Be Europeesche Oorlog.
Een wonderlijke Zaak
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 13 JANUARI 1815
OP het Westelijk
Oorlogsveld.
Regen,, 6torm en sneeuw.
Vandaar dat er weinig belangrijks
op "t oorlogstoeneel plaats heeft.
De „KOtaische Ze Hung" schrijft
„Een aanval, die een beslissing nou
brengen, thans uit te voeren, achten
wij "n dwaasheid, orndat tegen de aan
beide zijden aangelegde verste rklin--
gen, met arlilleriestell'ngen en ver
sporringen, met loopgraven en sou
tiens, eenvoudig niet op te tomen
valt."
Maar dat te eaniger tijd aan dozen
toestand c-en einde moot komen, is
duidelijk. Zoo blijven kan 'het niet.
Een. professor aan de hoogescliool
te Zurich, dr. Bovet, dio in Frankrijk
was en den toestand gadesloeg,
schrijft in do „Neuc Ziiricher Ztg."
„Generaal Joffre heeft zijn verblijf
plaats gekozen ndel ver van het. hoek
punt van den stompen hoek, dien <ïe
linies der Duitsche legers 'n Frank
rijk maken. Van daar uit kan hij te
gelijkertijd zoowel het noorden a's
het oosten overzien, en het aangrij
pingspunt voor de doorbreking van
de Duitsc-he linies k'ezeu.
„Maar waar zal d't aangrijpings
punt zijn?
„liet is onmogelijk deze vraag thans
reeds niet zekerheid te beantwoorden.
Doch reeds lang voor dat er sprako
was van sterke troepenconcentratie
bij Besaiifon, sprak iemand, die goed
op de hoogte 's, zijn meening uit
„Let u vooral op de Vogezen." En
iMaarblijl.olijk was reeds vroeger, voor
den in"o 1 der Duitschers i-n België,
Ejiinal als baste voor het offcnsic/f
logen D ..vi toch Land aangewezenen
dte benoeming van een zoo uHajekcn-
dc militaire pereoonlijkhdd a's gene
raal Legrand aan het hoofd1 van het
21 o legerkorps, kan niet als een toe
val gelden."
Tot zoover dit Zwiisersche bind.
„Het is zoo merkt 't Alg. Han
delsblad op natuurlijk niet vooruit
te zeggen, waar do doorbraak zal
worden beproefd, maar de mogelijk-"
beid en do waarschijnlijkheid, dat d'e
ln de Argoimen en dus ju'st aan den
stompen hoek van de Duilsche linii
tusschen Soua'n en Verdun zat
6chieden, is uit een irtilitia'r-strate-
gisch oogpunt de meest waarschijn
lijke.
Wanneer?
Dat weet aWeen de man, die op dit
oogenblik in Frankrijk de lc'ding
(heeft. Do „Tempe" ze'fs zegt,,Dc
oorlog heeft een karakter aangeno
men, dal men niet verwacht had. Men
moet rekening houden niet de om
standigheden en een uitputtingsoor
log voeren ieder gevaarlijk ongeduld
moet worden, vermeden, Ondanks de
groote verliezen aan roenèchen kan
Duitschland nog veCe reserves 'n het
veld brengen. _En de bondgenooten
kunnen de zege slechts behalen tegen
den prijs van zware offers. Want
DuUechlnmi is nog m ei ten einde. De
groo'.e moeilijkheden zuRen pas in
het voorjaar komen. De strijd d'en
Fiankrijw voor hei uogenblik voeren
moet is eeimzware beproev'ng. Onge-
duld alleen kan op een bespoediging
iun de operau.es aandringen inaar
geduld is noodig voor alles.
Jn de kringen van den Franscben
Generalen t;af meent men,, dat zoo
bet ge'uk de operaties der geallieer
den begunsfgt, de Rijn in Juli kan
worden bereiKt, en dat voordat aan
verder oprukken in Dtf.tschlarid kan
worden gedacht, eerst do vestingen
Straatsburg, Metz en Mainz moeten
worden genomen."
Maar de „Times" meent „Zelfs
met de nieuw uitgezonden versterkin
gen zal geen nieuwe phase 'n den
strijd kunnen worden begonnen,
want iedere dii.mbreed grond.-, wordt
<loor do Du'tschers hardnekkig verde
digd. En een overgang van het defen
sief tot het offensief brengt niet voor
de Duitschers den moelijken tijd,
maar voor de bondgenoot en, die hun
troepen tot den aam-al moeten lei
den."
Do officieele berichten, luiden:
De Duitse he staf deelt mèdö.
„Ten zuiden van 't kanaal van In
JBascée zijn kleine gevechten gaande,
die tot dusverre zonder resuitaat zijn
gebleven.
Bij Crouy (ton X O. van Sotesrais)
hebben <le Franscben oen aanval ©ai-
dcrnouieu. Zij zijn échter met zware
verliezen teruggeslagen. lieden zijn
de gevechten daar hervat.
Een in de streek ten oosten van
Perthes door de Franscben onderno
men aanval is door Duitsch vuur af
geslagen. De Franscben leden daarbij
zeer groote verliezen.
In Argonne hebben de Duilschers
aaji den Roineinsclien heirweg (van
Chalons over SL Menéhould naar Ver
dun) een Fransch steunpunt verwerd.
Daarbij zijn twee officieren en lil
man in hun handen gevallen. In de
gevechten irt 't oostelijk deel van Ar
gonne hebben de Duitschers sedert
acht dagen een majoor, drie kapiteins
13 luitenants en 1000 man van de
Franschon gevangen genomen, aoodat
de verliezen der Franscben op dat
beperkte gedeelte van het gevochte
terrein met inbegrip van, dood en en
gewonden op 3500 man geschat wordt.
De pogingen der Franscben om bij
Ailly (aan de Maas ton zuiden van St.
Milüol) tot den aanval over te gaan,
zün mislukt".
Hot officieele Frans che bericht
luidt/,
„Op sommige punten van het front
van de Noordzee tot de Oise zijn he
vige artillcmeevechten geleverd.
Ten noorden van Soissons hebben
de geallieerden opnieuw gedeelten
van loopgraven vermeesterd.
Op het front van Soissons tot Reims
ziju artiJlenegevecliten geleverd.
De redoute bij Perthes is het too-
neel geweest van een wanhopig ge
vecht, dat nog v oortduurt.
Twee aanvallen der Duitschers op
de Maasheuvels zijn afgeslagen.
Een Duitsche compagnie die het
dorp Saint Sauveur plunderde is op
de vlucht gejaagd.
Op het overige front is de toestand
onveranderd".
Van '4 Oosialijk
Oorloaslocneel.
Een keauisgeving van het Duit
se li e hoofdkwartier meldt:
„Van het Oost-Pruisische front is
niets nieuws te meiden.
.Aanvallen der Russen in Noord-
Poten zijn op rJets uitgcloopen.
Duitsche aanvallen iri het gebied
ten westen v in den WeichseJ hebben
ondanks het slechte weer op eenige
punten vorderingen gemaakt.
Op den oostelijken oever van de I'i-
lica is de toestand onveranderd".
Een officieele O o s t e n rij k s c h e
meiledeeling luidt.
„De pogingen van de Russen om de
Nida over te trekken zijn ook Maan
dag tijdens een hevig art ill ei'inge
vocht herhaald.
Op liet zuidelijk deel van het front
aan de Nida zijn de Russen overal
opnieuw lot den aanval overgegaan,
diie echter na korten tijd door arlilte
rievuur is afgeslagen De Russen heb
ben honderden do oden en gewonden
achtergelaten.
Tegelijkertijd ds ook ,ten zuiden
van den Wedchsel het artillericduel
voortgezet. Daarbij is het een der Oos
ten rijksche batterijen gelukt een door
de Russen bezette hoeve zoodanig on
der vuur te nemen, dat de daar s?d :-rt
eenige dagen genestelde Russen tot
de vlucht zijn genoodzaakt.
In de Karpathen l>emoeilijkt het
ongunstige weer elke krijgsverrich
ting van cenige beteekenïs.
In het dal van d« 13oven-Ung heb
ben de Russen zich in de richting
van den Uzsok pns teruggetrokken-
Het door Russische bladen versprei
de bericht dat do vesting Przemysl
don lOden December LI. een parle
mentair naar de Russen heeft gezon
den, is natuurlijk geheel verzonnen
en zal wel bedoeld zijn als een poging
om do volslagen machteloosheid der
Rusaah tegenover deze vesting te ver-
bloemen".
Do oorlogscorrespondent van heit
„Deutsche Voiksblutt" verneemt om
trent het beleg van Przemysl, dat het
Russische leger daar bij zijn aanval
len tot dusver ontzettende verliezen
leed. De uitvallen der bezetting brach
ten deai belegeraars steeds groote
verliezen toe. Gevangengenomen Rus
sisciie officieren vertellen, daar,-an
met onverholen bewondering.
Eveneens werden de rijen gedund
bij de bestormingen. Evenals bij het
eerste beleg drijven de officieren de
bestor-mende manschappen vooruit.
Veten die niet voort willen gaan,
worden ineergee.choten. Voor du
draadversperringen lagen na do eer
ste aiurv ai spelingen stapels lijken.
Het aantal daarvan is met duizenden
to tellet). Vermoedelijk hebben do
Russen daarom nu hun aanvaller, op
gegeven.
Onlangs zijn gedeelten van het be
legeringsleger naar liet front aan de
Domajcts en naar de Karjwitlkeii ver
trokken, zoodat voor Przemysl lui
voorloopig wel i-ustig zal zijn. In de
vesting heerscht een uitstekende
geest
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
PROF. LANZ OVER 'T ROODE
KRUIS.
Dc Amslerdamecho hoogleeraar, die
oen maand als oansuUeerend «hirurg
in lazaretten te Trier werkte, is te
Amsterdam, teruggekomen. Hij is ge
ïnterviewd door een redacteur van 't
Alg Handelsblad. Aan 't verslag ont
leen en wij
In Trier en in Aken blijven voora'
de zwaargewonden achter en heeft
men dus getegenhefid, bijzonder veel
ernstige verwondingen te zien. Vlak
bij t front overweegt het aantal licht
gewonden en ook in de groote centra,
dieper DuifscMand in treft men in de
la-firetten hooflcteakeijjk minder
zwaar gewonden.
Nadat aan liet front op do verband-
plaalsen het eerste verband is ge
legd, in het veldlazaret de noodzake
lijkste operatieve hulp is verleend,
worden de gewonden via do etappe-
lazaretten hoofdzakelijk naar de
groote reserve-lazaretten in de grens
steden veiVoerd. Vandaar gaan de ge
makkelijk te transported ren gewon
den verder het land in.
Zooate reeds bij vorige ooi-logen ge
bleken is, zijn de verwondingen door
granaat-vuur toegebracht, hot ergste
geweerkogel-wonden zijn in den regel
minder gevaarlijk. Toch zijn in den
laatsten tijd ook deze wonden van
ernstiger aard, daar <le soldaten
door den loopgraven-oorlog, vervuild
als ze zijn, veel meer aan infectie der
wonden bloot slaan; terwijl ook hel
weerstandsvermogen van het lichaam
allengs veraRnderd ia
Ondanks den ernst van de verwon
dingen, gaat men echter zoo min mo
gelijk over tot amputates. liet doel
ion den consuHeerenden chirurg is
dan ook zooveel mogelijk alles in liet
werk te e te Ben om getroffen ledema
ten -.e redden, door verbrijzelde ge
deelten te verwijderen en voor nauw
keurige deskundige wondbohnnde'ing
zorg te dragen. Wat dit betreft tracht
men zooveel mogelijk de oorlog-s-be-
handel'ng in overeenstemming te
brengen met de behandeling in vre
destijd en men gaat uit van het prin
cipe, beter een stijve ledemaat, dan
geen. In dU opzicht is er veel veran
derd sinds 1870, toen sommige hos
pitalen, akliuis prof. Lanz, er uit za
gen a's slagerswinkels.
De verwondingen door vüegerpij-
1-en, liet allernieuwste uit dozen oor
log. zijn zelden. Prof. Lans zog tijdens
zijn verblijf slechts een geval. Een
soldaat had zulk ec-n pijil in zijn been
gekregen, waardoor huid en weeks
doelen over bijna de hee'e lengte van
de extremiteit tot op het boen waren
open gescheurd. Van een zijner col
lega's hoorde hij van een merkwaar
dige verwonding, door zulk een vLe-
gerpij'Hje toegebracht. De pijl was
n 1. een soldaat boven het sleutelbeen
in gedrongen, was door het hee'e li
chaam gegaan en bij de knie-holte er
weer uit gekomen. Wel een bewijs
hoe gevaarlijk deze pijlen kunnen
zijn.
Wij vroegen, prof. Lam ook nog H
een en ander over den dienst in de
lazaretten. In Trier zijn er IC, waar
van 8 groote reserve-veldlazaretten.
Tijdens zijn verblijf wanen er soms
8500' gewonden, doch dit getal wisselt
steeds. Prof. Lanz was er, met den
Hollander dr. Horst, u't Indië, ft
eenige buiten'andsche geneesheer
daar ter plaatse. Dit heeft hem ge
troffen, want in 1870 waren vele dok
toren uit het buitenland werkzaam in
Duitsche en Fransclie lazaretten.
Het zijn in de eerste plaats de ka
zernes die tot lazaretten werden inge-
richtwaar-vroeger de rijksvlag woel,
waait thans de Roode Kniis-vlag. Ook
de F ranse lie gewonden worden daar,
en natuurlijk niet éven veel zorg ver
pleegd zij bevinden zich 'n een af
zonderlijk hospttaa'. Wanneer ecu
Duitsoher en een Franschman zwaar
gewond zijn, kunnen zij het best met
elkaar v'nden, maar worden zij be
ter, dan gaan z'ij te veel over den
oorlog discussieierenOok voor de
Fransclie gewonden werd de hulp van
prof. Laivz herhaaldelijk ingeroepen.
Zoo was in een lazarotlreln. met
750 gewonden, die op Kerstavond aan
het Weststation te Trier aankwam,
een waggon met gewonde Franschon,
uit de Argonnen. Vriendelijke toeroe-
p'ngen werden tegenover do Fran
scben evenmin gespaard als tegen
over de eigen Jandgonooten en zij
kwamen natuurlijk even gauw aan
de warme soep en in een warm bed
a's hun Duitsolie lotgenooten.
Ten slotte vroegen wij prof. Lanz
omtrent het veelvuldig voorkomeu
van zenuwzieken, waarvan herhaal
delijk in de couranten melding wordt
gemaakt. Daarvan had hij weinfig ge
hoord en iRets gezien.
Dat menschen met een zwak ze
nuwgestel in den oorlog zenuwziek
kunnen worden, spreekt van zelf. Om
dit te voorkomen en de energie hoog
te houdmi krijgen officieren en sol
daten op geregelde tijden eenige da
gen ver'of, om naar een grensstad of
z&lfis naar huis terug te keeren.
Bij a'len, gwonden en gezonden,
lioerseht een opgewekte stemming
van d-epressio 's geen sprake.
DE STRENGE KOUDE OP HET
OOSTELIJK K R IJGSTOONEEL.
Het is niet duidelijk, zegt de Pelers-
burgsehe correspondent van de „Daily
Telegraph", waarom de Duitscher.?,
elders zoo voorzichtig, op het Ooste
lijk oorlogstoon eel met voor verliezen
terugdeinzen bij hun pogingen ara en
kele metera terrein te vinnen. Dat zij
zeer sterke posities tegenover zich
hebben, wordt waarschijnlijk ge
maakt door het feit, dat zij genood
zaakt waren, hun toevlucht te nemen
tot alle middelen, die men in een stel
lingenoorlog gebruikt. Het verlangen
dat zij aan don dag leggen om dooi
de Russische linicu te breken, heeft
niettemin in militaire kringen bier
geen wijziging gebracht in de moo
ning, dat de hoop, Warschau te be
reiken, voor goed opgegeven is en dat
de hoofdmacht dei Duitschers zich
opnieuw formeert.
Maar do strenge koude, die thans
ingetreden is, heeft er ongetwijfeld
veel toe bijgedragen om hel initiatief
aan beide zijden to verlammen. Een
wind van oen temperatuur van ver
scheidene graden onder nul, heeft de
voorwaarden, waaronder de veld
tocht plaats heeft, geheel gewijzigd
en het is niet langer mogelijk, nor
male resultaten te bereiken bij mili
taire operaties, ois de vingers van do
soldaten plotseling zóó verstijfd zui
den kunnen worden, dat zij noch liet
geweer vasthouden, noch den trekker
overhalen kunnen. Hoewel de Russi
sche soldaten sterk zijn en gewend
aan alle doorten ontberingen, kan
mem toch niet zegjgem, dat zij het plei-
zierig vinden, onder dergelijke om-
stancigjftedeit to viechten. Maar de
Duitsche soldaten lijden natuurlijk
zooveel te meer, daar zij noch de er
felijke physieke gesteldheid van den
Ras hebben noch aan het teven in de
open lucht gewend, zfijn, zoo als de
voor het meorcndeol landbouwende
Russen
Het hoeft geen verwondering te
wekken, du-, tl.- nijpende koude de
Pruisische discipline vernietigd heelt
cru het is tlians niet ongewoon in Po
len dat troepjes Duitsdhers in de Rus
sische liniën komen en zich overge
ven zeggende, dat zij bij zulk au
temiperatuur nio: door kunnen gaan
met vechten. Het is echter niet waar
schijnlijk, dat de vorst lang zal aan
houden. Integendeel, het klimaat hier
is zeer wisselvallig en de thermometer
die eergisteren onder nul stond, steeg
gisteren bijna tot aan het vriespunt
eai wijst heden ongeveer 25 graden
vorst aan.
- SOLDATENHUMOR.
Een der Duitsche armee-korpsen
laat geregeld een soldatenkrant ver
schijnen. In het laatste nummer daar
van komen onder d,o humoristische
rubriek de volgende moppen van het
front voor:
„Kun io bw'emmer), korporaal?1'
vraagt de luitenant van het piket.
,.Zu befehl, ITerr Leutnant! ant
woordt de korporaal.
„Haal dar even mijn veldkijker
uit de loopgraven!
De soldaten van de tweede linie
maken liet zich bebageliik bij h«t
biaden van een gans. De voorsnijder
vertelt zn kameraden, Iioe hij aan
liet molsche kluifje is gekomen.
,,lk sta op voorpost, met bevel
van den kapitein, om ieder neer to
schieten, ure ntet stil bhjft staan,
wanneer ik hem aangeroepen heb.
Goed! Komt daar die gans in m'n
'ricföttiig nanrjew aggeld. „Weavla?
roep ik, tot tweemaal toe. Maar het
beest wil niet luisteren, en omdat ik
het bevel van m n kapitein te glho-jr-
zamen heb, log ik aan, en schiet 1 et
dier neer, zonder hel kwartier te ge
ven".
EEN VRIJWILLIGER VAN 62 JAAR.
Een Fiansch oud-gediende, Alexan
dre Pel cot, een man van G2 jaar,
heeft zich bij het recruteeringsbureau
te Coulommieire als vrijwilliger aan
gemeld. Men nam hem aan, waarna
hij verzocht, zoo spoedig mogehjk
naar het front gezonden te worden,
ten eindij aan de zijde zijner zonen te
kunnen strijden
OVERSTROOMING EN IN BELGIé.
De Telegraaf meldt:
„Een communiqué uit Berlijn niedt.
dat de Leio buiten haar oevers getre
den is. Dit zal wel niemand verwon
deren, die de Leie kont. 'k Ileriiinpr
me nog heel goed een overstroomLng
dezer rivier, waarbij liet water in de
Rijselstraat to Moenen stoml en d-
middclb' riv school dier stad een dri'
tal weken haar deuren eiuilen moest;
men liaSlde toen aan» den „Leiekaart"
mot bootjes de menschen uit hun wo
ning.
Duurt deze kwak kei winter met zijn
geweldige regens voort, dan zullen de
Duitsdhers ook achter 't Ypersche
trant heel wat last van 't wat-er krij
gen. D-i uit 't heuvelland stroomonde
beekjes zotten uren ver de weiden on
der water en jagen dit over sommige
wegen, vooral in de omgeving van
Moosele, Ledegeni, Dadizeelo, Ghdlu-
we, tusschen Kortrijk en Yperen.
Dat was altijd een schilderachtig
gec/ichl Daar in Wcst-Vluan leren,
maar de boeren hadden veel last van
dea vloed. Dien last zullen de Duit
schers thans ook ondervinden, te
meer daar Kortrijk een centrum van
bevoorrading voor hun leger is, en
de wegen die streek doorkruisen. Ook
de sjKiordijk Rou ssolae reMeeivNi
gelijkt dan op veel plaatsen een
eiland.
't Overstroomde land grenst ook
aan 't operatic-gebied, in do omgeving
van Komen (Comm>mos), en verder
Frankrijk in.
Hot weer ziet er niet uit oin te be
teren. Hebben we 's morgeus soms een
zonnetje, tegen den middag betrekt do
lucht en de dag verloopt verder met
zware regenvlagen en veelal storm".
TYPHUS IN ZUID-BELGIö.
Een belgisch ziekenverpleger schrijft
uit Veurno aan 't Nieuws van den
Dag:
„Ik kom zoo juist van Mardyck, een
plaatsje bij Duinkerken langs de kust,
waar aclu dagen* lang een zwaar en
pijnlijk werk mijn deel was. Do scho
len en openbare gebouwen en eenige
groote particuliere woningen zijn hier
ingericht tot hospitaal. In de school
liggen thans, behoorlijk gescheiden
en vei-zorgd, 123 typliuslijders 47
Franscben, 16 Engelschen en 60 Bel
gen. Er liggen er hier nog meer: in het
liefdehuis 76: in hotel „I,e Lion" 19.
Deze lijders te verzorgen is een droe
vig werk, maar de geneeskundige
dienst is uitstekend geox-ganiseerd.
Het verplegend personeel mocht wel
uitgebreid worden: met 10 verplegers
hebben wij 123 lijders te verzorgen.
Een mijner mede-verpl&gers, de heer
Jan Sleeuwen, uit Brussel, is gisteren
ook aan typhus gestorven.
Afschuwelijk slecht is het weer. Het
regent onophoudelijk en het water
gutst over de straten. Ilier in Veurne
ziet men niemand op straat dan enke
le militairen. Druk rijden de auto's af
en aan, die de verschillende depêches
hebben over te brengen naar het
hoofdkwartier. Aan het front heerscht
door den regen, betrekkelijke rust. De
loopgraven dreigen vol modder te loo-
pen "voor zoover zijn nog niet half on
der water staan."
IN DE LOOPGRAVEN.
Aon een brief van een Duitsch sol
daat is het volgende ontleend: „Op
een afstand van 70 meter liggen wij
tegenover zouaven en Fransclie Alpen
jagers. Deze laatsten zijn bekend als
buitengewoon goede schutters en spe
len het klaar, om met drie kogels door
dezelfde opening van eenige centime
ters te schieten. Verscheidene verwon
dingen aan hand of vingers getuigen
dat. 's Nachts op wacht moet men
goed toezien. Dan fluiten de geweer
kogels over de hoofden been of slaan
op do stalen schietplaat. Als het gra-
naatvuur begint, dan kruipen wij als
een muis in een gaatje en wachten ge
duldig af, totdat het onheil voorbij is.
Die voortdurende spanning der zenu
wen gaat ten slotte over in onverschil
ligheid of verslapping; ik kon meer
malen opmerken, dat mijn kameraden
gedurende een gew eldig granaatvuur
vast insliepen. Aangrijpend is liot te
zien, hoe do oude landweerlieden de
handen vouwen tot eon stil gebed en
hoe menigeen verlicht herademt, als
het vuur, dat vaak één tot twee uur
duurt, afneemt of geheel verstomt."
DE GHURKA'S EN HUN KEIZER.
Do „Daily Mail' vertelt van een
bezoek, dat de koning en de koningin
van Engeland dezer dagen brachten
aan hun gewonde Indische onderda
nen. die in con hospitaal to Brighton
verpleegd worden.
Het bezoek moet grooten indruk ge-
maakt hebben op de gewonden; en na
het vertrek riepen zij. „De glimlach
van do koningin maakt ons beter', en
,de koning was hier, hij heeft zijne
knechten toegelachen, en voorwaar,
wij zijn genezen!"
Do koning'onderhield zich ook met
een aantal zijner Hindce-onderdanen
en sprak hun toe in hun eigen taal.
De Ghurka's moesten hem echter hun
antwoord door een tolk doen toeko
men.
Een hunner antwoordde op een
vraag van Z. M.„wat hij wel ïan de
Duitschers dacht als volgt: „Wan
neer we maar met onze messen in
hun loopgraven kunnen komen, zijn
ze mets moer waard.
„Wat belet u dan. hen te bereiken?'
„Do mitrailleurs... zij hebben er
zooveel", antwoordde de soldaat.
„Hebben wij dart niet óók machine
geweren"' vroeg de koning.
,,Ja", zuchtte do gewonde Indiër,
„maar vóél te weinig; de Duitschers
hebben er 16 bij een bataljon, wij
vier! En don hun gepantserde auto
mobielen, dat zijn duivels-dingen
Andere gewonden weer vertelden
van hun opvattingen omtrent den
ooi l<-.r.
„Wij vechten, omdat de Raj het
wenscht", zeiden de meesten.
„Ik wil sterver, voor mijn keizer,
zeide een zw aargewonde.
EEN OPSNIJDER GESTRAFT.
Heinrich Sander, een barbier uit
Hannover, had eenige maanden te
velde gediend als hospitaalsoldaat en
was sedert kon weder naar zijn va
derstad teruggelveerd. En nu liet hij,
wanneer hij zijn klanten onder het
mes had of na volbrachten arbeid
niet zijn vrienden onder een biertje
zat, zijn phojitasio den vrijen teugel
en vertelde hij zooveel en zooveel on
waarschijnlijks, dat do politie, aau
wie diat ter por© kwam, meende aan
het gezwets van den gewezen hospi
taalsoldaat een eind te moeten maken.
Hij werd op het politiebureau geroe
pen en ondervraagd en moest ten
slotte toegevc-n, zooals de „Volkswi!-
le' vertelt, dat bij niet alleen had
overdreven, maar ook opgesneden.
Tot straf moest hij de volgende ad-
vertentiein }>:-i „Tageblati" plaatsen:
„De door mij aan de biertafel ge
dane mededeeliogen kan Ik niet vol-
hoiden. Zo zijn onjuist. Bovendien
acht ik mij niet in staat mij over den
toestand een juist oordeel te vormen.
Hein rich Sander, Barbier".
DE DUITSCHERS EN DE FRAN
SCH E BEVOLKING.
't Duitsche Wolff-bureau publiceert
't volgende -bericht: Do Zwi'iser-
sclve kolonel Milller, die onlangs
gelegenheid had verschillende, door
Duitsche troc-peu bezette Fransche
(Dorpen te bezoeken, deelt het volgen
de mede over do verhoudfirvg tusschen
de Franisoho bevolking en dc Duit
sche militairen. Overat hebben de lie
den op zijn vraag hoe- zij het konden
vinden niet de Duitschers, geant
woord, dat deze beleefd zijn. In een
huis, waarin twintig Duitschers 'n-
gekwartierd waren, vroeg ik een jon
ge vrouw, aldus kolonel Muller, hoe
de Duitschers zich gedroegen. Deze
antwoordde dadelijk en niet zonder
eenige sympathie Het zijn geschikte
menschen. dio zeer correct zijn. Ter
wijl vroeger bi het dorp veel gebrek
hecrschte, is thans de voorziening
van de bewoners met levensmiddelen
geregeld zooo's overal, waar Du't-
eche troepen Fransch gebied hebben
bezet. Het Duitsche legerbestuur laat
't noodige komen on deeH d't uit aan
de bevolking De Duitsche soldaten
doelen zelfs hun brood met de bevol
king. Op zijn opmerking „De Duit-
ecliera zijn dan toch blijkbaar geen
barbaren," antwoordde zij „Zeker
niet, maar de ooriog windt de men-
sohen zoo op, dat zij elkaar zwart ma
ken en allerlei slechts van elkaar
vertollen."
GEF.N WEDERZIJDS CUE VRIENDE
LIJKHEDEN MEER.
Volgens een telegram van den P.v-
rijschen correspondent van -Stock-
hol nis Dagblad", zoo meld', de „Korr.
Norden heeft do Franscho opperbe
velhebber strenge maatregelen geno
men om een einde tc maken aan do
vriendelijkheden jegens do vijande
lijk© troetKn in de loopgraven, door
welke het moreel <ter troepen heet
bedorven te werden.
PRESIDENT POINCARé AAN HET
FRONT.
President Poincaré, die Zondag
avond met minister Augagneur uit
Parijs was vertrokken, overhandigde
Feuilleton
door GUY BOOTHBY.
Lawington wist niet wat te zeggen,
llij was er zeker van dat aijn vader
zou weigeren Ch'ps te zien, maar
nochtans even zeker dat deze hot vu
rig verlangde. In iedor geval kon hij
een poging doen.
Ik zal mijn best doen, zei hij
daarom, maar bedenk wol dat ik
bang ben dat het hom kwaad zal
doen. Ik wü je op 't oogenblik niets
verwijten, Chips, maar je weet zelf
het best, dat hij nioo't veel pleizlar
ran je heeft gehad.
Dat weet ik heel zeker, hernam
de ander, maar nu ls het een andere
tijd. lik zal hem ook geen ge hl wa
gon., dat boloof ik je on zal hot zelfs
weigeren als hij het mij mooht
aanbieden. Kom wees mi een goe
de jongen en help mij.
Blijf dan hier wachten, lk zal
zien wat ik gedaan kan krijgen, zei
Lavwgiton.
Deze g'ng nu de k&mor u't, terwijl
Chips een sparette opstak en onafge- 1
broken in het. vuur staarde. Misschien
was hij op dat oogonbl'k een beter
mensch dan hij in langen tijd was
geweest. Lavington kwam na verloop
van tien minuten terug en zei teen
a'leen: Ga mee. Hij zegt dat hij je
wül zien, maar denk er om dat je hem
niet inoogt opwinden, want dan sta
ik n>et voor de gevolgen in.
Laat dat maar aan mij over, ant
woordde de ander zoo onstuimig mo
gelijk. Denk je dan dat ik een kind
ben?
Ze gingen nu samen naar de zie
kenkamer. Lavington trad op den
stoel toe, waarin de oude heer zat,
zeggende
Vader, hier 's Chepstowe, die u
eens komt bezoeken.
Do oude man poogde hem de hand
too te steken, maar hij kon het niet.
Zoo, Chepstowe, mijn jongen, zei
hij daarop roet zwakke steun, blijk
baar op dat ogenblik alle vooraf
gaande kwesties vergetend, lk ben
blij, dat lk je zU\ Ik ben trotseh op
mijn twee zoons. Hylton to zoo lief
voor mij.
Er ontstond een pauze, gedurende
welke Lavington zijn broer gadesloeg
en zag dat zijn oogon vol tranen ston
den, „en ik dacht nog al dat ik alle
menschen goed kende." mompelde hij
nu Jn zichzelf, .blijkbaar is dit ech
ter niet hot geval."
Het spist mij u zoo aan te tref
fen, vader, zei Chips, en tik hoop dat
u spoedig beter zult zijn.
Men zag het hein aan dat hij geheel
onder den indrink was
Ik ben volmaakt wel, jongen,
antwoordde de oude heer. Een beetje
zenuwachtig, verder niets, n'ict waar,
Hylton?
Ja, vader, antwoordde deze, u
moet er eens een poosje uit, naar het
Zu'den van Frankrijk of zoo.
En hoe gaat het jou, Chepstowe?
vroeg <te oude neer even !ator. Als je
ge'-d noodig hebt, moet jo het altijd
gerust aan je vader vragen, dat weet
je we'.
Lavington zag dat Chips hot nu te
kwaad kreeg niet zijn zenuwen en
stond dus op.
Kom, oude jongen, zei hij, de
hand op den sohoudcr van zijn broer
loggend, houd je Blink.
Chips gal den ouden graaf nu de
hand, zeggende
Tot ziens, vader; in 't vervolg
zal ik uw naam geen schande meer
aandoen, maar de oude man hoorde
het niet; hij was wied erom 'ngedom-
roeld.
Blijf je niet lunchen.? vroeg La
vington, toen ze weer beneden waren.
Het is nu tijd daarvoor.
Chips eohudde het hoofd.
Neen, dank je, oude jongen, zei
hij. Ik ben een weinig van streek en
ga liever heen, en daarop de hand
van zijn broer grijipcnd, ging hij
voortje bent een goede kerel, Hyl
ton, en 'k ben een deugniet, maar ik
ben toch b'ij dat de oude mij de hand
hoeft gegeven.
Daarop ging hij heen.
Dien middag begaf Lavington zich.
volgens afspraak, naar Lady Belto-
wer, dio hij aHeen aantrof, want zij
had Beatrice uitgezonden met een
groote lijst met boodschappen. Zij
vroeg r.u aangaande wat hij haar
raad wildo inwinnen. Hij zei met het
geen hij vermoedde aangaande dl:-
schuld van zijn vader betreffende den
moord, maar alleen dat zich door
slaande redenen hadden opgedaan,
waarom hij zich verplicht aohtte zijn
engagement niet miss Webster te
verbreken. Do oude dame werd nu
eensklaps vuur en vlam.
Hoe nu? viel zij uit Wat betec-
kent dat nu weer? Je hebt zeker een
nachtmerrie gelhad. Wat zou je kun
nen beletten om met dat echafctekind
te trouwen7 Ik zou dat een heel
leelijke strook van je vinden,
en trouwens weKfce reden kan je daar
voor hebben?
Lavington wlUle dat nfet zeggen.
Dan zal ik hét u uitleggen, ging
de oude dame voort, war.t ik weet
haarfijn wat er in je omgaat Het is
tets dat in verband staat met den
moord op kapitein Webster, met me
vrouw Sundermann cn io rader. Heli
Uc geen gelijk?
Lavington had er alles voor over
gehad om dit te kunnen ontkennen.
lk wist wel, dat ik gelijk had,
ging ze nu verder voort, en zou je
nog meer dienaangaande kunnen
zeggen. Denk je dat ik n'et weel hoe
veel belang je vader sle'de in dte da
me? lk heb dat al jaren opgemerkt
Jij denkt dat je vader weet wat er d'en
avond 's voorgevallen. Antwoord
maar niet, ik weet het immers. Zc-t
dat echter uit je hoofd, en zog niets
aan het me'sje. tot j bewijzen kunt
dat je vermoedens gegrond zijn. Ik
mag niet toelaten dat je haar rarnp-x
zalig maakt omdat jij toevallig nu
muizennesten in je hoofd hebt. Je
zult dat iater zelf inzien.
Lavington ging nu naar huis terug,
kahner gestemd dan hij in langen
tijd was geweest. Hij had veel ver
trouwen. in 't gezond verstand ven la
dy Beltower en was dankbaar dat hij
Beatrice rJiet. bad geschreven, go1 ijk
hij aanvankelijk voornemens was ge
weest.
De dagen verliepen en de oude heer
werd noch beter noch enger. Kon
hij" maar spreken en mij vertellen hoe
hij aan dien stok komt, dacht Laving
ton meer dan eens. maar dit zal wel
nooit meer plaats hebben, doch juist
den volgenden morgen, teen Inj ate
naar gewoonte ïn de ziekenkamer zat,
iieg n de oude graaf eensklaps, op
harderen toon dan hij in zijn ziekte
nog ooit gedaan had.
Hy'ton, kom eens bij mc ik
moet je iets zeggen.
Liivington schoof zijn etoel dichter
bij het bod, zeggende:
Wat wilt u mij vragen, vader?
P'aag er u zc'f niet mee, tenzij het
'ets gewioht gs is.
Ja. het is 'ets gewichtigs, ant
woordde de ander, ik had er at tel
kens met u ovor svillen 6preken,
maar lk had er den moed niet toe. Hij
wachtte even. als om zijn gedachten
te verzamelen en ging toen voort:
Je vroeg mij ordangs naar dien
stok. d'e in de bibliotheek achter de
boeken verbolgen was ik zal je nu
eens vertellen, hoe d'e daar geko
men is.
Maak u nu niet moe, vadertje,
ik hoor dat 'ater wel eens, ate u ster
ker is, zei Lavington.
Neen, ik moet het je nu zeggen,
zei de oud.e heer, ik weet wat jij ver
moed hebt en ik moet dus alles oi>-
helderen voor het te laat ie. Luister
dus. Ik heb je al eens gezegd dat ik
bellang stelde in mevrouw Sunder-,
ma mi, de vrouw van mijn ouden
vriend, maar niet dat ik wanhopig
verliefd op haar was. Op den avond
dat kapitein Webster vermoord werd,
reed ik uit om haar te bezoeken eu
haar lo vragen mijn vrouw te wordea
{Slot volgt.)