De Europeesehe Oorlog.
DE BOOSDOENERS.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 26 NOVEMBER 1914
Op het Westelijk
Oorlogsveld
OFFICIELLh BERICHTEN.
Hot D 11 i 13 i, !i e ltoofdkwartisr
ileClt I)l«Hle:
„Dinsdag hiaWxm do Engelsolie oor
logsschepen hun act© togen do kust
in België hervat.
Op hot westelijk torfoffsterretim is
niets in <ïfll) toestand gewijzigde
Bij Atrecht hebben de Duitschers
kleine vorderingen gemaakt".
't Franse he communiqué luidt:
„Van de kust tot Yperen heeft geen
aanval plaats gehad.
De geal'ieerden hebben terrein ge
wonnen tusschen Langeinarck en Zon-
nebeckc.
In den omtrek van La Bassée heb
ben de Indische troepen de loopgra
ven, die hun den vorigen dag ontno
men waren, heroverd.
De geallieerden zijn eenigs/.ins voor
uit gegaan bij Bcrry-au-Boc en in Ar-
L on.ne.
Te Bcthincourt ten noordwesten
van Verdun is een aam al der Duit
schers afgeslagen.
Een door de Duitse hire gevraagde
wapenstilstand is geweigerd.
De Fraiifeche artillerie heeft Arna-
ville in de buurt van Punt ik-Mousson
gebombardeerd."
Uit Engeland komen de volgen
de officieelc berichten:
„De oorlogsschepen, die do Duit
schers to Zecbrugge hebben gebom
bardeerd, zijn naar een Enge'tcbe
haven teruggekeerd om voorraden in
te neincn.
Er is zeer hevig geschoten, ieder
schip vuurde een groot aantal grana
ten af.
De vliegers deden nuttig werk door
de posities van de Duitschers te ver
kennen en de torpedovernielers even
eens doord: t zij de Duitschers tot
schieten ui'.okten, zoodat de Engel-
sche oorlogsschepen het vuur konden
beantwoorden en de kanonnen der
Duitschers spoedig buiten werking
stellen.
Volgens de berichten hebben de
Duitschers zwaie verliezen geleden,
terwijl de En«'»l©chc schepen zonder
verlies ontkwamen.
Ook de Duitsche onderzeeërs heb
ben zwaar geleden."
Verder
„De Hindoes hebben dapper eenige
loojiguaven hernomen, welke zij den
vorigen dag verloren hadden en
daarbij drie officieren en honderd
DiutÊCne soldaten krijgsgevangen ge
maakt en bovendien een móóier en
drie mitrailleurs veroverd."
EEN NIEUW BEVECHT.
De „Dail> Cbnoiruide" verneemt uit
Noord-Frankrijk, dat de geoomoineer-
do Freuischo en Britsclie legere sedert
enkele dagen door do Duitschers in
sterke macht o® het front vun Yponen
tot La Bassóo worden aangevallen.
Do slag gelijkt in omvang en lu-acht
aan do slagen van Marne en Y.er. De
Duitschers bcgor.jj.en dien strijd mot
grooto voretor lenigen en nieuwe ka-
nonncii. De Frunschen en Britse lie le
gers ufi<.erem iin rcuhUtrceksche sa-
mouwerkuig en do zwaarste kanon
nen znjn tl^uis in acte, dood en ver
nieling vereprei©© nd 15 tot 18 mijlen
ver. liet doel dor Duitschers .s Ype
ren te nemen, waarvoor zij reeds dui
zenden mcn-ohentekens oUerden. De
DuitscJio kanonnen teisteren nu op
nieuw de stad. Tot dusver heeft de
Engolscb4 artillerie elke beweging
der Duitschors dom m.siukken.
Van 't üosielijk
üoi.o.s.ocneel
OFFICIEEL NIEUWS.
De D u itsche staf meldt:
„Ju Oost-Pruisen hobuen de Duit-
echo troepen afi© uamallen der Rus-
een afgeriageu.
Het tegen-olfetsivf dor Russische
troepen uit do richting van Warschau
>3 ia do streek LowiczStrykow—
Brezmy mislukt.
Ook in de streek ten oosten van
Czenstochóvva zijn olie aanvatten van
de Russen op Duitscfie front mis
lukt'
Uit Oostenrijk wordt officieel
gemeld; „De gewddige 6trijd in Rus-
tifich-Po.cn duurt i> g voor: Tot dus
verre hebben Oostenrijkse;.© troepen
in dezen e'ag 2WXKJ Russen gevangen
genome a en 39 machine-geweren buit
gemaakt, benevens veel ander oor
logsmateriaal."
Volgens mededeeüng van eeu lid
der H o n g a a r 6 c h e regeering*-
pari ij zijn tie in het landschap line
binnengedrongen Russen teruggewor
pen. Na groote verliezen to le bben
geleden, bevinden zij zich reeds op
den terugtocht naar de grens. K'eine
Russische strijdkrachten «taan in
Zemplin; maar tegen deze troepen
orden ook krachtige maatregelen
genomen.
Dit bericht wordt bevestigd. Nader
Wordt nog gemeld:
„Ook in het comitaat Zemp'in wer
den de Russen tot den terugtocht ge
dwongen.
Bet pensomeel van tie in die streek
ontruimde spoorwegstations is terug
geroepen."
Op het Zuidelijk
Oerlooif taoneel.
Door den Oostenrijkschen
staf wordt bekend gemaakt:
„Oostenrijkschc troepen zijn onder
hevige gevechten, door het drassige
laagland van de Koloebra getrokken.
Bij den aanval op de oostelijke hoog^
ten hebben zij bijna overal reed© ter
rein gewonnen. Een aantal hevige
tegen-aanvallen van de Serviërs zijn
met zware verliezen ann hun zijde
afgeslagen De Oostenrijkera hebben
zeer veel krijgsgevangenen gemaakt;
ook het aantal Servische deserteurs
is zeer groot.
Oostenrijkse he troepen zijn ten zuid
oosten van Waljevvo onder voortdu-
renden strijd over de met «sneeuw be
dekte bergkammen Mal jen en Suwo-
bor getrokken.
Daar zijn Dinsdag weder 10 officie
ren en meer dan 300 Servische solda
ten gevangen genomen en drie ma
chine-geweren buitgemaakt."
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
IN DE LOOPGRAVEN.
Dri© dagen lang heb ik met onze
jongens het leven in de loopgraven
meegemaakt, schrijft een jouii.ul.sl
in den „Tempe", iang genoeg oui
eenig denkbeeld te kiijgen van den
modernen, oorlog. En dat gelijkt niet
veel op de voorstelling, die wij ons
er van maken bij liet lezen vun een
beschrijving aan het hoekje van dian
haard. In werkelijkheid is het gruw o-
lijk. Ik kreeg daen indruk reeds te
midden van de onbegraven lijken op
het slagveld bij Reims en Soisson-r en
te midden van de bommen aan de
Marne; bii de gekwetsten in do hos
pitalen. Maar hier, in een dier loop
graven, gevuld met modder en door
weekt stroo, waar onze soldaten moe
ten leven, daar voelt men pas te mid
den van het grootste menschel,ijk lij
den te zijn, een lijden vol ontbering,
onder de scherpe kou eix den dage-
Jijlcschen strijd. Maar men moet
wel aannemen, dat do indruk dien
men krijgt, soms erger is dan. de zaait
zelve; bovendien went men aan al
les. ik heb geen klucht gehoord; ja,
zelfs to iinddm van al die ellenüo
trof ik slechts montere, opgeweitw
kerels aan. Zij weten li cel goed, dot
ze daar met voor hun pl ei zier zijn en
dat ze nog lang niet aan het eindo
zijn van hun lijden. Maar ze zijn zoo
zeker van de eiiidovenvnniin.g, dat zo
aan dat alles niet denken; ze zijn ver
baasd, als ze boo ren mei welke een
koortsachtig verlangen wij, burgers,
ons op de communiqués worpen.
Deze soldaten waren jonge mannen
van 25 tot 31 jaar, allen kluchtig op-
gewekt en gezond. Overal hebben z;j
al gevochten; eerst aan de Maas, dan
bij Seniis, te Dununortin, Barcy,
Etrepailly. aan de Aisiie. Hun offi
cieren hebber» hen uutrtekeud in de
hand; zij kunnen met hen doen wat
ze willen. Een dozer officieren ver
telde mij, dat ziju systeem er vooral
m bestond om te zorgen dut het zijn
mebschen aan niets ontbiuk van voe
ding en klcnio gerieflijkheden als la-
bak, enz. betrerft. Zij voelen dat ik
voor hen zorg en ze gaan voor me
door een vuur. Het is mij onverschil
lig of «ie zaak mot geheel naar be-
itooren is of als de administratie re
clameert; het komt er maar op aan
of de kerels krijgen wat ze noodig
hebb.m, met liet resultaat, dat ik een
compagnie heb, waarmee ik wat be
ginnen kan
VerdeT vertelt deze journalist
„Deze officier nam mij uit Parijs in
zijn auto mee naar het front. Hij was
in de hoofdstad geweest om voor zijn
kolonel eenige telefoontoestellen te
khopen, die deze noodig had om niet
zijn over verschillende loopgraven
verdeelde afdeelingen contact te kun
neii houden. Met twee dagen had db
kolonel wat hij noodig had had
men den administratieven weg ge
volgd, dan waren de toestellen mis
schien over een maand gekomen. Met
do toestellen brachten wij een voor
raad winterkleeding mee, verder lin
nen, tabuk, sigaretten, vloeibaar en
vast voedsel, eenigo medicamenten
ja zelfs fluitjes voor de gewonden
Met dien voorraad zouden wij wel op
een goede ontvangst kunnen rekenen.
F,n vvo zijn dan ook goed ontvangen
in het kleine dorpje in liet noorden
niet meer dan een gehucht. Ter zijde
van den weg staat in de modder de
regimentstrein opgesteld, onder bewa
king van een klein detachement. De
troop ligt eenige kilometers verder in
de loopgraven, waarvan de lijnen zich
verliezen in den nevel. Nu en dan
klinkt een kanonschot of hoort men
den knal van een geweer. Aan den
rand var» een loopgraaf leidt een trap
naar beneden, in een ondergrondse!)
verblijf de woning van den kolonel.
Een kachel snort links in een inham
viet veldbedden, stroo op den grond,
planken lange den wand bevestigd.
Dit is de slaapkamer van den kolonel
en van zijn staf. Daar tegenover is in
een andere ruimte een eetzaal inge
richt, met, in een gat in den muur,
den „kelder" met een kleinen voor
raad. In een anderen hoek wordt de
telefoon aangebracht. Naast de „ver
trekken" van den kolonel bevinden
zich de verblijven voor den troep, wel
iswaar met minder comfort, maar
niettemin beschut en ingericht op
koude en vochtigheid hel is er in
ieder geval warm en men is er veilig
de kogels gedurende den rust
tijd.
Nu de uitdeeling van de kleeren,
enz., noodigt de kolonel ons aan zijn
tafel. Zijn kok is vroeger bij Roth
schild geweest Wij krijgen schapen-
oguui met aardappelen, leverpastei
eend, sla en fruit, het geheel overgo
ten met een glas port en ooiden bran
dewijn van het jaar 1853 waarvan
de kolonel 's morgens ook een scheut
gebruikt had, bij gebrek aan vinaigre,
om zich na het scheren te wasschen
natuurlijk tot groote verontwaardi
ging van de luitenants, die „den.
oude" overigens op de handen dra-
ui-
En terwijl wij daar rustig aan tafel
zitten en elkaar het laatste nieuws
vertellen, dondert het kanon. Een
granaat ontploft vlak bij ons verblijf;
Maar niemand let er op.
Do kolonel houdt rapport, de offi-
eren, die vrij van dienst zijn, ver-:
poozeu zich in bet dorp, waar de sol
daten tusschen de ruïnes zceken naar
planken en stangen, om hun loop
graven steviger en hechter te maken
anderen maken zich gereed voor een
patrouilletocht, een officier te paard,
gehuld in zijn grooten mantel, rijdt
voorbij.
En zoo wacht men op. nieuwen-
strijd, om den vijand lenig te werpen,
die daar ginds, ook in de aarde ver
borgen, ligt, eenige honderden meters
achter het gordijn van mist en nevel."
De „oogigetuige" In het Brilsche
hoofdkwartier zegt aangaande de ge
beurtenissen tot Maandag j.L: „Het
beefi, drie dage/n hard gevroren en de
zon scheen prachtig. Hoewel de troe
pen niet langer in den modder lig
gen, is het toch onmogelijk gedurende
don nacht warm te blijven in de open
loopgraven en vele manschappen zijn
zoo stijf, dat zij uit de loopgraven ge
dragen moesten worden.
Ook de. vliegers lijden erg onder de
koude. De bevroren grond vergemak
kelijkt ectner ten zeerste het vervoer.
De ooggetuige vertelt, dat er een
nieuw Duitsch wapen is verschenen,
ul. een geluidloos kanon, dat mis
schien pneumatisch werkt. Geen knal
of ander geluid wordt gehoord, aJs
net projectiel door de luch„ vliegt.
Men bemerkt eerst iets als het pro
jectiel ontploft. Het wapen heeft Wï
dusveiTO echter nog geen schade aan
gericht.
Op sommige plaatsen kiggen de li
nies slechts 40 yaixls van elkander af.
De Engelsche soldaten en die van den
vijand spreken met elkander, houden
schietwedstrijden en geven elkander
talrak".
De ooggetuige verklaart uitdrukke
lijk, dat het gescirul nooit zw ijgt, cn
dat er nog tul van nicnschenlevens
teloor gaau op dagen, dat er, volgens
de rapporten, niets gebeurt.
VERLIEZEN IN DEN OORLOG.
In de „Ostseo-Zeltung" schrijft ge
neraal Von der Bocckh: „Een statis
tiek over verliezen beslaat eerst sedert
den tijd vun Frederik den Groote,
daar voor den Zevenjarigen Oorlog
geen nauwkeurige verlieslljsten bij
gehouden werden. Uit deze statistiek
blijkt, dat do vrij nlgemeene opvat
ting, dat de verliezen in de oorlogen
van onzen tijd grootcr zijn dan vroe
ger, niet gerechtvaardigd is. Voor
zoover het de verliezen door ziekten
betreft, is dit zeer verklaarbaar,
maar men zxiu geneigd zijn aan to
nemen, dat do verliezer) in de gevech
ten, tengevolge vnn de verhoogd© uit
werking der moderne vuurwapens,
veel grootcr zouden moeten zijn dnn
vroeger. Dit is echter niet het geval.
Integendeel, de verliezen ziin steeds
geringer worden.
Het onbetwistbare feit, dat ondanks
alle verlieteringen van de wapens ook
de eigenlijke verliezen in het gevecht
in den modernen tijd, vooral in ver
gelijking met de verliezen Ln de oor
logen van Frederik den Groote en
Napoleon, kleiner geworden zijn,
blijkt uit de volgende cijfers De ver
liezen, in den regel grootcr bij de
overwonnenen dan bij den overwin
naar, hebben gemiddeld bedragen
gedurende het tijdperk van Frederik
den Grooten 17 pLt., gedurende den
Napoleontischen tijd 15 j>Ctin den
Krim-oorlog 14 pCt,, in 1859 in Italië
8 pCL, in den oorlog van 1800 even
eens 8 pCt., in het eerste gedeelte van
den oorlog van 1870/71 9.5 pCt., in het
tweede gedeelte tegen de republiek
7 pCt.
In den Russisch-Jnpanschen oorlo?
van 1904 XI5 waren de verliezen onge
veer als in het eerste gedeelte van den
Franscb-Duitschen oorlog. Ook in de
beide Balkan-oorlogen van 1912/73
moeten zij niet liooger geweest zijn.
Voor deze ontbreken echter nog be
trouwbare gegevens.
De verhouding tusschen de doouen
en het grheele aantal der verliezen is
vrijwel dezelfde gebleven en bedraagt
gemiddeld één tot vier.
Als een bijzonderheid van den rno
dernen oorlóg echter moet nwm be
schouwen, dat de verliezen op eenige
punten van de slagvelden een hoogte
bereiken, die gelijk staat met die uit
vroegere tijden. Dat is vooral m dei.
Russisch-Japanscben en Ln de Balkan
oorlogen gebleken. Bij St. Privatver
loor de garde-infantcrie gemiddeld JU
pCt., eenige afdeelingen zelfs 55 pCt.
bij de bestorming van Plewna moe
ten eenige Russisclie afdeelingen
zelfs 60 tot 75 pCt. van hun getal
sterkte verloren hebben. De Japannee-
zen hadden bij do bestorming van den
200 M. hoogen heuvel voor Port-
Arthur en bij eenigo aanvallen op
dorpen in den slag hij Moekden ver
liezen van 50 pCt.
Dat zijn echter uitzonderingen op
den regel, die het feit onaangetast
laten, dat percentsgewijze do verlie
zen in den oorlog steeds minder wor-
den.
Militaire deskundigen, die zich voor
liet uitbreken van dezen oorlog over
de vooruitzichten geuit hebben, wa
ren eenstemmig van meening, dat toe
komstige oorlogen niet meer verlie
zen zouden kosten dan de tol nu toe
gevoerde en in geen geval de hoogte
zouden bereiken van de verliezen in
den tijd van Frederik den Grooten cn
Napol eon.
DE OORLOG ONDER DEN
GROND.
Een soldaat uit Co'mar meldde uit
Noord-Frankrijk; „Dezer dagen zal
ik wel het IJzeren Kruis krijgen. Ik
wil je in het kort meedeelen, hoe dat
gekomen is. Wij waren met de paar
den in een verlaten kolenmijn onder
gebracht. Plotseling hoorden wij in
een mijn vlakbij een helsoh spectakel.
Wij rukten tegen de mijn op, waarin
juist eenige Franschen verdwenen.
Er meldden zich nu met een luitenant
en een betaalmeester ze© man aan
om in de mijn af te dalen Dus klom
men wij met z'ii achten met lantarens
in de diepte, stel je voor, 450 M. diep.
In mijn geheele leven heb ik
niet zoo gezweet Wij waren pik
zwart, door en door nat en zagen er
uit als duivels. Ik dacht dat ik het
biina niet t« boven zou komen. Wat
heb ik naar lucht gesnakt I Einde'ij-k
kwamen wij beneden aan, waar de
lui zich verstopt hadden. Maar wij
vonden hen gauw. Toen wij op hen
aan stormden, staken zij de handen
omhoog en gaven zich darlehjk over.
Het waren en- 35 Schieten kon je daar
in de diepte niet, daar anders de gas
sen in brand geraakt zouden zijn. Nu
gingen vvjj weer naar boven naar de
versche luchi, waar wij onze bescher
melingen afleverden. Daarbeneden
waren ook veel paarden, die na drie
dagen met den ophaalbak boven ge
bracht wei-den
TREFFEND VOORVAL.
Dc veldprediker van hel 311e regi
ment, die den dienst voor de (roepen
'eidde in een kerk van een dorp aan
d© West-Russische grens, droeg
zoo meldt de Telegraaf den dienst
op, toen een granaat den koepel door
boorde, hij het altaar op enke'e pas
sen van den priester neerkwam, maar
niet ontplofte. De priester.wendde
zie li tot de opgewonden soldaten en
zeide slechts: „Zooals go ziet, zijn wij
allen ongedeerd. Wij zullen voortgaan
mot bidden." Toen keerde hij zich
weer naar het altaar.
DE ANTWERPSCIIE FORTEN.
Aan de ,,N. R. Ct." wordt een me-
dedeeling gedaan omtrent de ovefgo-
ving der noordelijke forten van de
st.e'Ung Antwerpen, die niet meer
verdedigd zijn, toe.n de Duitschers
zich meester hadden gemaakt van den
zuidelijken sector en de stad bescho
ten, maar welker bezetting zonder
strijd de forten heeft verlaten en zich
op Nederlandsch gebied deed inter-
neercD. Dit is den fort-commandan
ten euvel geduid naar het schijnt
ook van Belgische officieole zijde
maar de schrijver van het bericht be
weert nu dat dit verwijt onrechtvaar
dig is: de Duitsche commandant. Von
Beseier, had bij de onderhandelin
gen over de ovorgeving der stad den
t-isch gesteld, dat die noordelijke for
ten overgegeven zouden worden, an
dere zou hij heel Antwerpen tot puin
schieten, want liij had geen 'ust om
de forten met veel bloedverlies te ne
men, terwijl zij toch niet meer kon
den dienen om de stad te verdedigen.
De heer Fianck zond die boodschap
aan de fortcommandanlen en dezen
hebben het toen het rneeet in 't be
lang van de goede zaak geacht om
met hun bezetting op Hollandsch ge
bied te gaan. Een der commandanten,
kapitein Hans. heeft zich met zijn
hut de Brasischaet in de lucht laten
springen.
EEN EIGENAARDIGE WAPENSTIL
STAND
Dat ook op het oostelijk oorlogstoo-
neel somtijds een zekere gemoede'ij-
ke verstandhouding heerscht tusschen
de vijandelijke partijen, zooals men
die al reeds kent uit meer dan één
beschrijving van het leven te velde op
het westelijk krijgsterrein. kan men
bieren uit een soldatenbrief, dien een
Hongaansch onderofficier naar huis
heeft geschreven en waarvan Duitsche
bladen melding maken. „Onze Hon-
veds zoo schrijft hij hadden,
toen ze al een tijd lang in de loopgra
ven lagen, trek gekregen in gebakken
aardappelen Tusschen de loopgraaf
en die van den vijand 'ag een lang
uitgestrekt aardappelveld, dat nog
niet gerooid was. Toen zei opeens een
van de onder-officieren: „Jongens,
hoe zouden vanavond de gebakken
aardappelen, smaken?" Nauwelijks
had hij dat gezegd, of er meldden zich
al so'daten aan om ze te gaan halen.
„Zou een zak vol genoeg zijn?" vroeg
er een. Om kort te gaan, 's avonds
kropen er twee Ilonveds heel vi
zichtig over het aardappelveld. Spoe
dig volgden er nog drie, toen vijf en
eindelijk nog tien. I-Iun hcéle bcwa-
jiening bestond uit een infanterie-
spade. Op handen en voeten kropen
ze over den akker en met ingehouden
adem wachtten de kameraden in de
loopgraaf in spanning af wat er zou
gebeuren Allen waren gereed om,
3I3 het moest, de makkere met een
etorm-aanval tegen den vijand bij te
staan Angstige minuten verstreken;
daar bemerkte men plotseling, dat
ook uit de Russische loopgraaf acht
tot tien man met spSden vooruitkro-
pen. Wat zou er nu gebeuren? De
Russen kropen eveneens naar den
aardappelakker, voorzichtig, opleU
tend, vreesachtig! Aan den eenen
kant waren de Ronveds aan het rooi
en van de aardappelen, aan den an
deren kant de Russen Ge kunt be-
grijpen met welk een nieuwsgierig-
I heid de onzen het verder beloop van
I't geval volgden. Toen zagen we dat
ze elkander beleefd groetten en Hon-
veds zoowel als Russen gingen elk
met hun aardappelvoorraad achter
de verschansingen terug. Een half
uur later ontwikkelde zich weer het
hevigste geweervuur tusschen beide
lii.iën...
EEN NIEUW WAPEN.
Een correspondent van de „Times"
in het Nauw van Calais vestigt de
aandacht op het handige gebruik, dat
de Duitschers van nret een snelvuur-
kanonnetje gewapende motorfietsen
maken. Zulke fietsen zijn veel gemak
kelijker te hanteeren dan de gepantr
serde auto's, waarvan «le bondgenoo-
tcn /.i' li vcelul bedienen Een goed
motorflelsrijder en artillerist kan in
enki-Je minuten niet een van die fiet
sen ontxaglijk veel kwaad doen. Zoo
dra htj het punt, waar hij aan wil
vallen bereikt, stapt bij af en brengt
hij hel snc'vuurkarion in stelling. Is
bij voor zijn taak berekend, «Jan kan
bij ecu patrouiHe of een konvooi teis
teren en weer opstijgen en met een
snelheid van 90 K M wegrijden voor
de aangevallenen goed weten wat er
gclx-urt. Op zijn terugtocht is hij dan
«lechts een klein doel in vergelijking
met 'de groote Rank van een auto.
EERST VET WORDEN.
In Pruisen is liet slachten van jon
ge varkens, die minder dan 200 pond
wegen, door de regeering verboden.
Op Zee.
DE ACTIE DER ENGELSCHE
VLOOT.
Dc maritieme medewerker van de
„Times" komt nogmaals op tegen het
volgens hem onverantwoordelijk ge-
pruitel en gekritiseer van onbevoegde
en oijwetendc buitenstaanders, die
meenen to mogen klagen dat de En-
gelschc vloot niet genoeg doet.
„Men denke toch vooral niet, a'dua
de „Times"-man, dat onze vloot niets
doet, omdat men noo weinig van haar
hoort. Het zou ongetwijfeld velen
laridratten een hart onder de.n riem
feteken, ala onze eskadc-ns beurt om
beurt al onze havens kwamen bezoe
ker; en daar met hun macht en getal
sterkte pronkten. Het zou ook voor
vele weifelmoedigen een heele ge-
ruetsloiling zijn a's zij vernamen dat
Helgoland gebombardeerd was, en
dat er bommen op Borkum waren ge
worpen. Zij vergeten geheel en al dat
zulke pa rade-toch ten en andere fraai
igheden niet de zaak onzer vloot
zijn, cn ons evenmin Ook maar in 't
geringst zouden vooruitbrengen. Een
moderne oorlog en de bescherming
var or.zen handel eischen een ander
optreden
Na vervolgens nogmaals te hebben
aangetoond, dat „de latente kracht
der Engclsche vloot het overgroo'.e
gedeelte der nuitsche vloot tot vol
strekte werkeloosheid doemt, een
feit, waarvan de buitengewoon groote
bcteekenie nog maar steeds aan pes
simistische iH'twrters schijnt te ont
snappen en dat toch oa. oorzaak was,
dat het troepentransport over alle we
re Idzeeén zoo veilig kon plaats heb-
ben als bestond er in 't geheel geen
Duitsche vloot." schrijft de „Times'-
medewerker verder-
..Intuscchen ia alles wat Duitsch-
land in den Stilten Oceaan bezat, in
onze handen irevallen. de Middelland-
fcche Zee wordt <k»or de Fransche
vloot overheerechl. K auchau is den
Duitschers ontrukt. Zeker, er va't
nog meer te doen, rnaar dit is eenvou
dig een kwestie van tiid. waar immers
onze vloot nog sleecLs de zeeën be-
heereebt en controleert. Het moest ons
volk tot voldoening ©trekken, dat wij
nog schepen kunnen en konden af
zonderen 0111 vijandelijke kapersche
pen dood te jagen en te vernielen. En
zijn vertrotfwen in onze vloot mag
vooral niet geknauwd w orden door de
verliezen, die wij geleden hebben, ol
door een betreurcnswaardigen tegen
slag in den Stillen Oceaan, die im
mers niet den minsten invloed kan
uitoefenen op het eindresultaat. Dat
resultaat zal bevochten worden, a's
de Duitsche vloot maar eens einde
lijk verkiest uit haar schuilhoek te
konven om den strijd met ons aan te
binden."
Over de- operaties in de Oostzee laai
de schrijver zich als vo'gt uit:
De beschieting van Libau en de
versperring van deze haven met ge
zonken vaartuigen is niet. van zeer
veel bolarg. De aangerichte schade is
onbeteekenend. De waarde van deze
haven hangt voor een zeer groot ge
deelte af van haar ijsvrijheid. Kroon
stad is in ieder geval nog geruiinen
tijd ijsvrij, en met behulp van de daar
liggende ijebrekers zullen waarschijn
lijk gedurende den geheelen winter
toifa«l"booten en duikbooten kunnen
opereeren. De aanwezigheid dezer
vaartuigen zal de Duitschers dwin
gen. voortdurend een eskader in de
Oostzee te hou«kn.
Onder bevel van admiraal Von Es
sen beeft de Ruseische vfoot met vol
maakt succes de laak vervuld, di«
baar tebeurt was gevallen, niettegen
staande dc groote overmacht der Duit
schors.
DE BESCHIETING VAN LJBAU.
De Petersburgsche correspondent
van do „Times' deelt op gezag van
bladen uit Libau eenige bijzonderhe
den mede over dc beschieting vnn d o
havenstad op Dinsdag van d© vorige
w«x-h. Een Duitsch eskader van acht
of tien scltepen, waarbij slechts een
vrij groote kruiser en verschillende
toipedobooten, openden te tien uur
's morgens hel vuur, dat gedurende
ZUiLLETON
het E n ge Is c h).
72}
Toen hij 11a een eisnelden marsch
aankwam voor het hek van het huis.
Jwvam een oogenbhk de vrees bij lièb)
op, dat G«K)i ge reeds vertrokken zou
zijn en het hek gesloten had. Bij dei:
ingang komende, bespeurde hij even
wel, dat deze open was en er voor
zichtig door sluipende, richtte hij
zijne schreden naar den. kant van
Carosfoot's kamer.
Door <lo gordijnen heen zag hij licht
en leidde daaruit af, dat George nog
iiiet vertrokken was. Langzaam s'o«zp
hij nader, maar het volgende oogen
bhk wierp hij zich verschrikt in een
boschjo, dal in do onmiddellijke na
bijheid wns. Het gedruisch van paar
denhoeven klonk vlak bij hem en van
zijn schuilhoek uit zag hij in de oprij
laan George, die een der twee paar
den, die gespannen waren voor een
boeren-tcnlwugeiitjo, bij den teugel
Kudde, terwijl lady Bellamy naast
bern ging.
Ik bob het licht in mijn kamer
ma ar laten branden, 0111 do voorbij
gangers te doen denken, dat ik thuis
ben, zei Caresfcot tot zijn gezcilin,
juist toen zij den schuilhoek van Ucl-
laiüy voorbij kwamen.
Lord John keek hen na, zooals zij
daar naast het rijtuig de laan afgiri
gen, en een gewaarwording van woes
te vreugde maakte zich van hem
meester, nu hij op het punt stond zijn
doel te bereiken.
Spoedig hoorde hij het rijtuig weg
rollen en nu eerst waagdo hij zich uit
zijn schuilhoek en liep onbevreesd op
het huis toe.
John Bellamy was zeker niet opge
wassen tegen het overwicht van zijn
vrouw, maar een lafaard was hij
daarom nog; niet. Nauwelijks bedacht
hij het gevaar, dat in zijn onderne
ming gelegen was.
Wanneer hij het 'huis bezocht, had
het dikwijls zijn aandacht goti'okken,
dat de deur van de keuken in zeer
slechten toestand verkeerde. George
Caresfoot was zeer zuinig wat repa
ratiën aan zijn woning betrof, vooral
wanneer zijn gemak er niet 111 liet
bijzonder mee was gemoeid. Hier zou
hij dus eene poging wagen om in het
gebouw binnen te dringen. Hij had
een uur den tijd, dus meer dan ge
noeg.
Aanvankelijk beproefde hij de deur
uit de hengsels te lichten, rnaar zelfs
bij een half vermolmde deur is dat een
werk, dat alleen gespierde mannen
met succes kunnen volbrengen. Na
eenige pogingen gaf luj liet dan ook
op en truchlte het paneel uit de deur
tc schoppen.
Reces u.j de eerste pogingen kraak
te het paneel en toen hij met al de
kracht, die hij bezat, v«x>riging regel
matig er tegen aan ie trappen, liet
het paneel weldra los en binnen eeni
ge minuten was het geheel verbrij
zeld. Steed© grootere stukken vielen
naar binnen en weldra was er een
opening, groot genoeg 0111 den inbre
ker in staat te stellen er door te krui
pen.
Nu stak hij een lucifer aan en die
voorzichtig iu de palm van de hand
houdende, opdat het licht niet van
builen zou zichtbaar zijn, keek hij
rond.
Hij stond nu in de keuken en zocht
bij 't zwakke schijnsel van den lucifer
naar do deur. Toen hij die zag, ging
hij er dadelijk heen en opende die.
Ilij kwam nu in ccn smalle gang met
een deur aan het einde, en vermoedde
terecht, dat deze de toegang was naar
het midden van liet gebouw, waai' de
kamers, door den heer des huizes be
woond, zich bevonden.
Inderdaad bereikte hij door deze
deur den hoofdcorridor, waarop al
de vertrekken van George uitkwamen.
Het was zeer gemakkelijk om de
rechte kamer to vinden, daar onder
de deur een lichtschijnscel viel van dp
brandende lamp. Reeds had John
Bellamy dan ook de hand uan den
deurknop, toen plotseling de gedachte
bij hem opkwam, of ook wellicht Ca
resfoot aan de deur ©en geweer of
revolver had verbonden, die bij
iemand s binnentreden vun zelf zou
afgaan. Toen gliinladhte hij echter
over zijn dwazen angst en trad, voor
zichtig de deur openend©, de kamer
binnen.
Hoog brandde do groote lamp en
verspreidde eon licht zóó fel, dat de
aan duisternis gewende oogen van
den inbreker, het ternauwernood kon
den verdragen. Het was hem, als«.>f
dis lamp een groot stralend oog was,
dat hem aanzug en door hem heen,
tot in de diepste diepten van zijri hart.
Vreesachtig koek hij rond, niftur zag
verder niets, dat hem angst behoefde
aan te jagen. De gewone meulielen
stonden op hun gewone plaatsen, en
lord John keek naar den stoel van
George, als verwachtte, hij icd^r
oogenbiik Caresfoot zeiven er uit te
zien oprijzen. Op do tafel stond een
half gevulde fle&oh cognac met een
wijnglas er naast en daar ook de
kurketrekkcr op de tufel lag, conclu
deerde sir John, met vrij groote gewis
heid, dat Caresfoot, voor hij op zijn
nachtelijken tocht uitging, een stevig
glaa sterken drank had gebruikt, om
moed te krijgen.
De onderneming is dan zeker wel
gevaarlijk, mompelde Bellamy.
Des te beter, wanneer hij dronken is,
zaï hij de brieven de eerste uren niet
missen.
Toch werd het hem in de hel ver
lichte kamer, alleen in het donkere
gebouw, ecnigszins angstig te moede,
en er kwam een aandrang bij hem op,
om er spoedig een einde aan te ma
ken. Hij trad op de brandkast toe, die
in den gewonen hoek stond, en, den
sleutel uit den zak halende, zette hij
dien zacht en voorzichtig in het slot
en draaide behoedzaam naar links,
zooals hij Caresfoot eens had zien
doen.
De deur ging open. Bellamy lieefde-
van vreugde. In de kast, clie zeer een
voudig was geconstrueerd, waren, dat
wist hij, geen geheime bergplaatsen.
De ruimte was slechts door eeji ijze
ren plankje in tweeën goschei«len en
Bellamy zag niets, dan eenige stapp!-
tjos papieren. Haastig greep hij die
één voor één uit de kast eu bekeek ze
Op het bovenste plankje vond hij
niets dan wat koopacteti, brieven van
den notaris en klachten van pachters.
Nu bleef de benedenste helft nog te
onderzoeken over.
Zijn wangen gloeiden als vuur, bij
de gedachte, dat hij nu ten laatste den
triomf zou behalen, waarnaar h'J
reeds zoo vaak had verlangd. Wnnr
waren ze, de gehate brieven I Koorts
achtig wierp hij de Dao;ercn, die in
het onderste gctleelte van de kast la
gen, door elkander. Een stapeltje re
keningen, een bundeltje kwitantiën,
wat circulaires en aanbiedingen, an
ders was er niets
Met verwilderd© oogen staarde de
inbreker naar den papiereohoop, dien
hij ln zijn koortsachtige haast totaal
dooroen had geworpen. Hij dwong
zich tot kalmte. Komaan, dat was trcli
niet mogelijk. De brieven moesten ei
zijn, hij wist immers dat ze er waren.
Hij had ze stellig over het hoofd gc
zien.
En langzaam, maar met beven ie
vingers, nam hij dc papieren één
voor één op en keek ze in. Wat hij ge
zien had, legde hij weer in de kast.
Ten slotte lag alles weer netjes in d<
bruudkast, zooals hij het gevonden
had, maar do brieven wa
ren er niet!
Toen schoot hem ineens een denk
beeld door het brein, dat hem hel
bloed naar liet hoofd joeg- Caresfool
moest zo In'bben weggenomen, uit
overmaat van voorzichtigheid, ze weg
genomen hebben voordat hij met lady
Bellamy op do nachtelijke expeditie
uitging. John Bellamy voelde een zie-
denden toorn in zich opbruisen.
O, dc slimme schurk, de slimm©
schurk schreeuwrle hij luid en in
de lange gang gaf de echo een doffen
klank weer, waarvan hijzelf schrikt©
(Wordt vervolsd).