De Europeesche Oorlog. PERZIKBLOESEM TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1915 werk 4-1 aan, sloegen do tienvoudige draadversperring met spaden door en namen na eldaar drie rijen loopgra ven. Een fladdermijn, waarin de eer ste compagnie geraakte, "vertraagdo do inneming van het gebetonneerde lort, dat dan echter met een omtrek kende bewoging opnieuw aangevallen ©n met de bajonet bestormd werd. liet was avond geworden ©en an der Oostenrijksch regiment wierp zich op fort 141. Ondanks prikkeldraad en boomversperringen, moddersloot en cn betondekking werd het bij de eer ste bestorming genomen. Een Hon- gaarsch regiment vond het neven werk onbezet. In het moerassig ge bied was tegelijkertijd het 22e Duit sche corps tegen het noordwesten op gerukt en drong hier, na dit gefor ceerd te hebben, in het brandende centrale werk binnen. Een Hon- gaarsch officier zwom over de Boeg en heersch de vlag op de vesting. Hongaarsohe en Oostenrijksche sol daten drongen over de sluis in de ci tadel en in de stad. Onder elk fort moeten zeventig tot tachtig kilo ecra- eiet liggen. Do bezetting heeft ge vreesd, dat hij een bestorming de ont steking spoedig zou plaats vinden en vluchtte daarom gedeeltelijk, terwijl de Russische genie-soldaten juist met het oog daarop aarzelden de ontplof fing te laten plaats hebben. Het ge lukte een Pool den electrischen kabel bijtijds door te snijden. Door het snel le binnendringen konden groote voor raden geconserveerde levensmidde len uit de brandende magazijnen ge red worden. Op een paar oude ka nonnen na, hadden de Russen htm ge schut reeds dagenlang weggebracht. Toen wij op do reis naar Brest-Li- towsk in Lublin overnachtten, wierp een Russische vlieger daar drie hom men op het station. Langs de spoor- weglijn Warschau-Brest-Litow -k slo pen de Warschausche Honveds bij "t invallen van de duisternis voorwaarts Zij groeven zich in tirailleurslinie in, liepen dan weer in stompas vooruit en kwamen zoo steed's dichter hij de Rus-<ische draadversperringen. Rechts van de epoorweglijn sloten zich Duit- 6Che troepen aan. Daar was alias stil. Links, op het anderhalve kilometer breed© terrein tusschen den spoorweg en den weg naar Biala, lagen twee Honved-reglmenten met het front naar het fort Kobylany. waarvan de bovenste rand de horizon vormde. Tegen de felroode lucht teekenden de tienvoudig© draadversperringen zich scherp af. Daarachter lagen drie rijen Ruasischp. loopgraven de ma chinegeweren waren op de spoorlijn ingeschoten. Om tien uur werd het stormsignaal geblazen. Met opgehe ven 6paden wierpen rich de mannen op de draadversperringen, waarbij hun figuren scherp tegen den gloeien- den horizon afstaken. Met de spadon sloegen zij de draden door en kwa men in de eerste loopgraven. De aar de opende zich met een geweldige ontploffing. Een contactmijn was ge sprongen. Boven het front stijgen groene eignaal-raketten op. Een zoek licht gaat recht de hoogte in. Want boven het machinegeweergeknetter en het infanterievuur hoort men thans het brommen van sterke motoren. De straal treft een Zeppelin, wiens met wolken beschilderde lichaam zeer flauw zichtbaar is, in den mistigen nacht. Hier en daar zien andere zoek lichten het luchtschip in grooten hoog om de vesting kruisen. Onder de aar de, waar de reserves zijn, en het com- mandogefluit in schrille horensigna len zich mengen met Eljen- en Hoe- ra-geroep, ontploffen thans overal mijnen. Men hoort het geschreeuw van de manschappen, die in het mij-j nengebied zijn. De Hongaansche regi menten zien zich, nadat zij alle drie de rijen loopgraven in storm genomen hebben, gedwongen halt te houden en graven zich in voor het glaois van 't fort. Nog donderen eenige ontplof fingen, de Russen, trekken terug en laten daarom de cementen kazemat ten m de forten springen. Op den linkervleugel bestormt een infanterie-, regiment, dat hoofdzakelijk uit Polen bestaat, fort 141. Men hoort de ma chine-geweren, tot een hoera-geroep \erkondigt, dat de troepen in het fort zijn binnengedtrongen. Intusschen werpt een Russische Farman-twee- dekker bommen op de voorstad Te- respol. Uit het noorden kwam een reusach tige Sikonski-tweedekker met zes man bezetting, twee machinegeweren en vier motoren. Drie Duitsche tweedek kers gaan op de vervolging uit. Twee kruisen onmiddellijk voor hem, waar op hij in spiralen omhoog gaat. Een Duitscher gelukte het boven den Rus to komen, die zich daarop vurend verwijderde. Verder vertelt de schrijver nog van zijn bezoek aan Brei-t-Litowsk. Een donkere rookwolk verduistert den dag. O© hitte van de brandende huizen is verstikkend. ITet regent vonken en verkoolde stukken hout. In de citadel zijn de twoe eerste bruggen over do gracht slechts half verbrand. Maar alle overgangen over de Boeg staan geheel in vlammen. Langs de oevers staan donkerroode, bijna middeleeuw- scho gebouwen met rondoelen en schietgaten. Eenige Russische solda ten loopen nog hier en daar rond. Plotseling slaat uit het dak van de citadel rook en vervolgens vlammen. Het geheele complex begint te bran den. Op straat liggen tusschen ver scheurde papieren weggeworpen pa- troontasschen en conservenblikjes nog brandfakkels met petroleum ge drenkt. Twee kilometer verder ligt de stad Brest-Litowsk. Wij bereiken het eerste huis, het Hotel de Paris. Alles ligt gehuld in een wolk van rook. Het vuur loopt van huis tot huis Nie mand probeert te blusscheri en 't zou ook vergeefsch geweest zijn.want daar voor is ce brand te goed voorbereid Hier en daar huilen losloopende hon den. Overal moet men oppassen voor cmva'ler.de muren. Uit de verte klinkt muziekdo „Radezky-marsch". Oos- lenrijk-Hongaansche troepen trekken binnen en ontmoeten de Branden burgers. De uniformen verdwijnen in den rook. Men ziet slechts de ge zichten. Om elf uur 's morgens drij ven de eerste pontons op de Boeg, drie uur later is de brug reeds klaar Artillerie gaat er over heen, trein volgt. Duitschers, Oostenrijkers en Hongaren trekken door vlammen hoen, verder naar het noordoosten. Ter Zee. GEZONKEN SCHEPEN. Reuter seint uit Londen: Lloyds bericht: De Noorsche bark „Sho- resand" is gezonken. De bemanning Is gered. Het Fransche stoomschip „Bor deaux' is gezonken. De bemanning is gered. De „Bordeaux" was een stoomschip van bruto 4530 ton, dat in 1891 werd gebouwd en toebehoorde aan do Comp. Générale Transatl. te Havre. EEN ENGELSCHE HULPKRUISER IN BRAND GESCHOTEN. Wolff seint uit Konstantinopel: Thans eerst wordt bekend, dat op 31 Augustus een Engelsche hulpkrul- ser, die Dikili aan de Anatolische kust genaderd was, en aan het vuur der Turksrhe kustartillerl» was bloot gesteld, door dit vuur getroffen werd en zich brandend moest verwijderen. DE „HESPERIAN". Reuter seint uit Washington: In eene beéerdigde verklaring van de officieren der „Hesperian die aan het departement van buitenland- sche zaken Is gezonden, getuigen de zen, dat de stukken staal dio op de brug vielen zonder twijfel aantoon den, dat het schip door een torpedo getroffen is. Zij roken tegelijkertijd den scherpen reuk van het ontplof- fincsmiddel. Minister Lansing had een onder houd met president Wilson. Men ge looft, dat zij het geval van de „Hes perian" en het onderwerp van het gesprek, dat Lansing met den Oosten- rijkchen ambaadeur Dumba zal heb ben, beproken hebben. De „Daily Chronicle" bevat een uitvoerig verslag van het vergaan der .Hesperian" van een der opvarenden. C. S. Blue, die op weg naar zijn te huis in Canada was. Het „Hbld." ontleent hieraan de volgende bijzonderheden „Submarine on starboard quarter" t Dat was de kreet, welke de passagiers, die op de voordekken van de .Hespe rian" wandelden, deed opschrikken terwijl de duisternis het ©chip bedek te, dat een volmaakt kalme zee door ploegde. Nauwelijks had de waarschuwing, die door den kwartiermeester gege ven werd, de brug bereikt of er volg de een luide ontploffing en watermas sa 's sloegen over het schip, zoodat de dekken overstroomd en degenen die hun digestie-wandelingetje maakten, druipnat werden. Het schip trilde door den schok van voor tot achter. Do aanval had absoluut zonder waarschuwing plaats. Het schip, dat ongeveer 16 knoopen liep bij uiterst stille zee, had bijna het punt, dat tot dusverre als de westelijke gTens der gevaarzóne werd beschouwd, bereikt c-n de passagiers waren in hun schik, omdat het gevaar voorbij was, toen de onderzeeër op 200 yards van het schip in de toenemende duisternis aangeslopen kwam en het doodelijke projectiel lanceerde» dat het .fchip voor aan stuurboord op 20 voet af- stands van do machinekamer trof en in de voor de post bestemde ruimte drong, met een resultaat, dat onmid dellijk ongeluk voorspelde. Er waren 30 le klas-, 125 2e klas-, 125 tusschendeks-passagier.» en een bemanning van 200 koppen aan boord. Er waren 50 officieren en soldaten op het schip, allen vreeselijk mis vormd en invalide, die op den terug weg waren naar huis. Onmiddellijk na de torpedeering weerklonken de commando's van de brug, de machines stopten, de beman ning snelde naar boven, ieder naar zijn pont en de passagiers, die dach ten dat het schip zou zinken, zochten in hutten naar redding6gordels en gingen naar het bootdek. Wel heersch te er in 't donker eeni ge verwarring, maar geen paniek. Sommige mannelijke passagiers wa ren zelfs overdreven koelbloedig. Zoo verscheen er een heer aan dek, met een koffertje in iedere hand, alsof hij een pleizierreisje ging maken. Binnen enkele minuten was de eer ste reddingboot in zee gelaten, met bijna uitsluitend vrouwen en kinde ren aan boord, toen volgden de twee de en de derde. Daarna begon er och- ter verwarring te heenchen en ieder trachtte aan 'i dreigende noodlot te ontsnappen. Velen wierpen zich in zee. sommigen zelfs zonder reddings gordel. Tot overmaat van ramp gle den de touwen van de vierde en vijf- do boot niet gelijk, zoodat de kiel van de booten naar boven stak en bij het verder neerlaten alle inzittenden in het water vielen. Sommigen grepen zich aan de tou wen en banken vast, anderen werden m de andere, reeds gevaarlijk volle, booten geheschen. Dat alk* was een verschrikkelijk, onvergetelijk gezicht Twee dames werden gered, maar stierven spoedig daarna. Na deze ongevallen ging het red dingswerk verder kalm voort, vooral loer men begreep, dat het schip nog wel een tijdlang drijvende zou blij- De eerste machinist had de water dichte schotten laten sluiten en toer het bericht de ronde deed, dat er geen reden was om overdreven haast te maken, hield de verwarring op en heerschten weer kalmte en regelmaat. De oudere, meer ervaren leden der bemanning, geholpen door een groep vrijwilligers-passagiers, regelden de redding der overblijvende vrouwen cn kinderen of namen het bevel over de booten op zich. Vooral de repatrieerende Canadee- sche militairen bewezen bijzonder goedo diensten aan boord. Een bijzonder merkwaardig voor val greep nog plaata met een op het slagveld blind geworden soldaat. Een kameraad had hem in een boot ge zet, die bij het neerlaten omsloeg, zoodat hij van een groote hoogte met zijn hoofd tegen een boot sloeg. Hij werd gered en... was weer ziende go worden. Er was geen gelukkiger man onder de geredden dan deze dubbel geredde. In de voorlaatste boot waren drie verpleegsters, die geweigerd hadden gered te worden zoolang er nog an dere passagiers te redden vielen. Over liet algemeen prijst d9 schrij ver van het verslag de vrouwen aan boord om haren moed en koelbloedig heid, waaraan sommige leden der be manning wel een voorbeeld hadden mogen nemen. De „Daily Telegraph" zegt nog, dat kapitein Maine op dek was, toen het schip getroffen werd. Een passagier zeido van hem, dat hij met bewunde renswaardige bekwaamheid en koel bloedigheid het reddingswerk leidde. Hij gaf ook last draadloos het nood sein S O S te geven en vuurpijlen als signalen aan voorbijgaande schepen op te laten. Een dier vuurpijlen sloeg een stuk van de leiding der draadloo- ze installatie weg, maar een van de scheepsofficieren klom in de mast en herstelde de schade. Er werden drie antwoord-signalen ontvangen. Omh alf tien kwam het eerste re- geeringsschip hulp brengen en nam onmiddellijk de geredden uit de boo ten aan boord. Om half elf verscheen een tweede, later een derde oorlogs chip. Een dier schepen bleef bij de „Hesperian" liggen totdat het schip weer langzaam naar Quoenstown op- stoomde en de kapitein verzekerde zich wel te kunnen redden, hetgeen zooals uit een telegram blijkt, toch niet mogelijk bleek. Korr. Norden meldt: Het bericht over den ondergang van het s.8. Hesperian heeft te Berlijn zeer verrastmen is voorloopig ge heel aangewezen op hetgeen de dag bladen hierover zeggen, maar reeds nu neemt men met zekerheid aan. en wel om bepaalde redenen, dat het on geluk aan een ontploffing door een Engelsche mijn moet worden toege schreven. Aangezien met genoegen ia vernomen, dat geen pussagiers zijn omgekomen en geen Amerikanen aan boord waren, gelooft men niet dat de betrekkingen tusschen Amerika en Duit^chland door dit voorval ver stoord zijn, en voor het geval dat een Duitsche onderzeeboot in deze quacs- tie is betrokken, dan betreft het een boot, die reeds geruimen tijd op zee was en van de jongste instructies on kundig was gebleven. EENIGE CIJFERS OVER DEN HANDELSOORLOG. In Engelsche bladen vindt men een opgave van aantal en tonnen inhoud der schepen, die sedert het begin van den oorlog tot einde Au gustus 1915 zijn in beslag genomen, aangehouden, gezonken of beschtv died. Het aantal zou in het geheei ongeveer 3000 schepen bedragen, do totale inhoud ongeveer 4 millioen ton zijn. Volkomen correcte en betrouw bare cijfers worden nog niet ga-ge ven. Er wordt een lijst gegeven, loo- pende tot einde Juli. van 1628 sche pen met ruim 3 millioen tonnen inhoud c-n daarnevens wordt dan meegedeeld, dat een aanvullende liist melding maakt van 776 sche pen (van 5Ö0 tot 25.000 ton', welker ladingen zijn in beslag genomen, zonder dat het schip echter zelf is vastgehouden. Het tot Juli loopende lijstje, boven bedoeld. vermeldt 521 Duitsche sche pen (1.113.298 ton), 476 Bntsche (960.773), 418 neutrale (593.820), 75 Oostenrijksche (254.282), 82 Fransche. Russische en Belgische (128.177) en 56 Turksche (18.508 ton). Wat de Duitsche schepen Sbetreftv worden de volgende cijfers gegeven: Vastgehouden in het Voreenigd Ko ninkrijk en overzeese he Britsche ha vens 146 schepen (315.181 ton;. Vermeesterd in Duitsche koloniale havens 21 schepen (43.367 ton). Vermeesterd en in den grond ge boord door de Britten 8 schepen (29.424 ton). Vermeesterd door de Britten <5 schepen (186 765 ton). Vastgehouden in Egyptische ha vens 18 schepen (86.03S ton). Vastgehouden in Belgische havens: 89 schepen (136.920 ton). Vastgehouden in Fransche en Rujc sische havens95 schepen (112.940 ton). Vastgehouden in Kahaanscne na- vena 36 schepen (153.876 ton). Vermeesterd en in dem grond ge boord door do bondgexiooten: 4 sche pen (3.822 ton). Vermeesterd door de bond genoo- ten '25 schepen (37.985 ton). Gezonken of beschadigd door on- derzeeérs, mijnen of ontploffingen 4 schepen (6.975 ton). Totaal 521 schepen (1.113.298 ton). Van de 80 Britsche schepen, die in Duitsche havens -worden vastgehou den. lagen er ruim 60 bij bet uitbre ken van den oorlog Ln de haven van Hamburg. Zes en vijftig Britsche schepen werden door de Duitsche kruisers „Emden", „Karlsruhe", „Leipzig", „Königeberg", „Dresden" en de Duitsche hulpkruisers ver meesterd en in den grond geboord. De Britten namen 22 neutrale schepen met een tonnen-inhoud van 49.743. De bondgenooten van Engeland namen 10 neutrale schepen (16-980 ton). Het aantal neutrale schepen, docrr Duitsche duikbooten in den grond geboord, bedraagt 43 (59.229 ton). Zl] omvatten 22 Noorsche, 7 Deense he, 8 Zweedse he, 2 Neder! andsche, 2 Por- tugeosche, 1 Grieksch. Het aantal neutrale schepen, door mijnen of explosies te gronde ge gaan. bedraagt 60, namelijk 15 Noor sche. 14 Nodcrlandsdhe, 14 Zwced- sche, 11 Deensche, 13 Amerikaan- sche, 1 Roemeensch, 1 Perzisch, 1 Grieksch. Uit d« Vereenlgde Staten Reuter eeint uit Washington Minister Lansing heeft op een ver zoek van Dumba, den Oosten rij k- schon gezant te Washington, dezen tegen Woensdagmorgen een onder houd toegezegd. De gezant wenscht ophelderingen te geven (betreffende de brieven, in En-geland in beslag genomen bij den Amerikaanschen journalist Archi bald. toen hij op reis naar het vasle- land aangehouden werd. De „N. R. Ct." ontleent over deze Op het Wesieiiik Oorlogsveld. Het officieel Duits ch legerbe- ticht luidt: Bij de met succes bekroonde aan vallen ten N. van Dixrauyden, werden eenige Belgen gevangen genomen, een mitrailleur buitgemaakt. Ten N. van Souchez werd een zwak ke aanval met handgranaten afgesla gen. Een Fransche aanval bij Sonder- nach in de Vogezen mislukte. Een levendig vuurgevecht ontwik kelde zich in Champagne en tusschen Maas en Moezel. Bij een vliegeraanval der geallieer den op Lichtervelde, ben N. van Rous- selaere ln West-Vlaanderen werden zeven Belgische inwoners gedood, twee ernstig gewond. Duitsche vliege niers brachten een vliegtuig der ge allieerden boven Cappel, ten Z. O. van St. Avoid tui val. De inzittenden wa ren gedood. Het officieel F r a n s c h legerbe- richt luidt: Artilleriebeschieting en strijd met bommen en handgranaten om Sou chez en Neuville, gedurende een deel van den nacht. Ten zuiden van At.recht, in den om trek van Agny en Vailly, en hij Roye werd evenals op de hoogvlakte van Quennevière en bij Nouvron, een he vige beschieting gevolgd door een afdoend antwoord van de Fransche batterijen. In Champagne, tusschen Auberive en Souain, bij Beau Séjour, ln de Vo gezen, in de omstreken van Lusse, was eveneens de artillerie9trijd zeer levendig. Duitsche vliegtuigen vlogen Maan dag- en Dinsdagmorgen boven Ge- rardmer en wierpen bommen. De eer ste poging bleef zonder succes, bij de tweede werden twee personen getrof fen. Op het Oostelijk Oorlogsveld. liet officieel D u i t s c h legerbe- richt luidt: Lcgergroep-von Hindenburg. De Maandag op Daudsewas, ten Z.O. .van Friedrichstadt, oprukkende ca valerie maakt» 790 Russen gevangen en 5 mitrailleurs buit. Ten O. en Z.O. van Grodno hielden 'de Russen stand, van een punt ten westen van Skidel, tot Wolkowysk. De Duitsch» troepen dringen voort nver de Pyra en de Ivotra. Tusschen de Njcmen en Wolkowysk Veroverde het leger van v. Gallwitz enkele plaatsen, door nachtelijke over valling op den oostelijken oever van de Ros. Meer dan 1000 Russen werden gevangen genomen. Legergroep-prins Leopold van Beie ren. Ten Z.O. van Wolkowysk tot aan het boschgebied ten Z. van Roshany, 40 KM. ten zuidwesten van Slomim, hervatten de Russen den strijd. De legergroep gaat aanvallend vooruit Legergroepvan Mackensen. De Russen werden uit hunne stellingen bij Chomsk en Drogitsjin geworpen. Van het Z.O. ©orlogstooneel wordt gemeld, dat de strijd aan den Sereth voortduurt Het officieel Oostenrijksch legerbericlit luidt: Het leger van generaal Von Böhm Ermolli versloeg de Russen gisteren bij Podkamien (Oost-Gal icië, dicht bij de grens van Wolhynié) en Radziwi- low (in Wolhynié, ten oosten van Brodyi. Hij viel hun aan op het ge heele 40 KM. lange, sterk verschanste front, ontrukte hun in hevige gevech ten, die vaak in een handgemeen overgingen, het slot Podkamien, de versterkte hoogte Makoetza ten zuid westen van Brody, de stellingen bij Radziwilof en een groot aantal andere hardnekkig verdedigde steunpunten. Do slag duurde op enkele punten tot Dinsdagochtend. De Russen, die over FEUILLETON Ui t het Engelsch W. A. MACKENZIE. 17) Een bediende komt vragen wat hij weuscht. Laat dien meneer binnen, zegt Vandeleur. En nu ontvangt de onberispelijk ge kleed© dameskleermaker ecai vage bond, in lompen gehuld, vuil, verloo- pen, een geestelijke en lichamelijlkie ruïne. De gTljns die om zijn lippen zweeft belooft niet veel goeds en de uitdrukking van zijn half gesloten ooven is heerschzuchtig, bijna dui vel sch. Z.ijn jas is vettla-, zijn boord vuil, zijn das gerafeld, zijn kleeren han gen hem slordig om 't lijf en zijn schoenen zijn modderig en kapot o, hoe is het mogelijk dat zulk een man het heiligdom van den koning der mode kan binnendringen. Maar de bediiende is verdwenen. De deur is dicht en Pierre Lednic steekt plotseling een vuile, vereelte har«d al teruggeslagen werden, ontruimden, hier en daar vluchtend, het slagveld- Het aantal tot Maandagavond gevan gen genomen Russen bedroeg meer dan 3000. Het leger van generaal Bothmer had in Oost-Galicië hevige aanvallen der Russen te doorstaan. Daarente gen verminderden de aanvallen der Russen op het front van generaal Pflanzer-Baltin. Aan de Bessarabische grens trokken de Russen terug naar hun tamelijk ver afgelegen stellingen. Bij Nososielica beschoot een Rus sische batterij een op Roemeenscli grondgebied staande boerenhoeve. In Wolhynië verliep de dag betrek kelijk rustig. Aan de Jasiolda behaalden de Oos tenrijksche troepen wederom plaatse lijke succes. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden DE TSAAR AAN HET HOOFD VAN HET LEGER. Reuter seint uit Petersburg: De Tsaar deelde president Poincaré te- legraphisch mede, dat hij zich aan het hoofd van d» Russische legers heeft gesteld. Poincaré antwoordde, dat dit een bewijs was, dat Rusland van plan is den oorlog vol te houden tot de finale overwinning. GENERAAL JOFFRE IN ITALIë. De Italiaansche legatie te 's-Gra- venhage deelt het volgende telegram uit Rome mede: Generaal Joffre vertoefde in Italië, teneinde aan den Koning te worden voorgesteld en kennis te maken met generaal Cadoma. De Koning was zeer ingenomen met dat bezoek en verleende generaal Joffre het groot kruis van de Militaire Orde van Sa- vole. Generaal Joffre bracht twee dagen bij het opperbevel door en bezocht bij die gelegenheid eenige der meest ka rakteristieke deelen van de grens. BREST—LITOWSK. Leonard Adelt deelt in het „Berli ner Tageblatt" zijn indrukken mede van den intocht in BrestLitowsk. Onuitwischbaar zijn de herinnerin gen aan den bajonctetrijd in de loop graven en versperringen, aan de ge wonden, wier gejammer uit het prik keldraad tot hem doordrong, de ver stijfde rust van de gesneuvelden en aan de eindelooze colonnes Hongaren, Galiciërs, Brandenburgers, die in gan- zcnnmnsch over den arm van de Boeg trokken. Hij ziet nog de vlammen langs de daken dor magazijnen en kazernes huppelen, de grijze rookmu- ren, die droog en heet den weg ver eerden, de gloeiende rails van liet af gebrande station, de omgevallen goe derentreinen, waartusschen dood vee, de pooten houtig, uitgestrekt. De bei de luchtsohip-hallen uit steen en tra liewerk, de blauwe uivormige torens van de orthodoxe kerken, te midden van de rookende huizen. De breede alleeën der voorstad en haar grijs zand en kleine huizen, die het vuur verschoonde, maar die de aftrekken- do soldaten loog haalden. Tuisschen de huizen loopt do Israëliet Perles, dio alfj eenige onder 55.000 burgers met vrouw en drie kinderen het uithield in de vlammenzee van de brandende stad Vervolgens beschrijft Adelt de lang zame omsingeling van de vesting, waaraan de Russen zich ten slotte wisten le onttrekken. Zij hebben de aankomst van de zware artillerie der Duitschers niet meer afgewacht. Duit sche vliegers meldden het oeret het aftrekken van groote colonnes uit Brest-Litowsk en het wegvoeren van de geheele bevolking en wierpen ze ventig bommen op het station, waar de soldaten in de waggons werden geladen In den morgen van den 26en Augustus gaf de commandant van Brest-Litowsk, generaal I»imann, de vesting over aan dé brandstichters. Dit bevel was het resultaat van het bombardement van den vorigen dag. De Oostenrijksche 25 c.M.-kanonncn hadden zich met hulp van vliegers op het werk 141 hij Koroszyn, de Duilsohens ten zuiden van Wolka- Dobrinskaja op het werk 144 bij Ko- bylani ingeschoten. In den vroegen morgen vielen twee regimenten het uit en zegt met een heesche krakerige stem: Hoegaat het, oude heer! wat zonr der twijfel een vreemde manier is om zulk een deftig man als Vandeleur te begroeten. Maar deze laatste aarzelt, geen oogenblik; integendeel, hij grijpt de uitgestoken hand en schudt die heel hartelijk, met. gehuichelde blijdschap. Mijn beste Pierre! En hij duwt Pierre in een stoel. Na zooveel jaar! roept Vandeleur vroolijk uit. O, de wereld is klein, voor goede kameraden, zeide Pierre. Men neemt afscheid en zegt: helaas, het is de laatste keer! De jaren gaan voorbij, ons fortuin wisselt voortdu rend, onze droomen wordien niet of wel verwezenlijkt, wij gaan steeds op en neer, en opeens, den een of ande ren dag, ontmoet men elkaar weer, en do oude vriendschap wordt weer hernieuwd. Ja, voegde hij er bij, na een kleine pauze waarin bij zeg dat zijn „vieux Jacquotniet zoo op getogen was a!s hij had kunnen zijn ja, diie wordt weer hernieuwd, is het niet? Maar het spijt mij, zeido Vande leur, dat d'e Fortuin jou blijkbaar niet zoo heel gunstig geweest is! Och, wat z.al ik je daar van zeg gen. De Fortuin is wispelturig een doet wat zij wil. Soms glimlacht ze, soms kijkt ze boos... Voor mij is ze heel wreed geweest sinds... sinds den laatsten keer dat... ik je zag, mijn beste. En misschien, wie weet? Mis schien wordt zij vandaag af wel weer vriendelijk voor mij. Pierre keek naar den grond en wreef met de vuile point van zijn schoen langs een van de rozen van het Perzische tapijt Ik heb zoo'n vermoeden en zijn stem klonk tegelijkertijd spottend en dreigend ik heb een vermoeden dat een grendel en een lint mij heel veel zullen helpen om weer wat vooruit te komen in de wereld. Bij deze laatste woorden keek hij vlug op. Vandeleur keek een anderen kant uit. En Vandeleur lachte, terwijl hij zeide: o, wij hopen altijd dat we, een volgenden keer onzen slag zullen kunnen slaan. Wij moeten dankbaar aannemen wat het lot ons geeft wc kunnen er verder niets aan doen! Aba! zeide Pierre spottend. Dus Monsieur Vandeleur, de eigenaar van dSt Paleis, deze Munt waar eiken dag van de week geld gemaakt wordt in overvloed, Monsieur, de Koning der Mode, Keizer der Chiffons, dio rijtuigen, gouden horlogeket tingen, lakschoenen heeft, die diamanten aan zijn vingers en pa rels in zijn das draagt, Monsieur Van- dcJeur is bescheiden en dankt het toeval, de fortuin, heel nederig, o zoo nederig! En is hij zijn ouden vriend Pierre heelemaal niet dankbaar? Hoe kun je mij zóó beleedigen? O, Pierre, wat beleedig je me! Denk je werkelijk dat het mogelijk zou zijn dat ik alles zou vergeten? Neen, neen, neen! Maar... Waarom is er altijd een, maar? Je begrijpt me verkeerd, Je be grijpt me verkeerd. Kijk eens hier! Vandeleur ging naar zijn bureau toe, trok een lade open. en haalde er een leeren enveloppe uit, waaruit hij een pakje bankpapier nam. Denk jo mi nog dat ik je vergeten heb, dat ik je ooit zou kunnen verge ten, jij malle kerel? En hij telde; lionderd, tweehonderd, driehonderd tot twaalfhonderd gulden toe. Dat Is alles wat ilk hier heb. Later zal ik je meer geven, want de helft van mijn bezittingen behoort immers aan jou, aan jou, beste Pierre? Dus Je hebt het niet vergeten, Jacquot? Vandeleur draaide teich om ten einde de lederen enveloppe weer in de lade te leggen en daar hij met zijn rug naar Pierre toestond deed hij geen moeite de uitdrukking van zijn oogen en zijn gelaat te beheerschen, toen hij antwoordde: Ik? Ik zal het nooit vergeten I Maar hij vergat, dat er spiegels ln zijn kantoor waren. Hij vergat ook dat oude vrienden scherpte oogen heb ben. Hij vargat ook dat Pierre Leduc een oven goed herinneringsvermogen had als hij. Maar Pierre lachte en merkte vroo lijk op, toen hij het geld ln zijn zak stopte: In ieder geval ben je nog niet vergeten hoe je een deur moet grendelen! Stil, zeide de groot© man, laat het verleden rusten. Wie spreekt er van het verleden? Jij. Ik? Ik denk er niet overl Waar heb je het dan over? Wel, arme onschuld, over die in teressante geschiedenis in de provin cie Essex! Ik weet niet wat je bedoelt! Dacht je nu heusch dat ik daarin de hand van den meester, van den kunstenaar niet zou hebben herkend? Ik begrijp er ateeds minder van. Ahl Toen ik in de courant las dat die jonge man, Kapitein Godwin Dapifer, dood gevonden was, met een dolk in het hart, en toen ik las dat de rarnen vast gesloten waren en de deur gegrendeld, lachte ik. en ik zeide te gen mij zelf: Er is maar één Jaquot, en hij moet daar do hand in gehad hebben! Onzinl O neen, o neen! Behalve wan neer je het gehedm aan een van je klanten verkocht hebt, met hunne chiffons, zijn er maar twee personen die weten hoe het gedaan moet wor den Jij en ik, Jacquot1 En waarom kun jij het niet go- daan hebben? Bah! Ik! ik die nog nooit een vlio? doodgeslagen heb! Ik, die huil om het kalf als ik coteletten eot! Ik... ik rooven, geld afpersen en een fat soenlijk leven leiden om mijn slech ten aard te verbergen! Allemaal woorden! Schei toch uit met dien onzinl Jacquot. ik weet wat ik weet, en wat ik weet is waard verkocht te wor den en wat ik verkoop is waard ge kocht te worden en, den een of andereu dag zul je gedwongen wor den t© koopen. Als je het niet koopt och, de Engelschen hebben 'n akelig machinetje, je staat op een plank, en ze binden je een touw om den nek, en zo trokken aan een katrol en ojioons voel je ge>en grond meer onder je en je blijft liangen tot je dood bent. Wat heeft dat verhaal mét mij te maken? Alleen dit, besre kerel... Als ja nog eens in klein© laantjes gaat wart-' delen, met regenachtig weer, en mid den In den nacht, wees dan een bcetj© voorzichtiger wat je zegt en welk gcl'l je aan ïandloopers geeft die je auto, die je kwijt was, In het donker voor je vindon. 0, Jacquot, nu ben je eö bijl (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5