BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD.
S3a Jaargang
ZATERDAG 31 JULI 1915
No 98fO
DE ZATERDAGAVOND
LETTERKUNDIG WEEKBLAD,
Haailemsche
Handelsvereenigiijg
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
.van 12 Nov. 1892 No. 29 cn gewij
zigd bij Koninklijk besluit van 21
Mei 1897 No. 58 eoi van 13 Juli
1909, No. 52.
Bureau: Jansweg 11, geopend alle
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de Vereeniging hier ter slede opge
richt met het doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen van hun
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van information en het incasseeren
van dubieuse vorderingen.
Indien eene vordering aan de Ver
eeniging ter inning in handen gege
ven, geheel of gedeeltelijk wordt vol
daan, zal van liet bedrag, waar het
ook betaald is, 5 provisie worden
geheven.
Bij het in handen geven van een
vordering op een buiten de stad woon
achtig debüeur moet 10 cent porto
worden betaald.
Eveneens moet 10 cent porto wor
den gevoegd bij elke vordering den
rechtsgeleerden in handen gesteld.
H.II. Rechtsgeleerden hebben het
Vecht in geval van gerechtelijke ver
volging het door hen noodig geoor
deelde voorschot te vragen aan den
Inzender der vordering.
Ingekomen vorderingen van 1 Mei
tot en met 31 December 1914. Totaal
i 6204.12 1/2.
De maand Augustus toor.dc het laag
ste cijfer, n!. f 321.98. De maand No
vember daarentegen toonde een ont-
vnngstcljfer aan van f 1615.74.
Bovendien hebben de leden recht
bp hun gratis te verstrekken
ad-van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging, de heeren
Mrs. Th. de liaan Hugenholtz en A.
IT. J. Merens, Spaame 94 alhier, die
desgewenseht ook in preceduren en
faillissementen, gratis voor hen op
treden, natuurlijk echter alleen voor
zaken die den handel of belbedrijf der
Jedou betreffen.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich-*
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct berekend,
terwijl voor information op buiten de
stad wonende personen f 0.60 pl.m.
5 ct. portovergoedrng moet worden
betaald.
Aan het kantoor Jansweg 11 zijn
coupons k 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken Stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adres
son van hier ter stede op hel bevol
kingsregister ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitimatiekaarten. waarop zij
persoonlijk informatiën kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij de daar-
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl. Inform, en Schuldinvorde-
ring-bureaux en Hantlelsvereenigin-
gen aangesloten vereenigingen.
Deze informatiën worden gratis ver
strekt indien ze onmiddellijk zonder
verder onderzoek kunnen worden ge
geven. Is een nader onderzoek noo
dig dan bedragen de kosten daar
van 20 cent.
Nieuwe ieden betalen tot en met 31
December 1915 drie gulden en 50 cent
contributie plus 10 cent voor Statuten
en Reglement.
H ig noodig er nog eens nadruk
kelijk op te wijzen, dal goed infor-
meeren, vooral naar nieuwe cliën
ten eene bepaalde noodzakelijkheid is
geworden, daar zoovele geheel onbe
kende personen zich in onze stad en
aangrenzende gemeenten komen ves
ligen. Onder alle koren is kaf.
Vorengenoemde Bond, waarbij 19
vereen igingen in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd, zijn
aar,gesloten, geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van namen van per
sonen omtrent wie men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt Deze lijst, waarvan het
geheim ongeschonden moet blijven,
bewijst als waarschuwingsmiddel uit
stekenden dienst.
Voor at deze voordeden en gemak
ken is slechts f 3.50 jaarlijkeche
contributie een zeer bescheiden elsch,
te meer daar al het opgenoemde niet
het eenige is wat de Haarlemsch©
Handelsvereeniging doet; Bleeds heeft
zij een open oog gehad voor alle za
ken, die hare leden in 't bijzender en
onze gemeente in 't algemeen betrof
fen en altijd heeft zij daarvoor ge
ijverd.
Het zou te ver voeren alles op te
noemen, waarvoor zij opkwam, al
leen dient nog vermeld, dat het hare
bedoeling is, in deze richting krach
tig voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie cotmnissiën gevormd. Van
deze oommissiün bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeene Middenstandsbe-
langen en eene met Gemeentebelan
gen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier:
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij veel goeds tot stand
brengt verdient uw sympathie en de
contributie, f 3 50 per jaar, kan geen
bezwaar zijn, Hoe sterker zij is in le
dental, des te meer kan de Haarlem-
sche Handelsvereeniging doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be-
i lang.
HET BESTUUR.
Ret Rijke Natuurleven
DE- OUDE FUCHSIA.
Er was een tijd, dat de geraniums
en de fuchsia's een prachtreputalie
handhaafden naast rozen en andere
troetelkinderen van den bloemen
vriend, maar de laatste jaren hébben
de fuchsia's het tegen verschillende
nieuwe kweekproducten moeten afleg
gen, ook al behouden ze altijd nog
een heele schare van bewonderaars.
Beter is het den geraniums of om
botanisch zuiverder te spreken, beter
is het den pelargoniums, zooals onze
gewone geraniums eigenlijk heeten,
vergaan, want bij duizenden en dui
zenden worden zo weer gevraagd om
in de tuinen en parken te worden uit-
geplant.
Te verwonderen is het niet, dat men
de pelargoniums gaat bevoorrechten.
Ze hebben vaak zuivere, levendige
kleuren en vooral uit het rood straalt
u de zonnewarmte tegen, terwijl de
fuchsia's, ook wanneer ze in groepen
worden uitgeplant, nooit dat kleur
effect kunnen maken, doordat hun
bloemen te ver uiteen staan.
Beide hébben ze intusschen één
groote eigenschap .met elkaar gemeen,
ze bloeien geheel den zomer door.
Laat de ragen week aan week -bij
stroomen neervallen, laat de rukwin
den boomen en heesters, bloemen en
kruiden ontredderen, na bet eerste
zonnige uurtje, dat volgt op het gie
ren van den wind en het kletteren van
den regen, hoeven we slechts even de
oude bloemen weg te nemen, om weer
planten te hebben, frisch en krachtig,
alsof ze weken achtereen het heer
lijkste zomerweer hadden meege
maakt.
Vooral de fuchsia's herstellen zich
heel gauw en dan is liet een waar
genot, Ts morgens een kwartiertje in
den tuin bij deze onderwetsche, maar
altijd weer mooie planten stil le
staan.
Ik heb een exemplaar op het oog,
dat anderhalven meter hoog is, en
waarvan dc stam een doorsnede heeft
van bijna vier c.M.
Ongeveer veertig jaar geleden stond
deze fuchsia als een teer groen sten
geltje mei enkele bladeren en nog
minder bloemen tusschen heel wat
mooier en krachtiger planten op de
bloemenmarkt.
Jaar in jaar uit heeft men de plant
nagenoeg aan zichzelf overgelaten;
jaar op jaar groeide zij verder uil cn
het getal bloemklokken, dat aan alle
takken en twijgjes werd ontwikkeld,
vermeerderde met de jaren.
Nu staat de oude fuchsia, knoestig
en schilferig van stam, als een eer
biedwaardige grijsaard te midden der
opkomende geslachten, maar zijn
kracht is onverwoestbaar en met
Jeugdige spontaniëteit bloeit en groeit
hij, kleur en leven gevend aan den
tuin.
Aan zijn takken zijn honderden
bloemen in allerlei stadia van ontwik
keling waar te nemen.
Daar bengelen in de eerste plaats
de oudo, afgeleefde kelken.
Ver steekt de verschrompelde stem
pel uit de bloemkroon, die bijna al
le kleur heeft verloren en als een
zuchtje door de bladeren gaat, vallen
de afgewerkte bloemen af, alle lucht
en licht en alle voediijgsseppen over-
lalend aan het groene vruchtbegin
sel.
In den regel komt van dit laatste
weinig terecht. Er zijn fuchsia's,
waarvan de vruchten flink uitgroeien
en van een enkele soort worden ze
zelfs geeonfijt, evenals rozenbottels,
maar over het algemeen brengen ze
het voor het meerendeel niet tot
rijpheid. En toch is het oorspronke
lijke besturingssysteem heel mooi.
Als 's morgens de dikke kelkbladen,
die de bloemkroon zoolang bescherm
den. horizontaal gaan uitstaan, is de
dikke stempel ai gauw te zien. Meel
draden merken we nog niet op. Die
zitten nog tusschen de ineengedraaide
kroonbladen, maar de stempel Is al
kleverig en geschikt tot het opnemen
van stuifmeel
Dit juist rs het mooie in de bestui-
vingsinrichting. Oorspronkelijk was
de fuchsia zuiver ingericht voor
kruisbestuiving, want al heel licht
brengen de honingzoekende insecten
stuifmeel op de stempels, vóór de ei
gen meeldraden dit kunnen leveren.
Pas na een paar dagen zijn deze
daartoe in staat en gewoonlijk zal
bij de wilde planten de bevruchting
dan wel hebben plaats gehad.
Nu is het merkwaardigste bij onze
gekweekte planten, dat allerlei tus-
schenvormen optreden,
He' grondtype vertoont een heel ver
uitstekenden stempel en meeldraden,
die maar tot de helft van den stijl
reiken.
Het grootste aantal bloemen is ook
zoo gebouwd, maar ik vond aan mijn
oude plant bloemen met lange meel
draden en een korten stijl, bloemen
waarbij dit juist omgekeerd was en
ook enkele, waarbij meeldraden en
stijl evenlang waren en bleven. Zui
vere trimorphie dus, zooals bij de
Kattestaarten, die hier om Haarlem
vrij menigvuldig groeien.
Zooals ik al zei, is deze groote doel
matigheid eerder een afwijking dan
een bevoorrechting boven andere
planten, want maar zelden vermenig
vuldigt men de fuchsia's door zaad.
Als een klein, nietig stekje levert
de- bloemist ze af, jaren en jaren„ge
ven ze ons vreugde en zijn ze kleu
rige juweelen in onzen tuin, weinig
zorg eischen ze, veel schenken ons
en, zoo beschouwd, zuilen de fuch
sia's nooit worden verdrongen.
H. PEUSElNS.
Rubriek voor Vrouwen
DE SCHOONE KONINGIN DER
BLOEMEN.
Flora had de liefde van Amor ver
smaad. Gebelgd schiet Amor zijn pijl
op haar af en de bekoorlijke godin
ontbrandt nu in vurige- liefdo voor
den minnegod. Maar nu wendt Amor
zich af van haar, om wier gunst hij
eerst zee dringend gesmeekt had.
In haar wanhoop cn verlangen
schiep Flora de bloem die lacht en
weent te gelijk: oen bloem met
heerlijke geuren en scherpe doornen.
„Eroslwil zij uitroepen als het
kind van haar schepping zich in haar
hand tot volle proeht ontwikkelt.Maar
de eerste lettergreep verstomt op haar
lippen.
„Ros!" klinkt het slechte te mid
den der eenzaamheid; en als ..Roos"
begroeten alle kinderen der Natuur
hun pas-geboren zuster.
Da oude sagen brengen alle het
ontstaan dc-r roos in verband met den
god der liefde. Volgens een Grieksch
schrijver is zij gelijktijdig geboren
met de godin der schoonheid, en ont
stond zij uit het schuim der zee, dat
Aphrodite omhulde, toen zij uit de
golven opsteeg.
In het leven der Grieken en Romei
nen was de roos, die lieveling der
goden en menschen. letterlijk on
ontbeerlijk. Offerdieren werden met
rozen getooid; de priester, die het
offer bracht, droeg een krans van ro
zen; het beeld van den god, aan wien
geofferd werd, was onder rozen be
dolven. Wanneer een jongeling in den
Raad der Ouden kwam, werd hij van
te voren met rozen gekroond.
Icings de deurposten van huizen,
waarin een bruid woonde, werden
slingers van rozen opgehangen en de
bruid zelve droeg onder een purper-
kleurigen sluier een krans van rozen,
mirten en andere bloemen. Beelden
van menschen en goden werden om
hangen met eindelooze guirlandes
van rozen. Bij feesten en plechtige
gelegenheden zooals bij vroolijke
maaltijden, droegen alle genoodigden
kransen van rozen; want men meen-
de, dat een krans van rozen op van
rozenolie geurende lokken rustend,
de dronkenschap weerde!
Maar bij de Ouden was niet ieder
die dit verkoos, vrij om rozen te dra
gen: alleen, wie zulk een tooi waardig
was, mocht zich daarmee versieren.
In Rome bestond een wet, die zei,
dat niemand zich met rozen versierd
mocht toonen, wanneer de Staat in
gevaar verkeerde. Zoo wondt er ver
haald van een geldwisselaar, die ge
durende den tweeden Perzischen
oorlog tegen d e wet zondigde en dan
ook In de gevangenis werd geworpen
waar hij bleef, tot na het sluiten van
den vrede!
Maar niet alleen in de dagen van
vreugde werd de roos zoo algemeen
gebruikt; ook in droefheid en rouw
beschouwde men haar als de schoon
ste liefdegave. Tot in de verste oud
heid vindt men het gebruik terug, om
afgestorvenen door rozen le neren, liet
hoofd der dooden omkranste men met
rozen; de lijkbaar en het graf werden
er onder bedolven. Ten teeken van
rouw over dierbare afgestorvenen
droeg men rozen op de borst. Op
graven strooide en plantte men ro
zen; en niet zelden was er door den
afgestorvene, bij wijze van testament,
de bepaling gemaakt, dat ecu gedeel
te van zijn nalatenschap moest be
steed worden, om zijn graf altijd van
frissche rozen te voorzien.
Sedert de dagen der oude Romei
nen is ook de roos het zinnebeeld van
't stilzwijgen. Bij groote weelderige
gastmalen werd natuurlijk in over
vloed wijn gedronken. Het 9preekt
vanzelf dat in zijn opgewonden toe
stand menige gast meer zei, dan hij
in kalme ©ogenblikken wenscheJiik
zou hebben gevonden. Om ieder er
aan te herinneren, dat men van het
geen men bij drinkgelagen heeft ge
hoord, nooit misbruik ma.{/ maken
hing er boven de tafel, van de zol
dering af een roos in de zaal. Terecht
kon men die het zinnebeeld van stil
zwijgendheid noemen: Hield zij haar
binnenste niet verborgen onder hon-
derde bladeren? Aan dit gebruik is de
uitdrukking „sub rosa" „onder de
roos" ontleend.
In de eerste tijden der Cbristej.en
was er door de vromen uitgemaakt,
dat de roos uit het Paradijs herkom
stig is: nu-droeg men de Koningin
der Bloemen aan Maria op.
Talloos zijn daarom de rozen le
genden. De haag of wilde roos ont
stond toen Maria de kleeren van het
KLndeko Jezus over den struik (dje
tot nog toe geen bloemen droeg) ie
drogen hing.
Waar heimelijk aalmoezen werden
uitgereikt, en deze gevaar liepen ont
dekt te worden, veranderden de goe
de gaven n et zelden In rozen.
In de Middeleeuwen vyerden in
Duitscliland de rozen voor velerlei
doeleinden gebruikt. Behalve dat zij
in de slottuinen werden gekweekt,
strooide men ze bij feestelijke gele
genheden ook op de kostbare, zware
tapijten vermengd met tal van wol-
riekende bloemen en kruiden. Deze
verspreidden dan een aangenamen
geur door het vertrek.
Voor de ridders, die na een lange
reis op een burcht aankwamen, word
onmiddellijk een bad gereed gemaakt,
waarbij men een groote hoeveelheid
rozenbladeren in het water strooide.
"Ook gebruikten schoone vrouwen ro
zenwater om het geiaat mee te was
schen, terwijl het algemeen gebruik
was, dat een bruid op den huwelijks
dag zich hel gelaat en de handen
met rozenwater liet wasschen. In de
middeleeuwen waren Thüringen en
Hessen vooral om hun rozenteelt be
kend.
Denamen- Roosje, Rosa, Rosaimui-
de, Rosalie hebben alle een lieflijken
klank. Ook in vele geslachtsnamen
vindt men den naam van de Koning
in der Bloemen terug,
MARIE VAN A MS TEL.
Naar het Oosten van
Duitschland.
Particuliere Correspondentie
IV.
Na de lunch onder de oude boomen
van ten buitengofegenheid ging do
tocht vorder. Over Pilkahena markt
manoevreerde juist een lange trrtn-
colomne op weg naar het front en de
Amerikaanse he en Duitsche filmope
rateurs lieten zich de interessante
kiek niet ontgaan. Toen suisden on
ze auto's vorder naar het Oosten,
na-ar de grens, naar de stad Sch'r-
windt, de nu uitgestorven Duitsche
grensplaats, gelegen tegenover
Wlad'isl aw ow 111 R ussisch-Pole n
thans bezet gebied. Schirwindt 's niet
meer De burgemeester met zijn go-
zui en de weinige teruggekeerde
vluchtelingen huizen in lange iage
houten barakken an de buurt Jer
kerk. D'e slaat nog, mot ga:er: in
het dak, met doorgeslagen band op
de plaats van hel orgei, wv ks popen
in zielige rafels naar beneden rijn
gen. Op haar torens stonden Russi
sche machinegeweren, van binnen
zijn haar muren vol geweerkogel ga-
ton en de spreuk „F-Visch w'rd was
von Fleisch geboren" slaat ah» een
rnene lekol aan den. wand. Graven
van gevallenen, met een gedenktep-
ken van marmer en vol rozen, om
geven deze kerk, en nog geen kilo
meter verder, vlak over de grens, ligt.
het Russische stadje vredig m de zon
met do slarake spite der Katholieke en
de groengouden koepels der ortl.o-
doxo kerk. Nog slaan de grenspalen
op hc-t met bloed gedrenkte land, dat
aan de overzijde een giansch ander
land is met slecht onderhouden we
gen, al hebben Duitsche soldaten de
ergste kuiten gedicht, met de typische
Russteoh-Pooteche bevolking, wier
Joodsche inslag op dezen da?, Sab
bath, bij-zonder in het oog valt. Over
die languit gestrekte markt, een enor-
mo ruimteverkw-ist'ng, en karakte
ristiek voor Russische sleden, met
hobbelige steenen en groote gaten,
slentert de vrouwelijke jeugd in feest
dos. mannen met den kaftan staan
op de hoeken te praten en in een
„theesa'on", het eenige huis waarin
wij goedschiks een blik kunnen wer
pen. verkoopt men ons goede Russi
sche sigaretten, dte hier. waar de tol
ontbreekt, nog voor weinig gold te
krijgen zijn. Armzalig genoeg z'et
het „salon" eruit. doch de prutte
lende sanrovar geeft er een Russisch
cachot aan..
'De bevolking is rustig en vriende
lijk gezind jegens de Duitsche troe
pen. Op de chaussee, do etappen-
6traat naar het front, dat wij tot op
een afstand van 12 kilometer na
derden, ontmoetten wij bij troepjes
Russische gevangenen onder bewa
king. Ook hier, zoo ver het oog
reikt, door de Duitsche troepen.be
bouwde akkersl Tot W. gaat onze
tocht. Een groote etappenpiaats in
bezet gebied wear een Duitsch 6o'-
detenhuis. druk bezocht, ons even
zijn poorten opent. Wij vonden er niet
minder dan vijf piano's! De nabij he'd
van liet front merken wij door het
rateJschokkend verkeer der colonne,
door het voorbij mare-hóe ren van
troepen, door de drukte en beweging
die hier heorscht. Dar. gaat het langs
een anderen w©g naar Duitschland
terug.
De gel-aden geweren op onze leger
auto's krijgen hier c-en bijzondere be-
tedkente, want nog voor weinig» wo
ken werd een Duifcsch offiaer. die
zich to ver over de grens had ge
waagd, in deze buurt door een Ko
zakken put roei je ingerekend. Wij sui
zen door Rusland, en droemen gaan
door ons hoofd over do toekomst de
zer vruchtbare streken met hun dun-
gezaaide verwaarloosde bevolking,
en wij zijn eer wij het merken >n de
buurt van Kibarty, van WirbaRon en
Eydlkulmon, bot groots Rmeisch-
DuiUsch-c station niet zi.in reusachtig,
tol'verkeer in vredestijd. Dicht bij
Kibarty bezoeken wij een Russisch
gevangenenkamp. Wij treffen het
goc-d, de manschappen komen juist
mi Jk-i grooten steenen gebouw aan-
loopen voor bet avondgebed, ond.-r
to'd'ng van een hunner, een Rus u't
do Oostzeeprovincies, dte vloeiend
Duitech spreekt en met een zekere
gratie zijn taak vervult. Zij gaan in
zeven, acht lang© rijen achter e'-kaar
slaan, on-tb tooien het itoofd cn ma
ken het teekon des kruises. Een
paar woorden van den leider, en in
den avondteonnes-oh-ij-n over het veld
klinkt een metodie ate orgelzang u".
do kelen der mannen die daar, moest
n'et groot, doch krachtig gebouwd
en met stompzinnig© gezichten, staan
te zingen. Muzikaal zijn z© we'.
Daarna danst een hunner op verlan
gen van cto filmmensehen eon Bus-
sischen volksdans, en het genoegen
over de doUe sprongen van den grap
penmaker is algemeen.
FEUILLETON
Hef Raadsel van
den Nacht.
door EMIL PESCHKAN.
(Geautoriseerde Vertaling).
5)
Do lieor MoJieokopf bevestigde d.-c
getuigenis en ze:"er nog bj dut het
con schandaal was, dut er in zulk
oen huis zoo iets voorviel en dat het
beter zou zijn voor goed allo dagdie
ven en nietsdoeners onschadelijk le
maken. indkn de commissaris van
politie zijn redevoering niet had af
gebroken zou hij zeker nog een gerui-
men tijd op deze wijze zijn voortge
gaan.
De eerste p'dilie-agent stond dicht
bij liet huls, hen de vrouw van de'l
portier hem kwam roepen, die daar
op door was geloojjen naar het com
missariaat. Juffrouw Dichtblun- kon
niets dan dit getuigen, alleen zoi ze
nog dat zi| van het begin af verdon
king had gekoesterd tegen dozen
„man" en dat zij den heer Wolfort
drimrend had aangeraden hem niet
in lmis toe te laten.
Toen de commissaris van politie
aan Ottilie vroeg, of dit werkelijk
waar was, antwoordde zij, dat dc
heer Wolfeit haar dit nooit gezegd
had, maar dat zij hot zelve nooit pret
tig had gevonden u!s Gerhardt haar
op liuar kamer bezocht, vooral niet
sedert zij hier woonde. In het begin
had zij het hier in huis prettig ge
vonden maar don l&atsten tijd beving
haar telkens het gevoel alsof mm
haar met wantrouwende oogen aan
zag.
De commissaris keek haar aandach.
tig aan toen hij op ijskoud en toon
vroeg:
Wist u dun inderdaad niet dat
uw verloofde op dit oogenblik hier in
huis was?
Ik kon ook op dot oogenblik een ge-
voet van verdenking niet van mij af
zetten. Zou Oltilie inderdaad cometLe
hebben g.-speeld? Dat was immers
niet mogelijk? Toen ik haar in mijn
armen had opgevangen, beefde zij zoo
heftig en ik had ook gezien hoe zij
eensklaps van kleur veranderde.
Jk kan dat onder cede bevesti
gen, y.-i ze daarop om dan plotseling
voor don commissaris op de knieën
t6 vallen en hear- to smeekon toch le
pelooven dat Gerbnrdt geen deel had
aan het ongeluk
Ik geloof dat ik nog niet gezegd heb
dat ik dezen avond Ottilie geenszins
mc-or met verliefde oogen aanzag.
Toon zij d© trap opkwam, ge'eek zij
mij in geenemfco'.e op het meisje, dat
te voren mijn gedachten zoozeer in
beslag had gei.omen. Dc oogen dio
mij zoo diep traurig aanzagen, koud©
ik niet, maar hetgeen wij hier nu
doormaakten kan wel do ooi-zaak zijn
dat ik nu zoo veranderd was mui ge
voelen, dat ik zelfs geen .zachtere op
welling kreeg toen ik haar vastgreep.
Terwijl ze nu voor den andhenaar
op de kniecn neerviel, krees ik ech
ter eensklaps diep medelijden mot
haar en ik zou gaarne haar tranen
gedroogd en jr.ijn banden bescher
mend op haar hoofd hebben gelogd.
Arm schepseltje! Haar smeekbede go-
tuigde v an zooveel liefde, dat ik den
man die daar het voorwerp van was,
moest benijden, zonder echter de min
ste ijverzucht t© koesteren. Integen
deel ik zou niets liever hebben golmd
dan dat het in mijn macht had gele*
gen hun to© to voegen: Omhelst elkan.
der en gaat dan uws weegs.
Zij had de ai men opgeheven, de
handen 'gevouwen en haar donker©
OQTen, waaruit nog tranen stroom-
dén, smeekend tot den conunissuris
opgeheven. Het wollen doekje was
van haar hc-ofd gevallen en het zijde
achtige haar met den rossigen glans,
golfde over baar schouders, liet was
een roerend tooneel en ik kon mij on
mogelijk voorstellen dat zij dien man
kon beminnen indien liij werkelijk
een booswicht was. Weliswaar kiest
de liefde somtijds vreemde wegen,
maar dat Oltilie... neen,,, dat was
onmogelijk...
En toen ik Gerhardt aankeek, ver
dwenen ook alle slechte vermoedens,
t© zijnen opzichte. Deze mun kon
wel in staat zijn cm onberedeneerd
te handelen maar met om een mis
daad te plegen. Hij zag or bleek en
ontsteld uit en zijn oogen lagen diep
it. de kassen, maar aoze fijne gelaats
trekken en dat hooggewelfde voor
hoofd, deden hem te ze©r op een beeld
gelijken dan dat men dien man van
onedele drijf voeren zou kunnen be
schuldigen. Hij was nog jong, telde
niet meer dtui vijf-eiv-twintig jaren,
al had hij ook reeds diepe rimpels in
liet voorhoofd. Zijn houding \sas nu
zelfs nog fier eu zijn blanko handen
werden zenuwachtig heen en weer
bewogen, hoewel bij met kalme stom
getuigenis aflegde. Het had er veel
van alsof er een onderdrukt© harts
tocht in hem vvoeido, en zijn stam
trilde af en toe. Toen do commissaris
hem echter de leelijkste verdenking
naar het hc-ofd slingemle, verloor hij
zijn zcéf beheerst hing en uitte hij zich
in heftige bewoordingen, die hem
slechts noodlottig kon don worden.
Hetgeen hij zei, was ongeveer het
volgende:
Hij had zich buiten medeweten van
Ottdie naar haar woning begeven.
omdat hij woedend jaloersch van aard
was. Hij betreurde cieit zelf, zei hij.
maar zij was dén laatsten tijd min
der hartelijk dan anders tegen hem
geweest, meende hij, en hij maakt©
zich zelf wijs dat er wellicht hier in
huis iemand w-js in wien zij veel be
lang stekte. Dit was de reien ge
weest dat hij bierheen werd gedre
ven.
De politic-ambtenaar vroeg hom nu
of zijn meisje hem wellicht gezegd
had dat de heer Wolfert zoo viier.de-
lijk tegen haar was.
Neen, antwoordde hij, terwijl hij
mij aanza.7, hetgeen mij in de nloo
ming versterkte dat hij mij niet goed
gezind scheen te zijn, misschien was
hij wed jaloersch op mij, doordat hij
gezien had dat ik Ottilie- eons gegroet
had.
Wilt u one nu eens zeggen of de
heer Wolfert ti inderdaad ooit eenige
bijzondere beleefdheid betoonde?
vroog de commissaris mu aan Ottilie.
Zij antwoordde oat dis huisheer
haar steeds zeer riendetijk had toe
gesproken, do enkele malen dat zij
hem had ontmoet, maar zich ooit
een onkel woord had laten omvallen
dat haar had kunnen beloedigen.
Hoe kwam u dan nu hierheen to
gaan op dit uur, wendde de commis
saris zich nu wederom tot Gerhardt.
Wet toen ik Ottilie. zooals ik trou
wens lederen dag <too, aan het kan
toor ging afhalen, zei ze mij dat.zij
mo« niet klaar was en dut zij ook niet
wist hoo lang zij nog moest blijven.
Dit maakt© mij wederom razend, en
zonder mij lang te bedenken, sneldo
ik hierheen en verlvorg ik mij in haar
kamer. Nu besef ik zeer go>l
dat ik verkeerd heb gehandclJ,
antwoordde bij. Ik kon gemak
kelijk do kantor inkomen, ging
hij voort, want ik wiet waar Oltilie
liaar sioutel altijd neer legde, van
daar dan ook dat ik niet hel minste
beh-lsol ondervond.
Hij zweog nu even en zag Ottdie
smeokend aan. Deze verborg het
hoofd In ile handen en snik'.c over
luid.
Toen Gerhardt er mets «neer aan'
toevoegde, vroeg de commissaris hem:
Hebt u verder niets te zegden?
Gerhardt zag een poos strak voor
zich uit en toen den ambtenaar recht
in de oogen ziende, voegde hij er aan
too.
Wat moet ik nog meer zeggen?
Ik hen mij immers bewust dat u mij
toch niet gelooft en somtijds verbeeld
Ik mij, dat ik alles gedroomd itob. F.u
toch is het werkelijk gebeurd en beeft
het toeval somtijds nog wel vreemde
re dingen bewerkt dan nu hier het
geval is.
(Wordt vervolgd.)