins von Wied, zonder dc
Nederlandsche missie !e raadplegen,
den opstandelingen, ecu wapenstil
stand heeft toegestaan, hebbon de Ne
derlandsche officieren verzocht terug
geroepen te WOl'den."
Do „N. R. '^.''-correspondent merkt
evenwel op
„Het schijnt mij, dat dit bericht,
indien het juist is, eerder moest boe
ten De prins von Wied, niet meer
aangevallen door de Albaneezen, laat
do Nederlanders schieten."
Moeten wij onze offic
ren terugroepen?
De te Durazzo vertoevende bijzon
dere correspondent der „Kölnischo
Zoitung" meldt:
Er lieersclit hier algemeen een wei
nig opgewekte stemming. In Italiaan-
echo kringen koestert men oprechte
bewondering voor de moedige plichts
betrachting en volharding der Neder
landsche officieren. Men beweert, ge-
lijik do diplomatieke vertegenwoorcli-
Ï;er eeper groote mogendheid hei in
iet openbaar uitdrukte, dat het on
rechtvaardig en onverantwoordelijk,
ja zeifs misdadig is, de officieren met
deze ongeschikte manschappon en on
voldoende hulpmiddelen ie laten
strijden en iri den dood te jagen. De
Nederlandsche regeering zoo meent
men heeft met het oog op dezen
ongehoorden toestand Tiet volsta recht
van de groote mogendheden de terug
roeping der Nederlandsche officieren
te verlangen en dezen uit hun on
houdbare positie te bevrijden.
Intusschen brengt elk stoomschip
rij willigere uit Roemenië. Hot Roe-
meenscho gezantschap ontwikkelt een
groote activiteit en beijvert zich voor
al om de Koetzo Wallachen voor den
prins von Wied te winnen en hen, zoo
mogelijk, tegen de weer opduikende
heilige bataljons in Eplrus in hot
veid te zenden.
Hulp voor de regeering s-
troepen.
Volgens berichten hij den N'eder-
lundscben commandant in Durazzo
ontvangen, stonden de uit het zuiden
opdringende troepenafdeelingen, on
geveer 1000 man sterk, bij Karabunar
en Luschïna, vaar zij ccn heftigen
strijd voerden niet ongeveer 600 op
atandelingen, die de hoogten daar bo
et hadden.
De rechtervleugel der regeeriiigs-
troepen stond onder bevel van majoor
Rcsim-bey en den Nederlandsehen. ka
pitein De Jongh, het centrum onder
Mooreddin-bey Vlora en Hisclunid
Toskas, de linkervleugel onder Bek-
laseh-bey.
De regeringstroepen werden terug
geworpen op Fieri, waar zij nu nog
staan
Prenk Bib Doda wensclite van de
regeering het tweede karnJh om met
zijn treepen de positie, vier uren be
noorden Durazzo, te kunnen verlaten,
den ppmarséh tegen do opstandc-
ngen te kunnen aanvaarden.
Het kanon is reeds door den inge
nieur Haseler aan boord van de „Gi-
sela" naar de positie van Prenk Bib
Doda gebracht.
Zondag en Maandag gingen men-
schen tot aan de vooruitgeschoven
posities bij Rasboe!, om naar dooden
te zooken. Vijftig lijken werden gevon
den, die begraven zijn.
De verliezen der regeeiangstroepen
bij de jongste gevechten tegen de re
bellen bedroegen ongeveer 80 dooden
li l£ö gewonden.
Van den 20 man sterken gendarme
iepost bij Porta Romana zijn er vier
gedood. 14 gevangen, twee ontvlucht,
«getuigen van de jongste gevechten
ïlden, dat de rebellen de gewonden
zonder pardon afmaken.
Allerlei.
Het Engelsche eskader is in Kroon-
stadt aangekomen.
Mexico.
De Vereenigdo Staten hebben de
vertegenwoordigers van Carranza en
Huerta uitgenoodigd bijeen te komen
op een niet-officieele conferentie, in
de hoop zoodoende te komen tot een
pacificatie van Mexico.
Do vertegenwoordigers van Huerta
verklaarden, dat zij bereid waren op
deze wijze met de Constitutionalisten
besprekingen te voeren.
Binnenland
PRINS HENDRIK DER NEDER
LANDEN.
Men seint uit Hatmover: Zondag
bezochten prims Hendrik der Neder
landen en de vorst van Schaumburg-
Lippe de tentoonstelling der Duitsche
Maatschappij van Laaidbouw.
ELEKTRICITEITSVOORZIENING.
Do Staatscommissie voor electrki-
teiksvcorziening, welke 14 Juli 1911
werd benoemd, 'ueeft haar rapport aan
de Koningin aangeboden.
Mr. E. OOSTIiNG.
Op Bosehwijk bij Zwolle is in 69-
jarigen ouderdom overiedc-n mr.
Everhard Oosting, oud-president dei'
rechtbank te Assen.
Ü1T DE DERDE VERDIEPING
GEVALLEN.
Zondagmiddag is een persoon in
do le Jan van der Heydenstraat te
Amsterdam van de 3e verdieping zij
ner woning op een binnenplaats ge
vallen. H:ij werd naar liet WilhelinJ-
nagiastbuiis vervoerd, alwaar bij aan
komst bleek, dat hij was overleden.
EEN REFERENDUM OVER DE
KEIIMIS.
In de vergadering van den Raad
dor gemeente Almelo, werd na een
langdurige discussie met 10 tegen 9
stemmen besloten, om alvorens met
betrekking toi de ingekomen adres
sen vóór en tegen wederinvoering
van de kermis, een beslissing te ne
men, deze zaak aan een referendum
te onderwerpen en daaraan onder
contróle der gemeente te doen deel
nemen hen, die op de thans van
kracht zijnde kiezerslijst voorkomen
'ernstig "over dacht, dit besluit, dat
z.i. in strijd is met de wet, aan H.M
de Koningin ter vernietiging voor te
dragen, zoo meldt de Tel.
AANSLAG OP EEN RECHERCHEUR
Omtrent den aanslag op den recher
cheur Blond/, te Den Haag onlang^
gepleegd, wordt aan de Tel. het vól
gende gemeld:
In do CcrRscheatraal werJ zijn op
merkzaamheid gaande gemaakt door
oen paartje, waarvan het meisje zijn
aandacht trok, omdat hij daarin een
dienstbode uit de huurt meende te her
kennen, die bij zijn vrouw wel aan
huis kwam. Op het punt, waar hem
dit opviel, was het evenwel duister,
daar de lantaarn niet was ontstoken
of uitgedraaid. Hij keerde om, ging
een zijstraat in maar bemerkte spoe
dig onder he", licht van eer. anderen
lantaarn, dat hij zich vergist had,
Op zijn schreden teruggekeerd in het
bovenbedoelde duistere gedeelte van
den weg, voelde hij eensklaps oen zwa-
ren slag legen het achterhoofd: Door
den hevigen schok, viel B. voorover
langs de glooiing van het dieper on
der het straal peil gelegen onbebouwd
perceel. Hij zag toen, dat een persoon
op een snel fiets wegreed en dat een
tweede persoon in zijn onmiddellijke
nabijheid was, wiens beenen hij
trachtte te grijpen. Op hetzelfde oogen
blik kreeg hij echter een tweedon
slug tegen het hoofd, waardoor hij
zijn bewustzijn verloor.
In dien toestond werd hij gevonden
door een chauffeur en twee in dc
buurt wonende juffrouwen, nadat de
beide aanvaller» gevlucht waren, het
geen door twee personen was gezien.
Behalve een steekwonde in de borst,
had B. ook sneden over een der mou
wen en honden.
Dat de steekwonde geen dood»-'
letsel veroorzaakte, had B. te danken
aan de omstandigheid, dat hij dik ge
kleed was. Dc dienstrevolver, die
naast hem werd gevonden, was door
B. niet uit zijn zak gehaald en kon er
volgens hem ook niet uit zijn geval
len.
De daders zijn nog nie". gevonden
Er moet hoegenaamd geen grond
bestaan om aan wraakneming te den
ken van personen, waarmede B. in
de uitoefening var zijn functie in aan
raking was gekomen.
Het onderzoek, dat nog steeds gaan
de is, houdt zich vooral bezig met de
vniof R voor een ander is aan
gezien, dan wel dat hij de beide aan
randers in den weg trad op een oogen
blik, dat zij weinig goeds in den zin
hadden.
13. heeft zijn diicn&i nog niet kunnen
hervatten.
GEVAARLIJKE INBREKER.
Do eenigen tijd geleden te Zwolle
aangehouden inbreker heef. thans ook
bekend, dat hij da persoon is geweest,
die in 1911, 1912 en 1913 inbraak heeft
gepleegd in do buitens te Noordvvijk,
Drummen, Baani, Maarsbei gen,
Zeist, enz., on o. a. ook in De Bilt op
de buitens Berkenhoven, Vollenhoven
en Beerschoten, zoo meldt de N. R. G
ONGELUKKEN.
De „Tol." meldt
Zaterdagavond is in de Waal, even
beneden Tiel, bij het baden verdron
ken de 40-jarigo ongehuwde J. van
Tuil Zijn lijk werd even na het on-
;eluk gedregd.
Zondagmiddag is de 16-jarige S. U.
te Leeuwarden bij het zwemmen
do Dokkumer Ee verdronken.
De circa 20-jarige, aan vallende
ziekte lijdende Bruggeman, te Doetin-
chem, kreeg op straat een toeval, ter
wijl hij naast de tramrails fietste
Ongelukkigerwijze werden hem dien
tengevolge door de juist passeerenJe
stoomtram beide beenen afgereden
De ongelukkige is in het ziekenhuis
aldaar opgenomen-
In het ziekenhuis te Vüssingen is
overleden de scheepmaker G-, die de
vorige week op do werf ,,De Schelde"
in het kolenruim van het in aanbouw
zijnd stoomschip „Tjikembang" is ge
vallen.
Als Franschen de ïalnwe op!
Wo lozen in 't Algemeen Handels
blad o.a.
Wij zijn er geweest, in het mees!
barbaarschc centrum van „bar-
baarsch Nederland Te midden
de Hardorvvijkschc aanranders en
vreemdelingcn-beleedigers hebben wij
ons vrij moedigi ijk bewogenniet
als Hollanders, die eens komen kij
ken, hoe de landgenooten er uitzien,
die van zoo grove ongastvrijheid be
ticht wordenmaar als Frau-
schen, heusche Franschen, in een
open automobiel met Fransche vlag
getjes er op, luidkeels Fransch spre
kende en uitheemsch genoeg gekleed
om vol ontzag door allen aangestaard
ordenwier doodgewone iand-
De voorzitter deelde mede, dat hij c-r genooten wij toch maar zijn.
Dc wijze, waarop wij ec-n oordcel
over bnro.mrsch Nederland het best
meenden (o kunnen vormen, was,
als vreemdelingen dc behandeling -e
ondergaan, zooals die in schrille kleu
ren door buitenlanders wordt afge
schilderd En wat lag méér voor de
hand, don als Franschen de streek ie
bezoeken, v.aar zich dit alles afge
speeld, heef t, m niet alleen op bet
terrein van den strijd zelf, maar ook'
een ruimen cirkel daaromheen.
Hoe nu als „Franschen" onze land
genooten om den tuin te leiden?
F.en snorkende auto mc-t Fransche
laggen voorop zou ons reeds in alle
opzichten nader tot het doel brengen,
n icdi r: :i twijfel omtrent onze identi
teit opheffen. liet gezelschop, bestaan
de uft een dame en twee heeren,
waarvan dc een wat erg jeugdig en
do ander wat al tc Germaansch voor
het doel uitzag, vertrouwde zich, waf
het verzorgen van dc details betreft,
oe aan Michcls, tooneelkapper.
Verder zouden een groote hoeveel
heid van hetgeen ieder ander dan een
;chte Fiunschman „flux de Douche'
moult, en een niet minder uitgebreid
ie verzameling uitheemsche klee-
dlngslukkon, als: witte souspieds,
bleekgroene puttees, kakhie jassen,
geruite petten en ,,gogles",entrave-
okken, gouddoorweven sluiers, en
vitte jour kousenin de oogen
/an onze brave landgenooten, onze
Gallische identiteit geheel twijfelloos
maken.
Dat de verontwaardiging der Fran
sche reizigers niet goheel zonder in
vloed op onze voorbereidingen ge
weest was, moge blijken uit het feit,
dat een klein, geheimzinnig pakkc-t
door een der tochtgenooten in den
wagen verstopt bij onze behouden
terugkomst een aantal enelverbanden
groote pot spijkerbalsem
bleek te bevatten.
Doch Ier zake!
In den vroegen Zondagmorgen reed
le groote 50 paards Opel-wagen voor.
Met een vaartje van zestig tol ze
ventig kilometer stoven we Diemer-
brug voorbij, Muiden door, Muider-
berg lang-namen we Kaarden en
Buesum Laren, Baarn en Amers
foort. Alleen de tolbazen, die hun
hand kwamen ophouden, waren korte
rustpunten.
Nauwelijks waren we Amersfoort
door Hoevelaken kwam even iu
zicht door het hoog geboomte toen
we onze eerste panne arrangeerden.
Daar waren zooveel boertjes en
boerinnet jes op dien weg in den mooi-
en zomer Zondagmorgen, dat het wel
even de inocile loonde om te onder
zoeken, hoe zij zich tegenover o'e
reem-den zouden aanstellen, als die
voor een tijdje ulpeloos langs den
weg zaten.
Zoo kwam 't, dat onze chauffeur
den gaven rechter vóór-binnenband
ping wisselen voor een anderen. Het
was er goed zitten in dien tijd aan. den
kant van den weg en daar kwameu
ook al van alle kanten de nieuwsgie
rige luitjes aan. 't Was, of ze uit de
boschjes opgroeiden, zoo 6tond ineet s
groote kring om den Opel wagen.
Vrouwtjes waren er met kerkboeken
in dc zvvart-gehandèchoenda vingers
en manslui, die even van de fiets
stapten, zware klompen aan de voe
ten, een zwart jasje fladderend over
het zade:. een breedgerande pet bo
en de pienter kijkende oogen er. kiu-
ders in bonte kleedjes en katoenen
boezels met vlassige, sluike ponyha
ren en oogen van het lichtste blauw.
Ze stonden er en giechelden achter de
hand en knuffelden elkander van lou
ter pleizier over het vreemde geval
drie Franschen je kon het zien aan
do vaantjes voor op de autemebiel
aan den weg.
Een der reizigers haalde ;oeu een
groote toeristenkaart van Miduen Ne
derland voor den dag en ontvouwde
die op een plaid. Toeu wenkte hij een
der kijkende omstanders en vroeg met
een vingerwijzing naar voren: Nie-
querque?
Ja, knikte de gevraagde, .en ja
knikten ze allemaal, daar, vóór one,
lag Nijkerk.
Et la reine mère, la reine Emma?
Oii demeure-t-elle?
Geen antwoord.
Wat bedoelen ze? vroeg er een.
Niemand wist. het.
W« hielden aan.
—Emma, la mère.de Wilhelmlne 1 A
Soesterdique?
O, daar ben je al geweest, daar
kora je vandaan, begreep een der
fietsens en zijn duim wees naar ach
teren, waar we Amersfoort te voren
hadden laten liggen.
Een ander van ons is toen het ge
zelschap door een schildpadden face
h main gaan fixeerer. Of ze daarop
zouden reageeren? Ja, dat deden ze
maar allergenoeglijkst. De kinderen
glunderden, de opgeschoten meisjes
knikten met een klein, verlegen glim
lachje of een brutalen oogopslag, de
mannen tikten aan de petten, zeiden
goe'ndag. Daar was geen spoor van
rebellie te bekennen bij heet den kij
kenden troep, die, toen twee kleine
FEUILLETON
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch, van
EFFIE ADELAIDE ROWLANDS.
1)
Reactie, veronderstelde Anerley.
Jarenlang zijn zijn zenuwen tot het
uiterste gespannen geweest Nu hij
zijn doei bereikt heeft, is zijn kracht
uitgeput. Eigenlijk is dat toch niet
verwonderlijk.
Ik geloof van niet, antwoordde
Dick peinzend.
Wanneer ik aan je vader denk,
vervolgde kolonel Anerley glimla
chend, herinner ik mij altijd twee ge
beurtenissen. Zij staan mij nog zoo
levendig voor den geest, dat ik ze
mijn leven lang niet vergeten zal. Do
eerste was vijftig jaar geleden, toen
hij afscheid moest nemen van zijn
tehuis. I-f ij wastoen nog maar vijftien
jaar en ik was vijf jaar ouder. Het rij
tuig stond voor de deur om hem naar
het station le brengen. Mevrouw Em-
berson, arme vrouw, schreide hart
verscheurend. Je grootvader zag er
uit. alsof dit de genadesJasi voor hem
was Carlton was wil als een geest,
maar om zijn mond was een trek van
groote vastberadenheid, en zijn oogen
schenen niets van de buitenwereld te
zien. Hij draaide zich naar mij om
en wees naar lie. oude, grijze gebouw.
Ik zal hot eens weer" terugkrijgen,
Harry, zei hij, ik zweer het! Ik ge
loofde hem toen, zoouls ik hem aJtijd
geloofd heb, ofschoon ik hem weinig
meer zag Jo weet, dat ik in Ludië
was, zei do kolonel, en slechte nu
en <Lan linorde ik. o\ er je vader spro
ken als een uitstekende handelsman,
oö'.i' koene speculant, een goede finan
cier. Toen mijn vader stierf, nam ik
nuijn ontslag uit. den dienst cn kwam
hier wonen. Achttien maanden gele
den hoorde ik toevallig dat de aan
grenzende bezitting binnenkort weer
in do veiling zou gebracht, weiden.
Met eenige moeite vond ik het ver
blijf van mijn ouden vriend en ver
telde hem liet nieuwtje.
liet ivijf jaar te vroeg goko-
men! riep hij wanhopig uit. De uit
drukking van zijn gelaat vervolgde
mij wokeil daarna nog. Ik kon hom
onmogelijk helpen, want je weet, dat
lk in 't geheel geen rijk man ben,
hoewol En id toch in zekeren zin na
mijn dood een orfgename zal zijn.
Erg terneergedrukt ging ik naar huis
terug, en ik hoorde niets meer van
jo vader. Binnen korten tijd was de
bezittihsr verkocht en een ure dagen
wist niemand aan wien. Je zult je'
mijn verbazing en opgetogenheid
kunnen voorstellen, toen eindelijk
uitlekte, wie de kooper was, en je
kunt hierdoor ook zien, wat een groo
te inspanning dit voor liem geweest
moet zijn. Door welke bijna bovcn-
monschelijkc kracht hij zijn moeilijk-
boden overwon, weet ik niet. Maar
het heeft zijn stempel op je vader
achtergelaten, Dick, hetgeen alleen
do tijd kan wegvisschen.
Ik wenschte wel, dat 1) ij me meer
in zijn vertrouwen nam zei de jarige
man. nadenkend. Hij is een beJe
vader voor mij geweest, eai toch, wilt
u golooven, kolonel, dat ik mot u
moer vrijuit kan praten dan met
hein.
Hal riep hij ploholing verrukt
ui/t, toon, eon aardig pony wagentje ge
lrokken door twee weldoorvoede po
ny's, de oprijlaan inreed. In het rij
tuigje zaten twee dames-, van wie do
jongste mei haar zakdoek vroolijk
legen hem wuifde, Daar zijn ze!
In eeu paar sprongen was Dick bij
het wagentje, eerst Mevrouw Anerley
helpend bij 't uitstappen, loon Enid.
1-Iet. laatste scheen ietwat ingewik
keld en langdurig, daar Dick het
nnodig vond zijn hoofd bij dat van
hot meisje te brengen en zijn arm om
haar hoon to slaan. Een rijknecht, dlo
uit de> stallen was komen aanloop,:n
bij hot geluid der wielen oo het c
en die do ponys bij de koppen vaöt- j
hield, draaide zich om om een onbe
scheiden glimlach te verbergen. Me
vrouw Anerley zag haar echtgenoot
met een glimlach op he>: gelaat vra
gend aan en toen deze knikte, tikte
zij Enid, die nu op den beganen
grond stond, plagend op den schou
der.
Ondeugend meisje! zeide zij ver
wijtend. Waarom heb je m:j, >n
plaats van om vergeving to vragen
nie'. de waarhe'd verteld, opdat ik
had kunnen thuisblijven, om mijn
toekomstigen schoonzoon te ontvan
gen!
Enid bloosde betooverend, en ant-
woordde een beetje quasi-vcrlegcn:
Ik dacht, dat hij op 't Laatste oogen
blik nog van meaning veranderd
mocht ziin.
De bestraffing, die zij zich door
deze opmerking ongetwijfeld op den
hals had gehaald, werd voor een tijd
je verschoven, doordat Mevrouw
Anerley Dick in haar armen sloot en
oenlge vreugdetranen stortte. Toen
hij werd losgelaten, een beotje schaap
aclitig kijkend, zooals jonge mannen
dat bij zoo'n golegenhedd doen, kwam
kolonel Anerley hem te hulp.
Lieve Mary, zeide hij droog.
wanneer je vvenscht te schreien, staat
mijn schouder tot jo diens'. Dick
brandt van verlangen, om Enid to
vortelTca, wat oen harde vader ik
ben. Maak", dat jullie wegkomt, jon
gelui. Ik geef Jullie een half uur om
vertrouwelijkheden te wisselen en
r verstand tje menschen te wor
den.
De twee aangesprokenen maakten
vlug gebruik van deze toestemming
en wandelden bödaard naask elkan
der voort, totdat zij bij heit omslaan
van w-n hoek van een der Kielen aan
het oog der ouders onttrokken wer
den door eenigo hoog© struiken. On-
noodtg to zeggen, dat Dick zich be
loond© voor zijn lange wachten, zoo-
al» geliefden, dat plegen te doen. Toon
Enid zicli eii-dölijk, blozend en ecuigi-
zins ademloos, uit zijn armen los
maakte, nam hij haar twee handen
in de zijne en za-g haar lang en vol
liefde in ha", gelaat. Ziehier wat hij
zag: een teint, zoo fijn en zacht als
wit fluweel, on woarovor een vluch
tig rood kwam en ging bij iedere aan
doening: blond haai-, dat haar ge
zichtje als een aureool omlijstte en
over de ooron tn bateoverendo, klei-
no krulletjes neerhing oogen zoo
blank als vergcet-mij-motjes.
Dick, liefste, zeide zij met een
lachje. lk ben zoo gelukkig, zoo
wnderlijk gelukkig. Er is maar édn
ding, dat me bezwaart.
Wat is dat, lieveling?
Je zult hot zeker dom van mij
vinden, maar ik moet aldoor den-
keu aan het oude spreekw oor<L dat
zegt, «al hot pad der ware liefde
nooit effen ia Sedert wij elkaar voor
het eerst ontmoetten, is er ons nooit
iets in den weg gelegd. Mijn ouders
zijn verrukt; jouw vader, is, zooals jo
zeg er ook mee ingenomen is 't niet?
Dick knikte.
Hij vertelde mij, dat hij hel van
den eersten dag, dat wij je zagen, ge
hoopt had. Eigenlijk werden wij ge
lijktijdig verliefd op je, liefste.
Emd's lach klonk dezen keer als hot
luiden van zilveren klokjes. Toen,
plotseling weer ernstig wordende en
con air van diep nadenken' voorwen
dende, ging zij voort:
Nu gebeurt er een van de twee
dingen, óf we logenstraffen het oudo
spreekwoord totaal, of het noodlot
lioeft nog do een of andere leelijke
streek voor ons bewaard. Onze liefde
zal nid: onwaar blijken, hé Dick?
In de laatste woorden lag een toon
van nadenkend en ernstig vragen. Ais
eenig antwoord wilde hij haar weer
onstuimig naar zich toe trekken,
maar zij schudde hd". hoofd en hield
hem van zich af.
Jo bont heel. heel zeker van je
zelf. is 't niet, liefste? vroeg zij be
zorgd. Men zegt, dat liefde voor "jan
nen zoovee! minder boteekent dan
voor ons; dat het voor hen slechts een
gebeurtenis in hun leven is, terwijl
het voor ons het leven zelf is!
(Wordt vervolgd.)