te wethouder voor arbeidszaken. *.ot voorzitter te benoemen. Zeer ad-rem vroeg do heer Bellaar Spruyt: wat is nu eigenlijk het ka- rakier der Commissie Is het een Commissie van toezicht, maar dan behoort de wethouder er niet in of is het een Commissie van b e- heer In dit laatste geval zou de wethouder ©r juist wèl in behoor en. Er waren raadsleden, die voor aanhouden van de voordracht waren. Maar de voorzitter wist zijn zin door te drijven. De deuren gingen dkfht en in coiniU:'generaal zijn aaji de raads leden mededeefingon verstrekt. Daarvan mag het profan© vulgus niets weten. Maar toen de deuren weder open gingen, hoorden we, dat aan Mr. Do Jongh eervol ontslag werd vericeild en dat wethouder YVibuut tot voorzitter d©r Commissie werd benoemd. Waarvan in de toekomst het resul taat zal moeten zij'n, dat aan de sa menwerking tusschen het dagelijksch bestuur der gemeente en de arbeids beurs niets meer haperen zal, en dot In de toekomst de noodige reorgani se lie zal worden tot stand gebracht. Ik ftieb al eens geschreven over den strijd tusschen Publiéke Werken en Bouw- en Woningtoezicht over den bouw der gemeentewonlu/gen. Men weet, dat Bauw- en Woningtoezicht, wat ook logisch was, den palrn dor overwinning wegdroeg. Het gevolg van deze uitbreiding •van den werkkring van laatstge noemden tak van dienst Is, dat er oen afzonderlijke afdeeling. onder een afzonderlijken directeur, zal moeten worden gesticht. B. en W. hebben reeds een voor dracht in dezen geest ingediend. Do werkzaamheden van het ge meentelijk bouw- en woningtoezicht zijn in do laatste jaren buitengewoon toegenomen. Tal van woningbouw - vereeniginigen toclh hebben van de gemeente voorschotten gehad tot hoogst aanzienlijke bedragen. Het spreekt dus van zelf. dat èn bij de voorbereiding èn bij de uitvoering der bouwplannen de gemeente, door mid del van Bouw- en Woningtoezicht, medezeggenschap wil hebben. Daarinj komt dan nu de voorbereiding en uit voering der gemeentelijke woning bouw -plainn.en niet alleen, maar heel de administratieve rompslomp, als het innen der huurpenningen, de !>©- oordeoling of gezinnen voor igemeon- te-woningen in aanmerking komen, het toezicht op de bewoning, de on derhandelingen over kleine herstel lingen en duizenderlei zaken. Éen afzonderlijke afdeeling is dus geen overbodige weelde En dat amb tenaren er bij moeten worden aange steld. spreekt van zelf. In hun toelichting op de voordracht hebben B. en W. op een feit gewezen, dat verdient onder de algemeene aan dacht te worden gebracht. „Wie in onze nieuwe stadswijken aldus wordt gezegd, „hebben gezien, hoe verschillende woningbauwveree- nigingen aan elkander grenzende blokken hebben gebouwd, zonder dat naar architectonische aansluiting is gestreefd", zullen het nut en de nood zakelijkheid van die architectonisohe aansluiting inzien. Daarom willen B. en W. den \\o- ningdienst, voorgelicht door architec ten, die speciaal van het woning vraagstuk voor arbeidersgezinnen studie hobben gemaakt, al a'ba uw he er doen optreden van Publieke W erken en zorgen, dat de noodLge eenheid wordt betracht. Een schoon streven I Mits het niet ontaardt in gruwelijk leelijken en eentonigen kazerne- A MSTERDAMMERv Een gewaagde grap. De rentenier Kraus© had zijn gold eerlijk verdiend, maar was laag bij den grond begonnen; nu echter mocht hij tevreden zijn, en hij zou dit ook wel geweest zijn, maar zijn vrouw Charlotte bezat eerzucht. Gaarne zoude zij in ineer voorname kringen zich bewegen, wal reeds ter wille van haar aardig dochtertje wenschelijk mocht worden gericht. Doch dat sinS zoo gauw niet. Eenmaal toch scheen het geluk hen tee to lachen. Nadat zij zich verdien stelijk hadden gemaakt voor een Wol- daü.gheids-bazaar, waarvan aan net hoofd gestaan had de burgemeesters- vrouw, ontvingen ze een© uilnoodl- ging voor eene soiree bij den burger vader en deze onderscheiding werd dan ook begroet met den jubelkreet: „Nu zijn we erl" IXt zou nog wat voorbarig blijken te zijn. Vooreerst trad het echtpaar heelemaal niet op den voorgrond bij die gelegenheid; alleen de bekoorlij ke Eva had succes, em eon neef van .ie gastvrouw, Jhr. Van Warneten, dto reeds m do bazaar haar veel opmerk zaamheid betoond had, was dien gan- schen avond in hare nabijheid geble ven en had het mooie meisje allerlei beleefdheden bewezen. Dit had zijn tante weinig kunnen aanstaan en. hoewel,anders zeer vriendetijk, luid 2 ij K ra use en echtgenoot© opvallend kool behandeld. Haar was namelijk eens ter oor© go- komen, dut de rentenier, die er warm in zat, zich had laten ontvallen. nimmer zou hij zijn kind aan eon idellijk inan geven, die geen vermo gen, wèl schulden bezat Daarmee •iad hij in geen geval haar neef be- ioeld, ofschoon deze vrij wel in het iclfde geval verkeerde, en dus had de mrgemeestersvrouw het op hem toe gepast. I'ij was trouwens ook gon zrouwelijke Croesus en zou legen het luwelijk van baar jongen neef mot ■en gondvischje geen overwegend be zwaar bobben gehad. Zulke huwelij ken waren in den tegen woord i'jen tijd geen zeldzaamheid en het vu pon der Van Warnelens had dringend wat verguldsel ncodigl Het was bij d;o eerste invitatio bleven. Toen een paar maanden later het echtpaar Krause een feest meende te moeten geven, waren burgemeester en echtgenoot© verhinderd. Jhr. Van Wamelen échter zou ver schijnen: hij zond beiden dames prachtige bloemen en danste weer veel met do dochter des huizes. Eva was in den zevenden hemel. Moeder Krause ook en z«{ .zag in ge dachten, de veuoving reeds voor z'.ch, Krause vatte do zaak wat meer scep- :h op en zei zekeren avond tegen zijne wederhelft: Dat gecoijueüeer mei dien Van Wamelen bevalt me volstrekt niet. Hel meisje komt hoogstens in op spraak. Hatschi! Als de jongelui van elkaar hou den en Eva in een ade'lijke familie kun worden opgenomen Kan kan1 Dat is niets poait.efs. Daarbij heeft de joruge man geen geld. Mijn vriend lteinholt heeft 'n goed oogjo op onze Eva. Bah! Een weduwnaar met twee kinderen. Een man in de beste jaren. Veel te oud voor Eva Hij is nog geen 45 jaar. Dan is men nog geen grijsaard. Maar ook niet meer jomgl En van adel zijn we ook niet! En hij niesde weer. Dat ligt aan jou," antwoordde Charlotte ontstemd. Zij was juist met baar opvallend pompeus avondtoilet gereed gekomen. Krause vergezelde ditmaal haar niet naar het concert, omdat hij ver kouden was en door voortdurend nie zen het kunstgenot vreesde te versto ren. Och kom, wat hebben wij ons te bekommeren om die adellijke kliok. Daar moet men zich boven weten te verheffen. Geld is en blijft de hoofd zaak. Daarvoor kan men alles koo- pen. i Niet 'n voornamen schoonzoon. Is «iet geheel buiten.gesloten maar 'n kostbare liefhebberij. W© zouden die weelde ons kun nen veroorloven, wanneer het 't ge luk van ons kind kon bevordeiren, en zij vervolgde: Wat hebt jij nog met al je geld weten to verwerven. Nog niet eens 'n ridderorde! Je hebt er geem flauw be grip van, je op den voorgrond1 te stel len en de lui respect voor je in te boe zemen. Je bent te veel op je gemak gesteld om 't tot iets te brengen. Me dunkt, al3 men begint met 'n kruider ierswinkel en bijkans mil honnair geworden is, dan heeft men het toch tot iels gebracht' Nu ja, dat is, om zoo te zeggen, van zelf gekomen, omdat je gelukkig gespeculeerd hebt. Maar iets, waar van men gewaagt Moet ik soms 'n luchtschip bou- we? Ilatsolü! Of koning van da Sa hara worden! Hatschil Lievo hernel, dat eeuwigdurend niezen is niet meer aan te hooren! Denk je, dat ik 't zoo'n' genot vindïl Minzaam zijn anders al je op merkingen niet. Je bent uit je humeur, omdat ik mij veroorloofde, je eens op je phleg- ma te wijzen. Weet je, wat je bent 'n oester. Nu, adieu, schat! Krause was nu werkelijk geërgerd en had er liehoeft© aan, zijm© vrouw evenzeer te ergeren. Toen zij haar Biedermeier-taschje opnam, haar pór- temonnaie en Liliputbinoclo er in leg. do, sprak hij gramstorig: Hoe dikwijls heb ik je al niet ge zegd, hoe 'n gevaarlijk© en onhebbe lijke gewoonte het is, geld te steken In dit ding, dat je telkens kunt kwijt raken. Maar man. die taschjes zijn heel modern en worden door alle elegan te du mos gebruikt. Ik zal 't niet ver liezen I Ln 't gedrang kan licht iemand het je uit de band lukken men leest daar da gel ijks van. Och, onzin! Bemoei je maar lie ver met Je eigen zaken ik zal voor mij zelve wel zorgen. Waar is Eva? Bij een vriendinnetje. Het kmd gaat veel te veel uitl Gun haar toch 'n klein genoegen. Drink een glos heet© grog en ga una bei Dank je. Ik weet evenzeer wat ik to doen li eb. Als ik je nu raden mag, laat je taschje thuis. Zij verwaardigde hem met geen verder antwoord en met het taschje zegevierend opgeheven, verdween zij. Aan de voordeur hoorde zij bear man nog mezen. Doch de lieer Krause was er verre van, naar bed te gaan; hij verkleedde zich, stak een paar zijden zakdoeken bij zich, geld in zijn zak en ging evenzeer hit, en wel naar gouden Leeuw." Daar dronk hij zijn heet© grog. Krause had nu schik in zijn leven, vond dat hij al heel ondeugend deed en lachte boosaardig om zijne Char lotte, die niet beter wist of hij lag thans in deerniswaardigen toestand onder de dekens. Om de waarheid gestand te doen, hij zag er volstrekt met meer uit als ecai oester. Na de grog. liet hij een flesjh champagne komen. Erg in zijn nopjes stapte hij tegen half elf op. voor heden avond stond er nog iets anders op zijn programma van ver ma ko' i j k heden. Hij voelde zich 20 jaar Jonger en tot allerlei dolle streken in staat. Zelfs de verkoudh©;d was het lfi warme lokaal en dank zij den vurigen drank nagenoeg gewe ken. Nog maar eene enkele maal werd even geniesd. Krause begaf zich nu naar het con cert, dat nog niet afgeloopen was; bij de uitgang stelde hij verdekt zich op! Eoue groot© menschenmassa kwam dra naar buiten geene plaats ir zaal was onbezet gebleven. In hel ge woel ontdekte hij toch Charlotte's met bont Inzetten avondmantel en hij zaïg. dat zij in de rechterhand het 1»©- wusto taschje hield. Slechts langzaam en mot moeite kon men zich voortbe wegen in hot gedrang. Nu zag hij ae kans schoon, om tot achter de arglooze door te dringen ten koeue greep het taschje was haar uit de hand gerukt. Ver&clirikt krijschen van een vrou wenst cm Niemand had opgemerkt, wat er geschieu was. Krause wist zich met kracht een weg lo ha non. Wat moet dat? Dring zoo niet: beet eer. lieer hem toe, diaü hij een stoot in do ribben gaf. Laat me een dief ik rit hem achterna! riep Krause u.t. Men boor de die woerden. Houdt den dief! klonk het van onderscheidene kanten en Krause schreeuwde mee. Nu volgde een ware wedloop. Wat is hier aan de hand? vroog een politco-agent, die langzaam kw. aanslenteren. Terwijl men den man der wet in- llc!i(!.\ sloeg Krause een zijstraat in! en hij spoedde zich voort. Mooi-EtfjoJ was al thuis; Charlotte nog n et. Niet aan mama zeggen dat ik Uit geweest ben, dus wendde hij zich tot het meisje; zij was wat onge rust over mijne verkoudheid! F1 uk9 had hij zijn kamerjapon aangescho- iu en zijn buit achter slot gebracht. Ik ben stoin als het'graf, verze kerde Eva. De rentenier had eigenlijk met zijn lteve Lot te doen. Hoe verschrikt zou de ze zijn! Nu, hij zou haar spoedig geruststellen. Zij kwam thuis en begon op te spe len. omdat hij nog niet in l>ed was. Ik dacht dat het je zou verheu gen. wanneer ik nog Hij voleindde niet; de woorden ble- m hem in do keel. Hij kion zljno oogen niet gelooven. Daar legde Charlotte het Bieriur- nicier-laschje. dot hij zoo even in zijn secretaire meende te hebben gesloten, op tafe! en. lachend zoide zij Zie je, dat ik het behouden weer heb meegebracht! Maar je hadi toch gelijk met je waarschuwing en ik zal voortaan voorachtig zijn. Ver beeld j© daarom ben ik zoo lang weggebleven. Toen de zaal uitging, werd werkelijk ten dame in 't ge drang oen dergelijk tasohje, waarin ze een goedgevulde beurs en ook n"g een met brlllanten omzet t orloge hnd, door 'n schavuit uit d» liand gerukt. Wat Is er? Ben je niet welf.. De heer Krause had juist n geluid ultgestooten. ais het laatste van een pas afgemaakt varken. En weet je, wie die bestolen da me is? Hoe zou ik dat weten? stotter de hij. D© burgemeestersvrouw. Nu viel Krause in den hoek van de sofa eri hij zeug zoo blauw als het kus sen, Eefje gauw, pa is niet wel, gauw toch! schreeuwde Charlotte en zij goot de karaf half over hem uit. Dit bracht hem weer bij; maar h'ij kermde: :k ben ziek. doodziek! Ja, beste man; waarom hebt je mijn raad niet opgevolgd! Zoo'n ver koudheid daar kan alles van ko men. Een paar dagen in bed, en mis schien is 't dan spoedig over! Ach, dat was een ontzettend© nacht waarin d© rentenier slapeloos eu ra deloos in zijn legerstede rondwoeldo. Kan je niet slapen? vroeg zijne vrouw bezorgd. Nee, klonk het dof uit het kus- !lk Wil ik den dokter Als er iemand bij me komt, gooi t eerste, wat me voor de hand komt, liem naar 't hoofd. Eerst tegen den roorgcm sliep hij eindelijk in. Je blijft liggen en gebruikt niet» anders als wat havermout, sprak ze, toen hij ontwaakte. Ik wil niets hebben de eetlust is me vergaan! Lot legde de hand op zij® hoofd, diat gloeide. Eva, breng een flesch sol ter wa ter boven en lees papa wat uit de cou rant voor. Do kleine blondine bracht het ge vraagde. Verbeeld u, papa, 't staat al in de oourant, wat ma gisteren vertelde! De heer Krause verdween geheel onder do dekens. Eva las: Gisterenavond na af loop van het concert werd een brutale diefstal volvoerd, waarvan het offer de vrouw van onzen burgemeester was. Een gauwdief ontrukte baar het handtaschje, waarin behalve hare beurs een kostbaar horloge was. Het gelukte den dief te ontsnappen; toch moet men hem op het spoor zijn. Voor aanwijzing van den dader is eene be looning van 200 gulden uitgeloofd. Nu ging hij overeind in zijn bed zitten en riep met wilde energie: Lot pak dadelijk mijn koffer; ik ga op rei3. Hen je niet wijs? Je ijlt, man! Ik reis af. Zoo ver mogelijk weg. Naar Au stralië! Dat is je geen ernst! Meet Ik sums als dief achter de trahes? Je leest toch, dat men mij op liet spoor is en 200 gulden heeft uit geloofd! Ach, lieve papa, kom tot u zelf! Het is ernst, vreeeehjke ernst! sprak hij nu. En omdat je die» zult beseffen, zal ik je d)e volle waarheid zeggen. Hij verhaalde nu het gebeurde wat bij er me© beoogd had en liet met bittor sarcasme er op volgen; En nu lieb jij je zin. Nu heb ik iets gedaan, wat de aandacht op mij veotiger. zal. En z© zullen zoggen: rl.it had ik niet achter hem gezocht! Och kom, we moeten het taschje onverwijld teruggeven. Ik breng het zelve en vraag d© burgemeesters vrouw uit jouw naam duizendmaal vergiffenis voor die jammerlijke gissing en daarmee uit! Denk je, dat ik me door d© heele stad wil laten uitlachen? Een over haast© vlucht alleen kan mij redden Maar je moogt 't toch niet be houden. Zend het haar door middel van een vertrouwd persoon. Onzin lAlsof men heden ten dago iemand vertrouwen kan! Pak* mijn koffer of mijn valies, en zoodra het donker i3. sluip ik de deur uit. En ons beiden wil je hior oclitor- iateik Dut is gemeen. Waarom mij zoo geprikkeld en geërgerd en gezegd, dat ik een oesto ben! IIoo kan ik vermoeden, dat je zoo'n domheid zoudt uithalen. En nu wil jo niet eens, dat ik de zaak weder in orde breng! Ik verbied j© beslist, mijn geheim te verraden. Maar wat irioet er dan van wor den 2 Ik verdwijn. Niemand ziet mij meer., in deze stad. Het echtpaar twistte nog, toen er gescheld werd aan. de voordeur. Bliksemsnel was Krause weer on der dc dekens verdwenen en met ee grafstom mompelde hij: Zou me mij wei kei ijk al op het sjioor zijn? Het dienstmeisje kwam boven. Daar is mijnheer Van Wamelen on hij vraagt, of de familie (huis is. Laat meneer in de ontvangka nier, beval Charlotte. .Vet tfcuis geven! kermde Krau se van onder de dekens. Ga Jij, kind alleen laten, ze! de bezorgde echtge noot©. Eefje vloog naar beneden. Toen zij nn ongeveer 20 minuten torugkv/an".. straalde haar gezichtje van vreugde en schelmerij. Zij haal de bot dok van het hoofd haars va ders: Papaatje, kom te voorschijn! al stikken. Behoeft niet benauwd ir to wezen. De zaak komt prach tig in orde Hugo weet raad. Meid, je hebt hem toch niet Alles verleid, ja. Eervergeten schepsel! Zacht wat, papa. Laat me u alles verklaren u zal er nog groot© eer moe in leggen en mama zal trotsch op u wezen! Zil ging aan zijn bed zitten en fluisterde hem toe, wat zij te zeggen luad. Hoe langer zij sprak, hoe meer het gezicht van den vader ophelderde. Mag Hugo nu hier komen en zelf zijn plan u toelichten? vroeg Eefje vleiend. Nu ja. in vredesnaam! De heer Van Wamelen werd nu aan r*t ziekbed toegelaten en de dames trokken discreet zich terug. Hij had een langdurig onderhoud met den va der zijner uitverkorene. Toen de knappe pretendent afscheid nam, stak hii liet gestolen voorwerp bij zich en zoido. Al zoo. meneer Krause, ik ga da- dieüijk naar mijne tante, om haar de zaak voor te stellen, zooals we zijn afgesproken., en ook voor do courant zal ik zorgen Maar vergeet niet: uw rechterarm is verwond en gij moet nog eenige dagen het bed houden. Ja ja. doet moet wel! lachte de rentenier vergenoegd. Den volgenden dag las men in het morgen blad: Betreffende ons bericht van gis teren onder het hoofd „Straatroof" kunnen wij nader mededeel Ion, dat die dief nog wel niet gearresteerd is, maar het gestolen© reeds in lx»it van eigenares is. Een onzer hoogge schatte medeburgers, de heer H. K. wei-Volgde, hoewel ongewapend, den misdadiger tct in een eenzaam straat je, waar hij na een hevige worsteling _:ch van hei taschje meester maakte Hiermede niet tevreden wilde de' hoer K. der» 1,-oef aan de politie over leveren, doch kreeg helaas! een mes steek in den rechterarm. De niet on beduidend e verwonding zal don moe digen man nog wel germ men tijd aan 't ziekbed! kluisteren. Wij willen ho pen dat het der politie alsnog rnuge gelukken, do hand t© leggen op een. zoo gevaarlijk sujet. Ds heer Krause straalde, toen hij den lof zijner moedigheid los. IIIj straalde nog meer, toen de vrouw van den burgemeester bij d© zijne kwam om baar dank te betuigen ©n naar don toestand van deu gekwet ste te vernemen. Weinige weken later werd Charlot te's schoor? te droom vervuld. De verloving van de mooie Eva met Jonkheer Van Wamelen, werd schit terend gevierd on het feest werd bij gewoond door het hoofd der gemeen te met echtgenoot©. Als d© heer Krause uitging, droeg hij zijn arm n .g in een doek, hetgeen er te© leidde, dat men telkens op nieuw zijne dapperheid prees. Hij was de man van den 'lag ge worden en opmerkelijk was de edele, besclieiden wijze, waarop alle lof uitingen door hem. Werden afgewe- VLIEiGEN ZIJN GEEN TREK VOGELS. D© kamervlueg is een huisgenoot van de menschen, maaT deze musea do- móstica is bii hen geen welkome gast. Want nauwelijks komt er eten of drin ken op tafel, of de vliegen zijn er bij. Vele geleerden, vooral 'n Enigeland, hebben uitgebreide studies gemaakt om achter de leefwijze der huisvïie- gen te kiomen. Bekend is, dat d© viii©g geboren wordt in vuldat zij haar witte eitjes legt op allerlei rottende stoffen, voor namelijk in mestlhoopen, waarom zij dan oük in zoo overgroot© menigte ■voorkomen bij de boeren, En daar nu in de bladen reeds 'lierhaaildeUijk is gewezen op het vl'e- gengevaar, is het zeker met overbo dig in liet kort de levensgeschiedenis te verhalen ran onze kaïmarvUeg, en waarom zij met groot© angstva Mig heid verre moet worden gehouden van vlöesch, van -meSk, kortom van al'© levensmiddelen. Dan ook zult ge we ten, waarom hierboven werd geschre ven, dat vliegen geen trekvogels zijn. Do vitieg dan liegt haar eitjes (120— 140 in aantal) in den mesthoop, en roods na acht uur ongeveer (liet kan ook vier dagen duren, maar deze tijd staaf in nauw verband met de tornpo- ratuursgesteldheid) komen de witte, blinde larven (de zoogenaamde ma den) te voorschijn, die zich in bun walgelijk voedsel boren en daarvan teven Wij herinneren, schrijft het HbkL. aan weflk blad wij dit artikel onitlee- nec, hier aan een sprekend voor- bce'd van overgrooten last van v-eyenlarven, in den volksmond maden geheeleu. Eenige jaren geleder, stond ia de U11 enb urgera tra a t te Amsterdam een lompe rupak'l vu is, dut herhaaldelijk last tot klagen gaf. Op zekeren dag kwamen bij den Gemeen telijken Gezondheidsdienst, klachten in, dal in de omgeving van het pak huis de straat bezaaid was met deze z.g. „maden", die zelfs tegen de te gonoverliggende huizen opkropen. Eerst door middel van den Reini gingsdienst cn krachtige straat- besproeiing gelukte het, deze plaag te bestrijdetn. De laTven waren afkom stig uit de venzameling hoenderen, die zich in het pakhuis bevond. Vóórdat de larve vlieg wordt, dergaat zij nog twee vervelhngen eu na de tweede vervelling, vóórdat de larve (thans nyxnphe geheeten) gaat verpoppen, verlaat zij bij voorkeur don mesthoop on kruipt in droge stolfen. En hier zijn we nu aange land, bij de periode, waarin het be strijdingsmiddel van 't vliegenkwaad mot succes kan worden aangewend bij de boeren. Als namelijk droog stroo wordt gelogd rondom den mest hoop en dit stroo (waarvoor natuur lijk afval-atroo dienst kan doen, mits liet maar droog is) om de vier dagen wordt ververscht, terwijl men het oude verbrandt, wordt den vliegen geen gelegenheid gelaten, 10t volk»- ik durf je pa niet men ontwikkeling te geraken. Dit middel is het eenvoudigst, liet icdkoopste en hel meest pracusche. Want velerlei andere middelen wor den geraden. Men spreekt van petro leum, dat te duur is cn t© gevaarlijk; men noemt ook creoline, maar dat middel gebruikt de boer niet graag, omdat zijn roost er door bederft,. Een Italiaansch professor beval niet klem aan, om in de door vliegen gotoisterde villa's en zomerhuizen bossen, in vergiftigd© vloeistof be staande uit water, bruin© suiker en arsenigzuur zout gedrenkt, gras op te hangen. Het is geen fraai ge zicht, op verschillende plaatsen bij ons huis bosjes gras te zien bengelen en bovendien niet ongevaarlijk. En evenmin zijn alle soorten van vlie genvangers aan to bevelen. Men ziet do beesten vastkleven en urenlang worden zij gemarteldtrokken en wringen ze met pooten, vleugels en snuitjes om los te komen totdat de dood hen uit hun lijden verlost. Een eenvoudig middel om de vlie genplaag tegen te gaan, aldus deelde ons de directeur van den Gemeente lijken Gezondheidsdienst, dr. Ringe ling, mede. is het volgende In oen diep bord, gevuld met water, doet mon ongeveer twee theelepels formaline; pl.m. 35 pCt. Op den rand strooit men wat suikerkorrels. Do vliegen, gelokt door de suiker, ko men snoepen en drinken. Even later worden ze ziek men ziet de beesten ©ven ophippen korten tijd later zijn ze dood. Men kan. vervolgde dr. Ringeling, Indien de vliegenplaag erg is. eenige borden neerzetten. Zij mogen echter .niet in de zon worden geplaatst. Bedekt ook de melkiéder oogen- blik valt er een vlieg in en ge weet immers, dat ze overal in zitteu dat ze van alles eten ze snoepen op den mesthoop en even later, brengen ze een bezoek aan d© kaas, wipipen dan uit. den suikerpot, smullen van de jam. Ziet maar ©ons hoe bedrijvig de vlieg voortdurend bezig is, melt haar harige pooten haar lichaam te poetsen. En dat is niet overbodig, want zij zoeken bij voorkeur stoffige plokken op en bovendien hebben zij veel last van kleine, uitwendige pa rasieten. Zoo kan de vlieg dus de overbreng er zijn van zeer gevaarlijke ziekte kiemen en smetstoffen. liet versprei den van cholera, typhus, darm- catarrh, miltvuur kan op baar Toke ning worden geschoven. Of zij inderdaad in dezen dikwijls schuldig is, is echter moeilijk uit te maken en het gaat niet aan, aldus te edeneeren er zijn veel vliegen, dus zullen we ook wel besmettelijke ziek ten krijgen. Want daar is do heel droge zomer van 1911, om deze bewe ring te logenstraffen. Er was toen groot© droogte, er wa ren veel, héél veel vliegen maar be smettelijke ziekten waren er geluk kig verschijnsel I niet. Toch moeten wij in dit verband in herinneirmg brengen de onderzoekin gen van New^holroe en anderen, die wij o. a. aangehaald vinden ln de voordrachten over Gezondheidsleer van prof. R. H. Salt et. Newshohne heeft in Brighton jaren lang de sterfte der zuigelingen aan de zomer-diarrhee nagegaan en komt tot het besluit, dat d© infectie in het huls geschiedt en niet van de boerderij af komstig is. Vliegen zijn de over brengers, waarvoor het voornaamst© argument is, dat gecondenseerde zoo- te melk, die, als het blikje eens ge opend ia. niet dadelijk wordt opge bruikt, in onzindelijke huishoudin gen door vliegen bezocht en door deze dieren geïnfecteerd wordt. Wat nu het vliegenge\oar in ver band met de slagvelden aangaat, deelde dr. Ringeling mede, dat hij de kans van overbrenging van ziektekie- i naar hier geheel uitgestoten acht. Vliegen zijn geen frek- 0 g e l.s. De Engelsohe gedeerde Nutall heeft door onderzoekingen gevonden, dat do vliegen zich niet verder verplaat sen dan 1 kilometer (een afstand dus van twaalf minuten). Andere .geleer den vonden 30—190 yards800—1000 yards 1990 yards. Maar dat waren dan ook de verst© afstanden, door de liegen afgelegd. Door den wind (men zou dit kunnen meenen) worden de vliegen niet voort gedreven. Bij stormweer schuilen zij 1 huizen, onder daken, lp boomen. Het is dus niet Wel aan te nemen, dat naar ons land de vliegen van de Belgische cn Fransolic slagvelden ziektekiemen overbrengen. Voorzichtigheid blijft echter stoëds geboden en rnen zorge dus, zoo gauw de vliegenplaag zióh openbaart, het Ik> vengenoemde besjj-ijd ingamiddel klaar le.inaken, want Amsterdam Is omgeven door gemeenten, waar rne&t- lalten en sóhillenstalletjcs maar te willig© ontsta ineoorden zijn voor liiioonen en mïllioenen vliegen. Op de Stadsbelt te Amsterdam is men begonnen het bovengenoemde stroo mid del reeds toe te passen. Want indien go naar getallen vraagt een vlieg logt per keer 120— 1-10 eieren en zo doet dit per seizoen it 6 keer. En als rmen nu weet, dat het nageslacht van een vlieg na drie weken weer eieren legt en men .rekent den vliegentijd aan te vangen 15 Juni en te eindigen 15 Septemberdan houden wij ons gaarne aanbevolen bij den weetgierigen cn rekenkundig be kwamen lezer, om ons inede te deelen op hoeveel nakomelingen één enkele vliegenmoeder in één enkel seizoen kan roemen. JACHT EN SPORT. >t sprookje van de beid© Zondagsjagers. Er waren eens twee jagers die gin gen aJl© Zondagen op de jaoht. Maar het baalde niet veel uit, en de lieve kleine haasjes behoefden niet bang voor hen te zijn, cn kwamen dichtbij en gingen voor hen opzitten. Doch eens kwam er een oude levens moede iliaas en die verzocht den ja gers, hem dood te schieten. D© goede jagers verklaarden zich hiertoe bereid en schoten driemaal gelijktijdig op den ouden liaas, trof fen hem echter niet. Toen ging het goede dier maar weg en als 't niet gestorven is, dan loeft het heden nog i Doorzien. Mijn nieuwe rijpaard is giste ren aangekomen. Maar voordat ik er gebruik van maak, laat ik liet nog 'n weekje in den stal staap. Alha 1 Om liet er aan te wen nen, zoodat hot alleen er terug keert 1 Geruststellend, Janssen. Dót wil fk je wel zeg gen als ik naga, wat de jacht-akte mij kost, wat ik verder uitgeef, wat ik aan kleeding en schoeisel ruïneer •at ik in mijne zaak verzuim, dan kost me iedere haas, dien ik schiet minstens 20 gulden. Pietersen. Dan mag jij van geluk Bprekeii, dat je er zoo zelden een raakt. EEN VOORDE E LIG ZAAKJE. De heer Goedbloed had het ongeluk, een kostbare vaas te breken, bolioo- rendo tot een stel, waar zijne vrouw bijzonder aan hechtte. Dit ongeval had natuurlijk stormachtig weder in huis tengevolge. De arme man deed alles wat in zijn vermogen was, om den huisclijken vrede te herstellen, terwijl hij zijn best deed, om een andere vaas te be komen bij de overgeblevene. Aanvan kelijk mocht hij hierin niet slagen. Hij wanhoopte echter niet en bleef voortdurend er naar uitzien. En zoo kwam hij zekeren avond thuis, storm de de huiskamer binnen en voegde triumfantelijk zijn vrouw toe Zie eens. wat ik hier heb Maar ik heb er veertig gulden voor be taald ,1 Mevrouw Goedbloed bekeek op merkzaam de vaas van alle kanten. Ja, dat is precies dezelfde als die j© gebroken hebt, sprak ze op ©enigszins eigenaardigen toon. Maar ik dacht niet moer. dat je er in slagen zoudt, er ocno bij te krijgen en heli de overgebleven vaas vanmor gen juist voor tien gulden verkocht. Daar ben je mooi ingeloopenl voegde ze op geringsohattenden toon er aan toe IN DE HAAST. De handelsreiziger Sohmid't heeft een stadje in Westfalen berecht en begeeft zidh naar (hot station. Iiij heeft haast en bij het omslaan van den hoek struikelt hijongelukkig etoot hij met zijn wandelstok een kleine vensterruit van een bierkelder in. Bliksemsnel verschijnt de bewo ner en eischt een mark schadevergoe ding. Schmidt zoekt t© vergeefs ln zijn portemonnaie naar dit bedrog. Ik heb wel een twee-markstuk goof me gauw ecu mark terug. 't Spijt me, ant woordt de man, maar ik hol) gooji geld in huls. Maar wacht even, dan zal ik die twee- mark wisselen. Duurt mij te lang schreouwt Schmidt zoo dodelijk vertrekt d© irain. Snel beraden sloot hij met don stolt nog een tweede ruit dtuk, drukt den man diet twee-markstuk in de hand en verdwijnt. DAMRUBRIEK. H A RLKM SCHE D A M CL UB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men t© richten aan ien heer J, Meyer, Kruisstraat34. Typhoon 1543. Probleem No. 680, van J. \V. VAN DARTELEN, 1© Publicatie. Zwart 1 2 3 4 5 11 15 m n p. m i 3 f| X» m m m WM B n t n Wit Zwart 10 schijven, op; 7, 8, 9, 11, 12, 13, 19, 25, 30, 33 eu dam op 47. Wit 12 schijven, op: 21, 22. 28, 32, 31, 39, 40, 43, 44, 45. 48 en 49.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 12