De Europeesche Oorlog.
tweede blad.
haarlem's dagblad
woensdag 19 augustus 1914
Ds Engelsche legers zp ln Belgis gezien, voorttrekkend in slagorde. De
soldaten zongen: Zijn we mismoedig? - Neen! Znlien we winnen? - Zeker!
Ij België worden wel kleine gevechten geleverd, maar de groote veldslag
is blijkbaar nog niet begonnen.
Di strijd bij Dlnant.
Ce forten rond Lnlk.
De Dnitsehers zijn verontwaardigd, dat België 't nieuwe aanbod van
DuitsGliland om vrede te sluiten afwees.
De ellende in Vise geleden.
Da strijd in de Vogezen.
FEUILLETON
Liefdedroom
•t OORLOGSNIEUWS
is karig wat feiten betreft over ge
vechten en bewegingen van troepen.
Dit kan ook niet ander3 wijl in alle
oorlogvoerende landen de censor aan
he: werk is.
Den oorlogscorrespondenten wordt
niet veel gegund. Eri 't zal nog moei
lijker werken voor deze journalisten
worden. Nu wordt althans weer uit
Londen geseind:
..Officieel is medegedeeld, dat gee-
ncrlei berichten betreffend© de bewe
gingen of de bestemming van het
landingsleger zullen worden gepubli
ceerd. Den Engelseben oorlogscorres
pondenten is aangezegd België te vo'r-
Ir.eu. Geen correspondenten zullen
de Engelsche troepen in den eersten
l'.J mogen vergezellen.'
DE DUITSCHE PERS OVER HET
NIEUWE AANBOD VAN DUITSCH-
LAND AAN RELGIë,
Naar aanleiding van het Duitsche
aanbod aan België (zie vorig Over
hebt) zegt de ,,Voss. Ztg.":
„Zoo niet reeds bewezen was, dut
li België in een Fransch-Duitsclien
oorlog in volkomen onafhankelijkheid
ran Frankrijk bevond, zou afwijzing
van de eerlijke en vriendschappelijk
re me en de voorstellen van Duits n-
land, met een verwijzing naar inter
nationale verplichtingen, het sterkst
denkbare liewijs zijn voor de binden
de overeenkomst tussüben België,
Frankrijk en Engeland tegen Duitsjh-
land, die thans niet meer kan worden
ongedaan gemaakt".
De „Kreuz. Ztg.": België toont dat
tct met onze tegenstanders voor onze
rnietiging wit werken; bij do slui
ting van den vrede zal daarmede re
kening worden gèhiouden'
Do „Tagliche Rundschau": „Onze
Regeering was nog steeds voorne
mens, ondanks Luik, ondanks de be
handeling der Duitsche troepen m Bel
gië, dit land tegemoet te komen. Ook
de regecring zal thans overtuigd zijn.
dat hier geen plaats meer is voor toe-
c;-.jndheid en samenwerking".
ü.'t ,,Beri. Tageblatt'„Men kan
Ut in zoo warme en hartelijke woor
den gedane aanbod van Duitschlaad
slechts met sympathie begroeten
hoewel iedere sympathie voor België
is'uilgebluscht".
De forten om Luik.
Meu seint ons
Uei Belgische legerbestuur ccelt
mede, dat de toestand van het leger
gunstig blijft. Formeel wordt de juist
heid ontkend der berichten in de
Nederlandse be dagbladen, dat de for
ten rond Luik in handen zouden zijn
van de Duitsclicrs.
De verbonden legers hebben besla
ten, dilt geen oorlogscorrespondenten
locer zuilen worden toegelateu.
UIT LUIK GEVLUCHT.
Hu llollandsche dame, wier echlge-
noot lo Luik woont, en die met liuar
zoontje den Oen Augustus uit Luik
«as gevlucht, vertelde het een en
ander van haar wedervaren. Tijdens
't bombardement was 't gezjn iu den
kelder gevlucht, angstig luisterend
naar het springen van bommen, en
granaten.
De familie woonde op de Place
Mughin, vlak onder de citadel en
aau de brug van dien naam. F.en ge
weldige knal had des middags plotse-1
ling de in den kelder z'.ttenden op
nieuw en nog heviger doen ontstel
len en kruitdamp drong in den kel
der. 't Bleek evenwel, dat de Belgi
sche genie de brug had doen sprin
gen. Door trompetgeschal r o ver
nam men later was dit aan de be
volking meegedeeld.
Dien middag zag men de witte vlag
van de citadel naaien, ten u-eken dat
er een wapenstilstand gesloten was.
Van die gelegenheid besloten vrouw
en zoontje gebruik te maken om te
Vluchten. De wapenstilstand was
«venwel niet van lungen duur, want
toon beiden 's avonds naar de Gare
des Guillemins gingen, om den trein
te nemen naar Brussel, moeiten zij
drie kwartier loopen onder een regen
van bommen en granaten die neer
vielen iu de totaal leege straten.
Ieder man, daartoe in staat, moest,
zoo vei telde de- dame nog in Luik
meelielpen aan de verdediging. Zoo
waren er een aantal mijnwerkers
zonder werk die door een officier
dadelijk aan het maken van loopgra
ven werden gezet.
NAAR DEN VELDSLAG IN BELGIS.
Een officieele mededeeling van den
Belgischen staf te Antwerpen, Dins
dagmorgen uitgegeven, zegt, dat
Duitacfce cavaleriepatoouilles gezien
zijn, gaande iu noordelijke richting.
De burgerwacht is gemobiliseerd in
de geheete stelling Antwerpen en op
voet van oorlog gebracht.
De „Dernière fleur©" deelt mede,
dat een Duitsche cavalerie-patrouiiJe
bestaande uit huzaren, dragonders en
uhiunen, ter sterkte van ongeveer
dertig man, en tx.':oorende bij de ca-
valerïemacht, die zich in de omgeving
van Teesenderloo ophoudt, Maandag
middag tegen halt vier bij Diest ver
scheen en door de Belgen ontvangen
werd met geweerschoten. Twee hu
zaren werden gedood; de overigen
wendden den teugel.
Volgens 'hetzelfde blad hadden ont
moetingen plaats in Belgisch Limburg
tusschen de verkennende Duitsche
cavalerie en de Belgische. De Belgen
bleven overal meester van liet ter
rein.
Volgens de „Peuple" deden Zondag
avond een honderdtal huzaren een in
val in de bureaux van den stationchef
te Gembloux; na den chef, die weiger
de hun bevelen op te volgen, buiten
het station te hebben gezet, vernielden
zij alles en namen zij do
rails van de voornamste lijnen
weg.
EEN FP.ANSCH OFFICIER BI.T 'T
GEVECHT BIJ Dl NA NT GEWOND.
Uit Brussel worden bijzonderheden
meegedeeld uit een brief van een
Fransch officier, die aan 't gevecht
heeft deelgenomen.
„Ik was met mijn compngnie in de
voorhoede. Ik liet ze in twee afdee-
lingen opmarcheeren links en rechts
van de citadel van Dinant en beval
1(M) man ter linkerzijde te blijven.
Ik had order ontvangen stand te
houden boven de groeven, ter linker
zijde van het fort Leff. teneinde den
uitgang open te houden op den ande
ren oev er van de Maas. Te 30 stuit
te Ik op een Duitsche colonne, die
met artillerie naar Dinant trok. Ik
kreeg order terug te trekken op liet
fort Dinant. Op hetzelfde oogenblik
rankte een kogel mijn hoofd, en nam
mij een stuk huid weg, Door den
schok viel ik in de groeve en brak
mijn been. De Dnitsehers vervolgden
ons tot op een afstand van 50 M, Mijn
manschappen haalden mij op en
brachten mij tot aan de rotskain, Op
dat oogenblik was het vuur zoo
moorddadig geworden, dat ik zeide,
dat zij mij maar alleen zouden laten
en <lat ik zou trachten rnij neer te
laten rollen tot onder aan het kleine
bosch. De Duitschers overschreden de
koojl die op 230 M afstand van mij
was. niet Toen ik oifder aan het
bosch was, zag ik eenige huizen, v. aar
meiischen voor het venster stonden.
Ik riep: „Helpt mij, Belgen, ik ben
een Fransch officier." Te midden van
den regen van kogels en gedurende
20 nunuten in voortdurend levensge
vaar haalden zij mij op en brachten
mij naar een klooster, waar men mij
t»t Zondagmiddag uitstekend vei-
zorgde.
Daarna brachten de paters en vrij
willige verplegers mij naar den lin
keroever in een hotel, waar een lui-
tenant-aviateui was, die mij in een
auto naar Phi'ippeviile bracht, naar
hei klooster der zusters van Notre
Dame, waar ik toen definitief verbon
den werd. Ik ben daar door allen be
handeld, alsof ik een kind van België
was."
,,Le Peuple" geeft het volgende
verhaal van het gevecht bij Dinant.
da! Zaterdag geleverd werd:
Tegen dri>;- uur werden vijfhon
derd man 1' ranse he infanterie, die
stelling hadden genomen op de hoog
ten voor de citadel, door de Duit
sche r» verdreven. Zij trokken terug
op de stad ran werden gedecimeerd
door het mitmilleu.vuur, welk vuur
door Fransche mitrailleurs <ip den
linker rivieroever werd beantwoord.
Duitsche cavalerie deed een poging
iu de stad te komen, inaar vondF.uii-
sche afdeeüngen op haar weg. Op
dat oogenblik kwam Fransche artil
lerie in stelling, mengde zich in den
strijd en dwong de Duitsdiers door
een krachtig vuur zich terug te trek
ken
Vijftig Duitsche infanteristen, die
de brug overtrokken, werden bij een
bujonetaanvnl door de Fransche in
fanterie gedood. De Franschen liö-
stonnden de citadel en wierpen de
Duitschers terug. Om linlf zeven
haalde een Fransch soldaat de Duit
sche vlag van de citadel.
Aan Duitsche zijde zouden onga
ve© duizend man buiten gevecht zijn
gesteld. De Fransche verliezen zijn
veel geringer.
Gedurende den strijd hadden de
bewoners van Dinant een gonl heen
komen gezocht in hun kelders.
De Engelschen In België
Volgens te Brussel ontvangen be
richten zijn de Engelsche troepen ge
zien te(plaatsnamen door de
censuur in België geschrapt). Het le
ger trok voort in slagorde. De- solda
ten waren niet bloemen getooid. De
stoet, die gevolgd vv erd door vele wa
gens proviand, werd door de Belgi
sche bevolking levendig toegejuicht.
l it Londen w ordt geseind
De landing van een expeditiemaeht
na een voorbereiding binnen slechts
twee weken is een merkwaardig feit,
dat van de bekwaamheid en de uitne
mende organisatie van het departe
ment van oorlog getuigenis aflegt. De
Britsclie troepen met hun gebronsd
uiterlijk, lachende en zingende coor
Boulogne marctieerend, wekten die
pen indruk evenals de officieren, die
kalm glimlachend hun Frunsche ka
meraden salueerden. De flinke hou
ding en liet uitnemend physick der
Engelsche troepen wordt door de
Frauschen een gelukkig voorteeken
geacht voor het succes. Van tijd tot
tijd onderbraken de troepen het zin
gen en fluiten door in koor te roepen
„Are we downhearted" „No"
„Do vvo win" „Rather" (Zijn we
mismoedig ucen Zulten we win
nen zeker'.
Generaal French stond bij zijn aan
komst te Boulogne op het dek, door
zijn staf omringd. De bejaarde gou
verneur van Boulogne ontving hem,
on in militaire houding, elkander het
saluut brengend, wisselden ze tanige
woorden Dat was een treffend oogen
blik. deze historische ontmoeting, nu
voor de eerste maal weer sedert
eeuwen een Urilsch legeraanvoer Ier
ui Frankrijk den voet aan wal zette,
niet als vijand, maar als medestrij
der.
Toen Sir John French het station
(e Parijs naderde, dat door duizenden
w erd omlegerd, ging een storm van
gejuich op, als de khalci uniformen
van Sir John en de andere Britsclie
officieren zichtbaar werden, een ge
juich dat herhaald w erd door de nog
grooter massa daarbuiten. De kreet
„Vive l'Angleterrewerd afgewis
seld door „clieers for England and
France
De geestdrift van de menigte trof
den Engelschen generaal diep Het
gejuich bleef .voortduren lungs den
geheelen weg tot aan de Engelsche
ambassade. Meisjes wierpen bloemen
in de wagens, en er vielen looneelon
voor. die alleen kunnen vergeleken
worden met die bij het bezoek van deni
K'-ning en de Koningin iu April te-
Parijs.
F.EN BELGISCH OFFICIER
VERTELT KRIJGSDADEN
Do. Telegraaf "-correspondent was
in de gelegenheid, een gesprek te voe
ren met een van de Belgische helden
van het oorlogsveld, een officier van
hel 3e regiment lanciers, ook in Ne-
derlandsclie sportkringen a's uitste
kend ruiter en schermmeester welbe
kend, den le luitenant Kaoul Duu-
ficsne de la Ghevalerie die reeds in
een der eerste legerorders, met zijn
2e luitenant Jean Kervyn de Letten-
liove en 12 zijner manschappen, zeer
eervol werd vermeld; wegens het aan
vallen er, vernietigen van een gansch
escadron Duitsche cavalerie.
Hij vertelde rnij aardige bijzonder
heden, omtrent de eerste gevechten
daar op*den rechtervleugel der Dnit
sehers en hij vertelde het in al den
eenvoud, die in dit geval den waren
moed kenmerkt.
,.'t Is alles seluk" zeide hij
..maar 'n geluk, dat voor one. ver
kenners, nog al eens is weggelegd.
Omdat wij uiteraard de eerste r- n-
contres en de verrassingen treffen
Daar bij Orsmael ook Ik reed met
mijn twaalf man op een bochtigen
weg cn besnéurde van verre hel Duit
sche escadron, een vijfhonderd man,
die op de hij de Duitsclicrs, toen nog
gebruikelijke, onvoorzichtige wijze,
voortruktc-n voorop drie colonnes
van tien man elk. met in het midden
een officier; daarachter in twee co-
tonnes aan weerskanten van den
steenweg op de zandpaden de rest
van den troep, en geen verkenners
zooals wij dat altijd doen. Ik liet mi;n
mannen stelling nemen achter een
heg, in een bocht van den straatweg,
en beval hen, de Duitschers lot op
vijftig meters te laten naderen. Niet
een van m'n jongens verroerde ook
maar een lid. tot de vijand onder
schot kwam Toen vielen l>ii het eer
ste salvo twaalf man. Wij bleven
doorgaan met vuren op tiet in ver
warring rakende paardevolk, zoodat
meer dan de helft buiten gevecht ge
steld was en wij 135 gevangenen kon
den maken. Zoo hevig was ons vuur
geweest, dat de Duitschers niet wil
den gelooven, dat zij door veertien
man verslagen waren; de boeren, zoo
meenden zij, moesten hebben meege
holpen en den volgenden dag kwa
men zij op de plaats terug en dood
den er zes."
De ellende in Visé.
Nader schrijft de oorlogscorrespon
dent van 't „A'g. Handelsblad"
'l Was mijn plan Zondag weer naar
Luik te gaan om te trachten er nog
wat meer te vernemen. Maar toen ik
op weg ging naar de brug bij Lixhe
om en passant eens te zien hoe het
daar stond, zag ik ineens dat er kort
over de grens weer een zware brand
moest woeden. Ik zag den rook dikker
en zwaarder worden, ik trachtte
rnij te orienteeren. 't moest Visé
zijn waar 't brandde. Maar hoe kon
dat? Zaterdag nog had ik in Visé zoo
gemoedelijk en kalm met den dokter
en zijn beide dochters zitten praten,
ik was er gegaan in enkele winkel
tjes, had er wat prentbriefkaarten ge
kocht en ik had gezien dat de be
volking, of wat er dan nog van be
volking over was, zich rustig neer
legde bij wat het noodlot nu eenmaal
bracht. Hoe was dat dan nu in eens,
dat 't daar in Visé zoo fel brandde?
En was 't wel Visé? Vergiste ik mij
niet?
Bij de brug hoorde ik dat 't wel de
gelijk Visé was dat daar in brand
stond En men vertelde mij dat Za
terdagavond weer door burgers ge
schoten was op de soldaten, een
officier, een onderofficier en twee
soldaten waren gedood, en zes man
waren meer of minder zwaar ge
wond
Uit straf moest toen Visé verbrand
worden.
Den correspondent is evenwel van
andere zijde medegedeeld, dat de
Duitschers door een vergissing op d-
kaa- geschoten hebben.
De journalist vervolgt!
Zoo gaf ik dan mijn plan om naar
Luik te gaan voorloopig op, en ging
dwars door en langs de nog steeds op
trekkende Duitsche troepc-n en leger
trein, naar 't brandende Visé Zware
rook steeg op uit bijna alle huizen,
en hier en daar sloegen fel de vlam
men uit. Het Grand Hotel was nog
ongedeerd, evenals het station, liet
reeds eerder verwoeste Hotel de I"Eu
rope smeulde weer, en verder was
alles een poel van vuur en rook,
wanrtusschen door de straten nauwe
lijks meer waren te onderscheiden.
Een collega, met wien ik was, en ik,
wij dachten oogenblikkelijk aan
den goeden dokter Labeye en zijn bei
de dochters, die zich zooveel moeite
hadden gegeven voor Belgische en
Duitsche gewonden, en met wie wij
nog Zaterdag zoo prettig en hartelijk
hadden zitten praten, daar ergens
midden in die razende vuurmassa.
Terwijl hij naar de infirmerie ging
om te vernemen of men daar iets van
den dokter wist, waagde ik mij in de
brandende straten om het huis te zoe
ker. waar hij gewoond had. Maar 't
was onmogelijk, 't Vuur vic-1 bij stuk
ken naar beneden cn van alle kanten
laai' mij een verstikkende rook toe.
Ik moest terug, naar 't afschuwe'ijke
Stationsplein, waar de te hoop gedre
ven. uit hun huizen ges'eurde man
nen die nog in Visé waren overgeble
ven, angstig te zameu schoolden, met
een cordon om z.ch heen van felle
Duitsche soldaten.
Voor het Grand Hotel stonden zes,
zeven schildwachten.
Tegen deu muur stonden twee jon
ge mannen die getracht hadden te
vluchten, ieder een soldaat naast zich.
Ik denk dat zij nu al wel dood zijn.
In den ingang van het hotel leunden
drie oz,gewapende soldaten, de hoof
den eri armen verbonden. Ik ging
binnen en zag op den grond drie ge-
improviseerde bedden niet dekkens
lang uit eroverheen, waaronder dui
delijk de vormen van uitgestrekte li
chamen. Terzijde daarvan zaten nog
oHrelo soldaten, Eén van hen had een
verhand om zijn hals, en op zijn vuil
grijze uniformjas waren zware uit-
geioopen vlekken van gedroogd bloed.
De journal'Sten zijn toen nog gaan
roeken naar het huis van Dr. Laix-y .-,
maar vonden liet huis verlaten.
Even inter zag de correspondent
zijn collega komen door een branden
de straat, steunend een stokoud
vrouwtje, dat nauwelijks gaan kon.
Ik ging hem tegemoet, maar vóór
ik bij hern was, had hij het vrouwtje
opgenomen in zijn armen en Bedra
genToen schoten ook twee solda
den toe, om hem te helpen.
Hij vertelde mij, hoe hij het vrouw
tje gevonden iiad op de cour van een
ferme, hoe hii haar had meegenomen
tegen iiaar wil in, omdat ze liever in
het vuur was omgekomen. Alles had
ze immers verloren....
De journalisten togen toen naar'
Maastricht. En daar hebben ze ge
hoord, dal de dochters van dr. La
beye veilig in Eysden zijn, met andere
vluchtelingen. De dokter zelf is door
do Duitschers gerequireerd om hun!
gewonden te helpen.
TE MAASTRICHT.
Nader seint deze berichtgever
Van do gewonden in het Roede
Smis-hospitaal de Augustijnen is één
Belgisch burger overleden. Nieuwe
gewonden waren er niet bijgekomen
maar wel verwachtte men één Duit
sche en drie Belgische gewonde mili
tairen int Riempst, wuiu dus gevoch
ten schijnt te zijn. Acht Duitschers
zijn Dinsdag geïnterneerd.
Do Belgische vluchtelingen z;j:i nog
allen hier voor het grootste godecite
in de Rijkskweekschool. De meer ge
goeden hebben hier of daar een kamer
gehuurd. Dinsdagmorgen om 7 uur
werd op de speelplaats der school
een mis gehouden, waaraan allen
deelnamen. Toen kwamen allen, ook
die er niet overnacht hadden, op die-
zelf le reusachtige speelplaats, waar
lange tafels aangericht waren, hun
heerlijke hord erwtensoep met kluif
jes en brood eten. Het schijnt, dut
allen nog hier zullen blijven, totdat
do noodigo maatregelen van reg-»
ringswege genomen zijn om zo in de
omstreken onder dak te brengen.
Dinsdagmorgen kwamen er w :ei
vluchtelingen uit Bilzen (tusschcc
Maastricht en Hasselt), waar de Duit
schers doorgetrokken zijn.
Schieten hooren wc hier niet n.eor.
Alleen was op de Maasbrug nog iets
van den brand te Visé te zien. Zoo
mogelijk zou er getracht worden, de
nog aanwezige nienschen in Vi=é, on
der wie oude mannen u oefen rijn, te
hsien.
Alls patiënten uit do ambulance te
Evsden zijn overgebracht naar Maïs
tricht, zoodat die ambulance thans
opgeheven is en alle gewonden to
Maastricht zijn samc-ngebraclif.
SPIONNEN.
Voltzens de „Pairfotc" heeft men to
Leuven drie spionnen gefusilJe iel,
oen Doilscheren twee Belgen.
DE DUITSCIIE KROONPRINS
Officieus wordt uit Berlijn gemeld:
Onjuiste berichten werden gemeld»
Duitsche officieren, die geveneen zijn
genomen, zouden gezegd hebben, dat
de Duitsche kroonprins gewond te
Aken lag. tengevolge van een moord
aanslag Daardoor zouden de Danzi-
ger huzaren zonder aanvoerder zijn.
Zooals van bevoegde zijde werd
meegedeeld, is daar geen voord
van naar. De kroonprins is buiten
dien al lang commandant van andere
groote troepenafil-.ellngen c-rgens in
het buitenland.
De strijd in de Vogezen.
Wat geschiedt er in den Elzas en
het Vogezengebied
Voorloopig zullen waarschijnlijk
beide partijen trachten zich het bezit
te verzekeren van de passen en toe
gangen tot liet gebergte op elkanders
gebied.
Een offensief opt) eik n van Fran
sche zijde van Belfort uit lijkt niet
aannemelijkwel moet de Fransche
bevelhebber, die Elzas-Lotharingen
wil binnenvallen, met Toul en Epinal
als bosvs, zich beveiligd weten op zijn
rechtervleugel, dus van de zijde van
de Vogezen
Maar ook voor de Duitschers is het
zaak, zich naar die zijde te dekken,
als zij willen oprukken nnar do Bo-
ven-Mourthe.
De enkele berichten, welke inkomen
over den strijd, op dit gedeelte van
het oorlogstoon oei gevoerd, w ijzen op
een krachtig© Fransche actie in ooste
lijke richting. Een juist inzicht te
krijgen iu den toestand is echter niet
moge'ijk, daar juiste gegevens om
trent de wederzndsehe actie totaal
ontbreken.
Maar men kan ei zeker van zijn,
dat in dit. bergteer !n duchtig gevoch
ten wordt.
Deze strijd nu in het Vogezen-
gebergte vereischt een geheel ander©
tactiek dun de strii.I in hot meer vlak
ke terrein. Wel zijn ook hier, evenals
overal en altijd, de beginselen van de
krijgskunde dezelfde, maar de toepas
sing verschilt hemelsbreed. In een
bergachtig terrein tocli marcheert,
vecht, verkent, rust en leeft de troep
op geheel andere wijze. Een streek uls
de Vogezen leent zich niet voor groote
troepenbewegingen of voor een groo
te, beslissende actie doch zal altijd
een ncven-operatieterrein blijven.
Toch kar» van den strijd op dat terrein
groote Invloed uitgaan op de bewegin
gen van de hoofdlegers. En daarom
moet we! degelijk ook aandacht ge
wijd worden aau dezen bergstrijd.
Het gebruik van cavalerie is in dit
terrein natuurlijk vrijwel uitgesloten
hoogstens kunnen ruiters geliezigd
worden als ordonnans langs de wei
nige berijdbare bergpassen en in de
dalen. Pe verkenning komt geheel
voor rekening van do infanterie,
waarbij de groote moeilijkheid zich
voordoet de verkregen gegevens om
trent den vijand op tijd den aan
voerder van de eigen partij te doen
toekomen. Bii deze verkenningen bie
den hoog gelegen punten natuurlijk
groote voordeelen. Een officier op een
goedgekozen bergtop en gewapend
•net een flinken kijker, doet vaak tiet
werk van verschillende patrouilles.
Ook in het gevecht in liet avliorgte
is de infanterie het hoofdwapen. De
artillerie, die zicli slechts zeer lang
zaam kan bewegen, is bovendien Dij
hair verplaatsingen uiterst kwets
baar. Moet zij in het gevecht van po
sitie veranderen, dan tieteekent du
een langdurige onderbreking van
haar vuurwerking. Bovendien moet
zij steeds een bijzonder sterke infun-
teriedekking hebben wegens de immer
bestaande mogelijkheid van een over
val
Juist, dat voortdurende gevaar voor
verrassingen, waarop men bij een
actieven tegenstander dag en nacht
bedacht moet zijn, maakt het operee-
ren sn bergterrein zoo vermoeiend.
üeauioriseerde vertaling naar het
Engel8ch, van
EFFIE ADELAIDE ROWLANDS.
40)
lievan, die een groote sympathie
tour den kleinen man had opgevat,
^geleidde hem vrijwillig naar het
tuinpoortje. Toen hij hem de hand
zei hij
Er is nog een kleinigheid, mijn-
her Screed, wat ik graag zou willen
*eten. Moe ontdekte u gisterenavond,
JVa' wij wilden doen? Er was geen
«vend wezen te zien, toen wij het lo-
fftr.em verlieten, want ik keek over-
®1 rond.
Ja. maar u zag niet achter de
maters in den tegenoverliggcnden
'U|n, mijnheer Bevan, antwoordde de
«elective met een glimlach. Het ei-
p'aardige feit, dat gij tweeën in het
logement wilde slapen, in plaats van
'"r te komen, bewees mij, dat u iets
t zin had. Ik wist tamelijk wel,
J)«t dat iets zou zijn, en daarom hield
h de wacht. Het was zeer eenvoudig,
tf's u z'®t, het gevolg van natuur-
donken en afleiden.
Terwijl dit gesprek buiten werd
gevoerd, ging de kolonel naar Dick en
gaf hem met warmte de hand, zeg
gende
Mijn beste jongen, het spijt mij,
dat ik je tot nu toe zoo verkeerd be
oordeeld had. Ik vermoedde in 't ge
heel niet hoe kon dat ook? wat
er aRcinaal achter de schijnbare
vreemdheid van je gedrag verborgen
iag, Het was genoeg, om iemand in
de war te brengen.
En wilt u beproeven niet te hard
ie zijn in uw oordeel over mijn va
der? pleitte de jonge man ernstig. Be
denk, dat hij, indieu hij gespaard was
gebleven, geboet zou hebbenhij zou
dezo nienschen tot den laatsten cent
terugbetaald hebben. Ik ben er nu
van overtuigd, dat hij altijd plan iiad
gehad dit te doen en ik zal er al
tijd berouw van blijven hebben, dat
ik dien nood'ottigeu nacht van hem
wegging met woorden van boos ver
wijt op d© lippen.
Ik zou de laatste man in de we
reld zijn om mijn armen vriend hard
te veroordeeten, antwoordde de kolo
nel, van aandoening op zijn grijze
en or bijtend, want ik kan mij
misschien zelfs nog beter dan jij, de
grootte van de verleiding, waaraan
hij bezweek, voorstel'en.
Het is nu allemaal voorbij, beste
jongen, zei mevrouw Anerleymet
tranen in haar oogen. toen zii zich
vooroverboog cn een moederlijken
kus op zijn voorhoofd drukte; tob
niet over wat onveranderlijk is, maar
zie moedig de toekomst tegemoet. Je
zult je eigen vraagstukken in het le
ven hebben om op te lossenje eigen
moeilijkheden om te bestrijden. Zij
zweeg een oogenblik en haar oogeu
rustten nadenkend op het gebogen
hoofd van haar dochter, op de ruste-
looze vingers van haar hand, die ze
nuwachtig aan de franje van Het ta
felkleed trokken toen vervolgde zij
met een zucht Wat er ook gebeu
ren moge, bedenk, dat je ln den kolo
nel en mij twee standvastige vrienden
hebt. Ik heb je altijd al» een vriend
beschouwd en nu nuHaar
stem stokte, en voordat Dick tijd had
meer te doen dan een paar woorden
van groote dankbaarheid te mompe
len, haastte zij zich de kanier uit.
Misschien vreesde Erild, dat haar
vader dit voorbeeld zou volgen en
tiaar alleen zou laten met Dick, want
een uitdrukking vol 6Cbrik vloog over
haar gezichtje, en snel naar den ko
lonel toegaand, fluisterde tij hem
met trillende stem in het oor
Zegt u liet hem, vadertje. Ik
kan niet!
Nu zeker niet, opperde hij op
zachten toon en met duideüjken af
keer. Wacht nog water is geen on
middellijk© haast bij.
Het moet hem nu verteld worden
dadelijk en door u! hield zij vol;
toei: liep zij met gebogen hoofd naar
de deur, haar oogen zoo verblind door
tranen, dat zij bijna tegen Edward
Bcvan aanbotste, die op dit oogenblik
weer binnentrad.
Dick's bük volgde baar nadenkend
en v erbaasd het was de eerste keer
sedert hij haar kende, dat zij hem te-
leursteidc, en het deed hem onbe
schrijflijk pijn. Hij had een onaange
naam gevoel, een verlangen, dat al
leen bevredigd kon worden door den
druk van haar hand, door de zachte
aanraking van haar lippen. Hij
kwam zich voor als een zwerveling
in de woestijn, die zichzelf geduren
de de hitte en het stof op zijn tocht
getroost heeft met de gedachte aan
de bron iuet helder, friscli water, die,
zcoals liij weet, aan het einde van
zijn vermoeiende dagreis is, en die,
op de plaats zijner bestemming aan
gekomen, bemerkt, dat de bron op
gedroogd is.
Waarom was Enid de eenige, die
geen woorden van medelijden of sym
pathie voor hem had? vroeg hij zich
zelf af, maar hij vroeg het tevergeefs.
Hij richtte zijn blik eerst vragend
op Edward, in wiens gelaat hij zijn
eigen verbazing weerspiegeld zag, en
toen op don ouderen man, die de ka
mer met vlugge, driftige etappen, die
opwinding verrieden, op en neer liep,
gijn handen op zijn rug tezamen go-
vouwen.
Wat is er gebeurd, kolonel?
vroeg hij somberheb ik Enid in de
war gebracht door mijn griezelig ver
haal? Zegt zij daarom niets tegen
Kolonel Anerley stond plotseling
Mijn jongen, zeide hij, ik ben
een oprecht man zonder complimen
ten. en ik kan datgene, wat mijn on
aangename plicht is je te vertellen,
niet verzachten, door het in zachte be-
wcordingen ie omhullen. Vrouwen
zijn eigenaardige wezens! Met uitzon
dering van mijn lieve vrouw, die mij
geheel en al begrijpt, heb ik reeds ja
ren geleden opgegeven ze te leeren
kennen. Wat voor reden Enid ervoor
heeft, kan ik je dus niet vertellen,
zij weigert het te verklaren; maar zij
heeft besloten, dat haar verloving
met jou nu eindigen moet.
B!j deze onverwachte aankondiging,
zoo dicht na het tooneel komend, dat,
in zijn verzwakten toestand, de kracht
van zijn uithoudingsvermogen bijna
t© boven was gegaan, kwamen twee
vuurrood© plekjes op Richard Embcr-
son'e gelaat, alsof hij met ©ert vlakke
hand op iedere wang was geslagen.
Hij deed een poging om op te stuan,
maar hij viel, overrompeld door een
plotselinge duizeling, in zijn etoe'
terug.
Zij heef: gelijkt mompelde hij
halfluid. Ik bood haar de vrijheid
aan, toen wij eikaar 't laatst ontmoet
ten. maar toen weigerde ::ij die te
nemen; zij heeft cr nu beter over na
gedacht. Zij heeft gelijk, volkomen
ge'ijk. dat zij weigert iets te maken
te willen hebben met een man, wiens
naam bezoedeld is die zijn kinde
ren niets zou kunnen nalaten dan
oreer
Oneert Bah! Onzin! Nonsei.
riep kolonel Anerley energiek uit. In
dien zij op die manier redeneerde, zou
zij ongelijk hebben, geheel onge'ijk.
Ik. haar eigen vader, zog dat; maar
ik wi' wedden, dat het feit. waarop
jij zooveel nadruk legt, niets met het
geval te maken Heeft.
Wat dan? Wat kan ik Wide ra
denken? vroeg de jonge man, een
groote ontmoediging en neerslachtig
heid op het gelaat, die ook uitgedrukt
werd door de manier, waarop hij ver
moeid achterover in zijn stoel lag,
terwijl hij de oogen half sloot.
Zei ik je niet. dat ik evenzeer in
het duister tast, als jij? antwoordde
kolonel Anerley. bijna ongeduldig.
Haar moeder en ik hebben genoeg
beproefd de reden te weten te komen;
voor den eersten keer in haar leven
is zij tegenover ons koppig en on
handelbaar! „Het moet zijn!" ie het
geheete antwoord, dat zij ons geven
wil.
'Wordt vervolgd)