te
wethouder voor arbeidszaken. *.ot
voorzitter te benoemen.
Zeer ad-rem vroeg do heer Bellaar
Spruyt: wat is nu eigenlijk het ka-
rakier der Commissie Is het een
Commissie van toezicht, maar
dan behoort de wethouder er niet in
of is het een Commissie van b e-
heer In dit laatste geval zou de
wethouder ©r juist wèl in behoor en.
Er waren raadsleden, die voor
aanhouden van de voordracht waren.
Maar de voorzitter wist zijn zin door
te drijven. De deuren gingen dkfht en
in coiniU:'generaal zijn aaji de raads
leden mededeefingon verstrekt.
Daarvan mag het profan© vulgus
niets weten. Maar toen de deuren
weder open gingen, hoorden we, dat
aan Mr. Do Jongh eervol ontslag werd
vericeild en dat wethouder YVibuut
tot voorzitter d©r Commissie werd
benoemd.
Waarvan in de toekomst het resul
taat zal moeten zij'n, dat aan de sa
menwerking tusschen het dagelijksch
bestuur der gemeente en de arbeids
beurs niets meer haperen zal, en dot
In de toekomst de noodige reorgani
se lie zal worden tot stand gebracht.
Ik ftieb al eens geschreven over den
strijd tusschen Publiéke Werken en
Bouw- en Woningtoezicht over den
bouw der gemeentewonlu/gen. Men
weet, dat Bauw- en Woningtoezicht,
wat ook logisch was, den palrn dor
overwinning wegdroeg.
Het gevolg van deze uitbreiding
•van den werkkring van laatstge
noemden tak van dienst Is, dat er oen
afzonderlijke afdeeling. onder een
afzonderlijken directeur, zal moeten
worden gesticht.
B. en W. hebben reeds een voor
dracht in dezen geest ingediend.
Do werkzaamheden van het ge
meentelijk bouw- en woningtoezicht
zijn in do laatste jaren buitengewoon
toegenomen. Tal van woningbouw -
vereeniginigen toclh hebben van de
gemeente voorschotten gehad tot
hoogst aanzienlijke bedragen. Het
spreekt dus van zelf. dat èn bij de
voorbereiding èn bij de uitvoering der
bouwplannen de gemeente, door mid
del van Bouw- en Woningtoezicht,
medezeggenschap wil hebben. Daarinj
komt dan nu de voorbereiding en uit
voering der gemeentelijke woning
bouw -plainn.en niet alleen, maar heel
de administratieve rompslomp, als
het innen der huurpenningen, de !>©-
oordeoling of gezinnen voor igemeon-
te-woningen in aanmerking komen,
het toezicht op de bewoning, de on
derhandelingen over kleine herstel
lingen en duizenderlei zaken.
Éen afzonderlijke afdeeling is dus
geen overbodige weelde En dat amb
tenaren er bij moeten worden aange
steld. spreekt van zelf.
In hun toelichting op de voordracht
hebben B. en W. op een feit gewezen,
dat verdient onder de algemeene aan
dacht te worden gebracht.
„Wie in onze nieuwe stadswijken
aldus wordt gezegd, „hebben gezien,
hoe verschillende woningbauwveree-
nigingen aan elkander grenzende
blokken hebben gebouwd, zonder dat
naar architectonische aansluiting is
gestreefd", zullen het nut en de nood
zakelijkheid van die architectonisohe
aansluiting inzien.
Daarom willen B. en W. den \\o-
ningdienst, voorgelicht door architec
ten, die speciaal van het woning
vraagstuk voor arbeidersgezinnen
studie hobben gemaakt, al a'ba uw he er
doen optreden van Publieke W erken
en zorgen, dat de noodLge eenheid
wordt betracht.
Een schoon streven I
Mits het niet ontaardt in gruwelijk
leelijken en eentonigen kazerne-
A MSTERDAMMERv
Een gewaagde grap.
De rentenier Kraus© had zijn gold
eerlijk verdiend, maar was laag bij
den grond begonnen; nu echter mocht
hij tevreden zijn, en hij zou dit ook
wel geweest zijn, maar zijn vrouw
Charlotte bezat eerzucht. Gaarne
zoude zij in ineer voorname kringen
zich bewegen, wal reeds ter wille van
haar aardig dochtertje wenschelijk
mocht worden gericht. Doch dat sinS
zoo gauw niet.
Eenmaal toch scheen het geluk hen
tee to lachen. Nadat zij zich verdien
stelijk hadden gemaakt voor een Wol-
daü.gheids-bazaar, waarvan aan net
hoofd gestaan had de burgemeesters-
vrouw, ontvingen ze een© uilnoodl-
ging voor eene soiree bij den burger
vader en deze onderscheiding werd
dan ook begroet met den jubelkreet:
„Nu zijn we erl"
IXt zou nog wat voorbarig blijken
te zijn. Vooreerst trad het echtpaar
heelemaal niet op den voorgrond bij
die gelegenheid; alleen de bekoorlij
ke Eva had succes, em eon neef van .ie
gastvrouw, Jhr. Van Warneten, dto
reeds m do bazaar haar veel opmerk
zaamheid betoond had, was dien gan-
schen avond in hare nabijheid geble
ven en had het mooie meisje allerlei
beleefdheden bewezen. Dit had zijn
tante weinig kunnen aanstaan en.
hoewel,anders zeer vriendetijk, luid
2 ij K ra use en echtgenoot© opvallend
kool behandeld.
Haar was namelijk eens ter oor© go-
komen, dut de rentenier, die er warm
in zat, zich had laten ontvallen.
nimmer zou hij zijn kind aan eon
idellijk inan geven, die geen vermo
gen, wèl schulden bezat Daarmee
•iad hij in geen geval haar neef be-
ioeld, ofschoon deze vrij wel in het
iclfde geval verkeerde, en dus had de
mrgemeestersvrouw het op hem toe
gepast. I'ij was trouwens ook gon
zrouwelijke Croesus en zou legen het
luwelijk van baar jongen neef mot
■en gondvischje geen overwegend be
zwaar bobben gehad. Zulke huwelij
ken waren in den tegen woord i'jen
tijd geen zeldzaamheid en het vu pon
der Van Warnelens had dringend wat
verguldsel ncodigl
Het was bij d;o eerste invitatio
bleven. Toen een paar maanden later
het echtpaar Krause een feest meende
te moeten geven, waren burgemeester
en echtgenoot© verhinderd.
Jhr. Van Wamelen échter zou ver
schijnen: hij zond beiden dames
prachtige bloemen en danste weer
veel met do dochter des huizes. Eva
was in den zevenden hemel.
Moeder Krause ook en z«{ .zag in ge
dachten, de veuoving reeds voor z'.ch,
Krause vatte do zaak wat meer scep-
:h op en zei zekeren avond tegen
zijne wederhelft:
Dat gecoijueüeer mei dien Van
Wamelen bevalt me volstrekt niet.
Hel meisje komt hoogstens in op
spraak. Hatschi!
Als de jongelui van elkaar hou
den en Eva in een ade'lijke familie
kun worden opgenomen
Kan kan1 Dat is niets poait.efs.
Daarbij heeft de joruge man geen geld.
Mijn vriend lteinholt heeft 'n goed
oogjo op onze Eva.
Bah! Een weduwnaar met twee
kinderen.
Een man in de beste jaren.
Veel te oud voor Eva
Hij is nog geen 45 jaar. Dan is men
nog geen grijsaard.
Maar ook niet meer jomgl
En van adel zijn we ook niet!
En hij niesde weer.
Dat ligt aan jou," antwoordde
Charlotte ontstemd. Zij was juist met
baar opvallend pompeus avondtoilet
gereed gekomen.
Krause vergezelde ditmaal haar
niet naar het concert, omdat hij ver
kouden was en door voortdurend nie
zen het kunstgenot vreesde te versto
ren.
Och kom, wat hebben wij ons te
bekommeren om die adellijke kliok.
Daar moet men zich boven weten te
verheffen. Geld is en blijft de hoofd
zaak. Daarvoor kan men alles koo-
pen. i
Niet 'n voornamen schoonzoon.
Is «iet geheel buiten.gesloten
maar 'n kostbare liefhebberij.
W© zouden die weelde ons kun
nen veroorloven, wanneer het 't ge
luk van ons kind kon bevordeiren, en
zij vervolgde:
Wat hebt jij nog met al je geld
weten to verwerven. Nog niet eens 'n
ridderorde! Je hebt er geem flauw be
grip van, je op den voorgrond1 te stel
len en de lui respect voor je in te boe
zemen. Je bent te veel op je gemak
gesteld om 't tot iets te brengen.
Me dunkt, al3 men begint met
'n kruider ierswinkel en bijkans mil
honnair geworden is, dan heeft men
het toch tot iels gebracht'
Nu ja, dat is, om zoo te zeggen,
van zelf gekomen, omdat je gelukkig
gespeculeerd hebt. Maar iets, waar
van men gewaagt
Moet ik soms 'n luchtschip bou-
we? Ilatsolü! Of koning van da Sa
hara worden! Hatschil
Lievo hernel, dat eeuwigdurend
niezen is niet meer aan te hooren!
Denk je, dat ik 't zoo'n' genot
vindïl Minzaam zijn anders al je op
merkingen niet.
Je bent uit je humeur, omdat ik
mij veroorloofde, je eens op je phleg-
ma te wijzen. Weet je, wat je bent
'n oester. Nu, adieu, schat!
Krause was nu werkelijk geërgerd
en had er liehoeft© aan, zijm© vrouw
evenzeer te ergeren. Toen zij haar
Biedermeier-taschje opnam, haar pór-
temonnaie en Liliputbinoclo er in leg.
do, sprak hij gramstorig:
Hoe dikwijls heb ik je al niet ge
zegd, hoe 'n gevaarlijk© en onhebbe
lijke gewoonte het is, geld te steken
In dit ding, dat je telkens kunt kwijt
raken.
Maar man. die taschjes zijn heel
modern en worden door alle elegan
te du mos gebruikt. Ik zal 't niet ver
liezen I
Ln 't gedrang kan licht iemand
het je uit de band lukken men leest
daar da gel ijks van.
Och, onzin! Bemoei je maar lie
ver met Je eigen zaken ik zal voor
mij zelve wel zorgen.
Waar is Eva?
Bij een vriendinnetje.
Het kmd gaat veel te veel uitl
Gun haar toch 'n klein genoegen.
Drink een glos heet© grog en ga una
bei
Dank je. Ik weet evenzeer wat
ik to doen li eb. Als ik je nu raden
mag, laat je taschje thuis.
Zij verwaardigde hem met geen
verder antwoord en met het taschje
zegevierend opgeheven, verdween zij.
Aan de voordeur hoorde zij bear man
nog mezen. Doch de lieer Krause was
er verre van, naar bed te gaan; hij
verkleedde zich, stak een paar zijden
zakdoeken bij zich, geld in zijn zak
en ging evenzeer hit, en wel naar
gouden Leeuw." Daar dronk hij zijn
heet© grog.
Krause had nu schik in zijn leven,
vond dat hij al heel ondeugend deed
en lachte boosaardig om zijne Char
lotte, die niet beter wist of hij lag
thans in deerniswaardigen toestand
onder de dekens. Om de waarheid
gestand te doen, hij zag er volstrekt
met meer uit als ecai oester.
Na de grog. liet hij een flesjh
champagne komen. Erg in zijn
nopjes stapte hij tegen half
elf op. voor heden avond stond er
nog iets anders op zijn programma
van ver ma ko' i j k heden. Hij voelde zich
20 jaar Jonger en tot allerlei dolle
streken in staat. Zelfs de verkoudh©;d
was het lfi warme lokaal en dank zij
den vurigen drank nagenoeg gewe
ken. Nog maar eene enkele maal werd
even geniesd.
Krause begaf zich nu naar het con
cert, dat nog niet afgeloopen was; bij
de uitgang stelde hij verdekt zich op!
Eoue groot© menschenmassa kwam
dra naar buiten geene plaats ir
zaal was onbezet gebleven. In hel ge
woel ontdekte hij toch Charlotte's
met bont Inzetten avondmantel en hij
zaïg. dat zij in de rechterhand het 1»©-
wusto taschje hield. Slechts langzaam
en mot moeite kon men zich voortbe
wegen in hot gedrang.
Nu zag hij ae kans schoon, om tot
achter de arglooze door te dringen
ten koeue greep het taschje was
haar uit de hand gerukt.
Ver&clirikt krijschen van een vrou
wenst cm Niemand had opgemerkt,
wat er geschieu was.
Krause wist zich met kracht een
weg lo ha non.
Wat moet dat? Dring zoo niet:
beet eer. lieer hem toe, diaü hij een
stoot in do ribben gaf.
Laat me een dief ik rit hem
achterna! riep Krause u.t. Men boor
de die woerden.
Houdt den dief! klonk het van
onderscheidene kanten en Krause
schreeuwde mee. Nu volgde een ware
wedloop.
Wat is hier aan de hand? vroog
een politco-agent, die langzaam kw.
aanslenteren.
Terwijl men den man der wet in-
llc!i(!.\ sloeg Krause een zijstraat in!
en hij spoedde zich voort. Mooi-EtfjoJ
was al thuis; Charlotte nog n et.
Niet aan mama zeggen dat ik
Uit geweest ben, dus wendde hij zich
tot het meisje; zij was wat onge
rust over mijne verkoudheid! F1 uk9
had hij zijn kamerjapon aangescho-
iu en zijn buit achter slot gebracht.
Ik ben stoin als het'graf, verze
kerde Eva.
De rentenier had eigenlijk met zijn
lteve Lot te doen. Hoe verschrikt zou
de ze zijn! Nu, hij zou haar spoedig
geruststellen.
Zij kwam thuis en begon op te spe
len. omdat hij nog niet in l>ed was.
Ik dacht dat het je zou verheu
gen. wanneer ik nog
Hij voleindde niet; de woorden ble-
m hem in do keel. Hij kion zljno
oogen niet gelooven.
Daar legde Charlotte het Bieriur-
nicier-laschje. dot hij zoo even in zijn
secretaire meende te hebben gesloten,
op tafe! en. lachend zoide zij
Zie je, dat ik het behouden weer
heb meegebracht! Maar je hadi toch
gelijk met je waarschuwing en ik
zal voortaan voorachtig zijn. Ver
beeld j© daarom ben ik zoo lang
weggebleven. Toen de zaal uitging,
werd werkelijk ten dame in 't ge
drang oen dergelijk tasohje, waarin
ze een goedgevulde beurs en ook n"g
een met brlllanten omzet t orloge hnd,
door 'n schavuit uit d» liand gerukt.
Wat Is er? Ben je niet welf..
De heer Krause had juist n geluid
ultgestooten. ais het laatste van een
pas afgemaakt varken.
En weet je, wie die bestolen da
me is?
Hoe zou ik dat weten? stotter
de hij.
D© burgemeestersvrouw.
Nu viel Krause in den hoek van de
sofa eri hij zeug zoo blauw als het kus
sen,
Eefje gauw, pa is niet wel,
gauw toch! schreeuwde Charlotte en
zij goot de karaf half over hem uit.
Dit bracht hem weer bij; maar h'ij
kermde: :k ben ziek. doodziek!
Ja, beste man; waarom hebt je
mijn raad niet opgevolgd! Zoo'n ver
koudheid daar kan alles van ko
men. Een paar dagen in bed, en mis
schien is 't dan spoedig over!
Ach, dat was een ontzettend© nacht
waarin d© rentenier slapeloos eu ra
deloos in zijn legerstede rondwoeldo.
Kan je niet slapen? vroeg zijne
vrouw bezorgd.
Nee, klonk het dof uit het kus-
!lk
Wil ik den dokter
Als er iemand bij me komt, gooi
t eerste, wat me voor de hand
komt, liem naar 't hoofd.
Eerst tegen den roorgcm sliep hij
eindelijk in.
Je blijft liggen en gebruikt niet»
anders als wat havermout, sprak ze,
toen hij ontwaakte.
Ik wil niets hebben de eetlust
is me vergaan!
Lot legde de hand op zij® hoofd, diat
gloeide.
Eva, breng een flesch sol ter wa
ter boven en lees papa wat uit de cou
rant voor.
Do kleine blondine bracht het ge
vraagde.
Verbeeld u, papa, 't staat al in
de oourant, wat ma gisteren vertelde!
De heer Krause verdween geheel
onder do dekens.
Eva las: Gisterenavond na af
loop van het concert werd een brutale
diefstal volvoerd, waarvan het offer
de vrouw van onzen burgemeester
was. Een gauwdief ontrukte baar het
handtaschje, waarin behalve hare
beurs een kostbaar horloge was. Het
gelukte den dief te ontsnappen; toch
moet men hem op het spoor zijn. Voor
aanwijzing van den dader is eene be
looning van 200 gulden uitgeloofd.
Nu ging hij overeind in zijn bed
zitten en riep met wilde energie:
Lot pak dadelijk mijn koffer; ik
ga op rei3.
Hen je niet wijs? Je ijlt, man!
Ik reis af.
Zoo ver mogelijk weg. Naar Au
stralië!
Dat is je geen ernst!
Meet Ik sums als dief achter de
trahes? Je leest toch, dat men mij op
liet spoor is en 200 gulden heeft uit
geloofd!
Ach, lieve papa, kom tot u zelf!
Het is ernst, vreeeehjke ernst!
sprak hij nu. En omdat je die» zult
beseffen, zal ik je d)e volle waarheid
zeggen.
Hij verhaalde nu het gebeurde
wat bij er me© beoogd had en liet
met bittor sarcasme er op volgen;
En nu lieb jij je zin. Nu heb ik
iets gedaan, wat de aandacht op mij
veotiger. zal. En z© zullen zoggen: rl.it
had ik niet achter hem gezocht!
Och kom, we moeten het taschje
onverwijld teruggeven. Ik breng het
zelve en vraag d© burgemeesters
vrouw uit jouw naam duizendmaal
vergiffenis voor die jammerlijke
gissing en daarmee uit!
Denk je, dat ik me door d© heele
stad wil laten uitlachen? Een over
haast© vlucht alleen kan mij redden
Maar je moogt 't toch niet be
houden. Zend het haar door middel
van een vertrouwd persoon.
Onzin lAlsof men heden ten dago
iemand vertrouwen kan! Pak* mijn
koffer of mijn valies, en zoodra het
donker i3. sluip ik de deur uit.
En ons beiden wil je hior oclitor-
iateik Dut is gemeen.
Waarom mij zoo geprikkeld en
geërgerd en gezegd, dat ik een oesto
ben!
IIoo kan ik vermoeden, dat je
zoo'n domheid zoudt uithalen. En nu
wil jo niet eens, dat ik de zaak weder
in orde breng!
Ik verbied j© beslist, mijn geheim
te verraden.
Maar wat irioet er dan van wor
den 2
Ik verdwijn. Niemand ziet mij
meer., in deze stad.
Het echtpaar twistte nog, toen er
gescheld werd aan. de voordeur.
Bliksemsnel was Krause weer on
der dc dekens verdwenen en met ee
grafstom mompelde hij: Zou me
mij wei kei ijk al op het sjioor zijn?
Het dienstmeisje kwam boven.
Daar is mijnheer Van Wamelen
on hij vraagt, of de familie (huis is.
Laat meneer in de ontvangka
nier, beval Charlotte.
.Vet tfcuis geven! kermde Krau
se van onder de dekens.
Ga Jij, kind
alleen laten, ze! de bezorgde echtge
noot©.
Eefje vloog naar beneden.
Toen zij nn ongeveer 20 minuten
torugkv/an".. straalde haar gezichtje
van vreugde en schelmerij. Zij haal
de bot dok van het hoofd haars va
ders: Papaatje, kom te voorschijn!
al stikken. Behoeft niet benauwd
ir to wezen. De zaak komt prach
tig in orde Hugo weet raad.
Meid, je hebt hem toch niet
Alles verleid, ja.
Eervergeten schepsel!
Zacht wat, papa. Laat me u alles
verklaren u zal er nog groot© eer
moe in leggen en mama zal trotsch
op u wezen!
Zil ging aan zijn bed zitten en
fluisterde hem toe, wat zij te zeggen
luad. Hoe langer zij sprak, hoe meer
het gezicht van den vader ophelderde.
Mag Hugo nu hier komen en zelf
zijn plan u toelichten? vroeg Eefje
vleiend.
Nu ja. in vredesnaam!
De heer Van Wamelen werd nu aan
r*t ziekbed toegelaten en de dames
trokken discreet zich terug. Hij had
een langdurig onderhoud met den va
der zijner uitverkorene. Toen de
knappe pretendent afscheid nam, stak
hii liet gestolen voorwerp bij zich en
zoido.
Al zoo. meneer Krause, ik ga da-
dieüijk naar mijne tante, om haar de
zaak voor te stellen, zooals we zijn
afgesproken., en ook voor do courant
zal ik zorgen Maar vergeet niet: uw
rechterarm is verwond en gij moet
nog eenige dagen het bed houden.
Ja ja. doet moet wel! lachte de
rentenier vergenoegd.
Den volgenden dag las men in het
morgen blad:
Betreffende ons bericht van gis
teren onder het hoofd „Straatroof"
kunnen wij nader mededeel Ion, dat
die dief nog wel niet gearresteerd is,
maar het gestolen© reeds in lx»it van
eigenares is. Een onzer hoogge
schatte medeburgers, de heer H. K.
wei-Volgde, hoewel ongewapend, den
misdadiger tct in een eenzaam straat
je, waar hij na een hevige worsteling
_:ch van hei taschje meester maakte
Hiermede niet tevreden wilde de'
hoer K. der» 1,-oef aan de politie over
leveren, doch kreeg helaas! een mes
steek in den rechterarm. De niet on
beduidend e verwonding zal don moe
digen man nog wel germ men tijd aan
't ziekbed! kluisteren. Wij willen ho
pen dat het der politie alsnog rnuge
gelukken, do hand t© leggen op een.
zoo gevaarlijk sujet.
Ds heer Krause straalde, toen hij
den lof zijner moedigheid los. IIIj
straalde nog meer, toen de vrouw
van den burgemeester bij d© zijne
kwam om baar dank te betuigen ©n
naar don toestand van deu gekwet
ste te vernemen.
Weinige weken later werd Charlot
te's schoor? te droom vervuld. De
verloving van de mooie Eva met
Jonkheer Van Wamelen, werd schit
terend gevierd on het feest werd bij
gewoond door het hoofd der gemeen
te met echtgenoot©.
Als d© heer Krause uitging, droeg
hij zijn arm n .g in een doek, hetgeen
er te© leidde, dat men telkens op
nieuw zijne dapperheid prees.
Hij was de man van den 'lag ge
worden en opmerkelijk was de edele,
besclieiden wijze, waarop alle lof
uitingen door hem. Werden afgewe-
VLIEiGEN ZIJN GEEN TREK
VOGELS.
D© kamervlueg is een huisgenoot van
de menschen, maaT deze musea do-
móstica is bii hen geen welkome gast.
Want nauwelijks komt er eten of drin
ken op tafel, of de vliegen zijn er bij.
Vele geleerden, vooral 'n Enigeland,
hebben uitgebreide studies gemaakt
om achter de leefwijze der huisvïie-
gen te kiomen.
Bekend is, dat d© viii©g geboren
wordt in vuldat zij haar witte eitjes
legt op allerlei rottende stoffen, voor
namelijk in mestlhoopen, waarom zij
dan oük in zoo overgroot© menigte
■voorkomen bij de boeren,
En daar nu in de bladen reeds
'lierhaaildeUijk is gewezen op het vl'e-
gengevaar, is het zeker met overbo
dig in liet kort de levensgeschiedenis
te verhalen ran onze kaïmarvUeg, en
waarom zij met groot© angstva Mig
heid verre moet worden gehouden van
vlöesch, van -meSk, kortom van al'©
levensmiddelen. Dan ook zult ge we
ten, waarom hierboven werd geschre
ven, dat vliegen geen trekvogels zijn.
Do vitieg dan liegt haar eitjes (120—
140 in aantal) in den mesthoop, en
roods na acht uur ongeveer (liet kan
ook vier dagen duren, maar deze tijd
staaf in nauw verband met de tornpo-
ratuursgesteldheid) komen de witte,
blinde larven (de zoogenaamde ma
den) te voorschijn, die zich in bun
walgelijk voedsel boren en daarvan
teven
Wij herinneren, schrijft het HbkL.
aan weflk blad wij dit artikel onitlee-
nec, hier aan een sprekend voor-
bce'd van overgrooten last van
v-eyenlarven, in den volksmond
maden geheeleu. Eenige jaren
geleder, stond ia de U11 enb urgera tra a t
te Amsterdam een lompe rupak'l vu is, dut
herhaaldelijk last tot klagen gaf. Op
zekeren dag kwamen bij den Gemeen
telijken Gezondheidsdienst, klachten
in, dal in de omgeving van het pak
huis de straat bezaaid was met deze
z.g. „maden", die zelfs tegen de te
gonoverliggende huizen opkropen.
Eerst door middel van den Reini
gingsdienst cn krachtige straat-
besproeiing gelukte het, deze plaag te
bestrijdetn. De laTven waren afkom
stig uit de venzameling hoenderen,
die zich in het pakhuis bevond.
Vóórdat de larve vlieg wordt,
dergaat zij nog twee vervelhngen eu
na de tweede vervelling, vóórdat de
larve (thans nyxnphe geheeten) gaat
verpoppen, verlaat zij bij voorkeur
don mesthoop on kruipt in droge
stolfen. En hier zijn we nu aange
land, bij de periode, waarin het be
strijdingsmiddel van 't vliegenkwaad
mot succes kan worden aangewend
bij de boeren. Als namelijk droog
stroo wordt gelogd rondom den mest
hoop en dit stroo (waarvoor natuur
lijk afval-atroo dienst kan doen, mits
liet maar droog is) om de vier dagen
wordt ververscht, terwijl men het
oude verbrandt, wordt den vliegen
geen gelegenheid gelaten, 10t volk»-
ik durf je pa niet men ontwikkeling te geraken.
Dit middel is het eenvoudigst, liet
icdkoopste en hel meest pracusche.
Want velerlei andere middelen wor
den geraden. Men spreekt van petro
leum, dat te duur is cn t© gevaarlijk;
men noemt ook creoline, maar dat
middel gebruikt de boer niet graag,
omdat zijn roost er door bederft,.
Een Italiaansch professor beval
niet klem aan, om in de door vliegen
gotoisterde villa's en zomerhuizen
bossen, in vergiftigd© vloeistof be
staande uit water, bruin© suiker en
arsenigzuur zout gedrenkt, gras
op te hangen. Het is geen fraai ge
zicht, op verschillende plaatsen bij
ons huis bosjes gras te zien bengelen
en bovendien niet ongevaarlijk. En
evenmin zijn alle soorten van vlie
genvangers aan to bevelen. Men ziet
do beesten vastkleven en urenlang
worden zij gemarteldtrokken en
wringen ze met pooten, vleugels en
snuitjes om los te komen totdat de
dood hen uit hun lijden verlost.
Een eenvoudig middel om de vlie
genplaag tegen te gaan, aldus deelde
ons de directeur van den Gemeente
lijken Gezondheidsdienst, dr. Ringe
ling, mede. is het volgende
In oen diep bord, gevuld met water,
doet mon ongeveer twee theelepels
formaline; pl.m. 35 pCt. Op den rand
strooit men wat suikerkorrels. Do
vliegen, gelokt door de suiker, ko
men snoepen en drinken. Even later
worden ze ziek men ziet de beesten
©ven ophippen korten tijd later zijn
ze dood.
Men kan. vervolgde dr. Ringeling,
Indien de vliegenplaag erg is. eenige
borden neerzetten. Zij mogen echter
.niet in de zon worden geplaatst.
Bedekt ook de melkiéder oogen-
blik valt er een vlieg in en ge weet
immers, dat ze overal in zitteu dat
ze van alles eten ze snoepen op den
mesthoop en even later, brengen ze
een bezoek aan d© kaas, wipipen dan
uit. den suikerpot, smullen van de
jam.
Ziet maar ©ons hoe bedrijvig de
vlieg voortdurend bezig is, melt
haar harige pooten haar lichaam te
poetsen. En dat is niet overbodig,
want zij zoeken bij voorkeur stoffige
plokken op en bovendien hebben zij
veel last van kleine, uitwendige pa
rasieten.
Zoo kan de vlieg dus de overbreng
er zijn van zeer gevaarlijke ziekte
kiemen en smetstoffen. liet versprei
den van cholera, typhus, darm-
catarrh, miltvuur kan op baar Toke
ning worden geschoven.
Of zij inderdaad in dezen dikwijls
schuldig is, is echter moeilijk uit te
maken en het gaat niet aan, aldus te
edeneeren er zijn veel vliegen, dus
zullen we ook wel besmettelijke ziek
ten krijgen. Want daar is do heel
droge zomer van 1911, om deze bewe
ring te logenstraffen.
Er was toen groot© droogte, er wa
ren veel, héél veel vliegen maar be
smettelijke ziekten waren er geluk
kig verschijnsel I niet.
Toch moeten wij in dit verband in
herinneirmg brengen de onderzoekin
gen van New^holroe en anderen, die
wij o. a. aangehaald vinden ln de
voordrachten over Gezondheidsleer
van prof. R. H. Salt et.
Newshohne heeft in Brighton jaren
lang de sterfte der zuigelingen aan de
zomer-diarrhee nagegaan en komt tot
het besluit, dat d© infectie in het huls
geschiedt en niet van de boerderij af
komstig is. Vliegen zijn de over
brengers, waarvoor het voornaamst©
argument is, dat gecondenseerde zoo-
te melk, die, als het blikje eens ge
opend ia. niet dadelijk wordt opge
bruikt, in onzindelijke huishoudin
gen door vliegen bezocht en door deze
dieren geïnfecteerd wordt.
Wat nu het vliegenge\oar in ver
band met de slagvelden aangaat,
deelde dr. Ringeling mede, dat hij de
kans van overbrenging van ziektekie-
i naar hier geheel uitgestoten
acht.
Vliegen zijn geen frek-
0 g e l.s.
De Engelsohe gedeerde Nutall heeft
door onderzoekingen gevonden, dat
do vliegen zich niet verder verplaat
sen dan 1 kilometer (een afstand dus
van twaalf minuten). Andere .geleer
den vonden 30—190 yards800—1000
yards 1990 yards. Maar dat waren
dan ook de verst© afstanden, door de
liegen afgelegd.
Door den wind (men zou dit kunnen
meenen) worden de vliegen niet voort
gedreven. Bij stormweer schuilen zij
1 huizen, onder daken, lp boomen.
Het is dus niet Wel aan te nemen,
dat naar ons land de vliegen van de
Belgische cn Fransolic slagvelden
ziektekiemen overbrengen.
Voorzichtigheid blijft echter stoëds
geboden en rnen zorge dus, zoo gauw
de vliegenplaag zióh openbaart, het
Ik> vengenoemde besjj-ijd ingamiddel
klaar le.inaken, want Amsterdam Is
omgeven door gemeenten, waar rne&t-
lalten en sóhillenstalletjcs maar
te willig© ontsta ineoorden zijn voor
liiioonen en mïllioenen vliegen.
Op de Stadsbelt te Amsterdam is
men begonnen het bovengenoemde
stroo mid del reeds toe te passen.
Want indien go naar getallen
vraagt een vlieg logt per keer 120—
1-10 eieren en zo doet dit per seizoen
it 6 keer. En als rmen nu weet, dat
het nageslacht van een vlieg na drie
weken weer eieren legt en men .rekent
den vliegentijd aan te vangen 15 Juni
en te eindigen 15 Septemberdan
houden wij ons gaarne aanbevolen bij
den weetgierigen cn rekenkundig be
kwamen lezer, om ons inede te deelen
op hoeveel nakomelingen één enkele
vliegenmoeder in één enkel seizoen
kan roemen.
JACHT EN SPORT.
>t sprookje van de beid©
Zondagsjagers.
Er waren eens twee jagers die gin
gen aJl© Zondagen op de jaoht. Maar
het baalde niet veel uit, en de lieve
kleine haasjes behoefden niet bang
voor hen te zijn, cn kwamen dichtbij
en gingen voor hen opzitten.
Doch eens kwam er een oude levens
moede iliaas en die verzocht den ja
gers, hem dood te schieten.
D© goede jagers verklaarden zich
hiertoe bereid en schoten driemaal
gelijktijdig op den ouden liaas, trof
fen hem echter niet.
Toen ging het goede dier maar weg
en als 't niet gestorven is, dan loeft
het heden nog i
Doorzien.
Mijn nieuwe rijpaard is giste
ren aangekomen. Maar voordat ik er
gebruik van maak, laat ik liet nog 'n
weekje in den stal staap.
Alha 1 Om liet er aan te wen
nen, zoodat hot alleen er terug
keert 1
Geruststellend,
Janssen. Dót wil fk je wel zeg
gen als ik naga, wat de jacht-akte
mij kost, wat ik verder uitgeef, wat
ik aan kleeding en schoeisel ruïneer
•at ik in mijne zaak verzuim, dan
kost me iedere haas, dien ik schiet
minstens 20 gulden.
Pietersen. Dan mag jij van geluk
Bprekeii, dat je er zoo zelden een
raakt.
EEN VOORDE E LIG ZAAKJE.
De heer Goedbloed had het ongeluk,
een kostbare vaas te breken, bolioo-
rendo tot een stel, waar zijne vrouw
bijzonder aan hechtte. Dit ongeval
had natuurlijk stormachtig weder in
huis tengevolge.
De arme man deed alles wat in zijn
vermogen was, om den huisclijken
vrede te herstellen, terwijl hij zijn
best deed, om een andere vaas te be
komen bij de overgeblevene. Aanvan
kelijk mocht hij hierin niet slagen.
Hij wanhoopte echter niet en bleef
voortdurend er naar uitzien. En zoo
kwam hij zekeren avond thuis, storm
de de huiskamer binnen en voegde
triumfantelijk zijn vrouw toe
Zie eens. wat ik hier heb Maar
ik heb er veertig gulden voor be
taald ,1
Mevrouw Goedbloed bekeek op
merkzaam de vaas van alle kanten.
Ja, dat is precies dezelfde als die
j© gebroken hebt, sprak ze op
©enigszins eigenaardigen toon.
Maar ik dacht niet moer. dat je er in
slagen zoudt, er ocno bij te krijgen
en heli de overgebleven vaas vanmor
gen juist voor tien gulden verkocht.
Daar ben je mooi ingeloopenl
voegde ze op geringsohattenden toon
er aan toe
IN DE HAAST.
De handelsreiziger Sohmid't heeft
een stadje in Westfalen berecht en
begeeft zidh naar (hot station. Iiij
heeft haast en bij het omslaan van
den hoek struikelt hijongelukkig
etoot hij met zijn wandelstok een
kleine vensterruit van een bierkelder
in. Bliksemsnel verschijnt de bewo
ner en eischt een mark schadevergoe
ding.
Schmidt zoekt t© vergeefs ln zijn
portemonnaie naar dit bedrog.
Ik heb wel een twee-markstuk
goof me gauw ecu mark terug.
't Spijt me, ant woordt de man,
maar ik hol) gooji geld in huls.
Maar wacht even, dan zal ik die twee-
mark wisselen.
Duurt mij te lang schreouwt
Schmidt zoo dodelijk vertrekt d©
irain.
Snel beraden sloot hij met don stolt
nog een tweede ruit dtuk, drukt den
man diet twee-markstuk in de hand en
verdwijnt.
DAMRUBRIEK.
H A RLKM SCHE D A M CL UB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men t© richten
aan ien heer J, Meyer, Kruisstraat34. Typhoon 1543.
Probleem No. 680,
van J. \V. VAN DARTELEN,
1© Publicatie.
Zwart
1 2 3 4 5
11
15
m
n
p.
m
i
3
f|
X»
m
m
m
WM
B
n
t
n
Wit
Zwart 10 schijven, op; 7, 8, 9, 11, 12, 13, 19, 25, 30, 33 eu dam op 47.
Wit 12 schijven, op: 21, 22. 28, 32, 31, 39, 40, 43, 44, 45. 48 en 49.