De Europeesehe Oorlog. TWEEDE BLAO. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1914 Van sta Strjjdgrens. Maastricht, Dotidcrdagavon.il. Sinds enkele uren hen ik op do grens van den gTooten strijd, die daar langs de Maasünio gevoerd wordt: de kamp tusschen 'liet machtige Duitsch- land, dat bezig is België door te drin gen om zijn eigenlijk doel... Frank rijk... te hereiken en duet kleine ïiclgic, vechtend tegen de schending van zijn neutraal grondgebied, wach tend do hulp van Franschen (en En gelsehen?) Als dit stuk aiThecrt, is die hulp wellicht al aanwezig. Nu bereiken ons daaromtrent alleen nog maar va- go berichten. Veel is hier vaag, al zitten we ook op de strïjdgrens. Wel krijgen indrukken vlijmend en striemend soms van de geweldenarijen van het ontzettend bedrijf, dat oorlog heet, kunnen we zien en begrijpen, wat toen we nog in Holland zaten toch eigenlijk zoo vèraf en onwezenlijk leek... Maar van de resultaten der krijgs operaties kan men moeilijk iets ze kers te weten komen, want de Duil- sche gewonden weten .het óf zelf niet, óf leggen tegenstrijdige verklaringen af. Een feit is 't nu evenwel, dat reeds een groot deel van het Duitsche leger over do geslagen bruggen over Maas is getrokken. Do positie Belgen wordt minder gunstig eenige hunner forten zijn reeds door de Duitschers lot zwijgen gebracl Omtrent het lot van Luik verkeert men hier in de grootste onzekerheid. Vanmiddag ging overal het gerucht, dat de stad genomen was, maa'r van avond ontmoette ik een der menschen van hel Iiollandsclie Roode Kruis, die een verhaal had opgedaan van een Duitsob officier, die bij Luik was geweest en hier vanmiddag met drie manschappen werd aangehouden om dat hij zich per auto bij vergissing op Hollandsch grondgebied begaf. Hij meende te Aken te zijn! liet bedoelde verhaal lijkt vrij om waarschijnlijk, Volgens den Duitsehor zou. na de aeschieting van Luik, de stad gecapi tuleerd hebben. Toen twee Duitsche regimenten er wilden binnentrekken openden de forten der stad plotseling weer een moorddadig vuur, en dood den do helft der aanrukkende vijan den! Luik verdedigt zich nu weer. Als het waar is, zou het een schanddaad zijn! Maar wie staat daarvoor in? Al die berichten, af komstig van de strijdende partijen, zijn natuurlijk aan het groote gevaar der ten den z onderhevig! En nu het verhaal mijner eigen er varing van dezen eersten dag. Tot in verbazing loopt de spoor- reis vlot van stapel. Om kwart negen uit Haarlem vertrokken, arri veerde ik om half vijf in Maastricht. De trein is een uur en drie kwartier te laat aan, hetgeen in oorlogstijd nogal billijk mag heeten. Véél reizi gers, maar alom een opgewekte stem ming. 't Blijkt wel uit do gesprekken, dat men thans algemeen het geva; van schending der Nederlandse!)© neutraliteit als zeer gering beschouwt. Eenigo collega's van de geïllustreer de pers hebben, gewapend met vele foto-toestellen en doozen-vol platen, eveneens de reis naar onze uiterste Zuidgrens aanvaard, en we doen on- '.o best om den laatsten man in den coupé een Belg, die naa'r Luik reist inn als kanonnier zijn dienstplicht te vervullen, en die eerst nog van zijn ouders afscheid moet gaan ni wat op te vroolijken. Geen wonder anders, dat de arme jongen het som- bev inziet, als mede-verdediger van Lmk te moeten optreden... In Maastricht verdwijnt-ie haastig. De stad is kalm en rustig, ziel er niet anders uit dan Haarlem, op het aogenblik... Behalve voor 't hospitaal, waar 't Roode Kruis do gewonden heenbrengt, en waar de menschen in massa samenhokken. Die Duitsche gewonden...! ze geven in ij den eersten blik in liet onlzetlon- de, hot verwoestende van dezen oor log. Want als we om vijf uu'r naar het grensplaatsje Eysden rijden, dat li.' K.M. van hier ligt, ontmoeten we op den Rijksstraatweg zes of zeven auto's van het ltoodo Kruis. Snel stuiven zo voorbij, en bovenop liggen, gesteund door de inzittenden, dei ge wonden, in noodverbanden gepakt. Allen Duitschers! Sommigen liggen niet pijn-verwrongen gelaat, starend vooï zich uit, en anderen, licht-go- blesscerden, doon hun best om opge wekt te kijken. Maar dan komt er ons éen voorbij, die doodstil bovenin do auto ligt uit gestrekt. Do grijzo uniform is open gescheurd en gevlekt met bloed, on ili-et hoofd is gepakt in dikke verban den, die tóch al dóoi-gebloed zijn... Dit is afschuwelijk! het Is een voorproefje van do verschrikkingen van den oorlog, die ook ons, aan de Btrijdgrtns, te zien worden gegeven... Bij Eysden laat men, na legitimatie, de foto redacteuren en mij langs de Nederlandscho wachtposten, die sterk aanbevelen om toch vooral geen voet over de grens te zetten. Daar, bij die grens, surveilleert vlak voor ons een Duitsche schildwacht. Alleen do auto'3 van het Roode Kruis mogen hem passeeren; ze halen hog ultijd gewonden van het slagveld, ofschoon Belgische boeren al op de auto's geschoten .hebben. Het ver toornde hen dat de Ilollandsche zie kenverplegers steeds de gewonde Duit- sehers weghaalden. Dat optreden van de Belgische ,,non- ombattants" is laakbaar zeker wordt liet niet begrijpelijker, als je daar in de verte do half-ver woeste dorpen ziet, en als je de arm zalige, droeve groepjes vluchtelingen ziet aankomen en hunne verhalen hoort van wat ze hebben moeten doorstaan? Gelukkig neeant de vriendelijke, goedwillige bewolking hier do vluch telingen liefderijk op. Bij de bewoners van een groote boerderij vlak op de grens, waar-je de mitrailleuses van korten afstand hoort „blaffen" en liet geschut der forten daveren, waar het koren wuift op de velden In de dichte •zee, die nu tóch niet van nut kam n, omdat van binnenhalen geen sprdko is... bij die goede, brave men schen hoor ik veel over 't verschrik kelijke van dezen strijd. zijn 's nachts twee mannen geko- vluchtelingen uit Viséc. Ze wa- gedrieën geweest toen ze van 't bouwland wegrenden voor de nade rende Duitschers, maar éen hunner had gezegd: Zoo, leelijke Pruis" en die werd op de plaats doodgescho ten. De beide anderen ontkwamen, maar de een had vrouw en vier kin deren in Visée gelaten... in Visée, dat in brand stond, waardoor de kogels floten en waar ettelijke terechtstel lingen plaats hadden van boeren, non combattanten, dio zich in den strijd, gemengd hadden door op de Duitschers te schieten. In Mouland is geen Belg meer vinden, bij Benieaux ligt de weg vol dooden en gewonden, uit Warsa-; Argenteau komen weer nieuwe vluch telingen... We ontmoeten dr. Rademaker van Het Vaderland. Is vól opgewektheid. Collega Kuypers en hij zijn 'n kijkje op Belgisch grondgebied gaan neineu, en toen ze één heelen kilometer over do grens waren, stonden ze in het „verlaten" Mouland. Ongelukkig was het plaatsje wèl door de oorspronke lijke bewoners, maar niet door de Duitschers in den steek gelaten. Ze namen de twee Hollanders gevangen en brachten hen bij een ritmeester der uhlanen, die ze na lung geparle- menteer en gehannes met paspoorten losliet We liooren dat de Duitschers vlak bij ouzo grens een nieuwe brug over de Maas hebben geslagen, en gaan op den zoek. Het is een heerlijke avond, 'n Zacht koeltje strijkt over de koren velden, en door de takken van boomen en slru'ken. Het is een heerlijk land schap, bier.... Maar tweehonderd meter bezijden ons zien we bajonetpunten blinken, glimmend boven 'L koren uit. Daar liggen de Duitsche voorposten, in de greppels.... En een grommend gesnor klinkt hoog Hieven in de lucht, 'n Aviateur I Rustig drijft daar 'n éendekker voort, vèr buiten schot, en verkent de Belgi sche verdedigingslinies. Ik herken den vorm van do dekken 't is een Duitsche, een Etrioh-Taubc. Er wordt niet op geschotenliet toestel is toch veel te hoog. Wij gaan verder, met z'n vijven nu, op zoek naar de nieuwe Maasbrug. Maar het mislukt I 't Is nochtans een vrij avontuurlijke expeditie, want we bereiken de rivier eerst na een soort hindernissen-tocht door wei- en bouw land, en over en onder hekken door. Dan verkeeren we in onzekerheid of 't „eigen" of Belgisch grondgebied is, waarop wo staan. We z ij n aan den Maasoever, maar er is geen brug te bekennen. Twee Belgen, die alleen Fransch blijken te spreken, en die zich voorstellen als vluchtelingen uil Visée, komen ons ongevraagd gezel schap sohenken op den verderen tocht. Voorzichtig gaan we Zuid waarts langs de rivier, maar als in de verte onder de boomen duidelijk een groep soldaten zich afteekent, die zich In drieën splitst en daarna ach ter struikgewas sluipend nader komt, vinden we 't avontuur voldoende en wandelen voor alle securiteit maar, heel langzaam en bedaard, terug. De Visè'ers, wier gezelschap ons nu juist niet een recommandatie lijkt bij eventueel© ontmoetingen met de Duit sche voorposten, kuieren mé© weer om, maar onze collega van Het Vader land gaat het oen poosje later weer eens probeeren. Hij schijnt nog niet genoeg van de Duitschers te hebben. Negen uur. We rijden naar Maastricht terug. Dan plots, flitsen in de verte vlam men op, en rood© vuurgloeden stijgen links on rechts en in 't midden tor hemel. De Duitschers steken de ver overde dorpen in brand I Ze hebben beloofd ze te zullen verwóesten, dat woord houden ze Ons rijtuig wordt viermaal door Nederlandsche wachtposten aange houden. Geen vreemdeling kan door zoo'n bewaking heenkomen Elf uur. In mijn höfel kennis gemaakt met een gevlucliten Luxemburger. Zijn vrouw en vier klein© kinderen zijn in Luik, en hij ziet geen kans, om bij ze t© komen. Ln stille wanhoop zit hij bij ons, en luistert niet naar al de goedgemeend© raadgevingen. Maar als er iemand binnenkomt, staat hij op en vraagt hem, of 't waar is, da ze Luik in brand geschoten hebben? De moesten hebben er gelukkig niet van gehoord. Niemand weet iets zé kers over Luik. En dun gaat de Luxemburger maai weer zitten, dof voor zich uitsta rend Arme kerel Ik ben hier nu zeven uurmaar 't lijkt me een week....! II. Maastricht, Vrijdagmorgen. In de prillo vroegte gaan w© weer op uil gedrieën. Ilot regent; 't is triest en somber weer als ons drietal Ln het „bakkie", dat we inclu sief aftandscheu koeitlsier en magere paarden voor deze dagen gerequi- meerd hebben greoiswaarta hobbelt, "t Blijki; dat de bewaking der wegen weer verscherpt is; om den haverklap houden do Nederlandscho posten hot. rijtuig aan. maar onze papieren ver schaffen overal doortocht. Toch zijn wo genoodrzaakt tot een extra uit stapje naar liet station Eysden, om van den daar-heerschenden detache- memt&ooinnianiaiH permissie te er langen om den heuvel bij Meseh ie beklimmen. Dat is vlak bij de grens, vlak bij liet Duitsche kampement, en de heuvel is de laats:© dagen door duizenden Maastrichtenaren beklom men. Tientallen automobielen heb ben hem giSlerem nog bestegen, maar vandaag is dat alles uit: totaal atge- loopen. De nieuwsgierigen uiit de Stad worden tegengehouden door een wachtpost die 'n kiloma'-er vóór de douane is geplaatst. Bij informatie hoor en we, dut van nacht kogels in den Meseh-heuvel ge slagen zijn, en de dotachementscom- mandant verzekert, dalt kogels klet terden op het dak van het Eysden- scLie stat ton rietje. „Op eigen risico" zooals het plechtig! ijk heet mogen de drie journalisten den. Mesch-heuvei op. Moussault, de folio-man van. de Ve- ©enigd© Fotoibureaux, gaat voorop, z'n toestellen torsend en met on verflauwde opgewektheid zingend van: „Marlborough s'en va-t-en guerne....'- Het is een heele tocht), want 't ia moeilijk om bij dit slechte weer do haute uitzicht-punten te vinden, ©n bovendien komt er geen eind aan do visatotics. Onze blrave Limburgers vatten hun dienstplicht secuur op! Uit dankbaarheid tracleeren wo ©en heelo patrouille op sigaretten, en worden tenslotte nog boste maatjes mei:, een op de g rens geposteerd en soldaat-, genaamd Pierre, die in een korenveld z'n geweer op om aanlegt alvorens naar de papieren te wagen. Gelukkig blijft liet bij 't aanleggen; Pierre blijkt tenslotte zoo'n kwaaie vent nog niet: te wezen. Onze Lini- burgscho soldaten toon,en allen een zekere genoeglijke bonhomie; op vriend Pierre's vergissing n,\ onder vinden we niets dan vriendelijke te gemoetkoming. Op 't hoogste punt van den MKei heuvel nemen we voorloopig stelling, bij den daar geplaatsten wachtpost. Een geweldig panorama is het vun hier uit; lidt heuvelig, dichtbegroeid terrein is ondanks den regen en de nevelige lucht over afstanden van vele kilometers na te speuren. Dui delijk is de st&lling der Duitsche hoofdmacht; recht-Zuidelijk van Eys den z/ichtbaar. In liet groote kampe ment, dat zich vèr uitstrekt onder- 't geboomte, schrijdt aJles thans rustig. Duizenden paaiden staan er nevens, en uit de bewegingen van de daar heen-em-tyeér gaande Duitschers is op te maken, dat de dieren gevoe derd worden. „De Pruseu" (zooals hier algemeen gezegd wordt; herin nering aan 1870!) schijnen in do rus tigste rust te zijn Maar wij kunnen van onze post niet on/'.waren of aan de rivierzijde troepen het kamp verluien. En blijk baar geschiedt dat toch wèl. want om halftien begint het gesclnu aer Bel gische forten weer te daveren.Tot éen uur wordt het v u oen vrijwel on afgebroken voortgezet. Uit hef dorpje Warsage, opnieuw in brand gestoken, stijgen weer rook wolken op. En plots zien wo een esca- drori uhlanen in draf het kampement verlaten. Het escadron, en later 'n patrouille uhlanen, beginnen 'n rondrit door de korenvelden. En meermalen, als ze even door een boschje of een huis aan ons oog onttrokken worden, zien we even later weer dikke rookwolken uit dat hui» opstijgen, en komen de vlammen oplaaien Alles moet plat gebrand en platgeschotenalge meen hooren we hier van de hevige verbittering der Duitschers tegen de „non-combaittar-tende boeren en burgers, die op hen uit de dorpen ge schoren hebben, en waarvan zoovelen al zijn neergeselïoten of gefusilleerd. Anderen vluchten hierheen, en ze zullen later weinig of niets meer van hun have en goed terugvinden! Juist gisteravond vertelde een Roo de Kruis-mon mij, dut Vis© van het bombardement betrekkelijk weinig gededen had. Niet meer dan een tien de der huizen van het stadje waren verwoest,,.. Vandaag, op den Mesch-heuvei, zien wij hoe de Pruisen opnieuw Vi- sé in brand steken, op verschillende plaatsen- Een ontzaglijke rookwolk stijgt ton hemel; vlammen flitsen aan alle kanten. We staren met ontzetting naar al dio vernieling: naar hc-t brando War sage, het brandende Berneaiux, het- brandende Visé... naar de vele bran dende huizen ln de velden.... Zelfs de spraakzame Limburgers zwijgen. Dan ineens rommelen vier groot© auto's don heuvel op; de kor poraal commandeert z'n mannetjes al op om de inzittenden te v'isilfceo- ren... Maar daar stoppen de auto's halverwege den heuvel, en ineens ojrmzwaait de korporaal heftig tegen z'n maantjes: dat ze terog moeten! Prins Hendrik stapt met z.'n adju dant uit den voorsten wagen; met een klein gevolg van ge-unaformde en be-hoog©hoede boeren beklimt Z. K II. de helling en neemt van een der heuvelltruinen een kijkje op het Prui sische kamp. op de verwoesting van het Beigenland... Do „ililusóratieve journalisten" ze genen hun goed gesternte. Eer de Prins het kleine plateau verlaten heeft, is hij tweemaal „genomen". Later hooren we dat Z. K. H. de hospitalen (ook het Ursulïnen-kloos- "icr, waar de zwaargewonden liggen) bezocht heeft, en in den middag weer is afgereisd. Tegen twaalven zijn we weer in Eysden. De regen stroómt neer. wegen zijn tengevolge der strenge consignes bijna verlaten, Dof boemt steeds maar het geschut van do for- Na een heldhaftige verdediging moet Luik zleh san ie DuitSGhers over geven. lie Belgen bedingen eervolle voorwaarden. De Duitsehers vragen een wapenstilstand om do dooden te bigraven, zij erkennen 25000 man verloren ti hebben. „Nu naar Namen!" zeggen de Duitschers. Zullen ze daar al de Franschen Oorlogsellende ln België. ËevecMcu tnssehen Duitschers en Franschen. Een groote zeeslag ln ds Noordzee tnssehen de Engelsche en Duitsche vloot. De verliezen. Een Engelscis Oorlogsschip stiet op een mijn en zinkt. 130 man verdrinken. Engeland zal de neutraliteit van Nederland erkennen en geen schepen naar de Sdislde zenden. GEHEIMEN. Het aantal telegrammen begint da nig te minderen. En het nieuws wordt daardoor sohaarschcr. Niet alleen voor ons in Nederland, ook in het buitonland. Dit brengt, vooral in de oorlog voerende landen, angst. Er wordt im mers gevochten, op vele plaatsen. En dan niet precies te weten hoe het gaat...,. Weinig nieuws brengt onzekerheid, Wat erger is, ook onjuiste berichten ia de sensatiepers. Vooral in Duitse hl and komt dé on rust ónder do bevolking. Want het is voor het Duitsche Rijk werkelijk een allermoeilijkste tijd. Plotseling ziet het zich omringd door vijanden. Het staat alleen in Europa, aan de zijde ven zijn Oosten rij kschen bondgenoot, tegenover allen. Zelfs Italië, dat weigerde zich aan te slui ten bij de bondgenooten, dat zich aan vankelijk neutraal verklaarde, heeft nu ook do mobilisatie-order uitge vaardigd. En al is het nog steeds niet bekend, aan welke zijde Italië zich aansluiten zal, dit is genoeg gebleken, dat een regeering, die met den algemeenen volkswensch rekening houdt, zich moet verklaren tegen Oostenrijk- Hongarije. Dalmatic en Triest, Zuid-Tyrol met Trenle-, Rivu, Arco, Mori, Rovereto worden reeds lang door Italië met leed© oogen in het bezit van Oosten rijk gezien. En „tegen onze Italiaansche vrien den" zooals men dat in Oostenrijk uitdrukte werden aan het Garda- meer en langs de geheel© grens krachtigste versterkingen opgewor pen en een volslagen grensdienst in gericht. Bondgenooten, vrienden, di© elkaar niet verder vertrouwden dan zij el kaar konden zien dat was de posi tie van Oostenrijk en Italië. Verrassingen van Italiaansche zij de zullen geen verrassingen zijn I Dat de Italiaansche regeering, na eerst de neutraliteit te hebben afge kondigd, thans mobiliseert een mededeeling van den Italiaar.schcn consul bewijst dit geeft wel reden tot het vermoeden, dat zij zich, als zij ingrijpt, scharen zal aan de zijde der vijanden van Oostenrijk. Het blijkt ook in deze weer, dat con venties in vredestijd gesloten, in tij den van oorlog niet meer waarde heb ben dan scheurpapier. Denk ook aan het uizijdigheids- verdrag over België BELGIe'S INTERNATIONALE POSITIE. Over de internationale positie van België schrijft het „Handelsblad van Antwerpen" Uit ee.i oogpunt onzer internationa le betrekkingen moet de toestand, zoo zeide mij een bekend parlementslid, als uiterst gunstig beschouwd wor den. Inderdaad, men heeft ons den oor log verklaard, wij verdedigen ons. De naties, die onze onzijdigheid waar borgen, komen ons ter hulp. Wij zijn hun diep erkentelijk, maar bij do afrekening zullen wij niet als figuroeren als oorlogvoerenden als wij geen veroveringsrecht bezitten, dan bezitten wij van een anderen kant het recht, onze huidige positie onver anderd te behouden. Wat de medewerking van Enge land betreft, deze verzekert ons de vrije vaart op de Schelde en tevens de zekere en voortdurende voome ning van leger en bevolking. Op internationaal gebied zouden wij ons in. geen betere positie kunnen bevinden." ten... En af en toe klinkt uit de verte het klaaglijk geloei van koeien verlaten Belgische dorpjes. De dieren loopon er in t wilde rond; ze worden niet meer gemolken. Evenals lie: an- dei-o vee zullen zo ten slotte weJ door de Duileebers geconfisqueerd worden. R, W. Pi PEEREBOOM. DE GEEST DIE DE BELGEN BEZIELT. De „Vlaamsche Gazet" schrijft „Het Belgisch leger levert een on versaagde» strijd voor het behoud van ons land. „Duitsche officieren, die de Belgi sche grens overgetrokken zijn om een land aan te vallen, dat in elk opzicht wilde onzijdig blijven, hebben er hun verwondering over uitgedrukt, dat het Belgische leger zooveel weder stand blijft bieden. „Die verwondering kan ons slechts verbazen. „Verbeelden die Duitsche officieren zich wellicht, dat ons vaderland koop is .Denken zij, dat de Duitsche regee ring haar beloften tegenover ons land slechts hoefde te breken, opdat de Bolgcn zouden buigen „liet opgeven van de Belgische on zijdigheid wat Duitschland eigen lijk vroeg zou op hetzelfde neerge komen zijn als het verlies van de Bel- gisc.ho.ouafhankelijkheid. ,Dat voelen thans alle Belgen meer dan ooit, en hun gedachten gaan naar hen, die bij Visé aan de Duitschers voor de eerste maal toonden, hoe de Belgen hun vaderland verdedigen kunnen. „Onze soldalen strijden voor het goede recht, de waardigheid en de liifhankelijkheid van België. „Zij toonen aan de wereld, dat ook een klein volk groot kan worden door zijn gehechtheid aan den vadergrond en zijn onbuigbaren wil, het vaandel der vrijheid hoog te houden." VADERLANDSLIEVENDE BETOO GINGEN IN BELGIe. Onbeschrijfelijke tooneelen, schrijft de „VI. Gazet", hadden te Brugge plaats. De troepen, in deze stad bij eengetrokken, artillerie, voetvolk, paardenvolk en trein, zijn met een dertigtal bijzondere treinen vertrok ken. Rond middernacht begon het ver voer der manschappen. Gansch de stad was op de been op de Groote Markt, in de Steenstraat en Statie plaats verdrongen zich duizenden en duizenden en duizenden nieuwsgieri gen, die schier onophoudelijk juich ten „Leve België Leve de Koning en bij tusschenpoozen den „Vlaam- schen Leeuw" aanhieven. De soldaten, zichtbaar ontroerd, staken hunne ge weren in de lucht en zongen Ln ver voering mede, waarna zij riepen „We gaan naar de zegepraal De officieren trachtten kalm te blijven, doch velen konden op sommige plaat sen hunne ontroering niet bedwingen en staken hunne sabels in de lucht, terwijl zij riepen „Dank u T Is voor het Vaderland De doortocht der lanciers was roe rend to midden van den nacht ren den zij door het Tolk, rechtstaande op hunne stijgbeugels en de karabijn boven het hoofd zwaaiend. Zij ook zongen met het volk den „Vlaam sehen Leeuw" mede en riepen: „Naar de zegepraal Het 4e linie-regiment marcheerde af, voorafgegaan door de muziek, welke meeslepende marschen speel de. Doch aan de Statieplaats geko men was het geroep van het juichende volk zoo groot, dat de muzikanten niet meer konden spelen. Men riep, men juichte, dat hooren en zien ver gingen. Het voorbijtrekken der na tionale vlag werd door een eindeloo- zen kreet van: „Leve het Vaderland begroet. Aan een koffieJiuis stond een groep Engelschen, mannen en vrouwen, die het „God save the King aanhieven en luidkeels riepen „Vivat Belgium!" Zij werden geestdriftig toegejuicht. Do generaal-beveLhebber Scheere en andere officieren van <lcn staf, die zich ongemerkt naar het station wil den begeven, werden door het volk in triomf gedragen. Nooit heefi- men te Brugge zoo iets beleefd. PROCLAMATIE VAN EEN BEL GISCH GENERAAL. Generaal Lehman, de ziel van de Belgische verdediging, heeft op de muren van Luik de volgende procla matie doen aanplakken „Het groote Duitschland overwel digt ons grondgebied na een ultima- mi, dat een smaad daarstelt. Het kleine België raapt fier den handschoen op. Het leger zal zich van zijn plicht kwijten. De bevolking van het land van Luik zal deu haren doen Ook zal zij steeds het voorbeeld geven van kalmte en eerbied v wetten. Haar vurige vaderlandsliefde staat daar borg voor. Leve de Koning, opperbevelhebber van het leger. Leve België. Do luitenant-generaal Militair Gouverneur van Luik LEHMAN. 'T BELGISCHE KONINGSPAAR. Dat gedeelte vun het Belgisohe volk, hetwelk zich niet nuttig kan maliën voor zijn vaderland, door het met de wapens te dienen, maakt zich op om gereed te zijn de geslagen wonden te heelen. Allen weerbaar, in den waar- achtigen zin van het woord. Het sympathieke vorstenpaar geeft het voorbeeld Koning Albert stelt zich aan het hoofd van zijn leger, koningin Elizabeth neemt de leiding van den Roodo-Kruis-arbeid. Het koninklijk paleis te Brussel wordt ingericht voor ziekenhuis. Vorst en volk kunnen trotsch op elkaar zijn liet gemeenschappelijk gevaar heeft hun nobelste karakter trekken naar voren gebracht. Nog steeds de aanval der Duitschers op Luik. De correspondent van de Telegraaf seint o.a.: liet Be-ge nvolk biedt boven men schel ij ken tegenstand. Zoo waren Donderdagavond twee duizend man Duitsche troepen tot aan de Fabri- que National te Herstal doorgedron gen. Zij werden er door een ver schrikkelijk geweervuur ontvangen. Ieder huis, zelfs de klein© mijnwer kerswoningen waren in versterkin gen herschapen. Barricaden werden opgeworpen, kinderen en vrouwen steep ten ammunitie aan. Tor. d© laatste man, tot- de laatste vrouw in de nauwe straatjes builen gevecht was gesneld, duurde de gewapende tegenstand voort. Daarmee was het nog niet gewon nen. De Duitsche infanteristen gingen in tirailleursgevecht vorder, elk sol daat vocht op eigen gelegenheid, ach ter struiken en greppels werd dek- king gozoché, doch veel dekking was ei' niet, wijl alles wat daartoe gele genheid bood te- voren was afgebro ken of afgebrand. Het. belegeren van ieder der hui zen was ondoenlijk, zoodat verzame len werd geblazen en de reeds siterke gedecimeerde Duitsche legerafdpeling terugtrok in de richting van Viveg- nis. Eén oogenhlik kregen de inwoners in her. mïjnwerkersdorp den indruk dat de vijand zon aftrekken. Tot an dermaal tiromDetgeschal weerklonk, het signaal: ..Te naard" voor de af gestegen uhlanen bestemd. De infan terie werd in verdubbelde rotten ge formeerd'. en andermaal heit, bevel tot den stormaanval gegeven. Als een wervelwind kwamen de uhlanen opzetten, de sabels blinkend het maanlicht, dat van achter de met onweerswolken bezwangerde lucht uitstraalde In het dorp het geschreeuw en ge- jool van vrouwen en kinderen. Vooral de vrouwen namen leven- dig aan hot ernstig gebeuren deel. Het. aanstormen der dappere uhla nen was verschrikkelijk maar vre selijker nog de tegenstond van de in pc-n verzameling furies herschapen bevolking. De oerst.e linie van het DuiRsche paardenvolk werd weggeifmaid. Do ruiters verspreidden zich onder het gevecht en staken alles neer wat werd ontmoet vrouwen, grijsaards, kinderen, wan» er waren geen non- comlKiftantan. Mieor de kom der ge meen Ie genaderd, op den voet gevolgd door de verbitterde manschappen der infanterie, meenden de ruiters het reeds to hebben gewonnen. Toen werd hun een ontvangst be reid, zóó warm, da.fi. slechts een klein gedeelte het heeft kunnen navertel- Uit de huizen werd gevuurd, wen en kinderen goten kokend© olie op de aanvallers. Het werd zoo verschrikkelijk, dat de Duitschers ge noodzaakt waren terug 'ie trekken na ruim do helft van hunne l-xgernfdoe- l'rng te hebben verloren. De veriie- '.111 de bewoners van Herstal, ra vemrieling aangericht, 't was alles zeer groot. Maar nosr altijd waait de B°teïschn lrieklcur van ile Fabrique National ,e Hei-stal. Woensdagmiddag vertoonden twee Duitsche uhlanen zich in het dorpje Berg vlak bq 'Tongeren. Zo waren klaarblijkelijk op verkenning uit. De Belgische voorposten schoten de pon ten onder do paarden weg, en maak ten de beide Uhlanen krijgsgevangeu. Dei-gelijke verkenners schijnen zich •erschillendo dorpjes in de buurt van Tongeren gewaagd t.e hebben. rd zelfs medegedeeld dat in di© stad reeds niet minder dan 38 Duit- erkejjtnoi-s1 aks krijgsgevange nen werden binnengebracht. Riem pst. een dorpje ten zuiden van St. Pieter, over de Belgisch© word Woensdagmiddag door eonigo honderden uhlanen ovorvil- ]©ji. Met d© revolver in de hand. vroegen zij deu wag naar Bilsen. Do dorpelingen, iUfodverschrikt door dien plotselinge» oven-al. stonden den vijand zoo gcned 't ging to woord. De uhlanen waren uiterst vriende lijk en verklaarden nadrukkelijk, dat ze met geen kwade bedoelingen kwa men. Na een kort oponthoud beste gen de cavaleristen hunne rossen weer en vervolgden in de aangegeven richting hunnen weg. Ik ben langs on regel matigen wc-g een eind tot in de Duitsche ro6er\p.- tiroiopen doorgedrongen. Voor zoover ik beoordeelen kon wordt alles voor den opmarsch in gereedheid gebracht. Do stemming is nogal zenuwachtig en do soldaten worden blijkbaar on kundig gehouden van het gebeuren aan het Belgische front. Een stelde mij do vraag, of het n g ver was van Parijs. 'k Durfde geen inlichtingen geven, omdat, juist enkel© officieren nader den. Zij vroegen mij, toen ik als Ne derlander bekend maakte, of er in Holland soms werd geklaagd over

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5