BUBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
DE BOOSDOENERS.
lie J&irgftng
ZA.THHDAG 17 OCTOBER 1«U;
N« 9668
DE ZATERDAGAVOND
MAASSIM MOKAO «oar
fi.20 Pili 8 MAANDEN
CP 10 CENT PER WEEK,
APMTCSI KAÏÏH OROOTE HOUTSTRAAT SS.
DRUKKERIJ ZU1DER BCrTEHSPAARSB 6.
IN HAARLEM'S DASBLAO ZUN
AOVESrmimi DO£LYRESF£Nü.
ONZE A1S60NOE3
WCSCcTJ CPGSMETSt*-
tiaarlemsche
Handelsvereeniging
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij KouinkL besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909, No. 52.
Bureau; Jansweg 11, geopend alle
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt met het doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handal of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van üxfermatiën en het incassee'ren
van dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden
taald, terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pet. pro
visie wordt geheven.
In Januari en Februari 1914 zijn
vorderingen tot een bedrag van
i 1203.81 betaald; 32 vorderingen v
den afbetaald, 17 vorderingen zijn
uitgesteld.
Bovendien hebben de loden het
recht op het hun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de heeren
Mrs. Th. de Haan Hugenlioltz en A.
H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewenscht ook in proceduren en
faillissementen, gratis voor hun op
treden, natuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den handel of het
bedrijf der leden.
Bij eike vordering der rechlsgeloer
den in handen gesteld moet 10 cent
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen de>r langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
wo-den betaald. H.IL rechtsgeleer
den hebben het recht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
noodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich
tlng; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend
terwijl voor information op buiten de
stal wonende personen f 0.60 pLm.
5 ct portovergoeding moet worden
betaald.
Aan net kantoor Jansweg 11 zijn
coupons 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken Stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over.de adres
sen van hier ter stede op het bevol
kingsregister ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legltiwutiekaarten, waarop zij
persoonlijk informatiön kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl. Infor. en Schuldinvordering-
bureaux en Handelsvereemigingen
aangesloten vereenigingen.
Deze informafcièn worden gratis ver
strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven. Is een nader onderzoek noo
dig, dan bedragen de kosten daar
van 20 cent.
Nieuwe leden voor 1914/15 kunnen
nu reeds tot de vereeniging toetre
den en genieten alsdan tot 1 Mei
e.k. alle voorrechten als een gewoon
lid.
Het is noodg er nog eens nadruk
kelijk op te wijzen dat goed infor-
ineeren, vooral naar nieuwe cliën
ten eene bepaalde noodzakelijkheid is
geworden, waar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzende gemeenten komen ves
tigen. Onder alle k o r e n is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 18
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van nomen van per
son en omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on
geschonden moet blijven en die als
waarschuwingsmiddel uitstekeinde
diensten bewijst
Waar eene vereeniging, die baren le
den al deze voordooien en gemakkeu
aanbiedt slechts f 3.50 jaarlijkse he
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden eiacb te noemen, te
meer daar ai het opgenoemde niet
het eenige is wat de Haarlemsohe
Handel vereeniging doet; steeds heert
zij een open oog gehad voOr alle za
ken, die haTe leden in 't bijzonder en
onze gemeente in 't algemeen betrof
fen en altijd heeft zij daarvoor ge
sproken.
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, al
leen dient nog vermeld, dat het hare
bedoeling is, in deze richting krnah-
tig voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie commissiën gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met hot Informatie- en Incasso wezen,
eeno met algemeene Middenstandshe-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zomen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier:
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot stand brengt verdient uw sym
pathie en de contributie, f 3.50 per
jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe
sterker zij is in ledental, des te meer
kan de Haarlemsohe Handelsver
eeniging doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
He» Rijke Natuurleven
GROOTHEID EN VERVAL,
liet verval in de natuur is begon
nen. De enkele nachtvorsten in lvet
begin dezer week hebbein een aanva!
op de bladeren gedaan en aan het
o economische werk van sommige hoo
rnen, het onttrekken van do lualrie
Voedingssappcn aan de blad schijven,
ia plotseling vrijwel een einde geko
men. Niet bij allen. Ileel wat hoornen
staan nog in het frissche groen van
den zomor en het groote kleurenspel
in het najaarewoud is nog in vollen
gang. De walde wingerd geeft gloe i
en loven en de beuken p: ijken met
mengeling van tinten, maar iedo-
ren morgen wordt de kiude'rregen
dichter en het is vaak uren achtereen
een gestaag neerdwarreleu van afge
werkte schijfjes, die nog wekeh lang
rullen dwalen, duizenden en duizen
den bijeen.
De somberheid en de weemoed gaan
heerschen in tuin en boscii, op de w ei
den en de velden en slechts als de zon
haar stralen over het landschap giet,
heeischt er zomer&che vroolijkheid.
De natuur ondervindt den invloed
van do geheimzinnige macht, die
maanden achtereen veel gebonden
zal houden.
Maar het leven blijft sprankelen
alom en slechts voor hem, die zich
met eon algemeen en andruk verge
noegt, kan ör van een doode natuur
sprake zijn.
Neen, tot in het. hartje votn den win
ter zal er hier en daar vreugde en
vroolijkheid en nieuw opbloeien zijn.
Eeuwig jong is de plantenwereld,
want waar de eene vegetal,e tot rust
wordt gedoemd, na maanden van in
tens werken, daar komt een andere in
al haar kleur en haar gloed voor den
dag en ook de schijnbaar doode plan
ton hebben de kiem van vernieuwd
leven in het volgend voorjaar in zich.
De herfs tasters kleuren den. tuin
nog met haar paarse bloemen.
Honderden knopjes kwamen in Au
gustus al tot ontwikkeling, duizend
tallen volgden in September en tot
November blijven deze sterke planten
haar levendige kleuren ipeftigen in
het najaarskleed, dat al zoo rijk is
aan. nuances.
Zij leven dius nog het Volle, rijke
leven, maar op den bodem, onder de
nog bloeiende takken, hebben zich al
nieuwe ui bloopers ontwikkeld, rood
bruin» stengeltjes met donker groene
bladeren. Dat moeten sterke weef
sels zijn. Alles zullen zij moeten
trotseeren. herfstregens, najaarsstor
men en nijpende w interkoude en toch
zijn ze in het- volgeud voörjaar klaar
om hun zware taak te beginnen, m
een paar weken groeien ze ruim een
meter en do nu vastgelegde kracht in
de onderaardse)!» plantend eek-n blijkt
bijna oppermachtig te zijn.
Zonder eenig prachtvertoon, schrom
pelen. de blaadjes van de hazelaars
ineen.
Eerst worden de randen bruin en
perkamentachtig hard. Daarna ver-
loeit langzamerhand liet groen»
middenschijfje, maai" als het heele
blad gekleurd is, vertoont het nergens
den goudgloed der beuken, het leven
is voorgoed verdwenen, traag dwar
relen de blaadjes naar den grond en
lange,, dunne twijgen steken spichtig
omhoog.
Maar dun plotseling is de hazelaar
al haai" m:stroostigheid kwijt, plot
seling zieu we de duizenden groene
katjes hangen, klein nog, maar frisch
getint en de plant, di» in do kleureix-
liannonie van het herfstlandschap
niet meetelde, spreekt lang voordat
de groot» natubr tot rust is gekomen,
an nieuwen opbloei in de lente. De
nu nog kleine katjes zullen al ra Jar
nuari, dat is over tien of twaalf we
ken, het naderend voorjaar inluiden.
Zij zullen de eerste zijn der groot»
planten, die het bloeitijdperk begin
ton.
Hun lentefeest volgt bijna, onmid
dellijk op het korte tijdperk vau ver-
al in dezen tijd en tegelijk met de
vruchten hebben zich de nieuwe
bloeanpakjes ontwikkeld.
Een heel ander beeld vormen de
eenjarige planten. Daar staat de zon
nebloem met gebogen kop en neerhan
gende bladeren.
De groot» bloemhoofd]cs, de eerste,
die met een gele zonneschijf pronkten
éa waaraan de plant het grootste
deel van haar verzamelde krachten
heeft gegeven, zijn nu zoo zwaar, dat
zij de stengels omlaag doen buigen.
Zij maken van de planten een beeld
an vervuilen grootheid, zoo fier en
krachtig nog, enkele weken geleden,
io zwak en machteloos nu.
Langzaam sterft de plant af. Zij
blijft geven zoolang zij kan.
Als boven aan dcïi top alle bloei
Voo'rbij is, ontwikkelen zich benetien
aan de zijtakkan nog steeds nieuwe
knoppen. Maar de stralende zonnen
worden kleiner, de Sccngela dunner
en eindelijk maakt de winter een eind
aan alles. Dat juist, wat de vaste
planten zoo geliefd maakt in het na
jaar, missen de eenjarige planten.
De eerste vervallen, maar bloeien
bijna gelijktijdig weer op, terwijl de
een jarigen slechts in hun zaden blij
ven voortleven. Ieder jaar moeten zij
weer met een ndetig cellencomplex
beginnen.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS.
B. te II. Over het nut dor Latij'nsche
namen ben ik liet geheel met u e
Maar mijn artikelen beoogen in de
eerste plaats populair te zijn en dan
hinderen de Latij'nsche nomen lu&-
sclien den tekst wel eens wat b:j het
vlotte lezen.
Intussclic-n lijkt het ook mij w»l
goed, daar den wctensehappelijken
naam te gebruiken naast het Neder-
iandsch, waar verwarring voor de
hand ligt.
Rubriek voor Vrouwen
OVER EEN SOORT HUISMIDDE
LEN IN VROEGER EN TE-
GBNWOORDIGLN TUD.
In vervlogen tijden wc-rden er tal
van dierlijke stoffen aangewend ux
de geneeskunde, votfr een deel na
tuurlijk berustend op een kras bijge-
looL Maar ook kwam er ervaring Dij
men probeerde op goed geluk alle
mogelijke middelen, tegen alle moge
lijke ziekten; werd de meusch nu na
het aamvenden van liet middel ge
zond, wehiu dan was hij er door
In het algemeen is het aantal ge
neesmiddelen aan de dierenwereld
ontleend, verbazend groot; zoodat die
m deze apo'Jieek een voorname rol
ulde: Zoo verdreef men bijvoor
beeld podagra en rugpijn door het
eten van gebraden ooievaars, ook
jonge zwanen bewezen in dit geval
goede diensten.
Ia de apotheken ran de zeventiende
eeuw waren te bekomen: „gebrande":
koekoek, zwaluwen, winterkoninkjes;
de binnenste huid van hoendermagen,
de hersens van musschen, „duiven-
drek", patrijsveere», schalen der
broedeieren van hoenders en struis
vogels, vogelvet en nog honderd an
dere dingen, die in de ofCciede lijs
ten niet genoemd werden.
Zoo verkreeg men aileen van den
gier, behah» liet vet, ook het vleesch,
de hersens, de gal, de veeron, en
den mest; van den uil: vleesch, gal en
rat; van den kraanvogel ook vooral:
het mdrg uit de pooten!
w at de apotheek niet leverde,
bezorgde de vogelhandeiaar; b.v. all»
soorten kleine levende vogels. Wie
aan geelzucht leed hud maar eenige
malen een koolmeesie met gele borst
te zien, het vogeltje trok de ziekte
tot zich en de patiënt was er van be
vrijd, zoo heetve het. De genezende
kracht moet 'm hier in de kieur heb
ben gezeten want dezelfde diensten
bewezen ook: de geelgors, de kanarie
eax de kruisbek. Op dezen laatsten vo
gel vooral werd ui een dergelijk geval
hooge prijs gesteld, omdat die immers
zijn eersten rui, reeds zijn Bchoon
rood kleed, met een onaanzienlijk
geel verwisselt, en daardoor blijk
geeft, dat de ziekte op hem is over
gegaan. Bekend is het ook, dat deze
vogel jicht, rheumatiek en water aan
trekt, de zieken worden gezond en de
vogel moet sterven. Zelfs hei water
waarin de kruisbek gebaad heeft, is
goed tegen jicht en krampaandoe-
n in gen. Niet zelden ïnxmers sterft de
kruisbek onder krampachtige ver
schijnselen, reeds na korten tijd in
de gevangenschap; an de knobbelige,
ziekelijke zwellingen aan de pooten,
'toon en duidelijk, dat de jichtknob-
bels op hem zijn overgegaan.
Ook de duiven weren ziekten af: de
Tortelduif in Oldenburg de tering en
duivenbloed verdrijft in Silezië wrat
ten.
In ons land is het ook tegenwoordig
nog gebruikelijk, om kinderen ran
den dauwworm te genezen, door een
paar tortelduiven boven de wieg te
hangenI
De ziekte gaat op de duiven ovc-r,
waardoor deze sterven, zoo luidt
het bijgeloof!
Bij hoofdpijn moest een hein helpc-n;
vooral geen zwarte, men sneed ze
nog levend, langs den rug midden
door en stortte ze, met Moed en in
gewanden nog warm, den patiënt
over heit hoofd.
In Bohemen gaat eien koortslijder
'óór zonsopgang naar het bosch,
neemt uit hel nest van een boschsnip
een jong en houdt het drie dagen bij
zich; dan gaat hij naar het bosch
terug en laat den vogel vliegen: die
neemt de kooris dan mee! Makkelijk
lijkt ons dit middel niet, want een
houtsnip-heeft men maar niet dadelijk
bij de hand, en hoe kan het beestje na
drie dagen vliegen?...
Imusschen is ei" zeker geen beken
de vogel waarvan heit vleesch niCo hij
de een of andere ziekte gegeten werd;
bijna geen waarvan men de gebran
de asch niet in water of wijn heeft
ingenomen!
Een uilengebraad was goed voor
melancholische cn bedroefde men-
.sclren; wie nachtegalen at wérd
waakzaam als de vogel zelve; nog be
ter is het echter, hun vleesch o.' de
oogen in een lederen zakje hij zich te
dragen, eersL wanneer men den aniu-
t weg neemt, valt men in slaap!
Men geloofde, dat eksters leden
m epilepsie, waarom ze deze kwaal
bij uieuschen genazen.
Maar niet alleen de gehvele vogel,
ook enkele deelen van liet vogelli
chaam werden tegen allerlei ziekten
aangewend: De walm van gloeiende
pauwemveeren heelde Toode, tranen
de oogen. Zwanenveeren bewezen
goede diensten bij koliek.
De ronde spiegeioogen van de pauw
werden to'i poeder gestooien en daar
van garf men teringlijders eiken mor
gen drie messpitsen in een zacht ge
kookt ei. Van d» andere uiterlijke
deelc-n van het vogellicluuuii gebruik
te men weinig; dus rullen we het bij
genoemde voorbeelden maar laten!
MARIE VAN AMSTEL.
Amsterdamsche Kout
144.
De arme Belgen.
Het is niet dan met eenigen schroom
dat ik uw aandacht een oogenblik
durf vragen voor de arme uitgeweken
Belgen, en voor de wijze, waarop ze
in de hoofdstad ontvangen en ver
zorgd zijn. Hun nood en misère te
schetsen, met woorden te pogen een
beeld te schilderen van <le ellende
der arme onterfden, verdreven van
huis en haard, ik zal het niet doen.
Mijn lezers hebben trouwens mot
eigen oogen de droeve stoeten vluch
telingen gezien. En was Haarlem
en het mag er trotsch op zijn niet
de eenige gemeente in ons land, die
voorbereid was op de komst, en uitge
bloeide maatregelen getroffen had?
Waarmede goede resultaten werden
bereikt, totdat.... de geweldige stroom
ook hier te groot werd.
Amsterdam heeft op den stroom
vluchtelingen niet gerekend. Wij
zijn hier door de invasie overvallen.
Maar spoedig is hier een uitstekend
werkende organisatie tot stand geko-
men en de Belgen vinden hier een ver
zorging, die tot de opmerking leidt,
dat alweer Amsterdam het hart is
van Nederland.
Maar met dat al, toen Woensdag
nacht de eerste stroom stamverwante
stakkerds aan het Centraal Station
kwam, was het een geweldig tobbeu
en onderhandelen en redeneeren en
peinzen, eer de menschen onder dak
waren.
Ik was bij die nachtelijke ontvangst
tegenwoordig.
Om twaalf uur ongeveer was hier
bekend, dat Belgische vluchtelingen
zouden komen en een uur later rolde
de trein binnen. Hoeveel het er zou
den zijn, men w ist het niet. Waar ze
een onderdak zouden moeten vinden,
men had er eenvoudig geen begrip
van. Het waren er een driehonderd
(ongeveer, met hun kisten en koffers
en, soms ook, met hun allerschamelste
bagage. Met de allergekste dingen als
kostbai» schatten tegen zich aan ge
klemd. Er waren er velen, gelukkig,
die familie en vei'wauten konden op
zoeken. Maar met de bonderde ande
ren zat men geweldig verlegen. Er
werd getelefoneerd naar links e:i
rechts. Er werd schifting gemaakt
tusschen de Hollanders, die uit Ant
werpen naar het moederland kwa
men, en wesch-eelite Belgen.
De eerstgenoemde categorie werd
in eeu hotel opgenomen, waarbij de
Bond van Orde het risico der betaling
droeg, en laatstgenoemde categorie
bleef na den angst en de ontberingen,
na de vermoeiende i-eïs, eenvoudig op
het statioji overnachten, waar een
eerste klas9e wachtkamer voor hen in
gereedheid werd gebracht. Het was
een droevig gezicht, die hulpelooze,
verbijsterde menschen, die niet w isten
waarheen en aan wie ook niemand
zeggen kon waarheen....
Gelukkig zijn toen onmiddellijk de"
noodige maatregelen getroffen, zoo
dat men voorbereid was toen de groo
te stroom kwam. in de dagen daarna
en vooral op Zaterdag. De menschen
zijn gehuievesi in alles wat woon
plaats bood: de goederenbeurs, de
effectenbeurs, het bijgebouw van „De
Bijenkorf", goederenloodsen aan de
IJkade, beurs voor den diamanthan
del, diamantslijperijen der firma's
Asscher en Van Dam, passanten-hui?,
Artis, scholen, en nog veel meer. Lr
zijn karrevrachten stro» aangebracht
en vrachtauto's vol dekens. Levens
middelen bij geweldige hoeveelheden.
Het is eon verblijdend feit, dat gul
en hartelijk de broeders en zusters
uit het arme Belgenland hiel ontvan
gen zijn. Roerende voorbeelden van
medelijden en echt mooi uienschelijk
hulpbetoon zijn te vermeiden. Zoo
zag ik een naar Amsterdam gevlucht
Belgisch machinist, die zoo zielig
doelloos en zwervend door de stait
liep. Een Hohandsch werkman ziet
hem op een grooten afstand reeds
aankomen. Hij tast in zijn zak. en on
gemerkt stopt hij hei gekt dat hij te
voorschijn had gehaald den Be'g tu
de hand. Waren het verwante zie
len? Zoc onbemerkt als de gever zijn
gave afstond, zoo onbemerkt ontving
de bewtidadigde het. Wie niet heet
scherp, bijna opzettelijk had toege
zien, had er niets V&n bcepe-js^d. Op
dien eersten nacht heb ik i;ioand ge
zien, die een groot gezin van hem
FEUILLETON
(Naar het Engelsch).
38)
Angela's blos had nu plaats ge
maakt voor een doodelijke bleekheid,
en met koele verachting antwoordde
zij
Ik geloof niet, dal gij goed be
grijpt, wat een meisje gevoelt ten
minste wat ik gevoel, want ik ken
geeu andere mcisjee. Misschien zou
liet nutteloos zijn voor mij om to
trachten het tc verklaren. Ik zou lie
ver blind willen zijn, dan mijn oogen
te gebruiken tol zulk ecu schandelijk
doei.
Angela, zeide haar vader, zoo
toornig als zij hem nog nooit gezien
had, Iaat ik u zeggen, dat gij een
dw aas kind, nog erger, eene belemme
ring zijt. Uw geboorte, voegde hij
er bitter bij, beroofde mij van uw
moeder, en het feit, dat gij een meisje
waart, beroofde onzen familietak van
zijn rechten. Nu gij groot zijt gewor
den, wilt gij liever aan uwe grillen
voldoen, dan mij helpen bij liet ver-
wezenlij keu .van de eenige hoop,
waarvoor ik leef, door eene onbeteo-
kenende handelwijze, die niemand zal
schaden. Ik heb u volstrekt niet ver
zocht, een verkeerd© daad te ver
richten, Ja, ja, dat had ik kunnen
verwachten. Tot dusverre hebben wij
elkaar niet dikwijls ontmoet,, en hoe
minder wij elkaar voortaan spreken,
des te beter.
Gij hebt het recht niet, op die
wijze tot mij te spreken, gaf zij ten
antwoord, met fonkelende oogen,
ofschoon ik uw dochter ben, en het. is
laf om mij mijne geboorte, mijne sekse
en mijne afhankelijkheid te verwijten.
Ben ik voor een van die dingen ver
antwoordelijk Maar ik zal u niet
langer tot last zijn. En wat betreft de
rol, die gij mij wilt laten spelen, en
waarover gij zoo luchtig denkt, vraag
ik u, of mijne arme moeder er in zou
hebben toegestemd, dat haar doch
ter...
Bij deze woorden stond Philip haas
tig op, en verliet de kamer en het
huis.
Zij is dezelfde als haar moeder,
dacht hij bij zich zelf, toen hij liet
huis den rug had toegekeerd. liet
had Hilda zelf wel kunnen zijn, maar
zij is twee maal mooier dan llilda. Ik
weet nu reeds, dat ik weer een slech
ten nacht zal doorbrengen. Op de een
of andere wijze moet ik haar echter
kwijl raken, want ik kan haar niet
in mij no nabijheid duldenzij herin
nert mij dagelijks aan dingen, waar
aan ik niet mag denken, en als zij mij
aanstaart met haar groote oogen, dan
is het mij, alsof zij door mij heen
ziet. Ik zou wel eens willen weten, of
-ij de geschiedenis van Maria Lee
kent
En daarna deze gedachten uit zijne
hersens bannende, dat wil zeggen, hij
trachtte liet te doen, begaf hij zich
dwars door het veld naar Isleworth
Ilall, een groot wit steenen Jiuis, in
den stijl koningin Anna, dat ongeveer
op een afstand van twee mijlen van
Abhey House lag verwijderd. Bij zijn
komst vroeg hij naar zijn neef George
en werd onmiddellijk binnengelaten.
De jaren hadden grooter invloed
gehad op George dan op Philip, en
ofschoon er in zijn vuurrood haar
nog geen sporen van grijs waren te
ontdekken, toonden de met bloed
doorloopon oogen, en de rimpels on
der de oogen, om niet te spreken van
het bijna onmerkbare maai- voortdu
rende trillen van zijn handen, dat
li ij een man was van ver in den mid
delbaren leeftijd, die veel van het le
ven had genoten. De tijd had de uit
drukking van zijn gelaat nog onaan-
geuamer en alledaagscher doen wor
den.
leder jaar waren de karaktertrek
ken der Carcsfoots meer en meer uit
zijn gelaat verdwenen. George Cares-
foot zog er volstrekt niet uit als een
heer, hetgeen bij Philip zeer zeker wel
het geval was.
Gij sclxijnt niet geheel wel te zijn,
George. Ik vrees, dat uw reizen u geen
goed heeft gedaan.
Waarde Philip, antwoordde
zijn neef met matte en gemaakte stem,
als gij gelceld hadt zooals ik ge
durende de laatste twintig jaar heb
geleefd, dan zoudt gij ook wel anders
zijn. Ik heb het er goed van genomen,
maar mij nooit ontzien, en dat is ecu
groote fout van mij geweest, en een
van de ergste gevolgen nu is, dat
uïets meer mij aantrekt.
Dau moet gij deze bezitting ver-
koopen en een huis in de stad gaan
bewonen dat zal beter voor u zijn.
Dat kan ik wel doen zonder dit
landgoed te verkoopen. Het is vol
strekt mijn plan niet om het te ver
koopen inderdaad, niets zou er
mij toe kunnen bewegen dal tc doen.
Den een of anderen dag ga ik nog
trouwen, er; wil het dan nalaten aan
oen toekomstigen Caresfoot, maar ik
beken, dat het tot dusverre nog niet
mijn plan is, dat te doen. liet is een
dwaasheid om te huwen. Een verstan
dig man moest nooit trouwen. Neem
u zelf eens tot voorbeeld, beste Philip,
en bedenk eens, waar uw huwelijk toe
heeft geleid.
In ieder geval tot uw voordeel,
antwoordde zijn neef bitter.
Juist, zeide George. Zij Is
mijn persoonlijke weldoenster ge
weest, en ik vereer haar dus op
een afstand. Maar van uw huwelijk
gesproken, d:t doet mij denken aan
uw dochter. Bellamy heeft mij ver
teld, dat uw dochter Angela (als ik
een dochter had, dan noemde ik haar
liever Diabolo, dat past beter voor een
vrouw) buitengewoon mooi is. Breng
haar eens hier, opdat ik haar eens
kan zien.
Daarover kan ik niet oordeelen,
maar gij zult spoedig in de gelegen
heid zijn, er zelf een oordeel over te
vormen dat hoop ik tenminste.
Mijn plan is om morgen met Angela
hier een formeel bezoek te komen af
leggen.
Dat ie goed. Zeg aan mijn schoo-
ne nicht, da! ik stellig thuis zal zijn
en mij, figuurlijk gesproken, er op
zal voorbereiden voor zooveel lieftal
ligheid neer te knielen. Wat ik nog
zeggen wil, er schiet mij nog iets te
binnengij hebt toch zeker wel ge
hoord van Bellamy's, of liever vau
mevrouw Bellamy's voorspoed?
Neen.
Wat nog niet Wel, hij is nu
„Sir John Bellamy knight".
Werkelijk Hoe is dat mogelijk
Gij herinnert u nog wel de ver
kiezing van zes maanden geleden
O ja Mevrouw Bellamy dwong
mij letterlijk, tegen mijn persoonlijk
verlangen, om te stemmen.
Juist. Welnu, de geschiedenis
was zoo. Toen de oude Prescott stieri
kwam Showers, het lid van liet gou
vernement, die zijn zetel had verlo
ren, haastig hierheen om weer te wor
den gekozen. Hij had ecliter sir Percv
Vivian tegenover zich. Bellamy trad
op als agent van Showers, die minis
ter is van het kabinet, maar lxij zag
heel spoedig in, dat deze tegenover
sir Percy Vivian geen kans had.
Dank zij den invloed van mevrouw
Bellamy, trok laatstgenoemde zich
nog bijtijds terug, waarvan het ge
volg was, dat Showers werd gekozen.
Binnen drie maanden was Bellamy
sir John Bellamy, quasi voor zijne
diensten, bewezen aan Roxham ail
gemeenteklerk. Hoe onze vriendeu
dat hebben bewerkstelligd, Is mij eea
raadsel.
Zullen wij buiten niet wat gaan
wandelen*, het is een mooie avond
voor den 30sten April. Morgen is he'
de 1ste Mei, een dag, dien wij beidci
nooit zullen vergeten.
Bij deze toespeling huiverde Philip
maar zeide niets.
(Wordt vervolgd.)