DE BOOSDOENERS. vuur dor veldartillerie de duidelijk geziene vijandelijke waarnemingspost Vit de Kathedraal to verdrijven." Van '1 Oostelijk Oorlo-s'.otneel Officieel wordt uit Weenen geseind: De berichten in do pore van de Iïnten- te-mogendheden over Russische over winningen in Galiciö, grenzen aan liet belachelijke. Van Engelsche zijd© is beweerd dat eon onzer zegevier on cte legers in Galiciö niet meer bestaat en da t onze strijdkrachten er nog slechts CO ii 80.000 man bedragen. Te Parijs maakt men zich blij met berichten, behelzende dat onze ver- Rezen verscheidene honderdduizen- den bodragen en dat de ons ter hulp gekomen Duitsche legercorpsen tot den terugtocht gedwongen zijn. Ook wordt beweerd dat onze vestingen geen rol moor zullen spelen. Als men een tegenstanden- zoo ge ringschat, kunnen verrassingen, niet Uitblijven. Een telegram meldt, dat prins George van Servië gewond word toen hij zïjn bataljon togen den Vijand aanvoerde. Hij werd. dooi een koge; getroffen, <he bij de wervelkolom bin nendrong en bij do rochterüeö weer vit het lichaam ging. Zijn toestand geeft gcon reden tot ongerustheid. Vert.pre.d nieuws van deoorlugsveide:> IN DE LOOPGRAVEN. De correspondent van de „Daily Chronicle' zendt (van Zaterdag 19 September) een uitvoerige bcschrij vuig aan zijn blud over den strijd In Frankrijk en over „het werk" dor soldaten in de loopgraven. Hij verhaalt dat hevige stormen ■woedden over de Britsche linie, dat zware regens de loopgraven onder water zetten, en merkt dan op Onze soldaten hadden in de beide laatste dagen den zwaarsten tijd sedert het begin van den oorlog. Hun zenuwen waren tot het uiterste gespannen. „Enkele oogenblikkcn voor ik dat schreef heb ik eenige van onze sol rieten gesproken, dio met een speciale opdracht de loopgraven verlieten. Zij zij' als lieden die in een folterkamer zijn geweest en onvergetelijke en on zegbare gruwelen hebben ondergaan. Met modder bedekt, hun gelaat be smeerd met een grauwachtige kleur, tot bet gebeente verkleumd door den scherpen nachtwind, bibberend en M ippertandend stonden ze uaar. „ik zou het niet graag gemist "heb ben", reide een van hou, „maar ik begeer zoo iets niet weer te beicven. diet is een hel m die loopgraven en tie vijandelijke granaten vermeien je zenuwen'Zij schaamueu zien met te bekennen, dat zij door schrik en ont- s tellen is wat en aangegrepen en ma kinderen verheugden ze zich over bét geluk, dal ze uit do vuurlinie, uit ue onaergeioopen loopgiaveu waren weg gezonnen ter escorteering van «kji officier. Een soidaat was bespat mot het bloed van een kameraad, uie eeni ge ureii te voren door een granaat in stokken was gescheurd. De kolf van zijn eigen geweer was versplinterd door een gi uuautscherf Hij hud ireuelijden met hen, die in de loopgraven bleven en niet zoo ge lukkig waren als hij. En zoo is het tnct al onze mannen, die vechten in de modder en het bloed langs de ver schanste linie op de hoogten van Soissons. Zij doen het niet voorkomen, dat ze pleizier m hun werk hebben. Zij laten er zich in zeer 1 eel ijk© woorden over uit. Maar ze erkennen ook, dat het moet gebeuren, dat ze het zullen doen. Niemand bluft op zijn moed. Allen erkennen, dat ze eon raar gevoel krij gen, als do Duitsche granaten fluiten, maar, zegt de correspondent, nooit in de Engelsche historie hebben onze troepen met grooter heldenmoed zulk eca dootielijk vuur uoorsiaan, uan deze fiuihe, vuxie jongens, die nu den Duitschen rechtervleugel tegenhou den en den vijand uit zijn verschanste posities terugdringen.' Is volgens uen som-ijver de Duitache 6oidaat in het gevecht man tegen man de mindere van zijn tegenstanders, de Duitsche artillerie is uitnemend. „Zooura een van ons hel hoofd bo ven de loopgraaf uitsteekt", zetde een soldaat, „wordt het door oen shrapnel weggeslagen, We moeten op den grond olijven liggen." De juistheid en snelheid van de Duitsche artillerie is ■vooral to danken aan hot voortreffe lijke werk der Duitsche aviateurs, die ile stellingen van den vijand aanwij zen door papiertjes te laten vallen of bommen, die als rooksignalen dienst doen. Het ernstigste in dezen gruwelijken Strijd is het lot der gewonden. Dei on ophoudelijke regen van projectielen maakt het de ambulances onmogelijk, do gewonden op te zoeken en dozen blijven dus zondor hulp op het slag veld liggen. BELGEN EN DUITSCHERS. Uit Ostende wordt gemeld Bij Oudcnaorde werd 22 September een scherp gevecht geleverd tusschen Duitsche troepen en Belgische gardes civJcpjcs. Aon Duitsche zijde vielen drie doo- deu en twee gewonden. Do Belgen namen een auto en maakten vijf krijgsgevangenen. Zij leden geen ver-1 liec.en. VERDWAALDE DUITSCHE SOL DATEN IN FRANKRIJK. Rij den snellen terugtocht van het Duitsche leger zijn in de bosschen van het Mn.roe-gebied homldtxLen Duitsche soldaten achtergebleven, afgesneden van den troep, verdwaald, gewonduit het verband geworpen. Veertien dagon is het reeds gele den dat het leger wegtrok, maar nog steeds zwerven die verlorenen doo'r de bosschen, tn kleine troepjes zich verschuilend, of alleen, bang bij leder gerucht. Een correspondent van de „Times" vertolt van hen. Over 'n uitgestrekt gebied zijn zij in StOmPWi verspreid en in meer dan één bedoeken is verloren mannen. Zij zoch ten, van hun troep geraaid, oen schuilplaats in dezelfde bosschen waar honderden hunner kameraden liggen bleven en stierven aan hunne wonden. Tot wanhoop gedreven door honger en den pcstilenten stank die thans Sn do-ze bosschen beörscht, slui- pen de vluchtelingen te voorschijn na zonsondergang op jacht naar voed sel. Verhalen van hun strooptochten hoort men van beangstigende boeien. Dagelijks worden klopjachten ge houden, Maar de Duitschers zijn geen gemakkelijk te vangen vogels. Mis schien lieten zij zich spoediger van gen, wisten ze, waar zij zich bevon den, en dat hun hoofdleger reeds meer dan honderd mijlen ver is te ruggetrokken. Doch zij weten daar niet van. Worden zij gevangen geno men en vernemen ze de feiten, dan schijnen zij verbijsterd. Menigeen, onder hen heeft vier of vijf dagen achtereen gezworven zon der voedsel, of geleefd van beetwor tel» en knollen uit het veld. BOMMEN. De Engelsche Admiraliteit bericht, dat een Engelschen lucht-escadrillo van de marine een aanval heeft ge daan op de Zeppelin-hal te Dusseldorf. De operaties werden bemoeilijkt door den novel, maar desondanks ge luide het luitenant Collet drie bom men to wdrpen op don grooton han gar. Welke schade daardoor werd aangericht is niet bekend. Hot luchtschip van den luitenant werd door projectielen geraakt. Alle machines keerden echter behouden naar haar punt van uitgang terug. Uit het gebeurde blijkt, dof in den gewenschiten omvang represaille- maatrcgelen genomen bunnen wor den, wanneer er weer bommen ge worpen mochten worden <vip Antwer pen of andere Belgische steden zoo meldt de Admiraliteit 't Handelsblad van Antwerpen meldde: De vliegers slaagden er in boven het kamp te komen en waag den zich tot op circa 500 meter boven do loodsen, om hun doei niet te mis sen. Zij wierpen verscheidene bommen op de loodsen en, terwijl zo zoo spoe dig mogelijk do hoogte inklommen, zagen ac dat hot geheel© vliegkamp in vuur en vlam stond. Daarop zijn de Engelsche vliegers teruggekeerd naar de plaats van ver trek, waaï s namiddags vier der vijf zijn auigekomem. Van do vijf-do is later tijding ontvangen, dat litj ergens in België was geland. Van de zee. DE BRITSCHE KRUISERS ZIJN DOOR ééN DUITSCHEN ONDER- ZEEcR AANGEVALLEN. Uit Berlijn wordt door het Wolff- bureau gemeld De aanval van de duikboot „U. 9" op drie lingeische gepantserde krui sers geschiedde Dinsdagmorgen om zes uur, bij helder weer, en wel al lereerst op de „Aboukix", die bnuicn vijf minuten zonk. De beide ander© Engolsche kruisers begonnen dadelijk het reddingswerk. Daarop zonk drie minuten later de tweede kruiser „Ho- guo". Do derde Kruiser Werd tegen acht uur tot zinken gebracht. De Duit sche duikboot „U. wist aan de achtervolging der Engelschen te ont komen. Men hoopt, dat zij ten slotte ln veilige haven zal aankomen. (Blij kens ©en nader bericht ls dit ge schied, de boot en de bemanning zijn in veiligheid). Berichten van andere aijde, dat vijf Duitsche duikbooten aan den aanval hebben deelgenomen, en dut daar van drie zouden zijn in den grond geboord, zijn onwaar. Inderdaad is de aanval slechts door de „U. 9" ge schied. De geheel© bemanning van de duikboot telt 20 koppen. De namen zullen worden bekend gemaakt De bemanning van de drie Engel sche pantserkruisers telt per kruiser 755 koppen, in 't geheel dus 22S5 man, waarvan ongeveer drie kwart gedeel te, dus ongeveer 1700 man, om het le ven is gekomon. DE INDRUK IN ENGELAND. Uit tonden wordt aan de „N. R. Ct." geseind „Zonder den ernst van den tegen slag in de Noordzee te verkleinen, zeg gen de bladen, dat men de beteekenis daarvan tocih niet overdrijven moet. Zij wijzen er op, dat de opstelling van de Engelsche vloot haar blootstelt aan dergelijke rampen, welke van den aanvang van den oorlog zijn voorspeld, en welke san den vverkelij- ken toestand niets ofdoen." Do bladen wijzen er op, dat twee der kruiser» getorpedeerd werden, terwijl zij bezig waren do bemanning; van het eerste schip te redden. Zij zijn van meaning, dat uit dit feit de nood zakelijkheid zal blijken van herzie ning der tegenwoordige gebruiken Inzake de reddiug van bemanningen van schepen, dio op het punt zijn te zinken, voorul waar het vijandelijke schepen betreft. Vertier merken zij op, dat de Engel- scho schepen, die Duitsohe zeelieden redden in deoi slug bij Helgoland, een zelfde lot had kunnen U-effen. Ook betoogen zij, dat hoewel de En- gel3chen zich tot dusverre hebben onthouden van het gebruik van mij nen en onderzeeërs, zij zich misschien genoodzaakt zullen zien er gebruik van te niaken en de vijandelijke sche pen en onderzeeërs door middel van mijnen onschadelijk te maken. DE BRITSCHE SCHEPELINGEN. Het Haagsche Correspondentiebu- rean meldt De in do bladen opgenomen berich ten betreffende het overbrengen van de geredde Britsche schepelingen uaar het kamp m Gaasterland hebben ten onrechte den indruk gewekt, dat zij aldaar zouden worden geïnter neerd. Naar wij van de meest bevoegde zijde vernemen, is aan bedoelde sche pelingen, die overeenkomstig de be ginselen van 'hot volkenrecht niet voor interneering in aanmerking komen, in voormeld kamp in afwachting van hun ophanden zijnd vertrek slechts op doelmatige wijze een tijdelijke verblijfplaats geboden. IIET VERGAAN VAN DE „PATHFINDER". Naar van officieele Duitsche zijde wordt medegedeeld, was de Engelsche kruiser „Pathfinder", die op 5 dezer voor de Firth of Forth verging, even eens door een Duitschen onderzeeër tot zinken gebracht, namelijk door de „U. 21", commandant luitenant ter zee le kJ. Hersing. VISSCHERSSCIIUIT VERGAAN. Volgens een telegram uit Grimsby is de visschersschuK „Kimarck" in de Noordzee op een mijn gestooten en gesprongen. Zes man werden gedood, drie opgepikt. A>!erSe9, KOPER AI-S CONTRABANDE. De „Times" zegt, dat dc v.erklaring van koper tot voorwaardelijke con trabande den invoer van dit metaal in Duitschland in neutrale schepen za! voorkomen; maar het blad meent reden te hebben te gelooven. dat groo- te hoeveelheden koper nu uit de Ver- eenige Staten naar Rotterdam en Kopenhagen worden gezonden, en dat groote kooplieden er niet aan twijfelen of belangrijke zendingen koper hebben Duitschland reeds uit neutrale staten bereikt. EEN VERZONNEN INTERVIEW. Uit Antwerpen wordt gemeld De bladen hebben een interview gepubliceerd van den Minister da Broqueville met den speclalen cor respondent van do „Times". De mi nister verzoekt ons te verklaren, dat hij dit interview niet gegeven heeft, en dat hij ook besloten heeft geen interview toe te etaon, EEN PROTEST VAN Z. H. DEN PAUS. „Central News" ontvangt een tele gram uit Rome dat Z. H. de Paus in een leTegram aan kolzcr Wilhelm protesteert tegen de verwoesting van de kathedraal van Reims. ONDERZOEK NAAR BELGISCHE KUNSTSCHATTEN. Officieel wordt uit Berlijn gemeld: I)e uit Ber'ijn gezonden kunstcon- servator bij het Duïstche bestuur te Brussel rapporteert dat hij te Leuven een nauwkeurig onderzoek heeft in gesteld naar den toestand aan kerk- gebouwen raadhuis, bibliotheek en andere zaken van belang. Alle kunst schatten in het raadhuis verzameld zijn onder toezicht van den raadhuis- commandant geheel onverlet geble ven. Van de Pieterskerk is de dak stoel zwaar beschadigd, dc zolderge- wc'ven verwonen kleine gaten. De Michuelskerk, de Jacobskerk met de Hubortuskapel, de Geertruid-kerk zijn geheel onbeschadigd. l)e gevels van het 6choone bibliotheekgebouw zijn zoor beschadigd, doch voor herstek ling vatbaar. Verwoest is ongeveer een zesde deel der stad. Do geiieole stationsstraat, gebouwen aan de Place du Peuple, de gebouwen rond het raadhuis en de Pieterskerk werden door spoorweg arbeiders op last van den stadscom- mandant opgeblazen om de vlammen af te houden van het raadhuis. De hoofd-luitenant, regecritigeraad aan het ministerie van spooi wegen The- lemann en een onder-officier kunst historicus van zijn ambt, redden do schetsen uit de brandende St. Pie- tois-verk. De schilderijen van Dirk Bout©het Avondmaal en St Eras mus bleven zonder feil behouden. Do vernielde gebouwen waaruit werd1 geschoten zijn particuliere huizen zonder kunsthistorische waarde, al'e modern. Te Luik zijn alle kerken en kunst verzamelingen intact. In de St. Pauls- kerk alleen een kleine beschadiging van een der vensters. De kerkelijke schal en de musea zijn onaangetast. Te Iluy is de Collegium-kerk oribe- schodigd. Vier reliekkastjes zijn vol gens getuigenis der geestelijkheid nuur Antwerpen overgebracht. BERICHTEN UIT ENGELSCHE BRON De Engelsche legatie in Den Haag verstrekt het volgende communiqué Z. M.'s „Berwick" heeft eon schip van de Duitsche Hamburg—Amerika- lijn, de „Spreowald", buitgemaakt. Dit vaartuig was ingericht tot een oor'ogs-koopvaard ij kruiser. Terzelf der lijd werden twee kolenschepen met (5000 ton steenkolen en 180 ton levensmiddelen, bestemd voor Duit sche kruisers welke in den Atlanti sclien Oceaan upereeren, bulige- maokt. Het totaal aantal Duitsche schepen door Engelsche schepen of door Engelsche havenautoriteiten buitgemaakt is 92 en met de 95 Duit sche schepen, welke verder in beslag worden genomen in Engelsche ha vens bij het uitbreken van den oor. log, zijn 187 Duitsche schepen in ons bezit 70 Engelsche schepen werden bij het uitbreken van den oorlog in Duitsche havens buitgemaakt. Van de <000 Engelsche schepen welke in- en uitvaren met overzeeschen handel, zijn slechts 12 door Duïtschens buit gemaakt. DE „VOR\yaRT8" VERBODEN. Het verschijnen van het centrale Duitsche socialistisch partijorgaan „Vorwarts", is bij beschikking van den militairen bevelhebber te Berlijn, voor drie achtereenvolgend© dogen., ingaande 22 September, verboden. Volgens de N. Rott. had het soc - dom. blad dezer dagen een schets ge publiceerd van de Duitsche Unie en daarbij aanteokeiungcn gemaakt, waaruit men moest opmaken, dat de vooruitgang dor Duitschers eigenlijk eon achteruitgang was geweest UIT MAROKO. De van Eleterberg, (Saksen) afkom stige Duitsche vice-consul Carl Jun ker, wiens standplaats was Saffi in Marokko, bevindt zich met de andere Duitschers van Zuid-Marokko in Fiivmsche krijgsgevangenschap to Sebdoe in d© provincie Oren. DE DUITROI-EE OORLOG S LEEN TNG. Het definitieve resul taat van de in schrijving op de oorlogsloening is, dut \©or 1318 millioen op schatkist biljetten en voor 2071 miUioen op de rijksloening is ingeschreven, te zamen voor 4389 millioen Mark. De Vossisch© Zeitung tracht zijn lozere door een berekening duidelijk le maken wat 4,2 milliard rijksmark beduidt. Toen Duilschland ln 1871 Frankrijk een schatting van 5 milliard oplegde, schudden ervaren financiers liet hoofd, en meenden, dat deze som niet bijeen te krijgen was. Die 5 mil liard waren echter francs ea geen marken, Er Kwam no'g hij 301.4 mil lioen aan rente. Met de 2G0 millioen aan plaatselijke oorlogsschatlingen en de 200 millioen van Parijs was dit to zamen, in marken berekend, 4459 mil lioen. Daarvan ging weer af 2G0 mil lioen markt als vergoeding voor do spoorwegen in Elzas-LoUmringen. Het liedrag, dat thans de inschrijving op gebracht heeft, is dus precies zoo groot, als de schadeloosstelling mits gaders oorlogsschattingen, die Frank rijk in 1871 oan Duitschland heeft moeten betalen. DE DUITSCHERS IN BELGIë. De „Voss. Ztg." verneemt uit' Brussel: Het Duitsche burgerlijke be stuur stekte voor de stad Charleroi, dJe zich overgaf, graan ter beschik- king, om de arbeidende bevolking to kunnen voeden. Een soortgelijke rnaatrecol wordt voorbereid voo'r puttere plaatsen, als Bergen, Hal en andere. HET MOORDPROCES. Pjincip, de gymnasiast, die aarts hertog Frans Ferdinand van Oosten rijk en diens gemalin te Serajewo heeft doodgeschoten, zul met Gabri- nowiis en andere handlangers in November tereentstaau. ltet prucu- zal in t openbaar worden gevoerd, en wel voor den gewonen rechter. Naar uit Agra-tn aan do IvöMische Z&itemg wordt geseind, zijn de pro cesstukken zeer omvangrijk. DUITSCHLAND EN LUXEMBURG. Do Duitsche keizer heeft aan de stad Luxemburg 12000 nik. geschon ken. als tegemoetkoming aan de ar beiders die door den stilstand van de bedrijven broode'oos zijn geworden. PEST Naar het „Journal do Genöve" uit Napels verneemt, is er in verschillen de Middellandsche-Zeehavens pest vastgesteld. Uit Zuid-Afrika. Men weet dat generaal Beyers ont slag nam als legercommandant, om dat hij 't niet eens was met de poli tiek der regeering om Duitsch Zuid- A frik-a aan te vallen. Beyers schreef aan generaal Smuts o.m.: „Wat ook in Zuid-Afrika moge ge beuren, de oorlog zal in ieder geval in Europa beslist worden en zou Duitschland overwinnen en dan be sluiten om ons aan te vallen, dan hebben wij ten minste een heilige zaak te verdedigen. Worden wij aangeval len, dan zal ons volk als één man op slaan om zijn rechten te verdedigen. Bovendien ben ik or van overtuigd, dat een commando van ongeveer 89C0 Duitschers, 2ooals op hol oogenblik op Duilsch gebied staan, niet zoo dwaas zal zijn, om ons land aan te vallen. Ik heb altijd gezegd, en het nog kort geleden herhaald, dal wan neer de Unie aangevallen wordt, Boer ou Brit te zamen dit land zullen ver dedigen en in dit geval zal het voor mij een oe.r zijn, mijn plaats aan. het hoofd van onze defensie-macht in te nomen. Ik aanvaardde het, opperbevel ondier ouze defensiewet, die bepaalt, dat onze strijdmacht slechts gebruikt kan \v orden tot verdediging der Unie en naar mijn bescheiden meening is dat thans niet het geval. De defensie- wet staat ons niet toe, om den vijand over de grens aan te vallen en zoo den oorlog t» doen ontbranden, maar zou de vijand ons land binnendrin gen, dan zal het onze plicht zijn hem terug te drijven en hem op zijin eigen grondgebied te achtervolgen. Genei-aal Botha had het in zijn speech over de hulp, die ons door de Belgen en de Franschen verleend is na den Zuid-Afrikaansohen oorlog. Deze bijstand is dopr ous en door heel onze natie zeer gewaardeerd, maar wij moeten niet vergeten, dat de Duitschera zich ook niet onbetuigd hebben gelaten en ons steeds welge zind zijn geweest.. Waarom zouden wij hen tot onze vijanden maken? Zooals de omstandigheden nu zijn, zie ik geen reden om oen offensieve houding nan te nemen, en daar ik mijn land en mijn volk innig lief heb, moet ik or krachtig tegen protesteeren de defensiemacht der Unie over de grenzen te laten gaan. Wie kan zeggen, wanneer het, vuur, dat dooi- de regeering is aangestoken, uit zal zijin? Om bovengenoemde redenen voel ik mij verplicht, mijn functie van generaal-commandant neer te leggen. Dit is do eenige weg, die mij mijn FEUILLETON iNaar het Engelse h). 18) Zij zijn prachtig, zeide Georg. Ik heb ze nog nooit gezien. Ik zou wol eens willen weten, vervolgde hij met een zucht, of ik ze ooit in inijn bezit zal krijgen. -- Ja, zeide mevrouw Bellamy, niet een zonderlingen blik in haar groot© oogen, als gij u maar steeds door mij iaat leiden, dan zal het eens nog zoo worden. Dit zeg ik u, en ik heb mij nog nooit vergist. Stil, er zal iets gebeuren. Wat zou het zijn liet diner was ufReloojien, -en krach ten* ouderwetse!» gebruik werd he; tafellaken afgenomen, zoodat d© oude tafel van glad gewreven eikenhout, veertig voet lang, terwijl liet hout oen paar duim dik was, voor het oog zicht baar werd. Toen de wijn was rondgediend, be duidde do oude squire de bedienden, om het vertrek te verlaten en na miss Leo iets in het oor te hebben gefluis terd, dat haar dood blozen, stond hij oj> te midden van een doodsche stllte. Kijk eens naar hot gelaat van uw ne?f. fluisterde mevrouw Bellamy. George keek in die richting Philip was doodsbleek en de zwarte oogen glinsterden als gitten togen wit pa pier. Vrienden en buren, onder wie of onder wier vaders ik zoo menig jaar heb geloefd, begon do spreker, wiens slem, al was zij zacht, toch met gemak doordrong tot de verste hoe ken dor zaal, het was, als do over levering tenminste geen onwaarheid spreekt, in ditzelfde vertrek en aan deze zelfde tafel, dat de eenige Cares- foot, dio ooit uit eigen beweging oen toespraak hield na een diner, zich van die taak kweet. Die man was mijn stamvader in den achtsten graad, de pachter Caresfoot, en de aanleiding tot dl© toespraak was voor hem zeer belangrijk, daar het de dag was, dat hij den „Staf der Carosfoots" plantte, den grooten eik, ginds bij hot water, ais een teoken dat daarmee on3 ge slacht was gevestigd. Er zijn eenige ■.ouwen verloopc-n sinds mijn stam vader stond waar ik nu sta, waar schijnlijk ook met zijn hand op de zelfde tafel, waarop ik mijn hand leg, terwijl (hij een gezelschop toesprak, niet zoo deftig en mooi gekleed, maar wellicht niet dat dit een gering schatting is over het algemeen in wendig wol zoo flink als het gezel schap voor mij. Ja. in dien tusschen- tijd is de geringo elk tot een van de zwnar#t© hoornen in het graafschap opgegroeid Het komt mij dus niet meer dan gepast voor, dat ik op den dog, die voor mij even gewichtig is; als voor mijn stamvader de dag was, dat hij den eik plantte, ook evenals hij mijn vrienden en buren om mij heen verzamel onder hetzelfde dak, om hen ln mijn vreugde te doen doe len. liet zal u evenwel wel verwonderen, met welke bijzondere bedoeling Ik u voor dezen avond heb uitgenoodigd. Vreest verzekerd, dat het niet was om u vervelende toespraken te doen aanhooren, of u te spreken over mijn naderend einde, maar wel over een vreugdevol feit. Een wensch, dien ik reeds la-ng heli gekoesterd, is dat ik, alvorens te sterven, het kind van mijn zoon, den kleinen Carefoot, die later mijn plaats zal innemen, op mijn knie zal zien zitten. Dat. zal ik echter nooit zien. Wat ik u heb aan te kondigen echter is dc eerste stap, welke tn die richting kan worden gemaakt, de ver loving van mijn zoon Philip met miss I,ee, de dame aan mijn rechterhand. Kijk eens naar zijn gelaat, fluisterde mevrouw Bellamy haar buurman in, gedurende het rumoer van ihét applaus, dat op deze mede- deeling volgde. Kijk eens vlug. Philip had zijn handen achter zich op zijn stoel gelogd, alsof hij wilde opstaan, en een uitdrukking van zóó hevige woede en angst lag op zijn ge laat verspreid, dat men het, eens ge zien, niet gemakkelijk zou vergeten. Zij was echter zóó vluchtig, dat wel licht alleen mevrouw Bellamy, de eenige van het gezelschap, die hem gadesloeg, het opmerkte, liet volgen- do oOgenJilik lachte hij weer en maak te verscheidene buigingen voor de hem op fluisterenden toon gegeven gclukwenschen Gij allen kent miss Lee, ging de oude squire voort, velen uwer kenden ook haar vader en moeder 7.ij is een gezonde spruit van een Hin ken starn, een meisje naar mijn hart, een meisje dat ik liefheb, en dat allen, die onder haar invloed ko men, zullen liefhebbendeze verlo ving is voor mij het hougelijkste nieuws, dat ik in jaren heb gehoord. Moge God en ook de uienschen zijn voor mijn zoon, wat zij zijn voor Ma- na Lee En nu heb ik geëindigd ik heb reeds te veel van uw geduld ge vergd. Mot uwe toestemming zullen wij geen toasten houden of woorden van dank uitspreken om Philip niet te doen blozen. Alvorens to gaan zit ten, wilde ik oohtcr van u uilen af scheid nemen, want ik hen in mijn drle-en-tachtigst© jaar en gevoel wel, dat ik van u allen er zeer weinigen zal weerzien. Ik wenschte wel, dat ik oen beter buurman voor u allen was geweest, evenals er nog verschillende andere dingen zlin, die ik wenschte te vervallen nu hel te laat is; ik hoop echter, dat eenigen uwer nu en dun vriendelijk zult oordeelen over den man, dien gij „Devil Caresfoot" hebt genoemd. Ik wil nu drinken op mijn zoon Philip en zijn toekomstige bruid, Maria Leo. Het gehoelo gezelschap stond op, als door eene ingeving bewogen, en allen ledigden slaande hun glus zóóveel gevoel had de oude squire in zijne woorden geleerd, dat de oogen van sommige gasten niet droog waren ge bleven. Daarna verwijderden zich de da mes, onder wie de arme Maria, die natuurlijk onthutst was bij do onver wachte en in sommige opzichten voor haar zeer ongewenscht© bekrachtiging van haar verloving. In de receptiekamer werd zij zóó met gelukwenschen overstelpt, dat zij ten laatste besefte, eene dergelijke be tuiging van den kant der mannelijke gasten niet meer te kunnen aanne men, zoodot zij haar rijtuig liet voor komen en kalm naai- huis reed, om daar op haar gemak over het gebeur de na te denken. Philip kreeg ook zijn deel van de gelukwenschen, die hij zoo good mo gelijk beantwoordde, want li ij bezat don moed niet om zijn toestand bloot te leggen. Hij gevoelde, dat zijn vader hem volkomen in zijn macht had, dat f niets aan. waa ta doen. zoodai hit. pliohl, geloof en eer tegenover oWs volk voorschrijft. Ik heb steeds ea- naar gestroofd mijn plicht I© dóen volgens mijn in nigste overtuiging, ©n hot grieft mij die-p, dat het aldus moet eindigen". Generaal Smuts antwoordde o.a.: „Zoover het ons zelf aangaat, onze kust wordt bedreigd, onze mail-booten aangehouden, ea onze grenzen zijn door den vijand overschreden. Dit laatste gebeurt, zooals gezegd, niot op vrijwillige manier on mol een ver ontschuldiging, welk laatst© in leder geval nooit aan do regeering werd aangeboden. Ondor deze omstandigheden is liet dwaas to spreken over aanvallende actie van do zijde der Unie, daar wij zien, dal te zamen met het Britsche rijk wij tegen onzen wenschen en wi' in, en geheel ter zelfverdediging in dezen oorlog getrokken zijn. Ge spreekt over plicht en oer. Mijp. overtuiging is, dat het volk van Zuid- Afrika in deze omstandigheden, nu de regeering in deze donkere dagen, nu de regeering zoowel als het Zuid- Afrikaanscha volk tan hoogste op de proef goste'd worden, een duidelijker opvatting heeft van plicht en eer dan van uw brief en daad afgeleid kan worden. Voor het Nederlandsch spre kende element in 't bijzonder, kan ik niets noodlottigers en vernederender vinden, dan een politiek van trouw met den mond in mooi weer en van neutraliteit en pro-l)uitsche gevoe lens in dagen van storm en nood liet kan zijn, dat onz© binnenland- sciie financieele condities een grens zullen stellen aan wat wij kunnen doen, maar niettemin ben ik over tuigd, dat het volk de regeering zal steunen om het manilaat van het parlement uit te voeren en op deze wijze, die de eenige wettige is, hun plicht tegenover Zuid-Afrika en liet rijk zullen vervullen en hun duur-go- kochte eer voor de toekomst zonder smet te handhaven. Uw ontslag-aanvrage is hierbij in- gewiUied Zooa-s we reeds in een deel onzer vorige oplaag meldden zal generaal Botha a'1? opperbevelhebber de ope raties tegen de Duitschers in Zuid- Wcst-Afrika leiden. Uit Lichtenberg (Transvaal) wordt geseind: Op oen vergadering van Boenen, waar Bey&re en D© Wet hot woord voerden, ontplooide één der aanwezigen een oude V-.ijrtaalscho vlag. Do voorzitter, Kemp, die Zaterdag j.L zijn ontslag had ingediend als commandant, veïaooht onmiddellijk, dat de vlag verw ijderd zou worden. Beyers zeide naar aanleiding van. het ontplooien van de vlag onder al gemeen© Loegejuichingen: „Wij heb ben mot dcrgclijken onzin niets te ma ken." Toen werd do ontslagbrief van Beyeas voorgelezen en daarop hield deze een rode, waarin hij o.a. zeide, dat het voik van Zuid-Afjika, als de tijd ervoor gekomen zoude zijn, zijn geliefd land als één man tegen de Duitsohers zou verdedigen. Uit dsn UriH van een otfieler-aTialBur. (Uit do TSglicbe Rundschau). Eergisteren, op een praciitigen morgen, maakte ik te St. Avoid mijn eerste oonogsvlucht on kwam juist op tijd, daar de s lag bij Chateau Sa line en Brehain in vollen gang was. Onze artillerie beschoot heftig d© po sities van do Frarschen; hier en daar brandde het in de dorpen. Groote co lonnes infanterie trol ken langzaam van den straatweg af in de velden en marcheerden uitzwei incsnd naar do dorpen. Overal vertoonden zich do kleine rookwolkjes van springendo granaten en slirapnells, die, zooals wij dien volgenden dag zagen, hunne uitwerking niet misten. Zóó verdiept waren wij in liet gruwelijk schouw spel, dat wij aanvankelijk niet gelet hadden op een grooten tweedekker boven ons, die nu in .steile glijvlucht op ons afkwam; reeds maakte ik mij schietvaardig, toen het toert el weer bijdraaide c-n ais een Duitsch door ons herkend werd: het was een ma chine van een der zuidelijke korp sen. Nadat wij lang genoog boven den vijand gekruist hadden, keerden wij om en toon Loste d© vijar.deliijko artillerie schot na schot o.p ons. Mijn machine werd eenige malen dolzin nig heen en weer geslingerd door den luchtdruk van de barstende gra naten. maar getroffen werden wij niet Wij landden heelhuids op ouze plaats en gaven onze berichten af. naar het uiterlijk te oordeelen, zich door de kalmte der wanhoop liet l>e- heerscheu. /Vis zijn dischgeimoten echter hadden kunnen zien, hoe haat, vrees eu woede in zijn borst rondwocl- den terwijl hij daar zat te praten en den portwijn van zijn grootvader dronk, dan zouden zij, en met recht, zee'- verbaasd zijn geweest. Eindelijk was het diner geëindigd en na van den laatst vertrekkonden gast afscheid te hebben genomen, bleven de oude man en zijn zoon al leen achter in de verlaten receptie kamer. Pliilip zat aan een tafel met zijn gelaat iu de hand verborgen, ter wijl zijn vader bij hel wegsmeulendc haardvuur stond en zenuwachtig met zijn oogglas op den schoorsteen mantel sloeg. IIij was de eerste, die de zeer pijnlijke slilt© verbrak. Wel, Philip, hoe vondt gij mijn toespraak 7 Aldus aangesproken lichtte de zoon zijn gelaat op het was zoo bleek als een doek. Op wiens gezag? vroeg hij in een schor gefluister, hebt gij niijn verloving met miss Lee meegedeeld? Op mijn eigen gezag, Philip. Ik heb het vnu u beiden vernomen, dat gij verloofd waart, en ik wilde niet, dat het nog langer een geheim zou blijven. 'Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 6