BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Een wonderlijke Zaak
Sï« U»rr»*e
ZKTERDAQ I® DECEMBER 1914.
No 9e:<.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 53.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 12.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
ttaarlemsche
Handelsvereeniging
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij KoninkL besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909. No. 52.
Bureau: Jansweg 11, geopend alle
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt met het doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van mform&lién en het incasseeren
van dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pet. pro
visie wordt geheven.
Ingekomen vorderingen van 1 Mei
tot en rnet 31 October 1914. Totaal
f 4094.80.
De maand Augustus toonde het laag
ste cijfer, nl. f 321.98. De maand Oc
tober daarentegSti toonde e„n ont-
vangstcijfer aan van f 1413.86 1/2.
Bovendien hebben de leden het
reo.Tt op het hun gratis te verstrek
ken advies van do rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de hoeren
Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A.
H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewenscht ook in proceduren en
faillissementen, gratis voor hun op-
Iredeu, natuurlijk echter alleen voor
zulien betreffende den handel of het
bedrijf der leden.
Bij eike vordering der rechtsgeleer
den in handen gesteld moet 10 cent
voor por i oj ien gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
worden betaald. H.H. rechtsgeleer
den hebben het recht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
noodig geoordeelde voorschot te vrar
jen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich
ting; verlangt men de Informatie
schriftelijk dan wordt 25 cL berekend
terwijl voor informatica op builende
Itad wonende personen f 0.60 pLrn.
5 ct. portovergoeding moet worden
betaald.
Aan net kantoor Jansweg 11 zijn
coupons A 10 ct verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken Stand op hel Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adres-
Beu van hier ter stede op het bevol
kingsregister ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitimatiekaarten, waarop zij
persoonlijk informatièn kunnen vra
gen. in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bomd van
Onderl. Infor. en Schuldinvordering-
bureaux en Handelsvereenigingen
aangesloten vereenigingen.
Deze informatièn worden gratis ver
strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven. Is een nader onderzoek noo
dig, dan bedragen de kosten daar
van 20 cent
Nieuwe leden voor 1914—1915 kun
nen nu reeds tot de vereeniging toe
treden tegen betaling van een half
jarr conuihu'.ie f 1.75 en 10 cent
voor reglement
Het is noodg er nog eens nadruk
kelijk op te wijzen dat goed infor-
meeren, vooral naar nieuwe cliën
ten eene bepaalde noodzakelijkheid is
geworden, waar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzende gemeenten komen vee
tigen. Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 19
vereenigingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van namen van per
son en omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on
geschonden moet blijven en die als
waarschuwingsmiddel uitstekende
diensten bewijst
Waar eene vereeniging, die haren le
den al deze voordeel en ea gemakken
aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden eisch te noemen, te
meer daar al het opgenoemde niet
het eenige is wat de Haarlemsohe
Handelvereeniging doet; steeds heeft
zij een open oog gehad voor alle za
ken, die hare leden in 't bijzonder en
onze gemeente in 't algemeen betrof
fen en altijd heeft zij daarvoor ge
sproken.
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, al
leen dient nog vermeld, dat het hare
bedoeling is, in deze richting krach
tig voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie commissiën gevormd en ia
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commissiën bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incasso wezen,
eene met algemeen© Middenstandabe-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier:
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk voel goeds
tot stand brengt verdient uw sym
pathie eoi de contributie, f 3.50 per
jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe
sterker zij is in ledental, des te meer
kan do Haarlemsabe Handelsver
eeniging doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
Hef Rijke Natuurleven
EEN" PAAR WINTERVOGELS.
BI ad rozet ten en rood-aangeloapen
knoppen, stevig aaneengesloten katje®
en zelfs volledig overwinterende knop
pen, ze zijn liet zichtbare bewijs voor
hot. leven en de groeikracht in de na
tuur, ze spreken van een naderend
weder opbloeien en beloven eesi lente-
weeilde, die in ons klimaat liet voor
jaar zoo sprookjesaclMiig kan maken.
Maar niet ail oen de plantenwereld
leeft en groeit in dezen tijd, ook do
dieren geven nu stof te oveir voor
waarnemingen.
's Morgens, als de schemer nog
heer acht in den tuin, als de overgang
v. den nacht naar den dag zoolang
duurt, dat men aan de overwinning
v. n de zon zou gaan twijfelen, is de
vogelwereld al druk aan het werk,
om de maagjes te vullen.
Geheel den dag kunnen we ze in
d^.. tuin zien, de meezot en mus-
schen, vinken en lijsters en af en 'ioe
zelfs de roodborstjes, maar 's morgens
vroeg zijn ze toch het drukst in de
weer en laten ze zich van een schuil
hoekje uit het gemakkelijkst waarne
men.
merels treden in den regel heel
bruusk op. Hun lulde, doordringende
kreten, die ons op de lenteavonden
soms zoo kunnen doen opschrikken,
weerklinken nu niet meer of nog heel
zelden, maar In hun bewegingen zijn
ze nu en dan nog even wild.
Dan zoeken ze naar voedsel en hak
ken ze in den nog weeken grond, zoo-
als ze dat ook in het voorjaar doen,
dan beheerschen ze de laatste overge
bleven bladeren en rukken en trek
ken ze er aan, als wilden ze hun woe-
d .1 over de schrale vangst aan de hoe-
Ie omgeving koelen.
Zoo zien we ze vaak en bijna het
heele jaar door, maar in dezen tijd
hebben ze ook nog hun bijzondere
wintergenoegen6.
Een merel 9chijnt van nature zeer
philosophisch aangelegd te zijn. Dat
merken we heel goed, als hij in de
lente op een boven alles uitstekende
g« Ipunt zijn overpeinzingen uitneu-
riet of in welluidende zachte fluitto
nen zijn blijdschap over de terug
komst ven het voorjaar Lucht geeft
Marr in i&n winter blijft hij de zwar
te denker, die soms minuten achter
een onder een heester kan zitten kij
ken, die toch aan de beweginkjes van
den toewp laat zien, dat bij niei. indom
melt, maar wel degelijk op zijn qul-
vive is.
Wie zal uitmaken, wat eir in bet
vogelkopje omgaat, wie durft zelfs
pertinent te beweren, dat er werke>-
lijk idis Is, waaraan de vogel zoolang
zijn aandacTrt schenkt?
Het zijn raadsels, zooals we er voor
duizenden komen te staan bij het be
kijken van do natuur, maar al kun-
hen we geen oplossing vinden., een
feit is liiet, dat de merels zich in dezen
tijd graag in de eenzaamheid terug-
'crakken, een feit is het, dat het altijd
weer aardig is, ze zoo stil onder de
heestors te zdem zitten, terwijl de vo
gels, die tegelijkertijd in den tuin om
voedsel komen, stoeien en dartelen als
in don zomer.
Ja, en toch nlei alle Ook de win
terkoning slaat niet gauw lot liet
luidruchtige over.
Als een levende okkernoot trekt bij
van tak 'tot tak, liefst lang bij den
grond blijvend, maar steeds druk in
de weer, om hiet hongerige maagje te
vullen.
Graag houdt diit vogeltje zich in den
win/ter op aan den kant der slooten.
Daar, tusschen liet overliongiende,
vochtige gras, aan de dorre braam-
stengeis en tusschen de elzens tempen
moet wel heel wat voor hcim zijn tie
vinden, want uren en zelfs dagen
achtereen kan hij in dezelfde omge
ving blijven.
Scherp moeten we uitkijken, om
hom in liet. oog te krijgen, hij laa't u
tot op enkele motors naderen, maar
zelden krijgt go de kans, hem ©enige
oogjenblikken achtereen onbeweeglijk
te zien. Daarvoor is het vogeltje veel
te druk, daarvoor is zijn honger wel
licht 'ie groot.
Wat er hooit heel wat toe, om zelfs
dat kleine lichaampje te voeden.
Winterkoningen hebben bijna altijd
honger en gedeeltelijk staat dit veer
in verband met de groote krachtsin
spanning van het diertje, om met de
korte vleugeltjes zich toch zoo water
vlug langs do slootkanten voort te be
wegen.
In dezen tijd komen ze graag ui on-
z- tuinen en liet eigenaardig kleioe
der diertjes, hun ernst bij al het werk,
sprekender vaak van die der grooiere
vogels, geeft hun iets pittigs, maakt
ze toch de liefst geziene wintervogel
tjes onzer tuinen.
Een geluk voor de diertjes, dat ze
z« moeilijk voor de kooi zijn groot
te brengen; ze zouden anders om htm
welluidende wijsjes nog wel eens zijn
ingerekend door handige nestzoekers.
Ëena heb ik een nest jonge winter
koningen in de kooi rien grootbren
gen. De eigenaar was een meester In
dat vak, en, hoe jammer ik het ook
wnd, dat de nuttige diertjes in ge
vangenschap voortleefden, ze leverden
toch een aardig gezicht op en schenen
zich volkomen gelukkig te gevoelen,
zoolang ze maar een meelwormpje
voor zich zagen.
Wijd openden de diertjes, al bijna
volwassen en toch maar weinig groo-
ter dan een amandel, kop en staart
buiten rekening gelaten, de fijne bek
jes en achter elkaar .wipten ze, met
opgeheven staartje, op de hand van
den kweeker, om de kronkelende meel-
wormen in ontvangst te nemen.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Eenvoud in onze kleeding.
Parije begint langzamerhand te
fieri even en wederom ontvang ik ge
regeld de mode-berichten, die onze
dames zoozeer interesseeren en die ik
haar dan ook getrouw wil mededee-
len. Uit alles wat men uit de Fran-
fsche hoofdstad verneemt, krijgt men
evenwel den indruk, dat „ia vi'le 'u-
mière" in een „vüle de grand deuil"
veranderd is en zoo hebben de treu
rige omstandigheden zelfs op Mada
me Mode een etempel van ernst ge
drukt, hetgeen men zich ternauwer
nood van deze vluchtige Parisienne
kan voorstellen.
Do Frangaise, die gewoon is een
groot deel van haar tijd door te bren
gen met: „chiffonner" zooals zijzel-
ve het zoo karakteristiek uitdrukt, ge
bruikt nu haar vernuft om allerlei
practisohe kledingstukken voor het
leger te vervaardigen. Zij haaktven
breit wollen hoofdkappen, zooals men
die tot nu toe slechts""v8n aviateurs
opmerkte, naait buikgordels en ver
vaardigt borst- en rug-warmers, om
niet te spreken van sokken, kniewar-
mers, polsmoffen enz. enz.
Op do mode-ateliers volgen rouw-
ordere zich geregeld op. en het is ont
zettend zooveel rouwtoiletten als men
in de Parijsche straten opmerkt, Hoe
kan 't ook anders? In Weenem en Ber
lijn is het evenzoo, en wij kunnen
ons in ons gezegend land trots alle
courantenberichten geen voorstel
ling maken van het leven dat geleid
wordt m de groote steden van die
machtige rijken, die than® in den oor
log gewikkeld zijn. Doch ik zou te ver
van mijn onderwerp afdwalen, als ik
mijn lezeressen den treurigen inhoud
van den brief ging verhalen, dien ik
gisteren van een mijner correspon
denten in Berlijn ontving.
Laat ik mij daarom bepa'en tot de
mededeeling. dat de oorlog grootcn
invloed heeft op de actueele modes en
laat ik er den wenscli aan toevoegen
dat die invloed een min of meer blij
vende moge zijn, opdat er wat meer
degelijkheid zal gaan heerschen in
het toi'et der vrouw, dan in de laat
ste jaren het geval was. Eenvoud en
degelijkheid zijn zeer zeker twee voor
name factoren om het verloren even
wicht te helpen herstellen.
Natuurlijk moet men ook in deze
dingen niet overdrijven. Nu men uit
den aard der zaak minder aan uit
gaan denkt en dus meer op den ge-
zelligen. huiseUjken kring te aange
wezen, ligt het voor de hand, dat we
wat meer aandacht wijden aan huie-
toüetten van ons zelve en onze kinde
ren. Niets toch 6temt prettiger, dan
een vrouw, die zich in huis eenvou
dig doch elegant kleedt en zorg
draagt, dat ook haar kinderen en
dienstbode er netjes uitzien.
In de eerste plaats heeft
de vrouw des huizes behoefte
san een elegante doch eenvoudige
peignoire, zooals de confectle-
huizen er in at'c prijzen en genres
brengenen verder heeft men behoef
te aan eenige flanellen en zijden of
fiuweelen blouses, die met een zwar-
ten of marine-blauwen rok gedragen
worden, terwijl dezelfde b'ouses be
nut kunnen worden bij het taü'eur-
costuum.
Eenvoudige. gekleede japonnen
brengt men op het oogenblik van ge
kleurde serge, cheviot, cacheniire en
diverse andere weefsels, zoowel in ef
fen als geruit.
De rok-modeüen laten ons voors
hands nog in het onzekere, want we
kunnen nog niet zeggen of de lange,
geplooide overrokken den overgang
zullen vormen van de nauwe rukken
tot den klokrok en den plooirok, of
dat de nauwe rokken, die zoozeer
in den smaak vallen en die zoo wei
nig materiaal vragen zich nog zul
len bandhaven.
Zeer véél variatie is er op het oogen
blik in de modellen der mouwen. De
kimono werd als het waro verdron-
gien door het raglan-model, dat even
wel niet voor alle figuren geschikt is,
d-ooh men ziet weer veel ingezette
mouwen, die zelfs dienen om bestaan
de kimono-talies te laten verande
ren. De naad onder den arm wordt
dan iets hooger dichtgenaaid, alhoe
wel men het armgat wijd laat en er
bij het inzetten van den mouw op let,
dat de schouderlijn nog steeds zoo
lang mogelijk moet zijn en men dus
de naad onder, de ronding van den
iider laat vallen.
Men ziet ook. mouwen die lia'ver-
wege den bovenarm worden aangezet;
en. vaak zijn de mouwen vervaardigd
van tweeërlei stofd. w. z. dat een
middengedeelte is aangebracht van de
garneerstof, waarvan de kraag, man
chetten en ceintuur gemaakt zijn.
MAPJE VAN AMSTEL.
De redactie zond mij het volgende
schrijven:
Als winkelier in damesoonfectie
lees ik in Uw geacht blad steeds met
belangstelling de „rubriek voor vrou
wen" omdat deze rubriek zich na-
'iuiuirlijk dikwijls begeeft op het ge
bied der damesmode en damesoonfec
tie en Uwe medewerkster op dut ge
bied gewoonlijk steeds goed beslagen
ten. ijs komt.
Doch juist omdat Usve medewerk
ster steeds zoo goed op de hoogte is,
verwondert hef me in Uw geacht blad
van Zaterdag j.l. een artikel t© vin
den, waarin betoogd wordt dat de zui
nigheid thans gediend wordt door de
damestoiletten in huis te laten ma
ken.
Onder gewone omstandigheden ia
er tegen dat in huis laten maken (ik
zeg knutselen) nog heel* wat in te
brengen, doch'thans is dit, tengevol
ge der geheel abnormale omstandig
heden c.p het gebied der damesconfec-
tle geheel in strijd met de feiten. De
zuinigheid wordt daardoor in 't ge
heel niet gediend, integendeel mag k
het gorust 'n nwctelooze verspilling
noemen, zidh thans ni<* met confec
tie te kleed en.
Ik verzoek U daarom mij een kleine
plaateruimte in Uw geacht Wad toe
te staan ten einde dat aan te toon en.
De enorme eischen voor de mili
taire kleeding veroorzakten, dut
vrijwel in alle landen de steffabri-
kanten, reede van het begin der mo
bilisatie af, voor de legc-.rlxdioeften
werkzaam waren. Stoffen voor p a r-
11 c u I i e r gebruik worden zoo
goed als niet meer aangeinaak'.
't Gevolg bleef dan ook niet uit.
Eensdeels door vermindering van den
wolvoorraad anderdeels door stcik
verminderde aanmaak van stoffen
voor particulier gebruik, stegen de
prijzen van alle stoffen mot circa
a S5 en zelfs zij, die nog S-offen
voorradig hadden, zagen zich ver
plicht hunne prijzen me; dat percen
tage te verhoogen omdat nieuw© stof
fen bijna niet te krijgen zijn.
Ons ministerie meende, in verband
daarmede dan ook, den uitvoer van
wol en wollen stoffen ie moeten ver
bieden.
In de Damesoonfectie vond Juist
het tegenovergestelde plaats.
De oorlog brak.juist uit teen vrij
wel alle winterordars gereed hingen.
Van verzending kon echter geen spra
ke zijn, omdaï de verzendingsweg af
gesloten was voor het land, dat hut
grootste deel Damesoonfectie levert.
De millioenen voorraden, oorspron
kelijk bestemd voor de Vereenlgda
Staten van N.-Amerika, Can ad e,
Australië, onze Koloniën enz. enz.
werden nu, zoo goed en zoo kwaad
als he, ging, over do neutrale staten
heengestort.
't Gevolg bleef ook in dat opzicht
niet uit.
Terwijl de prijzen der stoffen mol
30 A 35 stegen, gingen des on
dnnks de prijzen der damcaconfecti»
inet een ovengiroot percentage naai
beneden.
Als men nu eens' bedenkt, dat bo
vendien de wisselkoers op liet lan
dat de meeste dameecon-ïcctie levei f,
circa 12 onder het goud-punt Man',
niet andere woorden, dait een neu
traal land met zijn geldsoort betalen
de, reeds deswege een korting geniet
van pl.m. 12 dan is ecnigazius
verklaard denognooitvoorg -.-
komen toestand dat thans
inde neutralelandon,
de damesconfectie tegen
goedkooper prijs verkocht
wordt, d a n d e p r ij s, dien
men thans zou hebben te
betalen alleen roede
voordestof dieervoor ver-
b r u i k t werd.
Hoe onder dergelijk abnormale om
standigheden, Uw o medewerkster,
overigens zoo au courant, ui,wij
den kan over do voordeel en van hut
in huis laten maken, is mij een raa 1-
sel, en 'k meende het publiek dan ook
geen ondienst te doen, door op die
abnormale omstandigheden even ile
aandacht te doen vallen.
Met dank de voor plaatsing heb V
de eer ',e zijn,
Hoogachtend,
EEN WINKELIER*.
ANTWOORD VAN' DE REDACTRICE
AAN: „EEN WINKELIER.'
Mijnheer.
Met genoegen vernam ik, dat n.'jn
laatste mode-causerie U aanleiding
gal het een en ander ter kennis te
breDgen van onze geachte lezeresse n,
waar van gij als winkelier in da
mes- en kinder-confectie zéér zeker
beter op de hoogte zult zijn, (ion ik
als mode-verslaggeefster. Ik heb 'ten
Feuilleton
door GUY BOOTHBY.
20)
Nu heb ik hem toch nijdig ge
maakt, bromde hij binnensmonds.
Ik vraag mij af wat hij wel zou
zeggen als ik hein mededeelde wat ik
weet. Misschien doe ik dat later nog
wel en dan zullen we Lachen.
Daarop liep hij de deur uit en een
cab aanroepend reed hij naar een van
zijn geliefkoosde kroegen toe.
Zoodra zij hun zaken hadden afge
daan, keerden Lavington en zijn
vriend naar Piccadilly terug. Do
laatste stapte aan het Circus uit.
maar Lavington verzocht den koetsier
hem naar Scotland Yard te brengen
en daar dankte hij hem af.
Hij begaf zich naar het bureauvoor
crimincele zaken en gaf daar zijn
.kaartje af, zeggende dat hij iemand
wenschte te spreken, die op de hoogte
was van de zaak van Webster. Na een
poosje gewacht te hebben werd hij
toegelaten bij een heer van middel
baren leeftijd, die hem een stoel aan-1
bood.
Zooals u wellicht reeds weet, was
kapitein Webster mijn vriend, zei
Lavington, bovendien hoop ik la
ter mei zijn oudste dochter te trou
wen.
De ander maakte een beleefde bui*
ging, terwijl hij antwoordde
Dat was mij reeds bekend, mijn
heer, maar ik vrees dat ik u weinig
nieuws kan meedeelen. Wij worden
overstroomd door mensehen, die be
weren dat zij een moord hebben ge
pleegd, lieden die graag opgeborgen
willen worden of aan waanzin lijden.
Eens dachten we, dat we hem te pak
ken hadden, maar de man kon ten
slotte zijn alibi bewijzen. Het is zeker
een van de geheimzinnigste zaken, die
ik ooit in behandeling heb gehad, en
die al mijn krachten en talenten ver-
eischt. Jammer dat liet dien avond
juist zóó hard vroor, en wij daardoor
niet den afdruk van de voetstappen
konden zien, maar de grond was teen
zóó steenhard, dat er zelfs een rol
stok overheen had kunnen gaan, zon
der eemgen indruk achter te laten.
Dat was zeker ongelukkig, zei
Lavington maar heigeen ik in de
eerste plaats graag zou willen weten
is, hoe de moordenaar daar in huis is
gekomen V De ramen waren gesloten
en daar de dienstmeisjes alleen thuis
waren, zullen ze ook wel den grendel
op de voordeur hebben gedaan.
Het was voorzeker een zonderling
geval, antwoordde de ander.
Even daarna kwam er een klerk
binnen met een stukje papier, dot hij
vóór den inspecteur op den lessenaar
deponeerde.
Dat treft gelukkig, zei deze nu,
een van de inspecteurs, die met
het geval belast is, komt daar juist op
het bureau, en daarop zich tot
den klerk richtende, zei hij
Verzoek mijnheer hier te komen.
Dadelijk daarop kwam de bewuste
inspecteur, die veel meer overeen
komst had met een onderwijzer, dan
niet iemand anders, liet bureau bin
nen. Hij boog voor zijn chef en toen
zich tot Lavington wendend, zei hij
Dag, mylord.
Onze jonge vriend antwoordde glim
lachend
U maakt mij angstig. Ik wist
niet, dat de heeren van de politie mij
kenden.
De inspecteur legde nu uit, dat hij
de instructie van de zaak had bijge
woond.
Hebt u eenig nieuws voor ons?
vroeg de hoofdinspecteur.
Ja, mijnheer, ik geloof althans
wel, dat wij nu op het rechte spoor
zijnwij hebben tenminste iemand
gevonden, die dien bewust en avond
te DulwSch in een koffiehuis Ls
gezien. De kastelein beweert althans,
dat die persoon iets verdachts over
zich had. Tenslotte kreeg hij woorden
met een van de andere gasten en
werd hij de deur uitgezet. Hij had
daar toen den wee naar Peckham ge
vraagd, waar hij vrienden had, zei hij.
Volgens de beschrijving was hij ee-n
groot man, zwaar gebouwd en had hij
een zwarten baard. Hij had een
«enigszins vreemd accent en maakte
veel gebaren als hij sprak. Hij was
armoedig gekleed, zijn schoenen wa
ren geheel versleten. Hij had een slap
pen, zwart-vilten hoed op met een gat
er in, dat te weeg gebracht was door
een kogel tijdens zijn verblijf in Ame
rika, had hij ook gezegd, maar de
kastelein had hem aangezien voor
iemand, die niet goed bij het hoofd
was..
"Dit alles bij elkaar genomen kan
hij best de moordenaar zijn, ant
woordde Lavington.
Hebt u later nog iets van hem
gehoord vroeg de hoofdinspecteur
nu weer.
Neen, niets, mijnheer, luidde
het antwoord. We hebben alle
kroegjes in de buurt afgezocht, maar
konden niets aangaande hem verne
men. Ik heb nu Grately en Bunter in
de stad nog eens laten informeeren,
terwijl ik in de buurt overal rond
keek. Ik denk echter, dat hij de rivier
over is gegaan, maar de tijd
moet hét loc-ren.
Zend zijn signalement naar alle
andere buieaux, gelastte de hoofd
inspecteur thans.
Goed, mijnheer, antwoordde
de ander, en daarop een buiging voor
Lavington makend, ging hij de deur
uit.
Lavington stond nu eveneens op
om afscheid te nemen. Hij bedankte
den politiechef voor zijn beleefdheid
en stak hem de hand toe.
Weer thuis gekomen, schreef hij
een langen brief aan Beatrice, maar
vermeldde daar niets in van hetgeen
bij gehoord had. Vroeger had hij nooit
lange brieven kunnen schrijven, maar
alles meestal per telephoon of por
telegraaf afgedaan, maar in den laat-
sten tijd kon hij heele vellen vol pen
nen, als hij aan Beatrice schreef.
De Websters souden nu al wel rus
tig in hun apartementen zitten, want
zij hadden besloten om liever kamers
te huren, dan haar intrek in een hotel
te nemen. Het had hem wel eenige
moeite gekost, die kamers voor de da
mes te vinden, want nu de winter m
aantocht was, werden ze veel ge
vraagd, maar ten slotte was het hem
toch gelukt
Alle vertrekken zagen op de zee uit,
met de rotsen en de klippen aan de
rechterzijde en hij stelde zich nu al
den tijd voor oogen, waarin hij daar
met Beatrice zou ronddwalen, of met
haar rijtoeren in de omgeving zou
maken.
En daarop beving hem weer de
oude twijfel, of zijn vader ooit *1e
toestemming zou geven tot zijn hu
welijk. Zooals hij hem kende, was -l t
zijns inziens lang niet zeker, wan', h'i
wist slechts al te goed, dat de gra 1
zeer koppig van aard was en noot
op een eens genomen besluit wilde
terugkomen.
Toen zijn knecht hem- den volgen
den morgen de brieven bracht, -/ a
hij tot zijn groote blijdschap, dat ei
een van Beatrice bij was. Hij scheur
de dien haastig open, las hem eere'
vluchtig door, om er later echter n"s
weer eens al zijn aandacht aan u
wijden. Toen hij den inhoud er van
bijna van buiten kende, nam hij u«
andere brieven ter hand, die bijna
alle invitaties voor partijen of en»
wel rekeningen waren. De eenige uit
zondering daarop was een brief van
Lady Beïlower, die hem vroeg dier
dag bij haar te komen lunchen, da. i
zij hem iets zeer gewichtigs te zeggen
had. Hij uKiesl zorgen om half twe«
bij haar te zijn> wilde hij zich mol
haar eeuwigdurende ongenade op de»
hals halen.
{Wordt vervolgd).