De Europeesche Oorlog. tweede blad. haarlem's dagblad woensdag 19 augustus 1914 Ds Engelsche legers zp ln Belgis gezien, voorttrekkend in slagorde. De soldaten zongen: Zijn we mismoedig? - Neen! Znlien we winnen? - Zeker! Ij België worden wel kleine gevechten geleverd, maar de groote veldslag is blijkbaar nog niet begonnen. Di strijd bij Dlnant. Ce forten rond Lnlk. De Dnitsehers zijn verontwaardigd, dat België 't nieuwe aanbod van DuitsGliland om vrede te sluiten afwees. De ellende in Vise geleden. Da strijd in de Vogezen. FEUILLETON Liefdedroom •t OORLOGSNIEUWS is karig wat feiten betreft over ge vechten en bewegingen van troepen. Dit kan ook niet ander3 wijl in alle oorlogvoerende landen de censor aan he: werk is. Den oorlogscorrespondenten wordt niet veel gegund. Eri 't zal nog moei lijker werken voor deze journalisten worden. Nu wordt althans weer uit Londen geseind: ..Officieel is medegedeeld, dat gee- ncrlei berichten betreffend© de bewe gingen of de bestemming van het landingsleger zullen worden gepubli ceerd. Den Engelseben oorlogscorres pondenten is aangezegd België te vo'r- Ir.eu. Geen correspondenten zullen de Engelsche troepen in den eersten l'.J mogen vergezellen.' DE DUITSCHE PERS OVER HET NIEUWE AANBOD VAN DUITSCH- LAND AAN RELGIë, Naar aanleiding van het Duitsche aanbod aan België (zie vorig Over hebt) zegt de ,,Voss. Ztg.": „Zoo niet reeds bewezen was, dut li België in een Fransch-Duitsclien oorlog in volkomen onafhankelijkheid ran Frankrijk bevond, zou afwijzing van de eerlijke en vriendschappelijk re me en de voorstellen van Duits n- land, met een verwijzing naar inter nationale verplichtingen, het sterkst denkbare liewijs zijn voor de binden de overeenkomst tussüben België, Frankrijk en Engeland tegen Duitsjh- land, die thans niet meer kan worden ongedaan gemaakt". De „Kreuz. Ztg.": België toont dat tct met onze tegenstanders voor onze rnietiging wit werken; bij do slui ting van den vrede zal daarmede re kening worden gèhiouden' Do „Tagliche Rundschau": „Onze Regeering was nog steeds voorne mens, ondanks Luik, ondanks de be handeling der Duitsche troepen m Bel gië, dit land tegemoet te komen. Ook de regecring zal thans overtuigd zijn. dat hier geen plaats meer is voor toe- c;-.jndheid en samenwerking". ü.'t ,,Beri. Tageblatt'„Men kan Ut in zoo warme en hartelijke woor den gedane aanbod van Duitschlaad slechts met sympathie begroeten hoewel iedere sympathie voor België is'uilgebluscht". De forten om Luik. Meu seint ons Uei Belgische legerbestuur ccelt mede, dat de toestand van het leger gunstig blijft. Formeel wordt de juist heid ontkend der berichten in de Nederlandse be dagbladen, dat de for ten rond Luik in handen zouden zijn van de Duitsclicrs. De verbonden legers hebben besla ten, dilt geen oorlogscorrespondenten locer zuilen worden toegelateu. UIT LUIK GEVLUCHT. Hu llollandsche dame, wier echlge- noot lo Luik woont, en die met liuar zoontje den Oen Augustus uit Luik «as gevlucht, vertelde het een en ander van haar wedervaren. Tijdens 't bombardement was 't gezjn iu den kelder gevlucht, angstig luisterend naar het springen van bommen, en granaten. De familie woonde op de Place Mughin, vlak onder de citadel en aau de brug van dien naam. F.en ge weldige knal had des middags plotse-1 ling de in den kelder z'.ttenden op nieuw en nog heviger doen ontstel len en kruitdamp drong in den kel der. 't Bleek evenwel, dat de Belgi sche genie de brug had doen sprin gen. Door trompetgeschal r o ver nam men later was dit aan de be volking meegedeeld. Dien middag zag men de witte vlag van de citadel naaien, ten u-eken dat er een wapenstilstand gesloten was. Van die gelegenheid besloten vrouw en zoontje gebruik te maken om te Vluchten. De wapenstilstand was «venwel niet van lungen duur, want toon beiden 's avonds naar de Gare des Guillemins gingen, om den trein te nemen naar Brussel, moeiten zij drie kwartier loopen onder een regen van bommen en granaten die neer vielen iu de totaal leege straten. Ieder man, daartoe in staat, moest, zoo vei telde de- dame nog in Luik meelielpen aan de verdediging. Zoo waren er een aantal mijnwerkers zonder werk die door een officier dadelijk aan het maken van loopgra ven werden gezet. NAAR DEN VELDSLAG IN BELGIS. Een officieele mededeeling van den Belgischen staf te Antwerpen, Dins dagmorgen uitgegeven, zegt, dat Duitacfce cavaleriepatoouilles gezien zijn, gaande iu noordelijke richting. De burgerwacht is gemobiliseerd in de geheete stelling Antwerpen en op voet van oorlog gebracht. De „Dernière fleur©" deelt mede, dat een Duitsche cavalerie-patrouiiJe bestaande uit huzaren, dragonders en uhiunen, ter sterkte van ongeveer dertig man, en tx.':oorende bij de ca- valerïemacht, die zich in de omgeving van Teesenderloo ophoudt, Maandag middag tegen halt vier bij Diest ver scheen en door de Belgen ontvangen werd met geweerschoten. Twee hu zaren werden gedood; de overigen wendden den teugel. Volgens 'hetzelfde blad hadden ont moetingen plaats in Belgisch Limburg tusschen de verkennende Duitsche cavalerie en de Belgische. De Belgen bleven overal meester van liet ter rein. Volgens de „Peuple" deden Zondag avond een honderdtal huzaren een in val in de bureaux van den stationchef te Gembloux; na den chef, die weiger de hun bevelen op te volgen, buiten het station te hebben gezet, vernielden zij alles en namen zij do rails van de voornamste lijnen weg. EEN FP.ANSCH OFFICIER BI.T 'T GEVECHT BIJ Dl NA NT GEWOND. Uit Brussel worden bijzonderheden meegedeeld uit een brief van een Fransch officier, die aan 't gevecht heeft deelgenomen. „Ik was met mijn compngnie in de voorhoede. Ik liet ze in twee afdee- lingen opmarcheeren links en rechts van de citadel van Dinant en beval 1(M) man ter linkerzijde te blijven. Ik had order ontvangen stand te houden boven de groeven, ter linker zijde van het fort Leff. teneinde den uitgang open te houden op den ande ren oev er van de Maas. Te 30 stuit te Ik op een Duitsche colonne, die met artillerie naar Dinant trok. Ik kreeg order terug te trekken op liet fort Dinant. Op hetzelfde oogenblik rankte een kogel mijn hoofd, en nam mij een stuk huid weg, Door den schok viel ik in de groeve en brak mijn been. De Dnitsehers vervolgden ons tot op een afstand van 50 M, Mijn manschappen haalden mij op en brachten mij tot aan de rotskain, Op dat oogenblik was het vuur zoo moorddadig geworden, dat ik zeide, dat zij mij maar alleen zouden laten en <lat ik zou trachten rnij neer te laten rollen tot onder aan het kleine bosch. De Duitschers overschreden de koojl die op 230 M afstand van mij was. niet Toen ik oifder aan het bosch was, zag ik eenige huizen, v. aar meiischen voor het venster stonden. Ik riep: „Helpt mij, Belgen, ik ben een Fransch officier." Te midden van den regen van kogels en gedurende 20 nunuten in voortdurend levensge vaar haalden zij mij op en brachten mij naar een klooster, waar men mij t»t Zondagmiddag uitstekend vei- zorgde. Daarna brachten de paters en vrij willige verplegers mij naar den lin keroever in een hotel, waar een lui- tenant-aviateui was, die mij in een auto naar Phi'ippeviile bracht, naar hei klooster der zusters van Notre Dame, waar ik toen definitief verbon den werd. Ik ben daar door allen be handeld, alsof ik een kind van België was." ,,Le Peuple" geeft het volgende verhaal van het gevecht bij Dinant. da! Zaterdag geleverd werd: Tegen dri>;- uur werden vijfhon derd man 1' ranse he infanterie, die stelling hadden genomen op de hoog ten voor de citadel, door de Duit sche r» verdreven. Zij trokken terug op de stad ran werden gedecimeerd door het mitmilleu.vuur, welk vuur door Fransche mitrailleurs <ip den linker rivieroever werd beantwoord. Duitsche cavalerie deed een poging iu de stad te komen, inaar vondF.uii- sche afdeeüngen op haar weg. Op dat oogenblik kwam Fransche artil lerie in stelling, mengde zich in den strijd en dwong de Duitsdiers door een krachtig vuur zich terug te trek ken Vijftig Duitsche infanteristen, die de brug overtrokken, werden bij een bujonetaanvnl door de Fransche in fanterie gedood. De Franschen liö- stonnden de citadel en wierpen de Duitschers terug. Om linlf zeven haalde een Fransch soldaat de Duit sche vlag van de citadel. Aan Duitsche zijde zouden onga ve© duizend man buiten gevecht zijn gesteld. De Fransche verliezen zijn veel geringer. Gedurende den strijd hadden de bewoners van Dinant een gonl heen komen gezocht in hun kelders. De Engelschen In België Volgens te Brussel ontvangen be richten zijn de Engelsche troepen ge zien te(plaatsnamen door de censuur in België geschrapt). Het le ger trok voort in slagorde. De- solda ten waren niet bloemen getooid. De stoet, die gevolgd vv erd door vele wa gens proviand, werd door de Belgi sche bevolking levendig toegejuicht. l it Londen w ordt geseind De landing van een expeditiemaeht na een voorbereiding binnen slechts twee weken is een merkwaardig feit, dat van de bekwaamheid en de uitne mende organisatie van het departe ment van oorlog getuigenis aflegt. De Britsclie troepen met hun gebronsd uiterlijk, lachende en zingende coor Boulogne marctieerend, wekten die pen indruk evenals de officieren, die kalm glimlachend hun Frunsche ka meraden salueerden. De flinke hou ding en liet uitnemend physick der Engelsche troepen wordt door de Frauschen een gelukkig voorteeken geacht voor het succes. Van tijd tot tijd onderbraken de troepen het zin gen en fluiten door in koor te roepen „Are we downhearted" „No" „Do vvo win" „Rather" (Zijn we mismoedig ucen Zulten we win nen zeker'. Generaal French stond bij zijn aan komst te Boulogne op het dek, door zijn staf omringd. De bejaarde gou verneur van Boulogne ontving hem, on in militaire houding, elkander het saluut brengend, wisselden ze tanige woorden Dat was een treffend oogen blik. deze historische ontmoeting, nu voor de eerste maal weer sedert eeuwen een Urilsch legeraanvoer Ier ui Frankrijk den voet aan wal zette, niet als vijand, maar als medestrij der. Toen Sir John French het station (e Parijs naderde, dat door duizenden w erd omlegerd, ging een storm van gejuich op, als de khalci uniformen van Sir John en de andere Britsclie officieren zichtbaar werden, een ge juich dat herhaald w erd door de nog grooter massa daarbuiten. De kreet „Vive l'Angleterrewerd afgewis seld door „clieers for England and France De geestdrift van de menigte trof den Engelschen generaal diep Het gejuich bleef .voortduren lungs den geheelen weg tot aan de Engelsche ambassade. Meisjes wierpen bloemen in de wagens, en er vielen looneelon voor. die alleen kunnen vergeleken worden met die bij het bezoek van deni K'-ning en de Koningin iu April te- Parijs. F.EN BELGISCH OFFICIER VERTELT KRIJGSDADEN Do. Telegraaf "-correspondent was in de gelegenheid, een gesprek te voe ren met een van de Belgische helden van het oorlogsveld, een officier van hel 3e regiment lanciers, ook in Ne- derlandsclie sportkringen a's uitste kend ruiter en schermmeester welbe kend, den le luitenant Kaoul Duu- ficsne de la Ghevalerie die reeds in een der eerste legerorders, met zijn 2e luitenant Jean Kervyn de Letten- liove en 12 zijner manschappen, zeer eervol werd vermeld; wegens het aan vallen er, vernietigen van een gansch escadron Duitsche cavalerie. Hij vertelde rnij aardige bijzonder heden, omtrent de eerste gevechten daar op*den rechtervleugel der Dnit sehers en hij vertelde het in al den eenvoud, die in dit geval den waren moed kenmerkt. ,.'t Is alles seluk" zeide hij ..maar 'n geluk, dat voor one. ver kenners, nog al eens is weggelegd. Omdat wij uiteraard de eerste r- n- contres en de verrassingen treffen Daar bij Orsmael ook Ik reed met mijn twaalf man op een bochtigen weg cn besnéurde van verre hel Duit sche escadron, een vijfhonderd man, die op de hij de Duitsclicrs, toen nog gebruikelijke, onvoorzichtige wijze, voortruktc-n voorop drie colonnes van tien man elk. met in het midden een officier; daarachter in twee co- tonnes aan weerskanten van den steenweg op de zandpaden de rest van den troep, en geen verkenners zooals wij dat altijd doen. Ik liet mi;n mannen stelling nemen achter een heg, in een bocht van den straatweg, en beval hen, de Duitschers lot op vijftig meters te laten naderen. Niet een van m'n jongens verroerde ook maar een lid. tot de vijand onder schot kwam Toen vielen l>ii het eer ste salvo twaalf man. Wij bleven doorgaan met vuren op tiet in ver warring rakende paardevolk, zoodat meer dan de helft buiten gevecht ge steld was en wij 135 gevangenen kon den maken. Zoo hevig was ons vuur geweest, dat de Duitschers niet wil den gelooven, dat zij door veertien man verslagen waren; de boeren, zoo meenden zij, moesten hebben meege holpen en den volgenden dag kwa men zij op de plaats terug en dood den er zes." De ellende in Visé. Nader schrijft de oorlogscorrespon dent van 't „A'g. Handelsblad" 'l Was mijn plan Zondag weer naar Luik te gaan om te trachten er nog wat meer te vernemen. Maar toen ik op weg ging naar de brug bij Lixhe om en passant eens te zien hoe het daar stond, zag ik ineens dat er kort over de grens weer een zware brand moest woeden. Ik zag den rook dikker en zwaarder worden, ik trachtte rnij te orienteeren. 't moest Visé zijn waar 't brandde. Maar hoe kon dat? Zaterdag nog had ik in Visé zoo gemoedelijk en kalm met den dokter en zijn beide dochters zitten praten, ik was er gegaan in enkele winkel tjes, had er wat prentbriefkaarten ge kocht en ik had gezien dat de be volking, of wat er dan nog van be volking over was, zich rustig neer legde bij wat het noodlot nu eenmaal bracht. Hoe was dat dan nu in eens, dat 't daar in Visé zoo fel brandde? En was 't wel Visé? Vergiste ik mij niet? Bij de brug hoorde ik dat 't wel de gelijk Visé was dat daar in brand stond En men vertelde mij dat Za terdagavond weer door burgers ge schoten was op de soldaten, een officier, een onderofficier en twee soldaten waren gedood, en zes man waren meer of minder zwaar ge wond Uit straf moest toen Visé verbrand worden. Den correspondent is evenwel van andere zijde medegedeeld, dat de Duitschers door een vergissing op d- kaa- geschoten hebben. De journalist vervolgt! Zoo gaf ik dan mijn plan om naar Luik te gaan voorloopig op, en ging dwars door en langs de nog steeds op trekkende Duitsche troepc-n en leger trein, naar 't brandende Visé Zware rook steeg op uit bijna alle huizen, en hier en daar sloegen fel de vlam men uit. Het Grand Hotel was nog ongedeerd, evenals het station, liet reeds eerder verwoeste Hotel de I"Eu rope smeulde weer, en verder was alles een poel van vuur en rook, wanrtusschen door de straten nauwe lijks meer waren te onderscheiden. Een collega, met wien ik was, en ik, wij dachten oogenblikkelijk aan den goeden dokter Labeye en zijn bei de dochters, die zich zooveel moeite hadden gegeven voor Belgische en Duitsche gewonden, en met wie wij nog Zaterdag zoo prettig en hartelijk hadden zitten praten, daar ergens midden in die razende vuurmassa. Terwijl hij naar de infirmerie ging om te vernemen of men daar iets van den dokter wist, waagde ik mij in de brandende straten om het huis te zoe ker. waar hij gewoond had. Maar 't was onmogelijk, 't Vuur vic-1 bij stuk ken naar beneden cn van alle kanten laai' mij een verstikkende rook toe. Ik moest terug, naar 't afschuwe'ijke Stationsplein, waar de te hoop gedre ven. uit hun huizen ges'eurde man nen die nog in Visé waren overgeble ven, angstig te zameu schoolden, met een cordon om z.ch heen van felle Duitsche soldaten. Voor het Grand Hotel stonden zes, zeven schildwachten. Tegen deu muur stonden twee jon ge mannen die getracht hadden te vluchten, ieder een soldaat naast zich. Ik denk dat zij nu al wel dood zijn. In den ingang van het hotel leunden drie oz,gewapende soldaten, de hoof den eri armen verbonden. Ik ging binnen en zag op den grond drie ge- improviseerde bedden niet dekkens lang uit eroverheen, waaronder dui delijk de vormen van uitgestrekte li chamen. Terzijde daarvan zaten nog oHrelo soldaten, Eén van hen had een verhand om zijn hals, en op zijn vuil grijze uniformjas waren zware uit- geioopen vlekken van gedroogd bloed. De journal'Sten zijn toen nog gaan roeken naar het huis van Dr. Laix-y .-, maar vonden liet huis verlaten. Even inter zag de correspondent zijn collega komen door een branden de straat, steunend een stokoud vrouwtje, dat nauwelijks gaan kon. Ik ging hem tegemoet, maar vóór ik bij hern was, had hij het vrouwtje opgenomen in zijn armen en Bedra genToen schoten ook twee solda den toe, om hem te helpen. Hij vertelde mij, hoe hij het vrouw tje gevonden iiad op de cour van een ferme, hoe hii haar had meegenomen tegen iiaar wil in, omdat ze liever in het vuur was omgekomen. Alles had ze immers verloren.... De journalisten togen toen naar' Maastricht. En daar hebben ze ge hoord, dal de dochters van dr. La beye veilig in Eysden zijn, met andere vluchtelingen. De dokter zelf is door do Duitschers gerequireerd om hun! gewonden te helpen. TE MAASTRICHT. Nader seint deze berichtgever Van do gewonden in het Roede Smis-hospitaal de Augustijnen is één Belgisch burger overleden. Nieuwe gewonden waren er niet bijgekomen maar wel verwachtte men één Duit sche en drie Belgische gewonde mili tairen int Riempst, wuiu dus gevoch ten schijnt te zijn. Acht Duitschers zijn Dinsdag geïnterneerd. Do Belgische vluchtelingen z;j:i nog allen hier voor het grootste godecite in de Rijkskweekschool. De meer ge goeden hebben hier of daar een kamer gehuurd. Dinsdagmorgen om 7 uur werd op de speelplaats der school een mis gehouden, waaraan allen deelnamen. Toen kwamen allen, ook die er niet overnacht hadden, op die- zelf le reusachtige speelplaats, waar lange tafels aangericht waren, hun heerlijke hord erwtensoep met kluif jes en brood eten. Het schijnt, dut allen nog hier zullen blijven, totdat do noodigo maatregelen van reg-» ringswege genomen zijn om zo in de omstreken onder dak te brengen. Dinsdagmorgen kwamen er w :ei vluchtelingen uit Bilzen (tusschcc Maastricht en Hasselt), waar de Duit schers doorgetrokken zijn. Schieten hooren wc hier niet n.eor. Alleen was op de Maasbrug nog iets van den brand te Visé te zien. Zoo mogelijk zou er getracht worden, de nog aanwezige nienschen in Vi=é, on der wie oude mannen u oefen rijn, te hsien. Alls patiënten uit do ambulance te Evsden zijn overgebracht naar Maïs tricht, zoodat die ambulance thans opgeheven is en alle gewonden to Maastricht zijn samc-ngebraclif. SPIONNEN. Voltzens de „Pairfotc" heeft men to Leuven drie spionnen gefusilJe iel, oen Doilscheren twee Belgen. DE DUITSCIIE KROONPRINS Officieus wordt uit Berlijn gemeld: Onjuiste berichten werden gemeld» Duitsche officieren, die geveneen zijn genomen, zouden gezegd hebben, dat de Duitsche kroonprins gewond te Aken lag. tengevolge van een moord aanslag Daardoor zouden de Danzi- ger huzaren zonder aanvoerder zijn. Zooals van bevoegde zijde werd meegedeeld, is daar geen voord van naar. De kroonprins is buiten dien al lang commandant van andere groote troepenafil-.ellngen c-rgens in het buitenland. De strijd in de Vogezen. Wat geschiedt er in den Elzas en het Vogezengebied Voorloopig zullen waarschijnlijk beide partijen trachten zich het bezit te verzekeren van de passen en toe gangen tot liet gebergte op elkanders gebied. Een offensief opt) eik n van Fran sche zijde van Belfort uit lijkt niet aannemelijkwel moet de Fransche bevelhebber, die Elzas-Lotharingen wil binnenvallen, met Toul en Epinal als bosvs, zich beveiligd weten op zijn rechtervleugel, dus van de zijde van de Vogezen Maar ook voor de Duitschers is het zaak, zich naar die zijde te dekken, als zij willen oprukken nnar do Bo- ven-Mourthe. De enkele berichten, welke inkomen over den strijd, op dit gedeelte van het oorlogstoon oei gevoerd, w ijzen op een krachtig© Fransche actie in ooste lijke richting. Een juist inzicht te krijgen iu den toestand is echter niet moge'ijk, daar juiste gegevens om trent de wederzndsehe actie totaal ontbreken. Maar men kan ei zeker van zijn, dat in dit. bergteer !n duchtig gevoch ten wordt. Deze strijd nu in het Vogezen- gebergte vereischt een geheel ander© tactiek dun de strii.I in hot meer vlak ke terrein. Wel zijn ook hier, evenals overal en altijd, de beginselen van de krijgskunde dezelfde, maar de toepas sing verschilt hemelsbreed. In een bergachtig terrein tocli marcheert, vecht, verkent, rust en leeft de troep op geheel andere wijze. Een streek uls de Vogezen leent zich niet voor groote troepenbewegingen of voor een groo te, beslissende actie doch zal altijd een ncven-operatieterrein blijven. Toch kar» van den strijd op dat terrein groote Invloed uitgaan op de bewegin gen van de hoofdlegers. En daarom moet we! degelijk ook aandacht ge wijd worden aau dezen bergstrijd. Het gebruik van cavalerie is in dit terrein natuurlijk vrijwel uitgesloten hoogstens kunnen ruiters geliezigd worden als ordonnans langs de wei nige berijdbare bergpassen en in de dalen. Pe verkenning komt geheel voor rekening van do infanterie, waarbij de groote moeilijkheid zich voordoet de verkregen gegevens om trent den vijand op tijd den aan voerder van de eigen partij te doen toekomen. Bii deze verkenningen bie den hoog gelegen punten natuurlijk groote voordeelen. Een officier op een goedgekozen bergtop en gewapend •net een flinken kijker, doet vaak tiet werk van verschillende patrouilles. Ook in het gevecht in liet avliorgte is de infanterie het hoofdwapen. De artillerie, die zicli slechts zeer lang zaam kan bewegen, is bovendien Dij hair verplaatsingen uiterst kwets baar. Moet zij in het gevecht van po sitie veranderen, dan tieteekent du een langdurige onderbreking van haar vuurwerking. Bovendien moet zij steeds een bijzonder sterke infun- teriedekking hebben wegens de immer bestaande mogelijkheid van een over val Juist, dat voortdurende gevaar voor verrassingen, waarop men bij een actieven tegenstander dag en nacht bedacht moet zijn, maakt het operee- ren sn bergterrein zoo vermoeiend. üeauioriseerde vertaling naar het Engel8ch, van EFFIE ADELAIDE ROWLANDS. 40) lievan, die een groote sympathie tour den kleinen man had opgevat, ^geleidde hem vrijwillig naar het tuinpoortje. Toen hij hem de hand zei hij Er is nog een kleinigheid, mijn- her Screed, wat ik graag zou willen *eten. Moe ontdekte u gisterenavond, JVa' wij wilden doen? Er was geen «vend wezen te zien, toen wij het lo- fftr.em verlieten, want ik keek over- ®1 rond. Ja. maar u zag niet achter de maters in den tegenoverliggcnden 'U|n, mijnheer Bevan, antwoordde de «elective met een glimlach. Het ei- p'aardige feit, dat gij tweeën in het logement wilde slapen, in plaats van '"r te komen, bewees mij, dat u iets t zin had. Ik wist tamelijk wel, J)«t dat iets zou zijn, en daarom hield h de wacht. Het was zeer eenvoudig, tf's u z'®t, het gevolg van natuur- donken en afleiden. Terwijl dit gesprek buiten werd gevoerd, ging de kolonel naar Dick en gaf hem met warmte de hand, zeg gende Mijn beste jongen, het spijt mij, dat ik je tot nu toe zoo verkeerd be oordeeld had. Ik vermoedde in 't ge heel niet hoe kon dat ook? wat er aRcinaal achter de schijnbare vreemdheid van je gedrag verborgen iag, Het was genoeg, om iemand in de war te brengen. En wilt u beproeven niet te hard ie zijn in uw oordeel over mijn va der? pleitte de jonge man ernstig. Be denk, dat hij, indieu hij gespaard was gebleven, geboet zou hebbenhij zou dezo nienschen tot den laatsten cent terugbetaald hebben. Ik ben er nu van overtuigd, dat hij altijd plan iiad gehad dit te doen en ik zal er al tijd berouw van blijven hebben, dat ik dien nood'ottigeu nacht van hem wegging met woorden van boos ver wijt op d© lippen. Ik zou de laatste man in de we reld zijn om mijn armen vriend hard te veroordeeten, antwoordde de kolo nel, van aandoening op zijn grijze en or bijtend, want ik kan mij misschien zelfs nog beter dan jij, de grootte van de verleiding, waaraan hij bezweek, voorstel'en. Het is nu allemaal voorbij, beste jongen, zei mevrouw Anerleymet tranen in haar oogen. toen zii zich vooroverboog cn een moederlijken kus op zijn voorhoofd drukte; tob niet over wat onveranderlijk is, maar zie moedig de toekomst tegemoet. Je zult je eigen vraagstukken in het le ven hebben om op te lossenje eigen moeilijkheden om te bestrijden. Zij zweeg een oogenblik en haar oogeu rustten nadenkend op het gebogen hoofd van haar dochter, op de ruste- looze vingers van haar hand, die ze nuwachtig aan de franje van Het ta felkleed trokken toen vervolgde zij met een zucht Wat er ook gebeu ren moge, bedenk, dat je ln den kolo nel en mij twee standvastige vrienden hebt. Ik heb je altijd al» een vriend beschouwd en nu nuHaar stem stokte, en voordat Dick tijd had meer te doen dan een paar woorden van groote dankbaarheid te mompe len, haastte zij zich de kanier uit. Misschien vreesde Erild, dat haar vader dit voorbeeld zou volgen en tiaar alleen zou laten met Dick, want een uitdrukking vol 6Cbrik vloog over haar gezichtje, en snel naar den ko lonel toegaand, fluisterde tij hem met trillende stem in het oor Zegt u liet hem, vadertje. Ik kan niet! Nu zeker niet, opperde hij op zachten toon en met duideüjken af keer. Wacht nog water is geen on middellijk© haast bij. Het moet hem nu verteld worden dadelijk en door u! hield zij vol; toei: liep zij met gebogen hoofd naar de deur, haar oogen zoo verblind door tranen, dat zij bijna tegen Edward Bcvan aanbotste, die op dit oogenblik weer binnentrad. Dick's bük volgde baar nadenkend en v erbaasd het was de eerste keer sedert hij haar kende, dat zij hem te- leursteidc, en het deed hem onbe schrijflijk pijn. Hij had een onaange naam gevoel, een verlangen, dat al leen bevredigd kon worden door den druk van haar hand, door de zachte aanraking van haar lippen. Hij kwam zich voor als een zwerveling in de woestijn, die zichzelf geduren de de hitte en het stof op zijn tocht getroost heeft met de gedachte aan de bron iuet helder, friscli water, die, zcoals liij weet, aan het einde van zijn vermoeiende dagreis is, en die, op de plaats zijner bestemming aan gekomen, bemerkt, dat de bron op gedroogd is. Waarom was Enid de eenige, die geen woorden van medelijden of sym pathie voor hem had? vroeg hij zich zelf af, maar hij vroeg het tevergeefs. Hij richtte zijn blik eerst vragend op Edward, in wiens gelaat hij zijn eigen verbazing weerspiegeld zag, en toen op don ouderen man, die de ka mer met vlugge, driftige etappen, die opwinding verrieden, op en neer liep, gijn handen op zijn rug tezamen go- vouwen. Wat is er gebeurd, kolonel? vroeg hij somberheb ik Enid in de war gebracht door mijn griezelig ver haal? Zegt zij daarom niets tegen Kolonel Anerley stond plotseling Mijn jongen, zeide hij, ik ben een oprecht man zonder complimen ten. en ik kan datgene, wat mijn on aangename plicht is je te vertellen, niet verzachten, door het in zachte be- wcordingen ie omhullen. Vrouwen zijn eigenaardige wezens! Met uitzon dering van mijn lieve vrouw, die mij geheel en al begrijpt, heb ik reeds ja ren geleden opgegeven ze te leeren kennen. Wat voor reden Enid ervoor heeft, kan ik je dus niet vertellen, zij weigert het te verklaren; maar zij heeft besloten, dat haar verloving met jou nu eindigen moet. B!j deze onverwachte aankondiging, zoo dicht na het tooneel komend, dat, in zijn verzwakten toestand, de kracht van zijn uithoudingsvermogen bijna t© boven was gegaan, kwamen twee vuurrood© plekjes op Richard Embcr- son'e gelaat, alsof hij met ©ert vlakke hand op iedere wang was geslagen. Hij deed een poging om op te stuan, maar hij viel, overrompeld door een plotselinge duizeling, in zijn etoe' terug. Zij heef: gelijkt mompelde hij halfluid. Ik bood haar de vrijheid aan, toen wij eikaar 't laatst ontmoet ten. maar toen weigerde ::ij die te nemen; zij heeft cr nu beter over na gedacht. Zij heeft gelijk, volkomen ge'ijk. dat zij weigert iets te maken te willen hebben met een man, wiens naam bezoedeld is die zijn kinde ren niets zou kunnen nalaten dan oreer Oneert Bah! Onzin! Nonsei. riep kolonel Anerley energiek uit. In dien zij op die manier redeneerde, zou zij ongelijk hebben, geheel onge'ijk. Ik. haar eigen vader, zog dat; maar ik wi' wedden, dat het feit. waarop jij zooveel nadruk legt, niets met het geval te maken Heeft. Wat dan? Wat kan ik Wide ra denken? vroeg de jonge man, een groote ontmoediging en neerslachtig heid op het gelaat, die ook uitgedrukt werd door de manier, waarop hij ver moeid achterover in zijn stoel lag, terwijl hij de oogen half sloot. Zei ik je niet. dat ik evenzeer in het duister tast, als jij? antwoordde kolonel Anerley. bijna ongeduldig. Haar moeder en ik hebben genoeg beproefd de reden te weten te komen; voor den eersten keer in haar leven is zij tegenover ons koppig en on handelbaar! „Het moet zijn!" ie het geheete antwoord, dat zij ons geven wil. 'Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5