De Europeesche Oorlog.
Een wonderlijke Zaak
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 4 DECEMBER 1SI4
Op het Westelijk
Oorlogsveld
liet D u i t s c h c staf-bericht meldt:
,,lii 't Westen is niets bijzonders
voorgevallen."
In het Fransehe communiqué
lezen we
„Er zijn berichten ingekomen vau
een vrij lievige kanonnade op Nieuw-
poort en het zuiden van Yperen.
Het geïnundeerde terrein strekt zich
thans uit tot aan het zuiden van Dix-
muiden.
Er is hevig geschoten tusschen de
Lys en de Somme.
Do Frnoschen hebben verscheidene
aanvallen in Argonne afgeslagen en
zijn ©enigszins vooruitgegaan."
UIT ZUID-WEST BELGIé.
Een correspondent van do „Nieuwe
Courant" schrijft
Ik vernoem van goeder hand, dat
liet strategisch defensief, gepaaid met
eer. tactisch offensief, hetwelk de ge
allieerden in Zuid-West België tot
dusver betrachtten, weldra zal plants
maken voor oen algemeen offensief,
zoo dit al niet reeds begonnen is.
Zeer belangrijke troepensterkten
zijn daarvoor samengetrokken, zoowel
Belgen, als Engelschen en Franschen.
Het Üelgenleger» gereorganiseerd en
versterkt met de in Frankrijk afge
richte lichting, wordt thans geschat
op 100.000 man.
Engeland heeft in 'de laatslverloc-
pen weken dagelijks sterk© contin
genten over het Kanaal gevoerd. Men
noemde mij als cijfer der voor den
eindstrijd beschikbare Engelschen eeu
half millioen.
Maar ai mocht dit getal overdreven
zijn, dat een zeer aanzienlijk© hoeveel
heid versche troepen ten gebruik© ge
reed is, staat vast.
Frankrijk heeft inmiddels zijn bei
de jongste lichtingen voldoend© ge
oefend. Met de nog beschikbare ver-
sclie krachten van anderen aard heet
het. dut dit land, behalve de thans in
actie zijnde troepen, nog 1.015.000 man
in den strijd kan werpen.
Reducee-t men al die getallen tot
de helft, dan schijnt toch altijd een
krachlsteat niet circa 700.000 man zeer
mogelijk.
Of dc Duitschers dien kunnen op
vangen, zal de allernaaste toekomst
misschien reeds leeren.
Van 't Oostelijk
Ooriogslocnael
Uit het D u i ts.c b e hoofdkwartier
word', gemeld
„Op liet Oostelijk oorlogsveld is
niets bijzonders voorgevallen."
Do Oosten r ij ks'c he staf be
richt
„Do Oostenrijksehe positie is sedert
Woensdag niet veranderd*."
De Duitschc Keizer en de Russische
Tsaar verblijven beiden nog steeds bij
hun legers op iict Oostelijk oorlogs
veld.
Do Keizer bezocht aldeelingen van
de in de streek om Tsjenstochof strij
dende Ooslenrijksch-Hongaarsche en
Dullsche troepen.
't Is nu wel zeker, dal 't plan van
den Russi-scllieu legeraanvoerder,
grootvar l Nikolaas Nikolajewitsj,
om d© Duilscho legers in t© sluiten,
mislukt is. Blijkbaar was dit een ge
volg van 't feit, dat generaal Rennen-
kampf met zijn leger te laat k\v~
do hem aangewezen stellingen.
Een telegram Uit Petersburg aan
Eruelscho bladen meldt, dat generaal
Ro.nnenk.LMpf dientengevolge van zijn
ambt ontheven is.
En „Momang Post" meent dan
ook op grond van dit feit te mogen
aai me: ii on, dat de toestand in Polen
voor d© Duitschers niet ongunstig is.
zoo zij in staat zijn daar voldoende
krachten te concent ree ren, daar de
Russische legermacht zich te veel ver
spreid heeft
Ander© berichten meld-en, dat de
Duitschers zich krachtig versterken
in Polen, cn maatregelen schijnen te
nemen om nch zoo in te richten, dat
zij on een wintcrcampagn© in Polen
kunnen rekenen. Zij hebben daartoe
hunne stellingen aangeleund aan de
Wart i en den Weicbsel, en pogen, ge
steund door het spoorwegnqM
Lodz Kullsch en de aanvoer
massa's ammuiitic en troepen langs de
r.vieren een krachtige stelling te ma
ken.
Het blijkt uit do berichten van den
Russischen generated slaf wel, dat do
Duitsehe troepen bij Lodiz tot het of
fensief zijn overgegaan al worden
hunne pogingen, om de Russisch©
stellingen ten noorden vau Lcm.1v. to
doen ontruimen ook als afgeslagen
gemold.
Het Deensclie blad „Politikon"
schrijft in een hoofdartikel
„De aanval der Russen in Polen is
tot staan gekomen. De oorzaak daar
van ligt in de moeilijke terreinen en
de slechte verbindingen de Russen
werden door de Duitschers gedwon
gen een nieuw front te vormen. En
bij de uitvoering daarvan hebben zij
wel getoond vooruit te zijn gegaan in
vergelijking met het gedurende den
Japanschen oorlog door hen getoond©
flegma. Maar toch is het Russische
leger over het geheel genomen nog
steeds zeer log wel beschikt het over
groo-te massa's, maar niet over talent
om te manocuvreeren het beschik'
over goede krachten voor iie verdedi
ging, maar het is niet toereikend
voor aanvalsbeweging."
Op het Zuidelijk
Ocrlogitooneel.
DE INNEMING VAN BELGRADO.
Uit Seruliii ontvangt de „Pesthi llir-
lap" de volgende beschrijving van de
inneming van Belgrado
liet zware geschut van de Donau-
monitoren begon nu eemgo dagen
ge'eüen Belgrado sterk te botubardee-
ren. De energieke beschieting leidde
spoedig tot liet gewenschte gevolg,
dat de Servische 28 c.M. kanonnen,
die de Serviërs uit Frankrijk hadden
gekregen, tot zwijgen werden ge
bracht. De kanonniers leden ernstige
verliezen.
Hierop slaken de Oostenrijkse h-
Hongaarsche troepen, die op den Hon-
gaarschen oever bij Semlin stonden,
over de rivier, eerst naar het Zigeu
ner-eiland en vandaar naar Belgrado.
Woensdagochtend, gedurende een
heftig kanonvuur van beide zijden, be
gon de overgang van de Oostenrijk
se lue troepen over de spoorwegbrug,
die was ingericht voor het verkeer van
voetgangers.
Intusschen verdreven de van het
Zigeuner-eiland binnengedrongen
troepen de Serviërs uit bijna het ge
heel© westelijke gedeelte van de sta-L
Tegelijkertijd drong dat deel van de
Oostenrijksehe troepen, hetwelk na de
inneming var Obrenovac langs de
Save was verder gerukt, de stad bin
nen.
De Oostenrijksehe troepen begonnen
onmiddellijk met het weer in orde
maken van de schipbrug.
Door de regcering beschikbaar ge
stelde schepen zijn van Neusatz nauf
Semlin onderweg, ten eind© voor
transporten te worden gebruikt
Dc veroveraar van Belgrado, gene
raal Frank, ontving van den keizer
van Oostenrijk bet Grootkruis de<r
Leopoldsorde.,
Verspreid nieuwe
van deoorlogsvelden
DE SLAG BIJ RAVNJE.
Do oorlogscorrespondent van de
„National Zeitung" in het Oostenrijk
sehe hoofdkwartier schrijft van een
tocht over de Servische slagvelden
Geen slagveld in Gaiiciè toont zoo
duidelijk de hardheid van den oor
log, de vreeselijke verbittering, vv
mede twee doodsvijanden tegenover
elkaar stonden ais het slagveld der
Macwa. Eigenlijk stonden zij niet te
genover elkaar, maar lagen zij week
na week, zes eindelooz© weken, in de
loopgraven. Wij komen door Saerwi-
ca, door Ravnje, door Grnabara.
Overal is de grond doorwoeld, zijn de
bosschen vernield, de wegen onder
mijnd. Overal waren de beide doods
vijanden onder de aarde. Ergens ligt
een verlaten artillerie-stelling van de
Oostenrijkers die nu al veel verder
zijn, verborgen achter een dorp. Een
heel© stad is daar in de aarde gegra
ven, onzichtbaar voor dengeen, d:e
aankomt, ook al stond hij er maar
vier meter van af, onzichtbaar ook
voor den verkenner, daar niet de
ringste verhooging, geen spoor van
opgegraven aarde wantrouwen wekt.
Daar overheen de akkers en ook een
paar boomen met kale takkeD, maar
verder niets. De kanonnen waren als
in torens gc-metseld. Drie meter dic-p
in den grond. Zelfs bij liet vuren
kwam de monding niet te voorschijn.
Van de batterij loopt een heel straten-
net van loopgraven naar de verblijf
plaatsen voor de manschappen, naar
een onderaardsche herberg, naar- de
officierswoningen, met de officiers-
casino tn het midden. Alles is netjes
afgewerkt, uit nieuw, glad geschaafd
hout, met deuren en vensters, met
grof getimmerde bedsteden, tafels en
stoeien, en het geheel met aarde be
dekt. Men had zich voor weken en
manden, desnoods voor een heelen
inter, ingericht. De batterij was zóó
meesterlijk ingegraven, dat zij dag na
dag het terrein onveilig maakte, tot
Ravnje toe en toch nooit door de Ser
viërs is ontdekt.
Verder gaat het langs den Moedi
gen weg. Het was de eenige weg,
waarlangs men de Macwa binnen
Jkon dringen. Wie den weg beheersch-
te, beheerschle de Macwa. Rechts en
links niets dan moeras. De weg kon
door den vijand zonder moeite be
streken worden. Hun dekkingen lagen
aan weerszijden van den weg. Zij wa
ren niet minder diep dan die van de
Oostenrijkers en nog grondiger tegen
granaatsplinters beschut. Om den
vijand van hier te verdrijven, bestond
er slechts een enkel middel de aan
val met de blanke bajonet. Vaak
wordt de vaste grond breeder. Akkers
liggen langs den weg. Strookjes
bosch duiken op. De loopgraven lig
gen daar tiendubbel. Nu eens vormen
zij een gang, dan weer een lange
schacht, dan weer een gewirwar van
gaten en kuilen van manshoogte. In
den loop van weken zijn zij ontstaan,
's Nachts sprong een soldaat uit zijn
kuil. niet verder dan een pas, groef
snel een nieuwen kuil, waarin hij
den volgenden dag lag, tot hij den
nacht daarop weer een meter voor-
aai ts kon komen. Zoo kan men het
nu nog zien. Het was een worsteling,
stap voor stap, meter voor meter. Te
gen de vestingen van den een en kar.t
rukte langzaam de wandelende vcs
ting van den anderen kant op.
Vooruil ging het, maar het ging
ook dikwijls weer achteruit. In Sjaba
te waren den eenen dag de Oostenrij
kers, den anderen de Serviërs, dan
weer de Oostenrijkers, enz. Een paar
kilometers werden met moeite gewon
nen na hardnekkigen strijd, waarbij
alles er op gezet was, en toch moesten
ze weer opgegeven worden. Grenze
loos is de hardnekkigheid, 'waarmee
de Serviër zijn schansen bezet houdt,
grenzeloos is zijn aanvalsmoed en de
zelfopoffering, waarmede hij den dood
igaat.
In een vreeselijken slag van elf
dagen bij Losnica in de bunrt van
Krupany, liet Potiorok het leger van
den Servischcn kroonprins tegen do
hoogte optornen. Toen zij begonnen,
hadden de Serviërs dertig duizend
man meer dan Potiorok. Langzaam
werd de sterkte gelijk. Het was nog
steeds in de Macwa een stugge, on
besliste strijd van aardvesting tegen
aard vesting. Op een morgen, den 28en
October, om vier uur, donderden de
Oostenrijksehe houwitsers, donderden
onverwacht, zoo vreeselijk, treffen zoo
zeker, dat de ontzetting in dc Servi
sch© loopgraven uitbrak als aardbe
ving en vernietiging. De Oostenrijk
sehe infanterie, die slechts een paar
honderd meter van de Serviërs log,
hoorde de paniek uitbreken. Drie uur-
lang ging 't zoo, drie uren lang tref
fer op treffer. In eenige verschansin
gen werd de bezetting onder de in
stortende aarde begraven. Om zeven
uur zweeg plotseling het geschut.
Plotseling ontplofte een mijn. Een
19-jarige luitenant had <lie aangesto
ken. Het was een signaal. Uit alle
Oostenrijksehe schansen komt infan
terie te voorschijn. Ondanks machine
geweren en handgranaten hadden zij
in weinige seconden de Servisch,
schansen bereikt. En kort daarna
vluchtte alles, wat nog leefde bij de
Serviërs, zuidwaarts. Het was do
morgen-aanval bij Ravnje, waarop
een driedaag'sclie slag volgde, di©
eindigde met de terugwerping der
Serviërs naar Valjewo.
HET NADERENDE KERSTFEEST.
De Beïlijnsche correspondent van
't Alg. Handelsblad schrijft:
In December zal de oorlog w-el heel
zwaar drukken op het Duitsehe volk.
Een Kerstmaand zal het worden, vol
verlangen, vol sombere gedachten, vol
weemoed. Een Kerstmis zal het wor
den voor bijna alle gezinnen zonder
man, vader, broer, zoon.
Het groote feest, ais heel de familie
plechtig zich schaart bij den groenen
boom, die straalt van tientallen lich
ten, glinstert van wattigen sneeuw,
schittert van zilveren ijzel, zal nu zoo
vreedzaam en opgewekt niet zijn, In
l»et rampjaar 1914.
Wie zal er den moed hebben, te ziD
gen het „Stille nacht, heilige nacht
wanneer over het ije van liet Yser-
kanaal, over de sneeuw van de Pool
se!.© vlakten de kogels fluiten, wan
mannen, in d» loopgraven,
kleumend van kou, óp vnn ontbering,
denkon aan het vaderland, aan hei
eigen huis, dan zoo heel ver weg
Tranen zullen er vergoten worden,
meer, veel meer en veel smartelijker
dan in de vorige harde oorlogsmaan
den, in de anders zoo vroolijke week
van Kerstmis tot Nieuwjaar.
0,p dein heiligen avond zullen er
mililioen&n zijn in hot groote Duitsehe
rijk, die zich zoo eenzaam voelen. En
miJlioenen Duitscho mannen, di© an
ders in kameraodsohaippelijken geest,
bezield door vaderlandsliefde, zich
broeders voelen in hei vijandige land,
zuilen dien avond ook eenzamen zijn.
Moedig zullen zij zich troosten bij
liet zielige denneboennpje met een paar
brandende kaarsen in loopgraaf of
oonhol, maar voortdurend zuilen ze
moeten denken aan de verre huiska
mer.
Jaren geleden las ik in het „Ber
liner Togeblatt" een keurig schetsje
van den bekenden feuilletonist Paul
Bleek, die beschreef, hoe hij op den
avond voor Kerstmis te Parijs onder
brug, in striemende kou, twee ar
me kerels zag hurken bij een boompje
met een paar brandende kaarsen.
Twee Duitschers, die internationale
paria's geworden waren, niaar die
dien avond toch heel innig dachten
aan hun „Heimat".
Zoo droevig zal vooir millioenen
Duitschers thans het Kerstfeest wor
den.
Zij, di© in het vaderland niets ont
beren, geen honger en geen kou lij
den, hun leven niet wagen, zij trach
ten den broeders in hm veld het Kerst
feest zoo aangenaam mogelijk te
maken. Nu reeds ztjn er treinen en
auto's vol geschenken vertrokken naar
het oosten en het westen. Do kranten
snelden inschrijvingen open voor
karstkisten, die vijf mark het stuk
kreten, kisten, ge\uld met warm on
dergoed, chooolade, peperkoek, noten,
sigaren, tabak, briefkaarten, met
domrccakjea en kaarsen. Voor hon
derdduizenden marken is er reeds ge-
teekend. En er werd zorg gedragen,
dat zij, die niets van thuis krijgen,
omdat zij geen thuis hebben, of geen
bloedverwanten bezitten, die in deze
tijden zich de weelde kunnen veroor
loven iets 'oe sturen, dien avond toch
niet met leege handen staan,
HET BOMBARDEMENT VAN
REIMS.
Naar de „Times"-correspondent tc
Parijs aan zijn blad meldt, wordt
Reims nog voortdurend gebombar
deerd. Dc Duitschers gebruiken thans
30.5 c.M. houwitsers der Oostenrij
kers.
VAN BELGISCHE ZIJDE.
Het Belgische gezantschap in Den
Haag deelt het volgende mede:
Uit de beste bron wordt u.t Berlijn
gemeld, dat two© officieel© commis
sies, een burgerlijk© en een militaire,
zijn benoemd, de ieder afzonderlijk
een onderzoek moeten instellen naai
de wreedheden den oorlogvoerenden
aangedaan.
Men is tot de conclusie gekomen,
dsat het formeel© bew ijs dat Belgische
vrouwen gewonden of gevangenen de
oogen zouden hebben uitgestoken, nier
is geleverd, en dat dit feit in geen en
kel geval officieel is geconstateerd.
Do doctoren en do leden van de en
quétc-comraissio hebben verklaard,
dat 't, gegeven den overspannen gees
testoestand van het oogenblik, heel
natuurlijk was, dat door deze of gene
partij daden vun geweld of wreedheid
werden bed/reven, maar deze feiten in
het algemeen zeer zijn overdreven-
Het verdichtsel van hol uitsteken van
oogen is blijkbaar ontstaan door het
feit. dat bij een groot aantal gewon
den do oogen waren verminkt door
het schroot van de kartetsen.
Hel schijnt, dat duizenden raven en
kraaien op het slagveld neerstrijken
en het steeds voorzien hebben op de
oogen van do droden eu gewonden.
Dit kan ei- toe hebben bijgedrageik het
veardichtsel ir. het teven te roepen. In
een hospitaal tc Frankfort wr
gewonden, dro naar bet schoen allen
uitgestoken oogen hadden. In geen
enkel geval konden doze verwondin
gen aan iets anders don aan hel ont
ploffen van kartetsen worden toege
schreven. Ondanks deae concludes
blijft het verdichtsel bestaan, men ver
zekert evenwel in officieel© kringen,
dat de w reedheden, welke aan de Bel
gen werden toegeschreven, formeel
zijn gelogenstraft. De conclusie van
de civiele commissie was beslist en
unaniem op dit punt.
D© militaire commissie zet haar on
derzoek nog steeds voort, maar is tot
dezelfde conclusie gekomen.
D© beschuldiging betreffend© het
gebruik van dum dum kogels is even
eens gelogenstraft.
Men heeft erkend, dat het gebruik
er van niet officieel is vastgesteld.
BOMMEN GEWORPEN OP DE
FABRIEK VAN KRIJPP
De bladen t© Londen bevatten oen
telegram, waarin medegedeeld wordt,
dat te Berlijn groote opgewondenheid
heerscht tengevolge van het gerucht,
dat een vlieger bommen zou geworpen
hebben op de fabriek van Krupp te
Essen. De schade is onbekend. Do
vlieger bleef ongedeerd.
NA DEN VAL VAN KIAUTSJAU.
Het Japansche hoofdkwartier meldt,
dat bij de inneming van Tslngtau
buitgemaakt werden 2500 geweren,
100 machinegeweren. 30 kanonnen,
een groote voorraad ammunitie, 1200
pond sterling aan geld, 15.000 ton
steenkolen, 40 automobielen. Allo
schepen zijn vernield. De voorraden
levensmiddelen waren voldoende om
5000 man nog drie maanden te voe
den.
HOE 'T ENGELSCHE LEGEP.
GEVOED WORDT.
Een der medewerkers van de ..Dai
ly Chronicle" deelt omtrent de inten
dance van hei Britsch© leger een ©n
ander mede dat wei waard is hier ge
deeltelijk te worden weergegeven.
De Britsch» soldaat (dus verklaart
hij) hee't over zijn voeding heeb nia.il
met te klagen. De Fransche soldaat
benijdt hem in dal opzicht en ;k heb
deze dienaangaande meer dan tens
hooren zeggen. Onze Bntsche kame
raden. worden gevoed als prinsen! Zij
krijgen zelfs jam bij hun brood. Jam!
Do lucht van „bacon' stijgt op uil hun
loopgraven en wij snuiven er den geur
van op, die liefelijker is dan d.e van
de heerlijkste bloemen. De Engeiscaon
eten even goed als zij vechten «lat
vil zeggen geweldig
Het dagelijksch rantsoen van den
BrIUschen soldaat hostaal uit 1 li*
pond versch vleesch of 1 pond gecoa
serveerd vleesch; 1 1/4 pond brood; 4
ons bacon; 3 ons kaas, 4 ons Jam, 3
ons suiker, 1/2 pond versche groenten
of 2 ons gedioogde groenten, 5/8 en*
thee, koffie oi cacao, terwijl hij we
kelijks bovendien krijgt 2 «mis tabak
of 50 sigaretten.
De intendance-staf heeft reeds J©-
dert jaren de voedmgs qunestie be
studeerd en is ten siotto tot de weten
schap gekomen, dat de genoemde hoe
veelheden den soldaat te velde volko
men berekend houden voor zijn taak.
De groote domheden op dit gebied in
vroegere oorlogen begaan; do omkoo
perijên en verwarring, waarvan fieri
vaak sprake 's geweest, behooron
thans voorgoed tot het verlc-den.
Een der meest ingrijpende hervor
mingen bij de intendance is geweest
dat de tusschenpersoon bij d© icvo-
santiën geheel uitgeschakeld is ge
worden; het Departement van Oorlog
koopt thans a'leen van de fabrikanten
en groote leveranciers, zoodat uit do
groote centrale militaire depots alles
direct aan het leger te velde gezon
den kan worden. Alle leverautién woe
den te voren door de deskundigen ge
schat en streng gekeurd; inspecteurs
der volksgezondheid ins pee toeren da
gelijks de fabrieken, en op die wijze
kan er van cnvkooperij en het leveren
van minderwaardige artikelen haast
geen sprake moer zijn. Bovendien
weet de fabrikant nood waarheen zijn
goederen verscheept zulten worden,
alles levert bij af aan het spoorweg
station, zonder dat hij ooit te weten
komt of hij inferieure leveringen vei
lig zou kunnen afleveren voor een te
steuurringsplaats ver van hun plaats
van herkomst gelegen.
Toen de oorlog uitbrak, had Enge
land groote hoeveelheden levensmid
delen in zijn magaz-jnen, sedert zijn
de voorraden verdubbeld en hot'trans
port naar het vasteland is zoo merk
waardig goed geregeld geweest cn «ie
vervoermiddelen aldaar naar <te loop
graven zijn zoo uitnemend in orde,
dat nog geen soldaat over de voed ng
te klagen had. Het ©enige wat het
Britsche leger uit Frankrijk zelf ge
kocht heeft was fruit.
Wanneer men bedenkt dat Enge
land dagelijks te voorzien hee't in de
levensbehoeften van ongeveer een
half miliioea zijner zonen aan den
overkant van het Kanaal en dit ge
schieden kan zonder eenige stoornis,
dan pleit zulks ontegenzeggelijk voor
de intendance van het Ministerie van
Oorlog, doch ook weder voor d© waak
zaamheid der vloot, waardoor al die
transporten veilig overkomen, en <ïa:ï
verklaart het zich des te meer, waar
om de Duitschers er alles op gezet
hebben om vasten voet te krijgen te
Duinkerken, to Calais, te Boulogne^
als zulks mogelijk is'.
DE POPULAIRSTE MAN Vifcï
DUITS CIILAND.
Dc Duitsehe veldpost heeft volgens
het „Berliner Tageblatt" een brief
to bezorgen gehad, geadresseerd aan
den populalrsten man van Duitsch-
land. Hij werd prompt afgeleverd aan
Von Hindenburg.
OFFICIEREN.
Een Engetech brigade-generaal
schrijft in een brief van het front:
„Wij zitten in moeilijkheden vanwe
ge da office ren, maar hebben dit met
het geheel© leger gemeen, daar wij'
allen zware verliezen aan officieren
hebben geleden en het met den bes
ten wil van de wereld onmogelijk is,
officieren te verschaffen, die ook maar
een paar maanden geoefend zijn.
Tucht is alles in een oorlog a'sdeze,"
en de regimenten met de beste tucht
biniken boven de andere uit. Tucht is
echter zoo mm als oefening in een
dag te verkrijgen cn moet het gevolg
zijn van geleidelijke en aanhoudende
militaire africhting'"
Ter Zee.
NOG IETS OVER 'T OPTREDEN
VAN DE ..EMDEN".
Een N«xleriardcr verblijvend in Pe-
iiany, een eilandje tegen 't schier
eiland Molakku in de Straits Settle
ment, schrijft aan 't Alg. Handels
blad over een optreden van de nu
door do Lngelscheu in d©n grond ge-
boorden Duitschen kruiser „Emden":
Morgens werd ik wakker door
eeu kolossaal lawaai. Ik dacht aan
Onweer nuar weldra werd het mo
duidelijk dat het kanongebulder was.
We stonden dadelijk op en spoedden
ons naar de kust, waar we een Duit
schen kruiser, waarvan ik den naaia
nog niet weet. bezig zagen ten hier al
©enigen tijd op de reede Lggenden
RussisMicu kruiser te beschieten. Ik
deuk, dat er ongeveer 45 schoten ge
lost zullen zijn, toen de Rus zonk.
Vun de bemaiiDing, 326 man, verdron
ken er een tweehonderd. De overigen
werden gered, doch velen hunner wa
ren gewond en bezweken er heden
nog zes aan hunne kwetsuren. Eén
vau de drie hier ock al eenigen tijd
liggend© Fransche torpedobooten
volgd© don Duitscher. Ter hoogt© van
de Swimming Club echter werd cok
deze torpedoboot in den grond ge
boord. Hiervan werd niemand gered.
Toen stoomde do Duitscher kalm weg
alsof er niets gebeurd was. Het Duit
sehe schip maakte op mij niet den in
druk vun een reuzenschïp te zijn. Zoo
als t© begrijpen, was d© geheels stad
in rop en roer. Het Russisch© schip
lag vlak voor de Cricket Club en
slechts een ktein topje van den mast
komt nog boven liet water urt. Het
was een stout stukje van den Duit
scher, dat erkent iedereen. De Rus
sen waren niet klaar voor 't gevecht
en die Franschen haddon geen stoom
op mét uitzondering van duo eene tor
pedo, due dan ook in den grond ge-
boord werd. Hadden de Duitschers
geweten, dal die andere twee geen
stoom op hadden, vermoedelijk waren
z© er dun ook wel aangegaan. Het
was een ontvettend lawaai, vooral het
geloei der projectielen, en het weer
kaatsen door de bergen maakten liet
nog heviger".
Indertijd is dit optieden van de
„Emden" off.creel heel kort geineld.
Do'nader© bijzonderheden zijn weJ
lezenswaard.
Ailerle?.
IN DE HAVEN VAN ANTWERPEN.
Aan een correspondentie in "t Alg.
Handelsblad ontieenen we:
Ik ben langs <le haven gaan ku:&
ren. Het is ellendig'. Het is er de de-
solatio van den dood. de meest com
plet© verlatenheid. Geen leven, geep
gerucht, niets! Een vo slagen stilte,
benauwend en angstwekkend. Ka-Jen
eu af «la ken. waar het eertijds klonk
en rumiud© van bedrijvigheid, waar
het haastigo volk van werklieden en
vrouwen en heftenden bont door el
kaar krioelde, waar de geuren zwaar
hingen van suiker en koffie en wo! en
huiden, waar dc kranen rammelden
en knapten en krijschten, waar de
log go wagens bommelden over de stra
ten m het van olie en gestorte gra
nen vettige slijk het is er nu leeg
en stil, niets roert et ir. de eindeloos©
verlatenheid. In d© dokken waar h©l
Feuilleton
door GUY BOOTHBY.
6)
- Dan zou ik je nemen, zei ze, maar
nu ben je immers niet arm?
Dat hangt er van af, wat men
firm noemt, antwoordde Lavington.
Een kantoorbediende die tweehonderd
pond per jaar verdient, noemt dat een
schat, terwijl een koopman duizend
pond weinig vindt. Mijn vader, die
nijdig op mij is, geeft mij een toelage
vun duizend pond jaarlijks. Meer heb
ik niet, maar ik zal mijn best doen er
nog wat bij te verdienen.
Heb je met je vad-er gekibbeld?
Waarom dut toch?
Omdat hij mij dwarsboomde, zei
Lavington, die geenszins vanzina was
te zeggen dat zij juist, over 'haar ver-
echil van meening hadden gehad. Hij
is bijzonder driftig ik vrees dat dit
bij ons een familiekwaal is en
voegde mij hatelijke woorden toe; ik
zei ook meer dan ik had moeten zeg
gen en toen scheidden wij als kwade
vrienden. Nu weet je mijn geheim.
Zoo heel erg is het niet, vind je wel?
Ik vind het wel heel erg. ant
woordde het jonge meisje. Ik had zoo
graag op denze'fden voet van vroeger
mot je voortgegaan en weet niet wat
mijn vader nu zeggen zai.
Ik zal hem straks nog alles mede-
dee'en en hoop hem te overtuigen dat
al wat ik van hem vraag, tot je geluk
zal zijn, poogde Lavington haar ge
rust to stellen. Hij is iemand, die al
les helder inziet en alles dus wel juist
zal weten te beoordeclen. Wij zijn het
bijgevolg nu weer samen eens, niet
waar, lieveling, en ik behoef niet bang
te zijn dat je weer bezwaren zult gaan
opperen? Ik zal al doen wat in mijn
vermogen is om je gelukkig te maken
en mag de ondankbaarste man van
geheel Engeland genoemd worden,
als ik niet 'daarin slaag.
Jij maakt mij natuurlijk geluk
kig lieveling, hernam zij. liet zou
mijn hart breken als ik je moest ver
liezen.
Je hart zal niet gebroken wor
den. In dat opzicht behoef je geen
angst te hebben, antwoordde hij.
Hoewel dit gesprek met Beatrice
Lavington wel ©enigszins geruststel
de, was hij toch nog niet op zijn ge
naak, zoolang hij niet. met haar va
der gosproken had. IIoc iiet ook zij,
voor het oogeub'ik waren ze nu toch
gelukkig en de avond begon al to val
len, vóór ze in het huis terugkeer
den. Na het eten werd er muziek ge
maakt en tegen half negen besefte
Lavington «iet het oogenblik nu aan
gebroken was, waarin over zijn toe
komst beslist moest worden, vandaar
dat hij don kapitein vroeg of deze
hem even te woord wild© staan,
daar hij hem iets belangrijks te vra
gen had.
Met genoegen, zei de oude koop
vaardijkapitein, gaat u maar mee
naar mijn rookkamer, dan zullen we
het onder een sigaar en een glas grog
afhandelen.
Lavington wierp Beatrice een vra-
genden blik toe, terwijl hij opstond
om den ander te volgen en zij beant
woordde dien met een geruststellen
den glimlach.
Zoodra zij gezeten waren, bood de
kapitein zijn bezoeker sigaren aan.
Hij was een knappe man en zijn groo
te, grijze en or deed hem meer op een
militair dan op een zeeman gelijken
Zijn gelaatskleur was echter sterk ge-
bronst) door een veeljarig verblijf in
overzeesche gewesten. Zijn manieren
waren innemend jegens degenen van
wie hij hield, maar somtijds kon hij
driftig opstuiven ©u dan moest men
hem maar kalm laten uitrazen, be
weerd© zijn jongste dochter glimla
chend.
Zie »oo, mijn jongen, noem nu
maar plaats in dien grooten stoel
steek eens op en vertel mij dan wat
je op het hart ligt. begon hij. Als je
raad noodig hebt, zal ik je dien graag
geven, voor zoover een oude zeeman
daartoe in slaat is en a's het aan
gaande Trixy is, begrijp je dat ik er
veel be'ang bij heb.
Neen, het is niet haar betreffen
de, antwoordde Lavington nu, maar
het 6taat nochtans wel in verband
mot haar geluk.
Dc kapitein zag hem doordringend
aan en nam zijn sigaar uit den mond,
zeggende:
Iets wat in verband staat met
het geluk van mijn kind? Wat bedoel
je daarmee? Ik hoop toch dat je het
goed met haar voor hebt?
Daar zult u hel best over kunnen
oordeelen als u gehoord hebt wat ik
u te zeggen heb, zei Lavingtun. U
zult waarschijnlijk zeggen dat ik on
verstandig heb gehandeld, maar meei
zult u mij niet ten laste kunnen leg
gen.
Vooruit don maar, met je verhaal,
riep de ander. Talm toch in hemels
naam niet langer, maar zet van wal
I.n ieder ander geval zou Lavington
opgestoven zijn bij deze woorden
maar nu deze gesproken worden door
den vader van de vrouw, die hij be
minde, maakte dit een groot verschil.
Laat mij kort zijn, begon hij na
Zooals u weet leerde ik uw dochter
kennen op een danspartij, waartoe
een mijmer vrienden mij een introduc
tie beziorgde. Ik was dadelijk getrof
fen «ioor haar schoonheid en stolde
alles in het werk om haar nader te
leeren kennen. Mevrouw Webster had
toen de goedheid mij te veroorloven
een bezoek bij u af te leggen, en, toen
ik van oordeel was, dat wij e'kander
voldoende kenden, vroeg ik haar ten
huwelijk en gaf zij mij tot mijn groo
te blijdschap, het jawoord. Ik noemde
u mijn inkomen en u maakt© geen
bezwaren, maar één ding verzweeg
ik nochtans voor u en in dat opzicht
gevoel ik mij schuldig.
Wat kan dat wel zijn? vroeg de
hoer Webster nu op wantrouwenden
toon.
Toen uw dochter mij op dat ba'
mijn naam vroeg, zei ik haar dat ik
Hylton Ormsby heette.
De kapitein sloeg nu zoo hard met
zijn vuist op de tafel dat de glazen er
bijna afvie'en.
En hoe heet u dan, voor den
drommel, sir? bulderde hij nu. Zeg
mij dat dadelijk of
Lavington noemde hem nu zijn
vollen naam, waarop de oude zeeman
hem met open mond aanstaarde.
Dat is een inooie grap, zei hij, na
even nagedacht te hebben, een ver
duiveld inooie grap. dat moet ik zeg
gen. U maakte dus met mijn dochter
kennis onder een valechen naam, sir,
en drong u ook daaronder in mijn
huis binnen. U won de liefde van het
jonge meisje op deze wijze en wat zij©
nu verder uw plannen?
Met haar te trouwen als u uw
toestemming daartoe geelt en haai
tot de ge'ukkigste vrouw van geheel
Engeland te maken, antwoordde La
vington.
Do oude heer trommelde met zijn
vingers op de tafel. Het was duidelijk
dat hij over de zaak nadacht. Hel
tikken van de pendule op den schpor^
stcenmantel was het eenige wat men
hoorde in het vertrek.
Luister eens, myïord, zei de oud<
heer ten slotte, deze zaak vereischJ
grondige overweging U zei mij on
langs dat u duizend pond inkomej
per jaar had en dat u er nog wat b(
wilde verdienen. Wat moet ik daarvai
getooven?
Preoies wat ik zei, antwoorddi
Lavington, Mijn vader geeft mij jaar
Mjks duizend pond toelage ©n was bo
vendien nooit karig met nog iets bi
te passen, maar ik heb nu woordef
met hem gehad en daarom houdt hf
zicli nu aan die som.
Zoudt u mij wilen zeggen, waai
over u woorden hebt gehad? vroeg d
kapitein. Ik ben geenszins voorna
mens mij in uw familie-geheimen
dringen en heb met deze vraag allee»
hot bo'ang van mijn dochter op he
oog. Dat is bij* mij van het groots)
ge wicht.
(Wordt vervolgd)