De Europeesehe Oorlog.
Een wonderlijke Zaak
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 11 DECEMBER 1814
OP h«t Westelijk
Oorlogsveld.
De Duitsche 8taf meldt:
„In do streek van Soualn bepaal
den de Franachen. •alcli Woensdag tot
heftig artillerievuur. Een berrtiauwde
Aanval, aan den oostelijken rand van
liet AngomwrawouKl, door de Fron-
srhen ondernomietn op Vaugrais en
Houreuilles, kwam niet vooruit, maar
werd gekeerd door lied, vuur dor Duit-
Eche artillerie, Do Fratisoh'en leden
klaarblijkelijk groote verliezen".
't F r a n s c h e communiqué
luidt:
,,De Woensdag is kalm voorbijge
gaan in België en in do buurt van
Atrecht,
De Frunsoben zijn ©enige li onder den
meters vooruitgegaan in do streek
van Qnesnoy.
Do Fransche artillerie heeft nog
steeds de overhand over de Duitscho
aan de Aisne en in Champagne on
heeft do Duitschers genoodzaakt ee
nige loopgraven bij Reims te ontrui
men.
Do Fransciion maken nog voortdu
rend vorderingen, in Argonne en heb
ben daar nog eenige loopgraven geno
men.
Zij hebben zes 'tegenaanvalLön der
Dhitschers afgeslagen. Het terrein,
doe de Franschen genomen, wordt
overal versterkt".
Van 't Oostelijk
Ooriogstooneel.
F.x?« oWicieei D u i t s c h bericht
meldt:
„Ten oostan van de Masurische
meren liad een artilleriegevechl
plaats.
In Noord-Polen werd, op dwn rech
ter Weichseloever, door e>en daar ope-
reerende Duitse he colonne, de stad
Przdcnyse in stormloop genomen
Daarbij werden door do Duitschers
600 gevangenen en eenige mitrailleurs
genomen.
Op den linkeroever van dien Weich-
sel wordt de aanval voortgezet.
In Zuid-Polen werden de Russische
aanvallen afgeslagen".
In een O o s 't e n r ij k 8 c h
bericht leest men:
De Woensdag is aan bet front in
Polen kalm verloopen. Een enkele
nachtelijke aanval der Russen in de
streek ten zuidwesten vain Novo Ra-
domsk werd afgeslagen.
In West-Galicië staan sterke leger
machten tegenover elkaar. Tot dus
verre zijn hier moer dan 10.000 Rus
sen gevangen genomen. De slag duurt
heden nog voort.
De Oostenrijksche opöraties to de
Ka ipa them hobbèm reeds geleid tot
herovering van groote gedeelten van
het eigen gebied der Oostenrijkers.
Op het Zuidelijk
Ooriogstooneel.
Aan de „Times" werd 7 dezer het
voigendo gemeld
Alles wijst er op, dat de derde in
val van de Oostenrijkere in Servië
een nog grooter mislukking zal wor
den dan de eerste. De terugtocht van
de Serviërs van de grens naar de in
hun rug gelegen 6teUingen had onge
twijfeld tot gevolg, dat zij verder
weiden teruggedreven dan in hun be
doeling lag. De Oostenrijkers, die op
p-en buitengewoon grooten tegen;
stand stootten, slaagden er zeer snel
in Obrenevals en Valjewo te bezetten
en de KoUibara over te steken. Een
groute troepenmacht werd in het veld
gezonden tegen den Servische» lin
kervleugel, die zioh verder dan het
overige gedeelte van het Servische le
ger terugtrok, ook daarom, omdat de
Oostenrijkers een omtrekkende bewe
ging poogden te ondernemen endoor 't
dal van de Golyska Morava naar
Krucevats rukten.
De Serviërs hadden ten alotte hun
front tusschen Chachak en Be'grado
over een uitgestrektheid, in vogel
vlucht. van 05 mijlen. Op dit oogen
blik werd met tegenzin het besluit ge
nomen Belgrado te ontruimen en
zich langs een korter front te con-
centreeren. Terwijl nu de Oostenrij
kers zich verkneuterden over da on
bloedige verovering van de hoofdstad,
was een strategische beweging gaan
de om hun legers te omsingelen en
een vernietiging voor te bereiden. De
concentratie van- het Servischo leger
was voltooid. Het bevel tot een tegen
aanval werd gegeven e.n deze werd
met zooveel (bewonderenswaardige
kracht uitgevoerd, dat de Oostenrijk
sche rechtervleugel geheel verpletterd
werd en nu in wanorde naar Valjewo
vlucht. De Serviërs drijven de Oosten
rijkers sneller terug dan zij zelf zijn
teruggetrokken en men mag elk oogen
blik verwachten, dat zij Valjewo op
nieuw zullen bezetten.
De Oostenrijkers handhaven zich in
het centrum en op den linkervleugel
beter, doch de Servische soldaten, die
den terugtocht weinig naar hun zin
vonden, rukken met vernieuwden
moed op die vastbesloten wijze op,
welke hen den slag van Jadar deed
winnen.
De gedurende de laatste gevechten
gemaakte gevangenen zijn bijna tien
duizend in aantal en talrijke kanon
nen zijn reeds vermeesterd, behalve
nog de geweren en andere oorlog®-
voorraad."
Volgens een telegram aan de „Ti
mes", dat 8 December gedagteekend
is, vluchtten de Oostenrijkers in wan
orde. Drie legerkorpsen zijn op den
6den dezer uiteengeslagen^ en den
7<len werden 10.200 gevangenen ge
maakt en 42 kanonnen en 21 machi
negeweren benevens andere oorlogs
buit vermeesterd.
Zooals men weet is daarna door den
Servlschen staf gemeld, dat de Ser
viërs Valjewo bezet hebben en totaal
20.000 Oostenrijkers gevangen naman.
Officieel wordt door den Ocstenrijk-
schen stof meegedeeld:
„Een deel van de Oostenrijksche
troepen in Servië S.iet wesielijk van
Milanovitsj op sterke Servische strijd
krachten en kon dus niet vooridrin
gen. Om voor den begonnen Servl
schen tegenaanval uit te wijken kre
gen enkele afdeeluigen kirt naar gun
stiger gelegen terrein to trekken.
Zuidelijk van Belgrado maakt lïol
Oostenrijkse!» offensief vorderingen.
Dinsdag werden in het geheel twintig
kanonnen en een zoeklicht op de S er-
buit gemaakt. Er zijn vele
krijgsgevangenen in handen dor Oos
tenrijkers gevallen.
Verspreid Nieuws
van de oorlogsvelden
EEN DUfr-SCH OFFENSIEF BIJ
DIX'MUIDEN.
De ,ïimes"-corresponden.t maakt
melding van een onverwacht Duitsch
offensief op 6 December tusschen
Dixrnuiden en Yperen, dat uitliep op
een gevoelig éohec voor de Duitschers.
•De Duitschers brachten plotseling
troepen over naar een punt, dat zij
als het zwakste punt achtten in do li
nie der geallieerden ten zuiden van de
Yser. Zij vielen vrijwel op dezelfde
wijze aan als zij haddon gedaan bij
Yperen, ongeveer vijf of zos weken
ge'eden. De kamonwade, waSrmede
's morgens vroeg hot gevecht werd in
geleid, was buitengewoon hevig en
hardnekkig onder dekking van de
artillerie trachtte do Duitsche Infan
terie de geallieerden uit hun stellin
gen te verjagen. Onder bescherming
van de duisternis hadden de Duiv
schers groote troepenmassa's samen
getrokken achter het geïnundeerde
terrein bij Dixrnuiden. Blijkbaar ver
keerden zij in de veronderstelling, dat
de waakzaamheid der bondgenooten
op dit gedeelte van het front was ver
zwakt, ten gevolge van de groote aan
dacht, welke zij gewijd hadden aan de
posities verder zuidelijk De Duitsche
vliegers waren bovendien gedurende
eenige dagen niet in staat geweest
goede waarnemingen te doen, zoodat
de Duitschers niet nauwkeurig wisten
hoe de vijandelijke troepen waren
opgesteld. In werkelijkheid waren
de bondgenooten volkomen voorbereid
op een Duitschen aanval.
Zoodra bij de Duitschers teek enen
van activiteit werden waargenomen,
namen de bondgenooten dan ook hun
maatregelen voor een tegenaanval.
Terwijl het arti'larieduel voortduur
de, beantwoordde de bezetting van
de loopgraven het overstelpend infan-
terïeyuur van de Duitschers, waarbij
zij gebruik maakten van handgrana
ten en andere wapens voor do nabij-
verdediging. Op enkele punten, waar
de loopgraven elkaar zoer dicht na
derden, beproefden de Duitschers een
bajonetaanval, welke eohtor werd af
geslagen. Een kritiek oogenb'ik was
het voor de bondgenooten, toen plot
seling afdeelingen Duitschers uit
den grond oprezen, die zich door een
onderaardse he gang naar de stellin
gen der geallieerden hadden weten te
werken.
Maar toen kwam het bevel om tot
een tegenaanval over te gaan.
De bondgenooten stormden er mei
den bajonet op in. De loopgraven
werden bestormd, terwijl mitrailleurs
snol naar voren werden gedragen in
de eens te linies om onder de Duit
schers huis te houden. Ondertusschen
bpschoten de zware kanonnen het ter
rein achter de Duitsche loopgraven
(ten einde het naderen van verster
kingen te belemmeren). De Duitsche
aanval veranderde dan ook spoedig
in een wanhopige verdedigingop
verschillende punten weken de Duit
schers terug.
Nadere bijzonderheden ontbreken
nog, maar de Duitsche verliezen wa
ren zeer zwaar. Hun loopgraven zijn
thans door de geal'ieerden bezet.
EEN CHARGE VAN DE „CHAS
SEURS d'AFRIQUE".
Eind November schrijft een cor
respondent van de „Daily Telegraph"
was de Duitsche aanval op het
Noord-Fransche stadje Albert op zijn
hoogtepunt.
Maar nog is het in handen der ge
allieerden, dank zij den chasseurs
d'Afrique!
Toen de fabrieken en andere gebou
wen van het stadje na een dagenlang
bombardement in puin lagen, wera
het tijd voor het tegen-offensief. Op
vijf mijlen afstand, nabij Ovillers.
was een sterke Duitsche cavalerie-at-
deeling gesignaleerd, en de Fransche
staf besloot hel terrein voor de infan
terie te doen zuiveren door de cava
lerie.
De chaussewrs d'Afrique kregen de
opdracht de Fransche verbindings
lijn met Aveluy tegen de Pruisische
garde-dragonders to beschermen.
's Morgens om negen uur reed de
dappere cavalerie op de kleine Arabi
sche paardjes den weg naar Becordel
op, en nu ia een der ohausseurs,
die thans in een hospitaal 'igt, aan
het woord:
„Wij reden door een boschjein
een greppel lag een man In zóó na
tuurlijke houding, dat het was alsof
hij sliep. Twee van ons stapten af, en.
het lichaam omdraaiende, bemerkten
zij dat het een uhlaan was; hij kon
nog niet lang dood zijn, en was dwars
door het hart geschoten.
Aangezien geen der onzen nog hier
geweest was, waren wij zeer ver
baasd maar toch b'even wij kalm,
en verwachtten met spanning het
treffen met de keizerlijke garde-rui
tere.
Ongeveer drie kilometer van La
RasseUe hielden wij rust, en de offi
cieren beraadslaagden onderling.
„Laten wij schieten vóór wij char-
geeren" zei de ritmeester van het
derde escadroxi, waartoe ik behoor.
„Neen," antwsordde de kolonel,
„onze orders zijn precies omschre
ven", en, zijn sabel trekkende, riep
hij uit„Allons, mes emfants".
De kolonel wendde zich in het za
del om, keek ons aan, en, zich in de
stijgbeugels opheffende, wenkte hij
met de sabel.
Het was een gebaar dat op manoeu
vres banaal moge zijn, maar op dit
oogenblik kreeg het een speciale wij
ding met donderende stem riep hij
„Escadrons, garde k vous, pour
charger, 6abre main au trot au
galop marche!"
De trompetten schetterden de char
ge. en de officieren herhaalden de be
velen.
De geest der mannen was schitte
rend. Wij allen voelden de beteekenis
van het moment en wij reden weg.
Onze kleine paardjes gingen als
vanzelf in den galop zij schenen to
begrijpen wat er van hen verlangd
werd, en de dronkenschap van den
strijd hield ons allen bevangen.
Do afstand tusschen ons en de Duit
scho Unies werd kleiner; wii zagen
hen in een dichte massa, schijnbaar
bewegingloos, maar niettegenstaande
dat, 'angzoam op ons toekomend,
als in supreme minachting vöor onze
wl'd aanstormende horden.
Wij kwamen steeds nader, en hiel
den de paarden stevig in de hand.
De voeten schoven wij wat vooruit
In de beugels, die wij vast tegen den
hak duwden; de sporen hielden wij
ast aan, en, met de sabel in de lin
ker-, den karabijn in de rechtervuist,
kwamen wij snel nader.
Toen brak een luide kreet los:
„Chargeeren, chargeeren!"
Wie riepen het? Wij allen; uit Ie
ders keel kwam het woord, en wilde
kreten en hoera-geroep uitten wij,
toen wij ons op den vijand 6tortten.
De karabijnen gingen a's één knal
af6nel waren zij ter zijde gelegd,
en hielden wij de 6abel in de rech
tervuist.
Zoo chargeerden wij, en wierpen
ons schouder aan sohouder op den
levenden muur.
Onbeschrijflijke kroten, het geklet
ter van staal op staal, gesnuif en
angstkreten van paarden, alles k'onk
wild dooreen.
Daarop volgden de kreten van ge
wonden, en beving ons de duizeling
van d'e moordpartij.
Ikzelf hakte mij een bres, en drong
in de steigerende, verwarde massa
van paardeiilichamon ik hakte links
en rechts, voelde mij ln de massa mee
gesleept, en sloeg in den vijand, zoo
als mijne kameraden, a's met de zeis
in het rijpe koren. De garde-dragon
ders vielen oni ons neerruiterlooze
paarden drongen wild op en verhoog
den de verwarring.
Als een lawine sloegen wij ons over
en door de achterhoede der Duit
schers; de dragonders lagen gewond
of dood ter aarde, of vluchtten in wil
den galop.
Een paard draafde weg; blo.ed droop
uit zijn sidderende flanken en 't hoofd
hield het recht op geheven, iets ach
terover. Op zijn rug droeg het het
beweginglooze lichaam van den doo-
den ruiter.
Plotseling Jiooren wij een rate'end
geluidde vijand opent machine-
geweervuur op ons, en lum artillerie
komt in stelling op grooten afstand.
Onmiddellijk verspreidden wij ons,
en veranderden van front, en tegelijk
hoorden wij het antwoord van onze
brave kanonniers; links en rechts
van ons ontwikkelde onze infanterie-
beweging zich zóó snel, dat de Duit
sche artillerie, bevreesd voor een
fiankaanval, op Gutoeiuout terugtrok.
Sindsdien is Albert niet meer ge
bombardeerd, en als onze -,.piou-
pious" langs la BasseUe komen, zeg
gen zij mei enthousiasme
„Hier was het dar wij de keizerlij
ke dragonders opaten"
WAT HET BELGISCHE LEGER
DEED.
De „Times" bevat eenige mededee-
liisgen over de daden der Belgische
troepen in Noord-Frankrijk en Zuü-
west-België, onder de persoonlijke
leiding van Koning Albert. Het was
geen sierk, frisoh leger, wat daar op
trad; samengesteld uit de overblijfse
len van wat eens het Belgische leger
was, afgemat en uitgeput, zwak in
getalsterkte, hooft liet aan de Ysor
wonderen van dapperheid verricht.
Twee en een halve maand hadden de
Belgen, bijna zonder eenigeu bijstand
van do geallieerdieai, bij Luik, Namen,
Leuven, ILaelou, Aerschot, Mechelen,
Dandermond© eu Antwerpen het
hoofd geboden aan de Duitschers.
Wat or van hot legor was overgeble
ven), verzamelde zich a drier d© Yser,
om daar do verdediging van het va
derland voort te zetten,
Op 16 October deden de Duitschers
een verkenning in de richting van de
Yser, om te zien hoe de verdediging
dier rivier was ingericht. Van Dix
rnuiden tot aan de zee was de verde
diging opgedragen aan het Belgische
leger, gesteund door een brigade
Fransche marine troepen, zander ge
schut. Op 17 October beschoten de
Duitschers de geheel© linie. Den vol
genden dag werden de Belgen door
overmachtige vijandelijke afdeelin
gen verdreven uit hunne stellingen
bij Mannekensvenen en Keyen op den
rechteroever van de Yser. Doch in
den nacht deden zij een tegenaanval
en bezetten al hunne stellingen weder.
Zoo ging het voortdurecid in de vol
gende dagen. Stellingen werden ge
nomen en hernomen, en steeds breid
de liet Duitsche front zich uit. Eerst
op 22 October- konden de Duitschers
voet rotten bij Tervnete, op clen lin
keroever van de Yser; doch in een
tweeden tegenaanval dreven de Bel
gen hen weder terug. In den nacht
hernamen de Duitschers Tervaete.
Den volgenden dag kwamen de
Franschen, de 42e divisie, aanfle Yser
om de Belgen, die seder; don val van
Antwerpen onophoudelijk hadden
marcheerd en gevochten, te steunen.
De 2« Belgische divisie word afge
lost; maar de le en 4e divisie moestem
den strijd nog voortzetten. De Duit
schers deden hevige aanvallen op
hunne posities en dreven hen terug
tusschen Schoorbaeke en Tervaete.
In den nacht van 23 op 24 October
werden niet minder dan veertien aan
vallen gedaan op Dixrnuiden, die al
le werden afgeslagen door de Bel
gen en de Fransche marinetroepen.
Van 23 tot 30 October verdedigden
de Belgen, gesteund door Fransche
troepen, voet voor voel t terrein tus
schen Niieuwipoort en Dixrnuiden, en
ondanks hunne krachtige aanvallen
slaagden de Duitschers er niet in,
door deze linie heen te breken. Eens
bezetten zij Ramscapelle, maar zij
werden er weder uit verdreven dooi
de Fransche 42e divisie, onder gene
raal Grossetü, en de Belgisch© 2e en
3e divisie. Sedert maakte de inunda
tie van de Yser-vallei het noodig, dat
die Dui'tschers een terrein, dat zij met
zooveel moeite en opoffering hadden
veroverd, weer verl ie ten-
Do Times, die den moed en de vol
harding der Belgen prijst, wijst er op,
dat zij eens, toen de Engelscfluem meer
zuidelijk hard moesten vechten voor
hun leven, zeven dagen en zeven nach
ten bijna zonder hulp do aanvallen
afsloegen van d© Duitschers, en dezen
hevige varliezen toebrachten. De Bel-
gem verloren in dien scrijd een kwart
van hun sterkte, de Fransche verlie
zen waren, minstens even hoog.
Maar de Duitschers slaagden niet
in hun pogen om langs d© kust voort
te rukken, om door de linies dei' ge
allieerden heen te breken, of om den
linkervleugel van hunne troepen
macht tot wijken te noodzaken.
VOORVALLEN OP HET OOPXOGS-
VELD.
Eenige der korte schetsjes van het
oostelijke ooriogstooneel, welke de
Oostenrijksche schrijver Karl No-wak
voor de „Vossische Zeitung" schrijft,
nemen we liier over.
De scherpschutter.
Zij liggen samen, in goede dekking;
twee soldaten, van het slag van An
dreas Hofer.
Dikwijls, als het duistert over de
aarde, duikt in de verte een vijande
lijke gestalte op. Als ze echter moe
zijn van het vechten, laten ze we!
zoo'n vijand met rust.
Maar een van de twee kameraden
heeft een spelletje bedachthij wil
wedden op wat voor afstand die vij
andelijke figuur zich van hun loop
graaf bevindt.
,,Ze3 honderd meter", beweert de
m.
„Zeven honderdhoudt de an
der vol.
„Wedden?.... om vier sigaret
ten
„Top I" roept de ander.
De eerste plaatst het vizier van zijn
geweer op zes honderd meter, brengt
het dan aan den schouder, mikt lang,
maar steekt den loop weer omhoog.
W ant in de verte is naast de eerste
gestuite een tweede te voorschijn ge
kropen. Als de schutter even gewacht
hoeft wat die tweede vijand daar wil,
legt hij zijn geweerkolf weer tegen de
wang en mikt zorgvuldig.
Eenige seconden, een knal, en
de verte tuimelen beide Russen' on
derste boven. De schutter heeft geen
kogel vermorst, hij wachtte tot de
twee verre figuurtjes met één schot
samen te raken waren, t© samen
een streepje tegen den horizon.
,,'n Mooie trefferprijst z'n ka
meraad, „en acht sigaretten heb je
eerlijk verdiend
Een k r ij g s 1 i s t.
Eindelijk hadden de Oostenrijkers
de krijgslist ontdekt. De Serviërs
werkten handig samen met de spion
nen. Eenden gebruikten ze er voor
Eigenlijk was er niets eenvoudiger
dan liuu bedenkselde eenden joegen
ze de rivier op en de Serviërs wisten
dan wel
Veel eenden veel troepen
Weinig eenden weinig troepen.
De Oostenrijkers leerden het kunstje
ook. Op zekeren dag trokken ze uit op
de eendenjacht, vingen al de eenden
Yan Mitrowitza. Meteen namen ze nu
ook den Servischen Inlichtingen
dienst over.
Eenige dagen achter eikaar joegen
ze de eenden de Save-rivier op, al de
eenden, die ze gevangen hadden
Veel eenden veel troepen.
Maar de volgende dagen hielden
de eenden thuis. Dit hielden ze zoo
eenige dagen vol. Toen lukte net. De
geheele Servische Timok-divisie trok
op uit Mitrowitza. Er was immers
geen vijand meer aan den .anderen
oever van de rivier
Maar toen ze behoorlijk" opgerukt
waren uit hun stellingen, kwam de
I Oostenrijksche artillerie hen welkom
iiccten het knalde, dat het ©en lust
was. Do Save-brug sloeg aan splin
ters, met d© halve Timok-divlsie er
op. Dc rest werd bij den stormaanval
onder don voet geloopen. Van de ge
heele Timok-divisie kwam geen man
terug.
Zoo had de slag bij Mitrowitza
plaats. In de geschiedenis zal men
het den Eendenslag moeten noemen.
EEN SERGEANT VAN DERTIEN
JAAR.
In het Fransche hospitaal, te Malo-
lcs-Bains, vertoeft een sergeant van 13
jaar, Edouard Martel geheet©n.
Toen 5 Augustus, bij het begin van
den oorlog, het Gde regiment sappenrs
door Mnlzcville trok, vroeg do knaap
den kapitein hom te mogen vergezel
len. „Goed", zeide dc kapitein, „als
je moeder je wil laten gaan."
Edouard rendo naar huis en zijn
moeder zeide „Goed, mijn jongen, als
de kapitein Jo meenemen wil.
De kapitein deed liet en de kleine
Franschman vergezelde de sappeura
naar hot front, llij was in Lotharin
gen in den strijd, aan de Maine, aan
de Aisne en iri de loopgraven nabij
Yperen. Vandaar werd hij ziek naar
het hospitaal gezonden.
De knaap word tot den rang van
sergeant verheven voor betoonden
moed. Onder het hevigste vuur haalde
hij melinietpatroneri voor zijn kame
raden, die op 400 passen afstand van
den vijand bezig waren loopgraven te
maken. Wegens zijn kleine figuur had
hij de meeste kans buiten schot te
blijven. Met zijn eigen karabijn heeft
hij, naar verluidt, vier vijanden in
het zand doen bijten. Hij verklaarde
het in den oorlog best te kunnen stel
len en heel zijn leven lang soldaat te
willen blijven.
In hetzelfde hospitaal ligt zijn beste
kameraad, een adjudant van 59 jaar,
die als vrijwilliger dienst nam en 42
dagen in de leojigraven doorbracht
HET LOT VAN ARMENTIèRES.
De correspondent van de „Times"
meldde uit het Noorden van Frank
rijk
Arinentières, herhaaldelijk door <1e
Duitschers gebombardeerd en door
vijf-zesden harer bevolking verlaten,
is zonder water, gas, elec'.riciteit,
kruidenierswaren, telefoon, tetegraef.
post, couranten en de meeste "andere
benoodigdheden van het dagelijksch
leven. Volgens een plaatselijk jour
nalist, die Zondag de stad vfrliet,
vertoonen de gelaatstrekken der ach
tergebleven bewoners duidelijk de spo
ren van hun lijden. Slapelooze nach
ten en dagen van angst, hebben de
sterkste gestellen gesloopt.
UIT POLEN.
De „Berliner Morgenpost" bevat
eenige schetsjes van een barer redac
teuren, die als kapitein in Poten
6taat.
Wij laten er hier een en ander nü
vo'gen
„Wij moesten weer een positie voor
geruiruen tijd inrichten. De verdedi-
giugsstelling was kiaar. Ieder had
ruimschoots plaats om te schieten,
het terrein werd overal bestreken, en
was door bosjes strop en andere k-en-
teekencn zorgvuldig ingedeeld, zoodat
men de Russen overal met liet juiste
vizier kon ontvangen. In kteine nis
jes in den achterwand van de loop
graaf waren patronen klaar gelegd en
voor den nacht en togen artillerie
vuur waren vele schuilplaatsen en
holen gegraven, waarin de manschap
pen konden rusten.
Nu konden wij dus voor de toekomst
zorgen. Ouzo maag had daarbij recht
op de grootste opmerkzaamheid.
Voor den dag van heden was gezorgd.
Ergens op oen hoeve van het dorp
dat drie kilometer achter ons lag,
stonden rundvteesch en rijst te koken
in den ketel van cn veldkeuken. Toch
haperde het reeds aan vieesch in het
dobr dc Russen leeggeplunderde go
ed.
Links van onze stelling stond een
groote boerderij in brand, die onze
troepen haddon moeten aansteken,
opdat de vijand zich daar niet kon
vastzetten en onze loopgraven kon
enfileerêii Het vee had men eerst
bijeen gedreven en dat weidde nu
achter onze woningen, alsof het onze
huisdieren waren Reeds vaak had
den wij bogeerige oogen geslagen
naür de kudde, maar zij was te ver
weg. Het graven, waaraan maar nooit
een e'-nde komt, word voortgezet, tot
plotseling een diep geknor onze aan- -
dacht trok.
Een vette zeug maakte een wande
lingetje vlak achter onze loopgraven.
In een oogenblik ging een geweer om
hoog. Het schot was iets te kort. Het
dier keerde om en begon te l»ollen.
Weer knalt het, en onder luid gegil
vliegt de zeug schuin vooruit, glijdt
uit c-n rolt geheel bebloed juist in on
ze loopgraaf, waar zij verder onder
deskundige behandeling genomen
Feuilleton
door GUY BOUTHBY.
Trouwens hij vvos er geheel zeker
van dat Beatrice hem trouw zou blij
ven cn hij was ook overtuigd dat da
heer en mevrouw Webster hem bei
den graag mochten lijden en noch-
thuns kon hij nu liet gevoel van een
naderend onheil niot van 11ch afzetten
van daar dan ook dat hij een onrus-
ttgen nacht doorbracht, en toen hij
ten vlotte insliep, werd hij gekweld
door arugstlge droomen. lij zug Bea
trice in do zee verdrinken, hoorde
haar om hulp poepen on kon niet bij
haai' komen Daarbij verrees zijn va
der nu telkens voor zijn oogen met
ccu vulschen glimlach op het gelaat
Zoodra dc morgen aanbivik, stond
1 ij op ©n kleedde hij zich om d© deur
Uit to gaan. Het was nog geheel don
ker, hoewel het al over zesaen was.
Hij hep Piccadilly door, langs liet
park tot bij Hii.glitebridgo Barmks en
koerd© toen om ton einde naar zijn
kamers terug te koeren.
'Iet was eon mooie, frissche morgen
en in ieder ander geval zou deze
wandeling hem prettig hebben aan
gedaan, maar nu was zijn eenig ver
langen om alleen to ifni, ton einde
met zichzelf to overleggen wat hem
te doen stond. Indien hij zijn koppigen
ouden vader slechts kon bewegen toe
te geven dat hij ir.et Beatrice kon
trouwen was aHes in orde, maar hij
zag daar, voorloopig althans, nog
geen kans too. Do van ouds beruchte
muilezel was nog zoo koppig niet als
de oudie Lord Ripptolgdule, dat wist
hij immers zeer goed. Ik ben voor
mij zelf vast besloten en dat is mij
voldoende, zei hij veelal in een der
gelijk geval en dan kon niets hem be-
vegen van opinie te veranderen.
Het was bij negenen, toen I.avtog-
ton weer op zijn kamers kwam; men
kan zich echter zijn verbazing voor
stellen toen zjijn hospita hem oen te
legram overhandigde en het werd
nog erger toen hij bespeurde dat
het- van Beatrice afkomstig was. Het
luidde aldus:
Wij zijn doodelijk ongerust over
Papa Kom zoo mogelijk dadelijk hier
heen. Beatrice.
Wat kan dat nu in hemelsnaam
weer zijn? vroeg hij zich af, terwijl
hij het papier van alle kanten bekeek
maar deze vraag kon hij onmogelijk
beantwoorden, zooala men lichtdruk
kan begrijpen. Niettemin ontbeet hij
nu zoo haastig mogelijk^ en daarop
©cai huurrijtri.g aanroepend, slapte1
hij er in en gelastte hij den koetsier
hem naar Duhvich te brengen. Voor
de eerste raaal in zijn leven kwam
hij nu tot het besef, wat het woord
„verantwoordelijkheid" beteekent.
Zoodra hij bij het huis kwam, be
sefte hij reeds dat hem een droevige
tfijdiing wachtte. De oude jachthond
van don kapitein, zijn metgezel op zoo
veel zwerftochten stond aan het hek
den weg op te kijken, of hij niemand
mn aankomen. Laving ton zei den
koetsier te blijven wachten en streel
de het trouwe dier dat ham met zijn
donkere oogen. aankeek en hem daar
op blijkbaar herkennende, de han
den likte.
Lavington Vroeg zich andermaal
af, wat luier voorgevallen kon zijn,
toen liij aanschelde. Alles zag er in'
buis juist zoo uit ais altijd. In de
eetkamer brandde een open haard
vuur en alles blonk hem zoo tegen
alsof men zich daarin moest spiege
len, niets duidde op eenige verwar
ring of ontsteltenis zou men, althans
op het eerste gezicht, zeggen.
De deur werd opengedaan door een
net dienstmeisje dat hem dadelijk
voor een vriend des huizes scheen
aan te zien.
Is mevrouw Webster thuis? vroeg
de jonge man. doch hij zog al dade
lijk daarop ln dat dit een dwaze
vraag was, want, mompelde hij nu
binnensmonds de arme vrouw is im-'
iners natuurlijk nu thuis, daar zij
van minuut tot n inuut rit te wachten
op den man dieu zij zoozeer bemint
en die maar niet thuis komt.
Ja, mijnheer, mevrouw is thuis,
gaf liet meisje hém echter doodge
woon ten antwoord. Wilt u binnen
komen, s.r. Neemt u mij niet kwalijk
mylord, ik zag eerst niet- goed wie u
was. Mevrouw te erg bedroefd, want
mijnheer is nog riet terug gekomen
oji mevrouw haalt zich n/u van alles
in het hoofd. De dames hebben den
geheclen nacht zitten schreien.
Na hem (Kt alles medegedeeld te
hebben, deed het dienstmeisje nu de
tochtdeur opisn. Beatrice kwam hem
3iai in de gang tegemoet en een Mik
dp haar, overtuigde Lavington on
middellijk dat zjj dien nacht geen
oogenblik gerust had en aan de groot
ste wanhoop ten prooi was.
Gelukkig dut je gekomen bent.
zei ze niet uitgestoken handen naar
hem toekomend. Wij ritten in
doodsangst en weten niet wat te doen.
A nder- is nog niet thuis en moeder
weet geen ra ad. Zij js bang dot hem
iets overkomen zal zijn- O, Hylton,
help ons toch, als Je het alhtans kunt.
Dat behoef je nvj i mm era niet
te vragen, kindje, zei hij. Je weet
toch wel dat ik hierheen ben geko
men om jou en je moeder zoowel mo
gelijk van dienst to zijn. Kom bij mij
in do rookkamer, dan zuüea we al-
tos bespreken. Ik weet immers nog
niet wat er is voorgevallen.
Zij gingen naar het vertrek in
kwestie en terwijl Beatrice in een la
gen stoel plaats nam posteerde La
vington zich op de leuning daarvan.
Je weet natuurlijk dat Papa gis
terenavond een brief kreeg en dat hij
toen dadelijk daarop de deur uitging,
begon het jonge meisje. Hij zei dat hij
niet lang weg zou blijven en nu zijn
er nadien al dertien uren verloopen
en liij is nog niet terug. Mijn moeder
is buiten zich zelve van angst en wij
weten niet wat te deen. Denk je dat
hem een ongeluk is overkomen? Zou
den wij naar de ziekenhuizen moeten
zeiiiden? Wij zijn slechts vrouwen en
niet in staat ons zelf te helpen.
lloud moed. hoveling, antwoord
de Lavington. Ik zal al doen wat ik
kan voor je. Waarschijnlijk is je va
der in een val gelokt of is hij naar
een andere plaats gegaan, denkende
met den laatston trein terug te koe
ren en miste hij dien. Zeg nu zelf
maar, uit een gewoon gezichts
punt beschouwd, wat zou hem over
komen kunnen zijn? Hij is een gezon
de, sterke man, die de wereld door en
door kent, bij gevolg is hij best in
staat cun voor zichzelf te zorgen. Ik
geloof niet dat je angstig behoeft te
zijn Indien ik in een netelige positie
geraakt was zou ik geen ander raad
vragen hoe daaruit verlost te kunnen
worden, don jou Vader.
Dat kan wel, maar jc ziet noch-
thans hoe angstig wij zijn. Als hij er
gens opgehouden was geworden, zou
hij ons zeker bericht hebben gezon
den. Hij had dat immers gemakke
lijk kunnen doen, maar wij hebben
mets in 't geheel niets van hera
gehoord. Waar rou hij toch kunnen
zijn?
Lavington wist op deze vraag gean
antwoord te geven. De kapitein had
hem niet gezegd waar hij heen ging
en het briefje dat licht over de zaak
had kunnen verspreiden had hij ver-
brand. Onder déze omstandigheden
was het onmogelijk raad te geven
wat te doen. Ten slotte zei hij dat hij
meende dat hot 't verstandigst zou
zijn tot den middag te wachten vóór
men Jx^lissende maatregelen nam,
liet was immers altijd nog mogelijk
dat hij den trein had gemist of door
een andere oorzaak ergens was opge
houden geworden eri in dat geval zou
liet ongerijmd zijn, indien men. de po
litie al in don arm had genomen.
Neen, men kon mets doen dan afwach
ton in de hoop dat allee spoedig op
gelost zou worden.
(Wordt vervo!gd.)