De Europeesche Oorlog. Haws Sasslas DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD Vrijdag 20 november 1914 OM ONS HEEN No. 1069 LeeniDQ of Belasting. i, Couranten en tijdschriften staan in <lo laatste woken vol over de wijze waarop de raillioenen, die voorloopig noodig zullen wezen tot dekking van de oorlogskosten, naar de mocnlng van de sohl^vers moeten gevonden worden. Ietwat voorbarig war beschouwingen wel, want van den Minister van financiën was alleen bekend, dat hij het geld door een Le ning wilde vinden, nileit op welke manier hij rente en aflossing dekken zou. Nu is even wol het voorstel in zijn geheel verschenen, onze lezers Ivobbeai er een uitvoerig uittreksel over gevonden iii een vorig nummer en het is dus tijd, daarover nu het oen en ander in het midden to bren gen. Dat plan konvt dan hierop neer, dat een leaning zal worden aange gaan tot een rente van 5 procent silaagt die niet, dan zal van de grooto vermogens een gedwongen leening gevergd worden tegen 4 procent. Als „Erlkönig zegt dus de Regcerinij: „Und bist du nicht wGIllg, brauch ich Gewalt", maar wij behoeven niet bang te we zen, dat de gefortuneerden zoo weinig willig zullen v ezen, dat het inderdaad tot geweld zal moeten komen. Een vijf procents leening van den Staat, op korten tern ijn (15 jaar) aflosbaar, is inderdaad een aardig beleggings fonds en hun die mochten aarzelen zal de overweging, dat zij tóch zullen moeten, maar dan voor een procent lager, het beslu,;t bijbrengen maar in 1e gaan. Do voorspelling, dat de 275 millioen weldra bijeengebracht zullen zijn, dan ook m.i. volstrekt niet gewaagd. Al zal natuurlijk door den stilstand in don effectenhandel en de nlgem iiö onzekerheid over ®e koersen van de fondsen, hier en daar wel moeilijk heid bestaan in het losmaken van geld. Voor het slagen dius geen nood. Maai' van een leening moet ren te worden betaald: en bovendien wenscht de Regeering, dat deze Zeer korten tijd zal worden afgelost, zoodat vele millioenen j a a r 1 ij k s daarvoor noodig zullen zijn deze vluchtige beschouwing niet on leesbaar te maken, blijven cijferq hier zooveel mogelijk achterwege. Verhooging van diverse belastin gen wordt dus voor de eer&tvolgen de 15 jaren aangekondigd. Het leeu wendeel!, ruim tien miUMioeai, moet, volgens hot plan van dien Ministei opgebracht wc reten door 20 opcenten op de directe belastingen, bijna drie en een half mijfioen becijfert men te kunnen vinden op de successiebelas ting, vier en een half millioen op ten (verlaagden) suikeraccijns, bijna drio millioen op liet gedistilleerd, zes ton op het geslacht, dr.e ton op den wijn, een en drie kwart millioen op de invoerrechten en bijna ander half millioen. op zegel-, regi-stratte- ein hypotheekrechten te samen. Een waar allegaartje van belastij gen derhalve, dat de eigenaardige eigenschap zal hebben velen verdrie tig te stemmen. Vooreerst de tegen standers van indirecte belastingen, die accijnzen niet gaarne zien, dan diegenen, welke den midenstand niet zwaarder wenschen te belasten (grond belasting, personeele- en bedrijfsbe lasting. zegel-, registratie- en hypo- tiiee-kre-chte-n); vervolgens do bestrij- ltbmen we van zelf aan de gedachte, op verschillende wijs al naar voren gebracht, dat de benoodigd© mitlioe- ntet door een leaning, maar door heffing van do groote vermogens zul- worden gevonden. Geen loening dus, maar een belas ting. Het is de bekende, ik mag wel zeg gen de vermaarde Dr. D. Bos, die des© gedachte het uitvoerigst heeft ontwikkeld. In een artikel in d© Vra gen dies TJijds van November beveelt hij des© belasting aan, omdat een leendng tengevolge zal hebben, dat jarenlanig de eendge sociale politiek zal zijn, die zwaar drukkend© belas tingen weer te verminderen. „Wat komt er", zoo gaat hij dan voort, ..onder di© omstandigheden terecht van een goede onderwijspolitiek? Hoe zal men d© middelen vinden, om de regeling te treffen, waarmede beid© groote volksdeelen genoegen zullei nemen, om met den schoolvrede ook den onderw ijs vooruitgang te krijgen? Wat zal er terecht komen, van een gesoiiid© sociale politiek, die d© ar beidende klassen in haar rechtmatig stroven naar meer welvaart en geluk do hand reikt? Niels, in jaren mets". Hij wil dus „do verdeeli-Og ineens over d© vermogens en inkomsten" en gaat dan langs vel© cijfers na, of dat mogelijk is om ten slotte di© vraag bevestigend t© beantwoorden. Dr. Bos is rome!ijk optimist ten a aim en van do groot© vermogens. H'.ij betwijfelt om allerlei redenen die hij opsomt, of men in den allereersten lijd een zóó sterke rijzing van den rentestand zal opmerken, diat gewel dige koersdaling van solide fondsen daarvan het gevolg zou zijn en ver wacht. dat zoodra do fondsenhandel weer begint het peil voor vel© fondsen wiet veel verder don 5 procent bene den dat bij bet begin van de oorlogs- gerucht-én liggen zal. Voor d© couponbetaling van staat-, gemeente-, provinciale- en. water- schapsleennngen, pandbrieven, spoor weg-obligaties en aandeelon koestert do schrijver niet d© mins.té vrees. Van d© belangen, die ons land heeft bij do Indisch© cultuur-, mUnixw handelsondernemingen-, zegt hij, dat dez© goed© dagen beleven; ten aan zien van de aandeeleu in Nederland- sche ondernemingen zal er natuurlijk verschil ziijn en liet Nederlandtsche bankwezen zal bier en daar gaten hebben aan te wijzen, „maar dat de balansen en winst- en vorJiesrekenin gen er in 't eJgemeen. zoo slecht zuilen uitzien, valt zeer te betwijfelen". Hypotheekbanken zullen lijden on der gebrek a-an zaken in de laatste vijf maanden; maar dut acht Dr. Bos niet van overwegenden invloed op de uitkomsten, ik wensch daarbij aan te teekenen, dat dut toch alleen gelden kan voor hypotheekbanken met een sterk© extra-reserve, waaruit een te kort van het normal© dividend kan worden aangevuld. „Bij veraekeringsnuaif fschappi jen is", oordeelt Dr. Bos, „do invloed van den oorlog moeilijker te overzien. Ven scheepvaart-, handels- en indu- sti'ieele ondernemingen zullen sommi ge natuurlijk ernstig schade lijden door den stilstand van zaken. Daar tegenover staan andera. maar niet zoovele, die door de buitengewone omstandigheden goedo zaken hebben' gemaakt". Voor buitenlandsche fondsen voor ziet do schrijver duurzuam een aan zienlijker prijsdaling, in 't bijzonder voor do obligation van oorlogvoeren de staten; hot zijn vooral de Russi sche en Ooetenrijksohe, die daarbij voor ons land van belang zijn. Maar de coupon betaling gaat door, zcodat de schade zicli voornamelijk ral be palen tot een daluirj in kapitaals- waarde, terwijl die inkomsten blijven. En dan volgt de conclusie uit dit allee: „Dat, al!©© te zamon genomen, van dezen oorlog schade voor ons neitio- Maar dat deze sclïade, over het ge heel© vermogen omgeslagen, van zóó groot© beteekeriisj zou zijn, dat van het heffen «ener belasting in ééns moest worden afgezien, is niet aan nemelijk. De schild© komt voor een overgroot deel ©p de inkomsten van de arbeidende klasse en van den mid denstand neer". En in vérband daarmede treedt de schrijver met groeten twijfel in 't hart de beweringen tegemoet van de ver- mogenden in ons land, „die niet op houden te roepen, dat zij ©r zoo naar to© zijn, dat het- een rum© wordt, dat niemand weet wat hij eigenlijk heeft en er groote onzekerheid be staat, liaast ten opzichte van ieder, of hij nog wel gc©d is voor zijn ver plichtingen. dat er zooveel kapitaals- verschuiving plaats vindt en do een misschien door den oorlog vermogend is geworden, de ander arm, dat •oen eens wat zal zien bij de opbrengst der vermogensbelasting enz." En kortweg voegt Dr. Bos hieraan toe: „Dat Is eer. prachtig motief voo d© kapitaalkrachtigen, om zich aan den lost t© onttrekken". In zijn© oogen zullen dus do mogenden de extra -millioenen welke thans noodiig zijn-, kunnen beta- len. Bestaat er nu ook een rechtsgrond, waarop de zekerheid kan. gebouwd worden, dat zij di© ook moeten betalen? In dat opzicht zijn d© inzichten van den. schrijver en van den Minister van financiën zeer verschillend; zij zullen in een. volgend artikel naast elkander gesteld worden. J. C. P. dors van alcoholbelasting. D© 20 op- j naai vermogen is te verwachten eai centen op do successierechten zullen i vermindering van het nationaal in de moéste instemming vinden. En int komen gedurende don tijd van den deze gedachtelijn do or red en eerend© oorlog, zal zeker niemand ontkennen. OP hei Westelijk Oorlogsveld Uit 't Duitsche hoofdkwartier wordt, gemeld: „In West-Vlaanderen en Noord- Frankrijk is de toestand onveran derd. Een Duitsche afdeeling v'ieg- tuigen heeft op een verkenningstocht twee vijandelijke, tot den strijd toe geruste, vliegtuigen tot een landing gedwongen en veroorzaakte den val van een derde toestel. Eén van de Duitsche vliegtuigen wordt vermist. Een hevige Fransche aanval in de streek van Servon aim den westelij ken zoom van liet Argonnerwoud is onder ernstige verliezen voor de F ran se hen afgeslagen. De Duitsche verlie zen waren gering." Het Frans che communiqué luidt: „De Duitschens hebben getracht het dorp Tracy-Ie-Val in het Aisnc-gebied te heroveren, inaar werden na een he vig gevecht, met zeer zware verliezen teruggeslagen. Op het overig gedeelte van het front handfveven de geallieerden hun posities." Van 't Oostelijk Oorlorrstocncel De D u i tec h e staf meldt: „Op het oostelijke oorlogsterrein zijn opnieuw begonnen gevechten nog aan den gang." Officieel wordt uit Oosten r ij k bekend gemaakt: „De slag in Russisch Po'en heeft een gunstig verloop. Volgens tot dusverre ingekomen be richten hebben Oostenrijkse he troe pen 7000 man gevangen genomen en 18 machinegeweren, benevens een aantal kanonnen buitgemaakt." Verspreid nieuws ven de oorlogsvelden DE ENGELS Cl IE OOGGETUIGE WEER AAN 'T WOORD. De ooggetuige in het Britsche hoofd kwartier zendt wederom een rapport, gedateerd 13 November, waarin hij me de deelingen doet over de voortdu rende gevechten in West-Vlaanderen. Ilij iaat daarin uitkomen, dat de Duitschens ondanks hun zware ver liezen in het laatst van October en het begin van deze maand, die voorloopig .leidden toi een opgeven van de hevi ge aanvallen, niettemin Later, toen frissche troepen waren aangevoerd, hun aanvallen krachtig hervatten. Intuaschen hadden de Duitsehers getracht de bondgenoot-en uit Ic put ten door herhaalde plaatselijke aan vallen en door een krachtig bombar dement. Op den lien dezer schenen zij te meenen, dat hun doel bereikt was, want op dien dag begon een ver-! woed© strijd om Yperen en omgeving. Hoewel rle strijd nog niet ten einde is, kan dit worden gezegd. De Duit sehers hebben eenig terrein gewon nen, maar zij hebben Yperen niet ver meestert). Bij het terugslaan van de Duitsehers leden de Engelschen he vige verliezen. Maar gevechten van dezen aard en duur kunnen s'echts voor beide partijen kostbaar zijn en de Engelschen hebben de voldoening, dat zo wat naar liet schijnt hei hoofddoel van de Duitsehers is op het westelijk odrlogstooncel, hebben doen mislukken en dat de Engelschen hun zwaarder verliezen toebrachten dan ze zelf leden. Het relaas omtrent de drie dagen van lievige strijd. 10, 11 en 12 No vember, brengt natuurlijk weinig nieuws, het is slechts een herhaling van de beschrijving van aanvallen en tegenaanvallen, zooals er reeds zoo- velen zijn gegeven. Maar wat de oog getuige vertelt van den aanval van het Pruisische gardecorps moge hier wat uitvoeriger worden weergegeven. Woensdag 11 November (zoo vertelt hij) werd er hefiig gevochten. Nau welijks was de dag aangebroken of de Duitsehers openden een ongekend hevig artillerievuur op de Britsche loopgraven noordelijk en zuidelijk van den weg Meenen—Yperen, en enkele uren. later werd dit bombarde ment door een stormaanval der in fanterie gevolgd. Deze aanval ge schiedde door de le en 4e brigades van het gardecorps, dat, naar gevan genen meedeelden, was uitgezonden om een uiterste poging te doen ter vermeestering van Yperen, een taak die voor de Knie-infanterie te zwaar bleek te zijn. Toen de aanvallers voorwaarts kwa men werden zij door 't Engelsche frontvuur ontvangen. Maar daar zij diagonaal op een deel van 't Engel sche front oprukten, konden ze ook in de flank door de artillerie, gewe ren en mitrailleurs worden bescho ten. Hoewel hun verliezen nu ze de Engelsche linie bereikten ontzaglijk moesten zijn, was hun aanval zoo krachtig, dat ze ondanks het schitte rend verzet van de Engelsche troe pen, er in slaagden, op diric plaateen bij den weg door de Engelsche linie heen t© breken. Zij drongen over eenigen afstand- in de bosschen ach ter de Engelsche loopgraven, maar door een tegenaanval en door het en- fileervuur der mitrailleurs werden zij tot de loopgravenlinie teruggedron gen, waarvan ze een deel konden be houden, ondanks de pogingen der Enge'schen om ze te verdrijven. Al leen in de bosschen telden de Engel schen 700 gedoode Duitsehers, wel een aanwijzing van den omvang der Dutitech-e verliezen. Een gelijksoortige poging ten zui den van den weg, echter niet door de garde uitgevoerd, mislukte eveneens. De ooggetuige verhaalt dan verder, dat zooals gewoonlijk In een uit boech begroeide streek, ook hier het gevecht dikwijls tot een handgemeen werd. Op den 12den November was het langs de Britsche hnie betrekkelijk ri^tig, maar hadden de Franschen het zwaar te verantwoorden, echter ook dezen slaagden er in weldra het in den eensten aanval verloren ter rein te herwinnen. Uit de mededeelingen van den „ooggetuige" blijkt dus, dat men aan Britsche zijde zeer voldaan is over do positie dier bondgenooten, ENGELSCHE OORLOGSCORRES PONDENTEN OVER DE GEVECH TEN IN VLAANDEREN. De „Times" verneemt uit Vlaan deren-, Woensdag ia de slag in Vlaande ren alleen onderhouden door een on- beteekenend artillerie-vuur. Beide partijen hadden een geuicenschappe- iijken vijand te bestrijden. Het No- vember-weer was bar in de vlakten, van Vlaanderen. Up nachtelijke stort regens, die alles doorweekten, volgde ochtendv-orst. Het leven in de schan sen moet werkelijk hard zijn en de aanvoer van levensmiddelen en mu nitie naar de vuurlinie ondervindt groote moeilijkheden. De wegen d e erheen voeren, zijn met boonven be plant, maar er zijn geen heggen die tegen de regenvlagen beschermen. Op het plaveisel midden op den weg is geen ruimte voor twee wagens om elkaar vooibij te rijden. Als dus twee wagens elkaar ontmoeten, moet een van beide de bestrating verlaten en een modderpoel inrijden. Niet weini ge zware vracht-auto's inet proviand zijn, dan ook op den weg naar het front bot aan de assen weggezonken en blijven steken. Een correspondent der „Daily News" in Noord-Frankrijk meldde Dinsdag Het nieuws, voor zoover het er is, is goed voor do geallieerden cn de voor naamste kenmerken blijven de knab bel-aanvallen van de Duitsehers en het slechte weer. Vandaag heeft het misschien iels minder hard geregend en de droge buien waren misschien iets langer, maar het land aan de grens is lot het uiterste toe door weekt. Toch zwijgt de artillerie niet, naar is bij Dixmuiden en Yperen he- iger aan het woord, terwijl de Fran- sche gr~.naten ten zuiden van de laatstgenoemde plaats de poging der Duitsehers om door het ophoogen van dijken verdere inundatie te voorko men, belet hebben. De regen Is gebleken een nieuw ge vaar te zijn, daar waar de loopgraven niet voldoende goed gebouwd waren wat niet gebeurd Is in eenige door de Engelscho troepen bezette loop graaf. Een goed gerichte granaat, heeft in de Taaiste drie vier dagen meer dan eens een grondafechuiving veroorzaakt en tal van manschappen zijn levend begraven vóór hun kame raden hen bevrijden konden. Voor de kunde van de Engelsche ingenieurs hebben zoowel Belgische als Fransche officieren hun grootste bewondering uitgesproken. Ik verneem van welin gelichte zijde, dat de gezond Mi ijstoe stand van de Engelsche manschappen goed blijft en er betrekkelijk weinig zieken, die tengevolge van het slech te weer ongesteld waren geworden, in liet hospitaal opgenomen zijn. Ook liet aantal gekwetsten is sterk ver minderd en de hospitalen, die het veertien dagen geleden overdruk had den-, zijn al even blij als het leger, dat er een oogenblik vermindering in den strijd is. Iedereen vraagt zich af wat de volgende beweging zal zijn en een hernieuwdo actie aan den kant van La Bassée en Béthune wordt vrij wel verwacht. De „Daily Mail" verneemt uit Duinkerken dat de gehede 6treek ten Zuiden van Dixmuiden lot aan Zuyd- echoote (ten W. van Bixschoote aan den Westelijken oever van het Yser- kanaal) twee voet onder water staat. Onder het water is een laag weeke modder van 3 d.M dikte. Ook ten N. van Dixmuiden aan den oostelijken kant van den spoorweg van Nieuw- poort naar Dixmuiden staat heel het land blank. Het ls niet mogelijk zich een doodscher, verlatener en e'lendi- ger streek voor te stellen dan dit ver dronken land waaruit hier en daar een paar eilandjes, eenige kale knot wilgen en een hoeve uitsteken. DE GROOTE SLAG IN HET OOSTEN. Van Duitselio zijde wordt over dien slag gemeld: De Russen waren de troepen van Duitsehers en Oostenrij kers met een geweldige macht, lang zaam, over een breedte van 300 kilo meter, tusschen de Oost-Pruisi6che Zuidgrens en de Karpaten nagedron- gen. en wel blijkbaar met een rech tervleugel van vijf tot zes legerkorp sen Ln de richting van Thorn, op den rechter Weicheeloever en met een hoofdmacht bestaande uit ongeveer 15 legerkorpsen, een aantal reserve- divisies en 11) cavaleriedivisies op den linker Weichse'oever, in de richting van SiLezië en West-Galicië. Behalve dez-e, minstens 900.000 man tellende hoofdmacht, etond er nog een sterk leger tegenover do Zuidoostgrens van Oost-Pruisen en een aanzienlijke le- gorafdeeling rukte in Galicië op, de richting va.n Krakau. Tegen den lOden November onge veer bereikte de Russische hoofd macht de Warthe, op de iiuie Ko!o Sieradsz-N'oworadowsk en met den linkervleugel de lijn Malïeziew-Wech sel; eerst hielden de Russen stand aan de Warthe. maar na eenige da gen begonnen zij met het overtrekken van de rivier. Generaal Hindenburg Md intus- schen den hem door de Russen gela ten tijd gebruikt, om sterke troepen- afdeelingien over te brengen naar zijn linkervleugel aan de Posensche grens en andere troepen aan de grenslijn Thorn-Soldau op te stellen. Op 12 en 13 dezer volgden nu de aan\ allen van de Russen op de Oost-Pruisische grens, voornamelijk bij Staüupónen, Eydtkuhnen en So'dau. Deze aanval len werden door de Oost-Pruisische iroepen en bij So'dau door de uit West-Pruisen omboden troepen na zeer hevige gevechten afgeslagen. Op 15 dezer wei-den sterke Russische af- de©lingen op den rechter Weichsel- oever onder verlies van 5000 gevang-e nen bij Lipn© teruggeworpen; ze moesten tol Plozk terugwijken. Op denzelfden dag wierp Hindenburg eendge hem tegemoettrekkende Rus sische legerkorpsen tot voorbij Koet- no terug. Hij nain meer dan 50.000 Russen gevangen en veroverde vele kanonnen en machinegeweren. Thans wordt ten noorden van Lodz de be slissende elag met alle kracht voort gezet, DE DUITSCHE MORTIEREN AAN HET WERK. Dr. Arthur Munzer schetst in eer. bericht aan het Berlijnsche „Klinische Wochenblatt" de werkzaamheid der Duitsche 42 c.M. mortierbatterijen. „Daar zijn nu op een niet heel groo te ruimte, solid© vastgemetseld, twee stukken opgesteld. Niet ver daarvan af liggen de reuzenprojectielen, waar van er juist een spelenderwijze opge- heschen wordt. We zijn toevallig in een vuurpauz© aangekomen en wach ten met spanning ©p d© dingen, di© komen zuilen. Een aantal hoogere officieren liepen druk heon en weer; manschappen ziin bezig met het uitladen van ammuni tie. Uit groote zorgzaamheid worden wij ook van watten voorzien, waar mee het oor tegen een al te zwaren knal wordt beschut. Wij staan op een afstand van zoowat 20 meter van het luk, dat het eerst zal vuren. Dan op eens komt het. F.en onderofficier commandeert „Klaar Een man op het platform van het kanon heft de hand op de spanning is ten hoogste gestegen „Vuur 1" Uit den loop van den mor tier springt een geweldige vuurzuil, een geweldige knal, een heftige schok voor lien, die in de buurt staan, -11 dan ecri sissen en suizen in de lucht, waaraan geen einde schijnt to ko men de loop van het geschut buigt zich ter aarde, rook en walm stijgen er uit op. Eerst staat men verstomd, als voor iets onbegrijpelijks. Maar langzaam wijkt de spanning. En alles gaat weer zijn gewonen gang. Na twaalf minuten valt het schof uit het tweede stuk. Steeds weer be gint het afgrijselijke spel en automa tisch wordt een noodlot afgewikkeld. ARM MEISJE. De navolgend© aangrijpende schets leest men ln 't blad „Bohemia" uit Praag: In het Sanatorium te Podol ligt een zesjarig, Lief Joodsch meisje met roo- de wangen. Rustig ligt Indé hoofdje in het kussen, geen gesteun komt over haar lipjes. Dit kind beleefd© in do laatst© dagen verschrikkelijker iets dan de sterkste matt zou kunnen ver dragen. Zij verloor moeder en broers, terwijl zeven shrapnellscboten in haar lichaam drongen. Slechts door een wonde* <an zij blijven leven, zeg gen de doctoren, want leder schot had doodelijk kunnen zijn. Dit meisj© dat op één dag huis, moe der en broers verloor, ontwaakt nu langzaam uit bloed en wonden tot nieuw leven. Voor hei ziekbed zit haar grootvader, d© laatste van zijn stam. Hij luistert of het bevend zieltje vóór hem begint le leven. Hij kan niet schreien, kan nauwelijks meer spro ken. Di'i ls d© tragedie der familie Heit- schul: Op een Vrijdag werd het dorp bij Jaroslaw ontruimd. De kozakken ko men, heette het. De familie Heitsclvu! bleef. Do buren kwamen en waar schuwden: Blijft niet, wacht den dood niet ai, vlucht met ons! Wij blijven, beslisten de zoons, terwijl moeder den winkel «loot. Toen het schemerde, waren de Heitschuls de eenige bewo ners van het dorp. Rondom spookte de duisternis, nergens werd een ge luid gehoord. De moeder zette een kaats op tafel en begon le bidden, terwijl de zoons naar buiten gingen om te luisteren. Daar weerklonken uit do verte voetstappen, zij kwamen nader. Ooslenriiksche soldaten waren hett cld'O 'h/irtelij.k verwelkomd wer den. Zij waTen met hun dertienen. Moeder nani hen vriendelijk op. Daar viel ©en schot. Lichten uit! riepen de soldaten. Op hetzelfde oogenblik door. boorden eenige schoten de wanden van het huis en roten de arme vrouw in stukken. Een hae«:l shrapnellscho- ten volgde en na weinige minuten was het huis een puinhoop, waaronder lijken lagen. D© moeder, de broers, de soldaten. Alleen het klein© meisje leefde, zij het ook nauwelijks merk baar. Zeven wonden bedekten haar lichaampje. Toen do kozakken weg waren kwam de grootvader uit het nabijgelegen dorp en verrichtte zijn doodsgebed. FEUILLETON (Naar het En gelach). 67) Do boerin uitte een zacht© kreet-van Verbazing. Lady Bellamy werd bleek en wierp het jongo meesje toornige blikken toe, maar Angela onbevreesd, ging voort: Vrouw Tliorpe, gij hebt mijn verloofde het leven gered, ik kan er u niet genoeg voor danken. Wat ik u b:ddcn mag, voltooi uw liefdewerk. Deze vrouw, en zij wees op lady Bcl- lamy, - verpleegt luyn met uit lief de, maar niet bijbedoelingen di© ik niet raden kan, maar da© zeker niet eerlijk kunnen zijn. Zij vras hot ddo dtit medaillon, dm ik mijn verloofde ton geschenke bad gegeven, hem in zijn bewusteloozen toestand ontstolen en aan mijn vader gegeven heeft, om miij te doen gelooven, dat hij mij on- trouw was gev.orden. Laat haar niet meer bij hetu toe, ik bid het u. Gij hebt gehoord, hoe do dokten* zeido, dat een klein verzuim den zipke het leven zou kurnen kosten. Zij is zijne vriendin niet O, ik smeek er u om, kiat haar n-u niet weer bü hem toe! Vrouw Thorpe niet wetende wat te zeggen, staarde beurtelings Angela en iiady Bellamy aan, die beiden met hoogrood© wangen caar stonden, ter wijl er uit de oogen van lady Bella my feite haat lichtte. Pigott was, zoo dra Angela hare stem verhief, naar d© deur der ziekenkamer gegaan, die op eou. kier stond, en had die gesloten, opdat d© zieke het gesprek niet zou hooren. Welnu, vrouw Thorpe, zei ein delijk lady Bellamy mot snerpende stem, zich tot de boerin wondende, hot is aan u om te beslissen. De zieke is in uw huis. Gij ziet, hoe ik voor men menechlievendl.eid word be loond. Vrouw Tliorpe was Achtbaar in tweestrijd. Ja, mompelde zij ten slotte, wanneer tej do verloofde i9 van juffrouw Careefoot.... Vraag of juffrouw Coresfoot hem dan zelv© wil oppassen, viel lady Bellamy haar in do rede, met een hatelijken grijns, die haar gansche gelaat, vertrok Zij is er dan toch het naast aan toe. Vrouw 'Diorpo keek aarzelend naar Angela. Hel meisje was bleek gewor den, zij begreep dat linar goede naam niet gedoogde, dat zij ha&rs vaders huis ontvluchtte om haren verloofde bij een vreemde t© gaan verplegen. Dat kan niet, vrouw Thorpe, zei zij stamelend. dat kan niet.. In dat geval, hernam de boerin, nog steeds niet recht wetende hoe zit hier moest handelen, in dat get al zou lady Bellamy... Kunnen vertrokken, viel Pigott, di© tot dusverre gezwegen had, haar in de red© en daarop, zich tot Angola wendende, giug zij voort: Ver trouwt ge hem aan mij toe, mijn duif je, uan uw oud© Pigott? Zou nvjn hand zacht genoeg zijn om zijn kus sens op te schudden en mijn stem vriendelijk genoeg, om hem tot kalm te en geduld te bewegen? O Pigott, riep Angela, haar om den hals vallende, wat zijt gij toch goed voor mijl Mag Pigott dan hier blijven, vrouw Thorpe? Welzeker, mijn lieve jufter, ant woordde de boerin vriendelijk, hij kon aan geen betere handen worden toevertrouwd. En ik dan? vroeg lady Bellamy hortend. Ik dank u voor uwe zorgen, ant woordde Angola zacht. Gij doédt 2© wel niet uit edele bedoelingen, maar aan u heb ik het toch gedeeltelijk te danken, dat hij nog leeft. Ik verlang uw dankbetuigingen oiet, snauwde lady Bellamy haar woedend toe ©n daarop wierp zij ha ren mantel om en zette haar hoed op, die in een hoek van de keuken op een stoel lagen. Mylady! riep de boerin, gij gaat toch zoo niet heen, alleen -in den nacht. Mijn zoon zal u naar huis rijden! Lady Bellamy maakt© een afwerend gebaar en ging naar d© deur, maar op den dirempe! keerde zij zich nog even om en zeide ritet uitgestrekte» arm en een vian woede bevende stem, Nu tussohen ons, Angela Caree foot. Gij hebt voortaan e©ne vijandin, Uii© nooit vergeten of vergeven zal. Vandaag hebt gij overwonnen, straits koint de beurt aan mij. Neem u m acht! En daarop keerde z-j zich om 011 verdween. Angela, uitgeput door al deze aandoeningen, viel op een stoel neer, terwijl de goedhartig© boerin ©en g!as water voor haar haalde. Een oogenblik raadpleegden zij haastig met elkaar, want het was re©d-s laat geworden. Een van de aeons van vrouw Thorpe ging daar op naar buiten en toén Angela eenige oogenhl ikltan later opstond om heen te gaan, stond do boerenwagen met tweo jxiurdem atngespamnen voor de deur. Stap in, juffer, zei de boerin vriendelijk. James zal u naar huis rijden. Wat zijt ge goed voor mii. ant woordde Angela dankbaar en daarop wended zij zich to P gotten keek de?e met zulk een smeekenden blik aan, dat de oude dieaustbode haar geroerd in de armen nam en haar hartelijk kuste. Wees onbezorgd, liefste, zei ze. Ik zal hem zoo oppassen, dat gij ze.f met anders zoudt vei langen, en daar op, ziende dat het meisje de tranen in de oogen schoten, ging zij voort op troostenden toon: Komaan, moed gehouden. Ov?r een dag of wat zult ge eons zien, hc© hij vooruitgaat m beterschap. Ik moet hem immers op- kweeken voor... de aanstaand© me vrouw Heigham. Angela bkx*sde en zeide, zco zacht dat Pigott alleen het kon hooren: Pigott, zoodra hij het hooren mag, zeg hem dan dat ik hem innig liefheb en hem altijd trouw zal blij ven l Hierop omhelsden zij elkander nog eens, Angela nam een dankbaar af scheid van de boeienfamilie en klom in den wogen, -l:e weldra wegreed. Een paar honderd meter van hoars vaders huis verzocht het meisje aan den boerenzoon, om stil to houden, daar zij vreesde dat haar vader het geraas van do wielen hooren 2ou, hoewel zij dit aan den voerman niet mededeelde. Het Licht in de kamer haars vaders brandde nog. zoodat zij met groote behoedzaamheid de voordeur opende, met den sleutel dien zij uit voorzorg hadden meegenomen. Met bonzend hart en zachte schreden als een dief in den nacht sloop zij haars vaders huis binnen en toen zij eenmaal 111 den gang stond, snel naar boven op dat men haar niet zien zou. Zonder ongeval bcrakt© zij har© kamer en wierp daar hoed en mantel af, waarna zij de kamerdeur zachtjes afsloot. Toen ging zij bij de tafel zit ten, stak daar een klein nachtlampje aan en peinsde over alles, wat er dien avond was gebeurd. .Van den een en kant was het vreugde die haar ver vuld©, omdat z'j nu zekerheid had ge kregen, dat Arthur alleen door zijn ziekte niets van zich had doen hoorn» en vreugde ook, omdat zij er in ge slaagd was, ladv Bellamy van het ziekbed van Arthur te verwijder©!). Aan den anderen kant ontveinsdo zij zich niet, dat de omstandigheden waren verergerd. Zij begreep nu ein delijk, dat eeu oorujdot bestond tus schen lady Bellamy, George Cares- foot en haren vader, om haar tot een huwelijk met George te noodzaken. Nu de poging met het medaillon was mislukt, zou lady Bellamy zeker andere pogingen doen en stellig m do eerste plaat-* haren vader inlichten van Mar bezoek aan do hofstedo van Thorpe. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5