HET CONFLICT
hebben toï concentratie van Je In
nerlijkheid, modi je kunnen irtkee-
roü', betasten hot samenstel van jo
eigen geestelijk bestaan. Maar daar
wordt geen tijd voor gelaten.
NV ij, in bet openbare leven, die elk
oogenbhk in activiteit zijn, worden
uit elkaar getrokken. Als lijnwaad
worden we uit elkaar getrokken en
tot pluk gemaakt...
Een oogonblik bleef 't stil in do
studeerkamer. Doch toen hervond de
staatsman en geleerde zichzelf weer
en gbansoehit'terend werd weer zijn
oogekijkc.ru, kleuren gingen, zjjn wan
gen en gebaren sterk zijn hande-n,
als bij sprak van wat daartegenover
stond:
Maar bet is een heerlijkheid om
mee to mogen, werken aan een cul
tuur-epoche van een volk, van zijn
ei ten volk. Dat wekt ontroering en
grootte vreugde. Dit te mogen zien;
den bloei van het geestelijke leven
van do Vlaamsche ziel, te zien uit
boten in bloemen en tot vruchten
ook ai van geheel hat leven van ons
Vlamingen op de pleinen van maat
schap. van wettenschap en kunst, dot
is overweldigend groot, dot is
schoon, dat is heerlijk. Overal wordt
het Vlaamsche leven rijker, schooner
en voornamer, ons goosbelijk bestaan
treedt overtuigend voor den dag.
De Vlamingen hadden geen vreug
de meer aan eigen cultuur. En toch
hoe groot is onze spontaniteit.. Er is
geen enkel gebied, waarop we n'et
iets groocs hebben opgeleverd, hoe
zeer we door de Fransche cultuur
in onze omwikkeling geschaad zijn.
Maar we waren ons bewustzijn dat
te kunnen kwijt. Men bad tus chen
het geestelijk hoogero leven een af
scheidende Fransche laag geschoven.
En toch, en toch heeft ons Vlaam
sche volk aan de Fransche cultuur
groote dingen gedaan.
Heeft Vlaanderen ruiet gegeven
Verhaeren, Maeterlinck? Hadden wi
niet Rodenbarh, en 'zooveel, zoovele
andoren, lioewel we overal gedrukt
werden?
Stellig is 't ook, dat de Vlamingen
op gebied van schilderkunst en toon
kunst veel begaafder zijn dan Zuid-
België.
Welk een macht hebben we niet te
winnen!
Ons volk zag dit niet. Nu gaan de
oogen open. Wat hebben we verloren
op economisch gebied, door do ach
teruitzetting en verdrukking van on-;
ze taal! Alles hebben we in ons om
dat te herwinnen. Welk een invloed
zullen we winnen op het openbaar le
ven als onze verwachtingen en wen-
schen vervuld worden. Wij '.hebben
t in ons, in ons Vlaamsche volk en we
hebben slechts de machten die in ons
zijn te bevestigen, om in het land het
heft in handen te'hebben en te houden.
ITet bewustzijn, dat dit zoo is, was
er uit, maar is langzaam teruggeko
men. Langzaam eerst, want Vlaming-
zijn legt de verplichting op, om dit
consequent door te voeren. Dat doet
men nog niet overal gaarne. Want
men is Fransch opgevoed en wc wor
den gedrukt door een Fransche cul
tuur. Maar nu wordt liet beter in
versneld tempo.
Gij in Noord-Nederland hebt een
eigen cultuur door uw taal. Gij ademt
in en uit uw eigen taak
Zoo moeten wij ons volk gaan op
voeden, om ons volk die automatische
harmonie te doen verkrijgen, die ont
slaat wanneer 'het innerlijk leven een
zelfstandig bestaan gaat leiden en
liet gehecle leven daarbuiten met het
geestelijke in overeenstemming
brengt.
De jongeren staan op en vechten
voor onze eigen beschaving, voor een
eigen zelfstandig Vlaainsch besta tin.
Wij hebben onze Vlaamsche ontwik
keling niet te danken gehad aah onze
onderwijsinstellingen, en zoo komt
'Hiel 'dal, zelfs bij de besten öncfer ons,
de taalkennis nog heel wat te wen-
schen overlaat. Maar wat wij zijn, als
Vlamingen, hebben wij op eigen hand
moeten, winnen op de vckfranscliing
van onze scholen en van ons maat
schappelijk leven. Maar zoo'n strijd,
van kindsbeen af gevoerd, geeft een
geweldige kracht aan onze beweging.
Wij leerden onze taal in onzo verlof
dagen, wij jongeren, wij maakten stu
dies van uitspraak, van onze geschie
denis. En daardoor zijn wij een die
per leven gaan leven.
We leerden ons volk en zijn ontwik
keling kennen, wij leerden de groote
dingen van toet verleden zien, en to
gen den gouden heuvel van het verle
den zagen wij de wazige beelden zich
afteekenen van onze schoon© toe-
komstdroomen.
Die kenni3 maakte on3 leven, onze
beweging, onzen strijd veel omvatten
der, wij worden meer belangstellend
er door en vaardiger om verder te
stijden, en wij mogen zeggen dat het
jong geslacht dat uit onze studenten-
bewoging van de laatste twintig jaar
is opgekomen nu reeds toet Vlaamsche
land met zijnen geest beheerscht en
leidt en de sporen van zijn doortocht
laten zal in do geschiedenis van onzo
Nederlandsche kuituur.
Zijn voordrachten.
Professor Van Cauwelaert heeft „de
drukto van de pleinen van hot open
baar leven' niet gesctouwd, gelijk hij
maar in juist omgekeerden zin
getuigde van een andoren grooten Vla
ming, in zijn boek, waarin d© heer
Van Cauwelaert zijn verhandelingen
samengaarde en waarvan hij mij een
exemplaar ter herinnering vereerde.
Ik wil daauit, ten besluite, nog eeni-
ge belangrijke aanhalingen doen.
In een lezenswaardig artikel: „Be
Kern der Vlaamsche Beweging",
schrijft de heer Van Cnuwolaerl:
„De sterkte van het vreemde, tegen
over ons stamleven zit niet in uiter
lijke dwangmiddelen, onze zwakte ligt
niet in 'het gebrek aan ondersteuning
van buiten, maar onze krachteloos
heid ia het gevolg der inwendige be
dorvenheid van onze volksziel. 'Bot
zijn stambewustzijn toe heeft ons volk
grootendeels verloren; want do groot-
heidsgedachten en eergevoelens, de
vernederingen en tekortdoeningen die
andere naties bet vuur in het bloed
jagen, glijden weg over onze to'oofden,
gelijk schaduwen zonder gewicht
noch vatbaarheid. Daarom moet de
Vlaamsche strijd, vooral een innerlij
ke, een geestelijk© strijd zijn."
'alles oari ons Volk teruggegeven "ert er
is geen beroep of bedrijf onder ons
Vlaamsche volk, er is geen dorp in
ons Vlaamsche land dat niet bezocht
werd door den nieuwen geest in een
zijner leden."
Dan eindelijk in een artikel: „Naar
de toekomst" „En het Vlaamsche
volk heeft lang stil gezeten, eenzaam
en verre van alle openbaar gerucht.
Zijn gevoeligheid was echter niet dood
en zoo haast liet zijnen naam heeft
hooren roepen met kracht en uit alle
hoeken, is hot ontwaakt on opge
staan."
„De Vlaamsche beweging is dus op
de eerste plaats een strijd voor zede
lijke zelf hervorming. Eerst zóó wordt
zo waarachtig radikaal in hare wer
king, omdat ze de bronnen van onzo
ellenden, de zielen zuivert eerst zóó
wordt z© vol komen e kracht, want
dan eischl ze niet alleen de hulp van
onze titels, van onze kiezerssteun van
ons gezag, maar geheel onze persoon
lijkheid op.
„De politiek moet eigenlijk de op-
ruiindienst zijn der vunzige wetten en
de stempelkamer der jonge volksbe-
geerten."
j En dan in „Ons Volk'
j „Ons volk ontwaakt uit zijnen slui
mer van drie eeuwen en al de gevoe
ligheden, die de onfeilbare voortee
kens zijn van een nakende krach ts-
ontvouwing, ontwaken mee bij deze
toenemende bewustwording. Zijn
schand- en zijn eergevoel, zijn rechts
besef, zijn roemzucht en zijn samen
hang, zijn ondernemingslust en ver
langen naar ontwikkeling, 't wordt
„Wij willen kul tuur eenheid onder
ons volle, wij willen nieuwe vrueet
baarheid. Wij willen ons zelf zijn, wij
willen sterk zijn, schoon en 'rijk
Wij, Vlaamsche volk, hebben ons
beeld horbezien in den spiegel der
historie en wij zijn trotsch op ons.
Wij hebben onze krachten van IhoL he-
den gaan ovei-zlen en wij slaan om
van verbazing.
Dit fraaie artikel besluit met het
volgend geestdriftig stuk:
„Hoo eerlijk teekent zich, in 'h'et
jonge licht boven de kimmen, het pa
norama af van wat ons Vlaanderen
te worden slaat, in de klassie'ko groot-
heidspe'riode, welke, zooals met elke
geestelijke zelfbevrijding door lijden
en apostel-bezieling het geval is, ook
onzen Vlaamsehcn herwording-strijd
zal afsluiten! liet is de verkorte pers
pectief van al de heerlijkheden die on
ze provinciën in tounno wonderjaren
van vroege'r eeuwen hebben voortge
bracht. De zee en de Schelde staan te
huppelen van ongeduld naar de vrach
ten die komen van eigen Vlaamsche
nijverheid, op eigen kiel uitvarende
naar de wingewesten van onzen groot
handel. Onze velden zwellen van
druif en perzik, onder de glazen be-
schu'tsals rlio blokkeren in toef voor
jaarslicht, ze liggen getrokken in enge
beddekens alsof Vlaanderen één moes
tuin was, en al wat oog of mond kan
bekoren groeit in hunnen schoot. Wij
worden machtig door mijn- en groot
bedrijf en het volk is gezond. Het is
vruchtbaar en wanneer het door de
aantrekkingskracht zijner gelouterde
beschaving, zijn eigen kinderen zal
kunnen behouden, zal liet zelf ver
wonderd staan over zijn overmacht
in ons land.
Wanneer Vlaanderen dien nieuwen
tijd zal zijn ingegaan, zal hot de her
innering aan d© moeilijke dagen van
vroeger nog niet hobbcn verloren, het
zal den jeugdigen overmoed van zijn
wedergeboorte, de zelfbewustheid van
zijn volle'ontwaken nog niet hebben
I afgelegd. I-Iet zal een tijd lang vol
i groei zijn en sterkte. De persoonlijk-
f heden zullen groeien in de t'ropen-
I lucht van het enthousiasme en toch
j de taaiheid bezitten van den doorge-
stanen strijd. Onze kunstenaars zul-
len in zich vereenigen de onmiddel-
I lijkheid en de echtheid van bet volles-
gevoel en de keurigheid van den ver
worven adelstand. Zij zullen hebben,
de gezonde voornaamheid van een
verfijnden volksjongen. Zij zullen
met gulzige d'rift zuigen uit de klate-
rende volkskracht en d© overvloed
!van hunnen geest zal neerbrulschen
uit de tooogto. Zij zullen België hoo-
ger opvoeren, Noord-Nederland ver
jongen, den vreemdeling verrassen
I door'hun krachtenspell"
Wel heeft d© Belgische Regeering
een uitnemende keuze gedaan, toen
1 zij Prof. Van Cauwelaert als haar
j vertegenwoordiger naar het Haarlem-
sche congres afzond.
1 JAC. C. MEIJERINK Jr.
Oostenrijk laat den chef van den Servisciien ptieralen staf weer vrij.
Een geruststellend bericht! Er zijn nog geen vijandelijkheden aitgehroken,
ook is de oorlogstoestand nog nlst ingetreden.
Be Engslsche minister Grey doet hel voorstel om een internationale
conferentie samen te roegen.
Frankrijk steunt dit plan.
Rnslaad stelt aan Italië voor om als hsmlddelaer op te treden tusschen
Oostenrijk en Servië. Italië zal dit vermoedelijk aannemen.
4QÜ0UÜ Össtenrijksche krijgers slaan legen 300000 Serviërs.
Wat da Serviërs weigerden.
Het Berlinar Tagoblatt" mold;!,
over liet aulwocrd van do Sorvixhe
regeering op do Oostenrijksche nota:
„Do Servische regeoring heeft alle
«ischvi'i vs ii Oosteiirijk-llwigacije,
met uitzondering van twee, aangeno
men. De twee enehen, die onaan
neembaar geacht werden, betroffen
het communiqué aan liet hoofd van
het officieel© orgaan, van da Servi
sch© officieren, dat tl© groDv-Servi-
sche propaganda moest veroordee-
len, en her. deetniemeu van Oosten
rijkse]! - Hon gaarac he ambtenaren, aan
het onderzoek.
Reuter seint aan 't Alg. Handels
blad:
,Von Giesl legde bij zijn aankomst
t© Weenen h©t Servisch© antwoord
aan den ministerraad voor. Do Ser
visch© nota poogt den valschen
schijn te wekken, dat Servië bereid
was om do OoHenrijksehe ©is-.hc-n in
groot© mate te vervullen. Feitelijk is
de nota vervuld van een gee. van
onoprechtheid, die duidelijk Iaat zien,
da, het Serviel niet ernstig er om te
doen is de strafbare toelating der
woelingen tegen Oostenrijk te doen
eindigen. Zoowel beti effende de a's©-
nicone grondslagen der Ooctcnrijk-
sche eischen als betreffende de en
kel© door Oostenrijk ongesteld© pun-
Óen bevat de Servische no'.u verre
gaande beperkingen, zoodat daar
door ook de ingewilligde eischen cn-
beteekenend worden. Vooral wordt,
onder nietige voorwendsels de et rob,
dat Oostenrijk Hongarije zal deelne
men aau lie; ouderzoek van de deel
nemers aan het complot van 28 juni
die zich in Servie bevinden, volko
men geweigerd. Ev&naoo is cl© eisch
tot de bestrijding der vijanden van
de Oo.vtenrijksche monarchie ver
worpen. en het verlangen, dat Ser
vië de noodlge maan ©gelen zal no
men, om de vijandelijke vervenigin-
geu te ontbinden en te zorgen dat zij
niet onder anderen naam en anderen
vorm, hunne werkzuamlieid zuilen
voorwetten, niet eens beantwoord.
Daar de eischen van Oostenrijk
met het oog op de houding door Ser
vië tot dusver aangenomen, het min
ste is, wat tot het doen on-staan van
voortdurende rust in het zuiden en
oosten der monarchie noodzakelijk
is, moet het antwoord van Seivië als
onbevredigend worden beschouwd.
Dat overigens Servië zich bewust
is, dat de nota onaannemelijk is, lve-
wijst de omstandigheid dat het jou
het slok der nota voorstelt de rege
ling dor geschillen aan scheidsrech
ters over te latten, welk voorstel in
hei ware licht komt, door de omstan
digheid dat reeds vóór het overhan
digen van de n»>:a, en ecnige minuten
vóór liet einde van den door Oosten
rijk gestold en termijn, tot iiioluiisaiia
van het Servische leger werd bevel
gegeven.
't ilancjt ven Raslarul af of eresa
EuropsGscbs oorlog zal Roman.
De vraag of de mogendheden in "t
conflict betrokken zullen worden
hangt af van de houding van Ituo-
laiul.
Rusland heeft d© macht., den oor
log te localiseeren, of duen. tot een
alles verwoestenden Europeeschon
strijd te maken.
Over wat Rusland doen zal is tot
dusver nog niets bekend. De minis
terraad, die Zuterdug gehouden werd
bracht geen. beslissing, evenmin de
Kroonraad die daarna, te Kiasnoje
Selo werd gehouden. Het beried;, in
de Russische bladen, dat Rusland
aan Sorvië's zijde zal siaan, en dat
Rusland eveneens de mobilisatie
hoéft bevolen, is in elk geval
bang.
I-lat is natuurlijk gemakkelijk ge
noeg voor de Russisch© Panslavisten,
om ihans den ©orlog algemeen te
maken, om geheel Europa in beroe
ring te brengen.
Maar er staat voor Rusland zoo
veel op 't spel. dat d© beslissing niet
zoo gemakkelijk ls, ais d© Pans la vis
ten wel denken. Het kan met zijn ge-
Heel© ma'cHl, diplomatiek en ruil Lair,
optreden; maar er zijn ook voor Rus
land grenzen.
De organisatie van het Russische
leger is zeker voel verbeterd maar
of de toestand zoo is, ais do minister
van oorlog Socihomlinof voor ecnigo
maanden met groote opgewonden
heid beweerde, is de vraag. Daarbij
komen nog andore overwegingen, die
minder den minister van oorlog aan
gaan. maar die loch op do te nemen
beslissing van groeten invloed zijn,
De ©mistige mislukking van to
oogst, die wellicht een hongersnood
in ultgestreOdte gebieden van het rijk
ten gevolge kan hebben, de finan
cieel© toestand, en zeker niet hot
nninst de revalutnonnair© stemming
onder liet volk, zich uitend in tal van
rumoerige werkstakingen, steeds met
politieken ondergrond, en blijk ge
vend dat de on-.©weden elementen
Slechte op ©en gelegen heul wachten,
om d© revolutie va,n '1904'1905 krach
tig te hervattem dat zijn factoren,
waamiede de regeering te Peersburg
wel rekening mag houden.
Daartegenover staat echter het Sla
vische solidariteitsgevoel en bet Rus
sisclie national Isme, dat van allo zij
den aandringi- op hulp aan den Sc-r-
vischen broederéfcaat.
Maar het Russische imp ©ralisme,
dat S eeds meer poogt in Europa allo
Slavische volksstammen .onder Rus
sisch beheer te brengen direct of
indirect, heeft reeds me leed©
oogen gezien, dat ook in Oostenrijk
Slavische volken in het land der
vreemdelingschap voifloetoren. Dit
Pnnehivterne, dat reeds vroeger do
Rus-iischo regeering tot een oorlog
tegen Turkije dreef, ook om SlavL-
schen broeders te hulp komen, zal
nu ook alle nationale hartstochten
in Rusland in beweging brengen. En
bet is de vraag, of de regeering te
gen zu'k een uitbarsting van natio-
rtfiilon hari-vochl zal bestand zijn, of
zij daardoor niet zal worden meege
sleept, tot een onherstelbare daad.
Is dat het geval, dan komt Europa
binnen enkele da gen van den O "ral
tol de Pyreneeën, van Juolaml tot
Sicilië in vlammen, en aal een oorlog
ontbranden, zooals de were.d nog
nooit heeft gezien.
De mogendheden.
De houding van Duitsch-
1 a n d en F'r a n k r ij k.
De démarche van den Duitschen
gezant aan den Quai d'Orsay houdt
de bladen bezig, en men is hét er nog
niet over eens wat daarvan eigenlijk
de beteekenis geweest is. De „Petit
Parisien" meent dat ze door sommige
bladen erg overdreven is. „We weten
uit de beste bron", schrijft het blad,
,dat deze stap niet het dreigende ka
rakter heeft gehad dat men er in
beeft verklaard dat de Duitsch© regee-
beeft verkaard dat de Duitsche regee-
'ring den -oprechten wenscli koesterde
dat het conflict tusschen Weenen en
Belgrado gelocaliseerd zou kunnen
worden. Wij rneenen zelfs to weten
dat hij daarbij gevoegd heeft dat men
te Berlijn nog niet alle hoop verloren
had in weerwil van den dreigenden
schijn 'hel conflict op vreedzame wijze
te zien beëindigden, want zelfs wan
neer de diplomatieke betrekkingen'
werden afgebroken, dan zouden de
onderhandelingen tusschen de beide
landen toch langs indirecten weg
kunnen worden voortgezet."
Op dei-gelijke geruststellende ver
klaringen antwoordt de „Echo de
Paris';
„Men heeft getracht een draai te
geven aan den stap dien de Duitsch©
gezant den vorigen dag aan den Quai
d'Orsay gedaan had. -Men heeft ge
tracht te doen gelooven dat die vol
strekt geen dreigend karakter droeg.
Wij willen hopen dat deze achteraf
komende pogingen om den toestand
onduidelijk te maken noch de publieke
opinie, noch de regeering bedrogen
hebben. Wanneer eenige uren na de
mededeeling van de Oostenrijks che
nota aan de mogendheden Duitscto-
land aan Frankrijk laat zeggen
aan Frankrijk alleen dat elke
nterventle in het Oostenrijksch Ser
vische geschil „onberekenbare invol
gen" hebben kan, dan zouden we wol
gek moeten zi.,n om niet te voelen ilat
we bedreigd werden, indien we niet
begrepen dat een nieuw 1864 ons aan
den vooravond zou brengen van een
1870, en indien we niet luister
den naar do betooge'rs te Berlijn, die
naar aanleiding van Servië d© Wacht
am Rhein zongen.'
Walmen in Frankrijk
denkt.
Do algemoene toon van de Fran
sche pers van hedenmorgen is er een
van verbazing en verontwaardiging
over Oostenrijks houding. Nu men
den tekst van het Servisch antwoord
kent en ziet, dat Servië feitelijk op
alle punten had toegegeven, is men
meer dan vroeger overtuigd, dat
de inhoud van het ultimatum slechts
een reeks van voorwendsels is ge
weest, en dat Oostenrijk den oorlog
En men herinnert weer aan
het gerucht, dat de Oostenrijk sche au
toriteiten, die den toestand van den.
Keizer ernstig inzien, de kans, dat
ijn dood het sein voor ©en algeraéene
débacle zou worden, niet willen af
wachten, en door een oorlog nog tij
dens het leven van Franz Josef
innerlijke eenheid van de dualistische
monarchie willen trachten te ver
sterken.
Hoe dit zij, met een enkele uitzon
de'ring toonen de Parijsche bladen
gisteren en vandaag een kalmte en
een waardigheid, die eonige er va-
anders wel eens plegen te missen.
Reeds vormt zich de aaneensluiting
van alle partijen en personen, tegen
het buitenlandsch gevaa'r.
Watwil Duitschland?
De oud-minister van buitenlandscho
zaken Pichon schrijft in zijn „Petit
Journal":
„De plannon van Duitschland blij
ven duister. Ilel verzekert, dat het
den vrede wil, maar Handel? niet
overeenkomstig zijn woorden. V
neer men biet vraagt, te Weenen
matiging aan te dringen, omdat men
daar lichter naar Duitschland
luisteren, dan naar een andere
gendheid, onttrekt het zich aan dien
plicht doo'r te zeggen, dat de quaes-
tie alleen Oostenrijk en Servië raakt.
Het dringt wel voortdurend aan op
een actie door de vrienden van Rus
land te Petersburg uit te oefenen,
maar het wil zelf geen stappen doen
in de Oostenrijksch© hoofdstad, wat
toclii zooveel nut zou kunnen hebben.
Wat verbergt en wat beteekent deze
dubbelzinnige houding? Welk doel
streeft de reg-oering te Berlijn na,
door tegelijk de interventie der ande
re mogendheden in te roepen en af te
wij,zen ze af te wijzen, al moest ze
sn algemeen conflict veroorzaken,
-annee'r z© tracht bet succes van oen
vriendschappelijk optreden te verhin
deren; en zo daarentegen in te roe
pen, daar waar ze aan dit rechtvaar
dig werk me de werken moet?
Laat ons hopen, dat Duitschland
zich spoedig rekenschap zal geven
'an de onvruchtbaarheid van deze
betooging."
Clemcncean schrijft:
„Ik heb dikwijls geschreven, dat
Wilhelm, doordat onze gerechtvaar
digde politiek van verdediging hem
de rob van aanvaller reserveerde,
daaruit voordeel trok, dat hij zijn
dag kon kiezen. Als hij werkelijk ge
kozen heeft, zooals schijnt t© blijken
uit zijn weigering, eenige poging tot
bemiddeling te doen, wat kunnen wij
daar dan aan veranderen? Do tele
grammen uit Petersburg toonen aan,
at ook gemakkelijk te voorzien
was dat na zooveel offers in het
belang van d.en vrede gebracht te
hebben, Rusland er niet in we nacht
toe ste stemmen, zich geheel tot
nihil fco reduceer en. Deze toestand
is het, dien men den moed moet heb
ben te overzien, terwijl hetgeen er
•an onafhankelijke mogendheden in
Europa overblijft zijn laatste poging
doet om den vrede te handhaven."
Do Rerlijnsche correspondent van
den Matin seint onder meer: „De
Duitsch© regeering ik weet 'het uit
goede bron zou willen, dat Frank
rijk tusschenbeide kwam te Poters-
burg .opdat Rusland niet mobiliseer
de. En de Fransche regee'ring zou
willen dat Duitschland te Weenen
tusschenbeide kwam om te verhinde-
i, dat Oostenrijk naar Belgrado
gant Als een van do twee ©en van
zijn bondgenooten hiertoe brengen
kan, blijft de Europeescho vrede ge
handhaafd. Zoo niet, dan heeft men
met de grootst mogelijk© onrust de
onmiddellijk© toekomst tegemoet te
zien."
Een Engel sche meening.
De „Westminster Gazette" bespreekt
gelijken strijd te localiseeren. zij ver
antwoordelijk zullen zijn voor de
grootste misdaad in d© geschiedenis.
Duitschland's verplich
tingen jegens Oosten-
r ij Ic-Hongar ij e.
Wij lezen in de N, R. Ct.-■
Do Berlijnseh© correspondent van
de „Leipziger Zeitung een officieus
blad van tic Saksische regeering,
meldt
„Mocht door ©en averechtsche be
handeling van de aangelegenheid do-
ze tot, een Europee sche kwestie go-
maakt worden, dan zou de internatio
nale toestand stellig een zoer ernstig
aanzien krijgen. In geval van een
aanval op Oostenrijk-HongarU© zon
Duitschland zijn plichten als bondge
noot ten volle vervullen. liet zou goed
zijn, indien nergens in het buitenland
twijfel bleef bestaan, dat Duitschland
onvoorwaardelijk achter Oostenrijk-
"ongarij© staat."
Op zichzelf, merkt de „Germania"
i, is dat iets van zelf sprekends,
maar er zijn ook in hot leven van de
staten ©ogenblikken, waarin het nut
tig en ontwarrend en geruststellend
is, om op zulk© van zelf sprekende
dingen vastberaden nadruk te leggen.
Zoo zal men het in dit Oostenvijksch-
Scrvisch© geschil slechts met voldoe-
kunnen begroeten, dat Duitsch
land zijn plichten als bondgenoot
gaarne en bij voorbaat on den voor
grond plaatst.
Zij berusten op do zoogenaamde
ractaten van '1 Drievoudig Verbond,
waarvan de volledige inhoud tot dus
ver niet bekend gemaakt is. Zij be
ginnen met het Duitsch-Oostenrijk
sche tractaat, dat in 1S79 gesloten is,
eerst voor vijf jaar, maar tegelijk
kwam men overeen, dat het sleeds
automatisch voor drie jaar verlengd
zou worden, indien niet in do eerste
maand van hot laatste jaar van het
tractaat nieuwe onderhandelingen ge
opend werden, In 1882 sloot Italic zicb
bij het verbond aan door twee tractor
ton, die het te eener zijde met Duitsch
land en ter andere zijde met Oosten
rijk sloot en die daarna in 1889 tot de
sluiting van liet eerste eigenlijke trac
taat Rail het Drievoudig Verbond lus-
se lien de drie mogendheden leidden.
Het zul op het tegenwoordige oogen-
bJik belangstelling wokken, dat daar
bepalingen over de Bulkan-politiek in
workwomen, die gelijke rechten voor
Oostenrijk en Italië moesten verzeke
ren. In 1891. 1962 en laatstelijk met
Nieuwjaar 1918 is het Drievoudig
Verbond opnieuw verlengd. Bij do
laalsto gelegenheid waren de mede-
deeiingen over den tijd van hernieu
wing tegenstrijdig, maar do „Tribu-
Tia" erkende, dat het weer voor zeven
jaar was aangegaan.
De inhoud van de tractaten is, gelijk
gezegd, nooit geheel bekend gewor
den. Maar bet Duitsch-Oosteririjksch©
tractaat van bondgenootschap van 7
October 1879 is den 3den Februari
1888 openbaar gemaakt, In de inlei
ding verklaren do monarchen, dat zij
'oor de veiligheid van hun rijken en
do rust van hun volken onder a 11a
omstandigheden hebben to zorgen en
besloten hebben, een
do houding van Rusland. Onder nor-, bond van den vrede en tot wederzijde
male omstandigheden, zegt liet blad, soho yerlediging.
zou Rusland niet ten gunste van Ser
vië in dezen strijd kunnen ingrijpen:
want Rusland kan geen sympathie
betuigen met samenzweerders en
vorsten-moordenaars, en het kan zich
niet verzetten tegen krachtige maat
regelen om t.iet anarchistische ge
vaar te bestrijden. Had Oostenrijk ei
schen gesteld, die met de souvereini-
teït en de onafhankelijkheid van Ser
vië in overeenstemming waren te
brengen, dan zou het waarschijnlijk
van Rusland niets hebben geboord.
Maar d© ernst van de quaestie ligt
juist in de omstandigheid, dat de ei- j wikkeld
schen van Oostenrijk een volkomen
willooze onderwerping van Sërvië Ixx
teekenen en de Oostenrijksch© macht
ill den Balkan voor altijd schijnen tc
•illen bevestigen. Daardoor komt
natuurlijk het Slavische gevoel in
Rusland in beweging, dat steeds de
sterkste prikkel van het Russische
volk is. En de kreet wordt gehoord:
.Rusland kan Servië niet in den
steek laten,"
Men meent in Rusland verder, dat
Oostenrijk alleen op die wijze opge
treden is, om Rusland te prikkelen,
en dat Duitschland aan Oostenrijk
geen volledige volmacht heeft gege
ven, dus met den vorm en den inhoud
der nota bekend moet zijn geweest; en
daardoor is de toestand zoo gewor
den, dat niemand meer begrijpt hoe
Oostenrijk nog terug kan, hoe Servië
zich moet onderwerpen en hoe Rus
land buiten do quaestie kan blijven.
Daardoor staat er voor de mogend
heden zoo ontzettend veel op het spel,
dat niemand op het oogenblik. de strek
king van zijn handelingen kan over
zien.
Het blad betreurt het, dat Oosten
rijk de zaak zoo overhaast heeft: acht-
en-veertig uren is een to korte ter
mijn om al!© ellende te overwegen,
waarin Europa gewikkeld kan
den.
De „Times" zegt in een© bespreking
van clen toestand in Europa, dat de
Triple Entente en dus ook Engeland
geen moeit© zullen sparen om den
vrede te bewaren. Mocht echter hier
of daar de wensch zich voordoen
Engelands vasthouden aan de begin
selen in zak© zijn© vrienclsciiapsban-
den en het behoud van het Euro-
peeseh evenwicht te toonen, dan zal
het bereid en vastbesloten worden be
vonden, om die beginselen met de
goheele macht, waarover het rijk be-
schiikt, te verdedigen.
Alle andere bladen erkennen, dat
de toestand ernstig is en dat Enge
land zich moet houden aan de En
tent©, maar vertrouwen dat Sir Ed
ward Grey het uiterste zal doen om
den vrede te bewaren.
D© „Daily News" zegt dat, indien
Engeland, Frankrijk, Duitschland eu
Italië er niet in slagen om den mo
te gaan.
<\rtïIc-el I luidt:
Mocht tegen verwachting ©n tegen
clen oprechten wensch van de two©
hoog© contracteerendo partijen een
van de iweo rijken van de zijd© van
Rusland aangevallen worden, dan
zijn de hoogc contracteerende par
tijen verplicht, elkaar met cl© geheel©
krijgsmacht van hun rijk bij te staan
en dienvolgens don vrede slechts te
7,amen en in overeenstemming met
elkaar to sluiten.
lil artikel II wordt het geval behan
deld, dal Duitschland of Oostenrijk-
Hongarij© in een oorlog met een an
dere mogendheid dan Rusland ge-
'1 zon worden. Ook daarin wor-
ilechts verplichtingen vastge-
tteld, ia geval de bondgenoot wordt
aangevallen, niet als hij aanvalt. Valt
een derde mogendheid den bondge
noot aan, dan behoeft de andere con
tracteerende partij dien aanvaller niet
bij te staan, maar hij moet „ten tuin-
t© een welwillende onzijdige houding
jegens den hoogon mede-contvnctanl
bewaien
Het artikel vervolgt dan
Indien echter in zulk een geval do
..invallende mogendheid van de zijde
van Rusland, hetzij in den vorm van
clieve samenwerking, hetzij door
militair© maatregelen, die den aan-
allene bedreigen, mocht gesteund
worden, dan treedt de in art. I van
dit tractaat gestipuleerde verplichting
van wedei'keerïgen bijstand mot de
volle krijgsmacht ook in dit geval da:
delijk in werking, en de oorlogvoering
van de twee hóoge contractanten zal
ook dan gemeenschappelijk zijn tot
aan d© gémèenschappelijko sluiting
an den vreut
Uit dezen «;kta spr«:irt overal,
meent d© „Germania met onmisken
bare duidelijkheid het bij uitstek vre
delievende karakter van het Drievou
dig Verbond, dat d© toongevende
staatslieden trouwens telkens op
nieuw in liet licht hebben gesteld.
maf Berchtold heeft den 25sten Mei
gezegd, uat liet een misleiding was
het voor to stellen, alsof het oeu
.vullend karakter tegen do Slavi
sche wereld in het algemeen had.
Uit den tekst van de bovenvermelde
bepalingen van het tractaat blijkt
order echter, dat de beslissing, of hel
jeschil tusschen Oostenrijk on Servië
plaatselijk beperkt kan worden, aan
Rusland staat. Zonder Rusland is er
voor Duitschland geen roden, om zich
met handelend optreden in dat ge
schil te mengen.
Pas wanneer andere mogendheden,
met name Rusland, voor Servië, met
d© wapenen partij kiezen, zou het
„geval van bondgenootschap" (casus
foederis) voor Duitschland intreden,
en dit zich aan Oostenrijks zijde
plaatson.
Een geruststellend bericht.
Onze regeering heeft bericht ontvan
gen, dat de Oosten'rijksche regeering
aan de Russische heeft doen weten,
dat haar nota nïetalseenulti-
matum i s b e d o e 1 d. Dientenge
volge ziet men hier (te VGravenhagé)
den toestand met meer optimism© ia
dan gisteren.