De Europeesche
Oorlog.
PERZIKBLOESEM
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1915
werk 4-1 aan, sloegen do tienvoudige
draadversperring met spaden door en
namen na eldaar drie rijen loopgra
ven. Een fladdermijn, waarin de eer
ste compagnie geraakte, "vertraagdo
do inneming van het gebetonneerde
lort, dat dan echter met een omtrek
kende bewoging opnieuw aangevallen
©n met de bajonet bestormd werd.
liet was avond geworden ©en an
der Oostenrijksch regiment wierp zich
op fort 141. Ondanks prikkeldraad
en boomversperringen, moddersloot en
cn betondekking werd het bij de eer
ste bestorming genomen. Een Hon-
gaarsch regiment vond het neven
werk onbezet. In het moerassig ge
bied was tegelijkertijd het 22e Duit
sche corps tegen het noordwesten op
gerukt en drong hier, na dit gefor
ceerd te hebben, in het brandende
centrale werk binnen. Een Hon-
gaarsch officier zwom over de Boeg
en heersch de vlag op de vesting.
Hongaarsohe en Oostenrijksche sol
daten drongen over de sluis in de ci
tadel en in de stad. Onder elk fort
moeten zeventig tot tachtig kilo ecra-
eiet liggen. Do bezetting heeft ge
vreesd, dat hij een bestorming de ont
steking spoedig zou plaats vinden en
vluchtte daarom gedeeltelijk, terwijl
de Russische genie-soldaten juist met
het oog daarop aarzelden de ontplof
fing te laten plaats hebben. Het ge
lukte een Pool den electrischen kabel
bijtijds door te snijden. Door het snel
le binnendringen konden groote voor
raden geconserveerde levensmidde
len uit de brandende magazijnen ge
red worden. Op een paar oude ka
nonnen na, hadden de Russen htm ge
schut reeds dagenlang weggebracht.
Toen wij op do reis naar Brest-Li-
towsk in Lublin overnachtten, wierp
een Russische vlieger daar drie hom
men op het station. Langs de spoor-
weglijn Warschau-Brest-Litow -k slo
pen de Warschausche Honveds bij "t
invallen van de duisternis voorwaarts
Zij groeven zich in tirailleurslinie in,
liepen dan weer in stompas vooruit
en kwamen zoo steed's dichter hij de
Rus-<ische draadversperringen. Rechts
van de epoorweglijn sloten zich Duit-
6Che troepen aan. Daar was alias stil.
Links, op het anderhalve kilometer
breed© terrein tusschen den spoorweg
en den weg naar Biala, lagen twee
Honved-reglmenten met het front
naar het fort Kobylany. waarvan de
bovenste rand de horizon vormde.
Tegen de felroode lucht teekenden de
tienvoudig© draadversperringen zich
scherp af. Daarachter lagen drie
rijen Ruasischp. loopgraven de ma
chinegeweren waren op de spoorlijn
ingeschoten. Om tien uur werd het
stormsignaal geblazen. Met opgehe
ven 6paden wierpen rich de mannen
op de draadversperringen, waarbij
hun figuren scherp tegen den gloeien-
den horizon afstaken. Met de spadon
sloegen zij de draden door en kwa
men in de eerste loopgraven. De aar
de opende zich met een geweldige
ontploffing. Een contactmijn was ge
sprongen. Boven het front stijgen
groene eignaal-raketten op. Een zoek
licht gaat recht de hoogte in. Want
boven het machinegeweergeknetter
en het infanterievuur hoort men thans
het brommen van sterke motoren. De
straal treft een Zeppelin, wiens met
wolken beschilderde lichaam zeer
flauw zichtbaar is, in den mistigen
nacht. Hier en daar zien andere zoek
lichten het luchtschip in grooten hoog
om de vesting kruisen. Onder de aar
de, waar de reserves zijn, en het com-
mandogefluit in schrille horensigna
len zich mengen met Eljen- en Hoe-
ra-geroep, ontploffen thans overal
mijnen. Men hoort het geschreeuw
van de manschappen, die in het mij-j
nengebied zijn. De Hongaansche regi
menten zien zich, nadat zij alle drie
de rijen loopgraven in storm genomen
hebben, gedwongen halt te houden en
graven zich in voor het glaois van 't
fort. Nog donderen eenige ontplof
fingen, de Russen, trekken terug en
laten daarom de cementen kazemat
ten m de forten springen. Op den
linkervleugel bestormt een infanterie-,
regiment, dat hoofdzakelijk uit Polen
bestaat, fort 141. Men hoort de ma
chine-geweren, tot een hoera-geroep
\erkondigt, dat de troepen in het fort
zijn binnengedtrongen. Intusschen
werpt een Russische Farman-twee-
dekker bommen op de voorstad Te-
respol.
Uit het noorden kwam een reusach
tige Sikonski-tweedekker met zes man
bezetting, twee machinegeweren en
vier motoren. Drie Duitsche tweedek
kers gaan op de vervolging uit. Twee
kruisen onmiddellijk voor hem, waar
op hij in spiralen omhoog gaat. Een
Duitscher gelukte het boven den Rus
to komen, die zich daarop vurend
verwijderde.
Verder vertelt de schrijver nog van
zijn bezoek aan Brei-t-Litowsk. Een
donkere rookwolk verduistert den dag.
O© hitte van de brandende huizen is
verstikkend. ITet regent vonken en
verkoolde stukken hout. In de citadel
zijn de twoe eerste bruggen over do
gracht slechts half verbrand. Maar
alle overgangen over de Boeg staan
geheel in vlammen. Langs de oevers
staan donkerroode, bijna middeleeuw-
scho gebouwen met rondoelen en
schietgaten. Eenige Russische solda
ten loopen nog hier en daar rond.
Plotseling slaat uit het dak van de
citadel rook en vervolgens vlammen.
Het geheele complex begint te bran
den. Op straat liggen tusschen ver
scheurde papieren weggeworpen pa-
troontasschen en conservenblikjes
nog brandfakkels met petroleum ge
drenkt. Twee kilometer verder ligt de
stad Brest-Litowsk. Wij bereiken het
eerste huis, het Hotel de Paris. Alles
ligt gehuld in een wolk van rook. Het
vuur loopt van huis tot huis Nie
mand probeert te blusscheri en 't zou
ook vergeefsch geweest zijn.want daar
voor is ce brand te goed voorbereid
Hier en daar huilen losloopende hon
den. Overal moet men oppassen voor
cmva'ler.de muren. Uit de verte klinkt
muziekdo „Radezky-marsch". Oos-
lenrijk-Hongaansche troepen trekken
binnen en ontmoeten de Branden
burgers. De uniformen verdwijnen
in den rook. Men ziet slechts de ge
zichten. Om elf uur 's morgens drij
ven de eerste pontons op de Boeg,
drie uur later is de brug reeds klaar
Artillerie gaat er over heen, trein
volgt. Duitschers, Oostenrijkers en
Hongaren trekken door vlammen
hoen, verder naar het noordoosten.
Ter Zee.
GEZONKEN SCHEPEN.
Reuter seint uit Londen: Lloyds
bericht: De Noorsche bark „Sho-
resand" is gezonken. De bemanning
Is gered.
Het Fransche stoomschip „Bor
deaux' is gezonken. De bemanning is
gered.
De „Bordeaux" was een stoomschip
van bruto 4530 ton, dat in 1891 werd
gebouwd en toebehoorde aan do
Comp. Générale Transatl. te Havre.
EEN ENGELSCHE HULPKRUISER
IN BRAND GESCHOTEN.
Wolff seint uit Konstantinopel:
Thans eerst wordt bekend, dat op
31 Augustus een Engelsche hulpkrul-
ser, die Dikili aan de Anatolische
kust genaderd was, en aan het vuur
der Turksrhe kustartillerl» was bloot
gesteld, door dit vuur getroffen werd
en zich brandend moest verwijderen.
DE „HESPERIAN".
Reuter seint uit Washington:
In eene beéerdigde verklaring van
de officieren der „Hesperian die
aan het departement van buitenland-
sche zaken Is gezonden, getuigen de
zen, dat de stukken staal dio op de
brug vielen zonder twijfel aantoon
den, dat het schip door een torpedo
getroffen is. Zij roken tegelijkertijd
den scherpen reuk van het ontplof-
fincsmiddel.
Minister Lansing had een onder
houd met president Wilson. Men ge
looft, dat zij het geval van de „Hes
perian" en het onderwerp van het
gesprek, dat Lansing met den Oosten-
rijkchen ambaadeur Dumba zal heb
ben, beproken hebben.
De „Daily Chronicle" bevat een
uitvoerig verslag van het vergaan der
.Hesperian" van een der opvarenden.
C. S. Blue, die op weg naar zijn te
huis in Canada was.
Het „Hbld." ontleent hieraan de
volgende bijzonderheden
„Submarine on starboard quarter" t
Dat was de kreet, welke de passagiers,
die op de voordekken van de .Hespe
rian" wandelden, deed opschrikken
terwijl de duisternis het ©chip bedek
te, dat een volmaakt kalme zee door
ploegde.
Nauwelijks had de waarschuwing,
die door den kwartiermeester gege
ven werd, de brug bereikt of er volg
de een luide ontploffing en watermas
sa 's sloegen over het schip, zoodat de
dekken overstroomd en degenen die
hun digestie-wandelingetje maakten,
druipnat werden.
Het schip trilde door den schok van
voor tot achter.
Do aanval had absoluut zonder
waarschuwing plaats. Het schip, dat
ongeveer 16 knoopen liep bij uiterst
stille zee, had bijna het punt, dat tot
dusverre als de westelijke gTens der
gevaarzóne werd beschouwd, bereikt
c-n de passagiers waren in hun schik,
omdat het gevaar voorbij was, toen
de onderzeeër op 200 yards van het
schip in de toenemende duisternis
aangeslopen kwam en het doodelijke
projectiel lanceerde» dat het .fchip
voor aan stuurboord op 20 voet af-
stands van do machinekamer trof en
in de voor de post bestemde ruimte
drong, met een resultaat, dat onmid
dellijk ongeluk voorspelde.
Er waren 30 le klas-, 125 2e klas-,
125 tusschendeks-passagier.» en een
bemanning van 200 koppen aan boord.
Er waren 50 officieren en soldaten
op het schip, allen vreeselijk mis
vormd en invalide, die op den terug
weg waren naar huis.
Onmiddellijk na de torpedeering
weerklonken de commando's van de
brug, de machines stopten, de beman
ning snelde naar boven, ieder naar
zijn pont en de passagiers, die dach
ten dat het schip zou zinken, zochten
in hutten naar redding6gordels en
gingen naar het bootdek.
Wel heersch te er in 't donker eeni
ge verwarring, maar geen paniek.
Sommige mannelijke passagiers wa
ren zelfs overdreven koelbloedig. Zoo
verscheen er een heer aan dek, met
een koffertje in iedere hand, alsof hij
een pleizierreisje ging maken.
Binnen enkele minuten was de eer
ste reddingboot in zee gelaten, met
bijna uitsluitend vrouwen en kinde
ren aan boord, toen volgden de twee
de en de derde. Daarna begon er och-
ter verwarring te heenchen en ieder
trachtte aan 'i dreigende noodlot te
ontsnappen. Velen wierpen zich in
zee. sommigen zelfs zonder reddings
gordel. Tot overmaat van ramp gle
den de touwen van de vierde en vijf-
do boot niet gelijk, zoodat de kiel van
de booten naar boven stak en bij het
verder neerlaten alle inzittenden in
het water vielen.
Sommigen grepen zich aan de tou
wen en banken vast, anderen werden
m de andere, reeds gevaarlijk volle,
booten geheschen.
Dat alk* was een verschrikkelijk,
onvergetelijk gezicht Twee dames
werden gered, maar stierven spoedig
daarna.
Na deze ongevallen ging het red
dingswerk verder kalm voort, vooral
loer men begreep, dat het schip nog
wel een tijdlang drijvende zou blij-
De eerste machinist had de water
dichte schotten laten sluiten en toer
het bericht de ronde deed, dat er geen
reden was om overdreven haast te
maken, hield de verwarring op en
heerschten weer kalmte en regelmaat.
De oudere, meer ervaren leden der
bemanning, geholpen door een groep
vrijwilligers-passagiers, regelden de
redding der overblijvende vrouwen cn
kinderen of namen het bevel over de
booten op zich.
Vooral de repatrieerende Canadee-
sche militairen bewezen bijzonder
goedo diensten aan boord.
Een bijzonder merkwaardig voor
val greep nog plaata met een op het
slagveld blind geworden soldaat. Een
kameraad had hem in een boot ge
zet, die bij het neerlaten omsloeg,
zoodat hij van een groote hoogte met
zijn hoofd tegen een boot sloeg. Hij
werd gered en... was weer ziende go
worden. Er was geen gelukkiger man
onder de geredden dan deze dubbel
geredde.
In de voorlaatste boot waren drie
verpleegsters, die geweigerd hadden
gered te worden zoolang er nog an
dere passagiers te redden vielen.
Over liet algemeen prijst d9 schrij
ver van het verslag de vrouwen aan
boord om haren moed en koelbloedig
heid, waaraan sommige leden der be
manning wel een voorbeeld hadden
mogen nemen.
De „Daily Telegraph" zegt nog, dat
kapitein Maine op dek was, toen het
schip getroffen werd. Een passagier
zeido van hem, dat hij met bewunde
renswaardige bekwaamheid en koel
bloedigheid het reddingswerk leidde.
Hij gaf ook last draadloos het nood
sein S O S te geven en vuurpijlen als
signalen aan voorbijgaande schepen
op te laten. Een dier vuurpijlen sloeg
een stuk van de leiding der draadloo-
ze installatie weg, maar een van de
scheepsofficieren klom in de mast en
herstelde de schade. Er werden drie
antwoord-signalen ontvangen.
Omh alf tien kwam het eerste re-
geeringsschip hulp brengen en nam
onmiddellijk de geredden uit de boo
ten aan boord. Om half elf verscheen
een tweede, later een derde oorlogs
chip. Een dier schepen bleef bij de
„Hesperian" liggen totdat het schip
weer langzaam naar Quoenstown op-
stoomde en de kapitein verzekerde
zich wel te kunnen redden, hetgeen
zooals uit een telegram blijkt, toch
niet mogelijk bleek.
Korr. Norden meldt:
Het bericht over den ondergang van
het s.8. Hesperian heeft te Berlijn
zeer verrastmen is voorloopig ge
heel aangewezen op hetgeen de dag
bladen hierover zeggen, maar reeds
nu neemt men met zekerheid aan. en
wel om bepaalde redenen, dat het on
geluk aan een ontploffing door een
Engelsche mijn moet worden toege
schreven. Aangezien met genoegen ia
vernomen, dat geen pussagiers zijn
omgekomen en geen Amerikanen aan
boord waren, gelooft men niet dat de
betrekkingen tusschen Amerika en
Duit^chland door dit voorval ver
stoord zijn, en voor het geval dat een
Duitsche onderzeeboot in deze quacs-
tie is betrokken, dan betreft het een
boot, die reeds geruimen tijd op zee
was en van de jongste instructies on
kundig was gebleven.
EENIGE CIJFERS OVER DEN
HANDELSOORLOG.
In Engelsche bladen vindt men
een opgave van aantal en tonnen
inhoud der schepen, die sedert het
begin van den oorlog tot einde Au
gustus 1915 zijn in beslag genomen,
aangehouden, gezonken of beschtv
died. Het aantal zou in het geheei
ongeveer 3000 schepen bedragen, do
totale inhoud ongeveer 4 millioen ton
zijn. Volkomen correcte en betrouw
bare cijfers worden nog niet ga-ge
ven. Er wordt een lijst gegeven, loo-
pende tot einde Juli. van 1628 sche
pen met ruim 3 millioen tonnen
inhoud c-n daarnevens wordt dan
meegedeeld, dat een aanvullende
liist melding maakt van 776 sche
pen (van 5Ö0 tot 25.000 ton', welker
ladingen zijn in beslag genomen,
zonder dat het schip echter zelf is
vastgehouden.
Het tot Juli loopende lijstje, boven
bedoeld. vermeldt 521 Duitsche sche
pen (1.113.298 ton), 476 Bntsche
(960.773), 418 neutrale (593.820), 75
Oostenrijksche (254.282), 82 Fransche.
Russische en Belgische (128.177) en
56 Turksche (18.508 ton).
Wat de Duitsche schepen Sbetreftv
worden de volgende cijfers gegeven:
Vastgehouden in het Voreenigd Ko
ninkrijk en overzeese he Britsche ha
vens 146 schepen (315.181 ton;.
Vermeesterd in Duitsche koloniale
havens 21 schepen (43.367 ton).
Vermeesterd en in den grond ge
boord door de Britten 8 schepen
(29.424 ton).
Vermeesterd door de Britten <5
schepen (186 765 ton).
Vastgehouden in Egyptische ha
vens 18 schepen (86.03S ton).
Vastgehouden in Belgische havens:
89 schepen (136.920 ton).
Vastgehouden in Fransche en Rujc
sische havens95 schepen (112.940
ton).
Vastgehouden in Kahaanscne na-
vena 36 schepen (153.876 ton).
Vermeesterd en in dem grond ge
boord door do bondgexiooten: 4 sche
pen (3.822 ton).
Vermeesterd door de bond genoo-
ten '25 schepen (37.985 ton).
Gezonken of beschadigd door on-
derzeeérs, mijnen of ontploffingen
4 schepen (6.975 ton).
Totaal 521 schepen (1.113.298 ton).
Van de 80 Britsche schepen, die in
Duitsche havens -worden vastgehou
den. lagen er ruim 60 bij bet uitbre
ken van den oorlog Ln de haven van
Hamburg. Zes en vijftig Britsche
schepen werden door de Duitsche
kruisers „Emden", „Karlsruhe",
„Leipzig", „Königeberg", „Dresden"
en de Duitsche hulpkruisers ver
meesterd en in den grond geboord.
De Britten namen 22 neutrale
schepen met een tonnen-inhoud van
49.743.
De bondgenooten van Engeland
namen 10 neutrale schepen (16-980
ton).
Het aantal neutrale schepen, docrr
Duitsche duikbooten in den grond
geboord, bedraagt 43 (59.229 ton). Zl]
omvatten 22 Noorsche, 7 Deense he, 8
Zweedse he, 2 Neder! andsche, 2 Por-
tugeosche, 1 Grieksch.
Het aantal neutrale schepen, door
mijnen of explosies te gronde ge
gaan. bedraagt 60, namelijk 15 Noor
sche. 14 Nodcrlandsdhe, 14 Zwced-
sche, 11 Deensche, 13 Amerikaan-
sche, 1 Roemeensch, 1 Perzisch, 1
Grieksch.
Uit d« Vereenlgde Staten
Reuter eeint uit Washington
Minister Lansing heeft op een ver
zoek van Dumba, den Oosten rij k-
schon gezant te Washington, dezen
tegen Woensdagmorgen een onder
houd toegezegd.
De gezant wenscht ophelderingen
te geven (betreffende de brieven, in
En-geland in beslag genomen bij den
Amerikaanschen journalist Archi
bald. toen hij op reis naar het vasle-
land aangehouden werd.
De „N. R. Ct." ontleent over deze
Op het Wesieiiik
Oorlogsveld.
Het officieel Duits ch legerbe-
ticht luidt:
Bij de met succes bekroonde aan
vallen ten N. van Dixrauyden, werden
eenige Belgen gevangen genomen, een
mitrailleur buitgemaakt.
Ten N. van Souchez werd een zwak
ke aanval met handgranaten afgesla
gen.
Een Fransche aanval bij Sonder-
nach in de Vogezen mislukte.
Een levendig vuurgevecht ontwik
kelde zich in Champagne en tusschen
Maas en Moezel.
Bij een vliegeraanval der geallieer
den op Lichtervelde, ben N. van Rous-
selaere ln West-Vlaanderen werden
zeven Belgische inwoners gedood,
twee ernstig gewond. Duitsche vliege
niers brachten een vliegtuig der ge
allieerden boven Cappel, ten Z. O. van
St. Avoid tui val. De inzittenden wa
ren gedood.
Het officieel F r a n s c h legerbe-
richt luidt:
Artilleriebeschieting en strijd met
bommen en handgranaten om Sou
chez en Neuville, gedurende een deel
van den nacht.
Ten zuiden van At.recht, in den om
trek van Agny en Vailly, en hij Roye
werd evenals op de hoogvlakte van
Quennevière en bij Nouvron, een he
vige beschieting gevolgd door een
afdoend antwoord van de Fransche
batterijen.
In Champagne, tusschen Auberive
en Souain, bij Beau Séjour, ln de Vo
gezen, in de omstreken van Lusse,
was eveneens de artillerie9trijd zeer
levendig.
Duitsche vliegtuigen vlogen Maan
dag- en Dinsdagmorgen boven Ge-
rardmer en wierpen bommen. De eer
ste poging bleef zonder succes, bij de
tweede werden twee personen getrof
fen.
Op het Oostelijk
Oorlogsveld.
liet officieel D u i t s c h legerbe-
richt luidt:
Lcgergroep-von Hindenburg. De
Maandag op Daudsewas, ten Z.O.
.van Friedrichstadt, oprukkende ca
valerie maakt» 790 Russen gevangen
en 5 mitrailleurs buit.
Ten O. en Z.O. van Grodno hielden
'de Russen stand, van een punt ten
westen van Skidel, tot Wolkowysk.
De Duitsch» troepen dringen voort
nver de Pyra en de Ivotra.
Tusschen de Njcmen en Wolkowysk
Veroverde het leger van v. Gallwitz
enkele plaatsen, door nachtelijke over
valling op den oostelijken oever van
de Ros. Meer dan 1000 Russen werden
gevangen genomen.
Legergroep-prins Leopold van Beie
ren. Ten Z.O. van Wolkowysk tot aan
het boschgebied ten Z. van Roshany,
40 KM. ten zuidwesten van Slomim,
hervatten de Russen den strijd. De
legergroep gaat aanvallend vooruit
Legergroepvan Mackensen. De
Russen werden uit hunne stellingen
bij Chomsk en Drogitsjin geworpen.
Van het Z.O. ©orlogstooneel wordt
gemeld, dat de strijd aan den Sereth
voortduurt
Het officieel Oostenrijksch
legerbericlit luidt:
Het leger van generaal Von Böhm
Ermolli versloeg de Russen gisteren
bij Podkamien (Oost-Gal icië, dicht bij
de grens van Wolhynié) en Radziwi-
low (in Wolhynié, ten oosten van
Brodyi. Hij viel hun aan op het ge
heele 40 KM. lange, sterk verschanste
front, ontrukte hun in hevige gevech
ten, die vaak in een handgemeen
overgingen, het slot Podkamien, de
versterkte hoogte Makoetza ten zuid
westen van Brody, de stellingen bij
Radziwilof en een groot aantal andere
hardnekkig verdedigde steunpunten.
Do slag duurde op enkele punten tot
Dinsdagochtend. De Russen, die over
FEUILLETON
Ui t het Engelsch
W. A. MACKENZIE.
17)
Een bediende komt vragen wat hij
weuscht.
Laat dien meneer binnen, zegt
Vandeleur.
En nu ontvangt de onberispelijk ge
kleed© dameskleermaker ecai vage
bond, in lompen gehuld, vuil, verloo-
pen, een geestelijke en lichamelijlkie
ruïne. De gTljns die om zijn lippen
zweeft belooft niet veel goeds en de
uitdrukking van zijn half gesloten
ooven is heerschzuchtig, bijna dui
vel sch.
Z.ijn jas is vettla-, zijn boord vuil,
zijn das gerafeld, zijn kleeren han
gen hem slordig om 't lijf en zijn
schoenen zijn modderig en kapot
o, hoe is het mogelijk dat zulk een
man het heiligdom van den koning
der mode kan binnendringen.
Maar de bediiende is verdwenen. De
deur is dicht en Pierre Lednic steekt
plotseling een vuile, vereelte har«d
al teruggeslagen werden, ontruimden,
hier en daar vluchtend, het slagveld-
Het aantal tot Maandagavond gevan
gen genomen Russen bedroeg meer
dan 3000.
Het leger van generaal Bothmer
had in Oost-Galicië hevige aanvallen
der Russen te doorstaan. Daarente
gen verminderden de aanvallen der
Russen op het front van generaal
Pflanzer-Baltin.
Aan de Bessarabische grens trokken
de Russen terug naar hun tamelijk
ver afgelegen stellingen.
Bij Nososielica beschoot een Rus
sische batterij een op Roemeenscli
grondgebied staande boerenhoeve.
In Wolhynië verliep de dag betrek
kelijk rustig.
Aan de Jasiolda behaalden de Oos
tenrijksche troepen wederom plaatse
lijke succes.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
DE TSAAR AAN HET HOOFD VAN
HET LEGER.
Reuter seint uit Petersburg: De
Tsaar deelde president Poincaré te-
legraphisch mede, dat hij zich aan
het hoofd van d» Russische legers
heeft gesteld. Poincaré antwoordde,
dat dit een bewijs was, dat Rusland
van plan is den oorlog vol te houden
tot de finale overwinning.
GENERAAL JOFFRE IN ITALIë.
De Italiaansche legatie te 's-Gra-
venhage deelt het volgende telegram
uit Rome mede:
Generaal Joffre vertoefde in Italië,
teneinde aan den Koning te worden
voorgesteld en kennis te maken met
generaal Cadoma. De Koning was
zeer ingenomen met dat bezoek en
verleende generaal Joffre het groot
kruis van de Militaire Orde van Sa-
vole.
Generaal Joffre bracht twee dagen
bij het opperbevel door en bezocht bij
die gelegenheid eenige der meest ka
rakteristieke deelen van de grens.
BREST—LITOWSK.
Leonard Adelt deelt in het „Berli
ner Tageblatt" zijn indrukken mede
van den intocht in BrestLitowsk.
Onuitwischbaar zijn de herinnerin
gen aan den bajonctetrijd in de loop
graven en versperringen, aan de ge
wonden, wier gejammer uit het prik
keldraad tot hem doordrong, de ver
stijfde rust van de gesneuvelden en
aan de eindelooze colonnes Hongaren,
Galiciërs, Brandenburgers, die in gan-
zcnnmnsch over den arm van de Boeg
trokken. Hij ziet nog de vlammen
langs de daken dor magazijnen en
kazernes huppelen, de grijze rookmu-
ren, die droog en heet den weg ver
eerden, de gloeiende rails van liet af
gebrande station, de omgevallen goe
derentreinen, waartusschen dood vee,
de pooten houtig, uitgestrekt. De bei
de luchtsohip-hallen uit steen en tra
liewerk, de blauwe uivormige torens
van de orthodoxe kerken, te midden
van de rookende huizen. De breede
alleeën der voorstad en haar grijs
zand en kleine huizen, die het vuur
verschoonde, maar die de aftrekken-
do soldaten loog haalden. Tuisschen
de huizen loopt do Israëliet Perles, dio
alfj eenige onder 55.000 burgers met
vrouw en drie kinderen het uithield
in de vlammenzee van de brandende
stad
Vervolgens beschrijft Adelt de lang
zame omsingeling van de vesting,
waaraan de Russen zich ten slotte
wisten le onttrekken. Zij hebben de
aankomst van de zware artillerie der
Duitschers niet meer afgewacht. Duit
sche vliegers meldden het oeret het
aftrekken van groote colonnes uit
Brest-Litowsk en het wegvoeren van
de geheele bevolking en wierpen ze
ventig bommen op het station, waar
de soldaten in de waggons werden
geladen In den morgen van den 26en
Augustus gaf de commandant van
Brest-Litowsk, generaal I»imann, de
vesting over aan dé brandstichters.
Dit bevel was het resultaat van het
bombardement van den vorigen dag.
De Oostenrijksche 25 c.M.-kanonncn
hadden zich met hulp van vliegers
op het werk 141 hij Koroszyn, de
Duilsohens ten zuiden van Wolka-
Dobrinskaja op het werk 144 bij Ko-
bylani ingeschoten. In den vroegen
morgen vielen twee regimenten het
uit en zegt met een heesche krakerige
stem:
Hoegaat het, oude heer! wat zonr
der twijfel een vreemde manier is om
zulk een deftig man als Vandeleur
te begroeten.
Maar deze laatste aarzelt, geen
oogenblik; integendeel, hij grijpt de
uitgestoken hand en schudt die heel
hartelijk, met. gehuichelde blijdschap.
Mijn beste Pierre!
En hij duwt Pierre in een stoel.
Na zooveel jaar! roept Vandeleur
vroolijk uit.
O, de wereld is klein, voor goede
kameraden, zeide Pierre. Men
neemt afscheid en zegt: helaas, het
is de laatste keer! De jaren gaan
voorbij, ons fortuin wisselt voortdu
rend, onze droomen wordien niet of
wel verwezenlijkt, wij gaan steeds op
en neer, en opeens, den een of ande
ren dag, ontmoet men elkaar weer,
en do oude vriendschap wordt weer
hernieuwd. Ja, voegde hij er bij,
na een kleine pauze waarin bij zeg
dat zijn „vieux Jacquotniet zoo op
getogen was a!s hij had kunnen zijn
ja, diie wordt weer hernieuwd, is
het niet?
Maar het spijt mij, zeido Vande
leur, dat d'e Fortuin jou blijkbaar
niet zoo heel gunstig geweest is!
Och, wat z.al ik je daar van zeg
gen. De Fortuin is wispelturig een
doet wat zij wil. Soms glimlacht ze,
soms kijkt ze boos... Voor mij is ze
heel wreed geweest sinds... sinds den
laatsten keer dat... ik je zag, mijn
beste. En misschien, wie weet? Mis
schien wordt zij vandaag af wel weer
vriendelijk voor mij.
Pierre keek naar den grond en
wreef met de vuile point van zijn
schoen langs een van de rozen van
het Perzische tapijt
Ik heb zoo'n vermoeden en zijn
stem klonk tegelijkertijd spottend en
dreigend ik heb een vermoeden dat
een grendel en een lint mij heel veel
zullen helpen om weer wat vooruit te
komen in de wereld.
Bij deze laatste woorden keek hij
vlug op.
Vandeleur keek een anderen kant
uit.
En Vandeleur lachte, terwijl hij
zeide: o, wij hopen altijd dat we,
een volgenden keer onzen slag zullen
kunnen slaan. Wij moeten dankbaar
aannemen wat het lot ons geeft wc
kunnen er verder niets aan doen!
Aba! zeide Pierre spottend.
Dus Monsieur Vandeleur, de eigenaar
van dSt Paleis, deze Munt waar eiken
dag van de week geld gemaakt wordt
in overvloed, Monsieur, de Koning
der Mode, Keizer der Chiffons,
dio rijtuigen, gouden horlogeket
tingen, lakschoenen heeft, die
diamanten aan zijn vingers en pa
rels in zijn das draagt, Monsieur Van-
dcJeur is bescheiden en dankt het
toeval, de fortuin, heel nederig, o zoo
nederig! En is hij zijn ouden vriend
Pierre heelemaal niet dankbaar?
Hoe kun je mij zóó beleedigen?
O, Pierre, wat beleedig je me! Denk je
werkelijk dat het mogelijk zou zijn
dat ik alles zou vergeten? Neen, neen,
neen! Maar...
Waarom is er altijd een, maar?
Je begrijpt me verkeerd, Je be
grijpt me verkeerd. Kijk eens hier!
Vandeleur ging naar zijn bureau
toe, trok een lade open. en haalde er
een leeren enveloppe uit, waaruit hij
een pakje bankpapier nam.
Denk jo mi nog dat ik je vergeten
heb, dat ik je ooit zou kunnen verge
ten, jij malle kerel? En hij telde;
lionderd, tweehonderd, driehonderd
tot twaalfhonderd gulden toe. Dat
Is alles wat ilk hier heb. Later zal ik
je meer geven, want de helft van mijn
bezittingen behoort immers aan jou,
aan jou, beste Pierre?
Dus Je hebt het niet vergeten,
Jacquot?
Vandeleur draaide teich om ten
einde de lederen enveloppe weer in de
lade te leggen en daar hij met zijn
rug naar Pierre toestond deed hij
geen moeite de uitdrukking van zijn
oogen en zijn gelaat te beheerschen,
toen hij antwoordde:
Ik? Ik zal het nooit vergeten I
Maar hij vergat, dat er spiegels ln
zijn kantoor waren. Hij vergat ook
dat oude vrienden scherpte oogen heb
ben. Hij vargat ook dat Pierre Leduc
een oven goed herinneringsvermogen
had als hij.
Maar Pierre lachte en merkte vroo
lijk op, toen hij het geld ln zijn zak
stopte: In ieder geval ben je nog
niet vergeten hoe je een deur moet
grendelen!
Stil, zeide de groot© man, laat
het verleden rusten.
Wie spreekt er van het verleden?
Jij.
Ik? Ik denk er niet overl
Waar heb je het dan over?
Wel, arme onschuld, over die in
teressante geschiedenis in de provin
cie Essex!
Ik weet niet wat je bedoelt!
Dacht je nu heusch dat ik daarin
de hand van den meester, van den
kunstenaar niet zou hebben herkend?
Ik begrijp er ateeds minder van.
Ahl Toen ik in de courant las
dat die jonge man, Kapitein Godwin
Dapifer, dood gevonden was, met een
dolk in het hart, en toen ik las dat de
rarnen vast gesloten waren en de deur
gegrendeld, lachte ik. en ik zeide te
gen mij zelf: Er is maar één Jaquot,
en hij moet daar do hand in gehad
hebben!
Onzinl
O neen, o neen! Behalve wan
neer je het gehedm aan een van je
klanten verkocht hebt, met hunne
chiffons, zijn er maar twee personen
die weten hoe het gedaan moet wor
den Jij en ik, Jacquot1
En waarom kun jij het niet go-
daan hebben?
Bah! Ik! ik die nog nooit een
vlio? doodgeslagen heb! Ik, die huil
om het kalf als ik coteletten eot! Ik...
ik rooven, geld afpersen en een fat
soenlijk leven leiden om mijn slech
ten aard te verbergen!
Allemaal woorden! Schei toch uit
met dien onzinl
Jacquot. ik weet wat ik weet, en
wat ik weet is waard verkocht te wor
den en wat ik verkoop is waard ge
kocht te worden en, den een of
andereu dag zul je gedwongen wor
den t© koopen. Als je het niet koopt
och, de Engelschen hebben 'n akelig
machinetje, je staat op een plank, en
ze binden je een touw om den nek, en
zo trokken aan een katrol en ojioons
voel je ge>en grond meer onder je en
je blijft liangen tot je dood bent.
Wat heeft dat verhaal mét mij te
maken?
Alleen dit, besre kerel... Als ja
nog eens in klein© laantjes gaat wart-'
delen, met regenachtig weer, en mid
den In den nacht, wees dan een bcetj©
voorzichtiger wat je zegt en welk gcl'l
je aan ïandloopers geeft die je auto,
die je kwijt was, In het donker voor
je vindon. 0, Jacquot, nu ben je eö
bijl
(Wordt vervolgd.)