BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD. S3a Jaargang ZATERDAG 31 JULI 1915 No 98fO DE ZATERDAGAVOND LETTERKUNDIG WEEKBLAD, Haailemsche Handelsvereenigiijg Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit .van 12 Nov. 1892 No. 29 cn gewij zigd bij Koninklijk besluit van 21 Mei 1897 No. 58 eoi van 13 Juli 1909, No. 52. Bureau: Jansweg 11, geopend alle werkdagen van 9—5 uur. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de Vereeniging hier ter slede opge richt met het doel de belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen van hun handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van information en het incasseeren van dubieuse vorderingen. Indien eene vordering aan de Ver eeniging ter inning in handen gege ven, geheel of gedeeltelijk wordt vol daan, zal van liet bedrag, waar het ook betaald is, 5 provisie worden geheven. Bij het in handen geven van een vordering op een buiten de stad woon achtig debüeur moet 10 cent porto worden betaald. Eveneens moet 10 cent porto wor den gevoegd bij elke vordering den rechtsgeleerden in handen gesteld. H.II. Rechtsgeleerden hebben het Vecht in geval van gerechtelijke ver volging het door hen noodig geoor deelde voorschot te vragen aan den Inzender der vordering. Ingekomen vorderingen van 1 Mei tot en met 31 December 1914. Totaal i 6204.12 1/2. De maand Augustus toor.dc het laag ste cijfer, n!. f 321.98. De maand No vember daarentegen toonde een ont- vnngstcljfer aan van f 1615.74. Bovendien hebben de leden recht bp hun gratis te verstrekken ad-van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging, de heeren Mrs. Th. de liaan Hugenholtz en A. IT. J. Merens, Spaame 94 alhier, die desgewenseht ook in preceduren en faillissementen, gratis voor hen op treden, natuurlijk echter alleen voor zaken die den handel of belbedrijf der Jedou betreffen. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telephonische inlich-* ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct berekend, terwijl voor information op buiten de stad wonende personen f 0.60 pl.m. 5 ct. portovergoedrng moet worden betaald. Aan het kantoor Jansweg 11 zijn coupons k 10 ct. verkrijgbaar, waarop men aan het bureau van den Burger lijken Stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adres son van hier ter stede op hel bevol kingsregister ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitimatiekaarten. waarop zij persoonlijk informatiën kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar- gevestigde en bij den Ned. Bond van Onderl. Inform, en Schuldinvorde- ring-bureaux en Hantlelsvereenigin- gen aangesloten vereenigingen. Deze informatiën worden gratis ver strekt indien ze onmiddellijk zonder verder onderzoek kunnen worden ge geven. Is een nader onderzoek noo dig dan bedragen de kosten daar van 20 cent. Nieuwe ieden betalen tot en met 31 December 1915 drie gulden en 50 cent contributie plus 10 cent voor Statuten en Reglement. H ig noodig er nog eens nadruk kelijk op te wijzen, dal goed infor- meeren, vooral naar nieuwe cliën ten eene bepaalde noodzakelijkheid is geworden, daar zoovele geheel onbe kende personen zich in onze stad en aangrenzende gemeenten komen ves ligen. Onder alle koren is kaf. Vorengenoemde Bond, waarbij 19 vereen igingen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd, zijn aar,gesloten, geeft uit eene tweemaan- delijksche lijst van namen van per sonen omtrent wie men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met hen in handelsbetrek king treedt Deze lijst, waarvan het geheim ongeschonden moet blijven, bewijst als waarschuwingsmiddel uit stekenden dienst. Voor at deze voordeden en gemak ken is slechts f 3.50 jaarlijkeche contributie een zeer bescheiden elsch, te meer daar al het opgenoemde niet het eenige is wat de Haarlemsch© Handelsvereeniging doet; Bleeds heeft zij een open oog gehad voor alle za ken, die hare leden in 't bijzender en onze gemeente in 't algemeen betrof fen en altijd heeft zij daarvoor ge ijverd. Het zou te ver voeren alles op te noemen, waarvoor zij opkwam, al leen dient nog vermeld, dat het hare bedoeling is, in deze richting krach tig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur drie cotmnissiën gevormd. Van deze oommissiün bemoeit eene zich met het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeene Middenstandsbe- langen en eene met Gemeentebelan gen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe, handelaar of particulier: Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij veel goeds tot stand brengt verdient uw sympathie en de contributie, f 3 50 per jaar, kan geen bezwaar zijn, Hoe sterker zij is in le dental, des te meer kan de Haarlem- sche Handelsvereeniging doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be- i lang. HET BESTUUR. Ret Rijke Natuurleven DE- OUDE FUCHSIA. Er was een tijd, dat de geraniums en de fuchsia's een prachtreputalie handhaafden naast rozen en andere troetelkinderen van den bloemen vriend, maar de laatste jaren hébben de fuchsia's het tegen verschillende nieuwe kweekproducten moeten afleg gen, ook al behouden ze altijd nog een heele schare van bewonderaars. Beter is het den geraniums of om botanisch zuiverder te spreken, beter is het den pelargoniums, zooals onze gewone geraniums eigenlijk heeten, vergaan, want bij duizenden en dui zenden worden zo weer gevraagd om in de tuinen en parken te worden uit- geplant. Te verwonderen is het niet, dat men de pelargoniums gaat bevoorrechten. Ze hebben vaak zuivere, levendige kleuren en vooral uit het rood straalt u de zonnewarmte tegen, terwijl de fuchsia's, ook wanneer ze in groepen worden uitgeplant, nooit dat kleur effect kunnen maken, doordat hun bloemen te ver uiteen staan. Beide hébben ze intusschen één groote eigenschap .met elkaar gemeen, ze bloeien geheel den zomer door. Laat de ragen week aan week -bij stroomen neervallen, laat de rukwin den boomen en heesters, bloemen en kruiden ontredderen, na bet eerste zonnige uurtje, dat volgt op het gie ren van den wind en het kletteren van den regen, hoeven we slechts even de oude bloemen weg te nemen, om weer planten te hebben, frisch en krachtig, alsof ze weken achtereen het heer lijkste zomerweer hadden meege maakt. Vooral de fuchsia's herstellen zich heel gauw en dan is liet een waar genot, Ts morgens een kwartiertje in den tuin bij deze onderwetsche, maar altijd weer mooie planten stil le staan. Ik heb een exemplaar op het oog, dat anderhalven meter hoog is, en waarvan dc stam een doorsnede heeft van bijna vier c.M. Ongeveer veertig jaar geleden stond deze fuchsia als een teer groen sten geltje mei enkele bladeren en nog minder bloemen tusschen heel wat mooier en krachtiger planten op de bloemenmarkt. Jaar in jaar uit heeft men de plant nagenoeg aan zichzelf overgelaten; jaar op jaar groeide zij verder uil cn het getal bloemklokken, dat aan alle takken en twijgjes werd ontwikkeld, vermeerderde met de jaren. Nu staat de oude fuchsia, knoestig en schilferig van stam, als een eer biedwaardige grijsaard te midden der opkomende geslachten, maar zijn kracht is onverwoestbaar en met Jeugdige spontaniëteit bloeit en groeit hij, kleur en leven gevend aan den tuin. Aan zijn takken zijn honderden bloemen in allerlei stadia van ontwik keling waar te nemen. Daar bengelen in de eerste plaats de oudo, afgeleefde kelken. Ver steekt de verschrompelde stem pel uit de bloemkroon, die bijna al le kleur heeft verloren en als een zuchtje door de bladeren gaat, vallen de afgewerkte bloemen af, alle lucht en licht en alle voediijgsseppen over- lalend aan het groene vruchtbegin sel. In den regel komt van dit laatste weinig terecht. Er zijn fuchsia's, waarvan de vruchten flink uitgroeien en van een enkele soort worden ze zelfs geeonfijt, evenals rozenbottels, maar over het algemeen brengen ze het voor het meerendeel niet tot rijpheid. En toch is het oorspronke lijke besturingssysteem heel mooi. Als 's morgens de dikke kelkbladen, die de bloemkroon zoolang bescherm den. horizontaal gaan uitstaan, is de dikke stempel ai gauw te zien. Meel draden merken we nog niet op. Die zitten nog tusschen de ineengedraaide kroonbladen, maar de stempel Is al kleverig en geschikt tot het opnemen van stuifmeel Dit juist rs het mooie in de bestui- vingsinrichting. Oorspronkelijk was de fuchsia zuiver ingericht voor kruisbestuiving, want al heel licht brengen de honingzoekende insecten stuifmeel op de stempels, vóór de ei gen meeldraden dit kunnen leveren. Pas na een paar dagen zijn deze daartoe in staat en gewoonlijk zal bij de wilde planten de bevruchting dan wel hebben plaats gehad. Nu is het merkwaardigste bij onze gekweekte planten, dat allerlei tus- schenvormen optreden, He' grondtype vertoont een heel ver uitstekenden stempel en meeldraden, die maar tot de helft van den stijl reiken. Het grootste aantal bloemen is ook zoo gebouwd, maar ik vond aan mijn oude plant bloemen met lange meel draden en een korten stijl, bloemen waarbij dit juist omgekeerd was en ook enkele, waarbij meeldraden en stijl evenlang waren en bleven. Zui vere trimorphie dus, zooals bij de Kattestaarten, die hier om Haarlem vrij menigvuldig groeien. Zooals ik al zei, is deze groote doel matigheid eerder een afwijking dan een bevoorrechting boven andere planten, want maar zelden vermenig vuldigt men de fuchsia's door zaad. Als een klein, nietig stekje levert de- bloemist ze af, jaren en jaren„ge ven ze ons vreugde en zijn ze kleu rige juweelen in onzen tuin, weinig zorg eischen ze, veel schenken ons en, zoo beschouwd, zuilen de fuch sia's nooit worden verdrongen. H. PEUSElNS. Rubriek voor Vrouwen DE SCHOONE KONINGIN DER BLOEMEN. Flora had de liefde van Amor ver smaad. Gebelgd schiet Amor zijn pijl op haar af en de bekoorlijke godin ontbrandt nu in vurige- liefdo voor den minnegod. Maar nu wendt Amor zich af van haar, om wier gunst hij eerst zee dringend gesmeekt had. In haar wanhoop cn verlangen schiep Flora de bloem die lacht en weent te gelijk: oen bloem met heerlijke geuren en scherpe doornen. „Eroslwil zij uitroepen als het kind van haar schepping zich in haar hand tot volle proeht ontwikkelt.Maar de eerste lettergreep verstomt op haar lippen. „Ros!" klinkt het slechte te mid den der eenzaamheid; en als ..Roos" begroeten alle kinderen der Natuur hun pas-geboren zuster. Da oude sagen brengen alle het ontstaan dc-r roos in verband met den god der liefde. Volgens een Grieksch schrijver is zij gelijktijdig geboren met de godin der schoonheid, en ont stond zij uit het schuim der zee, dat Aphrodite omhulde, toen zij uit de golven opsteeg. In het leven der Grieken en Romei nen was de roos, die lieveling der goden en menschen. letterlijk on ontbeerlijk. Offerdieren werden met rozen getooid; de priester, die het offer bracht, droeg een krans van ro zen; het beeld van den god, aan wien geofferd werd, was onder rozen be dolven. Wanneer een jongeling in den Raad der Ouden kwam, werd hij van te voren met rozen gekroond. Icings de deurposten van huizen, waarin een bruid woonde, werden slingers van rozen opgehangen en de bruid zelve droeg onder een purper- kleurigen sluier een krans van rozen, mirten en andere bloemen. Beelden van menschen en goden werden om hangen met eindelooze guirlandes van rozen. Bij feesten en plechtige gelegenheden zooals bij vroolijke maaltijden, droegen alle genoodigden kransen van rozen; want men meen- de, dat een krans van rozen op van rozenolie geurende lokken rustend, de dronkenschap weerde! Maar bij de Ouden was niet ieder die dit verkoos, vrij om rozen te dra gen: alleen, wie zulk een tooi waardig was, mocht zich daarmee versieren. In Rome bestond een wet, die zei, dat niemand zich met rozen versierd mocht toonen, wanneer de Staat in gevaar verkeerde. Zoo wondt er ver haald van een geldwisselaar, die ge durende den tweeden Perzischen oorlog tegen d e wet zondigde en dan ook In de gevangenis werd geworpen waar hij bleef, tot na het sluiten van den vrede! Maar niet alleen in de dagen van vreugde werd de roos zoo algemeen gebruikt; ook in droefheid en rouw beschouwde men haar als de schoon ste liefdegave. Tot in de verste oud heid vindt men het gebruik terug, om afgestorvenen door rozen le neren, liet hoofd der dooden omkranste men met rozen; de lijkbaar en het graf werden er onder bedolven. Ten teeken van rouw over dierbare afgestorvenen droeg men rozen op de borst. Op graven strooide en plantte men ro zen; en niet zelden was er door den afgestorvene, bij wijze van testament, de bepaling gemaakt, dat ecu gedeel te van zijn nalatenschap moest be steed worden, om zijn graf altijd van frissche rozen te voorzien. Sedert de dagen der oude Romei nen is ook de roos het zinnebeeld van 't stilzwijgen. Bij groote weelderige gastmalen werd natuurlijk in over vloed wijn gedronken. Het 9preekt vanzelf dat in zijn opgewonden toe stand menige gast meer zei, dan hij in kalme ©ogenblikken wenscheJiik zou hebben gevonden. Om ieder er aan te herinneren, dat men van het geen men bij drinkgelagen heeft ge hoord, nooit misbruik ma.{/ maken hing er boven de tafel, van de zol dering af een roos in de zaal. Terecht kon men die het zinnebeeld van stil zwijgendheid noemen: Hield zij haar binnenste niet verborgen onder hon- derde bladeren? Aan dit gebruik is de uitdrukking „sub rosa" „onder de roos" ontleend. In de eerste tijden der Cbristej.en was er door de vromen uitgemaakt, dat de roos uit het Paradijs herkom stig is: nu-droeg men de Koningin der Bloemen aan Maria op. Talloos zijn daarom de rozen le genden. De haag of wilde roos ont stond toen Maria de kleeren van het KLndeko Jezus over den struik (dje tot nog toe geen bloemen droeg) ie drogen hing. Waar heimelijk aalmoezen werden uitgereikt, en deze gevaar liepen ont dekt te worden, veranderden de goe de gaven n et zelden In rozen. In de Middeleeuwen vyerden in Duitscliland de rozen voor velerlei doeleinden gebruikt. Behalve dat zij in de slottuinen werden gekweekt, strooide men ze bij feestelijke gele genheden ook op de kostbare, zware tapijten vermengd met tal van wol- riekende bloemen en kruiden. Deze verspreidden dan een aangenamen geur door het vertrek. Voor de ridders, die na een lange reis op een burcht aankwamen, word onmiddellijk een bad gereed gemaakt, waarbij men een groote hoeveelheid rozenbladeren in het water strooide. "Ook gebruikten schoone vrouwen ro zenwater om het geiaat mee te was schen, terwijl het algemeen gebruik was, dat een bruid op den huwelijks dag zich hel gelaat en de handen met rozenwater liet wasschen. In de middeleeuwen waren Thüringen en Hessen vooral om hun rozenteelt be kend. Denamen- Roosje, Rosa, Rosaimui- de, Rosalie hebben alle een lieflijken klank. Ook in vele geslachtsnamen vindt men den naam van de Koning in der Bloemen terug, MARIE VAN A MS TEL. Naar het Oosten van Duitschland. Particuliere Correspondentie IV. Na de lunch onder de oude boomen van ten buitengofegenheid ging do tocht vorder. Over Pilkahena markt manoevreerde juist een lange trrtn- colomne op weg naar het front en de Amerikaanse he en Duitsche filmope rateurs lieten zich de interessante kiek niet ontgaan. Toen suisden on ze auto's vorder naar het Oosten, na-ar de grens, naar de stad Sch'r- windt, de nu uitgestorven Duitsche grensplaats, gelegen tegenover Wlad'isl aw ow 111 R ussisch-Pole n thans bezet gebied. Schirwindt 's niet meer De burgemeester met zijn go- zui en de weinige teruggekeerde vluchtelingen huizen in lange iage houten barakken an de buurt Jer kerk. D'e slaat nog, mot ga:er: in het dak, met doorgeslagen band op de plaats van hel orgei, wv ks popen in zielige rafels naar beneden rijn gen. Op haar torens stonden Russi sche machinegeweren, van binnen zijn haar muren vol geweerkogel ga- ton en de spreuk „F-Visch w'rd was von Fleisch geboren" slaat ah» een rnene lekol aan den. wand. Graven van gevallenen, met een gedenktep- ken van marmer en vol rozen, om geven deze kerk, en nog geen kilo meter verder, vlak over de grens, ligt. het Russische stadje vredig m de zon met do slarake spite der Katholieke en de groengouden koepels der ortl.o- doxo kerk. Nog slaan de grenspalen op hc-t met bloed gedrenkte land, dat aan de overzijde een giansch ander land is met slecht onderhouden we gen, al hebben Duitsche soldaten de ergste kuiten gedicht, met de typische Russteoh-Pooteche bevolking, wier Joodsche inslag op dezen da?, Sab bath, bij-zonder in het oog valt. Over die languit gestrekte markt, een enor- mo ruimteverkw-ist'ng, en karakte ristiek voor Russische sleden, met hobbelige steenen en groote gaten, slentert de vrouwelijke jeugd in feest dos. mannen met den kaftan staan op de hoeken te praten en in een „theesa'on", het eenige huis waarin wij goedschiks een blik kunnen wer pen. verkoopt men ons goede Russi sche sigaretten, dte hier. waar de tol ontbreekt, nog voor weinig gold te krijgen zijn. Armzalig genoeg z'et het „salon" eruit. doch de prutte lende sanrovar geeft er een Russisch cachot aan.. 'De bevolking is rustig en vriende lijk gezind jegens de Duitsche troe pen. Op de chaussee, do etappen- 6traat naar het front, dat wij tot op een afstand van 12 kilometer na derden, ontmoetten wij bij troepjes Russische gevangenen onder bewa king. Ook hier, zoo ver het oog reikt, door de Duitsche troepen.be bouwde akkersl Tot W. gaat onze tocht. Een groote etappenpiaats in bezet gebied wear een Duitsch 6o'- detenhuis. druk bezocht, ons even zijn poorten opent. Wij vonden er niet minder dan vijf piano's! De nabij he'd van liet front merken wij door het rateJschokkend verkeer der colonne, door het voorbij mare-hóe ren van troepen, door de drukte en beweging die hier heorscht. Dar. gaat het langs een anderen w©g naar Duitschland terug. De gel-aden geweren op onze leger auto's krijgen hier c-en bijzondere be- tedkente, want nog voor weinig» wo ken werd een Duifcsch offiaer. die zich to ver over de grens had ge waagd, in deze buurt door een Ko zakken put roei je ingerekend. Wij sui zen door Rusland, en droemen gaan door ons hoofd over do toekomst de zer vruchtbare streken met hun dun- gezaaide verwaarloosde bevolking, en wij zijn eer wij het merken >n de buurt van Kibarty, van WirbaRon en Eydlkulmon, bot groots Rmeisch- DuiUsch-c station niet zi.in reusachtig, tol'verkeer in vredestijd. Dicht bij Kibarty bezoeken wij een Russisch gevangenenkamp. Wij treffen het goc-d, de manschappen komen juist mi Jk-i grooten steenen gebouw aan- loopen voor bet avondgebed, ond.-r to'd'ng van een hunner, een Rus u't do Oostzeeprovincies, dte vloeiend Duitech spreekt en met een zekere gratie zijn taak vervult. Zij gaan in zeven, acht lang© rijen achter e'-kaar slaan, on-tb tooien het itoofd cn ma ken het teekon des kruises. Een paar woorden van den leider, en in den avondteonnes-oh-ij-n over het veld klinkt een metodie ate orgelzang u". do kelen der mannen die daar, moest n'et groot, doch krachtig gebouwd en met stompzinnig© gezichten, staan te zingen. Muzikaal zijn z© we'. Daarna danst een hunner op verlan gen van cto filmmensehen eon Bus- sischen volksdans, en het genoegen over de doUe sprongen van den grap penmaker is algemeen. FEUILLETON Hef Raadsel van den Nacht. door EMIL PESCHKAN. (Geautoriseerde Vertaling). 5) Do lieor MoJieokopf bevestigde d.-c getuigenis en ze:"er nog bj dut het con schandaal was, dut er in zulk oen huis zoo iets voorviel en dat het beter zou zijn voor goed allo dagdie ven en nietsdoeners onschadelijk le maken. indkn de commissaris van politie zijn redevoering niet had af gebroken zou hij zeker nog een gerui- men tijd op deze wijze zijn voortge gaan. De eerste p'dilie-agent stond dicht bij liet huls, hen de vrouw van de'l portier hem kwam roepen, die daar op door was geloojjen naar het com missariaat. Juffrouw Dichtblun- kon niets dan dit getuigen, alleen zoi ze nog dat zi| van het begin af verdon king had gekoesterd tegen dozen „man" en dat zij den heer Wolfort drimrend had aangeraden hem niet in lmis toe te laten. Toen de commissaris van politie aan Ottilie vroeg, of dit werkelijk waar was, antwoordde zij, dat dc heer Wolfeit haar dit nooit gezegd had, maar dat zij hot zelve nooit pret tig had gevonden u!s Gerhardt haar op liuar kamer bezocht, vooral niet sedert zij hier woonde. In het begin had zij het hier in huis prettig ge vonden maar don l&atsten tijd beving haar telkens het gevoel alsof mm haar met wantrouwende oogen aan zag. De commissaris keek haar aandach. tig aan toen hij op ijskoud en toon vroeg: Wist u dun inderdaad niet dat uw verloofde op dit oogenblik hier in huis was? Ik kon ook op dot oogenblik een ge- voet van verdenking niet van mij af zetten. Zou Oltilie inderdaad cometLe hebben g.-speeld? Dat was immers niet mogelijk? Toen ik haar in mijn armen had opgevangen, beefde zij zoo heftig en ik had ook gezien hoe zij eensklaps van kleur veranderde. Jk kan dat onder cede bevesti gen, y.-i ze daarop om dan plotseling voor don commissaris op de knieën t6 vallen en hear- to smeekon toch le pelooven dat Gerbnrdt geen deel had aan het ongeluk Ik geloof dat ik nog niet gezegd heb dat ik dezen avond Ottilie geenszins mc-or met verliefde oogen aanzag. Toon zij d© trap opkwam, ge'eek zij mij in geenemfco'.e op het meisje, dat te voren mijn gedachten zoozeer in beslag had gei.omen. Dc oogen dio mij zoo diep traurig aanzagen, koud© ik niet, maar hetgeen wij hier nu doormaakten kan wel do ooi-zaak zijn dat ik nu zoo veranderd was mui ge voelen, dat ik zelfs geen .zachtere op welling kreeg toen ik haar vastgreep. Terwijl ze nu voor den andhenaar op de kniecn neerviel, krees ik ech ter eensklaps diep medelijden mot haar en ik zou gaarne haar tranen gedroogd en jr.ijn banden bescher mend op haar hoofd hebben gelogd. Arm schepseltje! Haar smeekbede go- tuigde v an zooveel liefde, dat ik den man die daar het voorwerp van was, moest benijden, zonder echter de min ste ijverzucht t© koesteren. Integen deel ik zou niets liever hebben golmd dan dat het in mijn macht had gele* gen hun to© to voegen: Omhelst elkan. der en gaat dan uws weegs. Zij had de ai men opgeheven, de handen 'gevouwen en haar donker© OQTen, waaruit nog tranen stroom- dén, smeekend tot den conunissuris opgeheven. Het wollen doekje was van haar hc-ofd gevallen en het zijde achtige haar met den rossigen glans, golfde over baar schouders, liet was een roerend tooneel en ik kon mij on mogelijk voorstellen dat zij dien man kon beminnen indien liij werkelijk een booswicht was. Weliswaar kiest de liefde somtijds vreemde wegen, maar dat Oltilie... neen,,, dat was onmogelijk... En toen ik Gerhardt aankeek, ver dwenen ook alle slechte vermoedens, t© zijnen opzichte. Deze mun kon wel in staat zijn cm onberedeneerd te handelen maar met om een mis daad te plegen. Hij zag or bleek en ontsteld uit en zijn oogen lagen diep it. de kassen, maar aoze fijne gelaats trekken en dat hooggewelfde voor hoofd, deden hem te ze©r op een beeld gelijken dan dat men dien man van onedele drijf voeren zou kunnen be schuldigen. Hij was nog jong, telde niet meer dtui vijf-eiv-twintig jaren, al had hij ook reeds diepe rimpels in liet voorhoofd. Zijn houding \sas nu zelfs nog fier eu zijn blanko handen werden zenuwachtig heen en weer bewogen, hoewel bij met kalme stom getuigenis aflegde. Het had er veel van alsof er een onderdrukt© harts tocht in hem vvoeido, en zijn stam trilde af en toe. Toen do commissaris hem echter de leelijkste verdenking naar het hc-ofd slingemle, verloor hij zijn zcéf beheerst hing en uitte hij zich in heftige bewoordingen, die hem slechts noodlottig kon don worden. Hetgeen hij zei, was ongeveer het volgende: Hij had zich buiten medeweten van Ottdie naar haar woning begeven. omdat hij woedend jaloersch van aard was. Hij betreurde cieit zelf, zei hij. maar zij was dén laatsten tijd min der hartelijk dan anders tegen hem geweest, meende hij, en hij maakt© zich zelf wijs dat er wellicht hier in huis iemand w-js in wien zij veel be lang stekte. Dit was de reien ge weest dat hij bierheen werd gedre ven. De politic-ambtenaar vroeg hom nu of zijn meisje hem wellicht gezegd had dat de heer Wolfert zoo viier.de- lijk tegen haar was. Neen, antwoordde hij, terwijl hij mij aanza.7, hetgeen mij in de nloo ming versterkte dat hij mij niet goed gezind scheen te zijn, misschien was hij wed jaloersch op mij, doordat hij gezien had dat ik Ottilie- eons gegroet had. Wilt u one nu eens zeggen of de heer Wolfert ti inderdaad ooit eenige bijzondere beleefdheid betoonde? vroog de commissaris mu aan Ottilie. Zij antwoordde oat dis huisheer haar steeds zeer riendetijk had toe gesproken, do enkele malen dat zij hem had ontmoet, maar zich ooit een onkel woord had laten omvallen dat haar had kunnen beloedigen. Hoe kwam u dan nu hierheen to gaan op dit uur, wendde de commis saris zich nu wederom tot Gerhardt. Wet toen ik Ottilie. zooals ik trou wens lederen dag <too, aan het kan toor ging afhalen, zei ze mij dat.zij mo« niet klaar was en dut zij ook niet wist hoo lang zij nog moest blijven. Dit maakt© mij wederom razend, en zonder mij lang te bedenken, sneldo ik hierheen en verlvorg ik mij in haar kamer. Nu besef ik zeer go>l dat ik verkeerd heb gehandclJ, antwoordde bij. Ik kon gemak kelijk do kantor inkomen, ging hij voort, want ik wiet waar Oltilie liaar sioutel altijd neer legde, van daar dan ook dat ik niet hel minste beh-lsol ondervond. Hij zweog nu even en zag Ottdie smeokend aan. Deze verborg het hoofd In ile handen en snik'.c over luid. Toen Gerhardt er mets «neer aan' toevoegde, vroeg de commissaris hem: Hebt u verder niets te zegden? Gerhardt zag een poos strak voor zich uit en toen den ambtenaar recht in de oogen ziende, voegde hij er aan too. Wat moet ik nog meer zeggen? Ik hen mij immers bewust dat u mij toch niet gelooft en somtijds verbeeld Ik mij, dat ik alles gedroomd itob. F.u toch is het werkelijk gebeurd en beeft het toeval somtijds nog wel vreemde re dingen bewerkt dan nu hier het geval is. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 11