De Europeesche Oorlog.
Haws Sasslas
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE BLAD
Vrijdag 20 november 1914
OM ONS HEEN
No. 1069
LeeniDQ of Belasting.
i,
Couranten en tijdschriften staan in
<lo laatste woken vol over de wijze
waarop de raillioenen, die voorloopig
noodig zullen wezen tot dekking van
de oorlogskosten, naar de mocnlng
van de sohl^vers moeten gevonden
worden. Ietwat voorbarig war
beschouwingen wel, want van den
Minister van financiën was alleen
bekend, dat hij het geld door een Le
ning wilde vinden, nileit op welke
manier hij rente en aflossing dekken
zou. Nu is even wol het voorstel in
zijn geheel verschenen, onze lezers
Ivobbeai er een uitvoerig uittreksel
over gevonden iii een vorig nummer
en het is dus tijd, daarover nu het
oen en ander in het midden to bren
gen.
Dat plan konvt dan hierop neer,
dat een leaning zal worden aange
gaan tot een rente van 5 procent
silaagt die niet, dan zal van de grooto
vermogens een gedwongen leening
gevergd worden tegen 4 procent. Als
„Erlkönig zegt dus de Regcerinij:
„Und bist du nicht wGIllg,
brauch ich Gewalt",
maar wij behoeven niet bang te we
zen, dat de gefortuneerden zoo weinig
willig zullen v ezen, dat het inderdaad
tot geweld zal moeten komen. Een
vijf procents leening van den Staat,
op korten tern ijn (15 jaar) aflosbaar,
is inderdaad een aardig beleggings
fonds en hun die mochten aarzelen
zal de overweging, dat zij tóch zullen
moeten, maar dan voor een procent
lager, het beslu,;t bijbrengen
maar in 1e gaan.
Do voorspelling, dat de 275 millioen
weldra bijeengebracht zullen zijn,
dan ook m.i. volstrekt niet gewaagd.
Al zal natuurlijk door den stilstand
in don effectenhandel en de nlgem
iiö onzekerheid over ®e koersen van
de fondsen, hier en daar wel moeilijk
heid bestaan in het losmaken van
geld.
Voor het slagen dius geen nood.
Maai' van een leening moet ren
te worden betaald: en bovendien
wenscht de Regeering, dat deze
Zeer korten tijd zal worden afgelost,
zoodat vele millioenen j a a r 1 ij k s
daarvoor noodig zullen zijn
deze vluchtige beschouwing niet on
leesbaar te maken, blijven cijferq
hier zooveel mogelijk achterwege.
Verhooging van diverse belastin
gen wordt dus voor de eer&tvolgen
de 15 jaren aangekondigd. Het leeu
wendeel!, ruim tien miUMioeai, moet,
volgens hot plan van dien Ministei
opgebracht wc reten door 20 opcenten
op de directe belastingen, bijna drie
en een half mijfioen becijfert men te
kunnen vinden op de successiebelas
ting, vier en een half millioen op
ten (verlaagden) suikeraccijns, bijna
drio millioen op liet gedistilleerd,
zes ton op het geslacht, dr.e ton op
den wijn, een en drie kwart millioen
op de invoerrechten en bijna ander
half millioen. op zegel-, regi-stratte- ein
hypotheekrechten te samen.
Een waar allegaartje van belastij
gen derhalve, dat de eigenaardige
eigenschap zal hebben velen verdrie
tig te stemmen. Vooreerst de tegen
standers van indirecte belastingen,
die accijnzen niet gaarne zien, dan
diegenen, welke den midenstand niet
zwaarder wenschen te belasten (grond
belasting, personeele- en bedrijfsbe
lasting. zegel-, registratie- en hypo-
tiiee-kre-chte-n); vervolgens do bestrij-
ltbmen we van zelf aan de gedachte,
op verschillende wijs al naar voren
gebracht, dat de benoodigd© mitlioe-
ntet door een leaning, maar door
heffing van do groote vermogens zul-
worden gevonden.
Geen loening dus, maar een belas
ting.
Het is de bekende, ik mag wel zeg
gen de vermaarde Dr. D. Bos, die
des© gedachte het uitvoerigst heeft
ontwikkeld. In een artikel in d© Vra
gen dies TJijds van November beveelt
hij des© belasting aan, omdat een
leendng tengevolge zal hebben, dat
jarenlanig de eendge sociale politiek
zal zijn, die zwaar drukkend© belas
tingen weer te verminderen. „Wat
komt er", zoo gaat hij dan voort,
..onder di© omstandigheden terecht
van een goede onderwijspolitiek? Hoe
zal men d© middelen vinden, om de
regeling te treffen, waarmede beid©
groote volksdeelen genoegen zullei
nemen, om met den schoolvrede ook
den onderw ijs vooruitgang te krijgen?
Wat zal er terecht komen, van een
gesoiiid© sociale politiek, die d© ar
beidende klassen in haar rechtmatig
stroven naar meer welvaart en geluk
do hand reikt? Niels, in jaren mets".
Hij wil dus „do verdeeli-Og ineens
over d© vermogens en inkomsten" en
gaat dan langs vel© cijfers na, of dat
mogelijk is om ten slotte di© vraag
bevestigend t© beantwoorden.
Dr. Bos is rome!ijk optimist ten
a aim en van do groot© vermogens.
H'.ij betwijfelt om allerlei redenen die
hij opsomt, of men in den allereersten
lijd een zóó sterke rijzing van den
rentestand zal opmerken, diat gewel
dige koersdaling van solide fondsen
daarvan het gevolg zou zijn en ver
wacht. dat zoodra do fondsenhandel
weer begint het peil voor vel© fondsen
wiet veel verder don 5 procent bene
den dat bij bet begin van de oorlogs-
gerucht-én liggen zal.
Voor d© couponbetaling van staat-,
gemeente-, provinciale- en. water-
schapsleennngen, pandbrieven, spoor
weg-obligaties en aandeelon koestert
do schrijver niet d© mins.té vrees. Van
d© belangen, die ons land heeft bij
do Indisch© cultuur-, mUnixw
handelsondernemingen-, zegt hij, dat
dez© goed© dagen beleven; ten aan
zien van de aandeeleu in Nederland-
sche ondernemingen zal er natuurlijk
verschil ziijn en liet Nederlandtsche
bankwezen zal bier en daar gaten
hebben aan te wijzen, „maar dat de
balansen en winst- en vorJiesrekenin
gen er in 't eJgemeen. zoo slecht zuilen
uitzien, valt zeer te betwijfelen".
Hypotheekbanken zullen lijden on
der gebrek a-an zaken in de laatste
vijf maanden; maar dut acht Dr. Bos
niet van overwegenden invloed op de
uitkomsten, ik wensch daarbij aan te
teekenen, dat dut toch alleen gelden
kan voor hypotheekbanken met een
sterk© extra-reserve, waaruit een te
kort van het normal© dividend kan
worden aangevuld.
„Bij veraekeringsnuaif fschappi jen
is", oordeelt Dr. Bos, „do invloed van
den oorlog moeilijker te overzien.
Ven scheepvaart-, handels- en indu-
sti'ieele ondernemingen zullen sommi
ge natuurlijk ernstig schade lijden
door den stilstand van zaken. Daar
tegenover staan andera. maar niet
zoovele, die door de buitengewone
omstandigheden goedo zaken hebben'
gemaakt".
Voor buitenlandsche fondsen voor
ziet do schrijver duurzuam een aan
zienlijker prijsdaling, in 't bijzonder
voor do obligation van oorlogvoeren
de staten; hot zijn vooral de Russi
sche en Ooetenrijksohe, die daarbij
voor ons land van belang zijn. Maar
de coupon betaling gaat door, zcodat
de schade zicli voornamelijk ral be
palen tot een daluirj in kapitaals-
waarde, terwijl die inkomsten blijven.
En dan volgt de conclusie uit dit
allee:
„Dat, al!©© te zamon genomen, van
dezen oorlog schade voor ons neitio-
Maar dat deze sclïade, over het ge
heel© vermogen omgeslagen, van zóó
groot© beteekeriisj zou zijn, dat van
het heffen «ener belasting in ééns
moest worden afgezien, is niet aan
nemelijk. De schild© komt voor een
overgroot deel ©p de inkomsten van
de arbeidende klasse en van den mid
denstand neer".
En in vérband daarmede treedt de
schrijver met groeten twijfel in 't hart
de beweringen tegemoet van de ver-
mogenden in ons land, „die niet op
houden te roepen, dat zij ©r zoo naar
to© zijn, dat het- een rum© wordt,
dat niemand weet wat hij eigenlijk
heeft en er groote onzekerheid be
staat, liaast ten opzichte van ieder,
of hij nog wel gc©d is voor zijn ver
plichtingen. dat er zooveel kapitaals-
verschuiving plaats vindt en do een
misschien door den oorlog vermogend
is geworden, de ander arm, dat •oen
eens wat zal zien bij de opbrengst der
vermogensbelasting enz."
En kortweg voegt Dr. Bos hieraan
toe: „Dat Is eer. prachtig motief voo
d© kapitaalkrachtigen, om zich aan
den lost t© onttrekken".
In zijn© oogen zullen dus do
mogenden de extra -millioenen welke
thans noodiig zijn-, kunnen beta-
len.
Bestaat er nu ook een rechtsgrond,
waarop de zekerheid kan. gebouwd
worden, dat zij di© ook moeten
betalen?
In dat opzicht zijn d© inzichten
van den. schrijver en van den Minister
van financiën zeer verschillend; zij
zullen in een. volgend artikel naast
elkander gesteld worden.
J. C. P.
dors van alcoholbelasting. D© 20 op- j naai vermogen is te verwachten eai
centen op do successierechten zullen i vermindering van het nationaal in
de moéste instemming vinden. En int komen gedurende don tijd van den
deze gedachtelijn do or red en eerend© oorlog, zal zeker niemand ontkennen.
OP hei Westelijk
Oorlogsveld
Uit 't Duitsche hoofdkwartier
wordt, gemeld:
„In West-Vlaanderen en Noord-
Frankrijk is de toestand onveran
derd. Een Duitsche afdeeling v'ieg-
tuigen heeft op een verkenningstocht
twee vijandelijke, tot den strijd toe
geruste, vliegtuigen tot een landing
gedwongen en veroorzaakte den val
van een derde toestel. Eén van de
Duitsche vliegtuigen wordt vermist.
Een hevige Fransche aanval in de
streek van Servon aim den westelij
ken zoom van liet Argonnerwoud is
onder ernstige verliezen voor de F ran
se hen afgeslagen. De Duitsche verlie
zen waren gering."
Het Frans che communiqué
luidt:
„De Duitschens hebben getracht het
dorp Tracy-Ie-Val in het Aisnc-gebied
te heroveren, inaar werden na een he
vig gevecht, met zeer zware verliezen
teruggeslagen.
Op het overig gedeelte van het
front handfveven de geallieerden hun
posities."
Van 't Oostelijk
Oorlorrstocncel
De D u i tec h e staf meldt:
„Op het oostelijke oorlogsterrein
zijn opnieuw begonnen gevechten
nog aan den gang."
Officieel wordt uit Oosten r ij k
bekend gemaakt:
„De slag in Russisch Po'en heeft
een gunstig verloop.
Volgens tot dusverre ingekomen be
richten hebben Oostenrijkse he troe
pen 7000 man gevangen genomen en
18 machinegeweren, benevens een
aantal kanonnen buitgemaakt."
Verspreid nieuws
ven de oorlogsvelden
DE ENGELS Cl IE OOGGETUIGE
WEER AAN 'T WOORD.
De ooggetuige in het Britsche hoofd
kwartier zendt wederom een rapport,
gedateerd 13 November, waarin hij
me de deelingen doet over de voortdu
rende gevechten in West-Vlaanderen.
Ilij iaat daarin uitkomen, dat de
Duitschens ondanks hun zware ver
liezen in het laatst van October en het
begin van deze maand, die voorloopig
.leidden toi een opgeven van de hevi
ge aanvallen, niettemin Later, toen
frissche troepen waren aangevoerd,
hun aanvallen krachtig hervatten.
Intuaschen hadden de Duitsehers
getracht de bondgenoot-en uit Ic put
ten door herhaalde plaatselijke aan
vallen en door een krachtig bombar
dement. Op den lien dezer schenen
zij te meenen, dat hun doel bereikt
was, want op dien dag begon een ver-!
woed© strijd om Yperen en omgeving.
Hoewel rle strijd nog niet ten einde
is, kan dit worden gezegd. De Duit
sehers hebben eenig terrein gewon
nen, maar zij hebben Yperen niet ver
meestert). Bij het terugslaan van de
Duitsehers leden de Engelschen he
vige verliezen. Maar gevechten van
dezen aard en duur kunnen s'echts
voor beide partijen kostbaar zijn en
de Engelschen hebben de voldoening,
dat zo wat naar liet schijnt hei
hoofddoel van de Duitsehers is op
het westelijk odrlogstooncel, hebben
doen mislukken en dat de Engelschen
hun zwaarder verliezen toebrachten
dan ze zelf leden.
Het relaas omtrent de drie dagen
van lievige strijd. 10, 11 en 12 No
vember, brengt natuurlijk weinig
nieuws, het is slechts een herhaling
van de beschrijving van aanvallen en
tegenaanvallen, zooals er reeds zoo-
velen zijn gegeven. Maar wat de oog
getuige vertelt van den aanval van
het Pruisische gardecorps moge hier
wat uitvoeriger worden weergegeven.
Woensdag 11 November (zoo vertelt
hij) werd er hefiig gevochten. Nau
welijks was de dag aangebroken of
de Duitsehers openden een ongekend
hevig artillerievuur op de Britsche
loopgraven noordelijk en zuidelijk
van den weg Meenen—Yperen, en
enkele uren. later werd dit bombarde
ment door een stormaanval der in
fanterie gevolgd. Deze aanval ge
schiedde door de le en 4e brigades
van het gardecorps, dat, naar gevan
genen meedeelden, was uitgezonden
om een uiterste poging te doen ter
vermeestering van Yperen, een taak
die voor de Knie-infanterie te zwaar
bleek te zijn.
Toen de aanvallers voorwaarts kwa
men werden zij door 't Engelsche
frontvuur ontvangen. Maar daar zij
diagonaal op een deel van 't Engel
sche front oprukten, konden ze ook
in de flank door de artillerie, gewe
ren en mitrailleurs worden bescho
ten. Hoewel hun verliezen nu ze de
Engelsche linie bereikten ontzaglijk
moesten zijn, was hun aanval zoo
krachtig, dat ze ondanks het schitte
rend verzet van de Engelsche troe
pen, er in slaagden, op diric plaateen
bij den weg door de Engelsche linie
heen t© breken. Zij drongen over
eenigen afstand- in de bosschen ach
ter de Engelsche loopgraven, maar
door een tegenaanval en door het en-
fileervuur der mitrailleurs werden zij
tot de loopgravenlinie teruggedron
gen, waarvan ze een deel konden be
houden, ondanks de pogingen der
Enge'schen om ze te verdrijven. Al
leen in de bosschen telden de Engel
schen 700 gedoode Duitsehers, wel
een aanwijzing van den omvang der
Dutitech-e verliezen.
Een gelijksoortige poging ten zui
den van den weg, echter niet door de
garde uitgevoerd, mislukte eveneens.
De ooggetuige verhaalt dan verder,
dat zooals gewoonlijk In een uit
boech begroeide streek, ook hier het
gevecht dikwijls tot een handgemeen
werd.
Op den 12den November was het
langs de Britsche hnie betrekkelijk
ri^tig, maar hadden de Franschen
het zwaar te verantwoorden, echter
ook dezen slaagden er in weldra het
in den eensten aanval verloren ter
rein te herwinnen.
Uit de mededeelingen van den
„ooggetuige" blijkt dus, dat men aan
Britsche zijde zeer voldaan is over do
positie dier bondgenooten,
ENGELSCHE OORLOGSCORRES
PONDENTEN OVER DE GEVECH
TEN IN VLAANDEREN.
De „Times" verneemt uit Vlaan
deren-,
Woensdag ia de slag in Vlaande
ren alleen onderhouden door een on-
beteekenend artillerie-vuur. Beide
partijen hadden een geuicenschappe-
iijken vijand te bestrijden. Het No-
vember-weer was bar in de vlakten,
van Vlaanderen. Up nachtelijke stort
regens, die alles doorweekten, volgde
ochtendv-orst. Het leven in de schan
sen moet werkelijk hard zijn en de
aanvoer van levensmiddelen en mu
nitie naar de vuurlinie ondervindt
groote moeilijkheden. De wegen d e
erheen voeren, zijn met boonven be
plant, maar er zijn geen heggen die
tegen de regenvlagen beschermen.
Op het plaveisel midden op den weg
is geen ruimte voor twee wagens om
elkaar vooibij te rijden. Als dus twee
wagens elkaar ontmoeten, moet een
van beide de bestrating verlaten en
een modderpoel inrijden. Niet weini
ge zware vracht-auto's inet proviand
zijn, dan ook op den weg naar het
front bot aan de assen weggezonken
en blijven steken.
Een correspondent der „Daily
News" in Noord-Frankrijk meldde
Dinsdag
Het nieuws, voor zoover het er is, is
goed voor do geallieerden cn de voor
naamste kenmerken blijven de knab
bel-aanvallen van de Duitsehers en
het slechte weer. Vandaag heeft het
misschien iels minder hard geregend
en de droge buien waren misschien
iets langer, maar het land aan de
grens is lot het uiterste toe door
weekt. Toch zwijgt de artillerie niet,
naar is bij Dixmuiden en Yperen he-
iger aan het woord, terwijl de Fran-
sche gr~.naten ten zuiden van de
laatstgenoemde plaats de poging der
Duitsehers om door het ophoogen van
dijken verdere inundatie te voorko
men, belet hebben.
De regen Is gebleken een nieuw ge
vaar te zijn, daar waar de loopgraven
niet voldoende goed gebouwd waren
wat niet gebeurd Is in eenige door
de Engelscho troepen bezette loop
graaf. Een goed gerichte granaat,
heeft in de Taaiste drie vier dagen
meer dan eens een grondafechuiving
veroorzaakt en tal van manschappen
zijn levend begraven vóór hun kame
raden hen bevrijden konden. Voor de
kunde van de Engelsche ingenieurs
hebben zoowel Belgische als Fransche
officieren hun grootste bewondering
uitgesproken. Ik verneem van welin
gelichte zijde, dat de gezond Mi ijstoe
stand van de Engelsche manschappen
goed blijft en er betrekkelijk weinig
zieken, die tengevolge van het slech
te weer ongesteld waren geworden, in
liet hospitaal opgenomen zijn. Ook
liet aantal gekwetsten is sterk ver
minderd en de hospitalen, die het
veertien dagen geleden overdruk had
den-, zijn al even blij als het leger,
dat er een oogenblik vermindering in
den strijd is. Iedereen vraagt zich af
wat de volgende beweging zal zijn en
een hernieuwdo actie aan den kant
van La Bassée en Béthune wordt vrij
wel verwacht.
De „Daily Mail" verneemt uit
Duinkerken dat de gehede 6treek ten
Zuiden van Dixmuiden lot aan Zuyd-
echoote (ten W. van Bixschoote aan
den Westelijken oever van het Yser-
kanaal) twee voet onder water staat.
Onder het water is een laag weeke
modder van 3 d.M dikte. Ook ten N.
van Dixmuiden aan den oostelijken
kant van den spoorweg van Nieuw-
poort naar Dixmuiden staat heel het
land blank. Het ls niet mogelijk zich
een doodscher, verlatener en e'lendi-
ger streek voor te stellen dan dit ver
dronken land waaruit hier en daar
een paar eilandjes, eenige kale knot
wilgen en een hoeve uitsteken.
DE GROOTE SLAG IN HET OOSTEN.
Van Duitselio zijde wordt over dien
slag gemeld: De Russen waren de
troepen van Duitsehers en Oostenrij
kers met een geweldige macht, lang
zaam, over een breedte van 300 kilo
meter, tusschen de Oost-Pruisi6che
Zuidgrens en de Karpaten nagedron-
gen. en wel blijkbaar met een rech
tervleugel van vijf tot zes legerkorp
sen Ln de richting van Thorn, op den
rechter Weicheeloever en met een
hoofdmacht bestaande uit ongeveer
15 legerkorpsen, een aantal reserve-
divisies en 11) cavaleriedivisies op den
linker Weichse'oever, in de richting
van SiLezië en West-Galicië. Behalve
dez-e, minstens 900.000 man tellende
hoofdmacht, etond er nog een sterk
leger tegenover do Zuidoostgrens van
Oost-Pruisen en een aanzienlijke le-
gorafdeeling rukte in Galicië op,
de richting va.n Krakau.
Tegen den lOden November onge
veer bereikte de Russische hoofd
macht de Warthe, op de iiuie Ko!o
Sieradsz-N'oworadowsk en met den
linkervleugel de lijn Malïeziew-Wech
sel; eerst hielden de Russen stand
aan de Warthe. maar na eenige da
gen begonnen zij met het overtrekken
van de rivier.
Generaal Hindenburg Md intus-
schen den hem door de Russen gela
ten tijd gebruikt, om sterke troepen-
afdeelingien over te brengen naar zijn
linkervleugel aan de Posensche grens
en andere troepen aan de grenslijn
Thorn-Soldau op te stellen. Op 12 en
13 dezer volgden nu de aan\ allen van
de Russen op de Oost-Pruisische
grens, voornamelijk bij Staüupónen,
Eydtkuhnen en So'dau. Deze aanval
len werden door de Oost-Pruisische
iroepen en bij So'dau door de uit
West-Pruisen omboden troepen na
zeer hevige gevechten afgeslagen. Op
15 dezer wei-den sterke Russische af-
de©lingen op den rechter Weichsel-
oever onder verlies van 5000 gevang-e
nen bij Lipn© teruggeworpen; ze
moesten tol Plozk terugwijken. Op
denzelfden dag wierp Hindenburg
eendge hem tegemoettrekkende Rus
sische legerkorpsen tot voorbij Koet-
no terug. Hij nain meer dan 50.000
Russen gevangen en veroverde vele
kanonnen en machinegeweren. Thans
wordt ten noorden van Lodz de be
slissende elag met alle kracht voort
gezet,
DE DUITSCHE MORTIEREN AAN
HET WERK.
Dr. Arthur Munzer schetst in eer.
bericht aan het Berlijnsche „Klinische
Wochenblatt" de werkzaamheid der
Duitsche 42 c.M. mortierbatterijen.
„Daar zijn nu op een niet heel groo
te ruimte, solid© vastgemetseld, twee
stukken opgesteld. Niet ver daarvan
af liggen de reuzenprojectielen, waar
van er juist een spelenderwijze opge-
heschen wordt. We zijn toevallig in
een vuurpauz© aangekomen en wach
ten met spanning ©p d© dingen, di©
komen zuilen.
Een aantal hoogere officieren liepen
druk heon en weer; manschappen ziin
bezig met het uitladen van ammuni
tie. Uit groote zorgzaamheid worden
wij ook van watten voorzien, waar
mee het oor tegen een al te zwaren
knal wordt beschut. Wij staan op een
afstand van zoowat 20 meter van het
luk, dat het eerst zal vuren. Dan op
eens komt het.
F.en onderofficier commandeert
„Klaar Een man op het platform
van het kanon heft de hand op de
spanning is ten hoogste gestegen
„Vuur 1" Uit den loop van den mor
tier springt een geweldige vuurzuil,
een geweldige knal, een heftige schok
voor lien, die in de buurt staan, -11
dan ecri sissen en suizen in de lucht,
waaraan geen einde schijnt to ko
men de loop van het geschut buigt
zich ter aarde, rook en walm stijgen
er uit op. Eerst staat men verstomd,
als voor iets onbegrijpelijks. Maar
langzaam wijkt de spanning. En alles
gaat weer zijn gewonen gang.
Na twaalf minuten valt het schof
uit het tweede stuk. Steeds weer be
gint het afgrijselijke spel en automa
tisch wordt een noodlot afgewikkeld.
ARM MEISJE.
De navolgend© aangrijpende schets
leest men ln 't blad „Bohemia" uit
Praag:
In het Sanatorium te Podol ligt een
zesjarig, Lief Joodsch meisje met roo-
de wangen. Rustig ligt Indé hoofdje in
het kussen, geen gesteun komt over
haar lipjes. Dit kind beleefd© in do
laatst© dagen verschrikkelijker iets
dan de sterkste matt zou kunnen ver
dragen. Zij verloor moeder en broers,
terwijl zeven shrapnellscboten in
haar lichaam drongen. Slechts door
een wonde* <an zij blijven leven, zeg
gen de doctoren, want leder schot had
doodelijk kunnen zijn.
Dit meisj© dat op één dag huis, moe
der en broers verloor, ontwaakt nu
langzaam uit bloed en wonden tot
nieuw leven. Voor hei ziekbed zit
haar grootvader, d© laatste van zijn
stam. Hij luistert of het bevend zieltje
vóór hem begint le leven. Hij kan niet
schreien, kan nauwelijks meer spro
ken.
Di'i ls d© tragedie der familie Heit-
schul:
Op een Vrijdag werd het dorp bij
Jaroslaw ontruimd. De kozakken ko
men, heette het. De familie Heitsclvu!
bleef. Do buren kwamen en waar
schuwden: Blijft niet, wacht den dood
niet ai, vlucht met ons! Wij blijven,
beslisten de zoons, terwijl moeder den
winkel «loot. Toen het schemerde,
waren de Heitschuls de eenige bewo
ners van het dorp. Rondom spookte
de duisternis, nergens werd een ge
luid gehoord. De moeder zette een
kaats op tafel en begon le bidden,
terwijl de zoons naar buiten gingen
om te luisteren. Daar weerklonken
uit do verte voetstappen, zij kwamen
nader. Ooslenriiksche soldaten waren
hett cld'O 'h/irtelij.k verwelkomd wer
den. Zij waTen met hun dertienen.
Moeder nani hen vriendelijk op. Daar
viel ©en schot. Lichten uit! riepen de
soldaten. Op hetzelfde oogenblik door.
boorden eenige schoten de wanden
van het huis en roten de arme vrouw
in stukken. Een hae«:l shrapnellscho-
ten volgde en na weinige minuten was
het huis een puinhoop, waaronder
lijken lagen. D© moeder, de broers,
de soldaten. Alleen het klein© meisje
leefde, zij het ook nauwelijks merk
baar. Zeven wonden bedekten haar
lichaampje.
Toen do kozakken weg waren kwam
de grootvader uit het nabijgelegen
dorp en verrichtte zijn doodsgebed.
FEUILLETON
(Naar het En gelach).
67)
Do boerin uitte een zacht© kreet-van
Verbazing. Lady Bellamy werd bleek
en wierp het jongo meesje toornige
blikken toe, maar Angela onbevreesd,
ging voort:
Vrouw Tliorpe, gij hebt mijn
verloofde het leven gered, ik kan er
u niet genoeg voor danken. Wat ik
u b:ddcn mag, voltooi uw liefdewerk.
Deze vrouw, en zij wees op lady Bcl-
lamy, - verpleegt luyn met uit lief
de, maar niet bijbedoelingen di© ik
niet raden kan, maar da© zeker niet
eerlijk kunnen zijn. Zij vras hot ddo
dtit medaillon, dm ik mijn verloofde
ton geschenke bad gegeven, hem in
zijn bewusteloozen toestand ontstolen
en aan mijn vader gegeven heeft, om
miij te doen gelooven, dat hij mij on-
trouw was gev.orden. Laat haar niet
meer bij hetu toe, ik bid het u. Gij
hebt gehoord, hoe do dokten* zeido,
dat een klein verzuim den zipke het
leven zou kurnen kosten. Zij is zijne
vriendin niet O, ik smeek er u om,
kiat haar n-u niet weer bü hem toe!
Vrouw Thorpe niet wetende wat te
zeggen, staarde beurtelings Angela en
iiady Bellamy aan, die beiden met
hoogrood© wangen caar stonden, ter
wijl er uit de oogen van lady Bella
my feite haat lichtte. Pigott was, zoo
dra Angela hare stem verhief, naar
d© deur der ziekenkamer gegaan, die
op eou. kier stond, en had die gesloten,
opdat d© zieke het gesprek niet zou
hooren.
Welnu, vrouw Thorpe, zei ein
delijk lady Bellamy mot snerpende
stem, zich tot de boerin wondende,
hot is aan u om te beslissen. De zieke
is in uw huis. Gij ziet, hoe ik voor
men menechlievendl.eid word be
loond.
Vrouw Tliorpe was Achtbaar in
tweestrijd. Ja, mompelde zij ten
slotte, wanneer tej do verloofde i9
van juffrouw Careefoot....
Vraag of juffrouw Coresfoot hem
dan zelv© wil oppassen, viel lady
Bellamy haar in do rede, met een
hatelijken grijns, die haar gansche
gelaat, vertrok Zij is er dan toch
het naast aan toe.
Vrouw 'Diorpo keek aarzelend naar
Angela. Hel meisje was bleek gewor
den, zij begreep dat linar goede naam
niet gedoogde, dat zij ha&rs vaders
huis ontvluchtte om haren verloofde
bij een vreemde t© gaan verplegen.
Dat kan niet, vrouw Thorpe, zei
zij stamelend. dat kan niet..
In dat geval, hernam de boerin,
nog steeds niet recht wetende hoe zit
hier moest handelen, in dat get al
zou lady Bellamy...
Kunnen vertrokken, viel Pigott,
di© tot dusverre gezwegen had, haar
in de red© en daarop, zich tot Angola
wendende, giug zij voort: Ver
trouwt ge hem aan mij toe, mijn duif
je, uan uw oud© Pigott? Zou nvjn
hand zacht genoeg zijn om zijn kus
sens op te schudden en mijn stem
vriendelijk genoeg, om hem tot kalm
te en geduld te bewegen?
O Pigott, riep Angela, haar om
den hals vallende, wat zijt gij toch
goed voor mijl Mag Pigott dan hier
blijven, vrouw Thorpe?
Welzeker, mijn lieve jufter, ant
woordde de boerin vriendelijk, hij
kon aan geen betere handen worden
toevertrouwd.
En ik dan? vroeg lady Bellamy
hortend.
Ik dank u voor uwe zorgen, ant
woordde Angola zacht. Gij doédt 2©
wel niet uit edele bedoelingen, maar
aan u heb ik het toch gedeeltelijk te
danken, dat hij nog leeft.
Ik verlang uw dankbetuigingen
oiet, snauwde lady Bellamy haar
woedend toe ©n daarop wierp zij ha
ren mantel om en zette haar hoed op,
die in een hoek van de keuken op een
stoel lagen.
Mylady! riep de boerin, gij
gaat toch zoo niet heen, alleen -in den
nacht. Mijn zoon zal u naar huis
rijden!
Lady Bellamy maakt© een afwerend
gebaar en ging naar d© deur, maar
op den dirempe! keerde zij zich nog
even om en zeide ritet uitgestrekte»
arm en een vian woede bevende stem,
Nu tussohen ons, Angela Caree
foot. Gij hebt voortaan e©ne vijandin,
Uii© nooit vergeten of vergeven zal.
Vandaag hebt gij overwonnen, straits
koint de beurt aan mij. Neem u m
acht!
En daarop keerde z-j zich om 011
verdween. Angela, uitgeput door al
deze aandoeningen, viel op een stoel
neer, terwijl de goedhartig© boerin
©en g!as water voor haar haalde.
Een oogenblik raadpleegden zij
haastig met elkaar, want het was
re©d-s laat geworden. Een van de
aeons van vrouw Thorpe ging daar
op naar buiten en toén Angela eenige
oogenhl ikltan later opstond om heen
te gaan, stond do boerenwagen met
tweo jxiurdem atngespamnen voor de
deur.
Stap in, juffer, zei de boerin
vriendelijk. James zal u naar huis
rijden.
Wat zijt ge goed voor mii. ant
woordde Angela dankbaar en daarop
wended zij zich to P gotten keek de?e
met zulk een smeekenden blik aan,
dat de oude dieaustbode haar geroerd
in de armen nam en haar hartelijk
kuste.
Wees onbezorgd, liefste, zei ze.
Ik zal hem zoo oppassen, dat gij ze.f
met anders zoudt vei langen, en daar
op, ziende dat het meisje de tranen in
de oogen schoten, ging zij voort op
troostenden toon: Komaan, moed
gehouden. Ov?r een dag of wat zult
ge eons zien, hc© hij vooruitgaat m
beterschap. Ik moet hem immers op-
kweeken voor... de aanstaand© me
vrouw Heigham.
Angela bkx*sde en zeide, zco zacht
dat Pigott alleen het kon hooren:
Pigott, zoodra hij het hooren
mag, zeg hem dan dat ik hem innig
liefheb en hem altijd trouw zal blij
ven l
Hierop omhelsden zij elkander nog
eens, Angela nam een dankbaar af
scheid van de boeienfamilie en klom
in den wogen, -l:e weldra wegreed.
Een paar honderd meter van hoars
vaders huis verzocht het meisje aan
den boerenzoon, om stil to houden,
daar zij vreesde dat haar vader het
geraas van do wielen hooren 2ou,
hoewel zij dit aan den voerman niet
mededeelde.
Het Licht in de kamer haars vaders
brandde nog. zoodat zij met groote
behoedzaamheid de voordeur opende,
met den sleutel dien zij uit voorzorg
hadden meegenomen. Met bonzend
hart en zachte schreden als een dief
in den nacht sloop zij haars vaders
huis binnen en toen zij eenmaal 111
den gang stond, snel naar boven op
dat men haar niet zien zou.
Zonder ongeval bcrakt© zij har©
kamer en wierp daar hoed en mantel
af, waarna zij de kamerdeur zachtjes
afsloot. Toen ging zij bij de tafel zit
ten, stak daar een klein nachtlampje
aan en peinsde over alles, wat er dien
avond was gebeurd. .Van den een en
kant was het vreugde die haar ver
vuld©, omdat z'j nu zekerheid had ge
kregen, dat Arthur alleen door zijn
ziekte niets van zich had doen hoorn»
en vreugde ook, omdat zij er in ge
slaagd was, ladv Bellamy van het
ziekbed van Arthur te verwijder©!).
Aan den anderen kant ontveinsdo
zij zich niet, dat de omstandigheden
waren verergerd. Zij begreep nu ein
delijk, dat eeu oorujdot bestond tus
schen lady Bellamy, George Cares-
foot en haren vader, om haar tot een
huwelijk met George te noodzaken.
Nu de poging met het medaillon
was mislukt, zou lady Bellamy zeker
andere pogingen doen en stellig m
do eerste plaat-* haren vader inlichten
van Mar bezoek aan do hofstedo van
Thorpe.
(Wordt vervolgd).