k WM u w. m m Wk Wk 'J m m m MJÈ M m m m m m m ft vlucht der kogels ij duizenden, zoo dra hun hoofden boven de helling der loopgraven uitsteken, de bommen en ae shrapnells, en de bedelviug onder de aarde, wanneer de luchttorpedo's op hen gemikt worden, de verpeste gaswolken en de stroomen vuurvloed en dezen winter striemde men huil bevroren voeten met een loeren riem, om daaraan gevoel en leven terug te geven! En degenen, die in leven zijn gebleven, zijn onder ons teruggeko men, met zoo'n gezondheid, zoo'n dap peren eenvoud, dat zij ons wonderlij ke wezens toeschijnen. Daarna ver trekken zij weer, zonder dat hun blik iets van zijn zachtheid verliest Al leen voelt men hen van ons heengaan een kwartier voordat zij ons verla ten; men voelt, dat zij „daarginds ge roepen" zijn, waar, ja, zij nog eens zullen weten te lijden, te lijden een kwartier nadat de kreet om genade van het algemoone leed zal zijn ge slaakt! Er is ook een gezegde van grooto actualiteit, over welks waarheid de geallieerden en Duitschland thans peinzen. Het was ton tijde der vrijwil ligers van 1792 en op den avond der oorlogsverklaring door Frankrijk ant woordde de Geneefsohe economist Panchaud, die met Turgot had samen gewerkt, op de vraag betreffende den uitslag van den oorlog, met realisti sche kalmte: „Hij zal het laatste woord hebben, die liet laatst nog gold zal bezitten". Geld hebben in oorlogstijd' is goud hebben. Wat degenen botreft, die het "t laatst nog zullen hebben, schijnt "t antwoord niet twijfelachtig te zijn: en het is hier aan dezelfde zijde, dat men het gewicht der groote ellende zal weten te dragen, zoolang als noo- dig is. Zedelijk en stoffelijk vervuilen Frankrijk en zijn bondgeriooten dus do dubbele voorwaarde der overwirv ning. Men kan roesren. dat het bui tengewone succes der Fnvel«cbe 1ce- ninsr, die on slag twintig milliard op bracht, voor Duitschland gelijk staat met het verlies vaneen beslissenden veldslag terwijl het oonsortium van de banken van Amerika, dat Duitsch land morgen het crediet afsnijdt,-een uiterste ^afzondering decreteert, een blokkade, waartegen de torpedo's niets vermogen te doen. Zonder drang van regeoringswege, zonder ronselarij en aanklamping, eenvoudig op het gezegde, dat de overwinning goud wil, heeft het moest gemengde publiek zich begeven naar de loketten van de Banque de France, brengend tegen haar panier dat nog over de gnnsche wereld zijn waar de boog houdt den kleinen of ffroot.cn zak goud, dien men in reser ve hield togen de kwade uren van het noodlot. ,.Men weet niet, wat er fcaa. trebenren!'" zegt met vage vrees dc bezittende nvensch. „Men kan ziek ziin, langen tijd ziek!" zudht de huis houdster, die vooruitziet Welnu, her inneren wij ons, dat sedert twee. drie ja- n en langer, de omloop van hef goud zeldzaam werd, en dat was een slecht teeken. Men voelde een alge meen e bedruktheid, alles werd ver traagd of raakte in verval. Iets va aas was er in de lucht, epn soort van gcos'eliik© onmogelijkheid om gevolg te seven aan weloverwogen planne.n, en van die bedruktheid, waarvan men noch do oorzaak nooh den uitweg wist, sraf men met oen vergrnote ze- nmvnehtisheid te kennen: „Dat kar. zon niet langer duren!" Doch onder wijl, ten einde bij elke gebeurlijkheid, van zessen klaar te zijn, verzamelde de Fransche spaarzaamheid goud. ITet goud is, evenals do spraak, het beste of het slechtste der dingen. Het is dat reserve-goud, dat nu ie dereen, in spontane opwelling en met trots, naar de Bank brengt acht duizend personen, die dagelijks de ees geopende loketten pasaeeren. De provincialen, over het algemeen zelf zuchtiger, hebben het voorbeeld ge- vojgd. en binnenkort zal door gansch Frankrijk een eerste milliard goud zijn hjnnengekomen. De treffende too- ned'ies zijn niet te frel'en. Ze ziin treffend en dikwijls heroïsch... Ziehier vuer „midinettes", Parijsche werk- stertjes, die vier geldstukken van tien francs hebben kunnen vergaren: met zorg storten zij ze persoonlijk, om het „stortingsbewijs" op beur naam te verkrijgen, waarop elkeen, die goud brengt, recht heeft. F.n onmiddellijk daarop een oud echtpaar, gansch ont daan en een weinig bevend, en dat op het plankje eenige geldstukken van honderd francs uitstalt waarvan een dogteekent uit het huwelijksjaar der beide oudjes. Stel u de aarzeling dier oudjes voor, waarmee zij afstand doen van dat souvenir, waaraan zich boel hun leven van liefde, vriendschap gedeelde zorgen en leed verbindt! Ge durende een week misschien hebben zij daarover gesproken als over een mogelijk iets, doch dat men niet zal uitvoeren. Tot op het oogenblik, dat elk hunner begreep, dat d a t de eer st" gedachte van den ander was! Als bij tooverslag zijn de geldstukken van, honderd francs weer verschenen Waarvan men kon geloorven dat zij voortaan niet meer hestonden. F.n hot was een oude dame, die, op een namiddag, met kleine en fijne geba ren uit heur tasch een ceintuur haal de. uitsluitend samengesteld uit stuk ken van honderd francs, een heele ceintuur van door gouden sohakeltjes onderling verhonden geldstukken. D^ch de Bank kon de ceintuur niet nemen, daar ze slecl :s de niet ge monteerde en niet bewerkte stukken toelaat. En de oude dnmo ging. heel bedroofd. heen. Sindsdien heef*, zij misschien het offer geheel voltooid en, de groote gouden schijven van de schakels losgewerkt? Ik heb over heroïek in dit brengen van goud gesproken. Ik dacht daarbij aan het groote getal grijsaards voor liet meereudeel zoo verzot op op gestapeld goud dre zich kwamen ontdoen van wat min of meer hun laatste liefde is. Wij hebben een groo ten, rechtopstaanden en nobelen grijs aard op zijn beurt het loket zien na deren: geen gierigaaftl is deze^ doch iemand, die eerbiedig oen hem door zijn ouders nagelaten spaarpot be waarde. Hij deponeerde een som van twaalf duizend francs, uitsluitend1 sa mengesteld uit goudstukken van Na poleon I en van Lodowijk XVIII. En zioliier nog weer stukken van hon derd francs: oen heer telt er twee i honderd af een unieke verzameling, opvolgend van jaar tot jaar, en waar voor peimingkundtgen groote som men zouden bieden! En voorts spant het particulier ini tiatief zich >n. Er zijn scholen, waar de leerlingen, hun spaarpenningen bijeenbrengend, toegel ijkertij d een geestdriftige propaganda onder hun nabestaanden hebben gemaakt Zoo maakt men gewag van de delegatie van drie leerlingen uit een Parijsch instituut die bij de Bank de aardige som van bijna drie duizend francs brachten. Groote magazijnen verzoe ken hun beambten, het goud' van hun salarissen en hun spaarpenningen te storten, en andoren hebben iets beters gevonden: zij geven 5 korting aan hun koopers, die In goud betalen,-zich verbindend om "dat goud bij de Bank te storten togen de ontvangst van het stortingsbewijs op naam van don klant... ik hob zooevcn omtrent (le bewonderenswaardige Ceintuur ge zegd, dat de Bank geen bewerkt goud ontvangt. Ze heeft echter e>en uitzon dering moeten toelaten, toon ze den volgenden pak kenden efi prachtig een- vcudigen brief ontving, geschreven in onhandig groot schrift: „Mijnheer de Direkteur, Ik zou u een beetje goud willen zen den voor Frankrijk, waaraan ik reeds mijn zoon heb geschonken. Maar ik hob niets dan mijn trouwring. Ik zend hem u in dezen brief, gelegd in de brievenbus der Bank". Geen handteek aai ng. De bewonde renswaardige moeder noodzaakte al dus de Banque de France tot het aan vaarden van beur gift Onder de mil- li arden, die er b nnenkomen en uit- gaan, zal de arme ring blijven, en men zal weten, dat hij er is, en men zou hem in het openbaar moeten ten toonstellen als een reliquie van wij ding, opdat Ae komende generaties zullen begrijpen wat het hart van een Francaise tijdens den Grooten Oor log was... Men kon ons voorheen zeggen, dat wij ons wellicht toe veel voorstelden ten aanzien van de volharding van Frankrijk, dat redevoeringen en woorden volstrekt goen daden zijn. Welnu, ziehier een daad, ze is een parig en spontaan: zich van zijn goud ontdoen, wanneer het grondge- gebied nog gedeeltelijk overweldigd is, wanneer de vijandelijke inval da gelijks zijn kracht tegen ons te plet ter slaat, dat is voor een natie de edelste en klnarblijkelïjkste getuige nis van heur bewust vertrouwen. De soldaten hun bloed de anderen hun goud: daar is de eendracht van een wil die zal voortduren tot een kwartier na heur overwinning. WILMA KNAAP. Amsterdamsche Kout 185. De nood der tijden. De kermis. Het beleid van den Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid, Minister Posthuma, vindt niet onder de meerderheid van Amsterdam's bevoifting groote waardecmig en vol voltrouwen. Men versta mij goed. Met zal geen weldenkende invallen te twijfelen aan de goede trouw van den be windsman. Men is or. ook hier in Amsterdam, van overtuigd, dat het 's Ministers ernstig streven is in het algemeen do belangen der Neder landers zoo goed en zoo onpartijdig mogeiijk te behandelen. Maar dat noemt mot weg, dat lang niet alles, wat de Minister doet. bewonderd wordt, en dat vooral de houding der Regecring inzake de Blomkolen voorziening ernstige ont stemming heeft gewekt. Ik zal hier niet nader uitweiden over de politiek, door de Regeering, speciaal door Prof. Is. de Vooys, in zake de eteenkolenvoorziening ge volgd. Maar een feit is, dat de Regoe- ring op haar wog in deze blijft voort gaan, ondanks vertoogen en argu menten van uitnemend deskundige zijde, die haar andere paden wezen. En daarover is in broed© kringen ontstemming gerozen. Er wordt hier gemompeld ik vermeld liet daii ook slechts als ge rucht dat de man, die Minister Posthuma in zijn houding vooral krachtig steunt, onze wethouder Wi- baut is, een krachtige figuur, die te vens koopman is. En zoo is het dan niet onmogelijk, dat de wethouder van Nederlands hoofdstad een grooten invloed uit oefent op den Minister. Te meer waar Prof. De Vooys, die mede de man is van de eteenkolenvoorziening, van den lieer Wibaut een geestver want is. Waarmede, ik haast mii dit le zeggen, niets insinueerends is be doeld. Zij tocli zien het vraagstuk op dezelfde wijze, zoeken de oplossing in denzelMon zin. Gaal het gemeentebestuur, in casu weihouder Wibaut, in dit opzicht met Minister Posthuma mede, geheel apdors slaat het met het vraagstuk der levensmiddelenvoorzlèning. Hierbij heeft hot gemeentebestuur van Amsterdam herhaaldelijk lijn recht tegenover den Minister ge staan en vergeefs aangedron-' gen op maatregelen van ingrijpender aard. Het is in deze ook weer spe ciaal wethouder Wibaut, die de actie voert, nu in tegenstelling met hetgeen ik zooeven besprak tegen over Minister Posthuma. De zaak is deze. Er zijn maximum 'prijzen bepaald voor kaas en boter. Dat is nuttig, noodig cn goed.Maar, in tal en tal van gezinnen stijgt de nood al meer en meer, en daar heeft men al heel weinig aan maximum prijzen van artikelen, die men toch niet beko men kan. Een groot gezin, dat leven moet van zes gulden in de week .pius een huurbön, kan zich de weelde van kaas en boter niet veroorloven. Zo mogen voor de officieele kennis gevingen, waarop die maximum prij zen staan aangegeven, pratenzo mogen er over theoretiseeren, maarze hebben ©r niets aan. Waar de menschen, die nu al bittere armoede lijden en met angst en vreeze den komenden winter zien naderen, iets aan hebben, dat is vaststelling van maximum prijzen van geheel andere levensmiddelen. Nu is het bekend, dat de Regeering overweeg! vaststelling van maximum priizen van rijst, havermout, bon nen, erwten, aardappelen, uien, Ikool, ingemaakte groenten, margarine en raapolie. Dit zijn artikelen van allereerste behoefte en prijszetting daarvan moet niet lang meer „in overweging genomen worden", maar er moet worden ingegrepen, met krachtige •hand. 0n9 gemeentebestuur heeft daar op, zooals ik schreef, bij herhaling op aangedrongen bij do Regeering, mnar tot nog toe zonder succes. De Bege-ering blijft maar overwe gen, de nood stijgt met den dag en vooral voor de gemeente Amsterdam wordt de toestand met den dag moeilijker. Men is nu, naar ik van bevoegde zijde verneem, in stadhuiskringen l>evreesd, dat er goen voldoende over leg zal kunnen plaats vinden en dat do regeling van de maximum prijzen voor de zoo noodige levensmiddelen, die ik noemde, onvoldoende zal blij ken. Dan zal ons gemeentebestuur moeilijke, zware dagen beleven, liet zit dan tevens voor de moeilijkheden van de nieuwe begrooting. met een zoo enormen schuldenlast en zulke ontzettend hooge uitgaven. Ja. wat moet liet van den winter worden, als alles duurder wordt on als het Steuncomité en de werkloo- zenkassen geen voldoenden steun meer kunnen verleenen? Want als er niet krachtig ingegrepen wordt, al9 de Regeering niet krachtig mede werkt niet het bestuur van de hoofd stad, dan weet ik niet wat er van te recht moet komen. En zooats de algemeene toestand zich nu laat aanzien, gaat het met onverbiddelijke, zekerheid tiaar naar toe. De ondersteunin-gs-ino-gelijklieid wordt steeds geringer, de prijzen stijgen en in aldoor breeder kringen grijnzen de honger en liet nijpend gebrek. Terwijl Amsterdam nu ernstige tijden beleeft en nog ernstiger tege moet gout, duiken er plotseling kenuisplannen op. Terwijl we in jaren en jaren goen kermis gediend hebben, althans niets wat met eere dien naam mag dragen, zullen we nu nog m de kermispret komen op de terreinen achter het Stadion. Er is hi or juist ais in Haarlem -*• een kermisstrijd ontbrand. De meennnzen loopen uiteen, of men in d©ae tijdsomstandigheden wel aan kennis-Vieren mag denken en of men de menschen in de gelegenheid mag stellen geld te verkwisten. Het voor en tegen wordt overwo gen in reeksen ingezonden stukken, waarmede de dagblad-redacties ge lukkig worden gemaakt. Men zal echter zien gebeuren Iloe hoog de nood ook gestegen is, ver- maaks-gelegenheden zullen nog wel goede zaken maken. AMSTERDAMMER. Maar toch i6 geen oogenblik gewe zen op hot anti-revolutionair zijn van den heer N. en wed opvallend zwu het wazen, dat do linksclie Raad oen jaar geloden met groote mcorder- hoid een anti-revolutionair benoemt en don plotseling den man ont schikt gaat vinden, hoewel alle rap porten van superieuren gunstig lui den. De reden moet dus waarschijnlijk ergens anders schuilen en de meest uiloenloopend© verhalen doen de ronde. Welk de juiste lezing levert is niet bekend en zal ook wel niet bekend worden, omdat de Raad niet verplicht is, rekenschap ie geven van zijn stemming. Dit benoemings-intermozzo trekt hier nog meer de aandacht, dan de geweldige nederlaag, die de Raad nan B. en W. toegebracht heeft. Be kend was, dat B. en W. voorgesteld hadden, het maken van nieuwe ver keerswegen in de oude stad, waar van de onteigeningsrechten reeds ufgekomen waren, goen voortgang to doen vinden, wegens do min gun stige tijden. De 10 millioen, die het sLaan van deze wegen ®ou kosten, meenden B. en W. heter op andere wijze te kunnen besteden, maar de Baad vond het anders en -met 31 te gen slechts 6 stommen besloot hij, dat de wegen in de naaste toekomst gemaakt zullen worden. Of het besluit verstandig is De wethouder van financiën vond het niet, maar zijn grootste argument tegen de verkeerswegen was zwak. Hij wilde uitstellen, omdat nog zoo veel werken om voorziening vroegen cn hij «af daarbij een heel lijstje van wat in da „naaste" toekomst zou moeten gebeuren en nu kon het niet ontleend worden, dat het halve aan tal werken, die plotseling zoo drin gend bleken, minstens even good konden wachten als de verkeers wegen. Deze zullen dus gemaakt worden en we in de toekomst ook zuüen mogen klagen, de arbeiders in de bouwvak ken zeker niet. Want behalve deze nieuwe wegen, die met afbraak en weer opbouw handen vol werk zul'en geven, bouwt de gemeente nog arbei derswoningen voorloopig een 1800 en voordat die allemaal af zijn, zal de crisistoestand wel voor meer normale tijden plaats gemaakt hebben. Te Scheven'ingien is do Duilsche ope rette toch nog gekomen, in het Caba ret-zaaltje. Op een tooneel van 3 1/2 meter in het vierkant wordt gespeeld in miniatuur-décor, (om ruimte le 6paren) en met begeleiding van een miniatuur-orkestje (wat het aantal le den altijd betreft). De politie kneep ©enige oogen dicht en stond het spe ten toe in het zaaltje, waar andera onkel voorgedragen mocht wondeD. En het succee is gekomen mis schien minder van de Hagenaars, d'e de leden van het gezelschap al te dik wijls zagen, dan van de vele badgas ten. De oudste operettes vinden vo'lö zalen. Walzertraum blijkt in zeer middelmatige bezetting en met zeer onvoldoend orkest nég te trekken. Het succes was weer een© met de durvers. SINTRAM. Het Kind. moet wat slapen, want je hebt rust noodig. Ik zal toch niet kunnen slapen, antwoordde zij. Ga dan ten minste op de canapée liggen, zei hij op kalincn, doch gebie denden toon. Je zult je krachten in den eersten tijd zeer noodig hebben, en als ik hier ben, is dat even goed, als dat je zelf waakt. Zij scheen dat ook in te zien en na nog een blik op het kind geworpen te hebben, ging zij geheel gekleed op de canapé© liggen. Het leek den dokter spoedig toe, of zij sliep. Hij zat alleen aan het bed van hun kind en zonderlinge gedach ten doorkruisten zijn brein. Sedert een half jaar leefden zij nu gescheiden. Hoe dat gekomen was, kon hij zichzelf niet recht verklaren. Zij waren uit liefde getrouwd. Toen w erd het kind geboren en Lize leefde alleen voor den knaap. De dokter meende, dat zij hem verwaarloosde. En hij werd wat nerveus door z'n drukke practijk, soms boos en barst te uit, als er geen acht op hem word geslagen. Na zulke tooneelen was zij gewoon, hoewel hij haar steeds de hand ter verzoening bood, om dagen lang geen woord met hem te spreken. En toen was op zekeren dag het woord scheiding gevallen. Beiden wa ren zij te trotsch, liet terug te nemen en eenlgen tijd later liad Lize haar kind genomen en was heengegaan. Hij had haar alleen nog schriftelijk verzocht, hem elite woelt één dag het kind door de oud© dienstmaagd bij hem te laten brengen, en dat deed zij dan ook getrouw. Nu was hij plotseling weer in haar huis, in haar nabijheid en hij kreeg hot gevoel, alsof hij hier hóórde. De pendule sloeg drie uur. Hij sto.d zacht op en liep naar d© cana pés. Zij slieo; de doorgestane angst, de geruststelling van zijne tegenwoor digheid hadden haar vermoeid en ge kalmeerd tegelijk... Zij was bleek er geworden, haar ge zicht smaller, vond hij, maar 't droeg nog altijd de bekoorlijkheid, die hem oens zoo betooverd had. Eem van haar lange, zwarte vlech ten was losgegaan en hing naar bene den. Zechtkens sf-reek hij erover, daarna sloop hij weer naar hot bed met het gevoel alsof hij iets verkeerds had gedaan. Eindelijk, toen 't morgenlicht in hot Ooster reeds merkbaar werd, stond hij op. Zij word wakker en ging overeind zitten Je komt terug? vroeg zij angstig. Ja, vanavond, zei hij, als hier in- tusschen na O's bijzonders gebeurt, In welk' geval je me dadelijk moet roe pen. Ik dank je, zei zo op eenvoudigen toon, en gaf hem de liand. Hei gevaar dor ziekte was voorbij Het kind herstelde vlug en mocht weldra ©enige uren daags het bed verlatten. Dr. Wildairs kwam intus- schen, zoo vaak hij tijd had, oen uur tje met zijn kind spelen. Vaak was Lize daarbij tegenwoor dig. soms echter ook was ze uitge gaan. Op een namiddag was hij alleen; lief. knaapje tpeelde op liet tapijt mei een bouwdoos, die hij voor hem 1 ad meegebracht. Hij keek de kamer rond en bemerk te op de tafel een photograph leulbum Werktuigelijk Ivegon hij er lu te bla deren. Zijn portretten waren er uit genomen. Natuurlijk, dacht hij bltit-er, zij heeft je vernietigd. De kleine jongen- was naast hem gaan s'-aan. en keek in hot boek Uw portretten, pa, heeft mama allemaal in een afzonderlijk© lade. Weet jij dat zeker? vroeg hij ver rast Ja, antwoordde hot ventje en knikte met het hoofd, ik heb vanmor gen nog gezien hq© mama ze hek»sk. Hij nam hen kind op zijn schoot, ei) drukte het tegen zich aan Waarom blijft u niet bij ons. zoo- als vroeger, papa? vroeg de jongen. Zwart 1 9 16 96 86 Wit •Zwart. 13 Schijven op 2, 8, 12, 18, Wit. 12 Schijven o,p 27, 28, 32, 33, Omdat mama het nfet wfl. ani woordde de vader. Het kind zag hem ongeloovig aan. Er werd gescheld en 't volgend oogenblik trad Lize de kamer binnen. Mama! riep dadelijk het kind, niet waar. U wilt toch ook pa-pa bij u heb ben? Hij zegt dat u nieli wilt. Eeuige ©ogenblikken was ze blijk- baar verlegen. Spreek niet over zulke dingen met hei kind, zei ze daarna. Ik zio dat ik niet kan weggaan, als jij liier bent, en ik meende toch. dat hei voor ons beiden beter was, als wij elkaar zooveel mogelijk uit den weg gingen. Dan kan ik immers gaan. riep hij uit en spror.' op, mijn taak is hier afgeloopen Hij kuste zijn jongen en verliet, zonder haar aan re zien. de kamer. Altijd dezelfde, zei hij in zich zelf. toen hij naar zijn eigen huis ging. Zij heeft geen hart of liever al leen hart voor haar kind. En iocIi meende ik, dat zij veel van mij hie.d. Eenige dagen waren verloopen en hij ging niet meer naar móeder e» kind. Op zekeren morgen evenwel ver scheen le oude Doortje, en verzocht hem dadelijk te komen, daar de klei ne zoo naar hem verlangde, en snik kend en schreiend ooi zijn vu der riep. Hij was nog te zwak om hem over straat te brengen. Ook mevrouw liet hem verzoeken to komen. Zoo lie», hij zich overhalen en giug n-og denzelfden dag heen. Lize deed zelf open. toen hij aanschelde. Vergeef mij mijn gedrag van laatsj, ''©id© zij. Het was leelijk en. ondankbaar van mii Hij kuste de hand, die zij hem reik te, maar zeide goen woord. Doch in zijn binnenste was ne; plot seling zoo helder cn blij. alsof h:j het geluk had ontmoet. Het kind was heel gelukkig toen hij kwam. Plotseling sloeg Rudolf zijn armen om den hals van den vader on kuste hem. Toen editor, alsof hij zijn uioe- dvr dezelfde licfkoozing verschuldigd was. boog hij zich naar haar ©e en kuste ook baar. Vaarwel, Lize, zei hij zacht en reikte haar dc hand. Je gaat heen? vroeg zij me*, toon- looze stem Voor altijd? Voor altijd, dat is zeker, ant woordde hij. Zij liet zijn l and lot. Vaarwel, zei ze zacht. Er kwam een uitdrukking van groo te smart op zijn gelaat, teen hij naar de deur ging. Honny! Verlangen, liofde lag er in den tcon van haar stem, zooals hij nog nooit van haar gehoond had. Hij koerd© zich am Daar stond zij met uitgestrekte ar men, en 't volgend oogenblik drukte hij haar tegen zijn bonzend nart. <>m haar noolnooit meer te laten gaan. Dat was voor hem het begin van oen nieuw loven! „Eet wat gaer is"... BRUINE IiOONENSOEP. 1 L. boonennat met de mogelijk overgebleven bruine b-vonen, ongeveer 3 lepels tarwemeel, 2 lepels boter, delfia of margarine. 1 uitje, wat maggi-aroma of 1 mo-vxr'blokje. Kook de boenen stuk in bet nat en bak onderwijl tiet gesnipperd" nitie bruin in de boter. Voeg hierbii de bloem en Iaat ze even meebakken. Zorg echter, dat ze niet brandt. Giet hierbij, steeds boerende het boonen nat, desverkiezond gezeefd en Iaat de soep koken tot ze voldoende gebon den is, Men kan ze afmaken met. massa of andore bouillon soort. 7oo noodig wordt do soep op 't laatst nog even nagobonden met wat aangemen-ga meel. GRUTJES. 1 1/2 L. karnemelk. 2 of 2 1/2 ons boekweitegort. Wat zout. Breng de karnemelk al roerende aan de kook, strooi er de grutjes in en laat de pan af ©n toe roerende gaar koken (15 minuten). Geef bij deze pap bruin© suiker of stroop of stroopsaus. 3 4 6 6 15 95 35 45 14, 17, 19, 23, 24, 25, 30, 31 en 36. 84, 35, 38, 39, 43, 47, 48 an 49. Wij zouden nuchter willen zeg gen dan i s de nood nog niet zoo hoog gestegen. REDACTIE. Tan de Residentie en haar bawonert. CCCXVHL Is het voor- of nadeelig voor een leeraar aan eon gemeen teJ ij ko instel ling van onderwijs om de schoonzoon te zijn van een der wethouders? D.e vraag zal do heer N-ederbragt- zich wel meer dan eenmaal gesteld hebben in d© pas afgeloopen dagen. Maandag moest de benoeming plaats hebben van een leeraar in handelsrecht aan de II. B. S. mol 3-j. cursus en als eerste op de voor dracht kwam voor de hoer N., leeraar tn Staathuishoudkunde ©n Staatsin richting aan de Gemeentelijke Han delsschool. Maar ti©, nu wordt niet d© hoor N. benoemd, doch met 16 begen 15 stem man mej. Coops, no. 2 der voordracht. Hoe het kleine verschil fn stemmen kon doen vermoeden, dat er ©on onge wone Invloed in het spel geweest was dan zou de zaak geen stof opgewaaid hebben ©n In den doofpot gegaan zijn, indien niet de Nederlander" in een a Hervinnigst stukje van leer "getrok ken was begen mr. Franxi© Beren- stein, die, volgens het blad zich opge worpen had als kampioen van mej. Coops, met als voornaamste argument dat de heer N. anti-revolutionair is. Toen gingen do poppen aan hel dan sen. De heer F r ah zie beet heftig van zich af en van meer dan een zijde word „de Nederlander" er aan herin nerd, dat het blad eens ©ven had moe ten In-formoeren. Dan zou het verno men hebben dat de heer Nederbragt zijn benoeming al» leeraar aan do Gem. Handelsschool ontving... als no. 2 der voordracht, terwijl no. 1 de bo- trekking roods tijdelijk vervuld liadl I Een schel roepen klonk door d© stilte van een donkeren, laten Decem- bor-avond. Dokter Wildere stond op zijn schrijftafel, en opende het venster. Wio is daar? riop hij naar bo- •oeden. Ik ben het, Lize, antwoordde oen vrouwelijke stem, waarin angst en ongeduld te hooren was. Ons kind is zwaar ziek. Kom als het je blieft, da delijk. Een rijtuig wacht. -- Ik kom oogenblikkelijk. Hot venster werd dicht geworpen. Dc geneesheer nam haastig zijn over jas, hoed en stok, stak eenige instru menten bij zich en snelde de trap af. Spoedig reed hij, naast zijne vrouw, van wie hij gescheiden leefd©, door de stille straten. Ze gaf hem op zijn vragen vluchtig en nu en dan met sidderende stem antwoord. Daarna zaten ze zwijgend naast el kander, beiden gekweld door denzelf- d'ftn angst, door hetzelfde verdriet, want beiden hadden zij hun kind van gorischer harte lief. Eindelijk had men hot doel bereikt Dr. Wilders stond aan het bed van zijn kind, dat zwaar reutelend in de kussens lag. Met scherp, onderzoekend oog en kalm© band bood hij hier hulp, bijge staan door do oude Doortje, die reeds zoo lang bij hem diende; terwijl zijne rouw aan het voeteneind© van hot bed zat, angstig toekijkend. Langzamerhand werd d© ademha ling van het kind rustiger, d© korte bevelen van den doktor hadden opge houden en ook het gelaat dor v rouw ontspande zich. Dokter Wilders hield do kleine hand van den knaap in do zijne en telde de polsslagen. Het gevaar is geweken, zei hij eindelijk. Ga nu naar bed, Doortje, lk zal hij hem waken. Ook gij, Lize, wendde hij zich tot z'n vrouw, die bJoek en vermoeid voor hem stond, Je DAMRUBRIEK. IIAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. Tclophoon 15-43. PROBLEEM No. 692, van 1L W. Zitman, le Publicatie, i;,;; j§ li II H i lü m 2 ij is j® m §r 46 4/ 4b 49 6U

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 10