HET CONFLICT hebben toï concentratie van Je In nerlijkheid, modi je kunnen irtkee- roü', betasten hot samenstel van jo eigen geestelijk bestaan. Maar daar wordt geen tijd voor gelaten. NV ij, in bet openbare leven, die elk oogenbhk in activiteit zijn, worden uit elkaar getrokken. Als lijnwaad worden we uit elkaar getrokken en tot pluk gemaakt... Een oogonblik bleef 't stil in do studeerkamer. Doch toen hervond de staatsman en geleerde zichzelf weer en gbansoehit'terend werd weer zijn oogekijkc.ru, kleuren gingen, zjjn wan gen en gebaren sterk zijn hande-n, als bij sprak van wat daartegenover stond: Maar bet is een heerlijkheid om mee to mogen, werken aan een cul tuur-epoche van een volk, van zijn ei ten volk. Dat wekt ontroering en grootte vreugde. Dit te mogen zien; den bloei van het geestelijke leven van do Vlaamsche ziel, te zien uit boten in bloemen en tot vruchten ook ai van geheel hat leven van ons Vlamingen op de pleinen van maat schap. van wettenschap en kunst, dot is overweldigend groot, dot is schoon, dat is heerlijk. Overal wordt het Vlaamsche leven rijker, schooner en voornamer, ons goosbelijk bestaan treedt overtuigend voor den dag. De Vlamingen hadden geen vreug de meer aan eigen cultuur. En toch hoe groot is onze spontaniteit.. Er is geen enkel gebied, waarop we n'et iets groocs hebben opgeleverd, hoe zeer we door de Fransche cultuur in onze omwikkeling geschaad zijn. Maar we waren ons bewustzijn dat te kunnen kwijt. Men bad tus chen het geestelijk hoogero leven een af scheidende Fransche laag geschoven. En toch, en toch heeft ons Vlaam sche volk aan de Fransche cultuur groote dingen gedaan. Heeft Vlaanderen ruiet gegeven Verhaeren, Maeterlinck? Hadden wi niet Rodenbarh, en 'zooveel, zoovele andoren, lioewel we overal gedrukt werden? Stellig is 't ook, dat de Vlamingen op gebied van schilderkunst en toon kunst veel begaafder zijn dan Zuid- België. Welk een macht hebben we niet te winnen! Ons volk zag dit niet. Nu gaan de oogen open. Wat hebben we verloren op economisch gebied, door do ach teruitzetting en verdrukking van on-; ze taal! Alles hebben we in ons om dat te herwinnen. Welk een invloed zullen we winnen op het openbaar le ven als onze verwachtingen en wen- schen vervuld worden. Wij '.hebben t in ons, in ons Vlaamsche volk en we hebben slechts de machten die in ons zijn te bevestigen, om in het land het heft in handen te'hebben en te houden. ITet bewustzijn, dat dit zoo is, was er uit, maar is langzaam teruggeko men. Langzaam eerst, want Vlaming- zijn legt de verplichting op, om dit consequent door te voeren. Dat doet men nog niet overal gaarne. Want men is Fransch opgevoed en wc wor den gedrukt door een Fransche cul tuur. Maar nu wordt liet beter in versneld tempo. Gij in Noord-Nederland hebt een eigen cultuur door uw taal. Gij ademt in en uit uw eigen taak Zoo moeten wij ons volk gaan op voeden, om ons volk die automatische harmonie te doen verkrijgen, die ont slaat wanneer 'het innerlijk leven een zelfstandig bestaan gaat leiden en liet gehecle leven daarbuiten met het geestelijke in overeenstemming brengt. De jongeren staan op en vechten voor onze eigen beschaving, voor een eigen zelfstandig Vlaainsch besta tin. Wij hebben onze Vlaamsche ontwik keling niet te danken gehad aah onze onderwijsinstellingen, en zoo komt 'Hiel 'dal, zelfs bij de besten öncfer ons, de taalkennis nog heel wat te wen- schen overlaat. Maar wat wij zijn, als Vlamingen, hebben wij op eigen hand moeten, winnen op de vckfranscliing van onze scholen en van ons maat schappelijk leven. Maar zoo'n strijd, van kindsbeen af gevoerd, geeft een geweldige kracht aan onze beweging. Wij leerden onze taal in onzo verlof dagen, wij jongeren, wij maakten stu dies van uitspraak, van onze geschie denis. En daardoor zijn wij een die per leven gaan leven. We leerden ons volk en zijn ontwik keling kennen, wij leerden de groote dingen van toet verleden zien, en to gen den gouden heuvel van het verle den zagen wij de wazige beelden zich afteekenen van onze schoon© toe- komstdroomen. Die kenni3 maakte on3 leven, onze beweging, onzen strijd veel omvatten der, wij worden meer belangstellend er door en vaardiger om verder te stijden, en wij mogen zeggen dat het jong geslacht dat uit onze studenten- bewoging van de laatste twintig jaar is opgekomen nu reeds toet Vlaamsche land met zijnen geest beheerscht en leidt en de sporen van zijn doortocht laten zal in do geschiedenis van onzo Nederlandsche kuituur. Zijn voordrachten. Professor Van Cauwelaert heeft „de drukto van de pleinen van hot open baar leven' niet gesctouwd, gelijk hij maar in juist omgekeerden zin getuigde van een andoren grooten Vla ming, in zijn boek, waarin d© heer Van Cauwelaert zijn verhandelingen samengaarde en waarvan hij mij een exemplaar ter herinnering vereerde. Ik wil daauit, ten besluite, nog eeni- ge belangrijke aanhalingen doen. In een lezenswaardig artikel: „Be Kern der Vlaamsche Beweging", schrijft de heer Van Cnuwolaerl: „De sterkte van het vreemde, tegen over ons stamleven zit niet in uiter lijke dwangmiddelen, onze zwakte ligt niet in 'het gebrek aan ondersteuning van buiten, maar onze krachteloos heid ia het gevolg der inwendige be dorvenheid van onze volksziel. 'Bot zijn stambewustzijn toe heeft ons volk grootendeels verloren; want do groot- heidsgedachten en eergevoelens, de vernederingen en tekortdoeningen die andere naties bet vuur in het bloed jagen, glijden weg over onze to'oofden, gelijk schaduwen zonder gewicht noch vatbaarheid. Daarom moet de Vlaamsche strijd, vooral een innerlij ke, een geestelijk© strijd zijn." 'alles oari ons Volk teruggegeven "ert er is geen beroep of bedrijf onder ons Vlaamsche volk, er is geen dorp in ons Vlaamsche land dat niet bezocht werd door den nieuwen geest in een zijner leden." Dan eindelijk in een artikel: „Naar de toekomst" „En het Vlaamsche volk heeft lang stil gezeten, eenzaam en verre van alle openbaar gerucht. Zijn gevoeligheid was echter niet dood en zoo haast liet zijnen naam heeft hooren roepen met kracht en uit alle hoeken, is hot ontwaakt on opge staan." „De Vlaamsche beweging is dus op de eerste plaats een strijd voor zede lijke zelf hervorming. Eerst zóó wordt zo waarachtig radikaal in hare wer king, omdat ze de bronnen van onzo ellenden, de zielen zuivert eerst zóó wordt z© vol komen e kracht, want dan eischl ze niet alleen de hulp van onze titels, van onze kiezerssteun van ons gezag, maar geheel onze persoon lijkheid op. „De politiek moet eigenlijk de op- ruiindienst zijn der vunzige wetten en de stempelkamer der jonge volksbe- geerten." j En dan in „Ons Volk' j „Ons volk ontwaakt uit zijnen slui mer van drie eeuwen en al de gevoe ligheden, die de onfeilbare voortee kens zijn van een nakende krach ts- ontvouwing, ontwaken mee bij deze toenemende bewustwording. Zijn schand- en zijn eergevoel, zijn rechts besef, zijn roemzucht en zijn samen hang, zijn ondernemingslust en ver langen naar ontwikkeling, 't wordt „Wij willen kul tuur eenheid onder ons volle, wij willen nieuwe vrueet baarheid. Wij willen ons zelf zijn, wij willen sterk zijn, schoon en 'rijk Wij, Vlaamsche volk, hebben ons beeld horbezien in den spiegel der historie en wij zijn trotsch op ons. Wij hebben onze krachten van IhoL he- den gaan ovei-zlen en wij slaan om van verbazing. Dit fraaie artikel besluit met het volgend geestdriftig stuk: „Hoo eerlijk teekent zich, in 'h'et jonge licht boven de kimmen, het pa norama af van wat ons Vlaanderen te worden slaat, in de klassie'ko groot- heidspe'riode, welke, zooals met elke geestelijke zelfbevrijding door lijden en apostel-bezieling het geval is, ook onzen Vlaamsehcn herwording-strijd zal afsluiten! liet is de verkorte pers pectief van al de heerlijkheden die on ze provinciën in tounno wonderjaren van vroege'r eeuwen hebben voortge bracht. De zee en de Schelde staan te huppelen van ongeduld naar de vrach ten die komen van eigen Vlaamsche nijverheid, op eigen kiel uitvarende naar de wingewesten van onzen groot handel. Onze velden zwellen van druif en perzik, onder de glazen be- schu'tsals rlio blokkeren in toef voor jaarslicht, ze liggen getrokken in enge beddekens alsof Vlaanderen één moes tuin was, en al wat oog of mond kan bekoren groeit in hunnen schoot. Wij worden machtig door mijn- en groot bedrijf en het volk is gezond. Het is vruchtbaar en wanneer het door de aantrekkingskracht zijner gelouterde beschaving, zijn eigen kinderen zal kunnen behouden, zal liet zelf ver wonderd staan over zijn overmacht in ons land. Wanneer Vlaanderen dien nieuwen tijd zal zijn ingegaan, zal hot de her innering aan d© moeilijke dagen van vroeger nog niet hobbcn verloren, het zal den jeugdigen overmoed van zijn wedergeboorte, de zelfbewustheid van zijn volle'ontwaken nog niet hebben I afgelegd. I-Iet zal een tijd lang vol i groei zijn en sterkte. De persoonlijk- f heden zullen groeien in de t'ropen- I lucht van het enthousiasme en toch j de taaiheid bezitten van den doorge- stanen strijd. Onze kunstenaars zul- len in zich vereenigen de onmiddel- I lijkheid en de echtheid van bet volles- gevoel en de keurigheid van den ver worven adelstand. Zij zullen hebben, de gezonde voornaamheid van een verfijnden volksjongen. Zij zullen met gulzige d'rift zuigen uit de klate- rende volkskracht en d© overvloed !van hunnen geest zal neerbrulschen uit de tooogto. Zij zullen België hoo- ger opvoeren, Noord-Nederland ver jongen, den vreemdeling verrassen I door'hun krachtenspell" Wel heeft d© Belgische Regeering een uitnemende keuze gedaan, toen 1 zij Prof. Van Cauwelaert als haar j vertegenwoordiger naar het Haarlem- sche congres afzond. 1 JAC. C. MEIJERINK Jr. Oostenrijk laat den chef van den Servisciien ptieralen staf weer vrij. Een geruststellend bericht! Er zijn nog geen vijandelijkheden aitgehroken, ook is de oorlogstoestand nog nlst ingetreden. Be Engslsche minister Grey doet hel voorstel om een internationale conferentie samen te roegen. Frankrijk steunt dit plan. Rnslaad stelt aan Italië voor om als hsmlddelaer op te treden tusschen Oostenrijk en Servië. Italië zal dit vermoedelijk aannemen. 4QÜ0UÜ Össtenrijksche krijgers slaan legen 300000 Serviërs. Wat da Serviërs weigerden. Het Berlinar Tagoblatt" mold;!, over liet aulwocrd van do Sorvixhe regeering op do Oostenrijksche nota: „Do Servische regeoring heeft alle «ischvi'i vs ii Oosteiirijk-llwigacije, met uitzondering van twee, aangeno men. De twee enehen, die onaan neembaar geacht werden, betroffen het communiqué aan liet hoofd van het officieel© orgaan, van da Servi sch© officieren, dat tl© groDv-Servi- sche propaganda moest veroordee- len, en her. deetniemeu van Oosten rijkse]! - Hon gaarac he ambtenaren, aan het onderzoek. Reuter seint aan 't Alg. Handels blad: ,Von Giesl legde bij zijn aankomst t© Weenen h©t Servisch© antwoord aan den ministerraad voor. Do Ser visch© nota poogt den valschen schijn te wekken, dat Servië bereid was om do OoHenrijksehe ©is-.hc-n in groot© mate te vervullen. Feitelijk is de nota vervuld van een gee. van onoprechtheid, die duidelijk Iaat zien, da, het Serviel niet ernstig er om te doen is de strafbare toelating der woelingen tegen Oostenrijk te doen eindigen. Zoowel beti effende de a's©- nicone grondslagen der Ooctcnrijk- sche eischen als betreffende de en kel© door Oostenrijk ongesteld© pun- Óen bevat de Servische no'.u verre gaande beperkingen, zoodat daar door ook de ingewilligde eischen cn- beteekenend worden. Vooral wordt, onder nietige voorwendsels de et rob, dat Oostenrijk Hongarije zal deelne men aau lie; ouderzoek van de deel nemers aan het complot van 28 juni die zich in Servie bevinden, volko men geweigerd. Ev&naoo is cl© eisch tot de bestrijding der vijanden van de Oo.vtenrijksche monarchie ver worpen. en het verlangen, dat Ser vië de noodlge maan ©gelen zal no men, om de vijandelijke vervenigin- geu te ontbinden en te zorgen dat zij niet onder anderen naam en anderen vorm, hunne werkzuamlieid zuilen voorwetten, niet eens beantwoord. Daar de eischen van Oostenrijk met het oog op de houding door Ser vië tot dusver aangenomen, het min ste is, wat tot het doen on-staan van voortdurende rust in het zuiden en oosten der monarchie noodzakelijk is, moet het antwoord van Seivië als onbevredigend worden beschouwd. Dat overigens Servië zich bewust is, dat de nota onaannemelijk is, lve- wijst de omstandigheid dat het jou het slok der nota voorstelt de rege ling dor geschillen aan scheidsrech ters over te latten, welk voorstel in hei ware licht komt, door de omstan digheid dat reeds vóór het overhan digen van de n»>:a, en ecnige minuten vóór liet einde van den door Oosten rijk gestold en termijn, tot iiioluiisaiia van het Servische leger werd bevel gegeven. 't ilancjt ven Raslarul af of eresa EuropsGscbs oorlog zal Roman. De vraag of de mogendheden in "t conflict betrokken zullen worden hangt af van de houding van Ituo- laiul. Rusland heeft d© macht., den oor log te localiseeren, of duen. tot een alles verwoestenden Europeeschon strijd te maken. Over wat Rusland doen zal is tot dusver nog niets bekend. De minis terraad, die Zuterdug gehouden werd bracht geen. beslissing, evenmin de Kroonraad die daarna, te Kiasnoje Selo werd gehouden. Het beried;, in de Russische bladen, dat Rusland aan Sorvië's zijde zal siaan, en dat Rusland eveneens de mobilisatie hoéft bevolen, is in elk geval bang. I-lat is natuurlijk gemakkelijk ge noeg voor de Russisch© Panslavisten, om ihans den ©orlog algemeen te maken, om geheel Europa in beroe ring te brengen. Maar er staat voor Rusland zoo veel op 't spel. dat d© beslissing niet zoo gemakkelijk ls, ais d© Pans la vis ten wel denken. Het kan met zijn ge- Heel© ma'cHl, diplomatiek en ruil Lair, optreden; maar er zijn ook voor Rus land grenzen. De organisatie van het Russische leger is zeker voel verbeterd maar of de toestand zoo is, ais do minister van oorlog Socihomlinof voor ecnigo maanden met groote opgewonden heid beweerde, is de vraag. Daarbij komen nog andore overwegingen, die minder den minister van oorlog aan gaan. maar die loch op do te nemen beslissing van groeten invloed zijn, De ©mistige mislukking van to oogst, die wellicht een hongersnood in ultgestreOdte gebieden van het rijk ten gevolge kan hebben, de finan cieel© toestand, en zeker niet hot nninst de revalutnonnair© stemming onder liet volk, zich uitend in tal van rumoerige werkstakingen, steeds met politieken ondergrond, en blijk ge vend dat de on-.©weden elementen Slechte op ©en gelegen heul wachten, om d© revolutie va,n '1904'1905 krach tig te hervattem dat zijn factoren, waamiede de regeering te Peersburg wel rekening mag houden. Daartegenover staat echter het Sla vische solidariteitsgevoel en bet Rus sisclie national Isme, dat van allo zij den aandringi- op hulp aan den Sc-r- vischen broederéfcaat. Maar het Russische imp ©ralisme, dat S eeds meer poogt in Europa allo Slavische volksstammen .onder Rus sisch beheer te brengen direct of indirect, heeft reeds me leed© oogen gezien, dat ook in Oostenrijk Slavische volken in het land der vreemdelingschap voifloetoren. Dit Pnnehivterne, dat reeds vroeger do Rus-iischo regeering tot een oorlog tegen Turkije dreef, ook om SlavL- schen broeders te hulp komen, zal nu ook alle nationale hartstochten in Rusland in beweging brengen. En bet is de vraag, of de regeering te gen zu'k een uitbarsting van natio- rtfiilon hari-vochl zal bestand zijn, of zij daardoor niet zal worden meege sleept, tot een onherstelbare daad. Is dat het geval, dan komt Europa binnen enkele da gen van den O "ral tol de Pyreneeën, van Juolaml tot Sicilië in vlammen, en aal een oorlog ontbranden, zooals de were.d nog nooit heeft gezien. De mogendheden. De houding van Duitsch- 1 a n d en F'r a n k r ij k. De démarche van den Duitschen gezant aan den Quai d'Orsay houdt de bladen bezig, en men is hét er nog niet over eens wat daarvan eigenlijk de beteekenis geweest is. De „Petit Parisien" meent dat ze door sommige bladen erg overdreven is. „We weten uit de beste bron", schrijft het blad, ,dat deze stap niet het dreigende ka rakter heeft gehad dat men er in beeft verklaard dat de Duitsch© regee- beeft verkaard dat de Duitsche regee- 'ring den -oprechten wenscli koesterde dat het conflict tusschen Weenen en Belgrado gelocaliseerd zou kunnen worden. Wij rneenen zelfs to weten dat hij daarbij gevoegd heeft dat men te Berlijn nog niet alle hoop verloren had in weerwil van den dreigenden schijn 'hel conflict op vreedzame wijze te zien beëindigden, want zelfs wan neer de diplomatieke betrekkingen' werden afgebroken, dan zouden de onderhandelingen tusschen de beide landen toch langs indirecten weg kunnen worden voortgezet." Op dei-gelijke geruststellende ver klaringen antwoordt de „Echo de Paris'; „Men heeft getracht een draai te geven aan den stap dien de Duitsch© gezant den vorigen dag aan den Quai d'Orsay gedaan had. -Men heeft ge tracht te doen gelooven dat die vol strekt geen dreigend karakter droeg. Wij willen hopen dat deze achteraf komende pogingen om den toestand onduidelijk te maken noch de publieke opinie, noch de regeering bedrogen hebben. Wanneer eenige uren na de mededeeling van de Oostenrijks che nota aan de mogendheden Duitscto- land aan Frankrijk laat zeggen aan Frankrijk alleen dat elke nterventle in het Oostenrijksch Ser vische geschil „onberekenbare invol gen" hebben kan, dan zouden we wol gek moeten zi.,n om niet te voelen ilat we bedreigd werden, indien we niet begrepen dat een nieuw 1864 ons aan den vooravond zou brengen van een 1870, en indien we niet luister den naar do betooge'rs te Berlijn, die naar aanleiding van Servië d© Wacht am Rhein zongen.' Walmen in Frankrijk denkt. Do algemoene toon van de Fran sche pers van hedenmorgen is er een van verbazing en verontwaardiging over Oostenrijks houding. Nu men den tekst van het Servisch antwoord kent en ziet, dat Servië feitelijk op alle punten had toegegeven, is men meer dan vroeger overtuigd, dat de inhoud van het ultimatum slechts een reeks van voorwendsels is ge weest, en dat Oostenrijk den oorlog En men herinnert weer aan het gerucht, dat de Oostenrijk sche au toriteiten, die den toestand van den. Keizer ernstig inzien, de kans, dat ijn dood het sein voor ©en algeraéene débacle zou worden, niet willen af wachten, en door een oorlog nog tij dens het leven van Franz Josef innerlijke eenheid van de dualistische monarchie willen trachten te ver sterken. Hoe dit zij, met een enkele uitzon de'ring toonen de Parijsche bladen gisteren en vandaag een kalmte en een waardigheid, die eonige er va- anders wel eens plegen te missen. Reeds vormt zich de aaneensluiting van alle partijen en personen, tegen het buitenlandsch gevaa'r. Watwil Duitschland? De oud-minister van buitenlandscho zaken Pichon schrijft in zijn „Petit Journal": „De plannon van Duitschland blij ven duister. Ilel verzekert, dat het den vrede wil, maar Handel? niet overeenkomstig zijn woorden. V neer men biet vraagt, te Weenen matiging aan te dringen, omdat men daar lichter naar Duitschland luisteren, dan naar een andere gendheid, onttrekt het zich aan dien plicht doo'r te zeggen, dat de quaes- tie alleen Oostenrijk en Servië raakt. Het dringt wel voortdurend aan op een actie door de vrienden van Rus land te Petersburg uit te oefenen, maar het wil zelf geen stappen doen in de Oostenrijksch© hoofdstad, wat toclii zooveel nut zou kunnen hebben. Wat verbergt en wat beteekent deze dubbelzinnige houding? Welk doel streeft de reg-oering te Berlijn na, door tegelijk de interventie der ande re mogendheden in te roepen en af te wij,zen ze af te wijzen, al moest ze sn algemeen conflict veroorzaken, -annee'r z© tracht bet succes van oen vriendschappelijk optreden te verhin deren; en zo daarentegen in te roe pen, daar waar ze aan dit rechtvaar dig werk me de werken moet? Laat ons hopen, dat Duitschland zich spoedig rekenschap zal geven 'an de onvruchtbaarheid van deze betooging." Clemcncean schrijft: „Ik heb dikwijls geschreven, dat Wilhelm, doordat onze gerechtvaar digde politiek van verdediging hem de rob van aanvaller reserveerde, daaruit voordeel trok, dat hij zijn dag kon kiezen. Als hij werkelijk ge kozen heeft, zooals schijnt t© blijken uit zijn weigering, eenige poging tot bemiddeling te doen, wat kunnen wij daar dan aan veranderen? Do tele grammen uit Petersburg toonen aan, at ook gemakkelijk te voorzien was dat na zooveel offers in het belang van d.en vrede gebracht te hebben, Rusland er niet in we nacht toe ste stemmen, zich geheel tot nihil fco reduceer en. Deze toestand is het, dien men den moed moet heb ben te overzien, terwijl hetgeen er •an onafhankelijke mogendheden in Europa overblijft zijn laatste poging doet om den vrede te handhaven." Do Rerlijnsche correspondent van den Matin seint onder meer: „De Duitsch© regeering ik weet 'het uit goede bron zou willen, dat Frank rijk tusschenbeide kwam te Poters- burg .opdat Rusland niet mobiliseer de. En de Fransche regee'ring zou willen dat Duitschland te Weenen tusschenbeide kwam om te verhinde- i, dat Oostenrijk naar Belgrado gant Als een van do twee ©en van zijn bondgenooten hiertoe brengen kan, blijft de Europeescho vrede ge handhaafd. Zoo niet, dan heeft men met de grootst mogelijk© onrust de onmiddellijk© toekomst tegemoet te zien." Een Engel sche meening. De „Westminster Gazette" bespreekt gelijken strijd te localiseeren. zij ver antwoordelijk zullen zijn voor de grootste misdaad in d© geschiedenis. Duitschland's verplich tingen jegens Oosten- r ij Ic-Hongar ij e. Wij lezen in de N, R. Ct.-■ Do Berlijnseh© correspondent van de „Leipziger Zeitung een officieus blad van tic Saksische regeering, meldt „Mocht door ©en averechtsche be handeling van de aangelegenheid do- ze tot, een Europee sche kwestie go- maakt worden, dan zou de internatio nale toestand stellig een zoer ernstig aanzien krijgen. In geval van een aanval op Oostenrijk-HongarU© zon Duitschland zijn plichten als bondge noot ten volle vervullen. liet zou goed zijn, indien nergens in het buitenland twijfel bleef bestaan, dat Duitschland onvoorwaardelijk achter Oostenrijk- "ongarij© staat." Op zichzelf, merkt de „Germania" i, is dat iets van zelf sprekends, maar er zijn ook in hot leven van de staten ©ogenblikken, waarin het nut tig en ontwarrend en geruststellend is, om op zulk© van zelf sprekende dingen vastberaden nadruk te leggen. Zoo zal men het in dit Oostenvijksch- Scrvisch© geschil slechts met voldoe- kunnen begroeten, dat Duitsch land zijn plichten als bondgenoot gaarne en bij voorbaat on den voor grond plaatst. Zij berusten op do zoogenaamde ractaten van '1 Drievoudig Verbond, waarvan de volledige inhoud tot dus ver niet bekend gemaakt is. Zij be ginnen met het Duitsch-Oostenrijk sche tractaat, dat in 1S79 gesloten is, eerst voor vijf jaar, maar tegelijk kwam men overeen, dat het sleeds automatisch voor drie jaar verlengd zou worden, indien niet in do eerste maand van hot laatste jaar van het tractaat nieuwe onderhandelingen ge opend werden, In 1882 sloot Italic zicb bij het verbond aan door twee tractor ton, die het te eener zijde met Duitsch land en ter andere zijde met Oosten rijk sloot en die daarna in 1889 tot de sluiting van liet eerste eigenlijke trac taat Rail het Drievoudig Verbond lus- se lien de drie mogendheden leidden. Het zul op het tegenwoordige oogen- bJik belangstelling wokken, dat daar bepalingen over de Bulkan-politiek in workwomen, die gelijke rechten voor Oostenrijk en Italië moesten verzeke ren. In 1891. 1962 en laatstelijk met Nieuwjaar 1918 is het Drievoudig Verbond opnieuw verlengd. Bij do laalsto gelegenheid waren de mede- deeiingen over den tijd van hernieu wing tegenstrijdig, maar do „Tribu- Tia" erkende, dat het weer voor zeven jaar was aangegaan. De inhoud van de tractaten is, gelijk gezegd, nooit geheel bekend gewor den. Maar bet Duitsch-Oosteririjksch© tractaat van bondgenootschap van 7 October 1879 is den 3den Februari 1888 openbaar gemaakt, In de inlei ding verklaren do monarchen, dat zij 'oor de veiligheid van hun rijken en do rust van hun volken onder a 11a omstandigheden hebben to zorgen en besloten hebben, een do houding van Rusland. Onder nor-, bond van den vrede en tot wederzijde male omstandigheden, zegt liet blad, soho yerlediging. zou Rusland niet ten gunste van Ser vië in dezen strijd kunnen ingrijpen: want Rusland kan geen sympathie betuigen met samenzweerders en vorsten-moordenaars, en het kan zich niet verzetten tegen krachtige maat regelen om t.iet anarchistische ge vaar te bestrijden. Had Oostenrijk ei schen gesteld, die met de souvereini- teït en de onafhankelijkheid van Ser vië in overeenstemming waren te brengen, dan zou het waarschijnlijk van Rusland niets hebben geboord. Maar d© ernst van de quaestie ligt juist in de omstandigheid, dat de ei- j wikkeld schen van Oostenrijk een volkomen willooze onderwerping van Sërvië Ixx teekenen en de Oostenrijksch© macht ill den Balkan voor altijd schijnen tc •illen bevestigen. Daardoor komt natuurlijk het Slavische gevoel in Rusland in beweging, dat steeds de sterkste prikkel van het Russische volk is. En de kreet wordt gehoord: .Rusland kan Servië niet in den steek laten," Men meent in Rusland verder, dat Oostenrijk alleen op die wijze opge treden is, om Rusland te prikkelen, en dat Duitschland aan Oostenrijk geen volledige volmacht heeft gege ven, dus met den vorm en den inhoud der nota bekend moet zijn geweest; en daardoor is de toestand zoo gewor den, dat niemand meer begrijpt hoe Oostenrijk nog terug kan, hoe Servië zich moet onderwerpen en hoe Rus land buiten do quaestie kan blijven. Daardoor staat er voor de mogend heden zoo ontzettend veel op het spel, dat niemand op het oogenblik. de strek king van zijn handelingen kan over zien. Het blad betreurt het, dat Oosten rijk de zaak zoo overhaast heeft: acht- en-veertig uren is een to korte ter mijn om al!© ellende te overwegen, waarin Europa gewikkeld kan den. De „Times" zegt in een© bespreking van clen toestand in Europa, dat de Triple Entente en dus ook Engeland geen moeit© zullen sparen om den vrede te bewaren. Mocht echter hier of daar de wensch zich voordoen Engelands vasthouden aan de begin selen in zak© zijn© vrienclsciiapsban- den en het behoud van het Euro- peeseh evenwicht te toonen, dan zal het bereid en vastbesloten worden be vonden, om die beginselen met de goheele macht, waarover het rijk be- schiikt, te verdedigen. Alle andere bladen erkennen, dat de toestand ernstig is en dat Enge land zich moet houden aan de En tent©, maar vertrouwen dat Sir Ed ward Grey het uiterste zal doen om den vrede te bewaren. D© „Daily News" zegt dat, indien Engeland, Frankrijk, Duitschland eu Italië er niet in slagen om den mo te gaan. <\rtïIc-el I luidt: Mocht tegen verwachting ©n tegen clen oprechten wensch van de two© hoog© contracteerendo partijen een van de iweo rijken van de zijd© van Rusland aangevallen worden, dan zijn de hoogc contracteerende par tijen verplicht, elkaar met cl© geheel© krijgsmacht van hun rijk bij te staan en dienvolgens don vrede slechts te 7,amen en in overeenstemming met elkaar to sluiten. lil artikel II wordt het geval behan deld, dal Duitschland of Oostenrijk- Hongarij© in een oorlog met een an dere mogendheid dan Rusland ge- '1 zon worden. Ook daarin wor- ilechts verplichtingen vastge- tteld, ia geval de bondgenoot wordt aangevallen, niet als hij aanvalt. Valt een derde mogendheid den bondge noot aan, dan behoeft de andere con tracteerende partij dien aanvaller niet bij te staan, maar hij moet „ten tuin- t© een welwillende onzijdige houding jegens den hoogon mede-contvnctanl bewaien Het artikel vervolgt dan Indien echter in zulk een geval do ..invallende mogendheid van de zijde van Rusland, hetzij in den vorm van clieve samenwerking, hetzij door militair© maatregelen, die den aan- allene bedreigen, mocht gesteund worden, dan treedt de in art. I van dit tractaat gestipuleerde verplichting van wedei'keerïgen bijstand mot de volle krijgsmacht ook in dit geval da: delijk in werking, en de oorlogvoering van de twee hóoge contractanten zal ook dan gemeenschappelijk zijn tot aan d© gémèenschappelijko sluiting an den vreut Uit dezen «;kta spr«:irt overal, meent d© „Germania met onmisken bare duidelijkheid het bij uitstek vre delievende karakter van het Drievou dig Verbond, dat d© toongevende staatslieden trouwens telkens op nieuw in liet licht hebben gesteld. maf Berchtold heeft den 25sten Mei gezegd, uat liet een misleiding was het voor to stellen, alsof het oeu .vullend karakter tegen do Slavi sche wereld in het algemeen had. Uit den tekst van de bovenvermelde bepalingen van het tractaat blijkt order echter, dat de beslissing, of hel jeschil tusschen Oostenrijk on Servië plaatselijk beperkt kan worden, aan Rusland staat. Zonder Rusland is er voor Duitschland geen roden, om zich met handelend optreden in dat ge schil te mengen. Pas wanneer andere mogendheden, met name Rusland, voor Servië, met d© wapenen partij kiezen, zou het „geval van bondgenootschap" (casus foederis) voor Duitschland intreden, en dit zich aan Oostenrijks zijde plaatson. Een geruststellend bericht. Onze regeering heeft bericht ontvan gen, dat de Oosten'rijksche regeering aan de Russische heeft doen weten, dat haar nota nïetalseenulti- matum i s b e d o e 1 d. Dientenge volge ziet men hier (te VGravenhagé) den toestand met meer optimism© ia dan gisteren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 6