DE EUROPEESCHE OORLOG.
DË BOOSDOENERS.
TWEEDS BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 30 OCTOBER 1914
OP Westelijk
Oorlogsveld
liet Franse h o communiqué
luidt
.,De geallieerden zijn Woensdag op
verschillende punten vooruitgegaan,
meer in het bijzonder rondom Yperen
en ten zuiden van Atrecht.
Uit de streek tusschen NIeuwpoort
en Dlxmuiden valt niets nieuws te
melden.
Tusschen de Aisne en Argonne heb
ben do geallieerden zich meester ge
maakt van cenige loopgraven dei
Duitschers. Allo aanvallen, die de
Duitschers hier op oen of ander punt
deden, mislukten.
De Franschen zijn ook vooruitgeko
men in het woud van Apremont."
Het B ri ts eh e gezantschap te
's-Gravenhage maakt de volgende
Fruusche mededecling uit Carnavon
bekend
„Er heeft een algemeene opmarsch
van de bondgenooten plaats langs het
geheele front, maar meer in het bij-
zonrter aan dé uiterste linkerflank. De
Duitsche verliezen zijn aanzienlijk. De
Belgische regeering seint naar het
Belgische gezantschap te Londen, dat
do toestand aan de Yscr en bij Yperen
zeer geruststellend is. Bet vuren van
de Duitschers is tot zwijgen gebracht
door het geschut van de vloot.''
Zooals we Donderdagavond reeds
•op ons nieuwsbord voor ons bureau
bekend maakten, meldde het Duit
sche hoofdkwartier o. a.
„De Duitsche aanval ten Zuiden
van Niemvpoort wint langzaam veld.
Bij Yperen blijft de slag onbeslist.
Ten Westen van Rijssel maakten
Duitsche troepen goede vorderingen.
Er zijn verscheidene versterkte stel
lingen van de geallieerden genomen.
Zestien Engelscho officieren en
meer dan 300 man zijn gevangen ge
maakt vier kanonnen zijn genomen.
De tegenaanvallen der Engelschen en
Franschen werden overal afgesla
gen.
Een voor de kathedraal van Reims
opgestelde Fransche batterij met een
artillerie-waarnemingspost op den
toren van de kathedraal moest onder
vuur genomen worden.
In het Argonnerwoud zijn de ge
allieerden uit verscheidene loopgra
ven verdreven. Daar zijn ecnige ma
chinegeweren buitgemaakt.
Ten Z.O. van Verdun is een hef
tige aanval der Franschen afgeslagen.
Bij den tcgen-aanval braken Duitsche
troepen tot in de hoofdstelling van
den vijand door, die zij in bezit ma-
men. De Franschen leden zwaro ver
liezen.
Ook ten O. van de Moezel zijn alle
aanvallen van de geallieerden, die op
zichzelf tamelijk weinig te beteekenen
hadden, afgeslagen."
Do „Daily Ghron." verneemt van
Dinsdag van de Yser, dat zeer aan
zienlijke versterkingen op weg waren
naar het 'egcr van den hertog van
Wurtemberg. Deze troepen rukken op
in Zuidwestelijke richting van Brug
ge. Do bedoeling der Duitschors
schijnt dus te zijn niet een poging te
doen om langs de kust naar Duinker
ken en Galais op te ru'kken, maar al
hun kracht samen te trekken op de
linie DixinuidenY'peren, ten einde
a'dus Boulogne te bereiken. Het heet
dat de Duitschers hier zoo noodig
350000 man zu'len samentrekken.
Van 't Oostelijk
Oorlocs'.ooneel
't Is thans zeker, dat de Duitschers
op een deel van het oorlogsfront, na
melijk nabij Warschau, een nederlaag
geleden hebben.
Na uit de stellingen, die zij bij War
schau en Iwangorod innamen, ver
dreven te zijn, hebben de Duitschers
den terugtocht aanvaard naar So-
chaczef, Lowitsy en Skierniwitsz,
maar hier dóór een omtrekkende be
weging bedreigd wordende, moesten
zij ook Lowitsz en Skierniwilsz ver
laten en uit Rawa terugtrekken. Ook
Badom en Iwangorod: (om welke
plaals een. hevig zevendaagsch ge
vecht plaats had) moesten worden
onlruimd.
Van deze nederlaag der Duitschers
geeft de „Morning Post" nog de vol
gende beschrijving:
„De Duitschers waren op 21 K.M.
van Warschau, en beschoten de voor
steden. Het 17o en 18e legei'korps wa
ren tusschen de dorpen Bloni en Pa-
sechno geplaatst, bet een 25 K M.
westelijk, het andere 20 K.M zuide
lijk van Warschau; zij deden wanho
pige pogingen om den opmarsch der
Bussen legen te houden, maar dit ge
lukte niet. Door cavalerie in den rug
der Duitsche stellingen, infanterie op
den linkervleugel en andere troepen
over den Weichsel op den rechter
vleugel der Duitschers te zenden,
dwongen de Russen het Duitsche le
ger lot den terugtocht, die weldra in
een, vlucht ontaardde."
Zoo moest liet beleg van Warschau
worden opgegeven, en werd een be
langrijk voordeel door dq, Russen be
haaid.
De „Times" meent, dat de neder
laag voor de Duitschers thans beslis
send ls geweest, niet alleen ln Polen,
maar voor den oorlog.
De terugtocht der Duitsche legers
ln Polen moet zoo betoogt 't En
gelscho bind van Invloed zijn op de
beweging der troepen in Galicië, waar
Auffenberg'e leger, versterkt door
Hongaarscho regimenten, do Russen
bij Sambor aanviel. Die strijd is tot
nog toe niet beslissend geweest; bei
de partijen schreven zich de over
winning toe. maar de terugtocht der
Duitschers ln het noordelijk daarvan
11 gebied, kan niet zonder in
vloed blijven op de operaties ten noor
den der Karpathen.
Maar de officieele Duitsche berich
ten efellen de nederlaag minder ern
stig voor en zeggen dat de Russen
niet tot de vgrvolging overgingen.
De officieele Russische berichten
spreken evenwel van een „gevoelige
nederlaag aan de Duitsche troepen
toegebracht, die ln wanorde terug
trokken ln de lijn Edlinsk—Radonv-
l'ja."
HOE DE RUSSEN DE DUITSCHERS
TERUGDRONGEN.
Een correspondent van de „Daily
Chronicle" la uil Warschau naar Pe-
trograd teruggekeerd en bracht daar
berichten van den grooten 6lag, dien
de Russen voor Warschau wonnen.
De hevige worsteling duurde vijf da
gen aan een stuk door, en vier nach
ten lang dreunde de gansche stad van
het ontzettend kanongebulder. De
ruiten trilden, ofschoon er toch op
een afstand van 30 tot 40 mijlen ge
streden werd.
Onophoudelijk trokken nieuwe re
gimenten de stad uit, de Duitschers
tegemoet. Men zag oude vrouwtjes
weenend de vertrekkenden, onder wie
zidh tienduizenden Siberische solda
ten bevonden, zegenen. Een stroom
gewonden en krijgsgevangenen kwam
de stad binnen en vulde de straten.
Daarbuiten waarden dood en ver
derf rond. Dorpen en bosschen ston
den in brand. De granaten barstien
bij honderden tegelijk in de lucht en
de scherven maaiden gansche rijen
manschappen weg, die in de loopgra?
ven lagen of voorwaarts snelden on
der het vuur der mitrailleurs.
Vaak kwam het tot bajonelgevech-
ten en hier en daar hadden ontzetten,
de slachtingen plaats. Vooral om he»
Stand van de strijdende legers In België en Frankrijk op 29 October 1914.
SCHAAL l 1 0 00 QQQs
Do op deze kaart' aangebrachte vcrancléringen zijn van garingen omvang, maar wellicht van groote béteekenis. Zij betreffen de streek tusschen Nieuw poort en do Lys, waar, vol
gens berichten mn beide zijden, de laatste week een strijd van buitengewone hevigheid heeft plaats goliad.
Uit Fransche berichten is af te leiden, dat de Bondgenooten oprukken, vooral in de streek ten O. en ten N. van Yperen. De Bondgenooten zijn, overeenkomstig de berichten ge'cee-
kend als voortgenukt tem N. en O. van Yperen, dus in do buurt van Tbielt, waaruit volgt, dat de Duitschers 'te of bij Thielt staan.
Men moet aanemen dat deze uitpuiling van hunne linies in N.-O. richting gepaard is gegaan met een 'Lénig trekken naar het dal van de Lye of Lys, zooals dan ook is aangegeven.
Omtrent Dixmuiden bestaat nog geon volkomen zekerheid. Evenmin is bekend of de Duitsche troepenafdeelingen die den Yser waren overgetrokken en zich in don driehoek bevon
den waarin Pervyse Ligt, daat nog aanwezig zijn, dan wel geheel of gedeeltelijk reeds teruggetrokken zijn. Om aan den veiligen kant te blijven, beeft do teekenaar den middenweg
gekozen.
Het bovenstaande moet dus als de waarschijnlijke opstelling der Eronten worden beschouwd, maar die nog nadere bevestiging behoeft.
FEUILLETON
ir het Engelse h).
49)
- Bedoelen! antwoordde do arme
Angela, die in tinnen scheen te wil
len uilbarsteai. lk zou wel willen,
dat ik liet u kon zeggen; allee wat ik
«voet is slechts, dat hij het niet kan
uitstaan, dat ik hein aanzie hij be
klaagt zich er rullijd over. Daarom
ook gebruiken wij nooit onze maal
tijden met elkaar tenminste dat
geloof ik. Hij kan mij niet in zijne
nabijheid duldeui. ik weet waarlijk
niet waarom, het maakt mij zjoo on
gelukkig. Ik kan in mijne oogen geen
verschil ziieai met die van anderen., gij
.wiel? en terwijl ziij baadden in tranen
van droefheid vestigde zij ze op Ar
thur.
Hij peilde hunne diepte zeer aan
dachtig, zoo aandachtig zelfs, dat zij
ze weer met een blos neersloeg.
Welnu, zei de zij., mij dunkt
dat gij ze nu lang genoeg hebt gezien.
Verschillen z» met do oogen van an
deren?
Ja, zij verschillen.' zeer veel, ant-
wooixlde het orakel niet geestdrift
Wat?
Wel, zij zijn veel gxooter.
Is dat ailes?
En zij zijn dlieper.
Dieper dat beteekei^t niets. Ik
wilde weten, of zij een onaangena
mer! indruk op u maken een an
deren indruk dan de oogen van an
deren, bedoel ik?
Nu gij het mij vraagt, vrees ik,
dat uwe oogen een zonderlingen in
druk op mij maken, maar ik kan niet
zoggen, dat die indruk onaangenaam
is. Gij hebt mij evenwel ndet long ge
noeg aangekeken om mij in staat te
stollen daarover eene besliste meening
uit te spreken. Laten wij het nog
eens beproeven.
Neen, dat wil ik niet, en ik ge
loof dttt gij den spot mij drijft. Dat
viml ik niet zeer vriendelijk van u,
en stilzwijgend schreed a.j verdei'.
Wees niet vertoornd, op mij, want
dat maakt mij ongelukkig. Ik dreef
werkelijk niet den spot met u, maar
als gij wist, welke verrukkelijk selioo-
ne oogen gij bezit, dan zcudt gij zuiike
belachelijke vragen ndet doen. Uw
vader moet een zonderling menscih
zijn om zulke gevoelens te bezitten.
Ik weet zeker, dat ik varruk z»u zijn
ate gij mjij den ganschen dag wildot
aanzien. Vertol mij evenwel nog wat
meer van uw vader; ik stel veel be
lang in hem.
Angela voelde het bloed weer nhar
hare wangen stijgen, toen luj hare
oogen prees, en beet zich uit ergernis
op do lipften; het kwam haar voor
alsof zij p.otseling door een epide
misch blozen was aangetast.
9 lk kan u niet veol van mijn va
dier vertellen, omdat ik niet veel van
hem weet; zijn leven is voor mij groo
ten dee lo een gesloten boek. Men ver
telt dat hij vroeger, toon hij nog jong
was, een geiiee'. ander man was. Ziju
vader mujn grootvader dus, zijn
portret hangt in tiet trapportaal
stierf plotseling eai een paar dagen
later stierf ook mijn moeder, d&t was
bij mijne geboorte. Daarna was de
geestkracht van mijn vader gebro
ken en is hij geworden, wat hij nu
is. Twintig jaar lang heeft hij reeds
geleefd zooals hij nu leeft, neergebo
gen over zijn© boeken met berekenin
gen, en ziet, zeer zelden roemsohen,
want hij doet bijna, al zijne zaken
scliriftetijk af en heeft geen vrienden.
Er is ook een verhaal in omloop als
zou hij verloofd zijn geweest met een
doiine dio op Rewtlwun woonde, toen
hij met inijne moeder huwde, waai--
ovei' gij misschien wel hebt hooren
spreken, maar ik weet er niet veel
van.
Maar, mijnheer Heigham en
zij liet haar stom dalen er is een
zaak, waarvoor ik u moet waarschu
wen; mijn vader heeft somtijds zon-
■dorlinge buien. Hij is vreeseüjk biige-
loovig, en meent nu en dan in ver
binding te 6taan met wezens uit een
andere wereld. Ik geloof, dat het al
les slechts verbeelding is, maar ik
vertel het u, dat gij u niet te veel zult
verwonderen over hetgeen bij zegt of
doet. Ilij is niet gelukkig, mijnheer
Heigham.
Naar het uiterlijk te oordeelen
niet. lk kan mij niet voorstellen, dat
iemand, die bijgeloovig is, gelukkig
kan zijn, gaf hij ten antwoord.
Waar zijn uw raven? vroeg hij
een oogenblik daarna.
Ik weet het niet; ik heb ze ge
durende de laatste twee weken zelden
gezien. Zij hebben een nest gemaakt
in een van de groote boomen aan den
achterkant van het huis, cn ik denk
we', dat zij daar zullen zijn, of mis
schien zijn zij bezig met het zoeken
van voedsel zij voeden altijd zich
zelf. Gij zult het echter spoedig ge
noeg kunnen weten., en zij liet een
zacht maar doordringend gefluit
hooren.
Een minuut daarna hoorde men
vleugelgeklepper, en de grootste raaf
kwam zich, na eerst een minuut lang
om haar heen te hebben gefladderd,
op baar schouder neerzetten en streek
met zijn zwart hopje langs haar ge
laat.
Dit is nu Jack, ik vermoed dat
Jilly op het oogenblik op haar eieren
zit. Vbeg nu weg, Jack. en ga uw
wijfje opzoeken. Zij klapte in haar
handen en de groote vogel spreidde
de vleugels uit en vloog weg met een
verwijtend, krassend geluid.
Gij hebt groote macht over die
ren, dat deze vogels zooveel van u
houden.
Denkt gij dat? Het komt s'echts
omdat, daar ik zoo geheel alleen leef,
ik tijd genoeg heb om al him gangen
na te gaan, en vriendschap met hen
te sluiten. Ziet gij die lijster daart
lk kan haar goed gedurende den
vorigen, kouden winter heb ik haar
gevoed Als gij met uw hond wat meer
achteruit wilt gaan, dan zult gij het
eens zien.
Arthur verborg zich achter dicht
kreupelhout, cn sloeg haar gade. An
gela floot weer, maar nu op een ge
heel anderen toon, met een verrassend
gevolg. Niet alleen de bedoelde lijs
ter, maar wel een dozijn andere vo
gels van verschillende soorten en
grootte, kwamen rond haar Badde
ren sommigen zetten zich voor haar
voeten neer. en een zelfs, een klein
roodborstje, daalde op haar hoed
neer. Weldra liet zij ze weer van zich
gaan zooals zij had gedaan met de
raaf, door in haar handen te klap
pen, waarna zij naar Arthur terug
keerde.
In den winter zou ik u nog aar
diger staa'tjes kunnen laten zien,
zeide zli
Mij dunkt, dat gij een toovena-
res zijt, zei Arthur, verbaasd over 't
schouwspel, dat hij had gezien.
Zij begon te lachen en antwoordde!
De geheele tooverij bestaat bier-?
in, dat ik vriendelijk jegens hen ben.
HOOFDSTUK IX
Een wandeling.
Toen Arthur en Angela elkaar den
volgenden morgen ten negen uur aan
het ontbijt ontmoetten, zag eerstge
noemde, dat Angela iets kwelde.
Er is slecht nieuws, zeide zij bij
na nog voor hij haar had begroet,
neef George is ernstig ongesteld door
typheuso koortsen.
Zoo! zei Arthur, wel wat koeL
Mij dun'kt, dat het u nog al on
verschillig laat.
Ik moet eerlijk bekennen, dat
het zoo is. Ik verfoei uw neef, en het
laat mij geheel onverschillig of hij
ziek is of niet, jal
Daar zij geen antwoord gereed
scheen te hebben, werd dit onder
werp verder niet besproken.
Na liet ontbijt stelde Angela voor
om een wandeling te maken, want
het was mooi weer, naar een heuve1-
top, ongeveer op oen mijl afetands,
vanwaar zij een prachtig uitzicht over
den omtrek zouden hebben. Hij stem
de natuurlijk gretig toe en weldra be
gaven zij zich op weg.
(Wordt vervolgdl-