Haarlem's Dagsud Liefdedroom TWEEDE BLAD Dinsdag 29 Juni 1914 Buiteiilandsch Overzicht Ss Balkanvulkaan De striiü in AlbaniC. Nog 'eens de aanval op Durazzo. De correspondent der „Küln. Ztg. iic do gevechten van verleden week Maundi'ig bijwoonde, waarin de over ste Thomson sneuvelde, zegt dat ae aanval op de stad uitstekend was voorbereid, wat niet te verwonderen was want sedert vier dagen sprak do heele wereld over de aanstaande om singeling der opstandelingen door drio colonnes, zooals dal door overste Thomson was opgezet. Dit was in het hoofdkwartier van don Sjeik van Sjiak, den voorn aamsten geestelijken aanvoerder der opstandelingen, cv goed bekend als in de stad. De aanval had ptaats langs den voornaamsten, bijna zou men zeggen den eenigen toegangsweg, die van Tirana naar Durazzo voert, den straatweg over Sjiak en den Rasboel de wacht van zes man aan de brug over do lagune maakte alarm. En binnen een kwartier waren de stuk ken der Skoda-batterijen, onder lei ding van kapitein Fabius, in staat den aanrukkenden vijand te beschie ten. De correspondent wijst er op, hoe goed de maatregelen waren, door overste Thomson genomen. Hoewel die kanonnen nog niet waren be proefd. klopte alles uitstekend, de vrijwillige artillerie was dadelijk tot vuren .gereed de Mirdieten en Malis noren waren aan de brug en ter be schikking der Nederlandsche officie ren En wat dezen gedaan hebben kan niet genoeg worden geroemd. Toen Thomson bij het begin van het gevecht viel, moest Roelfsenia onvoorbereid de leiding op zich nemen, en met Sar (die de infanterie aanvoerde) cn Fa bius (die het bevel over de artillerie op zich had genomen) de verdediging leiden. Wat deze drie helden hebben go- daan, zegt de correspondent, a venmenschclijk. Met ongeoefende eii onvoldoende troepen, wier taal zij bo vendien uiet verstaan, hebben zij van den vroegen morgen tot laat in den nacht een stelling van meer dan vijf K.M. uitgestrektheid moeten verdedi gen tegen een fanatieken vijand, die steeds weer met ware doodsverach ting den storm waagde, en die slechts door de kartetsen der Skoda-kanon- nón en de kogels der machinegeweren kon worden tot staan gebracht. /onder de Nederlandsche elficieren, zegt deze coz-respondent, de Skoda- kiuiomiea en de medewerking der vrijwilligers, zou de stad reeds bij den tweeden of derden aanval in han den der opstandelingen zijn gevallen. .Vorst Wilhelm dankt het dezen offi cieren, dat hij nog in zijn konak ver blijft en de mogendheden, dat zij nog niet voor de taak staan, voor Albanië een anderen vorst en een anderen re geert ngsvorm te kiezen. De heldendood van Thomson. De ;1 Telegraaf "-correspondent Albanië schrijft nader Maandagmorgen 15 Juni, klokslag 4 uur, werden de voorposten aan de brug bij hel moeras, onder ccn gewel dig vuur, door de rebellen aangeval len. De dichter bij de stad gelegen posten beantwoordden in het morgen- grauwen de fusillade. De in stelling gebrachte machinegeweren werden bediend. Kapitein Fabius, die als commandant van Je artillerie des huchts in de kazerne slaapt, stomide onmiddellijk den heuvel, waar de bergkanonnen staan, op en liet de eerste shrapnels door de lucht gieren. Enkele minuten daarna was oen troep van GOO Mirdieten op weg naar de zeezijde en do moerassen, om het voortdriagen der rebellen te beletten. Op het kanongebulder trokken ko lonel Thomson, majoor Roelfsema, kapitein Sar en dokter Reddingiue naar de vuurlinie, liet vuren werd van alle zijden met krankzinnig ge weld voortgezet. Toch vielen do ko gels der rebellen, die op een afstand van ten hoogste 400 meter genaderd waren, telkens tusschen de gendar men eu Mirdieten neer. Majoor RoeJf- sema zegt, dat het vuur telkens dien- te rh ij kwam. Op een gegeven oogenblik, het kon zes uur in den morgen geweest zijn, stond kolonel Thomson in de onmid dellijke nabijheid van majoor Roelf- Plotsetlng riep hij „Ik i>cn po ond. Breng me weg Do kogels der rebellen hagelden neer. Majoor Roelf senia hield 'Thomson onder den arm. Na oen twintigtal schreden gedaante hebben, verloor Thomson het bewust zijn. Het bloed stroomde uit een won de, twee vingers onder het rechter sleutelbeen. De kogel had een der slaguders getroffen en was door don hals uit het lichaam gevlogen. Op dit kritieke oogenblik verscheen dokter Reddingius, die al 40 minuten i n de vuurlinie naar gewonden zocht, en tevens de correspondent van do Londenseiio „Times Aioore. Iedereen was gevlucht. De heldhaf tige nationalisten 1 van Durazzo die als ambulance-dienaars wilden meedoen, waren als hazen wegge rend. Met hun drieën transporteerden zij den bowustelooze naar een klein st-eenen huisje, dat ais mikpunt dien de voor de schoten der rebellen Ma joor Roelfsema ging onmiddellijk te rug naar de loopgraven, om bevelen te geven. De toestand werd van mi nuut tot xninuut kritieker. De robellen schonen van alle zijden uit het moeras te voorschijn te kruipen. Van dehoo- go heuvelen bij Durazzo paften de shrapnels, liet geweervuur was bui tengewoon hevig. Ofschoon majoor Roelfsema telkens en telkens opnieuw liet bevel gaf niet zoo nutteloos muni tie lo verspillen, scheen ieder dier half-wilden er slechts pleizier in te hebben zoo\eel mogelijk patronen weg te knallen. Om kwart over zeven kwam dokter Reddingius onder het hevigste govuur naar majoor Roelfsema, om hem do diep treurige mededeeling te doen. dat luitenant-kolonel Thomson, zon der tot bewustzijn gekomen to zijn, overleden was. Hoewel tot in de ziel geschokt door deze verpletterende ramp, bleef Roelf- in de vuurlinie, nam kalm het opperbevel over en gaf onmiddellijk orders <-oor kapitein Sar en Fabius. lfij liet direct aan den koning weten, welk onherstelbaar onheil de Neder landsche missie getroffen had en gaf telegrammen mede voor majoor Kroon, kapitein De Jong en andere officieren. Daarna werd aan de Ne derlandsche regeering draadloos, door tusschen komst van den Oostenrijk- schen gezant, geseind dat luitenant kolonel Thomson gesneuveld was. Het meest kritieke oogenblik den dag was tusschen 7 en 9 uur des morgens De rebellen waren met bui tengewonen moed en fanatisme, door de hodscha's opgezweept, tot v' voor de posten genaderd. Nu alles het geweer gokomen was, kon er een verdere overrompeling geen sp kc meer zijn. De dag was gloeiend heet De officieren en manschappen leden vreeselijken dorst. Tegen 12 uur schoon er verademing te komen. De verwoede aanvallen waren van al le zijden afgeslagen. Natuurlijk waren er weer ccn tal betweters, die majoor Roelfsema w ilden overreden een uitval over do gansche linie te wagen. Doch de No- derluudselio majoor, overtuigd dat hij met 900 Mirdieten niet tegen een vij and van onbekende kracht kon optre den, verbood met alle energie eenult- al. Het schieten duurde voort. Ecu min of meer belachelijk wcgknallen van kogels op vóél te groote afstanden. Kapitein Fabius liet een huis onder vuur nemen, van waaruit langen tijd geschoten was geworden. .Met doe shrapnels werd het huis plat gescho ten. Trots allo vermaningen, bedrei gingen, smeekingen bleven de gek ge worden Mirdieten nuttelooze salvo's lossen. Majoor Roelfsema zegt dan ook terecht „Met die kerels is geen geregeld krijgvoeren mogelijk'. Zij gehoorzamen nauwelijks hun eigen stamhoofden Jk wil niet gewagen van de daden vt-.n persoonlijken moed der Neder landsche officieren. Zij hebben voorbeeld gegeven aan de Mirdi die liever, achter een steenblok zit tend, een vijand neerknallen, dan m hel open veld. Zij zelf gewagen er niet van. Maar ik wil hier het woord geven aan een Franse tien en een Duitsdien oorrespondent, die mij beiden zeiden „Uwe officieren hebben deze hah'-wil- dcu en hun gendarmes geleid met oen doodsverachting en een moed, die elke vergelijking tart. Wij wenschen do Ncdeilaudschc natie, die zulke mannen voortbrengt, geluk". Majoor Roelfsema zeide mij Dins dagochtend glimlachend ,,Do aan vallers konden absoluut niet verder dan op 400 meter afstand naderen. Een voortdurende regen van lood floot over de moerassen tot over de eerste heuvelrijen. Die in bet vlakke veld gekomen waren, konden zelfs niet terugtrekken. Ze moesten, in modder en poelen weggedoken, of vlak op den grond liggend, de kogels over zich heen laten gieren. Eerst bij liet invallen van den nacht bestond er mogelijkheid om terug to trekken ach ter de eerste heuvelen." Dr. Reddingius vertelde mij Dooden lagen overal verspreid. Ik zag o a. drie lijken vlak naast eLkaar lig gen met een shrapnel In hun midden. Wij konden de gewonde rebellen eerst het ochtendkrieken, behulpzaam Ik ben overtuigd, dat de opstan delingen midden in den nacht vele dooden en gewonden naar Sjiak rr»co in hebben. Toen ik in de vuur- Cis en een zwaar gewonde be handelde, greep ine plotseling een Mirdietoni den hals en trok mij neer in een loopgraaf. Een seconde daarna floten de kogels over onze hoofden. Jk zei den dokter, dat het toch veel te veel gewaagd was, om in de vuur linie to slaan. Hetzelfde verw ij t jhtte ik tot de andere Nederlandsen*: officieren. Waarop eik hunner een voudig antwoordde, zij moesten nu eenmaal het voorbeeld geven, wilden zij iets van dé Mirdieten en Maüsso- •ii gedaan-krijgen Togen half zeven 's avonds hebben een auutal Albaniërs op een baar het stuffelijk overschot van luitenant- kolonel Thomson naar den tuin in don Konak van den koning gedragen. Het was eeu droevige, stille stoet, die daar door het stadje trok. Eerbiedig groet te de menigte de baar en menig Alba nees, die Thomson persoonlijk gekend had, liet zijn tranen den vrijen loop. Onder een veldtent, op ccn veldbed, werd liet lijk neergelegd. Do koning en de koningin brachten persoonlijk bloemen. Twee Albaneesehe gendar men hielden de wacht bij de tent Rouw en onuitsprekelijke droefenis heerschton onder de Nederlandsche officieren. Het incident met de Italianen. De Agemia Stefani meldt I)<: Albaneesehe minister Turks u pasja overhandigde Aliotti, den Itah- aanschen gezant, het volgende schrij ven „liet verheugt mij te kunnen mede- dcelen, dat onder de bij Muricchio en Cliinigo gevonden en in beslag geno men stukken niets belastende gevon den is. Op grond der gebleken on schuld van beide heeren wordt hierbij door do Albaneesehe regeering voor hot betreurenswaardige voorval, dut ecu schending der capitulatie is, leed wezen uitgesproken. „Het is oveibodig hierbij te voegen, dat dc regeering alles doet, om een herhaling van zulke gebeurtenissen to voorkomen." Aliotti is van meening, dat het inci dent met deze verklaring geëin digd is. Een wapenstilstand. Een bericht van de Agcnzia Stefani lit Durazzo meldt De regeering zond, hoewel de daar voor aangegeven termijn reeds ver streken was, twee parlementairs naar do opstandelingen, om den gevraag- den wapenstilstand van drie dageu to sluiten, opdat de samenkomst der onderhandelaars van beide partijen zou kunnen plaats hebben. Deze zal atui de brug over de lagune plaats hebben. Men zegt, dat de opstandelingen neigd zijn, zich te onderwerpen. Onder de Nederlandsche officieren, die met deze maatregel van den vors ngeuomen z ij n, heersebt daarover ontstcmmii Eon conflict tusschen dc Keder- landsGhe missie en den prins Von WIsfl? Uit Parijs wordt aan de „Tel." g* seind Onder het nogal tendentie use oj schrift; „Aangevallen door Je Alb.i- neezeu wordt de prins von Wied door do Nederlanders in den steek gelaten publiceert do Matin" het volgende telegram uit Durazzo: „Daar de prins von Wied, zonder dc Nederlandsche missie !e raadplegen, den opstandelingen, ecu wapenstil stand heeft toegestaan, hebbon de Ne derlandsche officieren verzocht terug geroepen te WOl'den." Do „N. R. '^.''-correspondent merkt evenwel op „Het schijnt mij, dat dit bericht, indien het juist is, eerder moest boe ten De prins von Wied, niet meer aangevallen door de Albaneezen, laat do Nederlanders schieten." Moeten wij onze offic ren terugroepen? De te Durazzo vertoevende bijzon dere correspondent der „Kölnischo Zoitung" meldt: Er lieersclit hier algemeen een wei nig opgewekte stemming. In Italiaan- echo kringen koestert men oprechte bewondering voor de moedige plichts betrachting en volharding der Neder landsche officieren. Men beweert, ge- lijik do diplomatieke vertegenwoorcli- Ï;er eeper groote mogendheid hei in iet openbaar uitdrukte, dat het on rechtvaardig en onverantwoordelijk, ja zeifs misdadig is, de officieren met deze ongeschikte manschappon en on voldoende hulpmiddelen ie laten strijden en iri den dood te jagen. De Nederlandsche regeering zoo meent men heeft met het oog op dezen ongehoorden toestand Tiet volsta recht van de groote mogendheden de terug roeping der Nederlandsche officieren te verlangen en dezen uit hun on houdbare positie te bevrijden. Intusschen brengt elk stoomschip rij willigere uit Roemenië. Hot Roe- meenscho gezantschap ontwikkelt een groote activiteit en beijvert zich voor al om de Koetzo Wallachen voor den prins von Wied te winnen en hen, zoo mogelijk, tegen de weer opduikende heilige bataljons in Eplrus in hot veid te zenden. Hulp voor de regeering s- troepen. Volgens berichten hij den N'eder- lundscben commandant in Durazzo ontvangen, stonden de uit het zuiden opdringende troepenafdeelingen, on geveer 1000 man sterk, bij Karabunar en Luschïna, vaar zij ccn heftigen strijd voerden niet ongeveer 600 op atandelingen, die de hoogten daar bo et hadden. De rechtervleugel der regeeriiigs- troepen stond onder bevel van majoor Rcsim-bey en den Nederlandsehen. ka pitein De Jongh, het centrum onder Mooreddin-bey Vlora en Hisclunid Toskas, de linkervleugel onder Bek- laseh-bey. De regeringstroepen werden terug geworpen op Fieri, waar zij nu nog staan Prenk Bib Doda wensclite van de regeering het tweede karnJh om met zijn treepen de positie, vier uren be noorden Durazzo, te kunnen verlaten, den ppmarséh tegen do opstandc- ngen te kunnen aanvaarden. Het kanon is reeds door den inge nieur Haseler aan boord van de „Gi- sela" naar de positie van Prenk Bib Doda gebracht. Zondag en Maandag gingen men- schen tot aan de vooruitgeschoven posities bij Rasboe!, om naar dooden te zooken. Vijftig lijken werden gevon den, die begraven zijn. De verliezen der regeeiangstroepen bij de jongste gevechten tegen de re bellen bedroegen ongeveer 80 dooden li l£ö gewonden. Van den 20 man sterken gendarme iepost bij Porta Romana zijn er vier gedood. 14 gevangen, twee ontvlucht, «getuigen van de jongste gevechten ïlden, dat de rebellen de gewonden zonder pardon afmaken. Allerlei. Het Engelsche eskader is in Kroon- stadt aangekomen. Mexico. De Vereenigdo Staten hebben de vertegenwoordigers van Carranza en Huerta uitgenoodigd bijeen te komen op een niet-officieele conferentie, in de hoop zoodoende te komen tot een pacificatie van Mexico. Do vertegenwoordigers van Huerta verklaarden, dat zij bereid waren op deze wijze met de Constitutionalisten besprekingen te voeren. Binnenland PRINS HENDRIK DER NEDER LANDEN. Men seint uit Hatmover: Zondag bezochten prims Hendrik der Neder landen en de vorst van Schaumburg- Lippe de tentoonstelling der Duitsche Maatschappij van Laaidbouw. ELEKTRICITEITSVOORZIENING. Do Staatscommissie voor electrki- teiksvcorziening, welke 14 Juli 1911 werd benoemd, 'ueeft haar rapport aan de Koningin aangeboden. Mr. E. OOSTIiNG. Op Bosehwijk bij Zwolle is in 69- jarigen ouderdom overiedc-n mr. Everhard Oosting, oud-president dei' rechtbank te Assen. Ü1T DE DERDE VERDIEPING GEVALLEN. Zondagmiddag is een persoon in do le Jan van der Heydenstraat te Amsterdam van de 3e verdieping zij ner woning op een binnenplaats ge vallen. H:ij werd naar liet WilhelinJ- nagiastbuiis vervoerd, alwaar bij aan komst bleek, dat hij was overleden. EEN REFERENDUM OVER DE KEIIMIS. In de vergadering van den Raad dor gemeente Almelo, werd na een langdurige discussie met 10 tegen 9 stemmen besloten, om alvorens met betrekking toi de ingekomen adres sen vóór en tegen wederinvoering van de kermis, een beslissing te ne men, deze zaak aan een referendum te onderwerpen en daaraan onder contróle der gemeente te doen deel nemen hen, die op de thans van kracht zijnde kiezerslijst voorkomen 'ernstig "over dacht, dit besluit, dat z.i. in strijd is met de wet, aan H.M de Koningin ter vernietiging voor te dragen, zoo meldt de Tel. AANSLAG OP EEN RECHERCHEUR Omtrent den aanslag op den recher cheur Blond/, te Den Haag onlang^ gepleegd, wordt aan de Tel. het vól gende gemeld: In do CcrRscheatraal werJ zijn op merkzaamheid gaande gemaakt door oen paartje, waarvan het meisje zijn aandacht trok, omdat hij daarin een dienstbode uit de huurt meende te her kennen, die bij zijn vrouw wel aan huis kwam. Op het punt, waar hem dit opviel, was het evenwel duister, daar de lantaarn niet was ontstoken of uitgedraaid. Hij keerde om, ging een zijstraat in maar bemerkte spoe dig onder he", licht van eer. anderen lantaarn, dat hij zich vergist had, Op zijn schreden teruggekeerd in het bovenbedoelde duistere gedeelte van den weg, voelde hij eensklaps oen zwa- ren slag legen het achterhoofd: Door den hevigen schok, viel B. voorover langs de glooiing van het dieper on der het straal peil gelegen onbebouwd perceel. Hij zag toen, dat een persoon op een snel fiets wegreed en dat een tweede persoon in zijn onmiddellijke nabijheid was, wiens beenen hij trachtte te grijpen. Op hetzelfde oogen blik kreeg hij echter een tweedon slug tegen het hoofd, waardoor hij zijn bewustzijn verloor. In dien toestond werd hij gevonden door een chauffeur en twee in dc buurt wonende juffrouwen, nadat de beide aanvaller» gevlucht waren, het geen door twee personen was gezien. Behalve een steekwonde in de borst, had B. ook sneden over een der mou wen en honden. Dat de steekwonde geen dood»-' letsel veroorzaakte, had B. te danken aan de omstandigheid, dat hij dik ge kleed was. Dc dienstrevolver, die naast hem werd gevonden, was door B. niet uit zijn zak gehaald en kon er volgens hem ook niet uit zijn geval len. De daders zijn nog nie". gevonden Er moet hoegenaamd geen grond bestaan om aan wraakneming te den ken van personen, waarmede B. in de uitoefening var zijn functie in aan raking was gekomen. Het onderzoek, dat nog steeds gaan de is, houdt zich vooral bezig met de vniof R voor een ander is aan gezien, dan wel dat hij de beide aan randers in den weg trad op een oogen blik, dat zij weinig goeds in den zin hadden. 13. heeft zijn diicn&i nog niet kunnen hervatten. GEVAARLIJKE INBREKER. Do eenigen tijd geleden te Zwolle aangehouden inbreker heef. thans ook bekend, dat hij da persoon is geweest, die in 1911, 1912 en 1913 inbraak heeft gepleegd in do buitens te Noordvvijk, Drummen, Baani, Maarsbei gen, Zeist, enz., on o. a. ook in De Bilt op de buitens Berkenhoven, Vollenhoven en Beerschoten, zoo meldt de N. R. G ONGELUKKEN. De „Tol." meldt Zaterdagavond is in de Waal, even beneden Tiel, bij het baden verdron ken de 40-jarigo ongehuwde J. van Tuil Zijn lijk werd even na het on- ;eluk gedregd. Zondagmiddag is de 16-jarige S. U. te Leeuwarden bij het zwemmen do Dokkumer Ee verdronken. De circa 20-jarige, aan vallende ziekte lijdende Bruggeman, te Doetin- chem, kreeg op straat een toeval, ter wijl hij naast de tramrails fietste Ongelukkigerwijze werden hem dien tengevolge door de juist passeerenJe stoomtram beide beenen afgereden De ongelukkige is in het ziekenhuis aldaar opgenomen- In het ziekenhuis te Vüssingen is overleden de scheepmaker G-, die de vorige week op do werf ,,De Schelde" in het kolenruim van het in aanbouw zijnd stoomschip „Tjikembang" is ge vallen. Als Franschen de ïalnwe op! Wo lozen in 't Algemeen Handels blad o.a. Wij zijn er geweest, in het mees! barbaarschc centrum van „bar- baarsch Nederland Te midden de Hardorvvijkschc aanranders en vreemdelingcn-beleedigers hebben wij ons vrij moedigi ijk bewogenniet als Hollanders, die eens komen kij ken, hoe de landgenooten er uitzien, die van zoo grove ongastvrijheid be ticht wordenmaar als Frau- schen, heusche Franschen, in een open automobiel met Fransche vlag getjes er op, luidkeels Fransch spre kende en uitheemsch genoeg gekleed om vol ontzag door allen aangestaard ordenwier doodgewone iand- De voorzitter deelde mede, dat hij c-r genooten wij toch maar zijn. Dc wijze, waarop wij ec-n oordcel over bnro.mrsch Nederland het best meenden (o kunnen vormen, was, als vreemdelingen dc behandeling -e ondergaan, zooals die in schrille kleu ren door buitenlanders wordt afge schilderd En wat lag méér voor de hand, don als Franschen de streek ie bezoeken, v.aar zich dit alles afge speeld, heef t, m niet alleen op bet terrein van den strijd zelf, maar ook' een ruimen cirkel daaromheen. Hoe nu als „Franschen" onze land genooten om den tuin te leiden? F.en snorkende auto mc-t Fransche laggen voorop zou ons reeds in alle opzichten nader tot het doel brengen, n icdi r: :i twijfel omtrent onze identi teit opheffen. liet gezelschop, bestaan de uft een dame en twee heeren, waarvan dc een wat erg jeugdig en do ander wat al tc Germaansch voor het doel uitzag, vertrouwde zich, waf het verzorgen van dc details betreft, oe aan Michcls, tooneelkapper. Verder zouden een groote hoeveel heid van hetgeen ieder ander dan een ;chte Fiunschman „flux de Douche' moult, en een niet minder uitgebreid ie verzameling uitheemsche klee- dlngslukkon, als: witte souspieds, bleekgroene puttees, kakhie jassen, geruite petten en ,,gogles",entrave- okken, gouddoorweven sluiers, en vitte jour kousenin de oogen /an onze brave landgenooten, onze Gallische identiteit geheel twijfelloos maken. Dat de verontwaardiging der Fran sche reizigers niet goheel zonder in vloed op onze voorbereidingen ge weest was, moge blijken uit het feit, dat een klein, geheimzinnig pakkc-t door een der tochtgenooten in den wagen verstopt bij onze behouden terugkomst een aantal enelverbanden groote pot spijkerbalsem bleek te bevatten. Doch Ier zake! In den vroegen Zondagmorgen reed le groote 50 paards Opel-wagen voor. Met een vaartje van zestig tol ze ventig kilometer stoven we Diemer- brug voorbij, Muiden door, Muider- berg lang-namen we Kaarden en Buesum Laren, Baarn en Amers foort. Alleen de tolbazen, die hun hand kwamen ophouden, waren korte rustpunten. Nauwelijks waren we Amersfoort door Hoevelaken kwam even iu zicht door het hoog geboomte toen we onze eerste panne arrangeerden. Daar waren zooveel boertjes en boerinnet jes op dien weg in den mooi- en zomer Zondagmorgen, dat het wel even de inocile loonde om te onder zoeken, hoe zij zich tegenover o'e reem-den zouden aanstellen, als die voor een tijdje ulpeloos langs den weg zaten. Zoo kwam 't, dat onze chauffeur den gaven rechter vóór-binnenband ping wisselen voor een anderen. Het was er goed zitten in dien tijd aan. den kant van den weg en daar kwameu ook al van alle kanten de nieuwsgie rige luitjes aan. 't Was, of ze uit de boschjes opgroeiden, zoo 6tond ineet s groote kring om den Opel wagen. Vrouwtjes waren er met kerkboeken in dc zvvart-gehandèchoenda vingers en manslui, die even van de fiets stapten, zware klompen aan de voe ten, een zwart jasje fladderend over het zade:. een breedgerande pet bo en de pienter kijkende oogen er. kiu- ders in bonte kleedjes en katoenen boezels met vlassige, sluike ponyha ren en oogen van het lichtste blauw. Ze stonden er en giechelden achter de hand en knuffelden elkander van lou ter pleizier over het vreemde geval drie Franschen je kon het zien aan do vaantjes voor op de autemebiel aan den weg. Een der reizigers haalde ;oeu een groote toeristenkaart van Miduen Ne derland voor den dag en ontvouwde die op een plaid. Toeu wenkte hij een der kijkende omstanders en vroeg met een vingerwijzing naar voren: Nie- querque? Ja, knikte de gevraagde, .en ja knikten ze allemaal, daar, vóór one, lag Nijkerk. Et la reine mère, la reine Emma? Oii demeure-t-elle? Geen antwoord. Wat bedoelen ze? vroeg er een. Niemand wist. het. W« hielden aan. —Emma, la mère.de Wilhelmlne 1 A Soesterdique? O, daar ben je al geweest, daar kora je vandaan, begreep een der fietsens en zijn duim wees naar ach teren, waar we Amersfoort te voren hadden laten liggen. Een ander van ons is toen het ge zelschap door een schildpadden face h main gaan fixeerer. Of ze daarop zouden reageeren? Ja, dat deden ze maar allergenoeglijkst. De kinderen glunderden, de opgeschoten meisjes knikten met een klein, verlegen glim lachje of een brutalen oogopslag, de mannen tikten aan de petten, zeiden goe'ndag. Daar was geen spoor van rebellie te bekennen bij heet den kij kenden troep, die, toen twee kleine FEUILLETON Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van EFFIE ADELAIDE ROWLANDS. 1) Reactie, veronderstelde Anerley. Jarenlang zijn zijn zenuwen tot het uiterste gespannen geweest Nu hij zijn doei bereikt heeft, is zijn kracht uitgeput. Eigenlijk is dat toch niet verwonderlijk. Ik geloof van niet, antwoordde Dick peinzend. Wanneer ik aan je vader denk, vervolgde kolonel Anerley glimla chend, herinner ik mij altijd twee ge beurtenissen. Zij staan mij nog zoo levendig voor den geest, dat ik ze mijn leven lang niet vergeten zal. Do eerste was vijftig jaar geleden, toen hij afscheid moest nemen van zijn tehuis. I-f ij wastoen nog maar vijftien jaar en ik was vijf jaar ouder. Het rij tuig stond voor de deur om hem naar het station le brengen. Mevrouw Em- berson, arme vrouw, schreide hart verscheurend. Je grootvader zag er uit. alsof dit de genadesJasi voor hem was Carlton was wil als een geest, maar om zijn mond was een trek van groote vastberadenheid, en zijn oogen schenen niets van de buitenwereld te zien. Hij draaide zich naar mij om en wees naar lie. oude, grijze gebouw. Ik zal hot eens weer" terugkrijgen, Harry, zei hij, ik zweer het! Ik ge loofde hem toen, zoouls ik hem aJtijd geloofd heb, ofschoon ik hem weinig meer zag Jo weet, dat ik in Ludië was, zei do kolonel, en slechte nu en <Lan linorde ik. o\ er je vader spro ken als een uitstekende handelsman, oö'.i' koene speculant, een goede finan cier. Toen mijn vader stierf, nam ik nuijn ontslag uit. den dienst cn kwam hier wonen. Achttien maanden gele den hoorde ik toevallig dat de aan grenzende bezitting binnenkort weer in do veiling zou gebracht, weiden. Met eenige moeite vond ik het ver blijf van mijn ouden vriend en ver telde hem liet nieuwtje. liet ivijf jaar te vroeg goko- men! riep hij wanhopig uit. De uit drukking van zijn gelaat vervolgde mij wokeil daarna nog. Ik kon hom onmogelijk helpen, want je weet, dat lk in 't geheel geen rijk man ben, hoewol En id toch in zekeren zin na mijn dood een orfgename zal zijn. Erg terneergedrukt ging ik naar huis terug, en ik hoorde niets meer van jo vader. Binnen korten tijd was de bezittihsr verkocht en een ure dagen wist niemand aan wien. Je zult je' mijn verbazing en opgetogenheid kunnen voorstellen, toen eindelijk uitlekte, wie de kooper was, en je kunt hierdoor ook zien, wat een groo te inspanning dit voor liem geweest moet zijn. Door welke bijna bovcn- monschelijkc kracht hij zijn moeilijk- boden overwon, weet ik niet. Maar het heeft zijn stempel op je vader achtergelaten, Dick, hetgeen alleen do tijd kan wegvisschen. Ik wenschte wel, dat 1) ij me meer in zijn vertrouwen nam zei de jarige man. nadenkend. Hij is een beJe vader voor mij geweest, eai toch, wilt u golooven, kolonel, dat ik mot u moer vrijuit kan praten dan met hein. Hal riep hij ploholing verrukt ui/t, toon, eon aardig pony wagentje ge lrokken door twee weldoorvoede po ny's, de oprijlaan inreed. In het rij tuigje zaten twee dames-, van wie do jongste mei haar zakdoek vroolijk legen hem wuifde, Daar zijn ze! In eeu paar sprongen was Dick bij het wagentje, eerst Mevrouw Anerley helpend bij 't uitstappen, loon Enid. 1-Iet. laatste scheen ietwat ingewik keld en langdurig, daar Dick het nnodig vond zijn hoofd bij dat van hot meisje te brengen en zijn arm om haar hoon to slaan. Een rijknecht, dlo uit de> stallen was komen aanloop,:n bij hot geluid der wielen oo het c en die do ponys bij de koppen vaöt- j hield, draaide zich om om een onbe scheiden glimlach te verbergen. Me vrouw Anerley zag haar echtgenoot met een glimlach op he>: gelaat vra gend aan en toen deze knikte, tikte zij Enid, die nu op den beganen grond stond, plagend op den schou der. Ondeugend meisje! zeide zij ver wijtend. Waarom heb je m:j, >n plaats van om vergeving to vragen nie'. de waarhe'd verteld, opdat ik had kunnen thuisblijven, om mijn toekomstigen schoonzoon te ontvan gen! Enid bloosde betooverend, en ant- woordde een beetje quasi-vcrlegcn: Ik dacht, dat hij op 't Laatste oogen blik nog van meaning veranderd mocht ziin. De bestraffing, die zij zich door deze opmerking ongetwijfeld op den hals had gehaald, werd voor een tijd je verschoven, doordat Mevrouw Anerley Dick in haar armen sloot en oenlge vreugdetranen stortte. Toen hij werd losgelaten, een beotje schaap aclitig kijkend, zooals jonge mannen dat bij zoo'n golegenhedd doen, kwam kolonel Anerley hem te hulp. Lieve Mary, zeide hij droog. wanneer je vvenscht te schreien, staat mijn schouder tot jo diens'. Dick brandt van verlangen, om Enid to vortelTca, wat oen harde vader ik ben. Maak", dat jullie wegkomt, jon gelui. Ik geef Jullie een half uur om vertrouwelijkheden te wisselen en r verstand tje menschen te wor den. De twee aangesprokenen maakten vlug gebruik van deze toestemming en wandelden bödaard naask elkan der voort, totdat zij bij heit omslaan van w-n hoek van een der Kielen aan het oog der ouders onttrokken wer den door eenigo hoog© struiken. On- noodtg to zeggen, dat Dick zich be loond© voor zijn lange wachten, zoo- al» geliefden, dat plegen te doen. Toon Enid zicli eii-dölijk, blozend en ecuigi- zins ademloos, uit zijn armen los maakte, nam hij haar twee handen in de zijne en za-g haar lang en vol liefde in ha", gelaat. Ziehier wat hij zag: een teint, zoo fijn en zacht als wit fluweel, on woarovor een vluch tig rood kwam en ging bij iedere aan doening: blond haai-, dat haar ge zichtje als een aureool omlijstte en over de ooron tn bateoverendo, klei- no krulletjes neerhing oogen zoo blank als vergcet-mij-motjes. Dick, liefste, zeide zij met een lachje. lk ben zoo gelukkig, zoo wnderlijk gelukkig. Er is maar édn ding, dat me bezwaart. Wat is dat, lieveling? Je zult hot zeker dom van mij vinden, maar ik moet aldoor den- keu aan het oude spreekw oor<L dat zegt, «al hot pad der ware liefde nooit effen ia Sedert wij elkaar voor het eerst ontmoetten, is er ons nooit iets in den weg gelegd. Mijn ouders zijn verrukt; jouw vader, is, zooals jo zeg er ook mee ingenomen is 't niet? Dick knikte. Hij vertelde mij, dat hij hel van den eersten dag, dat wij je zagen, ge hoopt had. Eigenlijk werden wij ge lijktijdig verliefd op je, liefste. Emd's lach klonk dezen keer als hot luiden van zilveren klokjes. Toen, plotseling weer ernstig wordende en con air van diep nadenken' voorwen dende, ging zij voort: Nu gebeurt er een van de twee dingen, óf we logenstraffen het oudo spreekwoord totaal, of het noodlot lioeft nog do een of andere leelijke streek voor ons bewaard. Onze liefde zal nid: onwaar blijken, hé Dick? In de laatste woorden lag een toon van nadenkend en ernstig vragen. Ais eenig antwoord wilde hij haar weer onstuimig naar zich toe trekken, maar zij schudde hd". hoofd en hield hem van zich af. Jo bont heel. heel zeker van je zelf. is 't niet, liefste? vroeg zij be zorgd. Men zegt, dat liefde voor "jan nen zoovee! minder boteekent dan voor ons; dat het voor hen slechts een gebeurtenis in hun leven is, terwijl het voor ons het leven zelf is! (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5