De Europeesche Oorlog. DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 15 SEPTEMBER 1914 Be Fransehe en Eaplsche legers dringen de Duitschers steeds verder Frankrijk nlt. Een militair desknndlge aan 't woord over de betee- kenls der leger-hewegingen. De beteekenls van de nederlaag der Oostenrijkers tegen Rusland. Waar Is 't overige deel van 't Russischs leger? Eenlge millloenen sol daten hebben nog niet aan de gevechten deelgenomen. Hoe een Servische legerafdeellng In een Oostenrijkse!]e hinderlaag viel. Een Dnltsche kruiser door den vijand tot zinken gebracht. Wat een blokkade door de EngelSGhe vloot zon uitwerken. Hoe de stemming ln België is. De FransGhsn hebben de neutraliteit van België niet geschonden, zooals enkele Dnltsche beriehten 't voorgesteld hebben. Hoe kozakken ln Rusland ten strijde trokken. hoofdleger, trachtte het» af te snijden en te omsingelen. Zaterdag gingen de Duitschers voort dezelfde beweging uit te voeren. Zij trokken de Marne over in Zuide lijke richting, vielen het Fransehe vijfde leger aan, dat zich terugtrok naar de Seine. Groote contingenten der vijandelijke macht trokken Zon dags door Coulommiers voorbij den Engelschen rechtervleugel. Meer naar het Oosten deed het Frar.sehe vijfde leger nachtelijke ba- jonetaanvalle», drie dorpen herne mend. Maandag was de opmarsch op den Franschen linkervleugel algemeen. Na het ontvangen van versterkingen dreven de Engelschen, samenwerkend niet het vijfde Franscho leger, den vijand ln Noordelijke richting, ter wijl het zesde leger naar het Oosten opmarcheerde tegen de achterhoede der Duitschers, die zich langs de Ourcq bevond. Waarschijnlijk ver zwakt door het afstaan van troepen voor het Oostelijk oorlogsterrein, en begrijpende dat het zesde Fransehe leger en do Engelsche strijdmacht hun achterhoede en rechtervleugel bedreigden, begonnen do Duitschers zich terug tc trekken in Noord-Ooste lijke richting. Dinsdag werden de Duitschers op de Marne tcruggedrongen. De Fran schen aan onzen rechtervleugel namen de dorpen niet de bajonet, den vijand ernstige verliezen toebrengend. Het gevecht aan de Ourcq werd buitengewoon bloedig. De Duitschers hadden er een groot© hoeveelheid nr- tillerie opgesteld en lieten alleen een geringe afdeeling infanterie in 't zichi. Het vijfde Fransehe legerkorps her nam Montmirail na een woedend ge vecht. Woensdag zette het zesde Franscho legerkorps het gevecht aan de Ourcq voort. De Engelschen overwonnen den tegenstand, geboden aan de Petit Morin, trokken de Marne over, ver volgden de Duitschers, die zich over haast terugtrokken naar het Noor den. Donderdag vervolgde het zesde le gerkorps zijn aandrang op den vij and het vijfde leger bereikte Cha teau Thierry en Dormans aan de Marne. Na een worsteling zonder ophou den maakte het Engelsche leger 1500 gevangenen, nam U kanonnen, 6 mi trailleuses, 50 munitiewagens. De Duitschers hadden een aanzienlijk ge tal dooden en gewonden. In een hollen weg sloten de Engel schen 400 Duitschers van den troep af, die zich overgaven. Een opmerkelijk feit in deze ge vechten was hot schitterend succes der Engelsche aviateurs, die een com pliment ontvingen van generaal Joffre voor de juistheid en de regelmatigheid van hun inlichtingendienst. Volgens door Engeland ontvangen inlichtingen heeft het aan de Duit schers gegeven bevel tot den terug tocht, toen zij reeds zoo dicht bij Parijs waren, bittere teleurstelling in hunne gelederen teweeg ge bracht. Op gesneuvelden gevonden brieven lieten geen twijfel of de Duit schers meenden reeds Parijs te zullen binnenrukken. De Engelsche troepen maakten tal rijke krijgsgevangenen. Vele Duitsche ach te LI ij vers haddon zich in de dich te bossehen ten Noorden van de Mar ne verscholen. De aankomsb van versterkingen heeft den ijver onzer troepen aange wakkerd, die branden van verlangen om den opmarsch voort te zetten. Van militaire zijde schrijft men aan de Nieuwe Rott. Ct. De berichten wijzen op een verde ren terugtocht der Duitschers, ver oorzaakt door het krachtigev optre den der verbondenen. Deze ommekeer doet ons vermoeden waartoe ook de proclamatie van generaal Joffre aanleiding geeft dat de Fransdien al weerstand biedend opzettelijk zijn te'ruggegaan om nu, tegenover den vijand geconcentreerd zijnde, tot den aanval over te gaan. Deze strategie doet ons denken aan den veldtocht van 181?, toen ook do Russen Na poleon lieten binnenkomen, om daarna aanvallend op te treden. Hoe verder een vijandelijk leger van zijn basis verwijderd is, lio© moeilijker de aanvoer vvoïdt. Uit brieven vnn Duitsche officieren en soldaten blijkt ook al, dat niettegen staande de gcedo organisatie van den etappendienst, do aanvoer na het overschrijden der Fransehe grens te wenschen heeft overgelaten. Of werkelijk de aanvankelijke terug tocht der FraUchen de strategische opzet is geweest, zal later moeten blijken; het is een methode, die groote gevaren heeft, omdat teruggaan noodwendig slecht werkt op het mo reel van den soldaat en men niet van te voren kan zeggen: tot zoover ga ik terug. E'r bestaat altijd groote kans, dat de vervolgende vijand een woordje meespreekt en hij den terug tocht regelt, ni. a. w. dat de terugtrek kende afdeeling niet meer in dc hand blijft van haren commandant. Het terrein waar in het oentYuni en op den Duitschen rechtervleugel de strijd gevoerd is, ls ons bekend uit de meesterlijke actieve verdediging die Napoleon in 1814 voerde, de ee- nigo veldtocht dien de groote veld heer op eigen bodem gevoerd heeft. Toen 'rukte maarschalk Blilcher langs de Marne, de Oostenruksche generaal Schwarzenberg door het Seinedal naar Parijs op. Namen als liet moeras van St. Gond, Montmi- rail, Sézanne, Chamspaubert zullen ook menig leek op krijgsgeschiedkun dig gebied niet- vreemd in de oo'ren klinken. Dat het interval Nancy—Epinal, de z.g. bres van dc Moezel, door do Fran schen zeer krachtig wordt vastgehou den en omgekeerd de Duitsche legers (kroonprins van Wurlemberg en von Heenugen) het uiterste deen, om daar door te breken, is ook begrijpelijk, want gelukt deze doortocht, dan wor den de Fransehe verbindingen be dreigd. Deze deur moet in het Fran sche operatieplan gesloten blijven. Het onderstaande eenvoudige schets je maakt u bovenstaande beschouwin gen wellicht duidelijker. is gerept. Hij rekent dat er 14 Russi sche legercorpsen voor den veldtocht tegen Oostenrijk gebruikt worden, en acht of negen tegen Oost-Pruisen; maar dan blijven er nog ruim 4 mil- lioen soldaten over, die in de aan vankelijke mobilisatie inbegrepen wa ren. Als men er een millioen van af trekt voor depots en garnizoenen en aanneemt, dat sommige troepen uit het Verre Oosten nog onderweg zijn, blijft er nog een aanzienlijk overschot aan soldaten, aangaande wier bewe gingen de Duitsche legeraanvoerders vermoedelijk meer weten dan wij. Ongetwijfeld is er in Russisch-Polen een groote concentratie van de Rus sen. Zeer waarschijnlijk zijn vandaar de troepen noordwaarts en zuidwaarts aangevuld en heeft nien daar nieuwe troepen vandaan moeten halen, om dc in Oost-Pruisen verslagene te vervan gen. Maa'r hef. gros van de troepen zal vermoedelijk naar de linie Kalisz- Tschenstochau-Mystowitz gebracht worden, waar er op drie plaatsen spoorwegverbinding naar !>uitscb- laml is. Oostenrijk-Servië. Uit Boedaoest wordt aan dc ,,N. R. Ct." geschreven Dezer dagen is het treurige over schot der Servische Timok-divisio hier aangekomen. Ongeveer 5000 sol daten, die zich bitter over hun lot be klagen, daar zij geen soldij ontvingen, de verpleging van het leger aller ellendigst was, de menschen laten stukken verschimmeld brood zien, dat uit zemelen was vervaardigd, en dc Staat voor de achtergebleven fami lies niets doet. De officieren zien er eveneens erg verbitterd uit, maar willen geen vragen beantwoorden, ook niet wanneer ze in 't Servisch worden gedaan. Omtrent den Servischen overval, die op aandringen van Rusland plaats had, werd door de officieren van het bewakingsdetaehement mede gedeeld. dat het plan van den Servi schen sreneralen staf geweest was, dat de Tiniok-divisie zich in Kroatië zou nestelen, om de bezetting van Bosnië en Ilerzegowina te noodzaken, dat land te verlaten, waardoor de Set vi- sclio hoofdmacht dan in de gelegen heid zou komen van Valjewo uit het beloofde land binnen to rukken. Dc Servische generale staf, door dien van het Temesvarer legerkorps mis leid, was namelijk al sedert ge lui men tijd van meening, dat heel Sla vonic van troepen was ontbloot, om de legermacht in Galicie te verster ken want niet alleen dat in do grensplaatsen langs de Save geen mi litair te zien was, ook op de aanvra gen van Servische zijde werd uit de huizen op den llongaarschen oever, waar vertrouwde Servische spionnen woonden, op de overeengekomen wij zen door spiegels, rook, enz., geant woord. dat de vijand reeds was afge trokken. Dat deze tccken3 ditmaal door onze officieren werden gegeven, daar de spionnen reeds lang zijn op geknoopt en alle mannen uit de grens- dorpen zich in voorloopige hechtenis bevinden, wist men in Servië natuur lijk niet. Zoodoende achtte men in Servië het oogenblik gekomen, om een vernieti genden slag tegen de Donau-monar- chie te slaan. In den nacht werden bij Mitrovitza en Klenak twee ponton bruggen over de Save geslagen, ter wijl alle voorhanden vaartuigen wer den verzameld om ook daarmede man schappen naar den overkant te kun nen brengen. Daarna werd cavalerie gezonden, om Jen omtrek te verken nen. Nergens zagen zij een spoor van onze troepen, die veilig waren opge borgen. Toen ging het 13de regiment infanterie over ce brug bij Mitrovitza, vervolgens het 15de, vervolgens een batterij artillerie, afdeelingen met machinegeweren en cavalerie. En na dat de heele divisie aan doze zijde was, volgde de verrassing. Het eerste kanonschot vernielde de brug, en daarna ging een hagel van granaat kartetsen op den vijand neer, die uit elkaar stoof en maar weinig weer stand bood. Veel menschen verdron ken in de Save, meer clan 2000 dooden bedekten het. slagveld, terwijl de rest van de divisie gevangen werd geno men. De gewone Servische soldaten worden hier verpleegd. Oostonrijk-Montenegro. DE NEDERLAAG DER MOKTEXE- GRIJNEN BIJ BILEKA. Over de nederlaag der Montenegrij- nen bij Bileka, waar zij door de Oos tenrijkers onder generaal Pongracz werden verslagen, melden de Weeuer bladen De in de irnie Awowatsj—Lepnik staande 3de bergbrignde begon op 30 Augustus de aanvallende beweging tegen de Moritenegrijnen, die een aan- vol op Bileka voornemens waren, dien zij door een bombardement van drie dagen hadden voorbereid. Generaal Pongracz gaf bevel tot den algemee- nen aanval op den in aantal sterke ren v ijand, die door Servische en Rus sische officieren werd aangevoerd. Het bevel over de Montenegrijnen werd gevoerd door den brigade-gene raal Woekotitsj, een der beste Monte- negrijnsche officieren. De Oostenrijkers wierpen reeds bij den eersten annval de Montenegrijnen uit de door aarden werken bescherm de posities. Doch de Montenegrijnen slaagden er in, zich weer te verzame len en tegenaanvallen te onderne men In den avond van den tweeden dag werden do Montenegrijnen, n» door de berg-nrtillerie krachtig b© schoten te zijn. bij een bajonet&anval uiteengedreven. 150 Montenegrijner werden gevangen genomen. Ter zee. DE DUITSCHE KRUISER „HELA' VERNIETIGD. Ambtelijk wordt te Berlijn bekend gemaakt, dat de kleine kruiser „He la" gezonken is. na getroffen te zijn door een torpedo van een vijandelijke onderzeeboot. Bijna de gehcelo bemanning is ge red. (Dc „Hela" is een kleine krui&c-r, welke reeds in 1895 te water werd gelaten De waterverplaatsing is 2050 ton. De snelheid is 19.5 knoopen. De bewapening bestaat uit twee kanon nen van 8.8 c-M. on vier van 8.4 m.M. De bemanning telt 191 koppen). De bekende admiraal Mahan schreef in de „Academy" een artikel over „Zeemacht en de tegenwoordige oor log', waaraan de „Manch. Guar dian het volgende ontleent Duitschland heeft er belang bij, den strijd ter zee voorloopig te ontwij ken. Engeland moet Duitschland tot den strijd ter zee dwingen. Blokkade is een der beste middelen om tot actie te dwingen. Laat ons veronderstellen, dat Groot- Brittannië een formeele blokkade van de Duitsche Noordzeekust heeft ingesteld en dat dc Duitsche slag- vloot niet de haven wenscht te verla ten voor een onmiddellijken slag. Er zijn twee posities, waar zij veilig kan wachten bij den ingang van het Keizer Wilhelm kan aal in het oos ten (Kiel) of in Wilhelmshaven, twin tig mijlen westelijk van de monding der Elbe. Welke zij moge kiezen, de vloot zal bijoen zijn geconcentreerd. Zij zal ztch niet aan oen splitsing wagen, met de kans dot een deel door de heel© Britsche macht zou worden overvleugeld. Het is waarschijnlijk, dat zij zelfs veroenigd nog zwakker is dan do gemiddelde Britsche macht, die tegenover haar gesteld kan wor den, en het ligt dus in den aard van de zaak te veronderstellen, dat de tijd van wachten zal worden gebruikt voor pogingen om het verschil in sterkte te verminderen door aanval len vuil torpedobooten, onderzeeërs en wellicht van luchtvaartuigen en vliegmachines. In dezen oorlog zullen wij beslissende proeven mogen ver wachten omtrent de waarde van deze nieuwe oorlogsmiddelen, daar de te genstanders bekwaam, ondernemend en geoefend zijn, wat niet het geval was met de Russen id den zeeoorlog van tien jaren geleden. Ik neem aan dat de blokkade zou worden gehandhaafd door een grooi aantal lichte kruisers en torpedoboo ten, zoo dicht bij den ingang, dat alle pogingen van vijandelijke torpedo booten, om buitengaats tc komen, kunnen worden belet. De hoofdmacht van de vloot, het doel van de vijande lijke torpedo's, zou buiten gezicht blijve.i over dag en alleen in de duis ternis van positie veranderen, om de ondïizceérs te misleiden, die wellicht nog aan de waakzaamheid van de verkenners zouden ontkomen. Een gevaar voor de Britsche blok kade zou Helgoland zijn, het eiland op een afstand van 23 mijlen van de Duitsche kust tusschen de mondingen van Elbe en Weser. Groot-ürittanniö bt-zal dat eiland van den tijd van Napoleon tot het jaar 1890, toen het door de regeering van lord Salisbury aan Duitsch'and werd afgestaan in ruil voor het opgeven van Duitsch- land's aanspraken op Zanzibar. Van lord Salisbury, een zoor ver standig man, wordt verteld, dat hij omtrent militaire voorzorgen opmerk te, dat militairen zelfs de maan zou den-willen versterken tegen een inval van Mars. Ik vermoed, dat in de laat ste weken Britsche zeeofficieren wel Van het Westelijk Corlogslooneeï. De Franschen en Engelschen drin gen de Duitschers in Noord-Frankrijk nog steeds verder terug liet Maandagmiddag uitgegeven of- ficieele Fransehe communiqué luidt: ,.Op den Franschen linkervleugel had de vijand ten Noorden van de Aisne, tusschen Compiègne en Sois- snns, een verdedigingslinie gevormd, welke hij echter heeft moeten prijs geven. Afdeelingen die te Amiens stonden zijn teruggetrokken op Péronne en St. Quentin. Tn "net centrum hadden do Duit,- Khers achter Reims een stelling in genomen, waarop zij zich niet hebben hunnen handhaven. In Argonno zijn de Duitschers te ruggeweken naar het Noorden, tot voorbij het bosch van Belnoue en Triauco"rt (dus in de richting van Verdun) Op onzen rechtervleugel is de Duit sche terugtrekkende beweging alge meen van Nancy tot de Vogezen. Aan het einde van den dag van Zon dag was het Franscho grondgebied muir dien kant door den vijand vol komen ontruimd. in Lotharingen trekken de Duit schers eveneens terug." liet officieele Engelsche persbureau cc?It nog eenige aanvullende bijzon derheden, die als volgt luiden „Zondag hoeft de vijand ons den geheelen dag den overtocht over do Aisne betwist. Toch zijn wij er, bij zonsondergang, ondanks den moeilij ken overtocht in 't gezicht van de aanzienlijke troepenmacht des vij- nnds, met onzen rechtervleugel in ge slaagd over de rivier te komen. De linkervleugel der Fransehe legers wist «en dergelijke beweging uit te voeren Wij hebben weder een groot aantal krijgsgevangenen gemaakt. Door den Franschen general en staf v\ordt meegedeeld, dat het leger van den Duitschen Kroonprins teruggesla gen is en nu genoodzaakt is, zijn hoofdkwartier te verleggen van Saint Ménehould (ten Westen van Verdun) naur Mont, Fnucon (in 't Noorden van het Argonnerivoud, ten Westen van Verdun). Een rapport uil het hoofdkwartier van dsn Engclsohen generaal French beschrijft de operaties van het Engel sche leger en den uitersten linker vleugel an liet Fransehe van 4 tot 10 September. He; werd Vrijdag 4 September duidelijk, dat generaal Kluck mot zijn Duitsch leger de richting had gewij zigd van zijn legermacht, die na den slag bij Mons een actief deel had ge nomen in de reusachtige draaiende beweging, ten doel hebbende de ge allieerden op te sluiten in een kring en een ramp te weeg te brengen als die van Sedan. Ivluck, naar het Zuid-Westen mar- cheerende, liet een sterke achterhoe de achter aan de Ourcq, met het doel het zesde Fransehe .legerkorps tegen to houden. Blijkbaar met do Engel sche troepen geen rekening meer hou dend, stelde de Duitschcr al zijn krachten tegenover het Fransehe FEUILLETON (Naar het Engolsch). 10) Dat was zeer zeker mijne mee- jiiug, mijnheer Philip, zeidc do per soon, wiens raam zooeven werd ge noemd, een zeer jeugdig uitziende, kleine man, met een appelrond ge laat en verlegen manieren; hij stond op den achtergrond, en wreef zijne droge honden zenuwachtig over el kaar. Ik was van oordeel, dat de squire er oud uitzag, toen ik liem vanmorgen sprak. Ja, mijnheer Bellamy, twee eu tachtig jaar i.s een.flinke leeftijd, nietwaar'/ zeido Fhilip opgewekt. Ja, mijnheer Philip, een flinke leeftijd, een zeer goede leeftijd voor den naasten eifgenaam, en Bellamy schraapte zijn keel van genoegen, en trud een weinig achteruit Bellamy begint grappig te wor den, aldus viel George hom in de re de, dat komt door zijn huwelijk. Wat ik zeggen wil Philip, kent ge mevrouw Bellamy? zij is hier nog maar eon paar weken. Wat, niet! Dan zult gij het genoegen hebben (hij verhief zijn stem een weinig, zoo dat zij aan het andere einde van de kamer gehoord ken worden) ken aus te maken met een zee- verstan dige vrouw, die evep knap is als verstandig. Inderdaadl mag ik u dan ver zoeken, mijnheer Bellamy, mij voor te stellen, zeide Philip. Eerst voor korten tijd vernam ik, dat gij ge huwd waart. Bellamy knikt© en vertrok zijn ge laat als oin ts spreken, toen Geo.-ge hem voorkwam. Ja, ik weet wel, dat het niet liet geval was; een sluwe vent die Bella my, weet gij wat hij heeft gedaan'? Ik heli hern aan de dame voorgesteld toe» wij met Kerstmis verleden jaar te zamen in Londen waren. Ik kan u verzekeren, dat ik zelf tot over mijne ooren was, maar zoodra had ik hem mijn rug toegekeerd, of hij sneed mij den weg af, en wist het hart-van me vrouw Bellamy te veroveren. Waarin noemt gij mijn naam, mijnheer Caresfoot? zeide een volle, zware stem achter hem. Maar Anne, wat loopt gij onhoorbaar, gij hebt mij doen schrikken, zeide de kleine Bellamy, die zenuwachtig zijn lo-gnet op zijn neus plaatste. Mijn waarde, een vrouw moet als een belichaamd geweten altijd naast haar echtgenoot staan, vooral als hij het niet weet. Bellamy gaf geen antwoord, maar keek alsof deze laatste woorden hem volstrekt niet behaagden; in dien tus- schontijd herhaalde de dame haar vraag aan George en zij vei viel en in een schertsend gesprek. Philip was een weinig meer ach teruit je treden en had eene schoono gelegenheid., haar eens op to nemen. Ongeveer van tvvintigjarigen leef tijd, was zij van middelbare lengte, maar haar gestalto was zoo goed ge proportioneerd en zoo flink, dat zij er slanker uitzag dan zij in werke lijkheid was. Het hoofd stond flink op de schouders; het haar was kort en hing in krullen over het luge, bree- de voorhoofd, terwijl de scherp ge- teekende Egyptische gelaatstrekken en vierkanten kin aan liet gehecle gelaat een eigenaardige uitdrukking van vastberadenheid en kracht ver leenden. Do oogen waren door zware oog leden overdekt on grijsgroen van kleur met verbazend groote, donkere pupillen, die de eigenaardigheid be- zaten zonder oogonschijnliike oor zaak uit te zetten en in te krimpen. Terwijl hij haar aanstaarde wist Philip niet of deze vrouw niet haar eigenaardige schoonheid, liein betoo- verde of terugstootte; inderdaad was hij zelfs later nooit tn staat de&e vraag op te loósen. Terwijl hij haa- Duitscher9. i W t I •Verdun I'" .'"""/'I Nancy I-ranschen. w X-.nl, Epinal. De Belgen schijnen den uitval uit do stelling van Antwerpen uit te brei den tot een aanval op de Duitsche troepen die bij Leuven staan. Ook deze aanval past in het operatieplan der verbondenen. Kan het Belgische veldleger in het open veld blijven, of, weer teruggeworpen, mede troepen dan voorheen tot zich trekken, don speelt het een belangrijke rol. Het klagen van Belgische zijde over den geringen steun, dien de Fran sehen aan de Belgen verleend heb ben, lijkt ons nog s'.eed3 ongemoti veerd. De terugtocht van liet Belgische le ger, nagenoeg geheel intact, op Ant werpen, als blijvende bedreiging op de Duitsche verbindingen, past. geheel in het bovenontwikkcldo operaticplan der verbondenen. Het 1 ij k t op een in-den-steek-laten, maar is het daarom nog niet. Van 't Oostelijk Oorlcgs'erre'n öuitsohlend, Oostenrijk- Rusland. De „Daily News" verneemt uit Pe- trograd, dat do nederlagen bij Lublin de Oostenrijkers zoo hebben gedesor ganiseerd, dat Rusland hen kan ver- waarloozen en al zijn krachten te gen Duitschland kan richten. Of dit niet wat al te optimistisch door de Russen geoordeeld is'? De oorlogs-verslaggever van het Ween sche blad „Morgan" bericht om trent den slag bij Lemberg het vol gende: Het gevecht werd afgebroken, onze troepen trokken terug en wérden in posities gebracht die voor verdediging de meest gunstige omstandigheden aanbieden. Ons plan. door een snel en koen offensief het Russische leger te verslaan, mislukte niet door gebrek kige leiding of inferioriteit der troe pen; integendeel volbrachten leiding en troepen hot bovenmenschelijke, maar het heroïsme van het leger kon niet op tegen de kolossale overmacht van den vijand. Vastgesteld is, dat do overmacht der Russen vele divisies bedraagt, waar bij nog in aanmerking moet genomen worden, dat oen Russische divisie sterker is dan een bij ons. Verder zijn de Russen met dc mo bilisatie ver vooruit, daar zij lang vóór bet officieel begin van den oor log er mede begonnen. Eindelijk heb ben wij bijna de geheele hoofdmacht der Russen tegenover ons. Wanneer men dit alles bedenkt, kan men eerst de prestatie onzer troepen juist be- oordeelen. die in gevechten welke bij na ononderbroken drie weken duur den, stand hielden, een aanhoudend offensief bewaarden. Zestigduizend gevangenen met drie honderd stuk ken geschut vielen ons in handen, maar hoe groot ook deze gedeeltelijke successen waren, zij konden niet tot het gevvenschte resultaat leiden, wijl de Russen letterlijk voor iedere ver slagen divisie oen nieuwe naar voren brengen konden. Iioogere strategische overwegingen verlangen thans verzameling onzer troepen in een stelling, waarop de Russische overmacht zich komt ver pletteren. Wij kunnen hier rustig den aanval afwachten. Ik herhaal nogmaals, onze troepen zijn niet ver slagen, voelen zich ook niet versla gen. Het leger betrekt een stelling die zoo sterk is, dat zij iederen vijand het hoofd zou kunnen bieden. WAAR IS HET OVERIGE DEEL VAN 'T RUSSISCHE LEGER? Do militaire medewerker van de „Times" gelooft, dat de Russische groote generale ataf nog een groote strijdmacht bij de hand heeft voor krijgsverrichtingen, waarvan nog niet nog steeds beschouwde en zich ver baasd afvroeg hoe ter wereld Bella my met zulk een vrouw was getrouwd zog hij U it de damo zijn neef iets in 't oor fluisterde, die zich oogenbl.kke- lijk omwendde en hem vooistelde. Philip, zeide hij, mag ik u aan do bekoorlijkste mijner kennissen, mevrouw Bellamy, voorstellen. Philip boog eai zeide. dat het hem zeer aangenaam was, terwijl zij een buiging maakte met een gratie en waardigheid, die haar uitmuntend paste. Uw neef heeft mij dikwijls over u gesproken, mijnheer Caresfoot, maar bij heeft nnj nooit gezegd hier aarzelde zij en brak eensklaps af. Wat heeft hij u «nooit gezegd mevrouw Bellamy? Toch niets in mijn nadeel, hoop ik. integendeel, als gij het wilt we ten, zeide zij op dien toon vun vleien de openhartigheid, die somtijds zuik een bekoring heeft in den mond van een vrouw, hij heeft mij nooit ge zegd. dat gij jong en knap waart. Ik meende, dat gij minstens veertig jaar zoudt zijn. Ik zou u gaarne willen zeggen, mevrouw, wat mijn neef George mij nooit heeft geaegd, maar ik zal het. niet doen uit vrees om Bellamy ja loerse!) te maken. Jaloezie, mijnheer Caresfoot, is een weeldeartikel, dat mijn echtge noot niet mag bezitten; dat is goed voor verIoofd.?n. maar wat een com pliment is van een verloofde wordt eene onbeschaamdheid van een echt genoot. Als ik u hier echter te lang ophoud, dan zal ik mij de vijand schap op den hals halen van miss Leo, en ja ook van Fr ft u loin von Holtzhausen, en dat zou ik liever willen vermijden. Pliiiip volgde de richting vun haar dichtgeknepen oogen en zng. dat zoo wel niiss Lee en Hilda uit haar hu meur 9Chem?n to zijn. Laatstgenoem de sprak afgetrokken met Bellamy, en wierp onophoudelijk hare blikken m de richting van diens vrouw. Ook do laatste luisterde oogenschijnlijk aandachtig naar een compliment van George, en ztug mevrouw Bellamy met een eigenaard)gen blik van vrees ©n afschuw aan. Gij ziet wat ik bedoel; Frauiein von Holtzhausen ziet er werkelijk uit of zij bang voor mij is. Kunt gij u voorstellen, dat iemand bang voor mij is, nt.n echtgenoot natuurlijk uitgezonderd? want zooals gij weet, wanneer een getrouwde vrouw van mannen spreekt, dan is daarvan al tijd haar man uitgezonderd. Kom, wij moeten gaan, maar kom eon wei nig naderbij, mijnheer Caresfoot, ik wil u een raad geven, tenminste als pij dien van een vreemde wilt aan nemen doe uw keus spoedig, an- ders zult gij hen beiden verliezer.. Wat bedoelt gij hoe weet gij Ik bedoel nr.ets, of juist zooveel als gij wilt, en verder gebruik ik mijn oogen. Kom, laten wij ons bi; de anderen veegen. Een paa< minuten daarna legde Hilda haar werk neer, zeidc dat zij het warm had, wierp do tuindeur open en begaf zich in den tuin, waar heen Philip haar onder een of andor voorwendsel volgde. Wat is zij een mcoi meisje, zeida mevrouw Bellamy met geestdrift tol miss Lee, zoodra Philip haar niel meer kon hooren. Zij overschaduwt mij geheel en al. Wanneer ik met haar in de ka. nier ben dan gevoel ik mij als ecu eenvoudig, lomp melkmeisje naaa een schoono hofdame. Vindt gij ooi niet. miss Lee? O, ik weet het niet, ik heb ei nooit over nagedacht, maar natuur lijk is zij zeer mooi, en ik juist niet zoodat er geen sprake van is om tus schen ons heide vergelijkingen t gaan maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5