De Europeesche Oorlog.
DERDE BLAD.
HAARLERG'S DAGBLAD
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1915
Verspreid Nieuws
van de oorlogsvelden
DE ZEPPELIN-AANVAL OP
BIALYSTOK.
De „Frankfurter Naohrichten" be-
.vat een brief van een der deelnemers
aan den Zeppelin-aanval op Bialy
stok in den nacht van den llden op
den 12den Augustus, waarin men
eigenlijk voor Het eerst détails van
beteekenis over een dergelijkcn tocht
leest.
's Avonds om negen uur stegen we
op met 2000 kilogram bommen, 8 ton
benzine en olie en 11 man beman
ning. Onze taak was Bialystok te
bombardeeren, het wisselpunt bij
Slurosjeldcy, en 'het station Lapy te
vernielen. Het was een gewichtige
taak, daar onze troepen in doze
streek steeds op hardnekkigcu te
genstand stuitten en niet snel ge
noeg vooruit kwamen, omdat de
vijand steeds nieuwe réserves aan
voerden. Wib werkten hier zeer goed
met onze troepen samen.
Om tien uur 45 voeren wij, op 2500
meter hoogte, over het front, door de
Bussen vergeefs beschoten.
Om 11 uur 45 was Bialystok be
reikt. Ons luchtschip lag op 3000 me
ter hoogte, stad en station waren
helder verlicht. Eer wij begonnen
©nze bommen te werpen, hadden de
lussen ons reeds gehoord. Drie zoek-
Jchten gingen met succes aan het
werk en er begon een moordend
ruur. Wij voeren tegen den wind in
om niet te veel vaart te hebben. En
met een zweef-verrekijkar werd ge
richt. De eerste bom viel en trof
goed. De voorste motor werd stil ge
zet en nu volgde de eene hom na de
andere, zoodat wij slechts dc ont
ploffingen van onze eigen hommen
hoorden. De bommen, dertig stuks,
avaren alle uitstekend gericht en er
ontstonden twee groote branden.
Nu kwam het wisselpunt, vijf kilo
meter ten westen van Bialystok, aan
de beurt.Daarcp werden tien bom
men geworpen, die eveneens uitste
kend te land kwamen.
Terwijl wij hier aan het werk u>a-
xen, vond in Bialystok een hevige
ontploffing plaats, waarvan wij den
schok tot in ons schuitje voelden. Nu
volgde de eene ontploffing na de an
dere, in <het geheel telden wij er acht.
Vermoedelijk hadden wij een aminu-
nitie-depöt of een ammunitie-trein
getroffen.
Gedurende dezen tijd hadden wij
ook het station Lapy met onze laat
ste tien bommen begooid en gingen
nu welgemoed om 12 uur 15 's nachts
op 3600 meter hoogte op den terug
weg. We raakten riu hoven aandrij
vende wolken, waardoor wij slechts
van tijd tot tijd de aarde konden
zien. Om 1 uur 15 voeren we boven
een groot gat in de wolken en wer
den nu plotseling door twee zoek
lichten gevonden en weer flink be
schoten. De ontploffingspunten lagen
tot onze verbazing, uitstekend. De
maohine liep met de uiterste kracht,
om maar zoo snel mogelijk uit het
vuur te komen. Onze beste vriend H.
had een beetje verkeerd gestuurd,
we waren boven de vesting Ossowiee
gekomen, die wij anders bij het krui
sen van het front meden. ALs het zoo
verder ging moesten wij om drie uur
onze haJ bereikt hebben en waren wij
in het ongunstigste geval 500 kilo te
zwaar, zoodat de landing zonder
vaar kon plaats hebben. Het weer
haalde echter een streep door onze
rekening. Een dikke nevel kwam op,
die van den grond tot op 500 meter
hoogte reikte. We moesten dus
wachten tot de zon opkwam en de
n'evel weg zou vagen. Wij wisten,
dat wij dit tegen zeven uur konden
verwachten. Daar wij, als wij alle
motoren gebruikten, sleohts tot. vijf
uur benzine hadden, werden twee
van de motoren stop gezet.
Intusschen werd het *chip door
het gasverlies steeds zwaarder en
was met één machine niet meer te
houden. We moesten dus twee ma
chines laten loopen, dan konden wij
het nog tot zeven uur houden. Een
poging, om door den nevel heen tc
komen, had geen succes, daar deze
reikte tot aan den grond. Het v.us
a-es uur geworden, de mist kwam in
beweging, er ontstonden gaten, waar-
door wij den grond konden zien.
Daar. een landing op den vasten
grond onmogelijk was, besloten wij
op een meer te landen, dat juist
zichtbaar was. Om 6 uur 10 daalden
wif neer op het water, liet schip
kwam vrij hard terecht. Wij spron
gen met ons tweeën aan den oever,
natuurlijk tot aan de knieën in de
modder, om het schip van voren aan
de touwen vjast te houden. We rem
den wel de vaart, maai konden het
luchtschip niet eer tot 6 tiIsland bren
gen, voor we tot een twintig meter
van den oever staand dennenbosch
gedreven waren en hier de knevel-
touwen om de boomstammen sloe
gen. Nu lag het schip dwars voor den
wind, met de punt o.p de dennen, de
achtersteven aan den oever van het
meer aan een boom hangend.' Alle
mannen 6tapten uit, behalve de vier
in het voorste schuitje, en met hulp
van ongeveer twintig boeren tracht
ten wij het schip wan den boom af te
'halen. Dit gelukte ons eerst, nadat
wij den boom, waarop de achterste
ven vast zat, afgezaagd hadden. Nu
zwaaide het schip in den wind en
zat geheel op het dennenbosch. Nu
echter kregen wij, nadat wij reeds
een touw afgetrokken hadden, de
punt los van de boomen en nadat ook
de voorste motor kon meewerken, het
gchcele verdere schip.
Het schip werd nu wan een in het
water liggende boomstronk voor an
ker gelegd, de achtersteven lag in
een open plek tusschen de boomen.
Wij waren op het Vclaremneer, vijf
tien kilometer van de hal. geland. Er
werd onmiddellijk naar den. troep
getelefoneerd, die benzine en nieuwe
stangen moesten brengen. Het werd
zeven uur, de mist was opgetrokken,
maar het weer werd met het oogen-
blik sleohter en de wind scherper.
Daarom besloten wij de hulp niet af
te wachten, maai1 op weg te gaan
naar de Hal. Het schip werd lichter
gonialokt door het uitlaten van de
dommekracht, de mand, reserve
stukken voor de motoren en gereed
schap, en door het achterblijven van
zes man. Doordat het gas warmer
geworden was, was de neiging tot
stijgen ook weer toegenomen. Om
zeven uur 37 gingen wij omhoog. Wij
hadden voor den voorsicn motor nog
dertig kilogram benzine bijeen ge
zocht. Daar wij door hel warm wor
den vun het gas steeds meer de hoog
te in gingen, moest een van ons
voortdurend aan de gasventilen han
gen. Om acht uur 10 vond de lan
ding zonder ongelukken jilaals. Het
schip was in veiligheid.
Toen we ongeveer een half uur in
de hal waren begonnen onweer,
storm en regen. Als het schip nog
op zijn oude plaats gelegen had, was
het daar/stellig niet tegen bestand
geweest.'Nu kon het ons niets meer
deren.
NOGMAALS HET ZEPPELIN
BEZOEK AAN LONDEN.
De „Daily Chron." en andere bla
den pnb'iceeren eon verhaal over het
Zeppeliubezoek aan Londen, gedaan
door den Duïtschen commandant
Mathy aan den correspondent van
een New-Yorksch blad.
Commandant Mathy dan vertelde:
De Theems, een onvernietigbare
ueidsman, die de Engelschen onmog&r
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Als carnivoor of vleeschetcnd we
zen ben ik Donderdag-middag wel blij
geweest, dat er voor zoover te zien
was, geen vegetariërs in de buurt wa
ren. Op de Gasthuisvest lag een hoop
waaraan jo geen naam kon geven, af
val van vleejch of iets dergelijks, eon
vuile boel pa daarop aasde een wolk
van vliegen. Het taf reel was zóó on-
friscb, dat ik me niet schaam om te
zeggen, dat ik er zoover mogelijk
omheen geloopen ben. De vegetariër
die er niet was, maar er had kunnen
zijn, zou in het laatste geval stellig
gezegd hebben „en zooieta eten jul
lie I" en ik zou met mijn mond vol
vleeschetende tanden gestaan heb
ben I
Twee dingen vraagt een mcnsch,
die dat ziet, zich af. In de eerste
plaats wie er den pommel neergesme
ten heeft, Ik weet wel eoms zit een
mensch rnet het een of ander verlegen
en als hij dat dar. tegen donkor in
6troomend water weggooit, zal hij
door mij niet verklapt worden. Maar
op klaarlichten dag, midden op straat,
waar iedereen voorbij loopt, zulken
vuilea boel neer te gooien is toch wel
een kras staaltje van gebrek aan ge
meenschapsgevoel.
Neen, dan t-ere aan den anderen
Haarlemschen burger, die een middel
tot bestrijding van vliegen gevonden
en dat aan do redactie meegedeeld
heeft, zoodat zij hel gebruik van aluin
in de witkalk als proefhoudend kon
aanbevelen. Jammer dat het wat ver
in den. zomer was, toen er niet veel
meer te etukadooren viel. Maar als
het weer voorjaar wondt en do witter j
in onze portalen, en gangen den ecop-
ter, ik bedoel den witkwast zwaait
moeten we onze vijanden de vliegen
daar eens op onthalen. Ze zijn op die
aluin volstrekt niet gesteld. Zelfs als
je het in een schoteltje met wat water
op tafel zet, blijven ze maar liefst
uit de buurt.
't Middel is eenvoudig genoeg en.
zelfs een vegetariër, als hij niet zoo
versentimentaliseerd is. dat hij de
vloo, die -hem het bloed uitzuigt, in
t leven laat, kan aan de vliegcnver-
delging meewerken. En om op de ve
getariërs terug te komenv ik herinner
me, dat er eens een op een mooien
middag met een vleesclieter uit wan
delen was. Ze kwamen langs een
weiland. Daar stond een koe, breed,
dik, log, dom en vuil. De vegetariër
rilde en sprak „Als je dat rauwe
beest nu ziet, kun je dan nog trek
krijgen in biefstuk?"
De vleesclieter zweeg. Vijf minuten,
later kwamen ze bouwland voorbij.
„Zeg vriend," zei de vleescheter en
trok don ander aan zijn mouw, „haal
jij je hart nu eens op aan die rauwe
kooll"-
De mensch is een eigenaardig sa
menstel van eigenschappen en een
van die eigenschappen ie zijn, merk
waardig aanpassingsvermogen. Nau
welijks veranderen de omstandighe
den of hij schikt zich daarnaar. Naar
rijkdom en naar armoede, naar hitte
en kou, naar leed en- rampen, want
in alles wat hem overkomt of wat hij
om zich heen ziet gebeuren, behoudt
hij de heerlijke eigenschapde hoop
en ziet uit naar dc toekomst.
Zoo is het te verklaren, dat aan het
front, in halfverwoeste dorpen, nog
menschon blijven wonen, zonder zich
te bekommeren over de granaten, die
in hun buurt vallen en zoo komt het
lijk kunnen verwijderen, kunnen wij
op ieder punt van Londen weer te
rugvinden. Ofschoon de stad duister
was, leonden we toch op 37 mijl af
stand den gloed tegen den hemel
zien. Wij gingen recht orop af en
spoedig was de zwijgende stad onder
ons. Er waren donkere plekken, die
afstaken tegen lichtere gedeelten. De
huizengedeeiten waren niet erg don
ker; wij zochten de donkere plekken
op. Plotseling scheen de stad te ont
waken; zoeklichten zochten als ar
men den hemel af, de stralenbundels
uitzendende tegen het dreigende go-
vaar. Indien Iemand van oordeel is,
dat Londen geen uitgestrekt militair
centrum is, dan had h:j eens naast
mij moeten zitten, hij zou dan de roo-
do vuurstralen gezien hebben der tal
rijke kanonnen, die hun granaatkar
tetsen de lucht in slingerden. De
hoogten, waarop wij ons bevonden,
maakte het onmogelijk voor de af-
w eerkanonnen om zich in te schieten.
Uit militair oogpunt hadden wij het
recht een batterij bij de SI. Paul's ka.
thediaal te bombardeeren, maar lie
ten du na uit vrees de kerk te bescha
digen. Wij lieten verschillende bom
men vallen op „Holbom's Viaduct"
in de nabijheid van het station; ver
volgens gingen wij langs do Bank
naar de Tower en trachtten de Tower
Bridge te raken; het resultaat was
onzeker; de kanonnen op d© Tower
onderliielden een levendig vuur. Toen
we over Liverpoolstreetstalion kwa
men, commandeerde ik: snelvuur en
het regende bommen. Verschillende
ontploffingen en het uitbreken van
branden bewezen, dat ik groote scha
de had "toegebracht. Wij werden niet
getroffen. Onze hoofdaanval duurde
tien minuten, daar om tactisch© over
wegingen de aanvallen kort en snel
moesten zijn. Wij werden op geen
enkelen tocht door vliegtuigen lastig
gevallen.
Het relaas is door den Engelschen
censor doorgelaten, met de toevoe
ging, dat het talrijke geheel onjuiste
verklaringen bevat; de bewering, dat
een kanon ter afwering van luchtaan
vallen opgesteld was onder dekking
van de St. Paul s kathedraal, is blijk
baar een leugen verzonnen om te ver
ontschuldigen wat het luchtsdiij)
poogde te doen.
HET GEVECHT OM NOVO
GEORG1EWSK.
De „Roeskoje S!ovo" heeft
lozen we in d© Telegraaf eon
detailleerd verslag ontvangen over de
overgav© van Novo Georgiewsk. Wei
nigen vermoeden, hoe vreeselijk om
deze vesting gestreden is en hoe
wreed het er is toegegaan. Toen de
Russisch© soldaten zagen, dat de
Duitschers, woedend over den tegen
stand want zij hadden gehoopt, dat
de bezetting zich ook hier zou terug
trekken een gewonde afmaakten,
wierpen zij zich als razenden op <it
aanvallende troepen. De Duitscheis
rukten steeds in dichte massa's op,
izoodat de Russen ware bloedbaden
onder hen aanrichtten. De tooneelun,
die zich afspeelden, gaan alle be
schrijving te boven. Bij ieder schot
vlogen afgerukte ledematen de lucht
in. Steeds werden nieuwe colonnes in
't vuur gebracht. De aanvallen op één
versterking duurden 24 uur ach tor oen
voort. Dó Duitschers schreeuwden den
Russen toe: „Geeft de vesting over.
Trekt u terug!"' Maar de Russen wil
den van geen wijken weten. Toen het
licht werd, zag men ©en vlakt© van
zeven werst breedte en twee werst
lengte, die met dooden bedekt was.
Steeds geweldiger werd de. aanval.
Soms beletten de stajiels lijken de
machinegeweren te werken, maar dan
gebruikte men de bajonet. D© strijd
ontaardde ten slotte in een gevecht
als tusschen wild© dieren. De vesting
j is door d© Duitschers tegen h'eel Imo
gen prijs genomen
Op het Oostelijk
Oorlogsveld.
De militaire deskundigo van 't Alg.
Handelsblad schrijft
„Het is nog sleedj niet duidelijk
wat in het Noorden boven den Njc-
men gebeurt. Het Wilna-leger, zegt
de „Times" is nog niet buiten ge
vaar liet is opge.-loten in den drie
hoek, gevormd door de spoorwegen
van Wilna naar Molodetsjno en van
Wilna naar Lida, waarvan de spoor-
weglijn LidaMoldetsjno de basis
vormt.
Maar het blijkt wel, dat de Russen
krachtige pogingen aanwenden, om
er uit te komen. Zoowel bij Molodetcj-
no als bij Smorgon, aan den spoor
weg van Wilna naar Minsk, is hevig
gevochten. Het Duilsche legerberichl
meldde voor eenige dagen, dat een
poging tol doorbreken bij Smorgon
was afgeslagen. Het Russische leger
berichl zegt dat bij aanvallen op de
Duitsclie troepen bij Lobodef, ten
westen van Molodetsjno, de Duit
schers uit dit dorp werden geslagen;
en dat na een hevigen tegenstand ook
de stad Smorgon, waarin de Duit
schers zich hadden genesteld, werd
genomen. Aan den spoorweg naar
Lida werd, waarschijnlijk door Rus
sische troepen, die uit het oosten
kwamen, het Duitsche leger, dat reeds
de Gawca overschreden had, weder
teruggeworpen.
'Maar verdreven konden de Duit
sche troepen niet worden, want uit
de nieuwe berichten blijkt, dat bij
Smorgon en aan de rivier de Gawca,
ten oosten van Lida, nog steeds wordt
gevochten. iDe Russische successen
die door de Duitsche logerberiohten
niet worden vermeld, hebben in elk
geval nog niet tot het resultaat ge
leid. dat de terugtochbslinies van 't
Wilna-leger bevrijd zijn. Het Duit
sche bericht meldt integendeel, dat
de tegenstand der Russen in het ge-
heele gebied ten N. van Osjnvany tot
ten O. van Subotnila aan de Gawca
is gebroken. Dat is de geheele streek,
waarin de Russische legers uit Wil
na streden. Het gevaarlijkste punt
voor den terugtocht is Molodetsjno
het scheen, dat dit aanvankelijk al
leen bezet was door cavalerie, maar
dat gedeelten van het leger van Prins
Leopold van 'Beieren, die over de
Gawca. vooruitrukten, dit punt trach
ten te bereiken, om dc cavalerie te
versterken ls dit gelukt, dan zal daar
een felle strijd te wachten zijnhet
echter mogelijk, dat na de overwi
ning bij Lobodef, ten weken van Mo
lodetsjno, de Russen zioh daar een
uitweg uit den driehoek hebben
baand.
De Duitsche aanvallen op Duna-
hurg worden geregeld voortgezetde
Russen verdedigen die plaats hard
nekkig, en de telegrammen uit Pe
tersburg maken melding van „voort
durende wanhopige aanvallen", die
werden afgeslagen. Hot Duitsche le-
gerbericht zegt echter, dat de Duit
sche troepen ten W. van Dunaburg
in de vooruitgeschoven Russi.che li
nies binnendrongen.
In 't Z. schijnen de Oostenrijkers
bij Lu'ZJk oon nederlaag te hebben ge
leden. Zij melden zeer lakonïék, dat
zij lrunnc tot dusver ten oosten van
Luzk bevindende afdeelingen in stel
lingen aan den westelijken oever van
de Styr moesten terugtrekken. Dit
wil zeggen, dat zij in liet gebied van
den vestingdriehoel^, oen nederlaag
hebben geleden, en waarschijnlijk
ook, dat zij Luzk weer moerten ont
ruimen. Luzk toch ligt op den ooste-
1 ijken oever van de Styr op den wes
telijken oever ligt het plaatsje Tort-
schin en bevinden zich enkele forten
van de vesting Luzk. Deze terugtocht
achter de Styr is klaarblijkelijk het
gevolg van de gevechten, die ten N.
W. van Dubno werden geleverd, waar
in de Russen zich meester maakten
van het dorp Voinitza op den linker
oever van de Ikwa. Daardoor werden
de Oostenrijksche posities ten O van
dc Styr door een flankbeweging be
dreigd. Hei krachiigo optreden van
de Russen in dit gebied wordt in het
Russische legorbericht geschetst.
Langs de geheele linie van den Se-
retJi wordt voortdurend gevochten, en
het schijnt, dat de Russen daaibij aan
de bovenhand zijn."
De stemming In Rusland
Stephen Gruham schrijft uit Mos
kou een brief aan de „Times", waar
in hij geest en stemming van het
Russische volk teekent.
„Er 'hangt zoo begint hij een
donkere wolk boven Rusland. De
groote verdedigende vestingen, wuur-
op het volk. zelfs na de ontruiming
an Warschau, vertrouwde, zijn in
handen van den vijand gevallen. De
bairikadeu en wallen v«an Polen zijn
ornvergewoipen en het werkelijke
Rusland ligt open voor den vijand.
Er is groot leed en verdriet in de
harten der menschen. Men bidt en
offert. De vrouwen, die in het beg;n
van den oorlog voor de treinen lagen,
om het vertrek van hun beminden
tegen te houden, bidden nu hun ge
vonden, terug te keeren, en zenden
hen met hun jongeren, die nog niet
opgeroepen ziin, om hun land te die
nen. Zij schreien, en toch zien zij
door haar tranen heen met verhel
derde, opgewonden gezichten voor
zich uit en zeggen „Ga, ga. mijn
liefste."
„In de hospitalen en ambulances,
waar vele duizenden gewonden lig
gen, heerscht dagelijksche spanning
over het nieuws, en men vergeet
zijri wonden uit verhangen, om plot
seling beter te worden en opnieuw
mmr het vreeselijke from te trekken.
Iri de straten van steden en dorpen
maken de nieuwe recruten, de novo-
brantsi, muziek met harmonica's en
balalaikas en zingen wilde liederen,
den geheelen nacht door, zij verza
melen zich om de gebouwen, waar
de gewonden liggen. En binnen in
de liospitalen staren dc bleeke solda
ten met wijd geopende oogen naar
de scha^rseh verlichte zoldering en
zijn in gepeinzen verdiept.
„Men spreekt van 1812 en van Na
poleon en van de wapening van het
volk. Een ou.de patriot, dien ik te
Rostof ontmoette, zeide mij dat hij
.gereed was, om met houweelen en
r>orken uit te trekken „Zij zullen
ons nooit overwinnen", zeide hij,
„want het volk zal niet toegeven.
•Het is een volksoorlog. Laat ze Brest
en Wilna en Minsk en Smolensk ne
men, ja zelfs Moskou, ieder man zal
te wapen loopëriwij zullen alles
verbranden, olie© opopfferen wij
zullen alles op het altaar van de na
tie leggen." Tranen stonden in zijn
oogen, terwijl hij sprak.
„Engelschen en Russen schudden
elkaar de hand als zii elkaar ontmoe
ten. met die hartelijkheid en verze
kerdheid. die men waarneemt als de
vriendschap door uren van bej>roe-
ying en lijden gestevigd wordt. Het
is Rusland's deel om hel meest te
lijden, om alles wet het het liefste
heeft, bedreigd te zien. Maar er is
geen gedachle aan verwijt
..De berichten van r-lk front wor
den met hartstochtelijke belangstel
ling eiken dag thans gelezen, en in
sommige steden waar het ochtend
blad te middernacht verschijnt, wach
ten de menschen om het tc koopen,
en het hoofd van het gezin leest al
het nieuws luid voor uit Rusland,
Frankrijk, Engeland, Italië, de Dur-
cianellen en de overige leden van
het gezin, rnecrendeels meisjes, sta
ren met vrees en gretigheid naar
htm terwijl hij leest.
„Onlangs sj»oorde ik van den Kau-
kusus naar Moskou, en langs <i/n
heelen weg, dien wij aflegden, luis
terden wij naar de kreten van kin
deren, die ons van de oogstvelden
trachtten aan te roepen. Eerst kon
ik niet uitmaken wat zij zeiden,
maar eindelijk verstond ik Ga-
z e t a, g a z e t a Zij riepen om cou
ranten. Heele kranten werden tel-
kens door de passagiers nan die jon-
geus toegeworpen, en als wij aan
een nieuw slation kwamen, kochten
wij. nieuwe kranten en lazen ze, en
daarna wieifpen wij ze naar buiten
op den wind, terwijl onze expres-
trein in noordelijke richting rende.
In de dorpen willen ze couranten
hebben, en elk gedrukt papier over
den oorlog wordt door den man, d e
lezen kan, met luide stem voorgele
zen
In Moskou was de correspondent
er getuige van, hoe, de heele stad in
rep cn roer was over het valschc be
richt, door een avondblad verspreid,
rlat de Dardanellen gevallen waren.
..Het was een schandelijke exploi
tatie van het volksgevoel, en een
droevige ontgoocheling wachtte de
menschen 's ochtends van den vol
genden dag. De vooruisgang aan de
Dardanellen is langzaam, zeggen de
ernstige ^uranten. ij moeten
vooi het iftijaar niet veel verwach
ten.
„De koortsachtige spanning kan
alleen in bidden en werken tot rust
komen. Er is een koortsachtige be
drijvigheid in huizen, fabrieken en
werkplaatsen. Een van de meest
'voorkomende plakkaten is de jafbeel-
'ding van een zwaard en een hamer,
kruiselings over elkaar heen, en de
woorden „Alles voor den oorlog
cn overal leest men aanhalingen uit
het rescript van den Tsaar„De
ijand moet gefnuikt wordenvoor
dien tijd kan er geen vrede zijn
Uit Rusland.
DEPUTATIES NAAJR DEN TSAAR.
Do congressen der Zemetwo's en
gomeeiiteboi-turen kozen deputaties
om him resoluties den Tsaar te over
handigen. Aan het hoofd dier depu
taties atonden respectieevli/k prins
Lvoff en Chelnikoff, de burgemeester
van Moskou.
De .yDaily Tel." verneemt uit Pe
tersburg, dat de resolutie van de bij
eenkomst der gemeenteraden te Mos
kou als volgt luidt
Deze vergadering van de vertegen
woordigers der Russische ©leden acht
het haar heilige plicht'in deze dagen
van zware beproeving ons standvas
tig en dapper nationale leger onze
hartelijke groeten tc zenden. Laat het
leger weten, dat alle gedachten cn ge
voelens van alle burgers zich veree
nigen in, het verlangen naar de over
winning en in den hartrtochtcl ijken
wensch om met inspanning van al
hun krachten onze helde bij te staan,
in de geweldige wonsteling, welke zij
moeten strijden. Als immer is het
Russische volk beslist van meening,
dat de oorlog moet worden voortge
zet tot de eindoverwinning in vol
komen samenwerking met onze moe
dige bondgenooten.
Als noodlottige hinderpalen op den
weg naar dc eindoverwinning staan
de oude zwakheden van ons natio
naal bestaan de onverantwoordelijk
heid van de overheid, haar vreemd-
staan tegenover het volk, haar diep
gaande desorganisatie en onmacht.
Het is noodzakelijk de overheid rnet
beslistheid en eerlijkheid het nieuwe
pad te doen inslaan. De plicht tegen
over het volk eischt dit. In de plaats
van het tegenwoordig gezag moeten
mannen geroepen worden, die bet
vertroulwen bezitten van de natie
het scheppende werk van de volks
vertegenwoordiging moet zorwler uit
stel hervat worden de binnenland-
sche vrede en de geestelijk© eenheid
van liet land. deze belangrijke voor
waarden voor de overwinning, moe
ten worden verzekerd door verzoening
en terzijdestelling van het oude poli
tiek conflict en door gelijkstelling
van alle burgers voor de wet.
Do vertegenwoordigers van de Rus
sische stéden zullen, met vast ver
trouwen in de toekomst van het land,
in volkomen zelfboheensching en ruo-
tig geloof in hun recht en kracht, met
het geheele volk on/vermoeid en eens
gezind voorlwerken om het leger te
steunen, met do wetenschap, dat elk
uur van werkeloosheid de overwin
ning verschuift.
Op het oogen blik van de rware be
proeving, welke het land i* opge
legd, en in het diejve bewustzijn «ac
ook, dat in ©en land ais het onze
dat buiten den oorlog bleef, de
menschen, hoezeer ook onder den in
druk van het vreeselijke dat om her.
heen gebeurt, behoefte hebben gehou
den aan ontspanning na den arbeid.
Een van mijn kennissen was naar
een Amslerdamsehen schouwburg ge
weest. „Jo moet," zei hij, „dat gebouw
met zekere opgewektheid binnen
gaan, andens ben jo lang vóórdat het
scherm opgaat, tut jo humeur. Dat
begint bij het loket van de ])laals-
kaarten J© toegangsbewijs kost laat
ik zoggen een gulden. Maar je be
taalt een gulden en vijf cents wegens
de belasting op de publieke vermake
lijkheden.
Waarom zeggen ze niet, dat je
plaatsbewijs een gulden en vijif cents
kost, zonder meer? Waarom moet jo
telkens weer aan die hatelijke belas
ting herinnerd worden? 'k Heb altijd
gedacht, dat menschen die de leiding
hebben van 'i schouwtooneel der we
reld, althans menschenikennifl ge
noeg hébben, om te weten, dat de hin
derlijkste belasting die is, waaraan
je telkens berinnend wordt.
Met die gedachte ga je verder den
schouwburg in. Daar staat een heer,
die je dringend uilnoodigt, je jas en
parapluie aan de vestiaire af te ge
ven. Twee 8tukseen dubbeltje. Op
je hoed mag je zolf passen.
Ben je dezen klip gelukkig voortbij
gezeild, dan staat een juffrouw op
wacht, met programma's. Een schouw-
burgprograimma ia een ding, dut zou
kunnen bestaan uit twintig regels
druks, de namen van de spelers, de
titel van 't stuk, het adres van den
costumier en don kapper (hot is bij
zonder belangwekkend voor 't pu
bliek, om te weten, of Jansen of Pie-
ler..cn de heldin gekapt heeft) en
verder niemendal. Zooals ik zeg
hoogstens twintig regols. Maar daar
de schouwburgdirectie geld kiopt uil
alles, ook wat niemendal met den
schouwburg te maken heeft, maken
ze van 't programma een boekdeel,
vol betalende adverlentiën en laten,
omdat 't nu zoo groot geworden is,
het publick daar een dubbeltje voor
betalen. Vijf centen voor de juffrouw,
die wel zoo vriendelijk is, je dat
moois te verkoopen. Samen vijftien
centen.
Dit is, Fidelio, het gunstigste ge
val. Als er een operette wordt opge
voerd, Lj er ook nog oen tekstboekje.
De tekst van operettes is zóó onzinnig
dat je, voor zoover je dc zangers kunt
verstaan, tot je zeil zegt„Neen,
dat kunnen ze toch niet gezegd heb
ben I" Je hebt dus bepaald een boekje
noodig, om er zeker van te wezen,
dat de onzin van don zanger klopt
met de nonsens in het tekstboekje.
Doe je dat niet, dan lig je den halven
nacht te peinzen over wat de held in
de groote aria wel gezongen kan heb
ben of hij 't ovep gemarineerde ha
ring had of over de Pyreneën
Je koopt dus een tekstboekje van
vijftien, twintig of vijf en twintig
cents, al naar de onzin dikker of dun
ner ia Laat ons aannemen, dat het
gemiddelde nonsens is, dus voor 20
cents, vijf oenten fooi is een kwartje.
Misschien zegt een scherpzinnige
lezer, dat deze fooi overbodig is, om
dat de juffrouw van de programma's
ook de tekstboekjes verkoopt. Dit is
onjuist. In een rechtgeaard theater
zijn daarvoor twee jnirsoncn aange
steld, want juffrouwen moeten ook
leven.
Terwijl je aldus je kleingeld .staat
weg te goven, kotut er een heer op je
af, met dc beleefde uitnoodigmg om
een tooneelkijker van hem te huren.
Jo scheept dozen ambtenaar af. Hij
berust daarin. Als ik niet bang was,
een nieuw bedrijf op den argeloozen
schouwburgbezoeker los te laten, zou
ik vragen waarom ze niet liever klei
ne electrisChe zaklantarens verhuren,
zotfdat je onder 'het spelen in de stik
donkere zaal ten minste je program
ma lezen kunt.
Heb je eenmaal den aanval van den
toon.eelkijkci'niani triomfantelijk af
geslagen, dan nadert hel laatste
gevaar, in den vorm van een
heer, die beleefd vraagt, of hij je je
jdaats zal wijzen. Voordat je ja zegt,
kijk je even op je plaatsbiljet, maar
ziet daar niets anders op, dan oen
paar gedrukte woorden, waar j© niets
aan hebt en een jraar potloodstrepen,
die alles kunnen beteekenen. „Met
deze gegevens," zeg jo tot jo zelf,
„vind ik mijn plaats nooit", en volgt
onderworpen den man, die je naar je
zetel brengt. Eenmaal daar aange
land blijft hij staan en kijkt j© aan.
Je doet hetzelfde en leest duidelijk
zijn bedoeling in zijn oogen. Name
lijk een stuiver in het rechter en
oen stuiver in het linker oog. Samen
©en dubbeltje. J© gaat dus opnieuw
over je portemownnie en stelt hem het
verlangde ter hand, waarop hij met
het klassiek geworden „dank u
leofd" vertrekt en op andere slacht
offers losschiet.
Voor de volledigheid vermeld ik
nog, dat tien seconden, later eon jon
ge meneer komt aangestapt, die je
njet een uitnoodigend gebaar „sjok-
kola" aanbiedt, ten bewijze, dat de
schouwburgdirectie ook nog deze
koord op haar boog heeft, maar, hoe
vreemd het ook mag klinken, eonige
verplichting om hiervan te koopen
bestaat niet. Met waardeering moet
gezegd worden, dat de directie dc be
zoekers geheel vrij laat. Vol-ko-men
vrij! Zelfs is'het niet voorgeschreven,
gebruik te maken van het ijs of van
het bier dat in de pauzen tusschen do
verschillende bedrijven zal worden
gepresenteerd.
Ik heb wel hooren zeggen, Fidelio,
dat menschen die krenterig© reken
sommetjes opzetten els z© uit zijn, de
ware uitgaanders niet verdienen ge
noemd te worden. Het kan wel wezen
en dan zie ik maar van dien eerelitel
af. Maar ik heb dan toch uitgecijferd,
dat ik behalve mijn eigenlijk toe-
ga ngdbewijs aan kleine onkosten vijl
en zostig cents betaald heb. Vijf en
zestig opcenten op de hoofdsom, 't Li
hoogl"
Aldus sprak mijn vriend en ik kon
hem geen ongelijk geven.
Met groote waardeering heb ik
daarom gelezen, dat een van de Haar-
lemsche bioscoop-ondernemingen haar
programma, met besohrijving van
liet hoofdnummer, gratis verkrijgbaai
stelt.
Dat ie nobel en verstandig. Mij zou
't niet verwonderen, wanneer de ex
ploitant daarmee succes behaalde.
Op den duur moet het 't publiek toch
geducht gaan vervelen, dat het den
ondernemer allerlei extra kosten moei
bp*n_len voor dingen, die noodig zijn
om de voorstelling goed te volgen en
die hij dus zelf voor zijn rekening bo
j hoorde te nemen.
Als bij niet uitkomt, laat hij dan
flinkweg do prijzen van de plaatsen
verhoogen. Liever dan met allerlei
verscholen kraantjes den bezoeken
hun kleingeld af tc taj>j)cn.
FIDELIO.