De Europeesche Oorlog.
Een wonderlijke Zaak
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 18 DECEMBER 1914
Op het Westelijk
Oorlogsveld.
Uit 't Westen Js weinig nieuw». Uit
'de liter volgende officieclc berichten
blijkt, dat er wel gevochten wordt,
maai- 't zijn partieeio gevechten die
weinig invloed hebben op den stand
der legers over 't geheele front.
De D u i t sc h e etaf publiceert:
.13ij Nieuwpoort zetten de Fran-
Bchen hun aanvallen zonder succes
voort. Ook bij Zillebeoke en La Bas-
Bêe ondernemen zij aanvallen, die
onder zware verhezen voor hen wer
den afgec'agen.
Het voornemen der Franschen, om
bij Sotesons een brug over de A>sne
te s'aan. werd door Duitsche artille
rie verijdeld.
Ten Oosten van Reims hebben de
Duitsohers een aarden verschansing
der Franschen vernield."
Het Franse he communiqué
meldt: „In de streek van de zee tot
do Lys namen de geallieerden in aan
vallen met de bajonet verschillende
Duitsche loopgraven. Zij bevestigden
hun posities bij Lombaertzijde en St.
George, richtten zich in op het ten
westen van GheJavelt vow orde 'ter
rein en gingen op enkele punten voor
uit in de streek van Vorm el les.
Op het overige deel van hot front
kwam de infanterie niet in actie,
maar de zware artillerie der geallieer
den in de omgeving van Tracy le Val
had een een krachtige werking, even
als in de streek von do Aisne, in
Ghampagne, de Argozmen en hot ge
bied van Verdun.
Uit EIzeas-Lot'liaringem is niets te
melden
De oorlogscorrespondent van de
Tijd geeft nog nadere bijzonderheden
over de krijgsveiTiohfiringen der laat-
eto dagen.
„De in samenwerking ondernomen
ti au vallende beweging van Belgen en
Franschen. noordwaarts van Nieuw
poort, waarbij zij de linie ten westen
van Lomlvaertzijde konden bezetten, is
natuurlijk volgens beraamd plan ge
gaan.
Deze beweging ging uit van den ge-
neralen staf dier verbondenen en he
Engelsche eskader was op de hoogi
van do troepenbeweging te land, zee
dat, ovenals vroeger geschied is, st
n nwerking werd gezocht en gevon
den tussehen liet Belgisdh-Fransciie
voorwaarls-rukken en de oorlogssche
pen der Engelsehen.
Het Engelsahe eskader hield de
Duitsche kusttroepen bealg, zoodat do-
zo niet tegen don land aanval uit het
Zuiden konden ter hulp komen. Hef
tig werd Westèrude beschoten, dat tus-
sohen Ostend© m Nieuwpoo-rt aan zee
ligt, evenver van Lpanbaartzijdé af,
als dit van Nieuwpoort. Om den aan
val langs do zee der geallieerden 'Le
koeren, voerden do Duitachers een te-
geuiilzoweginig uit., maar Landwaarts
in, buiten het beineak- vaia elk scheeps
geschut, in do omstreken van Sint
George, tussehen Nieuwpoort en Man-
nekonsveere.
Algemeen is de aanval der verbon
denen van Holiebeke tot Wyksstaetê
nu in gang en op verschillende pun
ten is terrein gewonnen. Steeds sch-ie-
t do geallieerden op. De Duitsohers
verloren een aantal krijgsgevangenen
»n bovendien enkele loopgraven, be
nevens vel© doodem".
D Fransc-ho legatie doolt o.a. mede:
„Het Belgische leger hoeft oen te
genaanval op S't. Joris afgeslagen en
de boeven bezet op den linkeroever
van de Yser. Wij zijn 500 meter voor
uitgekomen in de richting van Kleïn-
Zilïebeeke en eveneens, maar minder
belangrijk, in de streek van St. Eloi".
Van 't Oostelijk
Oorlo^stooneel.
Naar uit de berichten uit Berlijn en
W oenen afgeleid mag worden bobben
il.- Duitachers en Oostenrijkers op dit
deel van de oorlogsvelden een be
langrijk succes behaald.
De Duitsche staf deelt mede:
„Van de Oost- en West-Pruisische
grens valt niets nieuws te melden.
Het door de Russen aangekondigde
offensief togen Sileztö en Posen ia
mislukt. De Russische legers zijn in
geheel Poten na hardnekkige en ver
bitterde front-aanvallen tot den terug
tocht gedwongen. Zij werden overal
achtervolgd.
Bij de gevechten van Dinsdag en
Woensdag in Noordelijk Polen bracht
de dapperheid der West-Pruisische en
Hessische regimenten de beslissing.
In hoeverre deze beslissing vruch
ten zal dragen, valt thans niet te zeg
gen."
Een Oostenrijksch legerbo-
richt maakt bekend
,,De laatste berichten laten geen
twijfel meer, dat de tegenstand van de
Russische hoofdmacht gebroken is.
De Russen werden aan den zuidelij
ken vleugel, in een slag die vele dagen
duuide, bij Limanova (ten zuidoosten
van Krakau in Galicie) geslagen. In
het noorden brachten de Duilscher.i
den Russen de nederlaag toe bij Lodz,
terwijl zij nu ook aan de Bzoera vol
komen verslagen zijn. Zoo trekken de
Russen, door den Oostenrijkscheai op-
marscli over de Karpathen van het
zuiden bedreigd, langs het geheele
front terug. In het Karpathen-gebied
trachten de Russen den terugtocht in
hardnekkige gevechten te dekken,
llier vallen Oostenrijksch© troepen
aan op de linie KrosnoZaklitsjyn.
Op hel overige front is dé achtervol
ging van de Russen in vollen gang."
In een later uitgegeven bericht uit
Ween en wordt zelfs gemeld
„De Russen zijn op liet geheele
front in Polen en Galieië in vollen
aftocln
Naar- aanleiding van de overwin-
ningsberichten uit het Oosten schrijft
de „Lokal-Anzeiger"
„Nog nooit sedert deze oude aar-de
een geschiedenis heeft, is zulk een
reusachtige slag, als die in Polen,
geleverd. Zelden, nauwelijks ééns in
eeuwen, zijn beslissingen van zulk ge
wicht gevallen. De slag in Polen sluit
zich aan bij de allervoornaamste over
winningen in de wereldgeschiedenis.
Hij zal in één adem worden genoemd
met de slagen bij Salamis, op de Cata-
laansche velden. Dat de zege ons was,
danken wij aan het genie van Von
Hindenburg en de doodsverachting
zijner troepen."
Het „Berl. Tageblatt"
„Duilschland mag juichen over den
terugtocht van de Russische millioe-
nenlegers, mag trotsch zijn op de dap-1
perheid van zijn troepen, mag vooral -
de West-Pruisische en Hessische regi
menten, die met hun taaie dapper
heid de beslissing brachten, den lau
werkrans reiken."
De „Voss. Zeitung" wijst er op,
„dat de beteekenis van deze overwin
ning en van de Russische nederlaag
vooral daaruit blijkt, dat Rusland alle
krachten,- waarover het beschikken
kon, in dezen strijd in'de waagschaal
stelde om te slagen. Uit de verst ver
wijderde deelen des rijks, uit Siberië,
uit den K&ukasus, waren de laatste
hulpmiddelen weggehaald. Herhaal
delijk werden versterkingen aange
voerd, die liet offensief der Duitachers
en Oostenrijkers vertraagden. Maar
ook in politiek opzicht zal deze over
winning van groote beteekenis zijn.
De invloed zal in de Balkanstaten
blijken. Indien een of andere van deze
staten op Russische hulp en onder
steuning hebben gerekend, dan zal
hij nu het vergeefsche en bedrieglijko
van zijn verwachtingen erkennen. Met
deze overwinning van de Duitsche en
Oostenrijksche legers in West-Polen'
is de veldtocht op het oostelijk oor-
logstooneel grootendeels beslist."
Uit Berlijn wordt gc-meld
„liet bericht van de groote Duitsche
overwinning in Polen werd hier met
ontzaglijke geestdrift begroet. Reeds
des morgens ging het gerucht, dat de
Keizer door de parkwachters van het
kasteel Bellevue het bericht had laten
mededeeien. Nauwelijks was in de
eerste middaguren het bericht van
het groote hoofdkwartier openbaar
gemaakt, of de tijding verspreidde
zich als een loopend vuur door de
stad. Dadelijk werden in de wijk waar
de groote couranten gezeteld zijn, de
vlaggen uitgestoken en dat voorbeeld
werd weldra in de geheel© stad ge
volgd. Naast de Duitsche zag men
vaak de Oostenrijksche kleuren. On
danks het slechte weer ivaren er dui
zenden op de been. Men scheurde el
kaar de bulletins uit de hand. In alle
kerken werden de klokken geluid. De
naam van Von Hindenburg Is op al
Ier lippen.
Hel eenige uren later ontvangen
bericht van Oostenrijksche zijde, dat
het Duitsche ovcrwinningsberieht
aanvulde, deed de vreugde nog toe
nemen.
Vrijdag zullen de scholen gesloten
zijn."
Op het Zuidelijk
Ooriogstooneel.
DE TERUGTOCHT DER OOSTEN
RIJKERS.
Uit Valjewo seint een „Times'-cor
respondent, die het terugtrekkende
Oostenrijksche leger in de achterhoe
de volgde, „dat de geheele tcrug-
tochtsweg toont welk een vreeselijk
treurspel hier is opgevoerd. De weg is
bedekt met lijken van slachtoffers vun
de Servische artillerie. Alles wijst er
op, dat een ontzaglijke debficle het
Oostenrijksche leger trof."
Via Parijs wordt nog geseind
„De koning van Servië is Dinsdag
ochtend te Belgrado teruggekeerd.
Tussehen Drina en Save zijn op hel
oogenblik geen andere Oostenrijkscho
soldaten meer dan de 60.000 door de
Serviërs gemaakte gevangenen. De
Servische minister Pasjitsj, dio den
Franschen gezant dank zegde voor
diens gelukwenschen, reide dat de
Serviërs hun schitterende overwinnin
gen gedeeltelijk dankten aan het
Frunsche geschut."
De militaire medewerker van het
„Berl. TagebJhU" schrijft over de
Oostenrijksche nederlaag in Servië:
„Toen Oostenrijk-IIongaiije in het be
gin van den oorlog zijn offensief te
gen Servië in het belang van den
strijd tegen de Russen moest opge
ven. deed het dit met een bezwaard
gemoed. Thans heeft de monarchie
opnieuw het moeilijk besluit moeten
nemen alles wat was veroverd tijde
lijk op te geven. Hoe de Serviërs na
hun gevoelige nederlagen aan nic-uwe
troepen zijn gekomen is een belang
rijke quaestie, welke hier niet kan
worden beantwoord. Wij mogen ech
ter verwachten dat onze bondgenoo-
ten over ©enigen tijd in staat zullen
zijn met den tegenstander definitief
af te rekenen."
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
OP NACHTPOST AAN HET YSER-
KANAAL
Aan een soldaten-brief, in het „Ber
liner Tageblatt" opgenomen, ontteo-
nen wij het volgende
Te voet gaat het verder, twee
aan twee, op den donkeren, modde-
rigen landweg in de richting van N.
Spoedig slaan wij links-af, de weilan
den in, In het overstroomde gebied',
gelegen, nu eens tot de knieën in
do modder, dan weer door helder wa
ter. Alten hijgen. Veten valten er in,
ik tot. driemaal toe. Eens had ik een
stuk brood in de hand en tot ann den
pols viel ik daarmee in het slijk.
Eindelijk komen wij aan de tame
lijk breede Yser. Dc brug bestaat uit.
vaten met planken er over. 'Slechte
vijf man mogen er op grootten afstand
van elkaar tegelijk op en het wrakke
bruggetje wankelt hoogst bedenke
lijk. „In het Lunapark kost zoo'n
grapje vijftig pfennig!" zegt een on
zer Berlijncre. Hij denkt zeker aan
het Laobhuis. Bij iedere schomme
ling glinstert het water met duizend
vonken, een prachtig schouwspel,
maar de reden is droevig, liet komt
door de vele. vote 'ijken, die in het
water liggen te verrotten. Een groote
sterfte onder de visch is er eveneens
een gevolg van.
Eindelijk zijn we a'ten veilig aan
den overkant gekomen. En nu gaat
het over een eindeloozen ©mallen dijk.
Aan weerskanten onafzienbare water
vlakten, dile heel ver weg nog flauw
glimmen door het donker en de ster
ren weerspiegelen. Het geglij en ge-
struikel begilit alweer. „Oppassen,
dat niemand van de sokken gaat."
Einde-lijk gaat de weg door een groo-
teri, mooien poortingang naar „De
Groote Hen", een prachtige hoeve, die
als een trotsch kasteel in het water
ligt, rondom door grachten omgeven.
De gebouwen zijn geheel In elkaar
geschoten en we g'ijden naar bene
den in den kelder. Daar liggen we
's nachts op stroo en wisselen elkaar
af op wacht. Dit is de meest vooruit
geschoven Btelling en een paar hon
derd meter van ons af reeds eiaat de
vijand.
Do dubbele posl, dien wij aflossen,
heeft een rooker.de Belgische pa
trouille gezten, die lót aan de gracht
gekomen is, wo'ke voor de boerderij
ligt- Daar konden zij niet over ko
men, en zij zijn weer weg gegaan zon
der iets gemerkt te hebben van den
Duitsdien schildwacht. Met den rug
staan wij tegen een hooischelf en
luisteren, spieden, tastc-n in de scha
duwwereld voor ons
De nacht is vrij helder. Tot op vijf
tig nieter afstand kan men duidelijk
hoornen onderscheiden. Overal
ruischt. kraakt en knakt het in de
natuur. Gras en wilgen bewegen zich
in den wind. Vijanden overal, ais men
niet zijn ganschen wil inspant, om
rustig waar te nemen en de dingen
nuchter te heoordeelen. Ik wil mij
wat vertreden. Ik teg mijn geweer
over den schouder, kom uit de scha
duw van de schelf en ga twintig pas
in de richting van het water
De uitwerking is verbluffend. Een
geplas en gekletter in het water, be
weging in do biezen en een eend vliegt
op. Mijn hart begint weer te klop
pen en uit de schelf hoor ik op zijn
Saksisch „Zeg. wat was dat?
„Ach, een watervogel,'' klinkt het in
denzelfden tongval terug. Juist ben
ik weer bij de sche'f en zijn mijn ge
dachten weer bij vreedzame dingen,
als de hoofdzaak komt. Plotseling
staat aan den anderen kant van de
gracht een man op en rent zoo hard
ate hij kan. Het volgende oogenblik
is de man een schaduw en dan heeft
de alles gelijkmakende duisternis hem
opgezogen
VERKEER TUSSCIIEN DUITSCHE
EN FRANSCIIE TROEPEN.
De „N'orddeutsche Allgenieine Zei
tung" geeft een voorbeeld van het
steeds toenemende verkeer en de uit
wisseling van versnaperingen, die
thans op vele plaatsen van het
Franscli-Duitsche front plaats vin
den.
Een luitenant uit Hamburg schrijft
aan zijn ouders „Wij pappen nu
zoo'n beetje met de Franschen aan.
Onze compagnie zond den Franschen
door een patrouille 's nachts een
krant en een brief in het Fransch,
waarin stond „Wij zullen u, als ge
het wenscht, ie de ren morgen om tien
uur liet etappenblad (de officiee'e be
richten van het groote hoofdkwartier)
zenden."
In onberispelijk Duitsch kregen wij
den volgenden nacht het antwoord,
dat het hun welkom zou zijn. Ze had
den er drie sigaren voor onze pa
trouille en het nieuwste-nummer van
de „PeUt Parisien" bij gevoegd. Zoo
gaat 't nu iederen dag over en weer,
en wel precies om tien uur, terwijl
wij verder den geheelen dog sfchieten.
Om tien uur echter is het vrede. Wij
wenken met een wit papier en leg
gen dit midden tussehen ons en den
vijar.d. Dan komen twee Franschen,
buten het papier weg, teggen hun
goede gaven daar neer, die wij dan
weer afhalen.
Heden is het volgende gebeurd. Een
van mijn manschappen trok prikkel
draden voor onze posten. Plotseling
zag hij, tachtig meter verder, uit een
loopgraaf zestien Franschen opdui
ken. Toen Hij wilde schieten, wenk
ten zij, dat hij maar dichterbij komen
moest. Onze landweerman legde zijn
geweer weg en ging er heen. Toen
twee Franschen hem tegemoet kwa
men, wilde hij zijn bajonet trekken,
maar tie Franschen staken hun han
den omhoog orn te laten zien hoe
vreedzaam zij gezind waren, en klop
ten hem daarna vriendelijk op den
schouder.
De landweerman verslaat goed
Fransch. Zij begonnen een lang ge
sprek. Zij vertelden hern, dat zij geen
pteizier meer hadden in den oorlog.
Zij leden er zeer onder, dat zij geen
berichten kregen van hun betrekkin
gen, die achter ons front waren. Ver
der vertelden zij, dot zij vrij aanzien
lijke verliezen hadden, voornamelijk
door onze granaten. Onze landweer
man zei niets, gaf hun bij het weg
gaan sigaren, en kreeg daarvoor ta
bak. Dan een lange handdruk, af
scheid en de vrede was voorbijl"
IIET LIED DER GEWONDEN.
In de Matin" beschrijft Jean ü'Or-
say, hoe in een Fransch hospitaal de
tijding ontvangen werd van een door
de geal'ieerden op het oorlogsveld
bedreven gelukkig wapenfeit. Met
glinsterende oogen hadden zij het
vernomen. Allen, die niet door hevige
koorts uitgeput waren; allen, die zich
nog in hun bed konden oprichten,
wisselden met de doktere, met de ver
pleegsters en oppassers en ook onder
elkaar woorden, die trilden van blijd
schap. De allerzwaksten ze'fe leefden
op uit hun bewegingloosheid, er
kwam een wonderlijke glans in hun
doffen blik en wat meer kleur op hun
bteeke gezichten. Iu-droevig en lief
lijk tegelijk het geluk van de sterven
den
Gelukkig zijn de meesten op weg
naar de genezing en van de 350 zijn
er- al meer dan 200, die in staat zijn
el een weinig op te komen of nu en
dan eens in een gemakkelijken stoel
te zitten. Zelfs had men tussehen vijf
en zes uur '6middags, na tie soep,
deze halve invaliden bij elkaar ver
zameld in een zaal voor een huiselijk
feestje, een concert. Ze genoten van
de muziek en sommigen neurieden
zachtjes, met gesloten oogen, bekende
melodieën mee, die hun de vreeseüjke
muziek van den krijg deed vergeten.
Maar eensklaps veranderen de ge
zichten van uitdrukking ze worden
ernstig, ter ecre van verscheidene ka
meraden, die tot het Belgische leger
behooren, spee't de muziek de Bra-
bangonne.
De gewonden rijzen, voor zoover
hun dat mogelijk is. op van hun stoe
len, sommigen met moeite en bren
gen eerbiedig het saluut. Staande, de
een leunend op zijn krukken, de on
der op zijn buurman, hooren zij be
wogen en ernstig het lied aan. Na de
Brabangonne kwam het God save the
King aan de beurt, want het hospitaal
herbergt ook taJ van. Engetechcn. De
zelfde eerbiedige houding van de
Fransche gewonden voor de anderen,
hun gasten.
Dan, na een korte pauze, k'inken
de eerste maten van de Marseillaise
en 't scheen wel of een vlaag van
geestdrift opeens al die gezichten van
de soldaten deed beven en veibleeken.
Hun adem hijgde van aandoening,
hun glinsterende oogen leken door de
muren heen te staren in -de verte,
naar wie weet welk een heldhaftigen
mareoh, die 'eidt ter overwinning of
in den dood
En toen de muzek zweeg, kwam er
beweging in die mannen, die zooveel
kostbaar bloed hadden verloren, d'e
zooveel smart en pijn hadden gele
den. maar van wie er eenïgen her
steld, toch weer spoedig naar het
front hoopten te gaan, en ze riepen
allen „Nu wij 1 nu wij 1"
't Werd toegestaan. Zij zongen.
Het glorieuze lied h&eft al op hee1
wat roemrijke slagvelden weerklon
ken het heeft vele inspannende men-
schen begeleid en vele overwinningen
bekroond, maar nooit klonk het zoo
indrukwekkend als van de lippen de
zer gewonden, die aan hun kamera
den in 't veld dachten, aan hun vaan
del en aan hun geliefd land, toen ze
te zamen zongen „Allons enfants de
la PatrieEr stonden daar bij
een infanteristen en jagers, kanon
niers en cavaleristen, A'gerijnsche
tirailleurs, een alpenjager, die niet
in de handen klappen kon, omdat hij
zijn armen miste. Daar waren matro
zen, die hun muts tussehen de gevou
wen handen hielden, ate in de kerk
bij de mis. Er was ook een kapitein
van de 'infanterie, die, wit van ontroe
ring en met bevende lippen zijn arme,
verminkte hand bewoog ate om do
maat te slaan en die zijn manschap
pen aankeek met groote tranen van
blijdschap op het ge'aat.
DE DUITSCHE VERLIEZEN,
De honderdste Pruisische verlies-
lijst, zegt de „Times"-coi'respondent
te Kopenhagen, brengt het getal doo-
deJi, gewonden en vermisten uit Prui
sen op 717.319. Hier moeten bijgevoegd
worden 7-i Saksische, 75 Wurtenvberg-
sche en 118 Beiersohe lijsten. Het
totaal der Pruisische en Betersche
verliezen, tot dusver gepubliceerd, te
ongeveer 1.000.000 en de Saksische en
Wurtembergsche lijsten geven een
aantal van 200.000.
RIDDERLIJKHEID.
Van Duitsche zijde wordt officieus
medegedeeld„Snel gestraft hebben
de Franschen een gruweldaad, waar
aan een Duitsch soldaat ten offer ge
vallen was. Den 4en December was
een schildwacht bij een prikkeldraad
versperring gevonden, met afgesne
den ooren en dpor een sohot in het
hoofd gedood.
Reeds den volgenden dag verscheen
een Fransch officier van liet 165ste
infanterie-regiment en verzocht ge
blinddoekt naar den commandeeren
den generaal gebracht te worden.
Hier"legde de officier de verklaring
af, dat zijn afdeehng niets te maken
had met den man, dien men schuldig
bevonden had aan deze gruweldaad.
Deze man was nog denze'fden dag,
den 5en December, doodgeschoten."
Verder zegt het officieuse Duitsche
bericht „deze snelle reohtspleging
en de ridderlijke vorm, dien de Fran
schen gekozen hebben, om onze troe
pen deze genoegdoening mede te dee
len. verdienen van onze zijde de waar
deering, die men m den oorlog ook
den vijand schuldig is ate hij waar
dig en ridderlijk gehandeld heeft."
ATHECI1T.
Dc „Times" verneemt uit Noord-
Frankrijk dat bewoners van Atrecht,
dié daar terugkeerden, verklaarden
dat naar schatting nu ongeveer 2004
menschen zich in de stad bevinden.
Er zijn ongeveer 1000 huizen ver
woest.
DE BOM AANSLAG OP FREIBURG.
De „Times" meldt, dat gedurende
den luatsten raid van avialeurs boven
Freiburg, de Reierschc generaal Von
Mayer door een projectiel gedood
werd.
Op Zee.
Een Duitsohe kruiser
gezonken.
Uit Petrograd wordt geseind: Do
Duitsch© kruiser „Friedrich Kari",
ecu schip van 9000 ton, is bij het uit-
stoom en in do Oostzee gezonken, 200
man zijn gered, ongeveer 300 verdron
ken.
Bombardement aan de
Engelsohe kust.
Officieel wordt uit Berlijn gc-meld!
„Over den aanval op de Engelsch©
Oostkust worden do volgende bijzon
derheden meegedeeld. Bij de nadering
van tie Engelsche kusi werden de
Duitsch© kruisers bij niet helder weer
door vier Engelsche torpedojagers
zonder succes aangevallen. Kern torpe
dojager werd vernietigd, een ander
•aakte in zwaar gehavend en toestand
uil hel gezicht. De batterijen van Hart
lepool werden tot pwijgen gebracht;
de gashouder vernield. Verschillende
ontploffingen en drie groote bran
den in de stad konden aan boord wor
den waargenomen. Het kusrtwachteta-
tion en de waterleiding van Scarbo
rough en do kustwacht en het signaal
station te Whitby werden verwoest.
De Duiteoho schepen kregen eenige
treffers van de kusthalterijen, welke
echter slechts geringe schade aan
richtten.
Op een andere plaats werd nog een
andere Engelsohe torpedojager in
den grond geboord'.
Ket Londensolie persbureau meldt,
da* volgens de laatste officieel© opga-
1© Hartlepool 55 burgers zijn ge
dood en 115 gewond.
DE ENGELSCHE PERS.
De Londensche correspondent der
N. R. Ct. seint:
De pers wijdt voornamelijk aan
dacht aan twe© kwesties. In do eer
st© plaats betoögt zij, dut do poging
van do Duitschers om een paniek to
wokken ijdel zal blijken en verder
legt zij nadruk op de schending van
liet volkenrecht,
In een hoofdartikel zegt do Daily
Mail: „De eorsto beweegreden van de
Du.tschers was om aan hun haat te
gen Engeland lucht te geven, de
tweed© was om weerwraak to nemen
oor do vernieling van Spec's smal
deel in het zuiden van don Atlanti-
schon Oceaan. Do derde beweegreden
was diat ziij onzijdige staten duidelijk
wilden maken dut Duitsche schepen
in do Noordzee konden optreden.-Do
vierd© was do ijdolo hoop om eon pa
niek te verwekken, om .n Engeland
troepen te laten blijven, die anders
naar het vasteland gezonden zouden
worden. Do vijfdo en belangrijkste
beweegreden was echter dat men do
En,gelee he admiraliteit wil dwingen
'ru grootere rij dn acht dan totdusver
in het nauwe gedeelte van do Noord-
ze© bijeen to houden waar die strijd
macht dan aan voortdurende bedrei
ging door mijnen en duikbooten zoi
blootstaan. Noch de Engelsche admi
raliteit, noch het Engelsche publiek
zullen er echter in loopen. Er is geen
paniek en er zal geen paniek komen.
Veeleer heerscht een geest van ern
stige berusting en voldoening, dat hel
gebeurde ten slotte algemeen duide
lijk heeft gemaakt dat de natie In oor
log is en dui do natie gereed is".
De Times schrijft:
„Wij zullen uu niet stilstaan bij de
voorschriften van het volkenrecht,
omdat de Duitschers vrijwel allo I»
ginselen van het volkenrecht en allo
eischen van do bescliaafde gemeen
schap oyerlioord geworpen hebben".-
Da Daily News zegt: „Do vloothe-
tooging van do Duitschers aan de kust
van Yorkshire is ongetwijfeld het
Duitsche antwoord op do necterlaa^
van de Falklatuis-eilanden. Het is
een dwaze manier om hierop te ant
woorden door eenigo onversterkte ha
vens le bescliieten, een aantal niet
strijdende mannen, vrouwen en kin
deren te dood en en eenige huizen en
Feuilleton
door GUY BOOTHBY.
19)
Zoodra alles afgeloopen was, keerde
onze jonge vriend naar Dulwich te
rug. Mevrouw Webster was reeds een
weinig gekalmeerd, hoewel altijd nog
bitter bedroefd. I.avington jioogde
haar to bewegen, een poosje op reis te
gaan, opdat de verandering van
lucht en van omgeving haar nieuwe
krachten zoü schenken, en toen Bea
trice haar wenschen aan de zijne
paarde, stemde de bedroefde weduwe
ten slotte toe.
Men besloot nu een poosje naar
Bournemouth te gaan en drie dagen
na de begrafenis deed Lavinglon haar
al uitgeleide naar het Waterloo-sta
tion. Hij had voor de dames een wag
gon gereserveerd, opdat zij geen
vreemden bij zich zouden krijgen,
kocht aan het station verschillende
couranten vcor haar, om in den trein
te lezen, bestelde per telefoon voor
haar een lunch te Basingstoke en gaf
den conducteur zulk een groote fooi,
toen hij hem verzocht deze dames
zooveel mogelijk ter wille te zijn, dat
de man zijn oogen bijna niet kon ver
trouwen, maar de dankbare blik,
waarmede Beatrice hem aanzag, be
loonde Lavington rijkelijk voor al wat
hij had gedaan.
U is nieer dan goed voor ons ge
weest, Lord Lavington, voegde
meyrouw Webster hem bij het af
scheid nemen toe, ik hoop, dat u
zich do belofte zult herinneren, om
eens naar ons toe te komen, zcodat u
daartoe tijd kunt vinden.
De jonge man knipoogde even, toen
hij antwoordde, dat hij daartoe geens
zins ongenegen was, maar zoodra de
trein uit het gezicht verdwenen was,
gevoelde hij zich diep weemoedig en
thuis komende, schenen zijn kamers
hem zeer somber toe. Ilij volgde in
gedachten den trein, die naar het aar
dige stadje, ie midden van dennen-
bosschen gelegen, toe stoomde, en
vroeg zich af, of Beatrice nu op dit
oogenblik ook aan hem zou denken.
Daarop besloot hij plotseling, om
naar het telegraafkantoor te gaan en
vandaar een bericht te verzenden, om
do dames bij haar aankomst welkom
te heeten. Een bouquet bloemen, in
Piccadilly gekocht, werd eveneens
daarheen gezonden, en toen, niet we
tende hoe den dag om te krijgen, ging
hii in ziin club lunchen.
Men begroette hem daar van alle
kanten even onstuimig.
Je bent nu beslist een publiek
persoon, zei een der officieren.
Waarom dat vroeg Laving
ton, die in geen stemming was om
gekheid te maken.
Wel door je getuigenis in de be
wuste rechtszaak, luidde het ant
woord. Jo portret staat zelfs in do
courant, hoewel geenszins geflat
teerd.
Do menschen zijn niet wijs. La
ten zo zich met hun eigen zaken be
moeien, luidde het antwoord van
den jongen man.
Dat is ook hun zaak, kerel,
schertste de ander, ze zijn er im
mers voor om het publiek in spanning
te brengen.
Tussehen twee haakjes, Laving
ton, hoeft men al eenfg vermoeden wie
de misdaad gepleegd heeft? vroeg
een jong advocaat.
Daar heb ik niets van gehoord,
luidde zijn antwoord, en daarop
van onderwerp van gesprek verande
rend, vroeg hij of een zeker jong-
menscb, met wien hij een afspraak
had, nog niet in do club was ge
weest.
Noon, en die komt vandaag ook
beslist niet, luidde liet antwoord,
want terwijl jij het hoofd vol had met
ander© zaken, Is hij naar de overzijde
van het kanaal verhuisd
Je bedoelt toch niet, dat zijn geld
op is? vroeg Lavington. Ik
meende dat hij tonnen rijk was.
Dat is hij ook,'— hernam de an
der, een sigarette opstekend. Hel
zijn ook geen geldzaken, die hem van
hier verdreven hebben, maar iets ge
heel anders.
Zeg mij dan toch in hemelsnaam:
W;it, drong Lavington aan, want
hij begreep totaal niets van deze ge-
heimzinnig-doencrij.
Hij is niet om iots, maar
wel mot iemand er van door
gegaan. Begrijp jo het nu? vroeg
de ander.
Lavington was thans één en al ver
wondering.
Zoo, :s het zoover met hem geko
men, zei hij, en wat zegt de
echtgenoot daarvan
Dio beeteldo alleen oognac en
scalawater, beweert men, en liet dien-
zelfden dag zijn paarden op de ren
baan loopen. De goede Sir George ge
raakt door zoo iets niet van zijn stuk,
zeide de jonge officier; maar toch
zou ik niet graag in de plaats van
Slingsford zijn, als hij hem later te
pakken krijgt.
Het is verbazend hoezeer do zede
loosheid in de laatste jaren toeneemt,
zei Lavington op driltigen toon.
terwijl hij zich naar de eetzaal begaf.
Jelui, ontwikkelden, moesten toch
tussehen de regels door kunnen lezen,
vervolgde de man, die Lavington
een publiek persoon had genoemd.
Heb jij het getuigenverhoor gevolgd?
Weineen, ik lees nooit dei gelijke
dingen, antwoordde de luitenant,
daar heb ik trouwens geen tijd
voor. Maar hoe zit het met dio rechts
zaak Verte! mij dat dan nog maar
even vóórdat we gaan lunchen.
Wel, het te een uiigproaakte
zaak, dat er een liefdesbetrekking be
staat tussehen hem en do dochter van
den vermoorden kapitein Webster.
Die arme oude Lavington 1
Dat mag je wel zeggen. Het is
treurig voor liem, maar wij krijgen
alten onze beurt van 's werelds ellende
vroeger of later. Ik ben gelukkig geen
begeerlijk© partij, doordat ik maar
een zevende zoon ben. Wat voor een
soort van meisje is zij Heeft zij
geld
Geen penny. Haar vader was
koopvaardij kapitein en zij wonen te
Dulwich. Lavington had ongenoegen
met zijn vader over haar en do oude
graaf verbood hem het huis. Ik vraag
mij af, wat of de geldschieters daar
van zulten zoggen.
Ze zullen geduldig moeten af
wachten, vermeed ikmaar laten
we nu naar de eetzaal gaan.
Hoewel hij verliefd en zijn aange
bedene ver van heni af was, lunchte
Lavington toch met smaak en daarna
ging hij in do biljartkamer een sigo
rette rocken. Vervolgens vergezelde
hij een zijner vrienden naar Tatersall,
waar dezo een paard wilde koopen.
Daar ontmoette hij toen zijn broeder
Chips in een rij-costuum, met een
stroopijltjo in zijn mond. Hij zag er nu
op en top als oen groom uit op dat
oogenblik, tot groole ergernis van
den ouderen broer. Hij knikte den
metgezel van Lavington toe, dio hem
op zijn beurt ijskoud begroette, en
wendde zich toen tot dezen, zeg
gende
Je hebt het druk gehad den laat-
sten tijd. Ik heb alles dienaangaande
Zondag m bed liggen lezen en knipte
het toen uil om het den ouwe te ze»
den. Hij /.al nu wel trotsch op jo zijn.
Bemoei je toch in vredesnaam
met je eigen zaken, gaf zijn broei
hem driftig ten antwoord. Jo hcW
geenszins het recht je met mij te be
moeien.
Niet? Je bent toch immers pu
bliek eigendom en dat moot je beden
ken. Je portret doet overal de ronde.
Lavington liep door, zonder iots t«
zéggen, terwijl Chips hem lachende
nakeek. Deze nam nooit iets kwalijk,
wét men hem ook aandeed.
(Wordt vervolgd).