De Europeesehe Oorlog. DE BOOSDOENERS. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 26 NOVEMBER 1914 Op het Westelijk Oorlogsveld OFFICIELLh BERICHTEN. Hot D 11 i 13 i, !i e ltoofdkwartisr ileClt I)l«Hle: „Dinsdag hiaWxm do Engelsolie oor logsschepen hun act© togen do kust in België hervat. Op hot westelijk torfoffsterretim is niets in <ïfll) toestand gewijzigde Bij Atrecht hebben de Duitschers kleine vorderingen gemaakt". 't Franse he communiqué luidt: „Van de kust tot Yperen heeft geen aanval plaats gehad. De geal'ieerden hebben terrein ge wonnen tusschen Langeinarck en Zon- nebeckc. In den omtrek van La Bassée heb ben de Indische troepen de loopgra ven, die hun den vorigen dag ontno men waren, heroverd. De geallieerden zijn eenigs/.ins voor uit gegaan bij Bcrry-au-Boc en in Ar- L on.ne. Te Bcthincourt ten noordwesten van Verdun is een aam al der Duit schers afgeslagen. Een door de Duitse hire gevraagde wapenstilstand is geweigerd. De Fraiifeche artillerie heeft Arna- ville in de buurt van Punt ik-Mousson gebombardeerd." Uit Engeland komen de volgen de officieelc berichten: „De oorlogsschepen, die do Duit schers to Zecbrugge hebben gebom bardeerd, zijn naar een Enge'tcbe haven teruggekeerd om voorraden in te neincn. Er is zeer hevig geschoten, ieder schip vuurde een groot aantal grana ten af. De vliegers deden nuttig werk door de posities van de Duitschers te ver kennen en de torpedovernielers even eens doord: t zij de Duitschers tot schieten ui'.okten, zoodat de Engel- sche oorlogsschepen het vuur konden beantwoorden en de kanonnen der Duitschers spoedig buiten werking stellen. Volgens de berichten hebben de Duitschers zwaie verliezen geleden, terwijl de En«'»l©chc schepen zonder verlies ontkwamen. Ook de Duitsche onderzeeërs heb ben zwaar geleden." Verder „De Hindoes hebben dapper eenige loojiguaven hernomen, welke zij den vorigen dag verloren hadden en daarbij drie officieren en honderd DiutÊCne soldaten krijgsgevangen ge maakt en bovendien een móóier en drie mitrailleurs veroverd." EEN NIEUW BEVECHT. De „Dail> Cbnoiruide" verneemt uit Noord-Frankrijk, dat de geoomoineer- do Freuischo en Britsclie legere sedert enkele dagen door do Duitschers in sterke macht o® het front vun Yponen tot La Bassóo worden aangevallen. Do slag gelijkt in omvang en lu-acht aan do slagen van Marne en Y.er. De Duitschers bcgor.jj.en dien strijd mot grooto voretor lenigen en nieuwe ka- nonncii. De Frunschen en Britse lie le gers ufi<.erem iin rcuhUtrceksche sa- mouwerkuig en do zwaarste kanon nen znjn tl^uis in acte, dood en ver nieling vereprei©© nd 15 tot 18 mijlen ver. liet doel dor Duitschers .s Ype ren te nemen, waarvoor zij reeds dui zenden mcn-ohentekens oUerden. De DuitscJio kanonnen teisteren nu op nieuw de stad. Tot dusver heeft de Engolscb4 artillerie elke beweging der Duitschors dom m.siukken. Van 't üosielijk üoi.o.s.ocneel OFFICIEEL NIEUWS. De D u itsche staf meldt: „Ju Oost-Pruisen hobuen de Duit- echo troepen afi© uamallen der Rus- een afgeriageu. Het tegen-olfetsivf dor Russische troepen uit do richting van Warschau >3 ia do streek LowiczStrykow— Brezmy mislukt. Ook in de streek ten oosten van Czenstochóvva zijn olie aanvatten van de Russen op Duitscfie front mis lukt' Uit Oostenrijk wordt officieel gemeld; „De gewddige 6trijd in Rus- tifich-Po.cn duurt i> g voor: Tot dus verre hebben Oostenrijkse;.© troepen in dezen e'ag 2WXKJ Russen gevangen genome a en 39 machine-geweren buit gemaakt, benevens veel ander oor logsmateriaal." Volgens mededeeüng van eeu lid der H o n g a a r 6 c h e regeering*- pari ij zijn tie in het landschap line binnengedrongen Russen teruggewor pen. Na groote verliezen to le bben geleden, bevinden zij zich reeds op den terugtocht naar de grens. K'eine Russische strijdkrachten «taan in Zemplin; maar tegen deze troepen orden ook krachtige maatregelen genomen. Dit bericht wordt bevestigd. Nader Wordt nog gemeld: „Ook in het comitaat Zemp'in wer den de Russen tot den terugtocht ge dwongen. Bet pensomeel van tie in die streek ontruimde spoorwegstations is terug geroepen." Op het Zuidelijk Oerlooif taoneel. Door den Oostenrijkschen staf wordt bekend gemaakt: „Oostenrijkschc troepen zijn onder hevige gevechten, door het drassige laagland van de Koloebra getrokken. Bij den aanval op de oostelijke hoog^ ten hebben zij bijna overal reed© ter rein gewonnen. Een aantal hevige tegen-aanvallen van de Serviërs zijn met zware verliezen ann hun zijde afgeslagen De Oostenrijkera hebben zeer veel krijgsgevangenen gemaakt; ook het aantal Servische deserteurs is zeer groot. Oostenrijkse he troepen zijn ten zuid oosten van Waljevvo onder voortdu- renden strijd over de met «sneeuw be dekte bergkammen Mal jen en Suwo- bor getrokken. Daar zijn Dinsdag weder 10 officie ren en meer dan 300 Servische solda ten gevangen genomen en drie ma chine-geweren buitgemaakt." Verspreid nieuws van de oorlogsvelden IN DE LOOPGRAVEN. Dri© dagen lang heb ik met onze jongens het leven in de loopgraven meegemaakt, schrijft een jouii.ul.sl in den „Tempe", iang genoeg oui eenig denkbeeld te kiijgen van den modernen, oorlog. En dat gelijkt niet veel op de voorstelling, die wij ons er van maken bij liet lezen vun een beschrijving aan het hoekje van dian haard. In werkelijkheid is het gruw o- lijk. Ik kreeg daen indruk reeds te midden van de onbegraven lijken op het slagveld bij Reims en Soisson-r en te midden van de bommen aan de Marne; bii de gekwetsten in do hos pitalen. Maar hier, in een dier loop graven, gevuld met modder en door weekt stroo, waar onze soldaten moe ten leven, daar voelt men pas te mid den van het grootste menschel,ijk lij den te zijn, een lijden vol ontbering, onder de scherpe kou eix den dage- Jijlcschen strijd. Maar men moet wel aannemen, dat do indruk dien men krijgt, soms erger is dan. de zaait zelve; bovendien went men aan al les. ik heb geen klucht gehoord; ja, zelfs to iinddm van al die ellenüo trof ik slechts montere, opgeweitw kerels aan. Zij weten li cel goed, dot ze daar met voor hun pl ei zier zijn en dat ze nog lang niet aan het eindo zijn van hun lijden. Maar ze zijn zoo zeker van de eiiidovenvnniin.g, dat zo aan dat alles niet denken; ze zijn ver baasd, als ze boo ren mei welke een koortsachtig verlangen wij, burgers, ons op de communiqués worpen. Deze soldaten waren jonge mannen van 25 tot 31 jaar, allen kluchtig op- gewekt en gezond. Overal hebben z;j al gevochten; eerst aan de Maas, dan bij Seniis, te Dununortin, Barcy, Etrepailly. aan de Aisiie. Hun offi cieren hebber» hen uutrtekeud in de hand; zij kunnen met hen doen wat ze willen. Een dozer officieren ver telde mij, dat ziju systeem er vooral m bestond om te zorgen dut het zijn mebschen aan niets ontbiuk van voe ding en klcnio gerieflijkheden als la- bak, enz. betrerft. Zij voelen dat ik voor hen zorg en ze gaan voor me door een vuur. Het is mij onverschil lig of «ie zaak mot geheel naar be- itooren is of als de administratie re clameert; het komt er maar op aan of de kerels krijgen wat ze noodig hebb.m, met liet resultaat, dat ik een compagnie heb, waarmee ik wat be ginnen kan VerdeT vertelt deze journalist „Deze officier nam mij uit Parijs in zijn auto mee naar het front. Hij was in de hoofdstad geweest om voor zijn kolonel eenige telefoontoestellen te khopen, die deze noodig had om niet zijn over verschillende loopgraven verdeelde afdeelingen contact te kun neii houden. Met twee dagen had db kolonel wat hij noodig had had men den administratieven weg ge volgd, dan waren de toestellen mis schien over een maand gekomen. Met do toestellen brachten wij een voor raad winterkleeding mee, verder lin nen, tabuk, sigaretten, vloeibaar en vast voedsel, eenigo medicamenten ja zelfs fluitjes voor de gewonden Met dien voorraad zouden wij wel op een goede ontvangst kunnen rekenen. F,n vvo zijn dan ook goed ontvangen in het kleine dorpje in liet noorden niet meer dan een gehucht. Ter zijde van den weg staat in de modder de regimentstrein opgesteld, onder bewa king van een klein detachement. De troop ligt eenige kilometers verder in de loopgraven, waarvan de lijnen zich verliezen in den nevel. Nu en dan klinkt een kanonschot of hoort men den knal van een geweer. Aan den rand var» een loopgraaf leidt een trap naar beneden, in een ondergrondse!) verblijf de woning van den kolonel. Een kachel snort links in een inham viet veldbedden, stroo op den grond, planken lange den wand bevestigd. Dit is de slaapkamer van den kolonel en van zijn staf. Daar tegenover is in een andere ruimte een eetzaal inge richt, met, in een gat in den muur, den „kelder" met een kleinen voor raad. In een anderen hoek wordt de telefoon aangebracht. Naast de „ver trekken" van den kolonel bevinden zich de verblijven voor den troep, wel iswaar met minder comfort, maar niettemin beschut en ingericht op koude en vochtigheid hel is er in ieder geval warm en men is er veilig de kogels gedurende den rust tijd. Nu de uitdeeling van de kleeren, enz., noodigt de kolonel ons aan zijn tafel. Zijn kok is vroeger bij Roth schild geweest Wij krijgen schapen- oguui met aardappelen, leverpastei eend, sla en fruit, het geheel overgo ten met een glas port en ooiden bran dewijn van het jaar 1853 waarvan de kolonel 's morgens ook een scheut gebruikt had, bij gebrek aan vinaigre, om zich na het scheren te wasschen natuurlijk tot groote verontwaardi ging van de luitenants, die „den. oude" overigens op de handen dra- ui- En terwijl wij daar rustig aan tafel zitten en elkaar het laatste nieuws vertellen, dondert het kanon. Een granaat ontploft vlak bij ons verblijf; Maar niemand let er op. Do kolonel houdt rapport, de offi- eren, die vrij van dienst zijn, ver-: poozeu zich in bet dorp, waar de sol daten tusschen de ruïnes zceken naar planken en stangen, om hun loop graven steviger en hechter te maken anderen maken zich gereed voor een patrouilletocht, een officier te paard, gehuld in zijn grooten mantel, rijdt voorbij. En zoo wacht men op. nieuwen- strijd, om den vijand lenig te werpen, die daar ginds, ook in de aarde ver borgen, ligt, eenige honderden meters achter het gordijn van mist en nevel." De „oogigetuige" In het Brilsche hoofdkwartier zegt aangaande de ge beurtenissen tot Maandag j.L: „Het beefi, drie dage/n hard gevroren en de zon scheen prachtig. Hoewel de troe pen niet langer in den modder lig gen, is het toch onmogelijk gedurende don nacht warm te blijven in de open loopgraven en vele manschappen zijn zoo stijf, dat zij uit de loopgraven ge dragen moesten worden. Ook de. vliegers lijden erg onder de koude. De bevroren grond vergemak kelijkt ectner ten zeerste het vervoer. De ooggetuige vertelt, dat er een nieuw Duitsch wapen is verschenen, ul. een geluidloos kanon, dat mis schien pneumatisch werkt. Geen knal of ander geluid wordt gehoord, aJs net projectiel door de luch„ vliegt. Men bemerkt eerst iets als het pro jectiel ontploft. Het wapen heeft Wï dusveiTO echter nog geen schade aan gericht. Op sommige plaatsen kiggen de li nies slechts 40 yaixls van elkander af. De Engelsche soldaten en die van den vijand spreken met elkander, houden schietwedstrijden en geven elkander talrak". De ooggetuige verklaart uitdrukke lijk, dat het gescirul nooit zw ijgt, cn dat er nog tul van nicnschenlevens teloor gaau op dagen, dat er, volgens de rapporten, niets gebeurt. VERLIEZEN IN DEN OORLOG. In de „Ostseo-Zeltung" schrijft ge neraal Von der Bocckh: „Een statis tiek over verliezen beslaat eerst sedert den tijd vun Frederik den Groote, daar voor den Zevenjarigen Oorlog geen nauwkeurige verlieslljsten bij gehouden werden. Uit deze statistiek blijkt, dat do vrij nlgemeene opvat ting, dat de verliezen in de oorlogen van onzen tijd grootcr zijn dan vroe ger, niet gerechtvaardigd is. Voor zoover het de verliezen door ziekten betreft, is dit zeer verklaarbaar, maar men zxiu geneigd zijn aan to nemen, dat do verliezer) in de gevech ten, tengevolge vnn de verhoogd© uit werking der moderne vuurwapens, veel grootcr zouden moeten zijn dnn vroeger. Dit is echter niet het geval. Integendeel, de verliezen ziin steeds geringer worden. Het onbetwistbare feit, dat ondanks alle verlieteringen van de wapens ook de eigenlijke verliezen in het gevecht in den modernen tijd, vooral in ver gelijking met de verliezen Ln de oor logen van Frederik den Groote en Napoleon, kleiner geworden zijn, blijkt uit de volgende cijfers De ver liezen, in den regel grootcr bij de overwonnenen dan bij den overwin naar, hebben gemiddeld bedragen gedurende het tijdperk van Frederik den Grooten 17 pLt., gedurende den Napoleontischen tijd 15 j>Ctin den Krim-oorlog 14 pCt,, in 1859 in Italië 8 pCL, in den oorlog van 1800 even eens 8 pCt., in het eerste gedeelte van den oorlog van 1870/71 9.5 pCt., in het tweede gedeelte tegen de republiek 7 pCt. In den Russisch-Jnpanschen oorlo? van 1904 XI5 waren de verliezen onge veer als in het eerste gedeelte van den Franscb-Duitschen oorlog. Ook in de beide Balkan-oorlogen van 1912/73 moeten zij niet liooger geweest zijn. Voor deze ontbreken echter nog be trouwbare gegevens. De verhouding tusschen de doouen en het grheele aantal der verliezen is vrijwel dezelfde gebleven en bedraagt gemiddeld één tot vier. Als een bijzonderheid van den rno dernen oorlóg echter moet nwm be schouwen, dat de verliezen op eenige punten van de slagvelden een hoogte bereiken, die gelijk staat met die uit vroegere tijden. Dat is vooral m dei. Russisch-Japanscben en Ln de Balkan oorlogen gebleken. Bij St. Privatver loor de garde-infantcrie gemiddeld JU pCt., eenige afdeelingen zelfs 55 pCt. bij de bestorming van Plewna moe ten eenige Russisclie afdeelingen zelfs 60 tot 75 pCt. van hun getal sterkte verloren hebben. De Japannee- zen hadden bij do bestorming van den 200 M. hoogen heuvel voor Port- Arthur en bij eenigo aanvallen op dorpen in den slag hij Moekden ver liezen van 50 pCt. Dat zijn echter uitzonderingen op den regel, die het feit onaangetast laten, dat percentsgewijze do verlie zen in den oorlog steeds minder wor- den. Militaire deskundigen, die zich voor liet uitbreken van dezen oorlog over de vooruitzichten geuit hebben, wa ren eenstemmig van meening, dat toe komstige oorlogen niet meer verlie zen zouden kosten dan de tol nu toe gevoerde en in geen geval de hoogte zouden bereiken van de verliezen in den tijd van Frederik den Grooten cn Napol eon. DE OORLOG ONDER DEN GROND. Een soldaat uit Co'mar meldde uit Noord-Frankrijk; „Dezer dagen zal ik wel het IJzeren Kruis krijgen. Ik wil je in het kort meedeelen, hoe dat gekomen is. Wij waren met de paar den in een verlaten kolenmijn onder gebracht. Plotseling hoorden wij in een mijn vlakbij een helsoh spectakel. Wij rukten tegen de mijn op, waarin juist eenige Franschen verdwenen. Er meldden zich nu met een luitenant en een betaalmeester ze© man aan om in de mijn af te dalen Dus klom men wij met z'ii achten met lantarens in de diepte, stel je voor, 450 M. diep. In mijn geheele leven heb ik niet zoo gezweet Wij waren pik zwart, door en door nat en zagen er uit als duivels. Ik dacht dat ik het biina niet t« boven zou komen. Wat heb ik naar lucht gesnakt I Einde'ij-k kwamen wij beneden aan, waar de lui zich verstopt hadden. Maar wij vonden hen gauw. Toen wij op hen aan stormden, staken zij de handen omhoog en gaven zich darlehjk over. Het waren en- 35 Schieten kon je daar in de diepte niet, daar anders de gas sen in brand geraakt zouden zijn. Nu gingen vvjj weer naar boven naar de versche luchi, waar wij onze bescher melingen afleverden. Daarbeneden waren ook veel paarden, die na drie dagen met den ophaalbak boven ge bracht wei-den TREFFEND VOORVAL. Dc veldprediker van hel 311e regi ment, die den dienst voor de (roepen 'eidde in een kerk van een dorp aan d© West-Russische grens, droeg zoo meldt de Telegraaf den dienst op, toen een granaat den koepel door boorde, hij het altaar op enke'e pas sen van den priester neerkwam, maar niet ontplofte. De priester.wendde zie li tot de opgewonden soldaten en zeide slechts: „Zooals go ziet, zijn wij allen ongedeerd. Wij zullen voortgaan mot bidden." Toen keerde hij zich weer naar het altaar. DE ANTWERPSCIIE FORTEN. Aan de ,,N. R. Ct." wordt een me- dedeeling gedaan omtrent de ovefgo- ving der noordelijke forten van de st.e'Ung Antwerpen, die niet meer verdedigd zijn, toe.n de Duitschers zich meester hadden gemaakt van den zuidelijken sector en de stad bescho ten, maar welker bezetting zonder strijd de forten heeft verlaten en zich op Nederlandsch gebied deed inter- neercD. Dit is den fort-commandan ten euvel geduid naar het schijnt ook van Belgische officieole zijde maar de schrijver van het bericht be weert nu dat dit verwijt onrechtvaar dig is: de Duitsche commandant. Von Beseier, had bij de onderhandelin gen over de ovorgeving der stad den t-isch gesteld, dat die noordelijke for ten overgegeven zouden worden, an dere zou hij heel Antwerpen tot puin schieten, want liij had geen 'ust om de forten met veel bloedverlies te ne men, terwijl zij toch niet meer kon den dienen om de stad te verdedigen. De heer Fianck zond die boodschap aan de fortcommandanlen en dezen hebben het toen het rneeet in 't be lang van de goede zaak geacht om met hun bezetting op Hollandsch ge bied te gaan. Een der commandanten, kapitein Hans. heeft zich met zijn hut de Brasischaet in de lucht laten springen. EEN EIGENAARDIGE WAPENSTIL STAND Dat ook op het oostelijk oorlogstoo- neel somtijds een zekere gemoede'ij- ke verstandhouding heerscht tusschen de vijandelijke partijen, zooals men die al reeds kent uit meer dan één beschrijving van het leven te velde op het westelijk krijgsterrein. kan men bieren uit een soldatenbrief, dien een Hongaansch onderofficier naar huis heeft geschreven en waarvan Duitsche bladen melding maken. „Onze Hon- veds zoo schrijft hij hadden, toen ze al een tijd lang in de loopgra ven lagen, trek gekregen in gebakken aardappelen Tusschen de loopgraaf en die van den vijand 'ag een lang uitgestrekt aardappelveld, dat nog niet gerooid was. Toen zei opeens een van de onder-officieren: „Jongens, hoe zouden vanavond de gebakken aardappelen, smaken?" Nauwelijks had hij dat gezegd, of er meldden zich al so'daten aan om ze te gaan halen. „Zou een zak vol genoeg zijn?" vroeg er een. Om kort te gaan, 's avonds kropen er twee Ilonveds heel vi zichtig over het aardappelveld. Spoe dig volgden er nog drie, toen vijf en eindelijk nog tien. I-Iun hcéle bcwa- jiening bestond uit een infanterie- spade. Op handen en voeten kropen ze over den akker en met ingehouden adem wachtten de kameraden in de loopgraaf in spanning af wat er zou gebeuren Allen waren gereed om, 3I3 het moest, de makkere met een etorm-aanval tegen den vijand bij te staan Angstige minuten verstreken; daar bemerkte men plotseling, dat ook uit de Russische loopgraaf acht tot tien man met spSden vooruitkro- pen. Wat zou er nu gebeuren? De Russen kropen eveneens naar den aardappelakker, voorzichtig, opleU tend, vreesachtig! Aan den eenen kant waren de Ronveds aan het rooi en van de aardappelen, aan den an deren kant de Russen Ge kunt be- grijpen met welk een nieuwsgierig- I heid de onzen het verder beloop van I't geval volgden. Toen zagen we dat ze elkander beleefd groetten en Hon- veds zoowel als Russen gingen elk met hun aardappelvoorraad achter de verschansingen terug. Een half uur later ontwikkelde zich weer het hevigste geweervuur tusschen beide lii.iën... EEN NIEUW WAPEN. Een correspondent van de „Times" in het Nauw van Calais vestigt de aandacht op het handige gebruik, dat de Duitschers van nret een snelvuur- kanonnetje gewapende motorfietsen maken. Zulke fietsen zijn veel gemak kelijker te hanteeren dan de gepantr serde auto's, waarvan «le bondgenoo- tcn /.i' li vcelul bedienen Een goed motorflelsrijder en artillerist kan in enki-Je minuten niet een van die fiet sen ontxaglijk veel kwaad doen. Zoo dra htj het punt, waar hij aan wil vallen bereikt, stapt bij af en brengt hij hel snc'vuurkarion in stelling. Is bij voor zijn taak berekend, «Jan kan bij ecu patrouiHe of een konvooi teis teren en weer opstijgen en met een snelheid van 90 K M wegrijden voor de aangevallenen goed weten wat er gclx-urt. Op zijn terugtocht is hij dan «lechts een klein doel in vergelijking met 'de groote Rank van een auto. EERST VET WORDEN. In Pruisen is liet slachten van jon ge varkens, die minder dan 200 pond wegen, door de regeering verboden. Op Zee. DE ACTIE DER ENGELSCHE VLOOT. Dc maritieme medewerker van de „Times" komt nogmaals op tegen het volgens hem onverantwoordelijk ge- pruitel en gekritiseer van onbevoegde en oijwetendc buitenstaanders, die meenen to mogen klagen dat de En- gelschc vloot niet genoeg doet. „Men denke toch vooral niet, a'dua de „Times"-man, dat onze vloot niets doet, omdat men noo weinig van haar hoort. Het zou ongetwijfeld velen laridratten een hart onder de.n riem feteken, ala onze eskadc-ns beurt om beurt al onze havens kwamen bezoe ker; en daar met hun macht en getal sterkte pronkten. Het zou ook voor vele weifelmoedigen een heele ge- ruetsloiling zijn a's zij vernamen dat Helgoland gebombardeerd was, en dat er bommen op Borkum waren ge worpen. Zij vergeten geheel en al dat zulke pa rade-toch ten en andere fraai igheden niet de zaak onzer vloot zijn, cn ons evenmin Ook maar in 't geringst zouden vooruitbrengen. Een moderne oorlog en de bescherming var or.zen handel eischen een ander optreden Na vervolgens nogmaals te hebben aangetoond, dat „de latente kracht der Engclsche vloot het overgroo'.e gedeelte der nuitsche vloot tot vol strekte werkeloosheid doemt, een feit, waarvan de buitengewoon groote bcteekenie nog maar steeds aan pes simistische iH'twrters schijnt te ont snappen en dat toch oa. oorzaak was, dat het troepentransport over alle we re Idzeeén zoo veilig kon plaats heb- ben als bestond er in 't geheel geen Duitsche vloot." schrijft de „Times'- medewerker verder- ..Intuscchen ia alles wat Duitsch- land in den Stilten Oceaan bezat, in onze handen irevallen. de Middelland- fcche Zee wordt <k»or de Fransche vloot overheerechl. K auchau is den Duitschers ontrukt. Zeker, er va't nog meer te doen, rnaar dit is eenvou dig een kwestie van tiid. waar immers onze vloot nog sleecLs de zeeën be- heereebt en controleert. Het moest ons volk tot voldoening ©trekken, dat wij nog schepen kunnen en konden af zonderen 0111 vijandelijke kapersche pen dood te jagen en te vernielen. En zijn vertrotfwen in onze vloot mag vooral niet geknauwd w orden door de verliezen, die wij geleden hebben, ol door een betreurcnswaardigen tegen slag in den Stillen Oceaan, die im mers niet den minsten invloed kan uitoefenen op het eindresultaat. Dat resultaat zal bevochten worden, a's de Duitsche vloot maar eens einde lijk verkiest uit haar schuilhoek te konven om den strijd met ons aan te binden." Over de- operaties in de Oostzee laai de schrijver zich als vo'gt uit: De beschieting van Libau en de versperring van deze haven met ge zonken vaartuigen is niet. van zeer veel bolarg. De aangerichte schade is onbeteekenend. De waarde van deze haven hangt voor een zeer groot ge deelte af van haar ijsvrijheid. Kroon stad is in ieder geval nog geruiinen tijd ijsvrij, en met behulp van de daar liggende ijebrekers zullen waarschijn lijk gedurende den geheelen winter toifa«l"booten en duikbooten kunnen opereeren. De aanwezigheid dezer vaartuigen zal de Duitschers dwin gen. voortdurend een eskader in de Oostzee te hou«kn. Onder bevel van admiraal Von Es sen beeft de Ruseische vfoot met vol maakt succes de laak vervuld, di« baar tebeurt was gevallen, niettegen staande dc groote overmacht der Duit schors. DE BESCHIETING VAN LJBAU. De Petersburgsche correspondent van do „Times' deelt op gezag van bladen uit Libau eenige bijzonderhe den mede over dc beschieting vnn d o havenstad op Dinsdag van d© vorige w«x-h. Een Duitsch eskader van acht of tien scltepen, waarbij slechts een vrij groote kruiser en verschillende toipedobooten, openden te tien uur 's morgens hel vuur, dat gedurende ZUiLLETON het E n ge Is c h). 72} Toen hij 11a een eisnelden marsch aankwam voor het hek van het huis. Jwvam een oogenbhk de vrees bij lièb) op, dat G«K)i ge reeds vertrokken zou zijn en het hek gesloten had. Bij dei: ingang komende, bespeurde hij even wel, dat deze open was en er voor zichtig door sluipende, richtte hij zijne schreden naar den. kant van Carosfoot's kamer. Door <lo gordijnen heen zag hij licht en leidde daaruit af, dat George nog iiiet vertrokken was. Langzaam s'o«zp hij nader, maar het volgende oogen bhk wierp hij zich verschrikt in een boschjo, dal in do onmiddellijke na bijheid wns. Het gedruisch van paar denhoeven klonk vlak bij hem en van zijn schuilhoek uit zag hij in de oprij laan George, die een der twee paar den, die gespannen waren voor een boeren-tcnlwugeiitjo, bij den teugel Kudde, terwijl lady Bellamy naast bern ging. Ik bob het licht in mijn kamer ma ar laten branden, 0111 do voorbij gangers te doen denken, dat ik thuis ben, zei Caresfcot tot zijn gezcilin, juist toen zij den schuilhoek van Ucl- laiüy voorbij kwamen. Lord John keek hen na, zooals zij daar naast het rijtuig de laan afgiri gen, en een gewaarwording van woes te vreugde maakte zich van hem meester, nu hij op het punt stond zijn doel te bereiken. Spoedig hoorde hij het rijtuig weg rollen en nu eerst waagdo hij zich uit zijn schuilhoek en liep onbevreesd op het huis toe. John Bellamy was zeker niet opge wassen tegen het overwicht van zijn vrouw, maar een lafaard was hij daarom nog; niet. Nauwelijks bedacht hij het gevaar, dat in zijn onderne ming gelegen was. Wanneer hij het 'huis bezocht, had het dikwijls zijn aandacht goti'okken, dat de deur van de keuken in zeer slechten toestand verkeerde. George Caresfoot was zeer zuinig wat repa ratiën aan zijn woning betrof, vooral wanneer zijn gemak er niet 111 liet bijzonder mee was gemoeid. Hier zou hij dus eene poging wagen om in het gebouw binnen te dringen. Hij had een uur den tijd, dus meer dan ge noeg. Aanvankelijk beproefde hij de deur uit de hengsels te lichten, rnaar zelfs bij een half vermolmde deur is dat een werk, dat alleen gespierde mannen met succes kunnen volbrengen. Na eenige pogingen gaf luj liet dan ook op en truchlte het paneel uit de deur tc schoppen. Reces u.j de eerste pogingen kraak te het paneel en toen hij met al de kracht, die hij bezat, v«x>riging regel matig er tegen aan ie trappen, liet het paneel weldra los en binnen eeni ge minuten was het geheel verbrij zeld. Steed© grootere stukken vielen naar binnen en weldra was er een opening, groot genoeg 0111 den inbre ker in staat te stellen er door te krui pen. Nu stak hij een lucifer aan en die voorzichtig iu de palm van de hand houdende, opdat het licht niet van builen zou zichtbaar zijn, keek hij rond. Hij stond nu in de keuken en zocht bij 't zwakke schijnsel van den lucifer naar do deur. Toen hij die zag, ging hij er dadelijk heen en opende die. Ilij kwam nu in ccn smalle gang met een deur aan het einde, en vermoedde terecht, dat deze de toegang was naar het midden van liet gebouw, waai' de kamers, door den heer des huizes be woond, zich bevonden. Inderdaad bereikte hij door deze deur den hoofdcorridor, waarop al de vertrekken van George uitkwamen. Het was zeer gemakkelijk om de rechte kamer to vinden, daar onder de deur een lichtschijnscel viel van dp brandende lamp. Reeds had John Bellamy dan ook de hand uan den deurknop, toen plotseling de gedachte bij hem opkwam, of ook wellicht Ca resfoot aan de deur ©en geweer of revolver had verbonden, die bij iemand s binnentreden vun zelf zou afgaan. Toen gliinladhte hij echter over zijn dwazen angst en trad, voor zichtig de deur openend©, de kamer binnen. Hoog brandde do groote lamp en verspreidde eon licht zóó fel, dat de aan duisternis gewende oogen van den inbreker, het ternauwernood kon den verdragen. Het was hem, als«.>f dis lamp een groot stralend oog was, dat hem aanzug en door hem heen, tot in de diepste diepten van zijri hart. Vreesachtig koek hij rond, niftur zag verder niets, dat hem angst behoefde aan te jagen. De gewone meulielen stonden op hun gewone plaatsen, en lord John keek naar den stoel van George, als verwachtte, hij icd^r oogenbiik Caresfoot zeiven er uit te zien oprijzen. Op do tafel stond een half gevulde fle&oh cognac met een wijnglas er naast en daar ook de kurketrekkcr op de tufel lag, conclu deerde sir John, met vrij groote gewis heid, dat Caresfoot, voor hij op zijn nachtelijken tocht uitging, een stevig glaa sterken drank had gebruikt, om moed te krijgen. De onderneming is dan zeker wel gevaarlijk, mompelde Bellamy. Des te beter, wanneer hij dronken is, zaï hij de brieven de eerste uren niet missen. Toch werd het hem in de hel ver lichte kamer, alleen in het donkere gebouw, ecnigszins angstig te moede, en er kwam een aandrang bij hem op, om er spoedig een einde aan te ma ken. Hij trad op de brandkast toe, die in den gewonen hoek stond, en, den sleutel uit den zak halende, zette hij dien zacht en voorzichtig in het slot en draaide behoedzaam naar links, zooals hij Caresfoot eens had zien doen. De deur ging open. Bellamy lieefde- van vreugde. In de kast, clie zeer een voudig was geconstrueerd, waren, dat wist hij, geen geheime bergplaatsen. De ruimte was slechts door eeji ijze ren plankje in tweeën goschei«len en Bellamy zag niets, dan eenige stapp!- tjos papieren. Haastig greep hij die één voor één uit de kast eu bekeek ze Op het bovenste plankje vond hij niets dan wat koopacteti, brieven van den notaris en klachten van pachters. Nu bleef de benedenste helft nog te onderzoeken over. Zijn wangen gloeiden als vuur, bij de gedachte, dat hij nu ten laatste den triomf zou behalen, waarnaar h'J reeds zoo vaak had verlangd. Wnnr waren ze, de gehate brieven I Koorts achtig wierp hij de Dao;ercn, die in het onderste gctleelte van de kast la gen, door elkander. Een stapeltje re keningen, een bundeltje kwitantiën, wat circulaires en aanbiedingen, an ders was er niets Met verwilderd© oogen staarde de inbreker naar den papiereohoop, dien hij ln zijn koortsachtige haast totaal dooroen had geworpen. Hij dwong zich tot kalmte. Komaan, dat was trcli niet mogelijk. De brieven moesten ei zijn, hij wist immers dat ze er waren. Hij had ze stellig over het hoofd gc zien. En langzaam, maar met beven ie vingers, nam hij dc papieren één voor één op en keek ze in. Wat hij ge zien had, legde hij weer in de kast. Ten slotte lag alles weer netjes in d< bruudkast, zooals hij het gevonden had, maar do brieven wa ren er niet! Toen schoot hem ineens een denk beeld door het brein, dat hem hel bloed naar liet hoofd joeg- Caresfool moest zo In'bben weggenomen, uit overmaat van voorzichtigheid, ze weg genomen hebben voordat hij met lady Bellamy op do nachtelijke expeditie uitging. John Bellamy voelde een zie- denden toorn in zich opbruisen. O, dc slimme schurk, de slimm© schurk schreeuwrle hij luid en in de lange gang gaf de echo een doffen klank weer, waarvan hijzelf schrikt© (Wordt vervolsd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5