De Europeesche Oorlog.
PERZIKBLOESEM
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1915
Op het Westelijk
Oorlogsveld.
STAFBERIGHTEN.
Van den Duitschen ©taf
„Er hadden geen belangrijk© ge
beurtenissen plaats."
Fransch oommuniqué:
„In den sector van Neuiville, bij
Tète-de-Sapt, gevechten met handgra-
naten.
Een beschieting van de buitenwij
ken van Atrecht heeft een krachtig
antwoord van de Franscho artillerie
op de Duitsche batterijen en loopgra
ven uitgelokt.
In de streek van Frise (Somme)
mijngevechtcn.
Rond Roye en Lassigny kanonna-
de gedurende den heelen nacht, waar
bij <le Fransche granaten verschillen
de branden stichtten.
In de streek van Berry-au-bao in
Cliampagne, bij St. Hilaire en Aubo-
rive in noordelijk Woëvre en in de
Vogezen bij Ban-de-Sapt ia de nacht
eveneens door vrij hevige artillerie
gevechten gekenmerkt."
Op het Oostelijk
Oorlogsveld.
STAFBERICHTEN.
Van den Duitschen staf
„Legergroep-Voi> Hindenburg Op
den linkeroever van de Dwina ruk
ken Duitsche troepen vooruit, de Rus
sen vechtend vervolgend, in de rich
ting; van Jacobstadt.
Bij Liwenhof werden de Russen ©p
den Oostelijken oever teruggedreven.
Noordelijk cn noordoostelijk van
Wilna gaat de Duitsche aanval voort
Tegen het vooruitrukken ten N.O.
van Grodno bieden de Russen nog
krachtigen tegenstand.
Logergroep-Leopold van Beieren
De toestand is onveranderd.
Legergroep-Von Mackensen Half
weg tusschen Janovo en Pinck poog
den de Russen opnieuw de vervolging
tot staan to brengen. De Russische
stellingen werden echter doorbroken;
6 officieren, 746 man der Russen wer
den gevangen genomen, 3 mitrailleurs
buitgemaakt.
Do streek tusschc-n de Pripjet en de
Jascolda en de stad Pinsk zijn Jn
Duitsche handen.
Op het Z.O. oorlogsitooneel zijn,
evenals op de overige dagen, Russi
sche aanvallen op de Duitsche linies
mislukt."
Van den Oostenrijkschen
staf:
„Alle pogingen der Russen om 't
Oostenrijksche front in OosbGaJicié
aan het wankelen te brengen, blijven
vruchteloos. Woensdag hebben de
Russen, na voorbereiding door hevig
artillerievuur, krachtige aanvallen
gedaan tegen 't Oosteurijksche front
aan den middenloop van de Strypa.
De Russen zijn overal teruggeslagen,
niet medewerking van Oostenrijksche
troepen die uit het bruggelioofd van
Buczacz en uit den seötor ten zuiden
van Zalosce flankaanvullen onderna
men. Bij de bestorming van het
K.M. ten zuiden van Zalosce gele-gen
dorp Zebrow hebben de Oostenrijkers
11 officieren en 190J man gevangen
genomen, zoomede 3 machinegeweren
buit gemankt.
Ook in Woihynië hebben Oostenrijk
sche strijdkrachten tal van aanval
len afgeslagen. Bij N'owo Aleksinlec
zijn do Russen in een verwoed hand
gemeen uit de loopgraven van het
fee reg. inf. verdreven. Bij Nowo Por-
jajef ten noorden van Nowo Aleksi-
niec) is het Dinsdag aan de Russen op
sommige punten gelukt naar den wes
telijken oever van de ikwa door te
dringen. Woensdag zijn zij overal
naar den oostelijken oever terugge
dreven en hebben daarbij door flank-
vuur der Oostenrijksche artillerie
■zware verliezen geleden. In hoofd
zaak is dit succes bevochten door het
32e reg. inf., het 29e bataljon veldja-
gers en het 2© regiment landstorm
der Oostenrijkers".
OVER DEN KRIJGSKUNDIGEN
TOESTAND.
Reuter seint uit Londen
„De bekende militaire schrijver
Hilaire Belloc bespreekt in liet jong
ste nummer van „Land and Water"
de pogingen der Duitschers, om de
spoorweglijn te bereiken, die Riga,
Dunaburg, Wilna, Lida, Rowno,
Lemberg verbindt van het noorden
naar het zuiden. Hoewel dit geen
doorloopende lijn is cn er geen eigen
lijke spoorweg Riga—Lemberg be
staat, maakt de geregelde verbinding
Riga—Lemberg uit een strategisch
oogpunt toch één lijn.
Belloc acht het bezit van dezen
geheelen spoorweg een hoofdvoor
waarde voor de Duitschers, om Sn
den winter verder ln Rusland te
kunnen doordringen en zelfs om hun
defensief te handhaven. Wanneer do
Duitschers Riga in bezit hebben, kun
nen zij door het uitstekend spoor
wegnet, waarvan Lemberg het knoop
punt is, in ruime mate munitie en
versterkingen aanvoeren voor alle
legers, die tegenover deze lijn strij
den. En voor de Russen zou een be
zetting van die lijn door do Duit
schers een zeer groot nadeel zijn. Do
Russisohe legers moeten noodzakehjk
in twee afdeelingen gesplitst worden,
daar er ln oostelijke richting geen
andere spoorlijn van het noorden
nnar bet zuiden is, van even groote
capaciteit.
Daar zij in het volkomen bezit ko
en van de lijn Riga—Lemberg (en
deze niet slechts hier en daar bereik
ten) is dus het directe doel, waar
naar de Duitschers en Oostenrijkers
moeten streven.
Belloc bohandelt dan verder de
methoden van de Duitschers bij hun
huidigen opmarsch. Doordat zij meer'
zwaar geschut en machine-geweren
hebben, kunnen zij vroeger of later
altijd op bepaalde, eohter beperkte
gedeelten van het front en met zeke
re tusschenpoozcn, de Russen door
de concentratie van zware kanonnen
en machine-geweren noodzaken zich
terug te trekken.
Wanneer de Duitschers de Russen
op twee zulke punten op een niet 1e
uitgestrekt front hebben terugge
drongen, dan is er een Russisch sail
lant gevormd en worden de Russi
sche strijdkrachten met omsingeling
bedreigd. Maar zooals reeds gezegd
ls, kan dit terugdringen van de Rus
sische linie slechts bewerkstelligd
worden op zekere bepaalde punten
en met tusschenpoozen, daar liet
zware geschut, slechts over betrekke
lijk weinige harde wegen en spoor
wegen vervoerd kan worden en om
dat na een dergelijke actie weder
tijd noodig is voor de aanvulling der
voorraden. Bovendien verliezen de
Duitsohers in de' laatste stadia van
zulke bewegingen 6teeds een groot
aantal manschappen, want hoe gron
dig de artilleristische voorbereiding
ook is, de Duitschers moeten toch
ten slotte hun infanterie in het veld
brengen en daarin zijn de Russen
huns gelijken.
Belloc wijst op de toenemen lo
langzaamheid, waarmede de Duit
schers door dit systeem vooruit ko
len en op de gelijktijdige verbetering
van de uitrusting der Russen. In de
woorden „vroeger of later", zegt hij,
ligt de kern van de gcheclc zaak.
Het tc sterk steunen op de artillerie
moet betaald worden, hetzij ln tijd of
in beweeglijkheid.
De geheele toeleg der Duitschers is
tot nog toe een voortdurend spccu-
leeren geweest op het voordeel van
onmiddellijk plaatselijk succes door
de superioriteit van hun zware ar
tillerie. Het nadeel daarvan is de
onzekere en misschien buitengewoon
groote vertraging waarmede de troe
pen, die van zulk een artillerie af
hankelijk zijn, vooruit kunnen ko
men. Als die superioriteit grooter is
dan de vertraging, dan winnen zij,
in het andere geval verliezen zij."
DE TOESTAND AAN 1IET OOSTE
LIJK FRONT.
Van de wijziging in het Russische
opperbevel verwacht de „Times" wel
resultaat, al zegt het blad, dat bet
in Engelsch-sprekende landen geen
f;ew©oiite is, de paarden te verwisse-
en bij het oversteken van een stroom,
waarom men in Engeland die wijzi
ging bij den bondgenoot met eenige
bezorgdheid heeft waargenomen.
Maar wanneer de toestand thans in
Rusland wordt, zooals in 1870 bij liet
Duitsche leger, kan de wijziging voor
deel brengen. De betrekkingen tus-
schen den ouden keizer Wilhelm en
Von Moltke waren uitmuntend, wijl
de keizer de bevelen, die Moltke aun
zijn goedkeuring onderwierp, be
krachtigde, en de keizerlijke onder-
teekening er een gewicht aan gaf, dat
zij anders wellicht niet zouden heb
ben jrehad, zoodat zij stipt gehoor
zaamd werden. Datzelfde resultaat
verwacht de „Times" thans in Rus
land, ais de Tsaar zich kan verstaan
met generaal Alexejcf, den chef van
den generalen star. Generaal Alegejef
heeft wel niet het prestige van den
grootvorst, maar wordt een bekwaam
en flink aanvoerder genoemd. Dit al
les zet de militaire medewerker van
de „Times" voorop, om den verander-
den toestand in Rusland te verkla
ren. Om de eene of andere reden
,raan wellicht de binnenlandsche
politiek niet vreemd was wilde de
grootvorst het Russische leger zooveel
mogelijk intact houden. De Tsaar, of
generaal Alexejcf, gevoelen meer voor
offensief optreden; en men krijgt den
indruk, dat de Russisih© legers nu
last gekregen hebben, liever te bre
ken dan te buigen. Vandaar de krach
tige offensieve houding, die zij aan
nemen.
Dit blijkt vooral ln Oost-Galiciö. En
het moet wel een merkwaardige ver
andering zijn, die er toe geleid heeft,
dat de troepen van generaal Iwanof,
die voor ongeveer veertien dagen weid
den beschouwd als veroordeeld om
uiteengeslagen of en masse gevangen
genomen te worden, thans bij Tarno-
pol en Trembowla niet alleen ge
ducht van zich afslaan, maar volgens
het jongste Russische bericht 40.000
man gevangen namen, benevens een
aantal kanonnen en mitrailleurs buit
maakten, waardoor de Duitsche rech
tervleugel aanmerkelijk verzwakt is.
De Oostenrijksche legers in Oost-Ga-
licië staan ongeveer zoo: dat van v.
Boehm-Ermolli in het front Zalosze-
Brody, doi onder Von Bothmer in het
front TrembowlaZborof, dat onder
Pflanzer Baltin tusschen Bucv.acs en
den Dnjestr. Deze legers hebban in
de laatsto weken ernstig en voortdu
rend moeten strijden tegen do ver
sterkte Russen en die met een onge
looflijke volharding de Oostenrijksche
linies aanvielen. Doch op den linker
vleugel van Von Boehm-Ermolli Is
thans een nieuw leger verschenen,
onder bevel van Puhallo, dat, uit het
noorden oprukkend, den rechtervleu
gel van de Russische lagers bedreigt.
Dien aanval uit het noorden acht
de militair® medewerker van de „Ti
mes" hoogst ernstig voor de Russen,
en tenzij zij dit leger kunnen tegen
houden, bestaat er weinig kans, dat
de bij Tarnopol behaalde successen
gevolg kunnen hebben. Want al was
Iwanof volkomen in staat met de le
gers tusschen Seroth en Strypa den
strijd op te nemen zelfs de „Ti
mes" verwacht niot, dat hij ook kan
opkomen tegen de uit het noorden
oprukkende troepen, die na het go-
vecht bij Wysnewetsj de Goryn en de
ikwa overtrokken, en nu zijn vleugel
bedreigen. Kan hij die legers niet te
genhouden, dan zal Iwanof, ondanks
do successen van den laatst en tijd,
genoodzaakt zijn zich terug te trek
ken, of zoo zijn terugtochtswegen af
gesneden worden, zich er door heen te
slaan...
De oorlogscorrespondent van het
„Berl. Tageblatt'meldt uit het ooste
lijk oorlogskwartier, dat de slag tus
schen Seret en Strypa voortduurt. Na
bet mislukken hunner pogingen om de
hoogten aan de oevers van de Seret-
uitmondiing te bemachtigen hebben de
Russen hun hoofdaanval naar den
rechtervleugel van het leger Pflanzcr-
Baltin verplaatst, waartegen zij aan
de Bessarabische grens met sterke
troepen-afdeelingen oprukten. Zij wer
den evenwel overal teruggeslagen.
Zoo ook hernieuwden zij hun uitval
len op het westelijke bruggenhoofd
CzortkofTrembowla—Stoesof 1
napol en tegen het aan den oostelijken
Strypa-oever geleunde front vnn de
legergroep-v. Bothmer, zonder te sla
gen ln hun pogen om er door te drin
gen. Hun verliezen waren aanzienlijk.
Bij de Ikwa en de Stoebiel voerden de
Russen een grooten druk uit op de
Üostenrijksch-Ilongaarsche legers al
daar, die door een tegen-offensief de
Russen tot staan brachten. Het 79e
regiment infanterie en de Roedapes-
ter Honveddivisie gingen in het gebied
noordoostelijk van Dubno wigvormig
tot een tegenaanval over, waarbij zij
meer dan 1800 gevangenen maakten,
onder wie 6 officieren. Noordelijk
van Derazno wierp het Kroatische ja
gerbataljon den noordelijken vleugel
der Russen terug. In het zuidelijk
deel van Pollese gaat de Oosten-
rijksch-Hongaarsche cavalerie voort
het moerasgebied van Russische
terafdeelingen en patrouilles te zui
veren.
Op het Zuidelijk
Ooriogstooneel.
STAFBERICHTEN.
Het Oostenrij ksche hoofd
kwartier meldt, „dat de toestand op
het Italiaansche gevechtsterrein on
veranderd is. Pogingen van de Italia
nen om de Oostenrijksche stellingen
op den Monte Piano in het oosten om
te trekken, zijn verijdeld'.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
DK STRIJD AAN DE SERETH.
Leonard Adelt schrijft ln het „Ber
liner Tageblatt"
De tegenstand van de Russen aan
de Soreth heeft een zeer ernstig ka
rakter aangenomen, waaruit men
moet opmaken, dat zij de laatste ver-
dedigingsetelling op Galicisch gebied
in elk geval willen houden. Daar
daarvoor een defensief niet genoeg
geweest zou zijn, zijn zij lot een offen
sief overgegaan, dat weliswaar voor
het geoombineerde leger van den
Boiersohen generaal Bothmer geen
bovenmatig gevaar beduidt, maar het
toch de handen vol geeft. Do verme
telheid van het Rmsssche tegen-offen
sief ts te grooter, daar de Sereth-stel-
ling aan neide flanken reeds gebro
ken en omvat is, in het zuiden door
het leger Pflanzer-Baltin, in het
noorden door het leger Boehm-Er
molli. In het zuidelijk gedeelte, dat
door den mond van de Sereth, den
Dnjestr en de Rïezlawe begrensd
wordt, hebben Oostenrijkache troepen
onder generaal Benigny en vorst
Schilnberg en Oostenrijksche cavale
rie te voet onder den veldmaarschalk-
luitenant Bruddermann het geheele
terrein tot voor Jurympol en Kowo-
kowka veroverd. De rotsachtige hoog
ten stijgen gemiddeld honderdvijftig
meter boven den dalbodem van do
Sereth, worden echter door den
noordwaarts aaosluitenden bergrug
bij Kowkowka nog vijftig meter
overtroffen.
Deze noordelijke bergen zijn nog in
Russisch bezit en dienen den vijand
als flankdekking voor zijn meer naar
beneden aan den loop der rivier aan
gelegde bruggelioofd en en voor de
uitvallen, die hij van daaruit onder
neemt. De eenste van deze brugge-
hoofden is de districtshoofdrtad Czort-
kow, die in vrede een gewichtige Ga-
licïsche handelsplaats is, thans eoh
ter nog 6lechts eenige duizenden van
zijn twaalfduizend, voor het meeren-
deel Joodsche, inwoners, over gehou
den heeft. De hooge spoorwegviaduc
ten met hun lange spanningen over
de Sereth en zijn zijs-troomen zijn
thans vernield. Ten westen daarvan,
bij Biala Szortkowka, vormen de stei
le en begroeide rotswanden van dc
Bialy-kloof eon natuurlijke beschut
ting voor den vijand. Van hieruit viel
hij in verbinding met de naburige
noordelijke groepen van Trambowla
en Tarnopol ln de richting van Buc-
zacs aan. Deze in een kloof van de
Strypa gelegen stad, waarvan de
huisjes terrasvormig omhoog stijgen
om het marktplein, en waar onder de
oeroude linden twee en een halve
eeuw geleden de vrede tusschen de
Polen en Turken gesloten werd, Ï9
door een verbreeding van de Olcho-
wiec tegen Russische aanvallen be
schermd. Nadat de vijandelijke aan
vallen afgeslagen waren, hebben de
bondgenooten de hoogten van Sered-
ny en Horb met veldwerken verstrekt
en daarmee een ruggesteun gescha
pen voor hun verdere operaties, die
honderd meter boven het voor-terrein
ulsteekt. Tegenover Ozortkow en
Trembowla heeft de Rus het berg-
•klooster bij Boedzano en de hoogte
van het door een kronkeling van de
Sereth omspoelde stadje Janow be
wapend en tusschen Trembowla en
Straszow sterk aangelegde stellingen
in het bergwoud van Boeczyna betrok
ken. Doordat zij steeds nieuwe ver
sterkingen naar Trembowla brach
ten en over de Sereth het leger van
Bothmer tegemoet wierp, heeft hij
©enige duur betaalde momenteele
voordeelen behaald, waarover reeds
gemeld is. Den 8en September scheen
zijn kracht door het kranig ingrijpen
Aan de Pruisische garde gebroken,
toen nieuwe groote troepentranspor
ten aankwamen op den spoorweg van
Wolczczysk. Deze vensterkingen kwa
men den lOen September voor Trem
bowla en Tarnopol in actie en dron
gen de Duitsche en Oostenrijksche
regimenten over de verlaten Panta-
lichaeteppe tot den heuvelkam van
de Mogila terug. Daar brachten de
verbonden bondgenooten alle bestor
mingen der Russen tot staan. Even
afwisselend en bloedig was de 6trijd
voor het noordelijkste bruggehoofd
van Tarnopol dat de groote verbree
ding van de Sereth tot natuurlijk©
kracht heeft Ofsohoon de aanval in
de rechterflank en in den rug van
deze stelling het leger Boehm-Ermolli
reeds tot de voorste kalkrotsen van
de Miodygory gebracht had, hadden
de tegen het westen gerichte aanval
len van don Rus nog niet aan kracht
en hevigheid verloren. D© Duitsche
troepen waren reeds tot Qutroween
aan de Sereth gelegen dorp ten zuiden
van Tarnopol, vooruit gedrongen,
toen zij drie dagen achter elkaar door
een Russische overmacht, die nog
steeds versterkt werd, werden aange
vallen. Den 9den September hadden
zij de trapsgewijze weer voorwaarts
rukkenden vijand bij Ostrow en
Boozniow over de rivier teruggewor
pen, terwijl voor de stad zelf andere
Duitsche balaillons, vereenigd met
Oostenrijkscfhe troepen, hevige vijan
delijke aanvallen afsloegen. Den vol
genden dag kwamen de Rusoen tot
aan de Duitsche stellingen, waar hun
aanval schipbreuk leed. Zij verloren
daarbij vele honderden dooden. Des
niettemin hervatten zij den llden
September 'hun storm, drongen dit
maal in de Duitsche hindernissen
binnen, die zij met scharen en spa
den doorsneden en sprongen in onze
loopgraven, waar een strijd van man
tegen man begon. Het gevaar inzien
de, zond de commandant den aanval
lers van beide kanten troepen in de
flanken. Daardoor in een vernielend
kruisvuur geraakt, vluchtten de Rus
sen terug Tot ondersteuning van de
zen aanval waren ten zuiden van
Tarnopol andere Russisohe strijd
krachten van Mikoclince af opgebro
ken. om de stellingen van de bond
genooten in de rechterflank te vat
ten. Zij werden echter eveneens ver
slagen. Meer naar het noorden ope
reert het leger van Boehm-Ermolli
in de uitloopers van Miodygory en 't
bergland van Kremenec. Het Oosten
rijksche bataljon 10 van Kopaljagers
bereikte onder hevig Russisch vuur
ten oosten van Docbno de overzijde
van de Ikwa. Voor Rowno wordt aan
de Stubiel verder gevochten Oosten-
hijk Hongaarsche en Duitsche cava
lerie zuivert het zuidelijk gedeelte
van Polesië van vijandelijk© ruiter-
patrouillcs en achterhoeden. Zuidoos
telijk van Rozany rukten de Oosten
rij kiche troepen langs den spoorweg
van Minek en den weg over Kossow
verder.
DE ZEPPELIN-AANVAL IN ENGE
LAND.
In de Berliner Morgenpost leest
men de volgend© beschrijving;
In den middag van den 9en Augus
tus riep een sein van het commandee-
rende luchtschip de zich onderweg
bevindende vaartuigen op de Noord
zee te zamen en gaf het bevel: Aan
val op de oostkust van Engeland.
Daarbij werd ieder schip een bepaald
doel aangewezen. De koers en het ver
trek werden zoo geregeld, dat de sche
pen bij het invallen van het duister
bij de Engelsehe kust waren en dan
op de aanvalspunten afsturen. Of
schoon zware wolken en hevige regen
den tocht bemoeilijkten, bereikten
toch alle schepen om middernacht
hun doel. Zoowel boven de Humber
alsook boven Harwich en boven de
Theems tot Woolwich trachtten vele
zoeklichten d© luchtschepen, die men
hoorde naderen, te vinden. Overal
bliksemde het vuur uit de batterijen,
die het uiterste dolen om dc Zeppe
lins tegen te houden, zooals steeds
zonder succes. Boven de havenwer
ken bij Huil, boven Harwich en boven
de krachtig vurende oorlogsschepen,
die op de Theems lagen en ook boven
hef arsenaal te Woolwich, wierpen de
luchtschepen hun bommen. Nu een»
kon men gebouwen zien instorten, dan
weer zoeklichten, die zooeven nog hel
der licht gaven, plotseling zien uit
gaan. "Een batterij, die bijzonder le
vendig gevuurd had, staakte plotse
ling haar vuur, toen twee wel gerich
te bommen op haar neergeworpen
werden. Onmiddellijk nadat de bom
men geworpen waren, waren vele
plaatsen, die zooeven nog verlicht wa
ren, in duisternis gehuld. Na een
oogenblik van donkerte, braken dan
hier en op vele andere plaatsen schijn
sels van licht en brand te voorschijn,
die zich spoedig tot ver zichtbare
bianden ontwikkelden.
Tot kort voor den aanval hadden
de luchtschepen voortdurend met el
kaar in draadlooze verbinding ge
staan. Gedurende den aanval onder
het gedonderd der ontploffende bom
men, hield dit op, maar onmiddellijk
daarna begon het weer cn kon na
middernacht wisten alle deelnemende
schepen en ook de admiraliteit, dat
allo vaartuigen op den veiligen terug
weg waren. Bij het aanbreken van
den morgen voeren alle schepen bij
het mooiste weer naar hun verschil
lende ver uit elkaar liggende havens.
Eenig© dagen later, in den nacht
van 12 op 13 Augustus, werd dc En
gelsehe kust opnieuw door Duitsche
luchtschepen bezocht. De haven van
Harwich, die als operatiebasis van
lichte Engelsehe oorlogsvaartuigen
een bijzonder geliefd voorwerp is
voor aanvallen, werd gebombardeerd.
Behalve dc havenwerken, werd de-
zon keer daar ook dc groote elcctri-
sche centrale het slachtoffer van den
aanval.
Den 17cu Augustus werd het lucht
schip-eskader opnieuw verzameld en
dezen krer luidde hot bevel: naar
Londen. Het weer was dien dag. zoo
als bij dc voorafgaande aanvallen,
gunstig. Na het Invallen van het
duister, zweefden verscheidene lucht-
kruisers boven de Engelsehe kust»
Een er van voer naar het arsenaal van
Woolwich, wierp er springbommen op
en strooide vervolgens spring- en
brandbommen boven de dokken van
Londen. Er moet zeer ernstige scha
de zijn aangericht. Do tweede kruiser
had een noordelijken koers gekozen
en zag ondanks het bedekken van
alle licht spoedig na middernacht de
lichtrijen van do straten van Londen
links voor zich lisgen. Nadat het
schip koers genomen had in de rich
ting van de bank van Engeland, naar
het overige in den nacht bijna geheel
verlatene Bank-kwartier tot aan het
Victoriastreetstation, liet de lucht-
kruiscr snel achter elkaar spring- en
brandbommen op de huizengroepen
van de city vallen. Tegelijkertijd be
gon van alle kanton een artilleries
aanval op de rustverstoorders. Van
boven kon men gebouwen zien instor
ten na de ontploffingen, daar men in
den helderen nacht de blokken hulzen
en straten zeer goed onderscheiden
kon. De Engelsehe artillerie had geen
succes en van het vliegtuig-eskader,
dat de hoofdstad beschermen moest,
merkte men niets. De Engelschen ge
bruikten geen zoeklichten en schoten
in het donker om hun stellingen niet
te verraden. Toen de luchtschepen
weer op volle zee waren, kouden zij
zich nog oriënteeren bij het schijnsel
van den brand.
Een ander schip werd in de buurt
van Ipswich en Woodbridge levendig
beschoten. Ofschoon het binnen de
straal van het zoeklicht kwam, ging
het tot den aanval over, want d«
sterk© artilleristische bewapening
duidde er op, dat deze plek van be
lang moest zijn voor de militaire
kracht van Engeland, Dc batterijen
stonden daar ter bescherming van de
fabrieken en hoogovens. Men kon van
uit het schip branden en instortingen
waarnemen.
A'le schepen deelden elkaar hun
resultaat op zee mee en ook in Duilsch
land wist men rc-eds dat de tocht van
do luclKkruisers goed afgeloopen was.
Ondanks de ontzaggelijke artillerie
en do vele vliegers, die men tegen d©
kruisers opgelaien had, kwamen allo
drie zonder eenige beschadiging in
hun haven terug.
TEGEN ZEPPELIN AANVALLEN.
Minister Asquith verklaarde in het
Engelsehe Lagerhuis, dat admiraal
Percy Scott, wien de leiding der orga
nisatie van de verdediging des lands
tegen aanvallen uit de lucht is opge
dragen uitgebreide maatregelen denkt
te nemen. liet was, volgens den mi
nister, vóór den oorlog onmogelijk
geweest te weten, dat de ontwikkeling
van de Duitsche militaire luchtvloot
zoo grooten omvang had gekregen. In
het begin van den oorlog was Enge
land voldoende tegen aanvallen uit de
lucht gewapend, maar later bleek dat
n et meer het geval te zijn. Thans
echter wordt de verdediging, zoowel
door middel van artillerie als van
vliegmachines, steeds beter en of
schoon er nooit met zekerheid voor
kan worden Ingestaan, dat zulke
aanvallen niet meer zullen plaats heb
ben, zal al het mogelijke gedaan wor
den om de veiligheid en de rust der
burgers te verzekeren.
DE GEWONDEN IN RUSLAND.
In eeri artikel in het „Berliner Ta
geblatt", getiteld „Tusschen Kowno
en Wilna", vertelt dr. Paul .Vlichae-
lis van dc Duitiehe gewonden.
Het vervoeren van de gewonden,
zogt hij, ie misschien de aangrijpend-
ste zijde van den oorlog. lederen dag
zie ik zo aankomen. Op kleine boeren
wagens worden ze aangebracht. Met
bleekeg ©zichten liggen ze op het
stroo. Geduldig verdragen ze alle pij
nen, maar in hun oogen ziet men een
uitdrukking van eindeloos leed. Ho©
sneller het voorwaarts gaat, des to
langer duurt het eer het lazaret be
reikt is, waarnaar zoo vurig verlangd
wordt. Soms duurt het al te lang
Wij moesten naar Kowno terug Na
een iangdurigen, bezwaarlijken tocht
hadden wij een f-tation kunnen berei-
FEUILLETON
Uitbot Engelgch
van
W. A. MACKENZIE.
25)
Uit een van zijn zakken haalde
Meickle het onmisbare zakboekje en
las, met de waardigheid van een be-
lcedigd man, de spotternijen van
.Wallace voor
„Jij, en je kantonrechter en al dio
andere tinnen godheidjes op wielen
kunnen naarAldebaran gaan en
dc ringen van Saturnus om de wie-
Jen van Phaeton slaan
Vreeselijke taal voor een In
specteur om voor te moeten lezen,
majoor
Meickle zou het verhaal wel heb
ben willen en kunnen uitbreiden tot
een roman in drie doelen, als de deur
niet weer ojien gegaan was en Al-
phonsine en Laver binnen waren ge
komen.
I aver vertelde, dat al 't zoeken ver
geefs geweest was. Alphonsine vul
de zijn verhaal aan, waar zij het
noodig oordeelde.
Majoor Blount luisterde met open
mond naar het eenigszlna langdra
dige verhaal van Laver en uitte zijn
gevoelens in eenige krachtige ter
men, toen hij hoorde dat de groene
ochtendjapon verdwenen was.
Coke lachte voor zich heen.
Murckison zette een wij3 gezicht,
alsof hij er alles van begreep.
Meickle keek stomverwonderd.
Hm hm 1 zeide Blount.
Daar zitten we nu Mevrouw
Dapifer is verdwenen De ochtend
japon van mevrouw Dapifer is ver
dwenen 1Dit i& een ernstig geval,
een zeer ernstig gevalIk weet
niet goed wat ik nu moet doen.
Maar ging hij luider voort, ik
zal wel vinden wat hier achter zit.
Daar heb je nu die Wallace, die vent
die mij probeert tegen te werken, die
mij, het hoofd der rechterlijke macht
(als ik mij zelf zoo mag noemen) niet
wil gehoorzamen Als Mahomed niet
naar den beng wil gaan, zal de berg
naar Mahomed gaan.
Maar alweer, voor den derden
keer, ging de deur open en de berg
behoefde niet van zijn jilaats te gaan,
want daar verscheen eerst het hoofd
en toen het lichaam van Warrender
Wallace, op den voet gevolgd door
Althéa, zijn vrouw, die er weer bij
zonder aantrekkelijk uitzag.
Waar is die majoor Blount
vroeg Wallace.
Blount stond onhandig op, meer
in de war door de onverwachte ver
schijning van Althen, dan door het
bezoek van Warrender.
Coke stond eveneens op en bood
Althéa een stoel aan.
Ik ben gekomen, zeide Wal
lace kortaf, en de toon van zijn stein
verried hoe ontevreden hij was.
Wat wilt u van mij
Mijn beste manbegon de
majoor.
Mijn beste politie-inan I zeide
Wallace.
Eenige seconden heerschte er vol
komen stilte, terwijl de beide heeren
elkaar vast aan bleven kijken. Voor
een onverschillig toeschouwer zou
het tooneeltje iets belachelijks gehad
hebben daar zaten te tegenover el-
knar, de rechter en de sterrekundige,
beiden heel ernstig, beiden boos over
het spotten met hun waardigheid,
eno. 0, wat doen wij mannen
soms vreeselijk kinderachtig 1
Een oogenblikje, als 't u blieft,
zeide Althéa, en haar woorden kwa
men als een druppel olie op kokend
water.
Haar stem was kalmeerend, licel
zacht. Haar kapsel was keurighaar
hoed coquethaar blouse zéér mo
dern haar neusje grappig, en in
haar kin had ze een klein rond kuil
tje ze had wangen als perziken en
fijn gebogen wenkbrauwen kortom,
ze zag er bekoorlijker uit dan ooit.
Ze zeide dus
Een oogenblikje, als 't u blieft.
Majoor Blount glimlachte. En toen
glimlachte Althéa. En dat redde al
les. Want Wallace keek achter zich
en zag de half-spottende uitdrukking
in Althéa's oogen.
En Jacinth Coke, de onverbeterlij
ke vrijgezel, werd door Althéa's
glimlach heelemaal ingepalmd hij
was overwonnen en volkomen bereid
alles te gelooven wat Althéa zeggen
zou.
Meickle streek zijn haar glad hij
had het land omdat hij dien morgen
geen tijd gehad had zich te scheren,
en kuchte bescheiden, alsof hij wilde
zeggen „Vergeet niet, dat ik er ook
ben, mevrouw 1"
En Murckison Murckison keek
boos. Maar hij was altijd een domme
ke<H geweest en hij merkte niet, hoe
een nieuw element in de zaak getre
den was een nieuwe ster was om
zoo te zeggen aan den hemel versche
nen en zelfs als hij de man van Scot
land Yard, Jupiter was, zou Venus,
die zich immers dichter bij de aarde
bevindt, meer in het oog vallen
dan hij.
Na het „Een oogenblikje, als 't u
blieft" kwam
U wilt zeker weten, wat er met
dat eindje lint gebeurd is, nietwaar
Ja, dat is er geweest, maar nu is het
er niet meer, want ik heb het weg
gegeven aan een heer.
Aon een heer herhaalde ma
joor Blount. Welken heer
Aan een prins
Nog nooit had majoor Blount zoo
verbaasd gekeken. Hij bleef Althéa
aanstaren zonder iets te zeggen.
Aan den Hertog van Dalecarlla!
En zoo gebeurde het, dat tengevol
ge van een plotselinge ingeving van
Althéa, de zaken nog ingewikelder
werden I
HOOFDSTUK XIV.
Leduc is wéér gelukkig.
Pierre Leduc had al zooveel van
het leven gezien zoovele facetten van
dien vreemden uiamant, dat hij nooit
verbaasd of verwonderd was, wat er
ook gebeurde. En toch, toen hij de
zitkamer binnen ging, die mevrouw
Dapifer op de eerste verdieping van
het Imperial Hotel gehuurd had, en
toen hij daar deze dame vond, kreeg
hij onwillekeurig een gevoel van
groote voldoening.
Want hij kende haar.
Hij kende haar niet als Chiara
Dapifer. Neen.
Maar daar hij niet dom was, en
een buitengewoon goed geheugen
had, herinnerde hij zich dingen en
gezichten van heel lang geleden
en haar gelaal, en al haar vroegere
levensomstandigheden kwamen hem
weer voor den geest alsof dat alles
pus een dag geleden was. Zij ken
de hem niet.
Hij boog diep.
Ik verwachtte, en ze keek
naar het kaartje, waaroo niet pot
lood. den naam „Vandeleur' ge
schreven stond.
Monsieur Vandeleur Spreekt
madame Fransch
Zeker.
Te oordeelen naar haar uitspraak
zou men haai- nooit voor een Itali
aansche gehouden hebben. De Italia
nen hebben een scherpe stemont
moet men bijvoorbeeld een heel
mooie vrouw, dan wordt men teleur
gesteld zoodra zij begint te spreken.
En de bewoners van Toscane, Napels
ep Rome verknoeien de mooiste en
muzikaalste taal door bun scherpe
stemmen.
Maar mevrouw Dapifer sprak als
een geboren Fran^aise.
Monsieur Vandeleur ontvangt
vanmorgen bezoek van de Prinses
van Saxe-Hohenfeldt. Het is hem op
het oogenblik volstrekt onmogelijk,
hierheen te komen. Ik heb de eer zijn
particuliere secretaris te zijn. Zoo-
ura hij uw order ontvangen bad,
heeft bij mij naar u toe gestuurd om
een opdracht in ontvangst te nemen,
die Madame aan zijn speciale zorgen
wenscht toe te vertrouwen. Madame
kan er zeker van zijn, dat ik de op
dracht ten uitvoer zal brengen zoo
vlug en zoo nauwkeurig uls Madam»
slechts kan wenschen.
(Wordt vervo'gd.)