De Europeesche Oorlog. derde blad. haarlem's dagblad zaterdag 31 juli 1915 Hoe do burgors in Belgio en Noord-Frankrijk gevoed worden. De Brusselsch© correspondent van t „Alg. Hatidtulsblad" schrijft Geen menscli ia B&heel België, die. niet de waarde kont van VJ© geheim zinnig doende let tens C. R. B. Wie, in vroeger tijden, een reisje per Beigisoh spoor aanvaardde, Inreeg o! gauw cle letters C. F. It. onder de oasen, met do niet moeilijk te gissen bedoeken is „Chemins de fer beiges". Thans staat ©r .Hechte een R, in de plaats der P. Maar overal nu ont moet men die lettere C. R. B. Men vindt «e zoowaar op per Duitse.1» spoor of jier buurtspoorweg ver zonden goederen, en er is geen dorp, hoe klein en afgelogen ook, waar niet een gobousw bestaat., uit Wflks gevel een witte vin# wappert, waar op deze letters op de meest eenvoudi ge wijze in het rood zijn aange bracht. En het achterlijkste kind zal u weten dieted» te maken, dat ih©t zoo ongewoon bevlagd buis een ma gazijn is van 'de Commission for Re lief in Belgium. Of. zoo a is hot volk kortweg zegt, van het Ameri kaanse® com kt eft. Want alleen ge durende een paar dagen hoeft de nationale Amerikaansche vlag mo gen waaien aan de op:flagplaatsen van de „Commission for Relief". Hot Duitsche voorloopigó Bewind had er dadelijk bezwaar tegen, met het ge volg dat het Amerikaansche oomiteüt heel practiseh een eigen vlag ging samenstellen, een wit veld waarop in 't rood de letters C. R. B. prijken, welke vlag evengoed als een andere dienst doet en eoribied verdient. Want het werk, door die Arneri- kaansdhe commissie verricht, al komt een zeker deel der verdienste aan vele medewerkers uit. andere landen too, is moeilijk te overschat ten. Ook was er waarlijk reden te over, om den voorzitter der Commie sion, toen hij onlangs België be zocht, den dank der Belgen wegens de ondervonden hulp te betuigen, zooals do heer Franqui, de voorzitter van het Belgisch Nationaal Steun en Voeding,scomiteit, het op dat tijd stip heeft gedaori. Het geschiedde tor gelegenheid van een vergadering van het Nationaal Cornitoit, waarop de Anierikaansch© voorzitter der Commission, de heer Herbert. Hoo ver, aanwezig was. Eigenlijk be stond de lof. don heer Herbert Hoo ver toegezwaaid, bijna uitsluitend uit cijfers, wat een recht Ameri kaanse!) hort voorzeker van genoe gen zal hebben doen trillen. Cijfers beduiden feiten en alleen feiten zijn van waarde. Hoe mooi ingekleed, een complimentis tijdverlies In die. cijifens mogen wij nu, een kort oagenb'ik. grasduinen. Ze zijn trouwens belangrijk. Want uit hen vernemen wij thans, dat de bevolking, die door de „Commission for Relief" van de allernoodzakelijkste voedings middelen moet worden vooralen, niet minder dan tien müMoen zielen telt. Daar'n zijn begrepen ongeveer- 7 1/2 miUioen Jkilgen. van de ongeveer 8 mi-Uioen die 't land vóór den oorlog telde, en circa 2 1/2 miMioen Fran- sohen uit de Noordcrdapartomentcn en uit do streek van M-aifbengo. welke Fransche bovplking door de oorlogs verrichtingen van hare andere land- geoooten is afgesloten. Do levensmid delen, voor die tien miUioen mensohen noodig, dienen alle In den vreemde te worden aangekocht, naar Europa, Haarlemmer Halletjes EEN Z.VTEIvDAGAVONDPRAATJE. Wie or hot eerst van sprak weet ik niet meer (en. nasporen gaat óók niet orndot n u niemand die eerste geweest wil zijn) maar dit is zeker, dat we met ons vieren hij elkaar waren: Wouter, Hupstra, Hopma en ik. Er was druk gesproken over lange af- standsmarschen door militairen en burgers, totdat dan één van ons het denkbeeld opperde: „waarom zoawicn wij óók niet een krachtprestatie be ginnen?" Dat dit in den huiseOijken kring ge opperd word was buitengewoon on aangenaam, want vrouwen lachen je altijd uit. als je met oon ferm, man nelijk plan voor den dag kornt. Mijn vrouw schoot in een onverholen lach, Koosje (mevrouw Wouter) kirde van pret 't is een brave vrouw, maar haar manier van. lachen prikkelt je en mevrouw Hupstra, benevens me vrouw Hopma, glimlachten. „Als de dames 't niet kwalijk nomen", oppen de ik, „dan gaan we een beetje in den tuin. We kunnen dan rooken en voor juliio is 't wat te koud". Dat bleek het eigenlijk toen we oen- maal op de l>ank zaten, voor ons ook te wezen, zoodat we, zonder de aan dacht to trekken, ln hel schuurtje verdwenen en daar op den rond van do lcoleribergplants gingen zitten over leggen. Eerst oyer don afstand llupst,ra, die do dikste is, opperde V eisen, rnanr Hopma wees dat met groot© minach ting af; het nicest minstens Cnstricum wezen. Dit leek mij een gebroken wandel tocht: lk stelde kloekweg Alkmaar voor. „Alk..." riep Hupstra met een schelen blik op zijn buikje, maar een minachtend neusophaiein van Ifopma deed de tweede lettergreep in zijn ondanks de door den oorlogstoestand ook voor zeevervoer geschapen moei lijkheden, vervoerd te worden; over gescheept in Holland moeten zij dan over de Be'-giLsche grens gebracht en ten slotte over de versoh'Hende ge westen naar gelang van de vele en verscheidene behoef ten in redelijke mate verdeeld. Een kleinigheid i3 dit wiet. Te meer als men bedenkt dat bij de minste ver traging, of zoodra iets dn die oneindi ge keten van handelingen modht gaan haperen, do storing een heele bevol king in den grootslen nood kan bren gen. Maar laten wij,, echt Ameri- kaansch praktisch, ons bij 't vermel den van cijfera bepalen In den tijd vari zos maanden, dit is tegen het midden van Augustus aanstaande, zal het Amerikaanse!» oo- nriteit in België hebben ingevoerd: 530.000.000 K.G. tarwe; 50.000.000 K.G. rijst 33 000 000 K.G. boonen en erwten i 13-000.000 K.G. spek en reuzel 100.000 000 K.G. Spaansohe tarwe ofte nia'is 30 000.000 K.G. diversen. Alles te zarnen dus van 750.000.000 kilogram eetwaren. In zes maanden tijd. De daardoor veroorzaakte uitga ve bedraagit de ontzaglijke som van 300 000.000 franken. De moeilijkste quaosUc is nochtans niet geweest, de vraag, hoe men die aanzienlijke hoeveelheden te ven ami d- delen in België zou krijgen en aan den man, den lijdenden ntan brengen. Maar wel de vraag, waar de gelden, voor zulk een liefdewerk noodig. van daan zouden ik<c«mcn. Zoodra echter 't lijden over België kwam, zoodra do verschrikkiugen dea oorkigs er zijn gaan woeden, onvenvachi-i dadelijk ook hóeft de wereld prachtige blijken gegeven van deelneiUiug in die e1- ieride en van onovertroffen offervaar digheid. In de golieole beschaafde we reld zijn comiteiten tot btand geko men, dis zich ten dool stelden de ge teisterde bevolking ter hulp te snel len. Het woord solidariteit onder de me noch en had zijn 'beteek en is nog niet geheel verteren. Al die stichtin gen werkten op eigen hout. Toen dan de „Commission for Relief in Bel gium" op Amerikaanse hen bodem werd opgericht, en te Now-York, Lon den, Rotterdam en Brussel door haar kantoren in't leven werden geroepen, kon echter meer eenheid in den gekl- verzaiueienden arbeid worden betracht en gebracht. De Amerikaansche com missie. na ruggespraak mot de reeds bestaande stichtingen, ste'de zich in betrekking met vooraanstaande per sonaliteiten uit de kringen der poli tiek, der weienschappen cn kunsten en der pers. en ook met nersoua'itei- ten op gebied van handel en nijver heid in de geheete wereld, met het doel om overal plaatselijke comiteiten •;u 't leven te roepon, die giften in ge'd, in waren en in kteedingsluk- ken in ontvangst zouden nemen. Aldus werden meer .dan duizend comiteiten tot stand gebradht. Een prachtige be weging van solidariteit volgde daar op. Bolangh'oze ihu'p werd overal door particulieren, vereenigingen en vennootschappen aangdbodc-n voor den aankoop, het bohandelen en het vervoeren der waren. Spoorwegmaat schappijen vervoeren kosteloos de voor Be'gië bestemde levensmiddelene'- ders worden gebouwen en opslag plaatsen kosteloos ter beschikkiing der O'uramissten gesteld en gehouden kantoorbehoeften en de noodig© druk werken worden kosteloos door do fa brikanten en drukkers geleverd. Voor keel achterblijven; daarna schoot die lettergreep in zijn luchtpijp, ^zoodat hij verbazend aan 't hoesten raakte en eerst eenige minuten laler kon •zeggen: „Ja natuurlijk. Alkmaar..." op een toon, alsof hij dat afstandje wel eens even verslinden zou. „En terug", zei nu Wouter, uiterst koelbloedig. „En terug?" vroeg Hupstra. „Dat i-s te zeggen wanneer?" „Dadielijk, na, een uur rusten'. „Ik meende voor te stellen: den vol genden dag", opperde Hupstra schuchter. „We konden dan ook nog wal van Alkmaar zien". Wouter antwoordde niet, maar in <te manier waarop hij zijn schouders ophaalde, lag een wereld van min achting: het ceno halfrond op zijn linker-, het andere op zijn rechter schouder. Hupstra greep zenuwachtig naar eïn stuk steenkool en begon dat, zonder dat hij '1 merkte, fe verbrok kelen, zoodat zijn handen loken op die van don Moriaan. „Hoor eens", zei Ifopma, „als je wat doen wilt, moet het flink wezen. Geen wandelingetje van een paar ki lometer, iets flinks en fern s, iets ste vigs. waar jo mee voor den dag ko men kon. Dus Alkmaar en terug. Iedereen voor, jij FidoUo, Hupstra. Wouter..." „Ik ben er tegen", zei Wouler. A1 s je wat cteen wilt, loop dan naar den Helder en terug". „Dat is belachelijk!" riep Hupstra, met het angstzweet op zijn gezicht. Daarna begon hij aan zijn knevel te trekken en smeerde zoodrwr.de kool- strópen op zijn gezicht, alsc-f hij zoo dadelijk voor Kwarto Piet moest spe len. Inmiddels werden de beraadsla gingen voortgezet. Er moest vijf kilo meters per uur worden geloopon. heen en terug 's morgens te zes uur zou het vertrek plaats hebber-, onder weg mocht telkens tweemaal een kwartier worden gerust en dan le Alkmaar een uur, aoodat uitgere kend werd. dat we precies te half m- enkele havens en kanalen is vrijstel ling van het haven- en tólredht ver leend. En zoo meer. In de eerste da gen van oortegsversohitkiking was dit liefdewerk, zoo groolsch a's er ooit een 's geweest, voor velen, dte hun duurbaarste vi ode-draomen za gen aan flarden scheuren, een troost en een hoop. Aanzienlijk zijn de fondsen, d'e door al deze ruim duizend comiteiten in de wereld werden bijeengebracht. Doch vooraan komt Amerika. Onge veer 50 procent der opbrengst stamt u-t het tend van Uncle Sam. Dan ko men Engeland en zijn koloniën, Voor-1 al Australe en Canada. Vervolgens Spanje, Italië, Nederland, enz. Op d-ie miljoenen kilogrammen (in gevoerde eetwaren heelt de „Com mission" „een winst van ongeveer 13.000.000 franken Ifunnen boeken. Want een deel van de levensmidde len wordt weiswaor kosteloos aan de behoeftige bevolking van België verstrekt, doch de meer welgeate'den vergoeden d-ifc eigenlijk, daar da prij zen. voor hen gesteld, des te hooger zijn. Elke niet-betlöeftige Belg, ter wijl hij zich in de Amerikaansche ma gazijnen van do voor hem noodige eetwaren voorziet, draagt dus weer hij tot de kostelooze voed'ng zijner auïndergegoede landgenoot©!). Zóó ze'fs dat de Commission nog op eer. •winst 'kan rekenen, die in eon bijzon der hulpfonds wordt gestort, ter voor ziening in zwaardere tijds-jmstandlg- iheden. De giften aan kleedinigistukken, vele mjllioen ton zwaar, kunnen op 8.500.000 franken word on geschat Opmerkelijk is 't, dal de giften wel ke alte bij elkaar die reusachtige, be dragen bobben gevormd zooals de heer Franqui, niet zonder gerechte voldoening inocht. mededeolen, in terroweg do moeste gevaJlen gering zijn. De 'ijst der gevers bevat de na men van verscheidene millioerien per sonen, over de geheele beschaafde we reld verspreid. Een enkole gift as van... royalen omvang. De „Rockefeller Foundation" schonk! ongeveer 5-000.000 franken. De bo'anglooz© medewerking van zoovete liefdadige personen cn veree- nigingen heeft er óók belangrijk toe bijgedragen, dat de reeds genoemde winst van 13 mUlteon franken kon word'en afgeworpen, of sol woon de prijs van het brood in België nog steeds 10 lager Is geweest dan de gemid delde prijs in 't huiïen'and. Een nieuwtje, dat onze Belgische huishou ders weiiioht met belangstelling ver nemen zul'en dat ze misschien ceni- germate zal troosten van de zware brood-u'tgaven, maar dat hen_toch niet met vreugde zal vervullen. Want zulk een constatatie stijft het tinnier .maar ijler wordend geldtasclijo ri'et c>en zier. Verspreid nieuws van deoorlagsvelden BOMMEN EN TELESCOOP- GEWEREN. Router's correspondent in het BrU- «che hoofdkwartier in Frankrijk schrijft nog eenigo bijzonderhedien over werp hommen en telescoop-gewe ren. Zooate reeds gome'd is werd vooral bij de gevechten bij Ilooge veel van werpbommien gebruik gemaakt. Het zijn zeer doodelijüce wapens op korten afstand. Een vijand d'e achter een loopgraaf-verschansing staat of in oen schuilkull, kan mol eon geweer gen terug konden zijn aan de Nieuw- poort. Iedereen zou voor zijn eigen mond kost zorgen. „Moet er ook pen dub- eostuum wezen?" vroeg Hupstra, die een beetje fatterig is. „Ik ga op pan toffels", verklaarde Wouter, „voor zulke eindjes Irek ik geen schoenen aan". ,.'l ZaJ wel aardig wezen", overwoog llopma, ook niet vrij van een klein wereldscb ijdelheidje, „om in .de krant te lezen: „Gisteren heb ben Yier bekende ingezetenen naar Alkmaar heen en weer geteopen on kwamen in de beste conditie aan, binnen den door hen zelf bepaalden tijd Do kloeke wandelaars, die te za.men X jaar oud zijn... ja, hoe oud zijn we toch met elkaar?" Het schuurtje w-.»onde het optel sommetje bij: Drie en vijftig van Hopma. twee en vijftig van mij, twee en vijftig van Hupstra. „En hoeveel van jou, Wouter?" „Zeven! en vijftig", zei mijn neef. „Dat is dan samen tweehonderd n ogen tien", tolde Ifiqistra. „Nee®, (rekenmeester", smaalde Wouter, ,,'t Is maar tweehonderd veertien". .,'k Had de vijf die jij smokkelt maar Yast meegeteld", zei Hopma, waarop Hupstra gicb.olde on Wouter uit de hoogte, oen hoogte van zeker wel duizend meier vermaande: „hcu nou je gezicht en ga liet wassohen", oon toespraak, die ik verre van be schaafd vond. Maar de arme Hopma greep naar zijn gezicht en maakte 't nog erger, zoodat ik hom eindelijk meenam naar de waterleiding, vaar hij de handdoek ais een poetslap ach terliet. Do dames waren, boen we weer bLnnenkwomon, dol nieuwsgierig om te weten wat we hadden afgesproken, maar niemand van ons wou inlichting geven. „Niet voor overmogen'had den we bepaald, „den dag vóórdat do iocht zou plaaLs hebben". Zoo scheep, ten we dan alle nieuwsgierige vra gen af. ,Ixiter, later, 't Is de tijd :>sg niet getroffen worden, maar wel door een nauwkeurig geworpen bom. Daarom zijn de bommenwerpers aL tijd zoo talrijk bij de aanvallen, voor al bij die van lokalen aard, waarbij een zeker gedeelte of een stukje van een loopgraaf vrijgemaakt moet wor den van vijanden. Een mooie Duitsche nog niet ont plofte bom werd in een der Engelsche loopgraven gevonden. Die was ovaal en zeer lteht en kon dus zeer ver ge worpen worden, desnoods op 60 M. afstand, en het mechanisme was zoo danig dat hoe 't ding ook viel er steeds een ontploffing voflgen moest (behal ve dan juist bij het gevonden exem plaar). De böitenste ring van deze bom was vooraten van vijf eteghoed- jes. Een zesde knop bovatte de veilig- heid9pen die los g'ng zoodra de bom de hand van den werper verliet. Een ander wapen, waarvan men niet genoeg voorraad kan hebben, la het zoogenaamde telescopisch geweer. Dit bestaat uit oen gowoon geweer met een extra vizier er op bevestigd waardoor het te treffen voorwerp eenl- ge koeren vergroot wordt. Dit vizier wordt zóó dioht bij het oog gdbracM. dat, op korten afstand, het bijna onmogelijk -is om het doel te rntesen. In handen van eon ervaren scherp schutter wordt een geweer voorzien van zulk een instrument, en waarmee uit een schuilhoek over den korten afstand tusschen de loopgraven ge schoten wordt, con nood falend wa pen. De Duitsche bataljon hebben een scherpschutters-a Meeting, meestal bij de Eiïgetechen bekend staande, a's de „hatttafdeeWng" en men gelooft dat eMc dier uitmuntende scherpechuttens met zulk een telescope-geweer bewa pend ig. DRAMA'S DER LUCHTEN. Do Frarrsche vheger A .C. verhaalt irt de „Petit Parisien" (de vertaling is van de Te-'egraaf) „Mijn vlucht rekt zich, steeds moei- zomer. Alleen in mijn onbewapend vliegtuig, dat ik aan den staf van de nieuwe formaties der zware artillerie moet brengen, dwaal ik sedert uren te mhiden der vochtige, sombere ne velslierten, gezweept door de gieren de stegen tier rukwinden. Zoo daal en stijg ik, verloren in de ze doodsche duisternisheen en weer g«arukt door den storm, terwijl ik d'en grond niet zie dan gedurende korte poozen van verheldering, zonder steinrpunf, oon daarnaar de drift van mijn toestel te kunnen berekenen. Spoedig verlos ik mijn weg, nu ik aL leen op mijn compas ben aangewezen, en als ik uit de wolkenbank te voor schijn schiet, zweef ik boven onbe kend tend. Dan vak de avond, die met zij'rt droefheid mijn ongerustheid komt vermeerderen. Ik nvoet landen. Zonder den motor af te zotten, begin ik te dalen en met gierende vaart splijt ik liet gordijn van Mof-natte -nevels, dat opnieuw den bodem vóór mij verbergt. Ineens, met waanzinnig® snelheid, doet zteh <cn schouwspel voor. ver bijsterend in zijn onvermoeidheid. Al le begrip dooft, al-te zinnen verstom pen onder de hevigheid en den ^poed der indrukken, een buitensporig in- snoet boheerecht do reflex-liewegin- gen. Nauwelijks hen ik door het mist gordijn hoen gedrongen of eon vaag belijnd göbied vertoont zich e» dade lijk zie ik lange vuuraohtehten uit schieten en rosso oriifpteTfihgsv'arn- rnen sidderen. Rpokflardien rekken /Loh cn met den wind me© buiteten kteift© granaatwoHojos elkaar achter na: onder mij woedt een slag! Zonder nadenken, met een werktuighjko, maar nauwflceurlg handdtende snel heid zet ik de gaskraan wijd open, en uit alte macht tracht ik door het dwarsroer om te gooien op de plaats niet". Do wouwen keken eerst wat verstoord, kregen daarna baar goeie stemming terug en glimlachten fijn tjes. Ze wisten wel, dat z© dienzelf- den dag alles nog haarfijn zouden weten, omdat oen man, na een zui geling, het meest hulpbehoeven-do scïtepee-1 op aarde is en geen enk©!© ©nddincer.ing totstand kan brengen zonder de hulp var. eon vrouw. Wi© zou de kleoren voor (de wandeling klaar leggen, wie dó teerkost in orde maken, wie zou zorgen, dat de man 's morgens op lijd gewekt werd? Wie anders dan de vrouw. Ik wil wol iKrkennon, dat ik loen onze gasten de cteur uit waren, bin nen een kwartier het heelc plan al aan mijn vrouw verteld had. Het had haar instemming niet, integen deel zij uitte haar oordeel op de meest openhartige? wijze, maar daar dit van 't mijn© afwijkt, behoef ik den lezer daarmee niet op te houden. Wel verklaarde ze zich bereid om de noo dige maatregelen te neuten en geen half uur later zocht z© naar een paar sokken, dat nog niet gestopt was, om. dut je in gestopte sokkon op den duur pijnlijke Vooten krijgen kunt, De twee dogen tusschenruimt© gin gen met normale snclltfid voorbij. De builenwac'ht, deze geheimzinnige nieuwsbron die alios weet, wist te vertellen, dat Hopma in traininghvas gegaan, 's Morgens vroeg werd hij op den Schotefweg gezien ©n des avonds laat aan den overkant van het Zuidcr Buiteiispaarne, waar een dienaar van d©n Nachtveiligiheids dienst hem al aangehouden had, als verdacht van booze plannen. Wat andera zijn groeftste zorg was, zijn bufkje, had (hein dezen keer gered. Inbrekers zijn niet zwaarlijvig. Hupstra was in oen boekwinkel opgemerkt, waar hij ©en groot aanteo- kenbook kocht en oen potlood aan een kotlinkje, om een uitvoerig reis verhaal te schrijven. Ik zelf vond het geraden, vooral dictie knie buigingen to oefenen, om de scTiar- om te koeren. Op hetzelfde oogcnbiSk bemerk ik ©en grooten vijandelijken dubbe'dek'ker, d'e recht op mij af komt. Or> het oogenbÜk dat de wen ding voflbracht is en ik den vijand uit het oog verlies, geschiedt het on herstelbare, ln een storm van loei ende geluiden! Het naar voren ge worpen toestel drukt mij de lend© non, de linkervleugel versplintert, de roer- en vleugoldraden voel sk eiap worden tn mijn handen, dan ec-n schommeling, ondanks mijn vruchte loos geworstel met echeluwing en hoogteroer, da-n het voorover kippen de va'. Do aande stormt naar mij op En dadelijk grijpt het afschuwelijk denk beeld van den brand na den val mij bfj den strot, en ik stoot kreunend verwarde woorden, uitik weet niet meer wat. Noen, dat niet —dat niet! Met woedende haast zot ik den mo tor stop, laat inct één hand eon der stuurhefboomen los en traoht de rie men los te maken die anij aan het toe stot banden. Ik hol» er den tijd niet toe. Ilet-ioe- stol bereikt den grond. Eerst baret de schroef in splinters en <?ade'ijk daar op volgt ©en onbeschrijflijke verwar ring van bewegingen, en geluiden. Mijn riemen snijden wreed dn mijn lichaam, scheuren, en ik val gehurkt tusschen allerlei trok konden en bui genden rommel, spanten en draden, met in mijn hersens nog liet schim mig hèr-voeten van een woedenden ren door de ruimte. Ondanks die verbijstering, die ver warrend© indrukken tracht ik. ge- hoonaincnd aau een dwingend in stinct, mij vrij te maken wit het war net van gebroken pteh-osnaren. Maar een dreunende stem stijgt u't dc aar de „Oa liggen. Zo schieten oj> je' Pas op dat oogenblik bemerk tk, dat do stag de ruimte met zijn woest ge tier vervult, en dat de grond boeft on der de herhaald© losbarstingen. Dp eenigo passen af stands loopt een ondiep© grappel ik laat mij er in rollen. Een buitengewone ge waarwording vari rust en veiligheid vervult onmiddellijk mijn hersons, mijn hart klopt met zware slagen in mijn borat, die als ledig aanvoelt. Mot ihet.gelaat naar den hemel ge wend. krijg ik eensklaps iliet gevoel, dat mij® blik verduistert en dat een kleverig zweet op mijn gezicht plakt. Machinaal tracht ik mij op een elleboog te steunen, maar juist op dat cogenblik klapt op den etean, die mijn l-.oofd beschut, de matte slag van oen kogel, dio terugvliegt, ineen waaier van vonken. Hij stoot een zoo gillend, zoo kr ij schend gefluit, ©en zoo wanhopige®, doodschen klaagtoon uit, dat ik, bewegingloos, weer terugval op den bodem van den greppel. De duizeling wordt sterker; ik hol» don vagen indruk, dat all© gevoel uit mijn lichaam wegzalft. Don komt de bewusteloosheid. Hoe lang die duurde? Ik weet het niet. Eén voor één koonen de gewaar wordingen weder terug, eerst fla-uw ©n ijl, als Ln oen droomdan kraoh- tiger lk opon de oogen <io dageraad breidt een grauw licht over 't land schap uit, het geraas van den slag schijnt zich t© verwijderen, de sar rende mitrailleurs hebben de over haaste maat van hun droog en mal gobanier vertraagd. Hen verward stemmen-geluid be reikt mij. Dan voel ik, dat men mij bij de voeten trekt, on eensklaps val ik met ©en weeken plof in een kuil. Vier of vijf sold aten staan om mij heen, die medelijdend naar mij kij ken. Ik ben woder bij zinnen, juaar een onzeglijke machteloosheid maakt mij cnlieweeglijk ik kan zells mijn ooglijden, mijn tong, niet verroeren. Wel bereiken de stemmen der solda- ten mij verzwakt, als van heel ver, nieren wat losser te malien. Maar of mijn knieën de goeie soort knieën niet waren of de kniebuigingen niet van de beate qualiteit. Ik weel het niet zeker t© zegwm. maar zij ver stonden elkaar niet goed, zoodat ik ©r me© ophield, in de hoop, dat de knicsdliijven, die van hun plaats ge raakt scheme®, te zijner tijd wel weer in den juisten stand komen zouden. Van Wouter hoorde ik niets. Er ziju mouse hen, cfio jo onnaiigouaam a-audoeai wanneer ze spreken, maar je nog veel meer bezorgd maken zoo- dra ze zwijgen. Zoo een is Wouter. Do stilte scheen onheil te voorspol- lon. Hoewel mijn goeie vrouw aan de heel© wahdoliiig n'et h&chtl© en liet orgst© voorspelde, o.a. dat wij u'ta vier op ongeveer gelijke afstanden met doocgc-loopen voeten aan den w&g zouden blijven liggen en fit den don ker ougernerkt een voor oen dooi- do kar van oon vrachtrijder zoudc-n wor den overreden, had zij alles in órd© gemaakt met een grondigheid, alsof ik ©en wandeltocht naar Zuid-Ameii- ka zou gaan ondernemen. De kleedtng was met cte grootste zorg gekozen on do voorraad boterhummeu toereikend voor een heel© hongerige familie ge durende twee dagen. Dan nacht van l© voren sliep lk on rustig en verviel ik soms in ©en ha zenslaapje, dan schrikten akelig© diroomen mij wakker. Eou daarvan was, dat Wouter, toen wij samen tot Velsen .waron gekomen, opeens zeven mijlslaarzen aantrek, die een bode lio:n uit het Ruadhuis kwam brengen en daarin met verschrikkelijke stap pen vertrok, ons toch rul lende: „ik ga mar den Heldert" Een ander© droom bestond Meruit, dat Hopma's buikjo bij het Kanaal plotseling zwol .en zwol, totdat hij barstte en het droo- "vlg overschot uiet een plons t© water viel. Half vijf s'ond ik doodmoe op, kloecb d© inij aan en ontbeet stevig. Toon wou ik (w© zouden elkaar bij de Kon en zonder toonval, maar ik begrijp met gemak en zoor nauwkeurig don zin van wat zij zeggen e® ze) fa vap. maak ik mij m©( TOimcrlingpro- vinciaafecb*. accent vn® oen hunner. -„Ij zoggen „Hij is loelijk toegeta keld. Hij i3 niet gekraakt, maar zijn facie is heeloganr kaduuk." Dan reept iemand, die niet t© zien is, met forseh© stom „Heb jullie den vlieger opge haald „Jawel, luit'", antwoordt ©en sol. daat. ,,tn welken toestand is Kij „Dat kann© wc niet crien zijn tost zit vol bloed hij beweegt niet maar je zou zeggen, dat-i© naarons keek D© sten»„Draag hern naar d© verbandplaats." „Zal niet gaan, luit'. De Duitschera houen don weg met stinkbommen onder vuur d'r kan geen muis door." D© slem weer „Breng hem dan naar de kazemat va® de® kapitein." D© mfumen nemen mij tamelijk voorzichtig op en begeven zich op weg; hot wordt hoe langer hoodon kerder. Boven omze hoofden het voortdurend geluid van zijde, d'io scheurt en het brulgieren van ontel bar© granaten. Plotseling werpen d© dragers mij tegen den oardwund en drukken nchzelvcn tegen de borst weringen aan. zich zoo klein moge lijk makend. Dadelijk daarep een losbranding met d© lievigheid van een knodsslag op het hoofd, en daar op een regen van aard© en keisteo- nen. De kracht van d© ontploffing brengt mij op de boen en noemt mijn verdooving weg, tot groot© verba zing mijner dragers, di© mu nu door een doolhof van vcrbLndingsgangon geleiden. En nu sta ik voor een grijzend man, die ziju pijp rookt, geleund te gen ©en «stapel aartltzakken, de képl ondor de kin bevestigd door middel van een zakdoek. Hij heeft een Jovi aal. haast zacht gezicht. Het is de kapitein. Buitengewoon kalm gaut hij van d© periscoop naar d© telefoon, als een braaf, bedaard vadertje, een pa troon. di© zijn arbeiders aanspoort bij hot verrichten van een dcodge woon karweitje. De kapitein reikt mij de hand en zegt met «an goedigon glimlach: ,,U heeft daar een Icciijke duikeling ge maakt." Dan bekijkt bij me ©ven van ter zijd© ©n vervolgt„lk dacht eigenlijk dat u dood was SioomvaartberlcliicD STOOMV. MAATSCHAPPIJ NEDERLAND. Het ainonïschip Bavveun ('huisreis) arriveerde 28 Juli t© Bombay. KON. NED. STOOMBOOT MIJ. Het stoomsch.p Amor arrivoerdo 29 Juli van New-Orleans to Gulfport. Het stoomschip Castor arriveerde 28 Jrli van Amalerdam te Gravcs- end. Het stoomschip Led a voulrok 39 Juli van Swansea naar Valencia. nOTTERDAMSCHK LLOYD. Het stoomschip Arnkan (thuis reis) vertrok 29 Juli van Port-Said. Het stoomschip Soerakaila. van Baltimore naar Alexandru-, pasaeer- de2 9 Juli Sagros. KON. IIOLL. LLOYD. Het sUxunsciuy Zeelamlia (thuis reis) vertrok 28 Juli van lik» Janeiro. KON. WEST-I ND. MAILDIENST. Het stoomschip Commerwyn© (thuisreis) arriveerde 29 Juli te Lis sabon. neniorbrng treff.-n) d© deur uitgaan, maar keek vooraf werktuigelijk in d© brievenbus. Er lagen drio briefjes in! Het eene was van Hupstra. Hij schreef: „Aralcc, Do oolieusch© ma nier, waarop Wouter ©n Hopma mij onlangs li©bl>eri behandeld, doet mij afzien van een longen wandeltocht in hun gezelschap. Als je dezer dagen met mij in één ^ag naar Ar®hom wilt loopen, ben ik tot j© dienst. Groetend Hopma". Dat van Hupstra luaUta. „Arnic©, Naar ik hoor i3 de training van Hup stra zoo totaal mislukt, dat bij het nauwelijks tot Santpoort zal kunnen brengen. Ouder deze omstandigheden w©nsch ik mij niet t© wagen aan oen fiasco, daar wij nog jaren lang uit gelachen zouden werden en zi© dus van don tocht af. Wil je dezer dagen met mij naar Rotterdam wundilon, dan Leb jo maar t© sproken. Met mor gengroet Hopma". Wouters brielj© v/ns hot kortst: „Ik heb niet den minsten lust oni mij veer een wandelingetje naar Alkmaar te derangocron. WU je mee naar den Helder, dan verwacht ik jo elk oogen blik. Wouter". Toen zo: ik con woord, dat niet Ln een salon, bijna niet ln een huiska mer, nauwelijks in een gang en al leen in een stal past. Daar ik geen stal heb, was (lat woord ongepast. „Ha", riep ik daarna, „dan gu ik allcon" Maar toe® ik den straatweg had bereikt ©u dacht aan al di© e©n- zanio kilometers, koerd© ik terug en ging weer naar bed. Sindsdien hebben we met ons viv re® ruzie. Mijn vrouw zegt niets, maar al dri© dogen Lrag ©tan w© oudbak ken broed, mijn wnuiolbrood. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 9