De Europeesehe Oorlog. Een wonderlijke Zaak TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 11 DECEMBER 1814 OP h«t Westelijk Oorlogsveld. De Duitsche 8taf meldt: „In do streek van Soualn bepaal den de Franachen. •alcli Woensdag tot heftig artillerievuur. Een berrtiauwde Aanval, aan den oostelijken rand van liet AngomwrawouKl, door de Fron- srhen ondernomietn op Vaugrais en Houreuilles, kwam niet vooruit, maar werd gekeerd door lied, vuur dor Duit- Eche artillerie, Do Fratisoh'en leden klaarblijkelijk groote verliezen". 't F r a n s c h e communiqué luidt: ,,De Woensdag is kalm voorbijge gaan in België en in do buurt van Atrecht, De Frunsoben zijn ©enige li onder den meters vooruitgegaan in do streek van Qnesnoy. Do Fransche artillerie heeft nog steeds de overhand over de Duitscho aan de Aisne en in Champagne on heeft do Duitschers genoodzaakt ee nige loopgraven bij Reims te ontrui men. Do Fransciion maken nog voortdu rend vorderingen, in Argonne en heb ben daar nog eenige loopgraven geno men. Zij hebben zes 'tegenaanvalLön der Dhitschers afgeslagen. Het terrein, doe de Franschen genomen, wordt overal versterkt". Van 't Oostelijk Ooriogstooneel. F.x?« oWicieei D u i t s c h bericht meldt: „Ten oostan van de Masurische meren liad een artilleriegevechl plaats. In Noord-Polen werd, op dwn rech ter Weichseloever, door e>en daar ope- reerende Duitse he colonne, de stad Przdcnyse in stormloop genomen Daarbij werden door do Duitschers 600 gevangenen en eenige mitrailleurs genomen. Op den linkeroever van dien Weich- sel wordt de aanval voortgezet. In Zuid-Polen werden de Russische aanvallen afgeslagen". In een O o s 't e n r ij k 8 c h bericht leest men: De Woensdag is aan bet front in Polen kalm verloopen. Een enkele nachtelijke aanval der Russen in de streek ten zuidwesten vain Novo Ra- domsk werd afgeslagen. In West-Galicië staan sterke leger machten tegenover elkaar. Tot dus verre zijn hier moer dan 10.000 Rus sen gevangen genomen. De slag duurt heden nog voort. De Oostenrijksche opöraties to de Ka ipa them hobbèm reeds geleid tot herovering van groote gedeelten van het eigen gebied der Oostenrijkers. Op het Zuidelijk Ooriogstooneel. Aan de „Times" werd 7 dezer het voigendo gemeld Alles wijst er op, dat de derde in val van de Oostenrijkere in Servië een nog grooter mislukking zal wor den dan de eerste. De terugtocht van de Serviërs van de grens naar de in hun rug gelegen 6teUingen had onge twijfeld tot gevolg, dat zij verder weiden teruggedreven dan in hun be doeling lag. De Oostenrijkers, die op p-en buitengewoon grooten tegen; stand stootten, slaagden er zeer snel in Obrenevals en Valjewo te bezetten en de KoUibara over te steken. Een groute troepenmacht werd in het veld gezonden tegen den Servische» lin kervleugel, die zioh verder dan het overige gedeelte van het Servische le ger terugtrok, ook daarom, omdat de Oostenrijkers een omtrekkende bewe ging poogden te ondernemen endoor 't dal van de Golyska Morava naar Krucevats rukten. De Serviërs hadden ten alotte hun front tusschen Chachak en Be'grado over een uitgestrektheid, in vogel vlucht. van 05 mijlen. Op dit oogen blik werd met tegenzin het besluit ge nomen Belgrado te ontruimen en zich langs een korter front te con- centreeren. Terwijl nu de Oostenrij kers zich verkneuterden over da on bloedige verovering van de hoofdstad, was een strategische beweging gaan de om hun legers te omsingelen en een vernietiging voor te bereiden. De concentratie van- het Servischo leger was voltooid. Het bevel tot een tegen aanval werd gegeven e.n deze werd met zooveel (bewonderenswaardige kracht uitgevoerd, dat de Oostenrijk sche rechtervleugel geheel verpletterd werd en nu in wanorde naar Valjewo vlucht. De Serviërs drijven de Oosten rijkers sneller terug dan zij zelf zijn teruggetrokken en men mag elk oogen blik verwachten, dat zij Valjewo op nieuw zullen bezetten. De Oostenrijkers handhaven zich in het centrum en op den linkervleugel beter, doch de Servische soldaten, die den terugtocht weinig naar hun zin vonden, rukken met vernieuwden moed op die vastbesloten wijze op, welke hen den slag van Jadar deed winnen. De gedurende de laatste gevechten gemaakte gevangenen zijn bijna tien duizend in aantal en talrijke kanon nen zijn reeds vermeesterd, behalve nog de geweren en andere oorlog®- voorraad." Volgens een telegram aan de „Ti mes", dat 8 December gedagteekend is, vluchtten de Oostenrijkers in wan orde. Drie legerkorpsen zijn op den 6den dezer uiteengeslagen^ en den 7<len werden 10.200 gevangenen ge maakt en 42 kanonnen en 21 machi negeweren benevens andere oorlogs buit vermeesterd. Zooals men weet is daarna door den Servlschen staf gemeld, dat de Ser viërs Valjewo bezet hebben en totaal 20.000 Oostenrijkers gevangen naman. Officieel wordt door den Ocstenrijk- schen stof meegedeeld: „Een deel van de Oostenrijksche troepen in Servië S.iet wesielijk van Milanovitsj op sterke Servische strijd krachten en kon dus niet vooridrin gen. Om voor den begonnen Servl schen tegenaanval uit te wijken kre gen enkele afdeeluigen kirt naar gun stiger gelegen terrein to trekken. Zuidelijk van Belgrado maakt lïol Oostenrijkse!» offensief vorderingen. Dinsdag werden in het geheel twintig kanonnen en een zoeklicht op de S er- buit gemaakt. Er zijn vele krijgsgevangenen in handen dor Oos tenrijkers gevallen. Verspreid Nieuws van de oorlogsvelden EEN DUfr-SCH OFFENSIEF BIJ DIX'MUIDEN. De ,ïimes"-corresponden.t maakt melding van een onverwacht Duitsch offensief op 6 December tusschen Dixrnuiden en Yperen, dat uitliep op een gevoelig éohec voor de Duitschers. •De Duitschers brachten plotseling troepen over naar een punt, dat zij als het zwakste punt achtten in do li nie der geallieerden ten zuiden van de Yser. Zij vielen vrijwel op dezelfde wijze aan als zij haddon gedaan bij Yperen, ongeveer vijf of zos weken ge'eden. De kamonwade, waSrmede 's morgens vroeg hot gevecht werd in geleid, was buitengewoon hevig en hardnekkig onder dekking van de artillerie trachtte do Duitsche Infan terie de geallieerden uit hun stellin gen te verjagen. Onder bescherming van de duisternis hadden de Duiv schers groote troepenmassa's samen getrokken achter het geïnundeerde terrein bij Dixrnuiden. Blijkbaar ver keerden zij in de veronderstelling, dat de waakzaamheid der bondgenooten op dit gedeelte van het front was ver zwakt, ten gevolge van de groote aan dacht, welke zij gewijd hadden aan de posities verder zuidelijk De Duitsche vliegers waren bovendien gedurende eenige dagen niet in staat geweest goede waarnemingen te doen, zoodat de Duitschers niet nauwkeurig wisten hoe de vijandelijke troepen waren opgesteld. In werkelijkheid waren de bondgenooten volkomen voorbereid op een Duitschen aanval. Zoodra bij de Duitschers teek enen van activiteit werden waargenomen, namen de bondgenooten dan ook hun maatregelen voor een tegenaanval. Terwijl het arti'larieduel voortduur de, beantwoordde de bezetting van de loopgraven het overstelpend infan- terïeyuur van de Duitschers, waarbij zij gebruik maakten van handgrana ten en andere wapens voor do nabij- verdediging. Op enkele punten, waar de loopgraven elkaar zoer dicht na derden, beproefden de Duitschers een bajonetaanval, welke eohtor werd af geslagen. Een kritiek oogenb'ik was het voor de bondgenooten, toen plot seling afdeelingen Duitschers uit den grond oprezen, die zich door een onderaardse he gang naar de stellin gen der geallieerden hadden weten te werken. Maar toen kwam het bevel om tot een tegenaanval over te gaan. De bondgenooten stormden er mei den bajonet op in. De loopgraven werden bestormd, terwijl mitrailleurs snol naar voren werden gedragen in de eens te linies om onder de Duit schers huis te houden. Ondertusschen bpschoten de zware kanonnen het ter rein achter de Duitsche loopgraven (ten einde het naderen van verster kingen te belemmeren). De Duitsche aanval veranderde dan ook spoedig in een wanhopige verdedigingop verschillende punten weken de Duit schers terug. Nadere bijzonderheden ontbreken nog, maar de Duitsche verliezen wa ren zeer zwaar. Hun loopgraven zijn thans door de geal'ieerden bezet. EEN CHARGE VAN DE „CHAS SEURS d'AFRIQUE". Eind November schrijft een cor respondent van de „Daily Telegraph" was de Duitsche aanval op het Noord-Fransche stadje Albert op zijn hoogtepunt. Maar nog is het in handen der ge allieerden, dank zij den chasseurs d'Afrique! Toen de fabrieken en andere gebou wen van het stadje na een dagenlang bombardement in puin lagen, wera het tijd voor het tegen-offensief. Op vijf mijlen afstand, nabij Ovillers. was een sterke Duitsche cavalerie-at- deeling gesignaleerd, en de Fransche staf besloot hel terrein voor de infan terie te doen zuiveren door de cava lerie. De chaussewrs d'Afrique kregen de opdracht de Fransche verbindings lijn met Aveluy tegen de Pruisische garde-dragonders to beschermen. 's Morgens om negen uur reed de dappere cavalerie op de kleine Arabi sche paardjes den weg naar Becordel op, en nu ia een der ohausseurs, die thans in een hospitaal 'igt, aan het woord: „Wij reden door een boschjein een greppel lag een man In zóó na tuurlijke houding, dat het was alsof hij sliep. Twee van ons stapten af, en. het lichaam omdraaiende, bemerkten zij dat het een uhlaan was; hij kon nog niet lang dood zijn, en was dwars door het hart geschoten. Aangezien geen der onzen nog hier geweest was, waren wij zeer ver baasd maar toch b'even wij kalm, en verwachtten met spanning het treffen met de keizerlijke garde-rui tere. Ongeveer drie kilometer van La RasseUe hielden wij rust, en de offi cieren beraadslaagden onderling. „Laten wij schieten vóór wij char- geeren" zei de ritmeester van het derde escadroxi, waartoe ik behoor. „Neen," antwsordde de kolonel, „onze orders zijn precies omschre ven", en, zijn sabel trekkende, riep hij uit„Allons, mes emfants". De kolonel wendde zich in het za del om, keek ons aan, en, zich in de stijgbeugels opheffende, wenkte hij met de sabel. Het was een gebaar dat op manoeu vres banaal moge zijn, maar op dit oogenblik kreeg het een speciale wij ding met donderende stem riep hij „Escadrons, garde k vous, pour charger, 6abre main au trot au galop marche!" De trompetten schetterden de char ge. en de officieren herhaalden de be velen. De geest der mannen was schitte rend. Wij allen voelden de beteekenis van het moment en wij reden weg. Onze kleine paardjes gingen als vanzelf in den galop zij schenen to begrijpen wat er van hen verlangd werd, en de dronkenschap van den strijd hield ons allen bevangen. Do afstand tusschen ons en de Duit scho Unies werd kleiner; wii zagen hen in een dichte massa, schijnbaar bewegingloos, maar niettegenstaande dat, 'angzoam op ons toekomend, als in supreme minachting vöor onze wl'd aanstormende horden. Wij kwamen steeds nader, en hiel den de paarden stevig in de hand. De voeten schoven wij wat vooruit In de beugels, die wij vast tegen den hak duwden; de sporen hielden wij ast aan, en, met de sabel in de lin ker-, den karabijn in de rechtervuist, kwamen wij snel nader. Toen brak een luide kreet los: „Chargeeren, chargeeren!" Wie riepen het? Wij allen; uit Ie ders keel kwam het woord, en wilde kreten en hoera-geroep uitten wij, toen wij ons op den vijand 6tortten. De karabijnen gingen a's één knal af6nel waren zij ter zijde gelegd, en hielden wij de 6abel in de rech tervuist. Zoo chargeerden wij, en wierpen ons schouder aan sohouder op den levenden muur. Onbeschrijflijke kroten, het geklet ter van staal op staal, gesnuif en angstkreten van paarden, alles k'onk wild dooreen. Daarop volgden de kreten van ge wonden, en beving ons de duizeling van d'e moordpartij. Ikzelf hakte mij een bres, en drong in de steigerende, verwarde massa van paardeiilichamon ik hakte links en rechts, voelde mij ln de massa mee gesleept, en sloeg in den vijand, zoo als mijne kameraden, a's met de zeis in het rijpe koren. De garde-dragon ders vielen oni ons neerruiterlooze paarden drongen wild op en verhoog den de verwarring. Als een lawine sloegen wij ons over en door de achterhoede der Duit schers; de dragonders lagen gewond of dood ter aarde, of vluchtten in wil den galop. Een paard draafde weg; blo.ed droop uit zijn sidderende flanken en 't hoofd hield het recht op geheven, iets ach terover. Op zijn rug droeg het het beweginglooze lichaam van den doo- den ruiter. Plotseling Jiooren wij een rate'end geluidde vijand opent machine- geweervuur op ons, en lum artillerie komt in stelling op grooten afstand. Onmiddellijk verspreidden wij ons, en veranderden van front, en tegelijk hoorden wij het antwoord van onze brave kanonniers; links en rechts van ons ontwikkelde onze infanterie- beweging zich zóó snel, dat de Duit sche artillerie, bevreesd voor een fiankaanval, op Gutoeiuout terugtrok. Sindsdien is Albert niet meer ge bombardeerd, en als onze -,.piou- pious" langs la BasseUe komen, zeg gen zij mei enthousiasme „Hier was het dar wij de keizerlij ke dragonders opaten" WAT HET BELGISCHE LEGER DEED. De „Times" bevat eenige mededee- liisgen over de daden der Belgische troepen in Noord-Frankrijk en Zuü- west-België, onder de persoonlijke leiding van Koning Albert. Het was geen sierk, frisoh leger, wat daar op trad; samengesteld uit de overblijfse len van wat eens het Belgische leger was, afgemat en uitgeput, zwak in getalsterkte, hooft liet aan de Ysor wonderen van dapperheid verricht. Twee en een halve maand hadden de Belgen, bijna zonder eenigeu bijstand van do geallieerdieai, bij Luik, Namen, Leuven, ILaelou, Aerschot, Mechelen, Dandermond© eu Antwerpen het hoofd geboden aan de Duitschers. Wat or van hot legor was overgeble ven), verzamelde zich a drier d© Yser, om daar do verdediging van het va derland voort te zetten, Op 16 October deden de Duitschers een verkenning in de richting van de Yser, om te zien hoe de verdediging dier rivier was ingericht. Van Dix rnuiden tot aan de zee was de verde diging opgedragen aan het Belgische leger, gesteund door een brigade Fransche marine troepen, zander ge schut. Op 17 October beschoten de Duitschers de geheel© linie. Den vol genden dag werden de Belgen door overmachtige vijandelijke afdeelin gen verdreven uit hunne stellingen bij Mannekensvenen en Keyen op den rechteroever van de Yser. Doch in den nacht deden zij een tegenaanval en bezetten al hunne stellingen weder. Zoo ging het voortdurecid in de vol gende dagen. Stellingen werden ge nomen en hernomen, en steeds breid de liet Duitsche front zich uit. Eerst op 22 October- konden de Duitschers voet rotten bij Tervnete, op clen lin keroever van de Yser; doch in een tweeden tegenaanval dreven de Bel gen hen weder terug. In den nacht hernamen de Duitschers Tervaete. Den volgenden dag kwamen de Franschen, de 42e divisie, aanfle Yser om de Belgen, die seder; don val van Antwerpen onophoudelijk hadden marcheerd en gevochten, te steunen. De 2« Belgische divisie word afge lost; maar de le en 4e divisie moestem den strijd nog voortzetten. De Duit schers deden hevige aanvallen op hunne posities en dreven hen terug tusschen Schoorbaeke en Tervaete. In den nacht van 23 op 24 October werden niet minder dan veertien aan vallen gedaan op Dixrnuiden, die al le werden afgeslagen door de Bel gen en de Fransche marinetroepen. Van 23 tot 30 October verdedigden de Belgen, gesteund door Fransche troepen, voet voor voel t terrein tus schen Niieuwipoort en Dixrnuiden, en ondanks hunne krachtige aanvallen slaagden de Duitschers er niet in, door deze linie heen te breken. Eens bezetten zij Ramscapelle, maar zij werden er weder uit verdreven dooi de Fransche 42e divisie, onder gene raal Grossetü, en de Belgisch© 2e en 3e divisie. Sedert maakte de inunda tie van de Yser-vallei het noodig, dat die Dui'tschers een terrein, dat zij met zooveel moeite en opoffering hadden veroverd, weer verl ie ten- Do Times, die den moed en de vol harding der Belgen prijst, wijst er op, dat zij eens, toen de Engelscfluem meer zuidelijk hard moesten vechten voor hun leven, zeven dagen en zeven nach ten bijna zonder hulp do aanvallen afsloegen van d© Duitschers, en dezen hevige varliezen toebrachten. De Bel- gem verloren in dien scrijd een kwart van hun sterkte, de Fransche verlie zen waren, minstens even hoog. Maar de Duitschers slaagden niet in hun pogen om langs d© kust voort te rukken, om door de linies dei' ge allieerden heen te breken, of om den linkervleugel van hunne troepen macht tot wijken te noodzaken. VOORVALLEN OP HET OOPXOGS- VELD. Eenige der korte schetsjes van het oostelijke ooriogstooneel, welke de Oostenrijksche schrijver Karl No-wak voor de „Vossische Zeitung" schrijft, nemen we liier over. De scherpschutter. Zij liggen samen, in goede dekking; twee soldaten, van het slag van An dreas Hofer. Dikwijls, als het duistert over de aarde, duikt in de verte een vijande lijke gestalte op. Als ze echter moe zijn van het vechten, laten ze we! zoo'n vijand met rust. Maar een van de twee kameraden heeft een spelletje bedachthij wil wedden op wat voor afstand die vij andelijke figuur zich van hun loop graaf bevindt. ,,Ze3 honderd meter", beweert de m. „Zeven honderdhoudt de an der vol. „Wedden?.... om vier sigaret ten „Top I" roept de ander. De eerste plaatst het vizier van zijn geweer op zes honderd meter, brengt het dan aan den schouder, mikt lang, maar steekt den loop weer omhoog. W ant in de verte is naast de eerste gestuite een tweede te voorschijn ge kropen. Als de schutter even gewacht hoeft wat die tweede vijand daar wil, legt hij zijn geweerkolf weer tegen de wang en mikt zorgvuldig. Eenige seconden, een knal, en de verte tuimelen beide Russen' on derste boven. De schutter heeft geen kogel vermorst, hij wachtte tot de twee verre figuurtjes met één schot samen te raken waren, t© samen een streepje tegen den horizon. ,,'n Mooie trefferprijst z'n ka meraad, „en acht sigaretten heb je eerlijk verdiend Een k r ij g s 1 i s t. Eindelijk hadden de Oostenrijkers de krijgslist ontdekt. De Serviërs werkten handig samen met de spion nen. Eenden gebruikten ze er voor Eigenlijk was er niets eenvoudiger dan liuu bedenkselde eenden joegen ze de rivier op en de Serviërs wisten dan wel Veel eenden veel troepen Weinig eenden weinig troepen. De Oostenrijkers leerden het kunstje ook. Op zekeren dag trokken ze uit op de eendenjacht, vingen al de eenden Yan Mitrowitza. Meteen namen ze nu ook den Servischen Inlichtingen dienst over. Eenige dagen achter eikaar joegen ze de eenden de Save-rivier op, al de eenden, die ze gevangen hadden Veel eenden veel troepen. Maar de volgende dagen hielden de eenden thuis. Dit hielden ze zoo eenige dagen vol. Toen lukte net. De geheele Servische Timok-divisie trok op uit Mitrowitza. Er was immers geen vijand meer aan den .anderen oever van de rivier Maar toen ze behoorlijk" opgerukt waren uit hun stellingen, kwam de I Oostenrijksche artillerie hen welkom iiccten het knalde, dat het ©en lust was. Do Save-brug sloeg aan splin ters, met d© halve Timok-divlsie er op. Dc rest werd bij den stormaanval onder don voet geloopen. Van de ge heele Timok-divisie kwam geen man terug. Zoo had de slag bij Mitrowitza plaats. In de geschiedenis zal men het den Eendenslag moeten noemen. EEN SERGEANT VAN DERTIEN JAAR. In het Fransche hospitaal, te Malo- lcs-Bains, vertoeft een sergeant van 13 jaar, Edouard Martel geheet©n. Toen 5 Augustus, bij het begin van den oorlog, het Gde regiment sappenrs door Mnlzcville trok, vroeg do knaap den kapitein hom te mogen vergezel len. „Goed", zeide dc kapitein, „als je moeder je wil laten gaan." Edouard rendo naar huis en zijn moeder zeide „Goed, mijn jongen, als de kapitein Jo meenemen wil. De kapitein deed liet en de kleine Franschman vergezelde de sappeura naar hot front, llij was in Lotharin gen in den strijd, aan de Maine, aan de Aisne en iri de loopgraven nabij Yperen. Vandaar werd hij ziek naar het hospitaal gezonden. De knaap word tot den rang van sergeant verheven voor betoonden moed. Onder het hevigste vuur haalde hij melinietpatroneri voor zijn kame raden, die op 400 passen afstand van den vijand bezig waren loopgraven te maken. Wegens zijn kleine figuur had hij de meeste kans buiten schot te blijven. Met zijn eigen karabijn heeft hij, naar verluidt, vier vijanden in het zand doen bijten. Hij verklaarde het in den oorlog best te kunnen stel len en heel zijn leven lang soldaat te willen blijven. In hetzelfde hospitaal ligt zijn beste kameraad, een adjudant van 59 jaar, die als vrijwilliger dienst nam en 42 dagen in de leojigraven doorbracht HET LOT VAN ARMENTIèRES. De correspondent van de „Times" meldde uit het Noorden van Frank rijk Arinentières, herhaaldelijk door <1e Duitschers gebombardeerd en door vijf-zesden harer bevolking verlaten, is zonder water, gas, elec'.riciteit, kruidenierswaren, telefoon, tetegraef. post, couranten en de meeste "andere benoodigdheden van het dagelijksch leven. Volgens een plaatselijk jour nalist, die Zondag de stad vfrliet, vertoonen de gelaatstrekken der ach tergebleven bewoners duidelijk de spo ren van hun lijden. Slapelooze nach ten en dagen van angst, hebben de sterkste gestellen gesloopt. UIT POLEN. De „Berliner Morgenpost" bevat eenige schetsjes van een barer redac teuren, die als kapitein in Poten 6taat. Wij laten er hier een en ander nü vo'gen „Wij moesten weer een positie voor geruiruen tijd inrichten. De verdedi- giugsstelling was kiaar. Ieder had ruimschoots plaats om te schieten, het terrein werd overal bestreken, en was door bosjes strop en andere k-en- teekencn zorgvuldig ingedeeld, zoodat men de Russen overal met liet juiste vizier kon ontvangen. In kteine nis jes in den achterwand van de loop graaf waren patronen klaar gelegd en voor den nacht en togen artillerie vuur waren vele schuilplaatsen en holen gegraven, waarin de manschap pen konden rusten. Nu konden wij dus voor de toekomst zorgen. Ouzo maag had daarbij recht op de grootste opmerkzaamheid. Voor den dag van heden was gezorgd. Ergens op oen hoeve van het dorp dat drie kilometer achter ons lag, stonden rundvteesch en rijst te koken in den ketel van cn veldkeuken. Toch haperde het reeds aan vieesch in het dobr dc Russen leeggeplunderde go ed. Links van onze stelling stond een groote boerderij in brand, die onze troepen haddon moeten aansteken, opdat de vijand zich daar niet kon vastzetten en onze loopgraven kon enfileerêii Het vee had men eerst bijeen gedreven en dat weidde nu achter onze woningen, alsof het onze huisdieren waren Reeds vaak had den wij bogeerige oogen geslagen naür de kudde, maar zij was te ver weg. Het graven, waaraan maar nooit een e'-nde komt, word voortgezet, tot plotseling een diep geknor onze aan- - dacht trok. Een vette zeug maakte een wande lingetje vlak achter onze loopgraven. In een oogenblik ging een geweer om hoog. Het schot was iets te kort. Het dier keerde om en begon te l»ollen. Weer knalt het, en onder luid gegil vliegt de zeug schuin vooruit, glijdt uit c-n rolt geheel bebloed juist in on ze loopgraaf, waar zij verder onder deskundige behandeling genomen Feuilleton door GUY BOUTHBY. Trouwens hij vvos er geheel zeker van dat Beatrice hem trouw zou blij ven cn hij was ook overtuigd dat da heer en mevrouw Webster hem bei den graag mochten lijden en noch- thuns kon hij nu liet gevoel van een naderend onheil niot van 11ch afzetten van daar dan ook dat hij een onrus- ttgen nacht doorbracht, en toen hij ten vlotte insliep, werd hij gekweld door arugstlge droomen. lij zug Bea trice in do zee verdrinken, hoorde haar om hulp poepen on kon niet bij haai' komen Daarbij verrees zijn va der nu telkens voor zijn oogen met ccu vulschen glimlach op het gelaat Zoodra dc morgen aanbivik, stond 1 ij op ©n kleedde hij zich om d© deur Uit to gaan. Het was nog geheel don ker, hoewel het al over zesaen was. Hij hep Piccadilly door, langs liet park tot bij Hii.glitebridgo Barmks en koerd© toen om ton einde naar zijn kamers terug te koeren. 'Iet was eon mooie, frissche morgen en in ieder ander geval zou deze wandeling hem prettig hebben aan gedaan, maar nu was zijn eenig ver langen om alleen to ifni, ton einde met zichzelf to overleggen wat hem te doen stond. Indien hij zijn koppigen ouden vader slechts kon bewegen toe te geven dat hij ir.et Beatrice kon trouwen was aHes in orde, maar hij zag daar, voorloopig althans, nog geen kans too. Do van ouds beruchte muilezel was nog zoo koppig niet als de oudie Lord Ripptolgdule, dat wist hij immers zeer goed. Ik ben voor mij zelf vast besloten en dat is mij voldoende, zei hij veelal in een der gelijk geval en dan kon niets hem be- vegen van opinie te veranderen. Het was bij negenen, toen I.avtog- ton weer op zijn kamers kwam; men kan zich echter zijn verbazing voor stellen toen zjijn hospita hem oen te legram overhandigde en het werd nog erger toen hij bespeurde dat het- van Beatrice afkomstig was. Het luidde aldus: Wij zijn doodelijk ongerust over Papa Kom zoo mogelijk dadelijk hier heen. Beatrice. Wat kan dat nu in hemelsnaam weer zijn? vroeg hij zich af, terwijl hij het papier van alle kanten bekeek maar deze vraag kon hij onmogelijk beantwoorden, zooala men lichtdruk kan begrijpen. Niettemin ontbeet hij nu zoo haastig mogelijk^ en daarop ©cai huurrijtri.g aanroepend, slapte1 hij er in en gelastte hij den koetsier hem naar Duhvich te brengen. Voor de eerste raaal in zijn leven kwam hij nu tot het besef, wat het woord „verantwoordelijkheid" beteekent. Zoodra hij bij het huis kwam, be sefte hij reeds dat hem een droevige tfijdiing wachtte. De oude jachthond van don kapitein, zijn metgezel op zoo veel zwerftochten stond aan het hek den weg op te kijken, of hij niemand mn aankomen. Laving ton zei den koetsier te blijven wachten en streel de het trouwe dier dat ham met zijn donkere oogen. aankeek en hem daar op blijkbaar herkennende, de han den likte. Lavington Vroeg zich andermaal af, wat luier voorgevallen kon zijn, toen liij aanschelde. Alles zag er in' buis juist zoo uit ais altijd. In de eetkamer brandde een open haard vuur en alles blonk hem zoo tegen alsof men zich daarin moest spiege len, niets duidde op eenige verwar ring of ontsteltenis zou men, althans op het eerste gezicht, zeggen. De deur werd opengedaan door een net dienstmeisje dat hem dadelijk voor een vriend des huizes scheen aan te zien. Is mevrouw Webster thuis? vroeg de jonge man. doch hij zog al dade lijk daarop ln dat dit een dwaze vraag was, want, mompelde hij nu binnensmonds de arme vrouw is im-' iners natuurlijk nu thuis, daar zij van minuut tot n inuut rit te wachten op den man dieu zij zoozeer bemint en die maar niet thuis komt. Ja, mijnheer, mevrouw is thuis, gaf liet meisje hém echter doodge woon ten antwoord. Wilt u binnen komen, s.r. Neemt u mij niet kwalijk mylord, ik zag eerst niet- goed wie u was. Mevrouw te erg bedroefd, want mijnheer is nog riet terug gekomen oji mevrouw haalt zich n/u van alles in het hoofd. De dames hebben den geheclen nacht zitten schreien. Na hem (Kt alles medegedeeld te hebben, deed het dienstmeisje nu de tochtdeur opisn. Beatrice kwam hem 3iai in de gang tegemoet en een Mik dp haar, overtuigde Lavington on middellijk dat zjj dien nacht geen oogenblik gerust had en aan de groot ste wanhoop ten prooi was. Gelukkig dut je gekomen bent. zei ze niet uitgestoken handen naar hem toekomend. Wij ritten in doodsangst en weten niet wat te doen. A nder- is nog niet thuis en moeder weet geen ra ad. Zij js bang dot hem iets overkomen zal zijn- O, Hylton, help ons toch, als Je het alhtans kunt. Dat behoef je nvj i mm era niet te vragen, kindje, zei hij. Je weet toch wel dat ik hierheen ben geko men om jou en je moeder zoowel mo gelijk van dienst to zijn. Kom bij mij in do rookkamer, dan zuüea we al- tos bespreken. Ik weet immers nog niet wat er is voorgevallen. Zij gingen naar het vertrek in kwestie en terwijl Beatrice in een la gen stoel plaats nam posteerde La vington zich op de leuning daarvan. Je weet natuurlijk dat Papa gis terenavond een brief kreeg en dat hij toen dadelijk daarop de deur uitging, begon het jonge meisje. Hij zei dat hij niet lang weg zou blijven en nu zijn er nadien al dertien uren verloopen en liij is nog niet terug. Mijn moeder is buiten zich zelve van angst en wij weten niet wat te deen. Denk je dat hem een ongeluk is overkomen? Zou den wij naar de ziekenhuizen moeten zeiiiden? Wij zijn slechts vrouwen en niet in staat ons zelf te helpen. lloud moed. hoveling, antwoord de Lavington. Ik zal al doen wat ik kan voor je. Waarschijnlijk is je va der in een val gelokt of is hij naar een andere plaats gegaan, denkende met den laatston trein terug te koe ren en miste hij dien. Zeg nu zelf maar, uit een gewoon gezichts punt beschouwd, wat zou hem over komen kunnen zijn? Hij is een gezon de, sterke man, die de wereld door en door kent, bij gevolg is hij best in staat cun voor zichzelf te zorgen. Ik geloof niet dat je angstig behoeft te zijn Indien ik in een netelige positie geraakt was zou ik geen ander raad vragen hoe daaruit verlost te kunnen worden, don jou Vader. Dat kan wel, maar jc ziet noch- thans hoe angstig wij zijn. Als hij er gens opgehouden was geworden, zou hij ons zeker bericht hebben gezon den. Hij had dat immers gemakke lijk kunnen doen, maar wij hebben mets in 't geheel niets van hera gehoord. Waar rou hij toch kunnen zijn? Lavington wist op deze vraag gean antwoord te geven. De kapitein had hem niet gezegd waar hij heen ging en het briefje dat licht over de zaak had kunnen verspreiden had hij ver- brand. Onder déze omstandigheden was het onmogelijk raad te geven wat te doen. Ten slotte zei hij dat hij meende dat hot 't verstandigst zou zijn tot den middag te wachten vóór men Jx^lissende maatregelen nam, liet was immers altijd nog mogelijk dat hij den trein had gemist of door een andere oorzaak ergens was opge houden geworden eri in dat geval zou liet ongerijmd zijn, indien men. de po litie al in don arm had genomen. Neen, men kon mets doen dan afwach ton in de hoop dat allee spoedig op gelost zou worden. (Wordt vervo!gd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5