De Europeesche Oorlog. Een wonderlijke Zaak TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 4 DECEMBER 1SI4 Op het Westelijk Oorlogsveld liet D u i t s c h c staf-bericht meldt: ,,lii 't Westen is niets bijzonders voorgevallen." In het Fransehe communiqué lezen we „Er zijn berichten ingekomen vau een vrij lievige kanonnade op Nieuw- poort en het zuiden van Yperen. Het geïnundeerde terrein strekt zich thans uit tot aan het zuiden van Dix- muiden. Er is hevig geschoten tusschen de Lys en de Somme. Do Frnoschen hebben verscheidene aanvallen in Argonne afgeslagen en zijn ©enigszins vooruitgegaan." UIT ZUID-WEST BELGIé. Een correspondent van do „Nieuwe Courant" schrijft Ik vernoem van goeder hand, dat liet strategisch defensief, gepaaid met eer. tactisch offensief, hetwelk de ge allieerden in Zuid-West België tot dusver betrachtten, weldra zal plants maken voor oen algemeen offensief, zoo dit al niet reeds begonnen is. Zeer belangrijke troepensterkten zijn daarvoor samengetrokken, zoowel Belgen, als Engelschen en Franschen. Het Üelgenleger» gereorganiseerd en versterkt met de in Frankrijk afge richte lichting, wordt thans geschat op 100.000 man. Engeland heeft in 'de laatslverloc- pen weken dagelijks sterk© contin genten over het Kanaal gevoerd. Men noemde mij als cijfer der voor den eindstrijd beschikbare Engelschen eeu half millioen. Maar ai mocht dit getal overdreven zijn, dat een zeer aanzienlijk© hoeveel heid versche troepen ten gebruik© ge reed is, staat vast. Frankrijk heeft inmiddels zijn bei de jongste lichtingen voldoend© ge oefend. Met de nog beschikbare ver- sclie krachten van anderen aard heet het. dut dit land, behalve de thans in actie zijnde troepen, nog 1.015.000 man in den strijd kan werpen. Reducee-t men al die getallen tot de helft, dan schijnt toch altijd een krachlsteat niet circa 700.000 man zeer mogelijk. Of dc Duitschers dien kunnen op vangen, zal de allernaaste toekomst misschien reeds leeren. Van 't Oostelijk Ooriogslocnael Uit het D u i ts.c b e hoofdkwartier word', gemeld „Op liet Oostelijk oorlogsveld is niets bijzonders voorgevallen." Do Oosten r ij ks'c he staf be richt „Do Oostenrijksehe positie is sedert Woensdag niet veranderd*." De Duitschc Keizer en de Russische Tsaar verblijven beiden nog steeds bij hun legers op iict Oostelijk oorlogs veld. Do Keizer bezocht aldeelingen van de in de streek om Tsjenstochof strij dende Ooslenrijksch-Hongaarsche en Dullsche troepen. 't Is nu wel zeker, dal 't plan van den Russi-scllieu legeraanvoerder, grootvar l Nikolaas Nikolajewitsj, om d© Duilscho legers in t© sluiten, mislukt is. Blijkbaar was dit een ge volg van 't feit, dat generaal Rennen- kampf met zijn leger te laat k\v~ do hem aangewezen stellingen. Een telegram Uit Petersburg aan Eruelscho bladen meldt, dat generaal Ro.nnenk.LMpf dientengevolge van zijn ambt ontheven is. En „Momang Post" meent dan ook op grond van dit feit te mogen aai me: ii on, dat de toestand in Polen voor d© Duitschers niet ongunstig is. zoo zij in staat zijn daar voldoende krachten te concent ree ren, daar de Russische legermacht zich te veel ver spreid heeft Ander© berichten meld-en, dat de Duitschers zich krachtig versterken in Polen, cn maatregelen schijnen te nemen om nch zoo in te richten, dat zij on een wintcrcampagn© in Polen kunnen rekenen. Zij hebben daartoe hunne stellingen aangeleund aan de Wart i en den Weicbsel, en pogen, ge steund door het spoorwegnqM Lodz Kullsch en de aanvoer massa's ammuiitic en troepen langs de r.vieren een krachtige stelling te ma ken. Het blijkt uit do berichten van den Russischen generated slaf wel, dat do Duitsehe troepen bij Lodiz tot het of fensief zijn overgegaan al worden hunne pogingen, om de Russisch© stellingen ten noorden vau Lcm.1v. to doen ontruimen ook als afgeslagen gemold. Het Deensclie blad „Politikon" schrijft in een hoofdartikel „De aanval der Russen in Polen is tot staan gekomen. De oorzaak daar van ligt in de moeilijke terreinen en de slechte verbindingen de Russen werden door de Duitschers gedwon gen een nieuw front te vormen. En bij de uitvoering daarvan hebben zij wel getoond vooruit te zijn gegaan in vergelijking met het gedurende den Japanschen oorlog door hen getoond© flegma. Maar toch is het Russische leger over het geheel genomen nog steeds zeer log wel beschikt het over groo-te massa's, maar niet over talent om te manocuvreeren het beschik' over goede krachten voor iie verdedi ging, maar het is niet toereikend voor aanvalsbeweging." Op het Zuidelijk Ocrlogitooneel. DE INNEMING VAN BELGRADO. Uit Seruliii ontvangt de „Pesthi llir- lap" de volgende beschrijving van de inneming van Belgrado liet zware geschut van de Donau- monitoren begon nu eemgo dagen ge'eüen Belgrado sterk te botubardee- ren. De energieke beschieting leidde spoedig tot liet gewenschte gevolg, dat de Servische 28 c.M. kanonnen, die de Serviërs uit Frankrijk hadden gekregen, tot zwijgen werden ge bracht. De kanonniers leden ernstige verliezen. Hierop slaken de Oostenrijkse h- Hongaarsche troepen, die op den Hon- gaarschen oever bij Semlin stonden, over de rivier, eerst naar het Zigeu ner-eiland en vandaar naar Belgrado. Woensdagochtend, gedurende een heftig kanonvuur van beide zijden, be gon de overgang van de Oostenrijk se lue troepen over de spoorwegbrug, die was ingericht voor het verkeer van voetgangers. Intusschen verdreven de van het Zigeuner-eiland binnengedrongen troepen de Serviërs uit bijna het ge heel© westelijke gedeelte van de sta-L Tegelijkertijd drong dat deel van de Oostenrijksehe troepen, hetwelk na de inneming var Obrenovac langs de Save was verder gerukt, de stad bin nen. De Oostenrijksehe troepen begonnen onmiddellijk met het weer in orde maken van de schipbrug. Door de regcering beschikbaar ge stelde schepen zijn van Neusatz nauf Semlin onderweg, ten eind© voor transporten te worden gebruikt Dc veroveraar van Belgrado, gene raal Frank, ontving van den keizer van Oostenrijk bet Grootkruis de<r Leopoldsorde., Verspreid nieuwe van deoorlogsvelden DE SLAG BIJ RAVNJE. Do oorlogscorrespondent van de „National Zeitung" in het Oostenrijk sehe hoofdkwartier schrijft van een tocht over de Servische slagvelden Geen slagveld in Gaiiciè toont zoo duidelijk de hardheid van den oor log, de vreeselijke verbittering, vv mede twee doodsvijanden tegenover elkaar stonden ais het slagveld der Macwa. Eigenlijk stonden zij niet te genover elkaar, maar lagen zij week na week, zes eindelooz© weken, in de loopgraven. Wij komen door Saerwi- ca, door Ravnje, door Grnabara. Overal is de grond doorwoeld, zijn de bosschen vernield, de wegen onder mijnd. Overal waren de beide doods vijanden onder de aarde. Ergens ligt een verlaten artillerie-stelling van de Oostenrijkers die nu al veel verder zijn, verborgen achter een dorp. Een heel© stad is daar in de aarde gegra ven, onzichtbaar voor dengeen, d:e aankomt, ook al stond hij er maar vier meter van af, onzichtbaar ook voor den verkenner, daar niet de ringste verhooging, geen spoor van opgegraven aarde wantrouwen wekt. Daar overheen de akkers en ook een paar boomen met kale takkeD, maar verder niets. De kanonnen waren als in torens gc-metseld. Drie meter dic-p in den grond. Zelfs bij liet vuren kwam de monding niet te voorschijn. Van de batterij loopt een heel straten- net van loopgraven naar de verblijf plaatsen voor de manschappen, naar een onderaardsche herberg, naar- de officierswoningen, met de officiers- casino tn het midden. Alles is netjes afgewerkt, uit nieuw, glad geschaafd hout, met deuren en vensters, met grof getimmerde bedsteden, tafels en stoeien, en het geheel met aarde be dekt. Men had zich voor weken en manden, desnoods voor een heelen inter, ingericht. De batterij was zóó meesterlijk ingegraven, dat zij dag na dag het terrein onveilig maakte, tot Ravnje toe en toch nooit door de Ser viërs is ontdekt. Verder gaat het langs den Moedi gen weg. Het was de eenige weg, waarlangs men de Macwa binnen Jkon dringen. Wie den weg beheersch- te, beheerschle de Macwa. Rechts en links niets dan moeras. De weg kon door den vijand zonder moeite be streken worden. Hun dekkingen lagen aan weerszijden van den weg. Zij wa ren niet minder diep dan die van de Oostenrijkers en nog grondiger tegen granaatsplinters beschut. Om den vijand van hier te verdrijven, bestond er slechts een enkel middel de aan val met de blanke bajonet. Vaak wordt de vaste grond breeder. Akkers liggen langs den weg. Strookjes bosch duiken op. De loopgraven lig gen daar tiendubbel. Nu eens vormen zij een gang, dan weer een lange schacht, dan weer een gewirwar van gaten en kuilen van manshoogte. In den loop van weken zijn zij ontstaan, 's Nachts sprong een soldaat uit zijn kuil. niet verder dan een pas, groef snel een nieuwen kuil, waarin hij den volgenden dag lag, tot hij den nacht daarop weer een meter voor- aai ts kon komen. Zoo kan men het nu nog zien. Het was een worsteling, stap voor stap, meter voor meter. Te gen de vestingen van den een en kar.t rukte langzaam de wandelende vcs ting van den anderen kant op. Vooruil ging het, maar het ging ook dikwijls weer achteruit. In Sjaba te waren den eenen dag de Oostenrij kers, den anderen de Serviërs, dan weer de Oostenrijkers, enz. Een paar kilometers werden met moeite gewon nen na hardnekkigen strijd, waarbij alles er op gezet was, en toch moesten ze weer opgegeven worden. Grenze loos is de hardnekkigheid, 'waarmee de Serviër zijn schansen bezet houdt, grenzeloos is zijn aanvalsmoed en de zelfopoffering, waarmede hij den dood igaat. In een vreeselijken slag van elf dagen bij Losnica in de bunrt van Krupany, liet Potiorok het leger van den Servischcn kroonprins tegen do hoogte optornen. Toen zij begonnen, hadden de Serviërs dertig duizend man meer dan Potiorok. Langzaam werd de sterkte gelijk. Het was nog steeds in de Macwa een stugge, on besliste strijd van aardvesting tegen aard vesting. Op een morgen, den 28en October, om vier uur, donderden de Oostenrijksehe houwitsers, donderden onverwacht, zoo vreeselijk, treffen zoo zeker, dat de ontzetting in dc Servi sch© loopgraven uitbrak als aardbe ving en vernietiging. De Oostenrijk sehe infanterie, die slechts een paar honderd meter van de Serviërs log, hoorde de paniek uitbreken. Drie uur- lang ging 't zoo, drie uren lang tref fer op treffer. In eenige verschansin gen werd de bezetting onder de in stortende aarde begraven. Om zeven uur zweeg plotseling het geschut. Plotseling ontplofte een mijn. Een 19-jarige luitenant had <lie aangesto ken. Het was een signaal. Uit alle Oostenrijksehe schansen komt infan terie te voorschijn. Ondanks machine geweren en handgranaten hadden zij in weinige seconden de Servisch, schansen bereikt. En kort daarna vluchtte alles, wat nog leefde bij de Serviërs, zuidwaarts. Het was do morgen-aanval bij Ravnje, waarop een driedaag'sclie slag volgde, di© eindigde met de terugwerping der Serviërs naar Valjewo. HET NADERENDE KERSTFEEST. De Beïlijnsche correspondent van 't Alg. Handelsblad schrijft: In December zal de oorlog w-el heel zwaar drukken op het Duitsehe volk. Een Kerstmaand zal het worden, vol verlangen, vol sombere gedachten, vol weemoed. Een Kerstmis zal het wor den voor bijna alle gezinnen zonder man, vader, broer, zoon. Het groote feest, ais heel de familie plechtig zich schaart bij den groenen boom, die straalt van tientallen lich ten, glinstert van wattigen sneeuw, schittert van zilveren ijzel, zal nu zoo vreedzaam en opgewekt niet zijn, In l»et rampjaar 1914. Wie zal er den moed hebben, te ziD gen het „Stille nacht, heilige nacht wanneer over het ije van liet Yser- kanaal, over de sneeuw van de Pool se!.© vlakten de kogels fluiten, wan mannen, in d» loopgraven, kleumend van kou, óp vnn ontbering, denkon aan het vaderland, aan hei eigen huis, dan zoo heel ver weg Tranen zullen er vergoten worden, meer, veel meer en veel smartelijker dan in de vorige harde oorlogsmaan den, in de anders zoo vroolijke week van Kerstmis tot Nieuwjaar. 0,p dein heiligen avond zullen er mililioen&n zijn in hot groote Duitsehe rijk, die zich zoo eenzaam voelen. En miJlioenen Duitscho mannen, di© an ders in kameraodsohaippelijken geest, bezield door vaderlandsliefde, zich broeders voelen in hei vijandige land, zuilen dien avond ook eenzamen zijn. Moedig zullen zij zich troosten bij liet zielige denneboennpje met een paar brandende kaarsen in loopgraaf of oonhol, maar voortdurend zuilen ze moeten denken aan de verre huiska mer. Jaren geleden las ik in het „Ber liner Togeblatt" een keurig schetsje van den bekenden feuilletonist Paul Bleek, die beschreef, hoe hij op den avond voor Kerstmis te Parijs onder brug, in striemende kou, twee ar me kerels zag hurken bij een boompje met een paar brandende kaarsen. Twee Duitschers, die internationale paria's geworden waren, niaar die dien avond toch heel innig dachten aan hun „Heimat". Zoo droevig zal vooir millioenen Duitschers thans het Kerstfeest wor den. Zij, di© in het vaderland niets ont beren, geen honger en geen kou lij den, hun leven niet wagen, zij trach ten den broeders in hm veld het Kerst feest zoo aangenaam mogelijk te maken. Nu reeds ztjn er treinen en auto's vol geschenken vertrokken naar het oosten en het westen. Do kranten snelden inschrijvingen open voor karstkisten, die vijf mark het stuk kreten, kisten, ge\uld met warm on dergoed, chooolade, peperkoek, noten, sigaren, tabak, briefkaarten, met domrccakjea en kaarsen. Voor hon derdduizenden marken is er reeds ge- teekend. En er werd zorg gedragen, dat zij, die niets van thuis krijgen, omdat zij geen thuis hebben, of geen bloedverwanten bezitten, die in deze tijden zich de weelde kunnen veroor loven iets 'oe sturen, dien avond toch niet met leege handen staan, HET BOMBARDEMENT VAN REIMS. Naar de „Times"-correspondent tc Parijs aan zijn blad meldt, wordt Reims nog voortdurend gebombar deerd. Dc Duitschers gebruiken thans 30.5 c.M. houwitsers der Oostenrij kers. VAN BELGISCHE ZIJDE. Het Belgische gezantschap in Den Haag deelt het volgende mede: Uit de beste bron wordt u.t Berlijn gemeld, dat two© officieel© commis sies, een burgerlijk© en een militaire, zijn benoemd, de ieder afzonderlijk een onderzoek moeten instellen naai de wreedheden den oorlogvoerenden aangedaan. Men is tot de conclusie gekomen, dsat het formeel© bew ijs dat Belgische vrouwen gewonden of gevangenen de oogen zouden hebben uitgestoken, nier is geleverd, en dat dit feit in geen en kel geval officieel is geconstateerd. Do doctoren en do leden van de en quétc-comraissio hebben verklaard, dat 't, gegeven den overspannen gees testoestand van het oogenblik, heel natuurlijk was, dat door deze of gene partij daden vun geweld of wreedheid werden bed/reven, maar deze feiten in het algemeen zeer zijn overdreven- Het verdichtsel van hol uitsteken van oogen is blijkbaar ontstaan door het feit. dat bij een groot aantal gewon den do oogen waren verminkt door het schroot van de kartetsen. Hel schijnt, dat duizenden raven en kraaien op het slagveld neerstrijken en het steeds voorzien hebben op de oogen van do droden eu gewonden. Dit kan ei- toe hebben bijgedrageik het veardichtsel ir. het teven te roepen. In een hospitaal tc Frankfort wr gewonden, dro naar bet schoen allen uitgestoken oogen hadden. In geen enkel geval konden doze verwondin gen aan iets anders don aan hel ont ploffen van kartetsen worden toege schreven. Ondanks deae concludes blijft het verdichtsel bestaan, men ver zekert evenwel in officieel© kringen, dat de w reedheden, welke aan de Bel gen werden toegeschreven, formeel zijn gelogenstraft. De conclusie van de civiele commissie was beslist en unaniem op dit punt. D© militaire commissie zet haar on derzoek nog steeds voort, maar is tot dezelfde conclusie gekomen. D© beschuldiging betreffend© het gebruik van dum dum kogels is even eens gelogenstraft. Men heeft erkend, dat het gebruik er van niet officieel is vastgesteld. BOMMEN GEWORPEN OP DE FABRIEK VAN KRIJPP De bladen t© Londen bevatten oen telegram, waarin medegedeeld wordt, dat te Berlijn groote opgewondenheid heerscht tengevolge van het gerucht, dat een vlieger bommen zou geworpen hebben op de fabriek van Krupp te Essen. De schade is onbekend. Do vlieger bleef ongedeerd. NA DEN VAL VAN KIAUTSJAU. Het Japansche hoofdkwartier meldt, dat bij de inneming van Tslngtau buitgemaakt werden 2500 geweren, 100 machinegeweren. 30 kanonnen, een groote voorraad ammunitie, 1200 pond sterling aan geld, 15.000 ton steenkolen, 40 automobielen. Allo schepen zijn vernield. De voorraden levensmiddelen waren voldoende om 5000 man nog drie maanden te voe den. HOE 'T ENGELSCHE LEGEP. GEVOED WORDT. Een der medewerkers van de ..Dai ly Chronicle" deelt omtrent de inten dance van hei Britsch© leger een ©n ander mede dat wei waard is hier ge deeltelijk te worden weergegeven. De Britsch» soldaat (dus verklaart hij) hee't over zijn voeding heeb nia.il met te klagen. De Fransche soldaat benijdt hem in dal opzicht en ;k heb deze dienaangaande meer dan tens hooren zeggen. Onze Bntsche kame raden. worden gevoed als prinsen! Zij krijgen zelfs jam bij hun brood. Jam! Do lucht van „bacon' stijgt op uil hun loopgraven en wij snuiven er den geur van op, die liefelijker is dan d.e van de heerlijkste bloemen. De Engeiscaon eten even goed als zij vechten «lat vil zeggen geweldig Het dagelijksch rantsoen van den BrIUschen soldaat hostaal uit 1 li* pond versch vleesch of 1 pond gecoa serveerd vleesch; 1 1/4 pond brood; 4 ons bacon; 3 ons kaas, 4 ons Jam, 3 ons suiker, 1/2 pond versche groenten of 2 ons gedioogde groenten, 5/8 en* thee, koffie oi cacao, terwijl hij we kelijks bovendien krijgt 2 «mis tabak of 50 sigaretten. De intendance-staf heeft reeds J©- dert jaren de voedmgs qunestie be studeerd en is ten siotto tot de weten schap gekomen, dat de genoemde hoe veelheden den soldaat te velde volko men berekend houden voor zijn taak. De groote domheden op dit gebied in vroegere oorlogen begaan; do omkoo perijên en verwarring, waarvan fieri vaak sprake 's geweest, behooron thans voorgoed tot het verlc-den. Een der meest ingrijpende hervor mingen bij de intendance is geweest dat de tusschenpersoon bij d© icvo- santiën geheel uitgeschakeld is ge worden; het Departement van Oorlog koopt thans a'leen van de fabrikanten en groote leveranciers, zoodat uit do groote centrale militaire depots alles direct aan het leger te velde gezon den kan worden. Alle leverautién woe den te voren door de deskundigen ge schat en streng gekeurd; inspecteurs der volksgezondheid ins pee toeren da gelijks de fabrieken, en op die wijze kan er van cnvkooperij en het leveren van minderwaardige artikelen haast geen sprake moer zijn. Bovendien weet de fabrikant nood waarheen zijn goederen verscheept zulten worden, alles levert bij af aan het spoorweg station, zonder dat hij ooit te weten komt of hij inferieure leveringen vei lig zou kunnen afleveren voor een te steuurringsplaats ver van hun plaats van herkomst gelegen. Toen de oorlog uitbrak, had Enge land groote hoeveelheden levensmid delen in zijn magaz-jnen, sedert zijn de voorraden verdubbeld en hot'trans port naar het vasteland is zoo merk waardig goed geregeld geweest cn «ie vervoermiddelen aldaar naar <te loop graven zijn zoo uitnemend in orde, dat nog geen soldaat over de voed ng te klagen had. Het ©enige wat het Britsche leger uit Frankrijk zelf ge kocht heeft was fruit. Wanneer men bedenkt dat Enge land dagelijks te voorzien hee't in de levensbehoeften van ongeveer een half miliioea zijner zonen aan den overkant van het Kanaal en dit ge schieden kan zonder eenige stoornis, dan pleit zulks ontegenzeggelijk voor de intendance van het Ministerie van Oorlog, doch ook weder voor d© waak zaamheid der vloot, waardoor al die transporten veilig overkomen, en <ïa:ï verklaart het zich des te meer, waar om de Duitschers er alles op gezet hebben om vasten voet te krijgen te Duinkerken, to Calais, te Boulogne^ als zulks mogelijk is'. DE POPULAIRSTE MAN Vifcï DUITS CIILAND. Dc Duitsehe veldpost heeft volgens het „Berliner Tageblatt" een brief to bezorgen gehad, geadresseerd aan den populalrsten man van Duitsch- land. Hij werd prompt afgeleverd aan Von Hindenburg. OFFICIEREN. Een Engetech brigade-generaal schrijft in een brief van het front: „Wij zitten in moeilijkheden vanwe ge da office ren, maar hebben dit met het geheel© leger gemeen, daar wij' allen zware verliezen aan officieren hebben geleden en het met den bes ten wil van de wereld onmogelijk is, officieren te verschaffen, die ook maar een paar maanden geoefend zijn. Tucht is alles in een oorlog a'sdeze," en de regimenten met de beste tucht biniken boven de andere uit. Tucht is echter zoo mm als oefening in een dag te verkrijgen cn moet het gevolg zijn van geleidelijke en aanhoudende militaire africhting'" Ter Zee. NOG IETS OVER 'T OPTREDEN VAN DE ..EMDEN". Een N«xleriardcr verblijvend in Pe- iiany, een eilandje tegen 't schier eiland Molakku in de Straits Settle ment, schrijft aan 't Alg. Handels blad over een optreden van de nu door do Lngelscheu in d©n grond ge- boorden Duitschen kruiser „Emden": Morgens werd ik wakker door eeu kolossaal lawaai. Ik dacht aan Onweer nuar weldra werd het mo duidelijk dat het kanongebulder was. We stonden dadelijk op en spoedden ons naar de kust, waar we een Duit schen kruiser, waarvan ik den naaia nog niet weet. bezig zagen ten hier al ©enigen tijd op de reede Lggenden RussisMicu kruiser te beschieten. Ik deuk, dat er ongeveer 45 schoten ge lost zullen zijn, toen de Rus zonk. Vun de bemaiiDing, 326 man, verdron ken er een tweehonderd. De overigen werden gered, doch velen hunner wa ren gewond en bezweken er heden nog zes aan hunne kwetsuren. Eén vau de drie hier ock al eenigen tijd liggend© Fransche torpedobooten volgd© don Duitscher. Ter hoogt© van de Swimming Club echter werd cok deze torpedoboot in den grond ge boord. Hiervan werd niemand gered. Toen stoomde do Duitscher kalm weg alsof er niets gebeurd was. Het Duit sehe schip maakte op mij niet den in druk vun een reuzenschïp te zijn. Zoo als t© begrijpen, was d© geheels stad in rop en roer. Het Russisch© schip lag vlak voor de Cricket Club en slechts een ktein topje van den mast komt nog boven liet water urt. Het was een stout stukje van den Duit scher, dat erkent iedereen. De Rus sen waren niet klaar voor 't gevecht en die Franschen haddon geen stoom op mét uitzondering van duo eene tor pedo, due dan ook in den grond ge- boord werd. Hadden de Duitschers geweten, dal die andere twee geen stoom op hadden, vermoedelijk waren z© er dun ook wel aangegaan. Het was een ontvettend lawaai, vooral het geloei der projectielen, en het weer kaatsen door de bergen maakten liet nog heviger". Indertijd is dit optieden van de „Emden" off.creel heel kort geineld. Do'nader© bijzonderheden zijn weJ lezenswaard. Ailerle?. IN DE HAVEN VAN ANTWERPEN. Aan een correspondentie in "t Alg. Handelsblad ontieenen we: Ik ben langs <le haven gaan ku:& ren. Het is ellendig'. Het is er de de- solatio van den dood. de meest com plet© verlatenheid. Geen leven, geep gerucht, niets! Een vo slagen stilte, benauwend en angstwekkend. Ka-Jen eu af «la ken. waar het eertijds klonk en rumiud© van bedrijvigheid, waar het haastigo volk van werklieden en vrouwen en heftenden bont door el kaar krioelde, waar de geuren zwaar hingen van suiker en koffie en wo! en huiden, waar dc kranen rammelden en knapten en krijschten, waar de log go wagens bommelden over de stra ten m het van olie en gestorte gra nen vettige slijk het is er nu leeg en stil, niets roert et ir. de eindeloos© verlatenheid. In d© dokken waar h©l Feuilleton door GUY BOOTHBY. 6) - Dan zou ik je nemen, zei ze, maar nu ben je immers niet arm? Dat hangt er van af, wat men firm noemt, antwoordde Lavington. Een kantoorbediende die tweehonderd pond per jaar verdient, noemt dat een schat, terwijl een koopman duizend pond weinig vindt. Mijn vader, die nijdig op mij is, geeft mij een toelage vun duizend pond jaarlijks. Meer heb ik niet, maar ik zal mijn best doen er nog wat bij te verdienen. Heb je met je vad-er gekibbeld? Waarom dut toch? Omdat hij mij dwarsboomde, zei Lavington, die geenszins vanzina was te zeggen dat zij juist, over 'haar ver- echil van meening hadden gehad. Hij is bijzonder driftig ik vrees dat dit bij ons een familiekwaal is en voegde mij hatelijke woorden toe; ik zei ook meer dan ik had moeten zeg gen en toen scheidden wij als kwade vrienden. Nu weet je mijn geheim. Zoo heel erg is het niet, vind je wel? Ik vind het wel heel erg. ant woordde het jonge meisje. Ik had zoo graag op denze'fden voet van vroeger mot je voortgegaan en weet niet wat mijn vader nu zeggen zai. Ik zal hem straks nog alles mede- dee'en en hoop hem te overtuigen dat al wat ik van hem vraag, tot je geluk zal zijn, poogde Lavington haar ge rust to stellen. Hij is iemand, die al les helder inziet en alles dus wel juist zal weten te beoordeclen. Wij zijn het bijgevolg nu weer samen eens, niet waar, lieveling, en ik behoef niet bang te zijn dat je weer bezwaren zult gaan opperen? Ik zal al doen wat in mijn vermogen is om je gelukkig te maken en mag de ondankbaarste man van geheel Engeland genoemd worden, als ik niet 'daarin slaag. Jij maakt mij natuurlijk geluk kig lieveling, hernam zij. liet zou mijn hart breken als ik je moest ver liezen. Je hart zal niet gebroken wor den. In dat opzicht behoef je geen angst te hebben, antwoordde hij. Hoewel dit gesprek met Beatrice Lavington wel ©enigszins geruststel de, was hij toch nog niet op zijn ge naak, zoolang hij niet. met haar va der gosproken had. IIoc iiet ook zij, voor het oogeub'ik waren ze nu toch gelukkig en de avond begon al to val len, vóór ze in het huis terugkeer den. Na het eten werd er muziek ge maakt en tegen half negen besefte Lavington «iet het oogenblik nu aan gebroken was, waarin over zijn toe komst beslist moest worden, vandaar dat hij don kapitein vroeg of deze hem even te woord wild© staan, daar hij hem iets belangrijks te vra gen had. Met genoegen, zei de oude koop vaardijkapitein, gaat u maar mee naar mijn rookkamer, dan zullen we het onder een sigaar en een glas grog afhandelen. Lavington wierp Beatrice een vra- genden blik toe, terwijl hij opstond om den ander te volgen en zij beant woordde dien met een geruststellen den glimlach. Zoodra zij gezeten waren, bood de kapitein zijn bezoeker sigaren aan. Hij was een knappe man en zijn groo te, grijze en or deed hem meer op een militair dan op een zeeman gelijken Zijn gelaatskleur was echter sterk ge- bronst) door een veeljarig verblijf in overzeesche gewesten. Zijn manieren waren innemend jegens degenen van wie hij hield, maar somtijds kon hij driftig opstuiven ©u dan moest men hem maar kalm laten uitrazen, be weerd© zijn jongste dochter glimla chend. Zie »oo, mijn jongen, noem nu maar plaats in dien grooten stoel steek eens op en vertel mij dan wat je op het hart ligt. begon hij. Als je raad noodig hebt, zal ik je dien graag geven, voor zoover een oude zeeman daartoe in slaat is en a's het aan gaande Trixy is, begrijp je dat ik er veel be'ang bij heb. Neen, het is niet haar betreffen de, antwoordde Lavington nu, maar het 6taat nochtans wel in verband mot haar geluk. Dc kapitein zag hem doordringend aan en nam zijn sigaar uit den mond, zeggende: Iets wat in verband staat met het geluk van mijn kind? Wat bedoel je daarmee? Ik hoop toch dat je het goed met haar voor hebt? Daar zult u hel best over kunnen oordeelen als u gehoord hebt wat ik u te zeggen heb, zei Lavingtun. U zult waarschijnlijk zeggen dat ik on verstandig heb gehandeld, maar meei zult u mij niet ten laste kunnen leg gen. Vooruit don maar, met je verhaal, riep de ander. Talm toch in hemels naam niet langer, maar zet van wal I.n ieder ander geval zou Lavington opgestoven zijn bij deze woorden maar nu deze gesproken worden door den vader van de vrouw, die hij be minde, maakte dit een groot verschil. Laat mij kort zijn, begon hij na Zooals u weet leerde ik uw dochter kennen op een danspartij, waartoe een mijmer vrienden mij een introduc tie beziorgde. Ik was dadelijk getrof fen «ioor haar schoonheid en stolde alles in het werk om haar nader te leeren kennen. Mevrouw Webster had toen de goedheid mij te veroorloven een bezoek bij u af te leggen, en, toen ik van oordeel was, dat wij e'kander voldoende kenden, vroeg ik haar ten huwelijk en gaf zij mij tot mijn groo te blijdschap, het jawoord. Ik noemde u mijn inkomen en u maakt© geen bezwaren, maar één ding verzweeg ik nochtans voor u en in dat opzicht gevoel ik mij schuldig. Wat kan dat wel zijn? vroeg de hoer Webster nu op wantrouwenden toon. Toen uw dochter mij op dat ba' mijn naam vroeg, zei ik haar dat ik Hylton Ormsby heette. De kapitein sloeg nu zoo hard met zijn vuist op de tafel dat de glazen er bijna afvie'en. En hoe heet u dan, voor den drommel, sir? bulderde hij nu. Zeg mij dat dadelijk of Lavington noemde hem nu zijn vollen naam, waarop de oude zeeman hem met open mond aanstaarde. Dat is een inooie grap, zei hij, na even nagedacht te hebben, een ver duiveld inooie grap. dat moet ik zeg gen. U maakte dus met mijn dochter kennis onder een valechen naam, sir, en drong u ook daaronder in mijn huis binnen. U won de liefde van het jonge meisje op deze wijze en wat zij© nu verder uw plannen? Met haar te trouwen als u uw toestemming daartoe geelt en haai tot de ge'ukkigste vrouw van geheel Engeland te maken, antwoordde La vington. Do oude heer trommelde met zijn vingers op de tafel. Het was duidelijk dat hij over de zaak nadacht. Hel tikken van de pendule op den schpor^ stcenmantel was het eenige wat men hoorde in het vertrek. Luister eens, myïord, zei de oud< heer ten slotte, deze zaak vereischJ grondige overweging U zei mij on langs dat u duizend pond inkomej per jaar had en dat u er nog wat b( wilde verdienen. Wat moet ik daarvai getooven? Preoies wat ik zei, antwoorddi Lavington, Mijn vader geeft mij jaar Mjks duizend pond toelage ©n was bo vendien nooit karig met nog iets bi te passen, maar ik heb nu woordef met hem gehad en daarom houdt hf zicli nu aan die som. Zoudt u mij wilen zeggen, waai over u woorden hebt gehad? vroeg d kapitein. Ik ben geenszins voorna mens mij in uw familie-geheimen dringen en heb met deze vraag allee» hot bo'ang van mijn dochter op he oog. Dat is bij* mij van het groots) ge wicht. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5