DE BOOSDOENERS.
vuur dor veldartillerie de duidelijk
geziene vijandelijke waarnemingspost
Vit de Kathedraal to verdrijven."
Van '1 Oostelijk
Oorlo-s'.otneel
Officieel wordt uit Weenen geseind:
De berichten in do pore van de Iïnten-
te-mogendheden over Russische over
winningen in Galiciö, grenzen aan
liet belachelijke. Van Engelsche zijd©
is beweerd dat eon onzer zegevier on cte
legers in Galiciö niet meer bestaat en
da t onze strijdkrachten er nog slechts
CO ii 80.000 man bedragen.
Te Parijs maakt men zich blij met
berichten, behelzende dat onze ver-
Rezen verscheidene honderdduizen-
den bodragen en dat de ons ter hulp
gekomen Duitsche legercorpsen tot
den terugtocht gedwongen zijn. Ook
wordt beweerd dat onze vestingen
geen rol moor zullen spelen.
Als men een tegenstanden- zoo ge
ringschat, kunnen verrassingen, niet
Uitblijven.
Een telegram meldt, dat prins
George van Servië gewond word toen
hij zïjn bataljon togen den Vijand
aanvoerde. Hij werd. dooi een koge;
getroffen, <he bij de wervelkolom bin
nendrong en bij do rochterüeö weer
vit het lichaam ging.
Zijn toestand geeft gcon reden tot
ongerustheid.
Vert.pre.d nieuws
van deoorlugsveide:>
IN DE LOOPGRAVEN.
De correspondent van de „Daily
Chronicle' zendt (van Zaterdag 19
September) een uitvoerige bcschrij
vuig aan zijn blud over den strijd In
Frankrijk en over „het werk" dor
soldaten in de loopgraven.
Hij verhaalt dat hevige stormen
■woedden over de Britsche linie, dat
zware regens de loopgraven onder
water zetten, en merkt dan op Onze
soldaten hadden in de beide laatste
dagen den zwaarsten tijd sedert het
begin van den oorlog. Hun zenuwen
waren tot het uiterste gespannen.
„Enkele oogenblikkcn voor ik dat
schreef heb ik eenige van onze sol
rieten gesproken, dio met een speciale
opdracht de loopgraven verlieten. Zij
zij' als lieden die in een folterkamer
zijn geweest en onvergetelijke en on
zegbare gruwelen hebben ondergaan.
Met modder bedekt, hun gelaat be
smeerd met een grauwachtige kleur,
tot bet gebeente verkleumd door den
scherpen nachtwind, bibberend en
M ippertandend stonden ze uaar.
„ik zou het niet graag gemist "heb
ben", reide een van hou, „maar ik
begeer zoo iets niet weer te beicven.
diet is een hel m die loopgraven en
tie vijandelijke granaten vermeien je
zenuwen'Zij schaamueu zien met te
bekennen, dat zij door schrik en ont-
s tellen is wat en aangegrepen en ma
kinderen verheugden ze zich over bét
geluk, dal ze uit do vuurlinie, uit ue
onaergeioopen loopgiaveu waren weg
gezonnen ter escorteering van «kji
officier. Een soidaat was bespat mot
het bloed van een kameraad, uie eeni
ge ureii te voren door een granaat in
stokken was gescheurd. De kolf van
zijn eigen geweer was versplinterd
door een gi uuautscherf
Hij hud ireuelijden met hen, die in
de loopgraven bleven en niet zoo ge
lukkig waren als hij. En zoo is het
tnct al onze mannen, die vechten in
de modder en het bloed langs de ver
schanste linie op de hoogten van
Soissons.
Zij doen het niet voorkomen, dat ze
pleizier m hun werk hebben. Zij laten
er zich in zeer 1 eel ijk© woorden over
uit. Maar ze erkennen ook, dat het
moet gebeuren, dat ze het zullen doen.
Niemand bluft op zijn moed. Allen
erkennen, dat ze eon raar gevoel krij
gen, als do Duitsche granaten fluiten,
maar, zegt de correspondent, nooit in
de Engelsche historie hebben onze
troepen met grooter heldenmoed zulk
eca dootielijk vuur uoorsiaan, uan
deze fiuihe, vuxie jongens, die nu den
Duitschen rechtervleugel tegenhou
den en den vijand uit zijn verschanste
posities terugdringen.'
Is volgens uen som-ijver de Duitache
6oidaat in het gevecht man tegen man
de mindere van zijn tegenstanders,
de Duitsche artillerie is uitnemend.
„Zooura een van ons hel hoofd bo
ven de loopgraaf uitsteekt", zetde een
soldaat, „wordt het door oen shrapnel
weggeslagen, We moeten op den
grond olijven liggen." De juistheid en
snelheid van de Duitsche artillerie is
■vooral to danken aan hot voortreffe
lijke werk der Duitsche aviateurs, die
ile stellingen van den vijand aanwij
zen door papiertjes te laten vallen of
bommen, die als rooksignalen dienst
doen.
Het ernstigste in dezen gruwelijken
Strijd is het lot der gewonden. Dei on
ophoudelijke regen van projectielen
maakt het de ambulances onmogelijk,
do gewonden op te zoeken en dozen
blijven dus zondor hulp op het slag
veld liggen.
BELGEN EN DUITSCHERS.
Uit Ostende wordt gemeld
Bij Oudcnaorde werd 22 September
een scherp gevecht geleverd tusschen
Duitsche troepen en Belgische gardes
civJcpjcs.
Aon Duitsche zijde vielen drie doo-
deu en twee gewonden. Do Belgen
namen een auto en maakten vijf
krijgsgevangenen. Zij leden geen ver-1
liec.en.
VERDWAALDE DUITSCHE SOL
DATEN IN FRANKRIJK.
Rij den snellen terugtocht van het
Duitsche leger zijn in de bosschen
van het Mn.roe-gebied homldtxLen
Duitsche soldaten achtergebleven,
afgesneden van den troep, verdwaald,
gewonduit het verband geworpen.
Veertien dagon is het reeds gele
den dat het leger wegtrok, maar nog
steeds zwerven die verlorenen doo'r
de bosschen, tn kleine troepjes zich
verschuilend, of alleen, bang bij leder
gerucht.
Een correspondent van de „Times"
vertolt van hen.
Over 'n uitgestrekt gebied zijn zij in
StOmPWi verspreid en in meer dan één
bedoeken is verloren mannen. Zij zoch
ten, van hun troep geraaid, oen
schuilplaats in dezelfde bosschen
waar honderden hunner kameraden
liggen bleven en stierven aan hunne
wonden. Tot wanhoop gedreven door
honger en den pcstilenten stank die
thans Sn do-ze bosschen beörscht, slui-
pen de vluchtelingen te voorschijn na
zonsondergang op jacht naar voed
sel. Verhalen van hun strooptochten
hoort men van beangstigende boeien.
Dagelijks worden klopjachten ge
houden, Maar de Duitschers zijn geen
gemakkelijk te vangen vogels. Mis
schien lieten zij zich spoediger van
gen, wisten ze, waar zij zich bevon
den, en dat hun hoofdleger reeds
meer dan honderd mijlen ver is te
ruggetrokken. Doch zij weten daar
niet van. Worden zij gevangen geno
men en vernemen ze de feiten, dan
schijnen zij verbijsterd.
Menigeen, onder hen heeft vier of
vijf dagen achtereen gezworven zon
der voedsel, of geleefd van beetwor
tel» en knollen uit het veld.
BOMMEN.
De Engelsche Admiraliteit bericht,
dat een Engelschen lucht-escadrillo
van de marine een aanval heeft ge
daan op de Zeppelin-hal te Dusseldorf.
De operaties werden bemoeilijkt
door den novel, maar desondanks ge
luide het luitenant Collet drie bom
men to wdrpen op don grooton han
gar. Welke schade daardoor werd
aangericht is niet bekend.
Hot luchtschip van den luitenant
werd door projectielen geraakt. Alle
machines keerden echter behouden
naar haar punt van uitgang terug.
Uit het gebeurde blijkt, dof in den
gewenschiten omvang represaille-
maatrcgelen genomen bunnen wor
den, wanneer er weer bommen ge
worpen mochten worden <vip Antwer
pen of andere Belgische steden zoo
meldt de Admiraliteit
't Handelsblad van Antwerpen
meldde: De vliegers slaagden er in
boven het kamp te komen en waag
den zich tot op circa 500 meter boven
do loodsen, om hun doei niet te mis
sen.
Zij wierpen verscheidene bommen
op de loodsen en, terwijl zo zoo spoe
dig mogelijk do hoogte inklommen,
zagen ac dat hot geheel© vliegkamp
in vuur en vlam stond.
Daarop zijn de Engelsche vliegers
teruggekeerd naar de plaats van ver
trek, waaï s namiddags vier der vijf
zijn auigekomem. Van do vijf-do is
later tijding ontvangen, dat litj ergens
in België was geland.
Van de zee.
DE BRITSCHE KRUISERS ZIJN
DOOR ééN DUITSCHEN ONDER-
ZEEcR AANGEVALLEN.
Uit Berlijn wordt door het Wolff-
bureau gemeld
De aanval van de duikboot „U. 9"
op drie lingeische gepantserde krui
sers geschiedde Dinsdagmorgen om
zes uur, bij helder weer, en wel al
lereerst op de „Aboukix", die bnuicn
vijf minuten zonk. De beide ander©
Engolsche kruisers begonnen dadelijk
het reddingswerk. Daarop zonk drie
minuten later de tweede kruiser „Ho-
guo". Do derde Kruiser Werd tegen
acht uur tot zinken gebracht. De Duit
sche duikboot „U. wist aan de
achtervolging der Engelschen te ont
komen. Men hoopt, dat zij ten slotte
ln veilige haven zal aankomen. (Blij
kens ©en nader bericht ls dit ge
schied, de boot en de bemanning zijn
in veiligheid).
Berichten van andere aijde, dat vijf
Duitsche duikbooten aan den aanval
hebben deelgenomen, en dut daar
van drie zouden zijn in den grond
geboord, zijn onwaar. Inderdaad is de
aanval slechts door de „U. 9" ge
schied. De geheel© bemanning van de
duikboot telt 20 koppen. De namen
zullen worden bekend gemaakt
De bemanning van de drie Engel
sche pantserkruisers telt per kruiser
755 koppen, in 't geheel dus 22S5 man,
waarvan ongeveer drie kwart gedeel
te, dus ongeveer 1700 man, om het le
ven is gekomon.
DE INDRUK IN ENGELAND.
Uit tonden wordt aan de „N. R.
Ct." geseind
„Zonder den ernst van den tegen
slag in de Noordzee te verkleinen, zeg
gen de bladen, dat men de beteekenis
daarvan tocih niet overdrijven moet.
Zij wijzen er op, dat de opstelling
van de Engelsche vloot haar blootstelt
aan dergelijke rampen, welke van
den aanvang van den oorlog zijn
voorspeld, en welke san den vverkelij-
ken toestand niets ofdoen."
Do bladen wijzen er op, dat twee
der kruiser» getorpedeerd werden,
terwijl zij bezig waren do bemanning;
van het eerste schip te redden. Zij zijn
van meaning, dat uit dit feit de nood
zakelijkheid zal blijken van herzie
ning der tegenwoordige gebruiken
Inzake de reddiug van bemanningen
van schepen, dio op het punt zijn te
zinken, voorul waar het vijandelijke
schepen betreft.
Vertier merken zij op, dat de Engel-
scho schepen, die Duitsohe zeelieden
redden in deoi slug bij Helgoland, een
zelfde lot had kunnen U-effen.
Ook betoogen zij, dat hoewel de En-
gel3chen zich tot dusverre hebben
onthouden van het gebruik van mij
nen en onderzeeërs, zij zich misschien
genoodzaakt zullen zien er gebruik
van te niaken en de vijandelijke sche
pen en onderzeeërs door middel van
mijnen onschadelijk te maken.
DE BRITSCHE SCHEPELINGEN.
Het Haagsche Correspondentiebu-
rean meldt
De in do bladen opgenomen berich
ten betreffende het overbrengen van
de geredde Britsche schepelingen
uaar het kamp m Gaasterland hebben
ten onrechte den indruk gewekt, dat
zij aldaar zouden worden geïnter
neerd.
Naar wij van de meest bevoegde
zijde vernemen, is aan bedoelde sche
pelingen, die overeenkomstig de be
ginselen van 'hot volkenrecht niet voor
interneering in aanmerking komen,
in voormeld kamp in afwachting van
hun ophanden zijnd vertrek slechts
op doelmatige wijze een tijdelijke
verblijfplaats geboden.
IIET VERGAAN VAN DE
„PATHFINDER".
Naar van officieele Duitsche zijde
wordt medegedeeld, was de Engelsche
kruiser „Pathfinder", die op 5 dezer
voor de Firth of Forth verging, even
eens door een Duitschen onderzeeër
tot zinken gebracht, namelijk door de
„U. 21", commandant luitenant ter
zee le kJ. Hersing.
VISSCHERSSCIIUIT VERGAAN.
Volgens een telegram uit Grimsby
is de visschersschuK „Kimarck" in de
Noordzee op een mijn gestooten en
gesprongen. Zes man werden gedood,
drie opgepikt.
A>!erSe9,
KOPER AI-S CONTRABANDE.
De „Times" zegt, dat dc v.erklaring
van koper tot voorwaardelijke con
trabande den invoer van dit metaal
in Duitschland in neutrale schepen
za! voorkomen; maar het blad meent
reden te hebben te gelooven. dat groo-
te hoeveelheden koper nu uit de Ver-
eenige Staten naar Rotterdam en
Kopenhagen worden gezonden, en
dat groote kooplieden er niet aan
twijfelen of belangrijke zendingen
koper hebben Duitschland reeds uit
neutrale staten bereikt.
EEN VERZONNEN INTERVIEW.
Uit Antwerpen wordt gemeld
De bladen hebben een interview
gepubliceerd van den Minister da
Broqueville met den speclalen cor
respondent van do „Times". De mi
nister verzoekt ons te verklaren, dat
hij dit interview niet gegeven heeft,
en dat hij ook besloten heeft geen
interview toe te etaon,
EEN PROTEST VAN Z. H. DEN
PAUS.
„Central News" ontvangt een tele
gram uit Rome dat Z. H. de Paus in
een leTegram aan kolzcr Wilhelm
protesteert tegen de verwoesting van
de kathedraal van Reims.
ONDERZOEK NAAR BELGISCHE
KUNSTSCHATTEN.
Officieel wordt uit Berlijn gemeld:
I)e uit Ber'ijn gezonden kunstcon-
servator bij het Duïstche bestuur te
Brussel rapporteert dat hij te Leuven
een nauwkeurig onderzoek heeft in
gesteld naar den toestand aan kerk-
gebouwen raadhuis, bibliotheek en
andere zaken van belang. Alle kunst
schatten in het raadhuis verzameld
zijn onder toezicht van den raadhuis-
commandant geheel onverlet geble
ven. Van de Pieterskerk is de dak
stoel zwaar beschadigd, dc zolderge-
wc'ven verwonen kleine gaten. De
Michuelskerk, de Jacobskerk met de
Hubortuskapel, de Geertruid-kerk zijn
geheel onbeschadigd. l)e gevels van
het 6choone bibliotheekgebouw zijn
zoor beschadigd, doch voor herstek
ling vatbaar.
Verwoest is ongeveer een zesde deel
der stad. Do geiieole stationsstraat,
gebouwen aan de Place du Peuple,
de gebouwen rond het raadhuis en de
Pieterskerk werden door spoorweg
arbeiders op last van den stadscom-
mandant opgeblazen om de vlammen
af te houden van het raadhuis. De
hoofd-luitenant, regecritigeraad aan
het ministerie van spooi wegen The-
lemann en een onder-officier kunst
historicus van zijn ambt, redden do
schetsen uit de brandende St. Pie-
tois-verk. De schilderijen van Dirk
Bout©het Avondmaal en St Eras
mus bleven zonder feil behouden. Do
vernielde gebouwen waaruit werd1
geschoten zijn particuliere huizen
zonder kunsthistorische waarde, al'e
modern.
Te Luik zijn alle kerken en kunst
verzamelingen intact. In de St. Pauls-
kerk alleen een kleine beschadiging
van een der vensters. De kerkelijke
schal en de musea zijn onaangetast.
Te Iluy is de Collegium-kerk oribe-
schodigd. Vier reliekkastjes zijn vol
gens getuigenis der geestelijkheid
nuur Antwerpen overgebracht.
BERICHTEN UIT ENGELSCHE
BRON
De Engelsche legatie in Den Haag
verstrekt het volgende communiqué
Z. M.'s „Berwick" heeft eon schip
van de Duitsche Hamburg—Amerika-
lijn, de „Spreowald", buitgemaakt.
Dit vaartuig was ingericht tot een
oor'ogs-koopvaard ij kruiser. Terzelf
der lijd werden twee kolenschepen
met (5000 ton steenkolen en 180 ton
levensmiddelen, bestemd voor Duit
sche kruisers welke in den Atlanti
sclien Oceaan upereeren, bulige-
maokt. Het totaal aantal Duitsche
schepen door Engelsche schepen of
door Engelsche havenautoriteiten
buitgemaakt is 92 en met de 95 Duit
sche schepen, welke verder in beslag
worden genomen in Engelsche ha
vens bij het uitbreken van den oor.
log, zijn 187 Duitsche schepen in ons
bezit 70 Engelsche schepen werden
bij het uitbreken van den oorlog in
Duitsche havens buitgemaakt. Van
de <000 Engelsche schepen welke in-
en uitvaren met overzeeschen handel,
zijn slechts 12 door Duïtschens buit
gemaakt.
DE „VOR\yaRT8" VERBODEN.
Het verschijnen van het centrale
Duitsche socialistisch partijorgaan
„Vorwarts", is bij beschikking van
den militairen bevelhebber te Berlijn,
voor drie achtereenvolgend© dogen.,
ingaande 22 September, verboden.
Volgens de N. Rott. had het soc -
dom. blad dezer dagen een schets ge
publiceerd van de Duitsche Unie en
daarbij aanteokeiungcn gemaakt,
waaruit men moest opmaken, dat de
vooruitgang dor Duitschers eigenlijk
eon achteruitgang was geweest
UIT MAROKO.
De van Eleterberg, (Saksen) afkom
stige Duitsche vice-consul Carl Jun
ker, wiens standplaats was Saffi in
Marokko, bevindt zich met de andere
Duitschers van Zuid-Marokko in
Fiivmsche krijgsgevangenschap to
Sebdoe in d© provincie Oren.
DE DUITROI-EE OORLOG S LEEN TNG.
Het definitieve resul taat van de in
schrijving op de oorlogsloening is,
dut \©or 1318 millioen op schatkist
biljetten en voor 2071 miUioen op de
rijksloening is ingeschreven, te zamen
voor 4389 millioen Mark.
De Vossisch© Zeitung tracht zijn
lozere door een berekening duidelijk
le maken wat 4,2 milliard rijksmark
beduidt. Toen Duilschland ln 1871
Frankrijk een schatting van 5 milliard
oplegde, schudden ervaren financiers
liet hoofd, en meenden, dat deze som
niet bijeen te krijgen was. Die 5 mil
liard waren echter francs ea geen
marken, Er Kwam no'g hij 301.4 mil
lioen aan rente. Met de 2G0 millioen
aan plaatselijke oorlogsschatlingen en
de 200 millioen van Parijs was dit to
zamen, in marken berekend, 4459 mil
lioen. Daarvan ging weer af 2G0 mil
lioen markt als vergoeding voor do
spoorwegen in Elzas-LoUmringen. Het
liedrag, dat thans de inschrijving op
gebracht heeft, is dus precies zoo
groot, als de schadeloosstelling mits
gaders oorlogsschattingen, die Frank
rijk in 1871 oan Duitschland heeft
moeten betalen.
DE DUITSCHERS IN BELGIë.
De „Voss. Ztg." verneemt uit'
Brussel: Het Duitsche burgerlijke be
stuur stekte voor de stad Charleroi,
dJe zich overgaf, graan ter beschik-
king, om de arbeidende bevolking to
kunnen voeden.
Een soortgelijke rnaatrecol wordt
voorbereid voo'r puttere plaatsen, als
Bergen, Hal en andere.
HET MOORDPROCES.
Pjincip, de gymnasiast, die aarts
hertog Frans Ferdinand van Oosten
rijk en diens gemalin te Serajewo
heeft doodgeschoten, zul met Gabri-
nowiis en andere handlangers in
November tereentstaau. ltet prucu-
zal in t openbaar worden gevoerd,
en wel voor den gewonen rechter.
Naar uit Agra-tn aan do IvöMische
Z&itemg wordt geseind, zijn de pro
cesstukken zeer omvangrijk.
DUITSCHLAND EN LUXEMBURG.
Do Duitsche keizer heeft aan de
stad Luxemburg 12000 nik. geschon
ken. als tegemoetkoming aan de ar
beiders die door den stilstand van de
bedrijven broode'oos zijn geworden.
PEST
Naar het „Journal do Genöve" uit
Napels verneemt, is er in verschillen
de Middellandsche-Zeehavens pest
vastgesteld.
Uit Zuid-Afrika.
Men weet dat generaal Beyers ont
slag nam als legercommandant, om
dat hij 't niet eens was met de poli
tiek der regeering om Duitsch Zuid-
A frik-a aan te vallen.
Beyers schreef aan generaal Smuts
o.m.:
„Wat ook in Zuid-Afrika moge ge
beuren, de oorlog zal in ieder geval
in Europa beslist worden en zou
Duitschland overwinnen en dan be
sluiten om ons aan te vallen, dan
hebben wij ten minste een heilige zaak
te verdedigen. Worden wij aangeval
len, dan zal ons volk als één man op
slaan om zijn rechten te verdedigen.
Bovendien ben ik or van overtuigd,
dat een commando van ongeveer 89C0
Duitschers, 2ooals op hol oogenblik
op Duilsch gebied staan, niet zoo
dwaas zal zijn, om ons land aan te
vallen. Ik heb altijd gezegd, en het
nog kort geleden herhaald, dal wan
neer de Unie aangevallen wordt, Boer
ou Brit te zamen dit land zullen ver
dedigen en in dit geval zal het voor
mij een oe.r zijn, mijn plaats aan. het
hoofd van onze defensie-macht in te
nomen. Ik aanvaardde het, opperbevel
ondier ouze defensiewet, die bepaalt,
dat onze strijdmacht slechts gebruikt
kan \v orden tot verdediging der Unie
en naar mijn bescheiden meening is
dat thans niet het geval. De defensie-
wet staat ons niet toe, om den vijand
over de grens aan te vallen en zoo
den oorlog t» doen ontbranden, maar
zou de vijand ons land binnendrin
gen, dan zal het onze plicht zijn hem
terug te drijven en hem op zijin eigen
grondgebied te achtervolgen.
Genei-aal Botha had het in zijn
speech over de hulp, die ons door de
Belgen en de Franschen verleend is
na den Zuid-Afrikaansohen oorlog.
Deze bijstand is dopr ous en door
heel onze natie zeer gewaardeerd,
maar wij moeten niet vergeten, dat
de Duitschera zich ook niet onbetuigd
hebben gelaten en ons steeds welge
zind zijn geweest.. Waarom zouden
wij hen tot onze vijanden maken?
Zooals de omstandigheden nu zijn,
zie ik geen reden om oen offensieve
houding nan te nemen, en daar ik
mijn land en mijn volk innig lief heb,
moet ik or krachtig tegen protesteeren
de defensiemacht der Unie over de
grenzen te laten gaan.
Wie kan zeggen, wanneer het, vuur,
dat dooi- de regeering is aangestoken,
uit zal zijin?
Om bovengenoemde redenen voel
ik mij verplicht, mijn functie van
generaal-commandant neer te leggen.
Dit is do eenige weg, die mij mijn
FEUILLETON
iNaar het Engelse h).
18)
Zij zijn prachtig, zeide Georg.
Ik heb ze nog nooit gezien. Ik zou
wol eens willen weten, vervolgde
hij met een zucht, of ik ze ooit in
inijn bezit zal krijgen.
-- Ja, zeide mevrouw Bellamy,
niet een zonderlingen blik in haar
groot© oogen, als gij u maar steeds
door mij iaat leiden, dan zal het eens
nog zoo worden. Dit zeg ik u, en ik
heb mij nog nooit vergist. Stil, er zal
iets gebeuren. Wat zou het zijn
liet diner was ufReloojien, -en krach
ten* ouderwetse!» gebruik werd he;
tafellaken afgenomen, zoodat d© oude
tafel van glad gewreven eikenhout,
veertig voet lang, terwijl liet hout oen
paar duim dik was, voor het oog zicht
baar werd.
Toen de wijn was rondgediend, be
duidde do oude squire de bedienden,
om het vertrek te verlaten en na miss
Leo iets in het oor te hebben gefluis
terd, dat haar dood blozen, stond hij
oj> te midden van een doodsche stllte.
Kijk eens naar hot gelaat van uw
ne?f. fluisterde mevrouw Bellamy.
George keek in die richting Philip
was doodsbleek en de zwarte oogen
glinsterden als gitten togen wit pa
pier.
Vrienden en buren, onder wie of
onder wier vaders ik zoo menig jaar
heb geloefd, begon do spreker,
wiens slem, al was zij zacht, toch met
gemak doordrong tot de verste hoe
ken dor zaal, het was, als do over
levering tenminste geen onwaarheid
spreekt, in ditzelfde vertrek en aan
deze zelfde tafel, dat de eenige Cares-
foot, dio ooit uit eigen beweging oen
toespraak hield na een diner, zich van
die taak kweet. Die man was mijn
stamvader in den achtsten graad, de
pachter Caresfoot, en de aanleiding
tot dl© toespraak was voor hem zeer
belangrijk, daar het de dag was, dat
hij den „Staf der Carosfoots" plantte,
den grooten eik, ginds bij hot water,
ais een teoken dat daarmee on3 ge
slacht was gevestigd. Er zijn eenige
■.ouwen verloopc-n sinds mijn stam
vader stond waar ik nu sta, waar
schijnlijk ook met zijn hand op de
zelfde tafel, waarop ik mijn hand leg,
terwijl (hij een gezelschop toesprak,
niet zoo deftig en mooi gekleed, maar
wellicht niet dat dit een gering
schatting is over het algemeen in
wendig wol zoo flink als het gezel
schap voor mij. Ja. in dien tusschen-
tijd is de geringo elk tot een van de
zwnar#t© hoornen in het graafschap
opgegroeid Het komt mij dus niet
meer dan gepast voor, dat ik op den
dog, die voor mij even gewichtig is;
als voor mijn stamvader de dag was,
dat hij den eik plantte, ook evenals
hij mijn vrienden en buren om mij
heen verzamel onder hetzelfde dak,
om hen ln mijn vreugde te doen doe
len.
liet zal u evenwel wel verwonderen,
met welke bijzondere bedoeling Ik u
voor dezen avond heb uitgenoodigd.
Vreest verzekerd, dat het niet was
om u vervelende toespraken te doen
aanhooren, of u te spreken over mijn
naderend einde, maar wel over een
vreugdevol feit. Een wensch, dien ik
reeds la-ng heli gekoesterd, is dat ik,
alvorens te sterven, het kind van mijn
zoon, den kleinen Carefoot, die later
mijn plaats zal innemen, op mijn knie
zal zien zitten. Dat. zal ik echter nooit
zien. Wat ik u heb aan te kondigen
echter is dc eerste stap, welke tn die
richting kan worden gemaakt, de ver
loving van mijn zoon Philip met miss
I,ee, de dame aan mijn rechterhand.
Kijk eens naar zijn gelaat,
fluisterde mevrouw Bellamy haar
buurman in, gedurende het rumoer
van ihét applaus, dat op deze mede-
deeling volgde. Kijk eens vlug.
Philip had zijn handen achter zich
op zijn stoel gelogd, alsof hij wilde
opstaan, en een uitdrukking van zóó
hevige woede en angst lag op zijn ge
laat verspreid, dat men het, eens ge
zien, niet gemakkelijk zou vergeten.
Zij was echter zóó vluchtig, dat wel
licht alleen mevrouw Bellamy, de
eenige van het gezelschap, die hem
gadesloeg, het opmerkte, liet volgen-
do oOgenJilik lachte hij weer en maak
te verscheidene buigingen voor de
hem op fluisterenden toon gegeven
gclukwenschen
Gij allen kent miss Lee, ging
de oude squire voort, velen uwer
kenden ook haar vader en moeder
7.ij is een gezonde spruit van een Hin
ken starn, een meisje naar mijn
hart, een meisje dat ik liefheb, en
dat allen, die onder haar invloed ko
men, zullen liefhebbendeze verlo
ving is voor mij het hougelijkste
nieuws, dat ik in jaren heb gehoord.
Moge God en ook de uienschen zijn
voor mijn zoon, wat zij zijn voor Ma-
na Lee En nu heb ik geëindigd ik
heb reeds te veel van uw geduld ge
vergd. Mot uwe toestemming zullen
wij geen toasten houden of woorden
van dank uitspreken om Philip niet
te doen blozen. Alvorens to gaan zit
ten, wilde ik oohtcr van u uilen af
scheid nemen, want ik hen in mijn
drle-en-tachtigst© jaar en gevoel wel,
dat ik van u allen er zeer weinigen
zal weerzien. Ik wenschte wel, dat ik
oen beter buurman voor u allen was
geweest, evenals er nog verschillende
andere dingen zlin, die ik wenschte te
vervallen nu hel te laat is; ik hoop
echter, dat eenigen uwer nu en dun
vriendelijk zult oordeelen over den
man, dien gij „Devil Caresfoot" hebt
genoemd. Ik wil nu drinken op mijn
zoon Philip en zijn toekomstige bruid,
Maria Leo.
Het gehoelo gezelschap stond op, als
door eene ingeving bewogen, en allen
ledigden slaande hun glus zóóveel
gevoel had de oude squire in zijne
woorden geleerd, dat de oogen van
sommige gasten niet droog waren ge
bleven.
Daarna verwijderden zich de da
mes, onder wie de arme Maria, die
natuurlijk onthutst was bij do onver
wachte en in sommige opzichten voor
haar zeer ongewenscht© bekrachtiging
van haar verloving.
In de receptiekamer werd zij zóó
met gelukwenschen overstelpt, dat zij
ten laatste besefte, eene dergelijke be
tuiging van den kant der mannelijke
gasten niet meer te kunnen aanne
men, zoodot zij haar rijtuig liet voor
komen en kalm naai- huis reed, om
daar op haar gemak over het gebeur
de na te denken.
Philip kreeg ook zijn deel van de
gelukwenschen, die hij zoo good mo
gelijk beantwoordde, want li ij bezat
don moed niet om zijn toestand bloot
te leggen. Hij gevoelde, dat zijn vader
hem volkomen in zijn macht had, dat
f niets aan. waa ta doen. zoodai hit.
pliohl, geloof en eer tegenover oWs
volk voorschrijft.
Ik heb steeds ea- naar gestroofd
mijn plicht I© dóen volgens mijn in
nigste overtuiging, ©n hot grieft mij
die-p, dat het aldus moet eindigen".
Generaal Smuts antwoordde o.a.:
„Zoover het ons zelf aangaat, onze
kust wordt bedreigd, onze mail-booten
aangehouden, ea onze grenzen zijn
door den vijand overschreden. Dit
laatste gebeurt, zooals gezegd, niot
op vrijwillige manier on mol een ver
ontschuldiging, welk laatst© in leder
geval nooit aan do regeering werd
aangeboden.
Ondor deze omstandigheden is liet
dwaas to spreken over aanvallende
actie van do zijde der Unie, daar wij
zien, dal te zamen met het Britsche
rijk wij tegen onzen wenschen en wi'
in, en geheel ter zelfverdediging in
dezen oorlog getrokken zijn.
Ge spreekt over plicht en oer. Mijp.
overtuiging is, dat het volk van Zuid-
Afrika in deze omstandigheden, nu
de regeering in deze donkere dagen,
nu de regeering zoowel als het Zuid-
Afrikaanscha volk tan hoogste op de
proef goste'd worden, een duidelijker
opvatting heeft van plicht en eer dan
van uw brief en daad afgeleid kan
worden. Voor het Nederlandsch spre
kende element in 't bijzonder, kan ik
niets noodlottigers en vernederender
vinden, dan een politiek van trouw
met den mond in mooi weer en van
neutraliteit en pro-l)uitsche gevoe
lens in dagen van storm en nood
liet kan zijn, dat onz© binnenland-
sciie financieele condities een grens
zullen stellen aan wat wij kunnen
doen, maar niettemin ben ik over
tuigd, dat het volk de regeering zal
steunen om het manilaat van het
parlement uit te voeren en op deze
wijze, die de eenige wettige is, hun
plicht tegenover Zuid-Afrika en liet
rijk zullen vervullen en hun duur-go-
kochte eer voor de toekomst zonder
smet te handhaven.
Uw ontslag-aanvrage is hierbij in-
gewiUied
Zooa-s we reeds in een deel onzer
vorige oplaag meldden zal generaal
Botha a'1? opperbevelhebber de ope
raties tegen de Duitschers in Zuid-
Wcst-Afrika leiden.
Uit Lichtenberg (Transvaal) wordt
geseind: Op oen vergadering van
Boenen, waar Bey&re en D© Wet hot
woord voerden, ontplooide één der
aanwezigen een oude V-.ijrtaalscho
vlag.
Do voorzitter, Kemp, die Zaterdag
j.L zijn ontslag had ingediend als
commandant, veïaooht onmiddellijk,
dat de vlag verw ijderd zou worden.
Beyers zeide naar aanleiding van.
het ontplooien van de vlag onder al
gemeen© Loegejuichingen: „Wij heb
ben mot dcrgclijken onzin niets te ma
ken."
Toen werd do ontslagbrief van
Beyeas voorgelezen en daarop hield
deze een rode, waarin hij o.a. zeide,
dat het voik van Zuid-Afjika, als de
tijd ervoor gekomen zoude zijn, zijn
geliefd land als één man tegen de
Duitsohers zou verdedigen.
Uit dsn UriH van een
otfieler-aTialBur.
(Uit do TSglicbe Rundschau).
Eergisteren, op een praciitigen
morgen, maakte ik te St. Avoid mijn
eerste oonogsvlucht on kwam juist
op tijd, daar de s lag bij Chateau Sa
line en Brehain in vollen gang was.
Onze artillerie beschoot heftig d© po
sities van do Frarschen; hier en daar
brandde het in de dorpen. Groote co
lonnes infanterie trol ken langzaam
van den straatweg af in de velden en
marcheerden uitzwei incsnd naar do
dorpen. Overal vertoonden zich do
kleine rookwolkjes van springendo
granaten en slirapnells, die, zooals
wij dien volgenden dag zagen, hunne
uitwerking niet misten. Zóó verdiept
waren wij in liet gruwelijk schouw
spel, dat wij aanvankelijk niet gelet
hadden op een grooten tweedekker
boven ons, die nu in .steile glijvlucht
op ons afkwam; reeds maakte ik mij
schietvaardig, toen het toert el weer
bijdraaide c-n ais een Duitsch door
ons herkend werd: het was een ma
chine van een der zuidelijke korp
sen. Nadat wij lang genoog boven
den vijand gekruist hadden, keerden
wij om en toon Loste d© vijar.deliijko
artillerie schot na schot o.p ons. Mijn
machine werd eenige malen dolzin
nig heen en weer geslingerd door
den luchtdruk van de barstende gra
naten. maar getroffen werden wij
niet Wij landden heelhuids op ouze
plaats en gaven onze berichten af.
naar het uiterlijk te oordeelen, zich
door de kalmte der wanhoop liet l>e-
heerscheu. /Vis zijn dischgeimoten
echter hadden kunnen zien, hoe haat,
vrees eu woede in zijn borst rondwocl-
den terwijl hij daar zat te praten en
den portwijn van zijn grootvader
dronk, dan zouden zij, en met recht,
zee'- verbaasd zijn geweest.
Eindelijk was het diner geëindigd
en na van den laatst vertrekkonden
gast afscheid te hebben genomen,
bleven de oude man en zijn zoon al
leen achter in de verlaten receptie
kamer. Pliilip zat aan een tafel met
zijn gelaat iu de hand verborgen, ter
wijl zijn vader bij hel wegsmeulendc
haardvuur stond en zenuwachtig met
zijn oogglas op den schoorsteen mantel
sloeg. IIij was de eerste, die de zeer
pijnlijke slilt© verbrak.
Wel, Philip, hoe vondt gij mijn
toespraak 7
Aldus aangesproken lichtte de zoon
zijn gelaat op het was zoo bleek als
een doek.
Op wiens gezag? vroeg hij in
een schor gefluister, hebt gij niijn
verloving met miss Lee meegedeeld?
Op mijn eigen gezag, Philip. Ik
heb het vnu u beiden vernomen, dat
gij verloofd waart, en ik wilde niet,
dat het nog langer een geheim zou
blijven.
'Wordt vervolgd.)