De Europeesche Oorlog. Een wonderlijke Zaak TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 18 DECEMBER 1914 Op het Westelijk Oorlogsveld. Uit 't Westen Js weinig nieuw». Uit 'de liter volgende officieclc berichten blijkt, dat er wel gevochten wordt, maai- 't zijn partieeio gevechten die weinig invloed hebben op den stand der legers over 't geheele front. De D u i t sc h e etaf publiceert: .13ij Nieuwpoort zetten de Fran- Bchen hun aanvallen zonder succes voort. Ook bij Zillebeoke en La Bas- Bêe ondernemen zij aanvallen, die onder zware verhezen voor hen wer den afgec'agen. Het voornemen der Franschen, om bij Sotesons een brug over de A>sne te s'aan. werd door Duitsche artille rie verijdeld. Ten Oosten van Reims hebben de Duitsohers een aarden verschansing der Franschen vernield." Het Franse he communiqué meldt: „In de streek van de zee tot do Lys namen de geallieerden in aan vallen met de bajonet verschillende Duitsche loopgraven. Zij bevestigden hun posities bij Lombaertzijde en St. George, richtten zich in op het ten westen van GheJavelt vow orde 'ter rein en gingen op enkele punten voor uit in de streek van Vorm el les. Op het overige deel van hot front kwam de infanterie niet in actie, maar de zware artillerie der geallieer den in de omgeving van Tracy le Val had een een krachtige werking, even als in de streek von do Aisne, in Ghampagne, de Argozmen en hot ge bied van Verdun. Uit EIzeas-Lot'liaringem is niets te melden De oorlogscorrespondent van de Tijd geeft nog nadere bijzonderheden over de krijgsveiTiohfiringen der laat- eto dagen. „De in samenwerking ondernomen ti au vallende beweging van Belgen en Franschen. noordwaarts van Nieuw poort, waarbij zij de linie ten westen van Lomlvaertzijde konden bezetten, is natuurlijk volgens beraamd plan ge gaan. Deze beweging ging uit van den ge- neralen staf dier verbondenen en he Engelsche eskader was op de hoogi van do troepenbeweging te land, zee dat, ovenals vroeger geschied is, st n nwerking werd gezocht en gevon den tussehen liet Belgisdh-Fransciie voorwaarls-rukken en de oorlogssche pen der Engelsehen. Het Engelsahe eskader hield de Duitsche kusttroepen bealg, zoodat do- zo niet tegen don land aanval uit het Zuiden konden ter hulp komen. Hef tig werd Westèrude beschoten, dat tus- sohen Ostend© m Nieuwpoo-rt aan zee ligt, evenver van Lpanbaartzijdé af, als dit van Nieuwpoort. Om den aan val langs do zee der geallieerden 'Le koeren, voerden do Duitachers een te- geuiilzoweginig uit., maar Landwaarts in, buiten het beineak- vaia elk scheeps geschut, in do omstreken van Sint George, tussehen Nieuwpoort en Man- nekonsveere. Algemeen is de aanval der verbon denen van Holiebeke tot Wyksstaetê nu in gang en op verschillende pun ten is terrein gewonnen. Steeds sch-ie- t do geallieerden op. De Duitsohers verloren een aantal krijgsgevangenen »n bovendien enkele loopgraven, be nevens vel© doodem". D Fransc-ho legatie doolt o.a. mede: „Het Belgische leger hoeft oen te genaanval op S't. Joris afgeslagen en de boeven bezet op den linkeroever van de Yser. Wij zijn 500 meter voor uitgekomen in de richting van Kleïn- Zilïebeeke en eveneens, maar minder belangrijk, in de streek van St. Eloi". Van 't Oostelijk Oorlo^stooneel. Naar uit de berichten uit Berlijn en W oenen afgeleid mag worden bobben il.- Duitachers en Oostenrijkers op dit deel van de oorlogsvelden een be langrijk succes behaald. De Duitsche staf deelt mede: „Van de Oost- en West-Pruisische grens valt niets nieuws te melden. Het door de Russen aangekondigde offensief togen Sileztö en Posen ia mislukt. De Russische legers zijn in geheel Poten na hardnekkige en ver bitterde front-aanvallen tot den terug tocht gedwongen. Zij werden overal achtervolgd. Bij de gevechten van Dinsdag en Woensdag in Noordelijk Polen bracht de dapperheid der West-Pruisische en Hessische regimenten de beslissing. In hoeverre deze beslissing vruch ten zal dragen, valt thans niet te zeg gen." Een Oostenrijksch legerbo- richt maakt bekend ,,De laatste berichten laten geen twijfel meer, dat de tegenstand van de Russische hoofdmacht gebroken is. De Russen werden aan den zuidelij ken vleugel, in een slag die vele dagen duuide, bij Limanova (ten zuidoosten van Krakau in Galicie) geslagen. In het noorden brachten de Duilscher.i den Russen de nederlaag toe bij Lodz, terwijl zij nu ook aan de Bzoera vol komen verslagen zijn. Zoo trekken de Russen, door den Oostenrijkscheai op- marscli over de Karpathen van het zuiden bedreigd, langs het geheele front terug. In het Karpathen-gebied trachten de Russen den terugtocht in hardnekkige gevechten te dekken, llier vallen Oostenrijksch© troepen aan op de linie KrosnoZaklitsjyn. Op hel overige front is dé achtervol ging van de Russen in vollen gang." In een later uitgegeven bericht uit Ween en wordt zelfs gemeld „De Russen zijn op liet geheele front in Polen en Galieië in vollen aftocln Naar- aanleiding van de overwin- ningsberichten uit het Oosten schrijft de „Lokal-Anzeiger" „Nog nooit sedert deze oude aar-de een geschiedenis heeft, is zulk een reusachtige slag, als die in Polen, geleverd. Zelden, nauwelijks ééns in eeuwen, zijn beslissingen van zulk ge wicht gevallen. De slag in Polen sluit zich aan bij de allervoornaamste over winningen in de wereldgeschiedenis. Hij zal in één adem worden genoemd met de slagen bij Salamis, op de Cata- laansche velden. Dat de zege ons was, danken wij aan het genie van Von Hindenburg en de doodsverachting zijner troepen." Het „Berl. Tageblatt" „Duilschland mag juichen over den terugtocht van de Russische millioe- nenlegers, mag trotsch zijn op de dap-1 perheid van zijn troepen, mag vooral - de West-Pruisische en Hessische regi menten, die met hun taaie dapper heid de beslissing brachten, den lau werkrans reiken." De „Voss. Zeitung" wijst er op, „dat de beteekenis van deze overwin ning en van de Russische nederlaag vooral daaruit blijkt, dat Rusland alle krachten,- waarover het beschikken kon, in dezen strijd in'de waagschaal stelde om te slagen. Uit de verst ver wijderde deelen des rijks, uit Siberië, uit den K&ukasus, waren de laatste hulpmiddelen weggehaald. Herhaal delijk werden versterkingen aange voerd, die liet offensief der Duitachers en Oostenrijkers vertraagden. Maar ook in politiek opzicht zal deze over winning van groote beteekenis zijn. De invloed zal in de Balkanstaten blijken. Indien een of andere van deze staten op Russische hulp en onder steuning hebben gerekend, dan zal hij nu het vergeefsche en bedrieglijko van zijn verwachtingen erkennen. Met deze overwinning van de Duitsche en Oostenrijksche legers in West-Polen' is de veldtocht op het oostelijk oor- logstooneel grootendeels beslist." Uit Berlijn wordt gc-meld „liet bericht van de groote Duitsche overwinning in Polen werd hier met ontzaglijke geestdrift begroet. Reeds des morgens ging het gerucht, dat de Keizer door de parkwachters van het kasteel Bellevue het bericht had laten mededeeien. Nauwelijks was in de eerste middaguren het bericht van het groote hoofdkwartier openbaar gemaakt, of de tijding verspreidde zich als een loopend vuur door de stad. Dadelijk werden in de wijk waar de groote couranten gezeteld zijn, de vlaggen uitgestoken en dat voorbeeld werd weldra in de geheel© stad ge volgd. Naast de Duitsche zag men vaak de Oostenrijksche kleuren. On danks het slechte weer ivaren er dui zenden op de been. Men scheurde el kaar de bulletins uit de hand. In alle kerken werden de klokken geluid. De naam van Von Hindenburg Is op al Ier lippen. Hel eenige uren later ontvangen bericht van Oostenrijksche zijde, dat het Duitsche ovcrwinningsberieht aanvulde, deed de vreugde nog toe nemen. Vrijdag zullen de scholen gesloten zijn." Op het Zuidelijk Ooriogstooneel. DE TERUGTOCHT DER OOSTEN RIJKERS. Uit Valjewo seint een „Times'-cor respondent, die het terugtrekkende Oostenrijksche leger in de achterhoe de volgde, „dat de geheele tcrug- tochtsweg toont welk een vreeselijk treurspel hier is opgevoerd. De weg is bedekt met lijken van slachtoffers vun de Servische artillerie. Alles wijst er op, dat een ontzaglijke debficle het Oostenrijksche leger trof." Via Parijs wordt nog geseind „De koning van Servië is Dinsdag ochtend te Belgrado teruggekeerd. Tussehen Drina en Save zijn op hel oogenblik geen andere Oostenrijkscho soldaten meer dan de 60.000 door de Serviërs gemaakte gevangenen. De Servische minister Pasjitsj, dio den Franschen gezant dank zegde voor diens gelukwenschen, reide dat de Serviërs hun schitterende overwinnin gen gedeeltelijk dankten aan het Frunsche geschut." De militaire medewerker van het „Berl. TagebJhU" schrijft over de Oostenrijksche nederlaag in Servië: „Toen Oostenrijk-IIongaiije in het be gin van den oorlog zijn offensief te gen Servië in het belang van den strijd tegen de Russen moest opge ven. deed het dit met een bezwaard gemoed. Thans heeft de monarchie opnieuw het moeilijk besluit moeten nemen alles wat was veroverd tijde lijk op te geven. Hoe de Serviërs na hun gevoelige nederlagen aan nic-uwe troepen zijn gekomen is een belang rijke quaestie, welke hier niet kan worden beantwoord. Wij mogen ech ter verwachten dat onze bondgenoo- ten over ©enigen tijd in staat zullen zijn met den tegenstander definitief af te rekenen." Verspreid nieuws van de oorlogsvelden OP NACHTPOST AAN HET YSER- KANAAL Aan een soldaten-brief, in het „Ber liner Tageblatt" opgenomen, ontteo- nen wij het volgende Te voet gaat het verder, twee aan twee, op den donkeren, modde- rigen landweg in de richting van N. Spoedig slaan wij links-af, de weilan den in, In het overstroomde gebied', gelegen, nu eens tot de knieën in do modder, dan weer door helder wa ter. Alten hijgen. Veten valten er in, ik tot. driemaal toe. Eens had ik een stuk brood in de hand en tot ann den pols viel ik daarmee in het slijk. Eindelijk komen wij aan de tame lijk breede Yser. Dc brug bestaat uit. vaten met planken er over. 'Slechte vijf man mogen er op grootten afstand van elkaar tegelijk op en het wrakke bruggetje wankelt hoogst bedenke lijk. „In het Lunapark kost zoo'n grapje vijftig pfennig!" zegt een on zer Berlijncre. Hij denkt zeker aan het Laobhuis. Bij iedere schomme ling glinstert het water met duizend vonken, een prachtig schouwspel, maar de reden is droevig, liet komt door de vele. vote 'ijken, die in het water liggen te verrotten. Een groote sterfte onder de visch is er eveneens een gevolg van. Eindelijk zijn we a'ten veilig aan den overkant gekomen. En nu gaat het over een eindeloozen ©mallen dijk. Aan weerskanten onafzienbare water vlakten, dile heel ver weg nog flauw glimmen door het donker en de ster ren weerspiegelen. Het geglij en ge- struikel begilit alweer. „Oppassen, dat niemand van de sokken gaat." Einde-lijk gaat de weg door een groo- teri, mooien poortingang naar „De Groote Hen", een prachtige hoeve, die als een trotsch kasteel in het water ligt, rondom door grachten omgeven. De gebouwen zijn geheel In elkaar geschoten en we g'ijden naar bene den in den kelder. Daar liggen we 's nachts op stroo en wisselen elkaar af op wacht. Dit is de meest vooruit geschoven Btelling en een paar hon derd meter van ons af reeds eiaat de vijand. Do dubbele posl, dien wij aflossen, heeft een rooker.de Belgische pa trouille gezten, die lót aan de gracht gekomen is, wo'ke voor de boerderij ligt- Daar konden zij niet over ko men, en zij zijn weer weg gegaan zon der iets gemerkt te hebben van den Duitsdien schildwacht. Met den rug staan wij tegen een hooischelf en luisteren, spieden, tastc-n in de scha duwwereld voor ons De nacht is vrij helder. Tot op vijf tig nieter afstand kan men duidelijk hoornen onderscheiden. Overal ruischt. kraakt en knakt het in de natuur. Gras en wilgen bewegen zich in den wind. Vijanden overal, ais men niet zijn ganschen wil inspant, om rustig waar te nemen en de dingen nuchter te heoordeelen. Ik wil mij wat vertreden. Ik teg mijn geweer over den schouder, kom uit de scha duw van de schelf en ga twintig pas in de richting van het water De uitwerking is verbluffend. Een geplas en gekletter in het water, be weging in do biezen en een eend vliegt op. Mijn hart begint weer te klop pen en uit de schelf hoor ik op zijn Saksisch „Zeg. wat was dat? „Ach, een watervogel,'' klinkt het in denzelfden tongval terug. Juist ben ik weer bij de sche'f en zijn mijn ge dachten weer bij vreedzame dingen, als de hoofdzaak komt. Plotseling staat aan den anderen kant van de gracht een man op en rent zoo hard ate hij kan. Het volgende oogenblik is de man een schaduw en dan heeft de alles gelijkmakende duisternis hem opgezogen VERKEER TUSSCIIEN DUITSCHE EN FRANSCIIE TROEPEN. De „N'orddeutsche Allgenieine Zei tung" geeft een voorbeeld van het steeds toenemende verkeer en de uit wisseling van versnaperingen, die thans op vele plaatsen van het Franscli-Duitsche front plaats vin den. Een luitenant uit Hamburg schrijft aan zijn ouders „Wij pappen nu zoo'n beetje met de Franschen aan. Onze compagnie zond den Franschen door een patrouille 's nachts een krant en een brief in het Fransch, waarin stond „Wij zullen u, als ge het wenscht, ie de ren morgen om tien uur liet etappenblad (de officiee'e be richten van het groote hoofdkwartier) zenden." In onberispelijk Duitsch kregen wij den volgenden nacht het antwoord, dat het hun welkom zou zijn. Ze had den er drie sigaren voor onze pa trouille en het nieuwste-nummer van de „PeUt Parisien" bij gevoegd. Zoo gaat 't nu iederen dag over en weer, en wel precies om tien uur, terwijl wij verder den geheelen dog sfchieten. Om tien uur echter is het vrede. Wij wenken met een wit papier en leg gen dit midden tussehen ons en den vijar.d. Dan komen twee Franschen, buten het papier weg, teggen hun goede gaven daar neer, die wij dan weer afhalen. Heden is het volgende gebeurd. Een van mijn manschappen trok prikkel draden voor onze posten. Plotseling zag hij, tachtig meter verder, uit een loopgraaf zestien Franschen opdui ken. Toen Hij wilde schieten, wenk ten zij, dat hij maar dichterbij komen moest. Onze landweerman legde zijn geweer weg en ging er heen. Toen twee Franschen hem tegemoet kwa men, wilde hij zijn bajonet trekken, maar tie Franschen staken hun han den omhoog orn te laten zien hoe vreedzaam zij gezind waren, en klop ten hem daarna vriendelijk op den schouder. De landweerman verslaat goed Fransch. Zij begonnen een lang ge sprek. Zij vertelden hern, dat zij geen pteizier meer hadden in den oorlog. Zij leden er zeer onder, dat zij geen berichten kregen van hun betrekkin gen, die achter ons front waren. Ver der vertelden zij, dot zij vrij aanzien lijke verliezen hadden, voornamelijk door onze granaten. Onze landweer man zei niets, gaf hun bij het weg gaan sigaren, en kreeg daarvoor ta bak. Dan een lange handdruk, af scheid en de vrede was voorbijl" IIET LIED DER GEWONDEN. In de Matin" beschrijft Jean ü'Or- say, hoe in een Fransch hospitaal de tijding ontvangen werd van een door de geal'ieerden op het oorlogsveld bedreven gelukkig wapenfeit. Met glinsterende oogen hadden zij het vernomen. Allen, die niet door hevige koorts uitgeput waren; allen, die zich nog in hun bed konden oprichten, wisselden met de doktere, met de ver pleegsters en oppassers en ook onder elkaar woorden, die trilden van blijd schap. De allerzwaksten ze'fe leefden op uit hun bewegingloosheid, er kwam een wonderlijke glans in hun doffen blik en wat meer kleur op hun bteeke gezichten. Iu-droevig en lief lijk tegelijk het geluk van de sterven den Gelukkig zijn de meesten op weg naar de genezing en van de 350 zijn er- al meer dan 200, die in staat zijn el een weinig op te komen of nu en dan eens in een gemakkelijken stoel te zitten. Zelfs had men tussehen vijf en zes uur '6middags, na tie soep, deze halve invaliden bij elkaar ver zameld in een zaal voor een huiselijk feestje, een concert. Ze genoten van de muziek en sommigen neurieden zachtjes, met gesloten oogen, bekende melodieën mee, die hun de vreeseüjke muziek van den krijg deed vergeten. Maar eensklaps veranderen de ge zichten van uitdrukking ze worden ernstig, ter ecre van verscheidene ka meraden, die tot het Belgische leger behooren, spee't de muziek de Bra- bangonne. De gewonden rijzen, voor zoover hun dat mogelijk is. op van hun stoe len, sommigen met moeite en bren gen eerbiedig het saluut. Staande, de een leunend op zijn krukken, de on der op zijn buurman, hooren zij be wogen en ernstig het lied aan. Na de Brabangonne kwam het God save the King aan de beurt, want het hospitaal herbergt ook taJ van. Engetechcn. De zelfde eerbiedige houding van de Fransche gewonden voor de anderen, hun gasten. Dan, na een korte pauze, k'inken de eerste maten van de Marseillaise en 't scheen wel of een vlaag van geestdrift opeens al die gezichten van de soldaten deed beven en veibleeken. Hun adem hijgde van aandoening, hun glinsterende oogen leken door de muren heen te staren in -de verte, naar wie weet welk een heldhaftigen mareoh, die 'eidt ter overwinning of in den dood En toen de muzek zweeg, kwam er beweging in die mannen, die zooveel kostbaar bloed hadden verloren, d'e zooveel smart en pijn hadden gele den. maar van wie er eenïgen her steld, toch weer spoedig naar het front hoopten te gaan, en ze riepen allen „Nu wij 1 nu wij 1" 't Werd toegestaan. Zij zongen. Het glorieuze lied h&eft al op hee1 wat roemrijke slagvelden weerklon ken het heeft vele inspannende men- schen begeleid en vele overwinningen bekroond, maar nooit klonk het zoo indrukwekkend als van de lippen de zer gewonden, die aan hun kamera den in 't veld dachten, aan hun vaan del en aan hun geliefd land, toen ze te zamen zongen „Allons enfants de la PatrieEr stonden daar bij een infanteristen en jagers, kanon niers en cavaleristen, A'gerijnsche tirailleurs, een alpenjager, die niet in de handen klappen kon, omdat hij zijn armen miste. Daar waren matro zen, die hun muts tussehen de gevou wen handen hielden, ate in de kerk bij de mis. Er was ook een kapitein van de 'infanterie, die, wit van ontroe ring en met bevende lippen zijn arme, verminkte hand bewoog ate om do maat te slaan en die zijn manschap pen aankeek met groote tranen van blijdschap op het ge'aat. DE DUITSCHE VERLIEZEN, De honderdste Pruisische verlies- lijst, zegt de „Times"-coi'respondent te Kopenhagen, brengt het getal doo- deJi, gewonden en vermisten uit Prui sen op 717.319. Hier moeten bijgevoegd worden 7-i Saksische, 75 Wurtenvberg- sche en 118 Beiersohe lijsten. Het totaal der Pruisische en Betersche verliezen, tot dusver gepubliceerd, te ongeveer 1.000.000 en de Saksische en Wurtembergsche lijsten geven een aantal van 200.000. RIDDERLIJKHEID. Van Duitsche zijde wordt officieus medegedeeld„Snel gestraft hebben de Franschen een gruweldaad, waar aan een Duitsch soldaat ten offer ge vallen was. Den 4en December was een schildwacht bij een prikkeldraad versperring gevonden, met afgesne den ooren en dpor een sohot in het hoofd gedood. Reeds den volgenden dag verscheen een Fransch officier van liet 165ste infanterie-regiment en verzocht ge blinddoekt naar den commandeeren den generaal gebracht te worden. Hier"legde de officier de verklaring af, dat zijn afdeehng niets te maken had met den man, dien men schuldig bevonden had aan deze gruweldaad. Deze man was nog denze'fden dag, den 5en December, doodgeschoten." Verder zegt het officieuse Duitsche bericht „deze snelle reohtspleging en de ridderlijke vorm, dien de Fran schen gekozen hebben, om onze troe pen deze genoegdoening mede te dee len. verdienen van onze zijde de waar deering, die men m den oorlog ook den vijand schuldig is ate hij waar dig en ridderlijk gehandeld heeft." ATHECI1T. Dc „Times" verneemt uit Noord- Frankrijk dat bewoners van Atrecht, dié daar terugkeerden, verklaarden dat naar schatting nu ongeveer 2004 menschen zich in de stad bevinden. Er zijn ongeveer 1000 huizen ver woest. DE BOM AANSLAG OP FREIBURG. De „Times" meldt, dat gedurende den luatsten raid van avialeurs boven Freiburg, de Reierschc generaal Von Mayer door een projectiel gedood werd. Op Zee. Een Duitsohe kruiser gezonken. Uit Petrograd wordt geseind: Do Duitsch© kruiser „Friedrich Kari", ecu schip van 9000 ton, is bij het uit- stoom en in do Oostzee gezonken, 200 man zijn gered, ongeveer 300 verdron ken. Bombardement aan de Engelsohe kust. Officieel wordt uit Berlijn gc-meld! „Over den aanval op de Engelsch© Oostkust worden do volgende bijzon derheden meegedeeld. Bij de nadering van tie Engelsche kusi werden de Duitsch© kruisers bij niet helder weer door vier Engelsche torpedojagers zonder succes aangevallen. Kern torpe dojager werd vernietigd, een ander •aakte in zwaar gehavend en toestand uil hel gezicht. De batterijen van Hart lepool werden tot pwijgen gebracht; de gashouder vernield. Verschillende ontploffingen en drie groote bran den in de stad konden aan boord wor den waargenomen. Het kusrtwachteta- tion en de waterleiding van Scarbo rough en do kustwacht en het signaal station te Whitby werden verwoest. De Duiteoho schepen kregen eenige treffers van de kusthalterijen, welke echter slechts geringe schade aan richtten. Op een andere plaats werd nog een andere Engelsohe torpedojager in den grond geboord'. Ket Londensolie persbureau meldt, da* volgens de laatste officieel© opga- 1© Hartlepool 55 burgers zijn ge dood en 115 gewond. DE ENGELSCHE PERS. De Londensche correspondent der N. R. Ct. seint: De pers wijdt voornamelijk aan dacht aan twe© kwesties. In do eer st© plaats betoögt zij, dut do poging van do Duitschers om een paniek to wokken ijdel zal blijken en verder legt zij nadruk op de schending van liet volkenrecht, In een hoofdartikel zegt do Daily Mail: „De eorsto beweegreden van de Du.tschers was om aan hun haat te gen Engeland lucht te geven, de tweed© was om weerwraak to nemen oor do vernieling van Spec's smal deel in het zuiden van don Atlanti- schon Oceaan. Do derde beweegreden was diat ziij onzijdige staten duidelijk wilden maken dut Duitsche schepen in do Noordzee konden optreden.-Do vierd© was do ijdolo hoop om eon pa niek te verwekken, om .n Engeland troepen te laten blijven, die anders naar het vasteland gezonden zouden worden. Do vijfdo en belangrijkste beweegreden was echter dat men do En,gelee he admiraliteit wil dwingen 'ru grootere rij dn acht dan totdusver in het nauwe gedeelte van do Noord- ze© bijeen to houden waar die strijd macht dan aan voortdurende bedrei ging door mijnen en duikbooten zoi blootstaan. Noch de Engelsche admi raliteit, noch het Engelsche publiek zullen er echter in loopen. Er is geen paniek en er zal geen paniek komen. Veeleer heerscht een geest van ern stige berusting en voldoening, dat hel gebeurde ten slotte algemeen duide lijk heeft gemaakt dat de natie In oor log is en dui do natie gereed is". De Times schrijft: „Wij zullen uu niet stilstaan bij de voorschriften van het volkenrecht, omdat de Duitschers vrijwel allo I» ginselen van het volkenrecht en allo eischen van do bescliaafde gemeen schap oyerlioord geworpen hebben".- Da Daily News zegt: „Do vloothe- tooging van do Duitschers aan de kust van Yorkshire is ongetwijfeld het Duitsche antwoord op do necterlaa^ van de Falklatuis-eilanden. Het is een dwaze manier om hierop te ant woorden door eenigo onversterkte ha vens le bescliieten, een aantal niet strijdende mannen, vrouwen en kin deren te dood en en eenige huizen en Feuilleton door GUY BOOTHBY. 19) Zoodra alles afgeloopen was, keerde onze jonge vriend naar Dulwich te rug. Mevrouw Webster was reeds een weinig gekalmeerd, hoewel altijd nog bitter bedroefd. I.avington jioogde haar to bewegen, een poosje op reis te gaan, opdat de verandering van lucht en van omgeving haar nieuwe krachten zoü schenken, en toen Bea trice haar wenschen aan de zijne paarde, stemde de bedroefde weduwe ten slotte toe. Men besloot nu een poosje naar Bournemouth te gaan en drie dagen na de begrafenis deed Lavinglon haar al uitgeleide naar het Waterloo-sta tion. Hij had voor de dames een wag gon gereserveerd, opdat zij geen vreemden bij zich zouden krijgen, kocht aan het station verschillende couranten vcor haar, om in den trein te lezen, bestelde per telefoon voor haar een lunch te Basingstoke en gaf den conducteur zulk een groote fooi, toen hij hem verzocht deze dames zooveel mogelijk ter wille te zijn, dat de man zijn oogen bijna niet kon ver trouwen, maar de dankbare blik, waarmede Beatrice hem aanzag, be loonde Lavington rijkelijk voor al wat hij had gedaan. U is nieer dan goed voor ons ge weest, Lord Lavington, voegde meyrouw Webster hem bij het af scheid nemen toe, ik hoop, dat u zich do belofte zult herinneren, om eens naar ons toe te komen, zcodat u daartoe tijd kunt vinden. De jonge man knipoogde even, toen hij antwoordde, dat hij daartoe geens zins ongenegen was, maar zoodra de trein uit het gezicht verdwenen was, gevoelde hij zich diep weemoedig en thuis komende, schenen zijn kamers hem zeer somber toe. Ilij volgde in gedachten den trein, die naar het aar dige stadje, ie midden van dennen- bosschen gelegen, toe stoomde, en vroeg zich af, of Beatrice nu op dit oogenblik ook aan hem zou denken. Daarop besloot hij plotseling, om naar het telegraafkantoor te gaan en vandaar een bericht te verzenden, om do dames bij haar aankomst welkom te heeten. Een bouquet bloemen, in Piccadilly gekocht, werd eveneens daarheen gezonden, en toen, niet we tende hoe den dag om te krijgen, ging hii in ziin club lunchen. Men begroette hem daar van alle kanten even onstuimig. Je bent nu beslist een publiek persoon, zei een der officieren. Waarom dat vroeg Laving ton, die in geen stemming was om gekheid te maken. Wel door je getuigenis in de be wuste rechtszaak, luidde het ant woord. Jo portret staat zelfs in do courant, hoewel geenszins geflat teerd. Do menschen zijn niet wijs. La ten zo zich met hun eigen zaken be moeien, luidde het antwoord van den jongen man. Dat is ook hun zaak, kerel, schertste de ander, ze zijn er im mers voor om het publiek in spanning te brengen. Tussehen twee haakjes, Laving ton, hoeft men al eenfg vermoeden wie de misdaad gepleegd heeft? vroeg een jong advocaat. Daar heb ik niets van gehoord, luidde zijn antwoord, en daarop van onderwerp van gesprek verande rend, vroeg hij of een zeker jong- menscb, met wien hij een afspraak had, nog niet in do club was ge weest. Noon, en die komt vandaag ook beslist niet, luidde liet antwoord, want terwijl jij het hoofd vol had met ander© zaken, Is hij naar de overzijde van het kanaal verhuisd Je bedoelt toch niet, dat zijn geld op is? vroeg Lavington. Ik meende dat hij tonnen rijk was. Dat is hij ook,'— hernam de an der, een sigarette opstekend. Hel zijn ook geen geldzaken, die hem van hier verdreven hebben, maar iets ge heel anders. Zeg mij dan toch in hemelsnaam: W;it, drong Lavington aan, want hij begreep totaal niets van deze ge- heimzinnig-doencrij. Hij is niet om iots, maar wel mot iemand er van door gegaan. Begrijp jo het nu? vroeg de ander. Lavington was thans één en al ver wondering. Zoo, :s het zoover met hem geko men, zei hij, en wat zegt de echtgenoot daarvan Dio beeteldo alleen oognac en scalawater, beweert men, en liet dien- zelfden dag zijn paarden op de ren baan loopen. De goede Sir George ge raakt door zoo iets niet van zijn stuk, zeide de jonge officier; maar toch zou ik niet graag in de plaats van Slingsford zijn, als hij hem later te pakken krijgt. Het is verbazend hoezeer do zede loosheid in de laatste jaren toeneemt, zei Lavington op driltigen toon. terwijl hij zich naar de eetzaal begaf. Jelui, ontwikkelden, moesten toch tussehen de regels door kunnen lezen, vervolgde de man, die Lavington een publiek persoon had genoemd. Heb jij het getuigenverhoor gevolgd? Weineen, ik lees nooit dei gelijke dingen, antwoordde de luitenant, daar heb ik trouwens geen tijd voor. Maar hoe zit het met dio rechts zaak Verte! mij dat dan nog maar even vóórdat we gaan lunchen. Wel, het te een uiigproaakte zaak, dat er een liefdesbetrekking be staat tussehen hem en do dochter van den vermoorden kapitein Webster. Die arme oude Lavington 1 Dat mag je wel zeggen. Het is treurig voor liem, maar wij krijgen alten onze beurt van 's werelds ellende vroeger of later. Ik ben gelukkig geen begeerlijk© partij, doordat ik maar een zevende zoon ben. Wat voor een soort van meisje is zij Heeft zij geld Geen penny. Haar vader was koopvaardij kapitein en zij wonen te Dulwich. Lavington had ongenoegen met zijn vader over haar en do oude graaf verbood hem het huis. Ik vraag mij af, wat of de geldschieters daar van zulten zoggen. Ze zullen geduldig moeten af wachten, vermeed ikmaar laten we nu naar de eetzaal gaan. Hoewel hij verliefd en zijn aange bedene ver van heni af was, lunchte Lavington toch met smaak en daarna ging hij in do biljartkamer een sigo rette rocken. Vervolgens vergezelde hij een zijner vrienden naar Tatersall, waar dezo een paard wilde koopen. Daar ontmoette hij toen zijn broeder Chips in een rij-costuum, met een stroopijltjo in zijn mond. Hij zag er nu op en top als oen groom uit op dat oogenblik, tot groole ergernis van den ouderen broer. Hij knikte den metgezel van Lavington toe, dio hem op zijn beurt ijskoud begroette, en wendde zich toen tot dezen, zeg gende Je hebt het druk gehad den laat- sten tijd. Ik heb alles dienaangaande Zondag m bed liggen lezen en knipte het toen uil om het den ouwe te ze» den. Hij /.al nu wel trotsch op jo zijn. Bemoei je toch in vredesnaam met je eigen zaken, gaf zijn broei hem driftig ten antwoord. Jo hcW geenszins het recht je met mij te be moeien. Niet? Je bent toch immers pu bliek eigendom en dat moot je beden ken. Je portret doet overal de ronde. Lavington liep door, zonder iots t« zéggen, terwijl Chips hem lachende nakeek. Deze nam nooit iets kwalijk, wét men hem ook aandeed. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1914 | | pagina 5