De Europeesche Oorlog. PERZIKBLOESEM TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1915 Op het Westelijk Oorlogsveld. STAFBERIGHTEN. Van den Duitschen ©taf „Er hadden geen belangrijk© ge beurtenissen plaats." Fransch oommuniqué: „In den sector van Neuiville, bij Tète-de-Sapt, gevechten met handgra- naten. Een beschieting van de buitenwij ken van Atrecht heeft een krachtig antwoord van de Franscho artillerie op de Duitsche batterijen en loopgra ven uitgelokt. In de streek van Frise (Somme) mijngevechtcn. Rond Roye en Lassigny kanonna- de gedurende den heelen nacht, waar bij <le Fransche granaten verschillen de branden stichtten. In de streek van Berry-au-bao in Cliampagne, bij St. Hilaire en Aubo- rive in noordelijk Woëvre en in de Vogezen bij Ban-de-Sapt ia de nacht eveneens door vrij hevige artillerie gevechten gekenmerkt." Op het Oostelijk Oorlogsveld. STAFBERICHTEN. Van den Duitschen staf „Legergroep-Voi> Hindenburg Op den linkeroever van de Dwina ruk ken Duitsche troepen vooruit, de Rus sen vechtend vervolgend, in de rich ting; van Jacobstadt. Bij Liwenhof werden de Russen ©p den Oostelijken oever teruggedreven. Noordelijk cn noordoostelijk van Wilna gaat de Duitsche aanval voort Tegen het vooruitrukken ten N.O. van Grodno bieden de Russen nog krachtigen tegenstand. Logergroep-Leopold van Beieren De toestand is onveranderd. Legergroep-Von Mackensen Half weg tusschen Janovo en Pinck poog den de Russen opnieuw de vervolging tot staan to brengen. De Russische stellingen werden echter doorbroken; 6 officieren, 746 man der Russen wer den gevangen genomen, 3 mitrailleurs buitgemaakt. Do streek tusschc-n de Pripjet en de Jascolda en de stad Pinsk zijn Jn Duitsche handen. Op het Z.O. oorlogsitooneel zijn, evenals op de overige dagen, Russi sche aanvallen op de Duitsche linies mislukt." Van den Oostenrijkschen staf: „Alle pogingen der Russen om 't Oostenrijksche front in OosbGaJicié aan het wankelen te brengen, blijven vruchteloos. Woensdag hebben de Russen, na voorbereiding door hevig artillerievuur, krachtige aanvallen gedaan tegen 't Oosteurijksche front aan den middenloop van de Strypa. De Russen zijn overal teruggeslagen, niet medewerking van Oostenrijksche troepen die uit het bruggelioofd van Buczacz en uit den seötor ten zuiden van Zalosce flankaanvullen onderna men. Bij de bestorming van het K.M. ten zuiden van Zalosce gele-gen dorp Zebrow hebben de Oostenrijkers 11 officieren en 190J man gevangen genomen, zoomede 3 machinegeweren buit gemankt. Ook in Woihynië hebben Oostenrijk sche strijdkrachten tal van aanval len afgeslagen. Bij N'owo Aleksinlec zijn do Russen in een verwoed hand gemeen uit de loopgraven van het fee reg. inf. verdreven. Bij Nowo Por- jajef ten noorden van Nowo Aleksi- niec) is het Dinsdag aan de Russen op sommige punten gelukt naar den wes telijken oever van de ikwa door te dringen. Woensdag zijn zij overal naar den oostelijken oever terugge dreven en hebben daarbij door flank- vuur der Oostenrijksche artillerie ■zware verliezen geleden. In hoofd zaak is dit succes bevochten door het 32e reg. inf., het 29e bataljon veldja- gers en het 2© regiment landstorm der Oostenrijkers". OVER DEN KRIJGSKUNDIGEN TOESTAND. Reuter seint uit Londen „De bekende militaire schrijver Hilaire Belloc bespreekt in liet jong ste nummer van „Land and Water" de pogingen der Duitschers, om de spoorweglijn te bereiken, die Riga, Dunaburg, Wilna, Lida, Rowno, Lemberg verbindt van het noorden naar het zuiden. Hoewel dit geen doorloopende lijn is cn er geen eigen lijke spoorweg Riga—Lemberg be staat, maakt de geregelde verbinding Riga—Lemberg uit een strategisch oogpunt toch één lijn. Belloc acht het bezit van dezen geheelen spoorweg een hoofdvoor waarde voor de Duitschers, om Sn den winter verder ln Rusland te kunnen doordringen en zelfs om hun defensief te handhaven. Wanneer do Duitschers Riga in bezit hebben, kun nen zij door het uitstekend spoor wegnet, waarvan Lemberg het knoop punt is, in ruime mate munitie en versterkingen aanvoeren voor alle legers, die tegenover deze lijn strij den. En voor de Russen zou een be zetting van die lijn door do Duit schers een zeer groot nadeel zijn. Do Russisohe legers moeten noodzakehjk in twee afdeelingen gesplitst worden, daar er ln oostelijke richting geen andere spoorlijn van het noorden nnar bet zuiden is, van even groote capaciteit. Daar zij in het volkomen bezit ko en van de lijn Riga—Lemberg (en deze niet slechts hier en daar bereik ten) is dus het directe doel, waar naar de Duitschers en Oostenrijkers moeten streven. Belloc bohandelt dan verder de methoden van de Duitschers bij hun huidigen opmarsch. Doordat zij meer' zwaar geschut en machine-geweren hebben, kunnen zij vroeger of later altijd op bepaalde, eohter beperkte gedeelten van het front en met zeke re tusschenpoozcn, de Russen door de concentratie van zware kanonnen en machine-geweren noodzaken zich terug te trekken. Wanneer de Duitschers de Russen op twee zulke punten op een niet 1e uitgestrekt front hebben terugge drongen, dan is er een Russisch sail lant gevormd en worden de Russi sche strijdkrachten met omsingeling bedreigd. Maar zooals reeds gezegd ls, kan dit terugdringen van de Rus sische linie slechts bewerkstelligd worden op zekere bepaalde punten en met tusschenpoozen, daar liet zware geschut, slechts over betrekke lijk weinige harde wegen en spoor wegen vervoerd kan worden en om dat na een dergelijke actie weder tijd noodig is voor de aanvulling der voorraden. Bovendien verliezen de Duitsohers in de' laatste stadia van zulke bewegingen 6teeds een groot aantal manschappen, want hoe gron dig de artilleristische voorbereiding ook is, de Duitschers moeten toch ten slotte hun infanterie in het veld brengen en daarin zijn de Russen huns gelijken. Belloc wijst op de toenemen lo langzaamheid, waarmede de Duit schers door dit systeem vooruit ko len en op de gelijktijdige verbetering van de uitrusting der Russen. In de woorden „vroeger of later", zegt hij, ligt de kern van de gcheclc zaak. Het tc sterk steunen op de artillerie moet betaald worden, hetzij ln tijd of in beweeglijkheid. De geheele toeleg der Duitschers is tot nog toe een voortdurend spccu- leeren geweest op het voordeel van onmiddellijk plaatselijk succes door de superioriteit van hun zware ar tillerie. Het nadeel daarvan is de onzekere en misschien buitengewoon groote vertraging waarmede de troe pen, die van zulk een artillerie af hankelijk zijn, vooruit kunnen ko men. Als die superioriteit grooter is dan de vertraging, dan winnen zij, in het andere geval verliezen zij." DE TOESTAND AAN 1IET OOSTE LIJK FRONT. Van de wijziging in het Russische opperbevel verwacht de „Times" wel resultaat, al zegt het blad, dat bet in Engelsch-sprekende landen geen f;ew©oiite is, de paarden te verwisse- en bij het oversteken van een stroom, waarom men in Engeland die wijzi ging bij den bondgenoot met eenige bezorgdheid heeft waargenomen. Maar wanneer de toestand thans in Rusland wordt, zooals in 1870 bij liet Duitsche leger, kan de wijziging voor deel brengen. De betrekkingen tus- schen den ouden keizer Wilhelm en Von Moltke waren uitmuntend, wijl de keizer de bevelen, die Moltke aun zijn goedkeuring onderwierp, be krachtigde, en de keizerlijke onder- teekening er een gewicht aan gaf, dat zij anders wellicht niet zouden heb ben jrehad, zoodat zij stipt gehoor zaamd werden. Datzelfde resultaat verwacht de „Times" thans in Rus land, ais de Tsaar zich kan verstaan met generaal Alexejcf, den chef van den generalen star. Generaal Alegejef heeft wel niet het prestige van den grootvorst, maar wordt een bekwaam en flink aanvoerder genoemd. Dit al les zet de militaire medewerker van de „Times" voorop, om den verander- den toestand in Rusland te verkla ren. Om de eene of andere reden ,raan wellicht de binnenlandsche politiek niet vreemd was wilde de grootvorst het Russische leger zooveel mogelijk intact houden. De Tsaar, of generaal Alexejcf, gevoelen meer voor offensief optreden; en men krijgt den indruk, dat de Russisih© legers nu last gekregen hebben, liever te bre ken dan te buigen. Vandaar de krach tige offensieve houding, die zij aan nemen. Dit blijkt vooral ln Oost-Galiciö. En het moet wel een merkwaardige ver andering zijn, die er toe geleid heeft, dat de troepen van generaal Iwanof, die voor ongeveer veertien dagen weid den beschouwd als veroordeeld om uiteengeslagen of en masse gevangen genomen te worden, thans bij Tarno- pol en Trembowla niet alleen ge ducht van zich afslaan, maar volgens het jongste Russische bericht 40.000 man gevangen namen, benevens een aantal kanonnen en mitrailleurs buit maakten, waardoor de Duitsche rech tervleugel aanmerkelijk verzwakt is. De Oostenrijksche legers in Oost-Ga- licië staan ongeveer zoo: dat van v. Boehm-Ermolli in het front Zalosze- Brody, doi onder Von Bothmer in het front TrembowlaZborof, dat onder Pflanzer Baltin tusschen Bucv.acs en den Dnjestr. Deze legers hebban in de laatsto weken ernstig en voortdu rend moeten strijden tegen do ver sterkte Russen en die met een onge looflijke volharding de Oostenrijksche linies aanvielen. Doch op den linker vleugel van Von Boehm-Ermolli Is thans een nieuw leger verschenen, onder bevel van Puhallo, dat, uit het noorden oprukkend, den rechtervleu gel van de Russische lagers bedreigt. Dien aanval uit het noorden acht de militair® medewerker van de „Ti mes" hoogst ernstig voor de Russen, en tenzij zij dit leger kunnen tegen houden, bestaat er weinig kans, dat de bij Tarnopol behaalde successen gevolg kunnen hebben. Want al was Iwanof volkomen in staat met de le gers tusschen Seroth en Strypa den strijd op te nemen zelfs de „Ti mes" verwacht niot, dat hij ook kan opkomen tegen de uit het noorden oprukkende troepen, die na het go- vecht bij Wysnewetsj de Goryn en de ikwa overtrokken, en nu zijn vleugel bedreigen. Kan hij die legers niet te genhouden, dan zal Iwanof, ondanks do successen van den laatst en tijd, genoodzaakt zijn zich terug te trek ken, of zoo zijn terugtochtswegen af gesneden worden, zich er door heen te slaan... De oorlogscorrespondent van het „Berl. Tageblatt'meldt uit het ooste lijk oorlogskwartier, dat de slag tus schen Seret en Strypa voortduurt. Na bet mislukken hunner pogingen om de hoogten aan de oevers van de Seret- uitmondiing te bemachtigen hebben de Russen hun hoofdaanval naar den rechtervleugel van het leger Pflanzcr- Baltin verplaatst, waartegen zij aan de Bessarabische grens met sterke troepen-afdeelingen oprukten. Zij wer den evenwel overal teruggeslagen. Zoo ook hernieuwden zij hun uitval len op het westelijke bruggenhoofd CzortkofTrembowla—Stoesof 1 napol en tegen het aan den oostelijken Strypa-oever geleunde front vnn de legergroep-v. Bothmer, zonder te sla gen ln hun pogen om er door te drin gen. Hun verliezen waren aanzienlijk. Bij de Ikwa en de Stoebiel voerden de Russen een grooten druk uit op de Üostenrijksch-Ilongaarsche legers al daar, die door een tegen-offensief de Russen tot staan brachten. Het 79e regiment infanterie en de Roedapes- ter Honveddivisie gingen in het gebied noordoostelijk van Dubno wigvormig tot een tegenaanval over, waarbij zij meer dan 1800 gevangenen maakten, onder wie 6 officieren. Noordelijk van Derazno wierp het Kroatische ja gerbataljon den noordelijken vleugel der Russen terug. In het zuidelijk deel van Pollese gaat de Oosten- rijksch-Hongaarsche cavalerie voort het moerasgebied van Russische terafdeelingen en patrouilles te zui veren. Op het Zuidelijk Ooriogstooneel. STAFBERICHTEN. Het Oostenrij ksche hoofd kwartier meldt, „dat de toestand op het Italiaansche gevechtsterrein on veranderd is. Pogingen van de Italia nen om de Oostenrijksche stellingen op den Monte Piano in het oosten om te trekken, zijn verijdeld'. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden DK STRIJD AAN DE SERETH. Leonard Adelt schrijft ln het „Ber liner Tageblatt" De tegenstand van de Russen aan de Soreth heeft een zeer ernstig ka rakter aangenomen, waaruit men moet opmaken, dat zij de laatste ver- dedigingsetelling op Galicisch gebied in elk geval willen houden. Daar daarvoor een defensief niet genoeg geweest zou zijn, zijn zij lot een offen sief overgegaan, dat weliswaar voor het geoombineerde leger van den Boiersohen generaal Bothmer geen bovenmatig gevaar beduidt, maar het toch de handen vol geeft. Do verme telheid van het Rmsssche tegen-offen sief ts te grooter, daar de Sereth-stel- ling aan neide flanken reeds gebro ken en omvat is, in het zuiden door het leger Pflanzer-Baltin, in het noorden door het leger Boehm-Er molli. In het zuidelijk gedeelte, dat door den mond van de Sereth, den Dnjestr en de Rïezlawe begrensd wordt, hebben Oostenrijkache troepen onder generaal Benigny en vorst Schilnberg en Oostenrijksche cavale rie te voet onder den veldmaarschalk- luitenant Bruddermann het geheele terrein tot voor Jurympol en Kowo- kowka veroverd. De rotsachtige hoog ten stijgen gemiddeld honderdvijftig meter boven den dalbodem van do Sereth, worden echter door den noordwaarts aaosluitenden bergrug bij Kowkowka nog vijftig meter overtroffen. Deze noordelijke bergen zijn nog in Russisch bezit en dienen den vijand als flankdekking voor zijn meer naar beneden aan den loop der rivier aan gelegde bruggelioofd en en voor de uitvallen, die hij van daaruit onder neemt. De eenste van deze brugge- hoofden is de districtshoofdrtad Czort- kow, die in vrede een gewichtige Ga- licïsche handelsplaats is, thans eoh ter nog 6lechts eenige duizenden van zijn twaalfduizend, voor het meeren- deel Joodsche, inwoners, over gehou den heeft. De hooge spoorwegviaduc ten met hun lange spanningen over de Sereth en zijn zijs-troomen zijn thans vernield. Ten westen daarvan, bij Biala Szortkowka, vormen de stei le en begroeide rotswanden van dc Bialy-kloof eon natuurlijke beschut ting voor den vijand. Van hieruit viel hij in verbinding met de naburige noordelijke groepen van Trambowla en Tarnopol ln de richting van Buc- zacs aan. Deze in een kloof van de Strypa gelegen stad, waarvan de huisjes terrasvormig omhoog stijgen om het marktplein, en waar onder de oeroude linden twee en een halve eeuw geleden de vrede tusschen de Polen en Turken gesloten werd, Ï9 door een verbreeding van de Olcho- wiec tegen Russische aanvallen be schermd. Nadat de vijandelijke aan vallen afgeslagen waren, hebben de bondgenooten de hoogten van Sered- ny en Horb met veldwerken verstrekt en daarmee een ruggesteun gescha pen voor hun verdere operaties, die honderd meter boven het voor-terrein ulsteekt. Tegenover Ozortkow en Trembowla heeft de Rus het berg- •klooster bij Boedzano en de hoogte van het door een kronkeling van de Sereth omspoelde stadje Janow be wapend en tusschen Trembowla en Straszow sterk aangelegde stellingen in het bergwoud van Boeczyna betrok ken. Doordat zij steeds nieuwe ver sterkingen naar Trembowla brach ten en over de Sereth het leger van Bothmer tegemoet wierp, heeft hij ©enige duur betaalde momenteele voordeelen behaald, waarover reeds gemeld is. Den 8en September scheen zijn kracht door het kranig ingrijpen Aan de Pruisische garde gebroken, toen nieuwe groote troepentranspor ten aankwamen op den spoorweg van Wolczczysk. Deze vensterkingen kwa men den lOen September voor Trem bowla en Tarnopol in actie en dron gen de Duitsche en Oostenrijksche regimenten over de verlaten Panta- lichaeteppe tot den heuvelkam van de Mogila terug. Daar brachten de verbonden bondgenooten alle bestor mingen der Russen tot staan. Even afwisselend en bloedig was de 6trijd voor het noordelijkste bruggehoofd van Tarnopol dat de groote verbree ding van de Sereth tot natuurlijk© kracht heeft Ofsohoon de aanval in de rechterflank en in den rug van deze stelling het leger Boehm-Ermolli reeds tot de voorste kalkrotsen van de Miodygory gebracht had, hadden de tegen het westen gerichte aanval len van don Rus nog niet aan kracht en hevigheid verloren. D© Duitsche troepen waren reeds tot Qutroween aan de Sereth gelegen dorp ten zuiden van Tarnopol, vooruit gedrongen, toen zij drie dagen achter elkaar door een Russische overmacht, die nog steeds versterkt werd, werden aange vallen. Den 9den September hadden zij de trapsgewijze weer voorwaarts rukkenden vijand bij Ostrow en Boozniow over de rivier teruggewor pen, terwijl voor de stad zelf andere Duitsche balaillons, vereenigd met Oostenrijkscfhe troepen, hevige vijan delijke aanvallen afsloegen. Den vol genden dag kwamen de Rusoen tot aan de Duitsche stellingen, waar hun aanval schipbreuk leed. Zij verloren daarbij vele honderden dooden. Des niettemin hervatten zij den llden September 'hun storm, drongen dit maal in de Duitsche hindernissen binnen, die zij met scharen en spa den doorsneden en sprongen in onze loopgraven, waar een strijd van man tegen man begon. Het gevaar inzien de, zond de commandant den aanval lers van beide kanten troepen in de flanken. Daardoor in een vernielend kruisvuur geraakt, vluchtten de Rus sen terug Tot ondersteuning van de zen aanval waren ten zuiden van Tarnopol andere Russisohe strijd krachten van Mikoclince af opgebro ken. om de stellingen van de bond genooten in de rechterflank te vat ten. Zij werden echter eveneens ver slagen. Meer naar het noorden ope reert het leger van Boehm-Ermolli in de uitloopers van Miodygory en 't bergland van Kremenec. Het Oosten rijksche bataljon 10 van Kopaljagers bereikte onder hevig Russisch vuur ten oosten van Docbno de overzijde van de Ikwa. Voor Rowno wordt aan de Stubiel verder gevochten Oosten- hijk Hongaarsche en Duitsche cava lerie zuivert het zuidelijk gedeelte van Polesië van vijandelijk© ruiter- patrouillcs en achterhoeden. Zuidoos telijk van Rozany rukten de Oosten rij kiche troepen langs den spoorweg van Minek en den weg over Kossow verder. DE ZEPPELIN-AANVAL IN ENGE LAND. In de Berliner Morgenpost leest men de volgend© beschrijving; In den middag van den 9en Augus tus riep een sein van het commandee- rende luchtschip de zich onderweg bevindende vaartuigen op de Noord zee te zamen en gaf het bevel: Aan val op de oostkust van Engeland. Daarbij werd ieder schip een bepaald doel aangewezen. De koers en het ver trek werden zoo geregeld, dat de sche pen bij het invallen van het duister bij de Engelsehe kust waren en dan op de aanvalspunten afsturen. Of schoon zware wolken en hevige regen den tocht bemoeilijkten, bereikten toch alle schepen om middernacht hun doel. Zoowel boven de Humber alsook boven Harwich en boven de Theems tot Woolwich trachtten vele zoeklichten d© luchtschepen, die men hoorde naderen, te vinden. Overal bliksemde het vuur uit de batterijen, die het uiterste dolen om dc Zeppe lins tegen te houden, zooals steeds zonder succes. Boven de havenwer ken bij Huil, boven Harwich en boven de krachtig vurende oorlogsschepen, die op de Theems lagen en ook boven hef arsenaal te Woolwich, wierpen de luchtschepen hun bommen. Nu een» kon men gebouwen zien instorten, dan weer zoeklichten, die zooeven nog hel der licht gaven, plotseling zien uit gaan. "Een batterij, die bijzonder le vendig gevuurd had, staakte plotse ling haar vuur, toen twee wel gerich te bommen op haar neergeworpen werden. Onmiddellijk nadat de bom men geworpen waren, waren vele plaatsen, die zooeven nog verlicht wa ren, in duisternis gehuld. Na een oogenblik van donkerte, braken dan hier en op vele andere plaatsen schijn sels van licht en brand te voorschijn, die zich spoedig tot ver zichtbare bianden ontwikkelden. Tot kort voor den aanval hadden de luchtschepen voortdurend met el kaar in draadlooze verbinding ge staan. Gedurende den aanval onder het gedonderd der ontploffende bom men, hield dit op, maar onmiddellijk daarna begon het weer cn kon na middernacht wisten alle deelnemende schepen en ook de admiraliteit, dat allo vaartuigen op den veiligen terug weg waren. Bij het aanbreken van den morgen voeren alle schepen bij het mooiste weer naar hun verschil lende ver uit elkaar liggende havens. Eenig© dagen later, in den nacht van 12 op 13 Augustus, werd dc En gelsehe kust opnieuw door Duitsche luchtschepen bezocht. De haven van Harwich, die als operatiebasis van lichte Engelsehe oorlogsvaartuigen een bijzonder geliefd voorwerp is voor aanvallen, werd gebombardeerd. Behalve dc havenwerken, werd de- zon keer daar ook dc groote elcctri- sche centrale het slachtoffer van den aanval. Den 17cu Augustus werd het lucht schip-eskader opnieuw verzameld en dezen krer luidde hot bevel: naar Londen. Het weer was dien dag. zoo als bij dc voorafgaande aanvallen, gunstig. Na het Invallen van het duister, zweefden verscheidene lucht- kruisers boven de Engelsehe kust» Een er van voer naar het arsenaal van Woolwich, wierp er springbommen op en strooide vervolgens spring- en brandbommen boven de dokken van Londen. Er moet zeer ernstige scha de zijn aangericht. Do tweede kruiser had een noordelijken koers gekozen en zag ondanks het bedekken van alle licht spoedig na middernacht de lichtrijen van do straten van Londen links voor zich lisgen. Nadat het schip koers genomen had in de rich ting van de bank van Engeland, naar het overige in den nacht bijna geheel verlatene Bank-kwartier tot aan het Victoriastreetstation, liet de lucht- kruiscr snel achter elkaar spring- en brandbommen op de huizengroepen van de city vallen. Tegelijkertijd be gon van alle kanton een artilleries aanval op de rustverstoorders. Van boven kon men gebouwen zien instor ten na de ontploffingen, daar men in den helderen nacht de blokken hulzen en straten zeer goed onderscheiden kon. De Engelsehe artillerie had geen succes en van het vliegtuig-eskader, dat de hoofdstad beschermen moest, merkte men niets. De Engelschen ge bruikten geen zoeklichten en schoten in het donker om hun stellingen niet te verraden. Toen de luchtschepen weer op volle zee waren, kouden zij zich nog oriënteeren bij het schijnsel van den brand. Een ander schip werd in de buurt van Ipswich en Woodbridge levendig beschoten. Ofschoon het binnen de straal van het zoeklicht kwam, ging het tot den aanval over, want d« sterk© artilleristische bewapening duidde er op, dat deze plek van be lang moest zijn voor de militaire kracht van Engeland, Dc batterijen stonden daar ter bescherming van de fabrieken en hoogovens. Men kon van uit het schip branden en instortingen waarnemen. A'le schepen deelden elkaar hun resultaat op zee mee en ook in Duilsch land wist men rc-eds dat de tocht van do luclKkruisers goed afgeloopen was. Ondanks de ontzaggelijke artillerie en do vele vliegers, die men tegen d© kruisers opgelaien had, kwamen allo drie zonder eenige beschadiging in hun haven terug. TEGEN ZEPPELIN AANVALLEN. Minister Asquith verklaarde in het Engelsehe Lagerhuis, dat admiraal Percy Scott, wien de leiding der orga nisatie van de verdediging des lands tegen aanvallen uit de lucht is opge dragen uitgebreide maatregelen denkt te nemen. liet was, volgens den mi nister, vóór den oorlog onmogelijk geweest te weten, dat de ontwikkeling van de Duitsche militaire luchtvloot zoo grooten omvang had gekregen. In het begin van den oorlog was Enge land voldoende tegen aanvallen uit de lucht gewapend, maar later bleek dat n et meer het geval te zijn. Thans echter wordt de verdediging, zoowel door middel van artillerie als van vliegmachines, steeds beter en of schoon er nooit met zekerheid voor kan worden Ingestaan, dat zulke aanvallen niet meer zullen plaats heb ben, zal al het mogelijke gedaan wor den om de veiligheid en de rust der burgers te verzekeren. DE GEWONDEN IN RUSLAND. In eeri artikel in het „Berliner Ta geblatt", getiteld „Tusschen Kowno en Wilna", vertelt dr. Paul .Vlichae- lis van dc Duitiehe gewonden. Het vervoeren van de gewonden, zogt hij, ie misschien de aangrijpend- ste zijde van den oorlog. lederen dag zie ik zo aankomen. Op kleine boeren wagens worden ze aangebracht. Met bleekeg ©zichten liggen ze op het stroo. Geduldig verdragen ze alle pij nen, maar in hun oogen ziet men een uitdrukking van eindeloos leed. Ho© sneller het voorwaarts gaat, des to langer duurt het eer het lazaret be reikt is, waarnaar zoo vurig verlangd wordt. Soms duurt het al te lang Wij moesten naar Kowno terug Na een iangdurigen, bezwaarlijken tocht hadden wij een f-tation kunnen berei- FEUILLETON Uitbot Engelgch van W. A. MACKENZIE. 25) Uit een van zijn zakken haalde Meickle het onmisbare zakboekje en las, met de waardigheid van een be- lcedigd man, de spotternijen van .Wallace voor „Jij, en je kantonrechter en al dio andere tinnen godheidjes op wielen kunnen naarAldebaran gaan en dc ringen van Saturnus om de wie- Jen van Phaeton slaan Vreeselijke taal voor een In specteur om voor te moeten lezen, majoor Meickle zou het verhaal wel heb ben willen en kunnen uitbreiden tot een roman in drie doelen, als de deur niet weer ojien gegaan was en Al- phonsine en Laver binnen waren ge komen. I aver vertelde, dat al 't zoeken ver geefs geweest was. Alphonsine vul de zijn verhaal aan, waar zij het noodig oordeelde. Majoor Blount luisterde met open mond naar het eenigszlna langdra dige verhaal van Laver en uitte zijn gevoelens in eenige krachtige ter men, toen hij hoorde dat de groene ochtendjapon verdwenen was. Coke lachte voor zich heen. Murckison zette een wij3 gezicht, alsof hij er alles van begreep. Meickle keek stomverwonderd. Hm hm 1 zeide Blount. Daar zitten we nu Mevrouw Dapifer is verdwenen De ochtend japon van mevrouw Dapifer is ver dwenen 1Dit i& een ernstig geval, een zeer ernstig gevalIk weet niet goed wat ik nu moet doen. Maar ging hij luider voort, ik zal wel vinden wat hier achter zit. Daar heb je nu die Wallace, die vent die mij probeert tegen te werken, die mij, het hoofd der rechterlijke macht (als ik mij zelf zoo mag noemen) niet wil gehoorzamen Als Mahomed niet naar den beng wil gaan, zal de berg naar Mahomed gaan. Maar alweer, voor den derden keer, ging de deur open en de berg behoefde niet van zijn jilaats te gaan, want daar verscheen eerst het hoofd en toen het lichaam van Warrender Wallace, op den voet gevolgd door Althéa, zijn vrouw, die er weer bij zonder aantrekkelijk uitzag. Waar is die majoor Blount vroeg Wallace. Blount stond onhandig op, meer in de war door de onverwachte ver schijning van Althen, dan door het bezoek van Warrender. Coke stond eveneens op en bood Althéa een stoel aan. Ik ben gekomen, zeide Wal lace kortaf, en de toon van zijn stein verried hoe ontevreden hij was. Wat wilt u van mij Mijn beste manbegon de majoor. Mijn beste politie-inan I zeide Wallace. Eenige seconden heerschte er vol komen stilte, terwijl de beide heeren elkaar vast aan bleven kijken. Voor een onverschillig toeschouwer zou het tooneeltje iets belachelijks gehad hebben daar zaten te tegenover el- knar, de rechter en de sterrekundige, beiden heel ernstig, beiden boos over het spotten met hun waardigheid, eno. 0, wat doen wij mannen soms vreeselijk kinderachtig 1 Een oogenblikje, als 't u blieft, zeide Althéa, en haar woorden kwa men als een druppel olie op kokend water. Haar stem was kalmeerend, licel zacht. Haar kapsel was keurighaar hoed coquethaar blouse zéér mo dern haar neusje grappig, en in haar kin had ze een klein rond kuil tje ze had wangen als perziken en fijn gebogen wenkbrauwen kortom, ze zag er bekoorlijker uit dan ooit. Ze zeide dus Een oogenblikje, als 't u blieft. Majoor Blount glimlachte. En toen glimlachte Althéa. En dat redde al les. Want Wallace keek achter zich en zag de half-spottende uitdrukking in Althéa's oogen. En Jacinth Coke, de onverbeterlij ke vrijgezel, werd door Althéa's glimlach heelemaal ingepalmd hij was overwonnen en volkomen bereid alles te gelooven wat Althéa zeggen zou. Meickle streek zijn haar glad hij had het land omdat hij dien morgen geen tijd gehad had zich te scheren, en kuchte bescheiden, alsof hij wilde zeggen „Vergeet niet, dat ik er ook ben, mevrouw 1" En Murckison Murckison keek boos. Maar hij was altijd een domme ke<H geweest en hij merkte niet, hoe een nieuw element in de zaak getre den was een nieuwe ster was om zoo te zeggen aan den hemel versche nen en zelfs als hij de man van Scot land Yard, Jupiter was, zou Venus, die zich immers dichter bij de aarde bevindt, meer in het oog vallen dan hij. Na het „Een oogenblikje, als 't u blieft" kwam U wilt zeker weten, wat er met dat eindje lint gebeurd is, nietwaar Ja, dat is er geweest, maar nu is het er niet meer, want ik heb het weg gegeven aan een heer. Aon een heer herhaalde ma joor Blount. Welken heer Aan een prins Nog nooit had majoor Blount zoo verbaasd gekeken. Hij bleef Althéa aanstaren zonder iets te zeggen. Aan den Hertog van Dalecarlla! En zoo gebeurde het, dat tengevol ge van een plotselinge ingeving van Althéa, de zaken nog ingewikelder werden I HOOFDSTUK XIV. Leduc is wéér gelukkig. Pierre Leduc had al zooveel van het leven gezien zoovele facetten van dien vreemden uiamant, dat hij nooit verbaasd of verwonderd was, wat er ook gebeurde. En toch, toen hij de zitkamer binnen ging, die mevrouw Dapifer op de eerste verdieping van het Imperial Hotel gehuurd had, en toen hij daar deze dame vond, kreeg hij onwillekeurig een gevoel van groote voldoening. Want hij kende haar. Hij kende haar niet als Chiara Dapifer. Neen. Maar daar hij niet dom was, en een buitengewoon goed geheugen had, herinnerde hij zich dingen en gezichten van heel lang geleden en haar gelaal, en al haar vroegere levensomstandigheden kwamen hem weer voor den geest alsof dat alles pus een dag geleden was. Zij ken de hem niet. Hij boog diep. Ik verwachtte, en ze keek naar het kaartje, waaroo niet pot lood. den naam „Vandeleur' ge schreven stond. Monsieur Vandeleur Spreekt madame Fransch Zeker. Te oordeelen naar haar uitspraak zou men haai- nooit voor een Itali aansche gehouden hebben. De Italia nen hebben een scherpe stemont moet men bijvoorbeeld een heel mooie vrouw, dan wordt men teleur gesteld zoodra zij begint te spreken. En de bewoners van Toscane, Napels ep Rome verknoeien de mooiste en muzikaalste taal door bun scherpe stemmen. Maar mevrouw Dapifer sprak als een geboren Fran^aise. Monsieur Vandeleur ontvangt vanmorgen bezoek van de Prinses van Saxe-Hohenfeldt. Het is hem op het oogenblik volstrekt onmogelijk, hierheen te komen. Ik heb de eer zijn particuliere secretaris te zijn. Zoo- ura hij uw order ontvangen bad, heeft bij mij naar u toe gestuurd om een opdracht in ontvangst te nemen, die Madame aan zijn speciale zorgen wenscht toe te vertrouwen. Madame kan er zeker van zijn, dat ik de op dracht ten uitvoer zal brengen zoo vlug en zoo nauwkeurig uls Madam» slechts kan wenschen. (Wordt vervo'gd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5