Crommelin Bouwmeester
Bloemenmagazijn „ERICA"
DESPAARNE-BANK
SAFE-DEPOSIT.
BLOEMWERKEN
V o^»DSCHE
VOORSCHOTTEN,
A. ym RIEMSDIJK,
heldere genoeglijkheid en ©ngemaaK-
ton. ernst! liet Is maar een wemelt,
vriend') iel."
Jlildehrand was een volgeling van
da Engelsche humoristen, van Dia
kens ein. zijn tijd genoot en. A ls <lo
hunrno zijn ook zijn z.g. typen vaak
overdreven- Den veel genoemden
Nurks spreekwoord el ijkste van al
<de Camera-personages kan ik
maar wooit zoo erg onaangenaam
vindon; hij is soms grof, ja, tot ploer
tig wordem too zelfs, maar eigenlijk
nooit erg... nurkseh zijn z.g. onaan
genaamheden aan het adres van Hil-
debrand en zijn vriend, zijn geen ha
telijkheden, maar onfijne plagerijen,
waarop d'ie bravo jongens veel meer
ad rem haddon behooren tc antwoor
den. Stastok is voortreffelijk, diï-t
stuk over het algemeen het beste,
gaafste, van 't geheel© boek. Kegge
veel minder ik bedoel het verhaal
als zioodianig, zoowel als de mee sten
der „types". Van der Iloogen bijv.
is niets, een soort aanstellerige pal
jas, een doordraai ei- uit een vrou
wenroman, heelemaal geen verleide
lijke Don Juan, waar iemand aJs
Henrietta Kegge verliefd op worden
kan! „Ken oude Kennis" do aren-
tegen lijkt mij, in zijn soort, nog door
xuema*nd hier overtroffen....
DE OORLOG.
VAN DE SLAGVELDEN VAN
LONGWy.
(Van onzen bijzon deren oorres
pondent).
Nu pas bereikt ons over Gent een
nitvxierig achrïjven van een «Alres-
pondent die de slagvelden van Long-
wy gezien heeft en naar tal van om-
zwelvingen België wist te bereiken.
Het ls vredig stil in do straat van
Barancy. Aan weerszijden staan hel
dere frlschgek leurde boerenwonin
gen. Men spreekt met gedempte stem,
men fluistert. Angstig geworden door
de stilte die vredig is, als op het kerk
hof, stilte van het graf. Want mm
ziet geen menschen. Het gelijkt een
panorama, men ziet de huizen en
voelt dat er geen levende ziel meer
achter de vensters zich bevindt. Het
is angstwekkend, benauwend, gij
voelt een beklemming. De zon schijnt
krachtig... zij beplast de gansche om
geving met haar eeuwig licht en toch
vervult zij niet met vreugde, want gij
weet dat daar binnen in die huizen
alles verwoest en vernield is. Lang
zaam komen uit den hoek van een
straat eenige menschen van het Roo-
de' Kruis te voorschijn. Zij spreken
gedempt, akelig hol verliest zich hiun
geluid in de ruimte der ven-woeste en.'
verlaten straat Zij d'ragen zware
spaden en spreken korte woorden te
gen de verwaarloosde paarden die
voor do grove karren staan. Zij ko
men om nog steeds de dooden to be
graven. De kerk, do pastorie en dan
nog een enkel heerenhuis staan over
eind en men vraagt zich af, wanneer
ook deze gebouwen verwoest zouden
zijn geweest waar dan do gewonden
zouden zijn ondergebracht, want de
kerk, do pastorie en liet heerenhuis
liggen vol gewonden. Wij treden on
hoorbaar, binnen, zwijgen bedrukt
kijkend, zooals men een sterfhuis
binnentreedt voor hetwelk de lijkkoets
gereed staat dien droeven last naar de
laatste rustplaats te brengen. Hier
is het droeviger dan in een sterfhuis.
Want het oog wordt getrokken door
gewonde jonge kerels, die kreunend
naar u opzien en smartelijk wijzen
slechts mot de oogen naar het stomp
je dat van hun arm overbleef. Het
stokt ons in de keel, wij haasten ons
het gebouw te vertalen met eon droe
ve machtelooze, troostendo blik, want
wij weten niet wat wij dezen ongeluk-
kigen moeten zeggen. Een vijftal go
re, vervuilde, oud© wezens duiken
plotseling op in het zonnig© gedeelte
der straat. Het lijken spookgestalten
bij klaarlichten dag, d© vrouwtjes
verloren alles in den brand die tij
dens hot slagveld ook op hun have
en goed oversloeg. O.p de plaats waar
vroeger hun flink schoon huisje
stond, ligt nu hot cadaveir van een
paard to rotten. Barancy was geheel
plat gebrand. Ook hier zou de schuld
gelegen hebben bij de franctlreurs die
do doortrekkende soldaten in den
rug hadden aangevallen. Van den
kerktoren af zou nnen met machine
geweren op hen geschoten hebben. Ik
hob met een der vrouwen die aan
vankelijk mijn afkeer opwekte, ge
sproken. Alles had zij verloren, haar
goed, haar man, haar kind juist in
deze volgorde an toch schijnt de ont
zetting zoo zeer haar gevoelens te
hebben getroffen dat zij zonder bui
tengewonen hartstocht ove'r al dat
vreeselijk© gebeuren spreekt,
overmaat van leed zoo groot dat haar
denken het niet meer kan bevatten,
althans zij vertelt er van als over
gansch niets bijzonders en Ik ontdek
geen spoor van Wrok, geen sprankje
hoop op wraak of vergelding in har©
woorden. Do orkaan heeft haar gees
telijk getroffen. In het Godshuis lig
gen op bedden van stroo de gewonde
Fransch© soldaten. Er zijn er bij, die
dagen en nachten met gewonde en
doode vijanden op de slagvelden tus-
schcn Barancy en Ethe hebben gele
gen en telkens ging de zon op en weer
onder en versuft bleven zij liggen op
de bloedgedrenkte velden. Men staat
versteld over zooveel eerkracht van
het menschelijk gestel. Nu liggen de
meest© bleek en verstomd voor zich
uit te staren, allen lijden pijn doch
de Fransche geest heeft hen niet ver
laten. Velen, ja de meesten, zijn weer
monter en goed geluimd. Een collega
die met mij is begeeft zich nao.r een
patient die ligt te kreunen in oen
hoek van de kerk en hij steekt hem
een stuk chocolade tussehen de blee-
ke lippen. Dank u, mijn goede mijn
beer, zegt hij en zijn oogen loepen
vol tranen. Verderop ligï pir een me*£'
afgeschoten arm, den rechterarm, en
hij klaagt nog steeds wel tienmaal
achtereen op denzelfden toom „Vat
moei er van mij worden".
Dan zwijgt hij en tranen druppelen
langs zijn bleeke, strakke vel. De
gedachte geen arm meer te bezitten
en toch zijn brood to zullen moeten
verdienen wanneer 'hij beier wordt
houdt hem, zoo zegt de dokter mij,
dag en macht waanzinnig bezig en
steeds kreunt hij maar. ,,Ie n'ai plus
de bras".
Er komen nog steeds nieuwe ge
wonden aan. Buiten staat een nieuwe
auto van het. Roods Kruis en deze
brengt van een ver-vörw ijderd gedeel
te van het slagveld zoo nu en dan nog
jonge kerels, die de uitputting van
enkele dagen konden doorstaan en
niog levend gevonden werden naar
Barancy aan. Gretig dronk een flinke
jonge kerel met een kinderlijk, trouw
gezicht van het frissche water, dat
men hem voorhield. Hij lag lot aan
den hals toegedekt strak en stijf als
op een plank gespannen. Hij mocht
zich niet bewegen, maar lachte tevre
den, het scheen dat zijn sterk gestel
de overwinning reeds had behaald.
Aan de enkele woorden die hij sprak
herkende ik het Franscli uit de Midi.
Zwaar Krachtig en toch zoo aange
naam van ld ank. Een goedhartige
kerel klaagde maar steeds, dat men
zijn buurman, die niets zei en st.il en
strait naair de zoldering lag te turen,
scheen te vergeten en dat. hij nog niet
gedronken had. Dan vervolgen, wij
minder ontdaan en moedeloos dan na
ons ee'rsta bezoek den weg naar Go-
mery. Een vreeselijk© stank slaat ons
tegemoet. Ilier liggen langs den weg
de'paarden bij hoopen te rotten en de
cadavers die reeds begraven zijn, zijn
slechts even met wat aarde bedekt,
zoodat de grond do walgelijke lucht
terugslaat. Nu gaan. wij de hoogte in
en hebben voor ons het „panorama"
van het uitgestorven, uitgestrekte
slagveld. Hoog staat de zon, ver weg
zien wij mannen met spaden gewa
pend rond tientallen paardencada-
vers welke men als het overschot van
neergeschoten cavaleriebrigaden op
eengehoopt, had gevonden. Afschuwe
lijk is de reuk die uit de verte naar
ons wordt toegedragen; onbewogen,,
a'nbeiden die gravers door.
Verstijfd van schrik, overrompeld
door de ontroering blijft onze blik
minutenlang gespannen door een ta
fereel dat in ellendige grootheid on
beschrijflijk is. Te midden van het,
met bloed gedrenkte veld .staan eeni
ge kanonnen en daarachter een aan
tal munitiewagens. In de strengen
hangen nog de doodgeschoten paar
den en op de kanonnen met het volle
lichaam er over heem liggen de lijken
der kanonniers bijna in de houding
nog zooals zij geneed stonden tot vu
ren toen het vijandelijk lood hun
voor was en hen het leven benam.
Een reusachtige kuil, wel een zes
Meter in middellijn, ligt versch ge
graven. Hierin zal men zoo straks
liet overschot delven van de Fran
sche kanonniers die men naast, op
en onder de cadavers der paarden
vermoedelijk tijdens een stormaanval
door liet moordend lood verrast, op
het slagveld vondIk schrik uit
mijn overpeinzingen op door het
klagend zangerig stemgeluid vaneen
vrouw die onhoorbaar tot vlak naast
ons was komen staan en wat brood
vroeg.
Haar historie is als die van zoo
vel© andere duizenden. Gisteren ge
lukkig te midden van een arbeidzaam
gezin, heden verzonken in de zee van
matelooze ellende. Wanneer wij ver
der gaan komt daar juist een trans
port Fransch© gewonden aan. Zij lig
gen uitgestrekt in de ladderwagens
en allen Kreunen „ft boire". ik zal den
aanblik van deze ongelukkigen nim
mer vergeten. Zij allen Jijden, hevige
pijnen en dorst en velen kunnen hun
aangezicht niet bescbelrmen tegen de
brandende zon die in al haar felheid
hun gelaat bescheen. En nog gevoelt
de eene ongelukkige zich minder mi
serabel dan de ander en wijst de
eene ons met zijn blik den ander en
schudt het hoofd en zegt „Pativre clia-
ble" (Arme drommel).
De andere dorpen door welke wij
onzen weg namen kunnen de eento
nigheid van dit verhaal niet breken.
Overal transporten gewonden, ver-
scbe graven, lijkenlucht, wecnende
vrouwen, onbeschrijflijke ellende.
Nog richt nu en. dan een Duitsche
soldaat liet geweer op ons vreedzame
nieuwsgierige voorbijgangers en
vraagt onzen pas. Van do Porie de
France tot aam de Porte de Boulogne
nog slechts puinhoopen en tusscheu
die puinhoopen zoo langs den weg de
lichamen van soldaten, die op hun
post uit een hinderlaag werden ge
troffen of door de splinters van een
ontploffende granaat. Merkwaardige
kracht hebben die granaten. De gaten
die zij sloegen m de wegen voor de
oogen der strijdc-rs zijn dikwijls zoo
groot als wilden zij zeggen: „Wij bo
ren al vast uw graf".
Ik wil Langwy niet meer zien. 11c
wil deze plaats van jamnier en ellen
de ontvluchten. Wel wolrdt liet reeds
avond en zal de duisternis mij straks
gaan overvallen. Maar Liever wande
len in den donkoren nacht, steeds
naar het Noorden en niets meer zien,
dan deze ellende beschenen door de
Goddelijke zou.
EEN ONTSNAPPING.
Een kapitein en een onderofficier
van de Urayvon Guards, die bij Aü-
drognies gewond werden en daarna
krijgsgevangenen worden gemaakt,
slaagden or in ie ontvluchten, en
kwamen dezer dagen te Folkestone
aan.
Do onderofficier vertelde aan oen
correspondent van de „Uuily Chro
nicle", dat hij, 'foc-n hij bij AndrcgnTeS
gewond werd, toevlucht zocht in een
boerenwoning, waar hij nog een
twintigtal gewonde kameraden vond.
De Dui(sobers begonnen het plaatsje
te bombardoeren en allen zochten een
toevlucht in den kelder. Da oude Bel
gische vrouw, aan wie bet huis In
boorde, kon echter niet rustig worden
gehouden en zoo kwamen de Duit-
schers, toen ze het plaatsje hadden
ingenomen, op liet. rumoer of en naar
het huis toe, waarin de gewonde F.u-
gelsclien toevlucht hadden gezocht.
Met de kolven der geweren .sloegen
zij de deur in en ik, zoo vertelde do
sergeant., hield mijn handen omhoog,
omdat mo niets anders overbleef-
Hoewel li ij had moeten zien, dat ik
gewond was, naderde me een Dui(ach
soldaat met opgeheven geweer. J k
kreeg een slag op den arm maar
hij was voor mijn hoofd bedoeld ge
weest. Toen de oude vrouw door het
venster trachtte te ontsnappen, werd
ze doodgeschoten. ij werden gevan
gen gemaakt en de Duitschers namen
me at mijn geld af.
Met de andere gewonden werd ik
naar eon klooster gebracht achter de
Duitsche linies. Daar vond ik mijn
kapitein. Hij was bewusteloos op het
slagveld gevonden. Een shrapnel was
vóór hem ontploft en de dampen had
den hem doen beewijmen. Hij was
door een scherf slechts licht aan het
voorhoofd gewond.
Men Jiet. het klooster on lie waakt, in
vol vertrouwen dat we toch niet door
de linies zouden kunnen ontsnappen.
„Toen weer echter een paar dagen
waren geweest, zagen we dat een
wacht werd gezonden. „Nu is het
tijd om te ontsnappen", zei mijn ka
pitein, „als er nog iets van zal ko
men". Zonder moeite kwamen we bui
ten en tien uur lang hielden we ons
achter een heg verborgen. Toen be
sloten we te trachten door de Duitsche
linies te sluipen. De kapitein had een
kaart van het land en een beschadigd
oompas, en zoo konden w© bepalen
waar we ons eigenlijk bevonden. Over
dag hielden we ons verborgen, maar
's namis slopen wp voort, telkens wel
een 27 mijlen, In 48 uren kregen we
geen slaap en vaak moesten wo lange
omwegen maken om de voorposten te
vermijden. Tenslotte kwamen we aan
een riviertje, dat we trachtten over
te zwemmen, maai' onze kleeren wa
ren te zwaar, en we besloten dus over
de brug te gaan. Deze echter werd
door 25 Duitschers bewaakt. We kro
pen vooruit tot een afstand van 10 of
20 meter en toen floot de kapitein
tusscheu do tanden. We bleven'liggen
om te luisteren, maar er kwam geen
antwoord. Verder kruipend deden we
wee" geluid hooren, maar wederom
geen antwoord. We naderden steeds
meer en spiedden zorgvuldig rond. De
schildwacht aan onzen kant van de
brug sliep. We kropen langs hem
heen en over do brug. De geheele
wacht bleek te slapen.
Een volgend maal trokken we bet
water over in een ponton, die men on
bewaakt had gelsten. Toen we een
maal de Dujtsohe linies gepasseerd
waren, hadden we verder geen moeite
meer. De Belgen bielpen ons om naar
Ostend© te komen.
Te Folkestone kwam oveneens .een
korporaal van de Irish Fuseliers aan,
die ontsnapt was, dank zij een moedig
Fransohman, die hem drie dagen in
den kelder verborgen hield. Zeven-en-
twintig uren lang had hij boven zijn
hoofd het gestamp gehoord van de
optrekkende Duitschers, steeds in
angst, dat men het huis zou doorzoe
ken. In burgerkleoding verliet, hij
eindelijk het huis, maar hij werd wel
dra door een vijftal uhlanen gevangen
genomen. Gelukkig werden dezen
door een Britscbe patrouille aange
vallen en do Iersche soldaat maakte
van die gelegenheid gebruik de vluclit
te neinoii in een tarweveld, waar hij
zich verborgen kon houden. Later
bracht ©en Fransch meisje hem door
binnenwegen naar St. Pol, waar hij
eenige kameraden trof, met wie hij
naar Boulogne ging.
Land- en Tuinbouw.
De Kankerziekte van
Ooftb oomen.
(Slot).
Bestrijding. Is de ziekte een
maal aanwezig, dan moet rnen de
kankerplekken met een scherp mes
tot diep in het gezonde hout uitsnij
den; kleine takken snijdt men geheel
af, ook met een flink stuk van het
gezonde deel. Het uitsnijdsel en af-
snoeisel moet verbrand worden. De
wonden smeert men in op hout, niet
ouder dan drie jaar, met 15 pCt. op
losbaar vruchtboom-carbolineuin, op
ouder hout met 50 pCt. vun deze stof
in water. Sterk aangetaste hoornen
doet men beter geheel op te ruimen.
In het vroege voorjaar genezen de
wonden liet snelst en kan men het
werk combineeren met hel gewone
snoeien, zoo mogelijk ga men echter
in den voorzomer nog eens zijn hoo
rnen na, om door uitsnijden en af
snoeien van kankerplekken en -takjes
de verbreiding van de zwam door de
boven omschreven zomer-voortplan
tingsorganen te beletten. Soms wil
liet wel eons helpen, de boomen een
voudig te verplanten enkele hoornen
kunnen hierdoor nog wel eens gered
worden, maar in boomgaarden gaat
dit natuurlijk niet. Daur doet men
beter de erg kankerende boomen om
te enten met soorten, die in de streek,
waar men woont, bekend staan als
weinig last van kanker to hebben.
Voorkoming. Ook hier is voor
komen beter en gemakkelijker dan
genezen. Bij den aanleg van een
boomgaard kieze men dus soorten,
waarvan het bekend is, dat zij niet
veel van kanker to lijden hebben
sommige soorten lijden in de eene
streek veel, in de andere weinig aan
'kanker. Niet ulleen de soort van het
entrijs, ook die van den onderstam ia
van invloed.
Men zorge voor goede drainage; op
natten bodem toch treedt kanker
meer op dan op drogen.
De, liefst vruchtbare, grond moet
goed bewerkt word,en wn ooixleelkun-
dig bemeat, want vooral de bemes
ting hoeft groeten invloed op de la
tere vatlxi oriieid voor kanker. Vóór
allen vermijde rnen tvermatige stilc-
stofbemesuns. zoowel met kunst- als
met stalmest, Veel stikstof doet, nl.
het hout in. den herfst langer dwr-
gi©eien, waardoor liet in den winter
niet voldoende uitgerijpt is en meer
kans heeft op vorstbesc had i ging. Bo
vendien maakt veel stikstof de plan
ten vatbaarder voor aantasting door
zwammen, zocdat de kankemvnm op
steedis met stikstof (dus vooral met
.stalmest) gemeste boomen eerder
vasten, voet krijgt dan op zulke, die
naast matige stikstofgiften ook be
hoorlijke hoeveelheden phospliorzuur,
kalk en kali ontvangen. Over de hoe
veelheden der te kiezen meststoffen
plege men overleg met den Rijkstum-
bouwleeraar voor zijne provincie.
Daar de kar-kerzwom een wondpa-
rasiet is, vermijde men zooveel moge
lijk het toebrengen van verwondin
gen, vooral onzuivere. Wonden,, die,
onvermijdelijk toegebracht moeten
worden,, zorals snoei wonden, Hui te
man door bestrijking met teer of
vninhtboonvcarbolineum, biet Ia at-te
in de boven aangegeven sterkte. Ver
der plant© men ruim, opdat licht,
lucht en zon van alle zijden bij de
boomen kunnen komen.
Een besproeiing met Bordeauxs oh e
of Californisohe pap eindelijk, in 't
voorjaar uitgevoerd tegen de schurft-
ziokto, kan ook eenig nut hebben te
gen do kanker, daar nieuwe infecties
daardoor ©enigszins worden tegenge
gaan. De boven besproken microsco
pische voortplantingsorganen toch
kunnen niet kiemen op deel en der
boomen, met eeox laagjo van ilio pap
overdekt. De kanker zelf wordt ech
ter niet direct door zulk een bespui-
li ng bestreden»
Nieuwe Gracht 93
Haarlem
Kapitaal f 1.000.000, Geplaatst en valgtstort f500.000
DEPOSITO RENTE
Lijst van onbestelbare brieven en
briefkaarten, waarvan de afzenders
onbekend zijn. Terug ontvangen in
de 2e helft der maand Augustus 1914.
Brieven, Binnenland:
Mej. R. Adelaar, Amsterdam, H.
Rergsma, Gorincheoi), J. H. Blank-
watei-, Tilburg, Mej, wed. Boelen,,
Amsterdam, Mevr. N. E. Botha Fran
cois, Maastricht, J. Burgers, Am
sterdam, Fraul. E. Cradel, -, A. Do-
mtrüisse, Haag, A. W. van Duijn, Am
sterdam, K. Dijkstra, Harderwijk, P.
Everhoird, Amsterdam, Red. v. h. Fa
milieblnd, Haag, B. van Galen, Wa
tergraafsmeer, Gemeenteraad, Scho
ten, Mej. F. de Graaff, Haarlem, S.
Gron, Amsterdam, H. S. S. de
Haam, L. C. Ba.gedoorn, Rotter
dam, B. Hovenier, Vianen, II. Joche-
mus, Rotterdam, Keivezee, Helde-,
Mej. M. Koningsveld, Hilversum. C.
Korporaal, Amsterdam, J. W. van
Leeuwen, Rotterdam, Mej. Anna,
Marmans, M. Nederhof, Rotter
dam, B. Onwel, Amsterdam, A. F. C.
Pont, Haarlem, P. Prinsen, Laren,
P. Punier, Rozendaal, G. Rijcken-
berg, I-IeOder, A. Ammels, Water
graafsmeer, Fr. Schellenberg, Haar
lem, Sroabilié, Amsterdam, O. II.
Soet-, Naarden, Mej. A. Siouerwald,
Scheveningen, Sijtsma, Arnhem, Mej.
J. Tromp, Amsterdam, Mej. II. G. Vis
Bloemendiaal, Mevr. de Vries, Am
sterdam, Mej. P. Wees, do Zwart.
Briefkaarten, Binnenland:
A. Appeldoorn, Amsterdam, J. v. d.
Berg, Helder, J. Booms, Haag, Bach-
ner, Amsterdam, G. J. Blnauw, Haag
B. Blom, Haarlem, E. Bremer, Am
sterdam, II. B'nixnmel Mevr. Wed.
Coomans, John Coucke, Vijfhuizen,,
H. van Dieet, Achterkamp, J, Dob
ber, Arnhem, J. v. Du ijl, Haag, M. v.
Gommeren, Mej. M. .1. Gafstkarnp
Amsterdam, M. Greevc, Wormerveer,
G. Held, Amsterdam, Mej, M. Ilenne-
man, Haar).lied©, D. Hoogland, Haar
lem, Mej. Hoogeboom, H. de Jage-,
Amsterdam, II. Klijn, Sloten, Mej." II.
Koek, Rotterdam, A. Koen Hilver
sum, ,C. Molegraaf, Oudewater, Mej.
S. A. Miltter, Amsterdam, Mej. Rika
Muller, Hol werd.
C. J. Oommereel, Amsterdam, Jan
Orsener, Helder. Van der Pol, Haar
lem. Mej. M. Rienties, Haarlem. D'c.
F. N. Dassen, Tilburg. G. Schippers,
Amersfoort. P. Schols, Rotterdam.
Kees Smit, Delftshaven. J. Smulders V
Mej, Nelly Waayen, Amsterdam. W,
Weising, Amsterdam. II. C. Wessem,
Mej. M. Ykema, Amsterdam.
Brieven. Buitenland.
Baron Gastel van Babe, Klosternen-
burg. v. d. Lek de Cle'rcq, Mariën-
bad. Anne F. Dijkstra, N.-Amerika.
Melle. Elba Fles, Venise. II. A. Gillot,
Neuenahr. A. G. van Lennep, Carls
bad. F. II. do Langen. Elmshom. R.
v. Maasdam, Sterkrade. B. Renter,
Mersch. Jac. Silvis, Sheborggan. J.
Smit Jr Surbiton. Mevr. E, Th. v. d.
Wal, Philadelphia. Fr au Th. Wiin-
i rner, Kern at en.
i Briefkaarten, Buitenland.
Frank E. Bóhrle, Cóln. O. W. G.
Briegleb, Gad Gasleiu. Dr. Brauer,
Hamburg. W. P. Cats, Territet. Fr.
Donorg, Le'rwick. Drcessen, Rhem-
dahler. E. van Eden, Rudesheim. II.
v. Gend, Hulk Frk IlesseLmann, 131-
berfeld. Karl lTukenbest?, Dortmund.
Frau Kots©?, Kopenhagen. James
Penninck, New-York. P. de Nully, Pa
ris. Mar.g. de Kertel, WaldJiaus Fiirns.
N. J. van Rijlaars, Buchhuusen. J. C.
Ruigrok, London. E. Smits, Lough-
t/On. Mej, L. Struycken, Asniè'res. Re-
née Vales, Paris. Dr. Weisshren, Kö-
nigsberg. Frau G. Wijsmuler, Claus-
Ui al.
Nota: Aan de afzenders wordt aan
bevolen hun adres op de stukken te
vermelden opdat deze bij onbestel-
baarheid aan hen kunnen worden te
ruggegeven.
BIS AWiSTEROAfel
Vertrek van Haarlem, Spaarnwouderstr. 30, v.m. 8.30,10, n.m. 1 uur
Vertrek van Amsterdam. N.Z. Voorburgwal 47, v.m. 11.30
en n.m. 2.30 en 7 unr.
TELEFOON 1726 TELEFOON 1720
Staten Bolwerk 5 -- Haarlem.
EFFECTSN, PROLONGATION, COUPONS,
WISSELS, DEPOSITO, ASSURANTIËN.
ZIJLSTRAAT bij d© Grsot© fëüarkt.
KWEEKERIJ HOUTVAART OVERVEEN.
T@8©<foon ZijBatrsat InVerc. 1@19,
Telefoon Houtvaart Intero. 1431.
Beveelt z!ch beleefd aan voor alio voorkomende
als: Bruidsbouquetten, Grafkransen,
TafeSversierangcn enz. enz.
J. H. A. GIELEN.
NIEUWE GRACHT tl
HAARLHBfl
V EFFECTEN - WISSELS - COUPONS. f
ASSURANTIËN - SAFE-DEPOSIT
HoofJagentscliap: Ocean Acclflant Guarantee Corporation.
^|IWI™AEM0FERRIN^
(STAALHAEMATOGEN)
Een aangenaam smakend bij uitstek
foteodvormseid versterkingsmid
del, in gevallen van bloedarmoede,
bBeekzucht en alle daaruit voort
komende zwakteloestanden.
Prijs per Literflesch, voldoende
voor ongeveer 20 dagen, fl 2.
Dr. H. NANKING'S Pbarmaceutlscb-
Chemische Fabriek. DEN HAAG.
%S2SÏ^S^!I^K!ii
op korten on langen termijn, verstrekt
De Amstsrdamsche Credietbank
Amsterdam, KeazersgracbS S47-54©
riederlandsche Clazenwasscherij
en Fuibawassching.
BUROWAL 39 Telefoon Interc. 1091 HAARLEM
Filialen: ^loemendaal, Overvecn, Aerdenhout, Zend-
veort, Heemstede.
De Sloemdruklisrlj „LourenaCoster"ieverl
alle suorten drukwerk