De Europeesche Oorlog. DERDE BLAD. HAARLERG'S DAGBLAD ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1915 Verspreid Nieuws van de oorlogsvelden DE ZEPPELIN-AANVAL OP BIALYSTOK. De „Frankfurter Naohrichten" be- .vat een brief van een der deelnemers aan den Zeppelin-aanval op Bialy stok in den nacht van den llden op den 12den Augustus, waarin men eigenlijk voor Het eerst détails van beteekenis over een dergelijkcn tocht leest. 's Avonds om negen uur stegen we op met 2000 kilogram bommen, 8 ton benzine en olie en 11 man beman ning. Onze taak was Bialystok te bombardeeren, het wisselpunt bij Slurosjeldcy, en 'het station Lapy te vernielen. Het was een gewichtige taak, daar onze troepen in doze streek steeds op hardnekkigcu te genstand stuitten en niet snel ge noeg vooruit kwamen, omdat de vijand steeds nieuwe réserves aan voerden. Wib werkten hier zeer goed met onze troepen samen. Om tien uur 45 voeren wij, op 2500 meter hoogte, over het front, door de Bussen vergeefs beschoten. Om 11 uur 45 was Bialystok be reikt. Ons luchtschip lag op 3000 me ter hoogte, stad en station waren helder verlicht. Eer wij begonnen ©nze bommen te werpen, hadden de lussen ons reeds gehoord. Drie zoek- Jchten gingen met succes aan het werk en er begon een moordend ruur. Wij voeren tegen den wind in om niet te veel vaart te hebben. En met een zweef-verrekijkar werd ge richt. De eerste bom viel en trof goed. De voorste motor werd stil ge zet en nu volgde de eene hom na de andere, zoodat wij slechts dc ont ploffingen van onze eigen hommen hoorden. De bommen, dertig stuks, avaren alle uitstekend gericht en er ontstonden twee groote branden. Nu kwam het wisselpunt, vijf kilo meter ten westen van Bialystok, aan de beurt.Daarcp werden tien bom men geworpen, die eveneens uitste kend te land kwamen. Terwijl wij hier aan het werk u>a- xen, vond in Bialystok een hevige ontploffing plaats, waarvan wij den schok tot in ons schuitje voelden. Nu volgde de eene ontploffing na de an dere, in <het geheel telden wij er acht. Vermoedelijk hadden wij een aminu- nitie-depöt of een ammunitie-trein getroffen. Gedurende dezen tijd hadden wij ook het station Lapy met onze laat ste tien bommen begooid en gingen nu welgemoed om 12 uur 15 's nachts op 3600 meter hoogte op den terug weg. We raakten riu hoven aandrij vende wolken, waardoor wij slechts van tijd tot tijd de aarde konden zien. Om 1 uur 15 voeren we boven een groot gat in de wolken en wer den nu plotseling door twee zoek lichten gevonden en weer flink be schoten. De ontploffingspunten lagen tot onze verbazing, uitstekend. De maohine liep met de uiterste kracht, om maar zoo snel mogelijk uit het vuur te komen. Onze beste vriend H. had een beetje verkeerd gestuurd, we waren boven de vesting Ossowiee gekomen, die wij anders bij het krui sen van het front meden. ALs het zoo verder ging moesten wij om drie uur onze haJ bereikt hebben en waren wij in het ongunstigste geval 500 kilo te zwaar, zoodat de landing zonder vaar kon plaats hebben. Het weer haalde echter een streep door onze rekening. Een dikke nevel kwam op, die van den grond tot op 500 meter hoogte reikte. We moesten dus wachten tot de zon opkwam en de n'evel weg zou vagen. Wij wisten, dat wij dit tegen zeven uur konden verwachten. Daar wij, als wij alle motoren gebruikten, sleohts tot. vijf uur benzine hadden, werden twee van de motoren stop gezet. Intusschen werd het *chip door het gasverlies steeds zwaarder en was met één machine niet meer te houden. We moesten dus twee ma chines laten loopen, dan konden wij het nog tot zeven uur houden. Een poging, om door den nevel heen tc komen, had geen succes, daar deze reikte tot aan den grond. Het v.us a-es uur geworden, de mist kwam in beweging, er ontstonden gaten, waar- door wij den grond konden zien. Daar. een landing op den vasten grond onmogelijk was, besloten wij op een meer te landen, dat juist zichtbaar was. Om 6 uur 10 daalden wif neer op het water, liet schip kwam vrij hard terecht. Wij spron gen met ons tweeën aan den oever, natuurlijk tot aan de knieën in de modder, om het schip van voren aan de touwen vjast te houden. We rem den wel de vaart, maai konden het luchtschip niet eer tot 6 tiIsland bren gen, voor we tot een twintig meter van den oever staand dennenbosch gedreven waren en hier de knevel- touwen om de boomstammen sloe gen. Nu lag het schip dwars voor den wind, met de punt o.p de dennen, de achtersteven aan den oever van het meer aan een boom hangend.' Alle mannen 6tapten uit, behalve de vier in het voorste schuitje, en met hulp van ongeveer twintig boeren tracht ten wij het schip wan den boom af te 'halen. Dit gelukte ons eerst, nadat wij den boom, waarop de achterste ven vast zat, afgezaagd hadden. Nu zwaaide het schip in den wind en zat geheel op het dennenbosch. Nu echter kregen wij, nadat wij reeds een touw afgetrokken hadden, de punt los van de boomen en nadat ook de voorste motor kon meewerken, het gchcele verdere schip. Het schip werd nu wan een in het water liggende boomstronk voor an ker gelegd, de achtersteven lag in een open plek tusschen de boomen. Wij waren op het Vclaremneer, vijf tien kilometer van de hal. geland. Er werd onmiddellijk naar den. troep getelefoneerd, die benzine en nieuwe stangen moesten brengen. Het werd zeven uur, de mist was opgetrokken, maar het weer werd met het oogen- blik sleohter en de wind scherper. Daarom besloten wij de hulp niet af te wachten, maai1 op weg te gaan naar de Hal. Het schip werd lichter gonialokt door het uitlaten van de dommekracht, de mand, reserve stukken voor de motoren en gereed schap, en door het achterblijven van zes man. Doordat het gas warmer geworden was, was de neiging tot stijgen ook weer toegenomen. Om zeven uur 37 gingen wij omhoog. Wij hadden voor den voorsicn motor nog dertig kilogram benzine bijeen ge zocht. Daar wij door hel warm wor den vun het gas steeds meer de hoog te in gingen, moest een van ons voortdurend aan de gasventilen han gen. Om acht uur 10 vond de lan ding zonder ongelukken jilaals. Het schip was in veiligheid. Toen we ongeveer een half uur in de hal waren begonnen onweer, storm en regen. Als het schip nog op zijn oude plaats gelegen had, was het daar/stellig niet tegen bestand geweest.'Nu kon het ons niets meer deren. NOGMAALS HET ZEPPELIN BEZOEK AAN LONDEN. De „Daily Chron." en andere bla den pnb'iceeren eon verhaal over het Zeppeliubezoek aan Londen, gedaan door den Duïtschen commandant Mathy aan den correspondent van een New-Yorksch blad. Commandant Mathy dan vertelde: De Theems, een onvernietigbare ueidsman, die de Engelschen onmog&r Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Als carnivoor of vleeschetcnd we zen ben ik Donderdag-middag wel blij geweest, dat er voor zoover te zien was, geen vegetariërs in de buurt wa ren. Op de Gasthuisvest lag een hoop waaraan jo geen naam kon geven, af val van vleejch of iets dergelijks, eon vuile boel pa daarop aasde een wolk van vliegen. Het taf reel was zóó on- friscb, dat ik me niet schaam om te zeggen, dat ik er zoover mogelijk omheen geloopen ben. De vegetariër die er niet was, maar er had kunnen zijn, zou in het laatste geval stellig gezegd hebben „en zooieta eten jul lie I" en ik zou met mijn mond vol vleeschetende tanden gestaan heb ben I Twee dingen vraagt een mcnsch, die dat ziet, zich af. In de eerste plaats wie er den pommel neergesme ten heeft, Ik weet wel eoms zit een mensch rnet het een of ander verlegen en als hij dat dar. tegen donkor in 6troomend water weggooit, zal hij door mij niet verklapt worden. Maar op klaarlichten dag, midden op straat, waar iedereen voorbij loopt, zulken vuilea boel neer te gooien is toch wel een kras staaltje van gebrek aan ge meenschapsgevoel. Neen, dan t-ere aan den anderen Haarlemschen burger, die een middel tot bestrijding van vliegen gevonden en dat aan do redactie meegedeeld heeft, zoodat zij hel gebruik van aluin in de witkalk als proefhoudend kon aanbevelen. Jammer dat het wat ver in den. zomer was, toen er niet veel meer te etukadooren viel. Maar als het weer voorjaar wondt en do witter j in onze portalen, en gangen den ecop- ter, ik bedoel den witkwast zwaait moeten we onze vijanden de vliegen daar eens op onthalen. Ze zijn op die aluin volstrekt niet gesteld. Zelfs als je het in een schoteltje met wat water op tafel zet, blijven ze maar liefst uit de buurt. 't Middel is eenvoudig genoeg en. zelfs een vegetariër, als hij niet zoo versentimentaliseerd is. dat hij de vloo, die -hem het bloed uitzuigt, in t leven laat, kan aan de vliegcnver- delging meewerken. En om op de ve getariërs terug te komenv ik herinner me, dat er eens een op een mooien middag met een vleesclieter uit wan delen was. Ze kwamen langs een weiland. Daar stond een koe, breed, dik, log, dom en vuil. De vegetariër rilde en sprak „Als je dat rauwe beest nu ziet, kun je dan nog trek krijgen in biefstuk?" De vleesclieter zweeg. Vijf minuten, later kwamen ze bouwland voorbij. „Zeg vriend," zei de vleescheter en trok don ander aan zijn mouw, „haal jij je hart nu eens op aan die rauwe kooll"- De mensch is een eigenaardig sa menstel van eigenschappen en een van die eigenschappen ie zijn, merk waardig aanpassingsvermogen. Nau welijks veranderen de omstandighe den of hij schikt zich daarnaar. Naar rijkdom en naar armoede, naar hitte en kou, naar leed en- rampen, want in alles wat hem overkomt of wat hij om zich heen ziet gebeuren, behoudt hij de heerlijke eigenschapde hoop en ziet uit naar dc toekomst. Zoo is het te verklaren, dat aan het front, in halfverwoeste dorpen, nog menschon blijven wonen, zonder zich te bekommeren over de granaten, die in hun buurt vallen en zoo komt het lijk kunnen verwijderen, kunnen wij op ieder punt van Londen weer te rugvinden. Ofschoon de stad duister was, leonden we toch op 37 mijl af stand den gloed tegen den hemel zien. Wij gingen recht orop af en spoedig was de zwijgende stad onder ons. Er waren donkere plekken, die afstaken tegen lichtere gedeelten. De huizengedeeiten waren niet erg don ker; wij zochten de donkere plekken op. Plotseling scheen de stad te ont waken; zoeklichten zochten als ar men den hemel af, de stralenbundels uitzendende tegen het dreigende go- vaar. Indien Iemand van oordeel is, dat Londen geen uitgestrekt militair centrum is, dan had h:j eens naast mij moeten zitten, hij zou dan de roo- do vuurstralen gezien hebben der tal rijke kanonnen, die hun granaatkar tetsen de lucht in slingerden. De hoogten, waarop wij ons bevonden, maakte het onmogelijk voor de af- w eerkanonnen om zich in te schieten. Uit militair oogpunt hadden wij het recht een batterij bij de SI. Paul's ka. thediaal te bombardeeren, maar lie ten du na uit vrees de kerk te bescha digen. Wij lieten verschillende bom men vallen op „Holbom's Viaduct" in de nabijheid van het station; ver volgens gingen wij langs do Bank naar de Tower en trachtten de Tower Bridge te raken; het resultaat was onzeker; de kanonnen op d© Tower onderliielden een levendig vuur. Toen we over Liverpoolstreetstalion kwa men, commandeerde ik: snelvuur en het regende bommen. Verschillende ontploffingen en het uitbreken van branden bewezen, dat ik groote scha de had "toegebracht. Wij werden niet getroffen. Onze hoofdaanval duurde tien minuten, daar om tactisch© over wegingen de aanvallen kort en snel moesten zijn. Wij werden op geen enkelen tocht door vliegtuigen lastig gevallen. Het relaas is door den Engelschen censor doorgelaten, met de toevoe ging, dat het talrijke geheel onjuiste verklaringen bevat; de bewering, dat een kanon ter afwering van luchtaan vallen opgesteld was onder dekking van de St. Paul s kathedraal, is blijk baar een leugen verzonnen om te ver ontschuldigen wat het luchtsdiij) poogde te doen. HET GEVECHT OM NOVO GEORG1EWSK. De „Roeskoje S!ovo" heeft lozen we in d© Telegraaf eon detailleerd verslag ontvangen over de overgav© van Novo Georgiewsk. Wei nigen vermoeden, hoe vreeselijk om deze vesting gestreden is en hoe wreed het er is toegegaan. Toen de Russisch© soldaten zagen, dat de Duitschers, woedend over den tegen stand want zij hadden gehoopt, dat de bezetting zich ook hier zou terug trekken een gewonde afmaakten, wierpen zij zich als razenden op <it aanvallende troepen. De Duitscheis rukten steeds in dichte massa's op, izoodat de Russen ware bloedbaden onder hen aanrichtten. De tooneelun, die zich afspeelden, gaan alle be schrijving te boven. Bij ieder schot vlogen afgerukte ledematen de lucht in. Steeds werden nieuwe colonnes in 't vuur gebracht. De aanvallen op één versterking duurden 24 uur ach tor oen voort. Dó Duitschers schreeuwden den Russen toe: „Geeft de vesting over. Trekt u terug!"' Maar de Russen wil den van geen wijken weten. Toen het licht werd, zag men ©en vlakt© van zeven werst breedte en twee werst lengte, die met dooden bedekt was. Steeds geweldiger werd de. aanval. Soms beletten de stajiels lijken de machinegeweren te werken, maar dan gebruikte men de bajonet. D© strijd ontaardde ten slotte in een gevecht als tusschen wild© dieren. De vesting j is door d© Duitschers tegen h'eel Imo gen prijs genomen Op het Oostelijk Oorlogsveld. De militaire deskundigo van 't Alg. Handelsblad schrijft „Het is nog sleedj niet duidelijk wat in het Noorden boven den Njc- men gebeurt. Het Wilna-leger, zegt de „Times" is nog niet buiten ge vaar liet is opge.-loten in den drie hoek, gevormd door de spoorwegen van Wilna naar Molodetsjno en van Wilna naar Lida, waarvan de spoor- weglijn LidaMoldetsjno de basis vormt. Maar het blijkt wel, dat de Russen krachtige pogingen aanwenden, om er uit te komen. Zoowel bij Molodetcj- no als bij Smorgon, aan den spoor weg van Wilna naar Minsk, is hevig gevochten. Het Duilsche legerberichl meldde voor eenige dagen, dat een poging tol doorbreken bij Smorgon was afgeslagen. Het Russische leger berichl zegt dat bij aanvallen op de Duitsclie troepen bij Lobodef, ten westen van Molodetsjno, de Duit schers uit dit dorp werden geslagen; en dat na een hevigen tegenstand ook de stad Smorgon, waarin de Duit schers zich hadden genesteld, werd genomen. Aan den spoorweg naar Lida werd, waarschijnlijk door Rus sische troepen, die uit het oosten kwamen, het Duitsche leger, dat reeds de Gawca overschreden had, weder teruggeworpen. 'Maar verdreven konden de Duit sche troepen niet worden, want uit de nieuwe berichten blijkt, dat bij Smorgon en aan de rivier de Gawca, ten oosten van Lida, nog steeds wordt gevochten. iDe Russische successen die door de Duitsche logerberiohten niet worden vermeld, hebben in elk geval nog niet tot het resultaat ge leid. dat de terugtochbslinies van 't Wilna-leger bevrijd zijn. Het Duit sche bericht meldt integendeel, dat de tegenstand der Russen in het ge- heele gebied ten N. van Osjnvany tot ten O. van Subotnila aan de Gawca is gebroken. Dat is de geheele streek, waarin de Russische legers uit Wil na streden. Het gevaarlijkste punt voor den terugtocht is Molodetsjno het scheen, dat dit aanvankelijk al leen bezet was door cavalerie, maar dat gedeelten van het leger van Prins Leopold van 'Beieren, die over de Gawca. vooruitrukten, dit punt trach ten te bereiken, om dc cavalerie te versterken ls dit gelukt, dan zal daar een felle strijd te wachten zijnhet echter mogelijk, dat na de overwi ning bij Lobodef, ten weken van Mo lodetsjno, de Russen zioh daar een uitweg uit den driehoek hebben baand. De Duitsche aanvallen op Duna- hurg worden geregeld voortgezetde Russen verdedigen die plaats hard nekkig, en de telegrammen uit Pe tersburg maken melding van „voort durende wanhopige aanvallen", die werden afgeslagen. Hot Duitsche le- gerbericht zegt echter, dat de Duit sche troepen ten W. van Dunaburg in de vooruitgeschoven Russi.che li nies binnendrongen. In 't Z. schijnen de Oostenrijkers bij Lu'ZJk oon nederlaag te hebben ge leden. Zij melden zeer lakonïék, dat zij lrunnc tot dusver ten oosten van Luzk bevindende afdeelingen in stel lingen aan den westelijken oever van de Styr moesten terugtrekken. Dit wil zeggen, dat zij in liet gebied van den vestingdriehoel^, oen nederlaag hebben geleden, en waarschijnlijk ook, dat zij Luzk weer moerten ont ruimen. Luzk toch ligt op den ooste- 1 ijken oever van de Styr op den wes telijken oever ligt het plaatsje Tort- schin en bevinden zich enkele forten van de vesting Luzk. Deze terugtocht achter de Styr is klaarblijkelijk het gevolg van de gevechten, die ten N. W. van Dubno werden geleverd, waar in de Russen zich meester maakten van het dorp Voinitza op den linker oever van de Ikwa. Daardoor werden de Oostenrijksche posities ten O van dc Styr door een flankbeweging be dreigd. Hei krachiigo optreden van de Russen in dit gebied wordt in het Russische legorbericht geschetst. Langs de geheele linie van den Se- retJi wordt voortdurend gevochten, en het schijnt, dat de Russen daaibij aan de bovenhand zijn." De stemming In Rusland Stephen Gruham schrijft uit Mos kou een brief aan de „Times", waar in hij geest en stemming van het Russische volk teekent. „Er 'hangt zoo begint hij een donkere wolk boven Rusland. De groote verdedigende vestingen, wuur- op het volk. zelfs na de ontruiming an Warschau, vertrouwde, zijn in handen van den vijand gevallen. De bairikadeu en wallen v«an Polen zijn ornvergewoipen en het werkelijke Rusland ligt open voor den vijand. Er is groot leed en verdriet in de harten der menschen. Men bidt en offert. De vrouwen, die in het beg;n van den oorlog voor de treinen lagen, om het vertrek van hun beminden tegen te houden, bidden nu hun ge vonden, terug te keeren, en zenden hen met hun jongeren, die nog niet opgeroepen ziin, om hun land te die nen. Zij schreien, en toch zien zij door haar tranen heen met verhel derde, opgewonden gezichten voor zich uit en zeggen „Ga, ga. mijn liefste." „In de hospitalen en ambulances, waar vele duizenden gewonden lig gen, heerscht dagelijksche spanning over het nieuws, en men vergeet zijri wonden uit verhangen, om plot seling beter te worden en opnieuw mmr het vreeselijke from te trekken. Iri de straten van steden en dorpen maken de nieuwe recruten, de novo- brantsi, muziek met harmonica's en balalaikas en zingen wilde liederen, den geheelen nacht door, zij verza melen zich om de gebouwen, waar de gewonden liggen. En binnen in de liospitalen staren dc bleeke solda ten met wijd geopende oogen naar de scha^rseh verlichte zoldering en zijn in gepeinzen verdiept. „Men spreekt van 1812 en van Na poleon en van de wapening van het volk. Een ou.de patriot, dien ik te Rostof ontmoette, zeide mij dat hij .gereed was, om met houweelen en r>orken uit te trekken „Zij zullen ons nooit overwinnen", zeide hij, „want het volk zal niet toegeven. •Het is een volksoorlog. Laat ze Brest en Wilna en Minsk en Smolensk ne men, ja zelfs Moskou, ieder man zal te wapen loopëriwij zullen alles verbranden, olie© opopfferen wij zullen alles op het altaar van de na tie leggen." Tranen stonden in zijn oogen, terwijl hij sprak. „Engelschen en Russen schudden elkaar de hand als zii elkaar ontmoe ten. met die hartelijkheid en verze kerdheid. die men waarneemt als de vriendschap door uren van bej>roe- ying en lijden gestevigd wordt. Het is Rusland's deel om hel meest te lijden, om alles wet het het liefste heeft, bedreigd te zien. Maar er is geen gedachle aan verwijt ..De berichten van r-lk front wor den met hartstochtelijke belangstel ling eiken dag thans gelezen, en in sommige steden waar het ochtend blad te middernacht verschijnt, wach ten de menschen om het tc koopen, en het hoofd van het gezin leest al het nieuws luid voor uit Rusland, Frankrijk, Engeland, Italië, de Dur- cianellen en de overige leden van het gezin, rnecrendeels meisjes, sta ren met vrees en gretigheid naar htm terwijl hij leest. „Onlangs sj»oorde ik van den Kau- kusus naar Moskou, en langs <i/n heelen weg, dien wij aflegden, luis terden wij naar de kreten van kin deren, die ons van de oogstvelden trachtten aan te roepen. Eerst kon ik niet uitmaken wat zij zeiden, maar eindelijk verstond ik Ga- z e t a, g a z e t a Zij riepen om cou ranten. Heele kranten werden tel- kens door de passagiers nan die jon- geus toegeworpen, en als wij aan een nieuw slation kwamen, kochten wij. nieuwe kranten en lazen ze, en daarna wieifpen wij ze naar buiten op den wind, terwijl onze expres- trein in noordelijke richting rende. In de dorpen willen ze couranten hebben, en elk gedrukt papier over den oorlog wordt door den man, d e lezen kan, met luide stem voorgele zen In Moskou was de correspondent er getuige van, hoe, de heele stad in rep cn roer was over het valschc be richt, door een avondblad verspreid, rlat de Dardanellen gevallen waren. ..Het was een schandelijke exploi tatie van het volksgevoel, en een droevige ontgoocheling wachtte de menschen 's ochtends van den vol genden dag. De vooruisgang aan de Dardanellen is langzaam, zeggen de ernstige ^uranten. ij moeten vooi het iftijaar niet veel verwach ten. „De koortsachtige spanning kan alleen in bidden en werken tot rust komen. Er is een koortsachtige be drijvigheid in huizen, fabrieken en werkplaatsen. Een van de meest 'voorkomende plakkaten is de jafbeel- 'ding van een zwaard en een hamer, kruiselings over elkaar heen, en de woorden „Alles voor den oorlog cn overal leest men aanhalingen uit het rescript van den Tsaar„De ijand moet gefnuikt wordenvoor dien tijd kan er geen vrede zijn Uit Rusland. DEPUTATIES NAAJR DEN TSAAR. Do congressen der Zemetwo's en gomeeiiteboi-turen kozen deputaties om him resoluties den Tsaar te over handigen. Aan het hoofd dier depu taties atonden respectieevli/k prins Lvoff en Chelnikoff, de burgemeester van Moskou. De .yDaily Tel." verneemt uit Pe tersburg, dat de resolutie van de bij eenkomst der gemeenteraden te Mos kou als volgt luidt Deze vergadering van de vertegen woordigers der Russische ©leden acht het haar heilige plicht'in deze dagen van zware beproeving ons standvas tig en dapper nationale leger onze hartelijke groeten tc zenden. Laat het leger weten, dat alle gedachten cn ge voelens van alle burgers zich veree nigen in, het verlangen naar de over winning en in den hartrtochtcl ijken wensch om met inspanning van al hun krachten onze helde bij te staan, in de geweldige wonsteling, welke zij moeten strijden. Als immer is het Russische volk beslist van meening, dat de oorlog moet worden voortge zet tot de eindoverwinning in vol komen samenwerking met onze moe dige bondgenooten. Als noodlottige hinderpalen op den weg naar dc eindoverwinning staan de oude zwakheden van ons natio naal bestaan de onverantwoordelijk heid van de overheid, haar vreemd- staan tegenover het volk, haar diep gaande desorganisatie en onmacht. Het is noodzakelijk de overheid rnet beslistheid en eerlijkheid het nieuwe pad te doen inslaan. De plicht tegen over het volk eischt dit. In de plaats van het tegenwoordig gezag moeten mannen geroepen worden, die bet vertroulwen bezitten van de natie het scheppende werk van de volks vertegenwoordiging moet zorwler uit stel hervat worden de binnenland- sche vrede en de geestelijk© eenheid van liet land. deze belangrijke voor waarden voor de overwinning, moe ten worden verzekerd door verzoening en terzijdestelling van het oude poli tiek conflict en door gelijkstelling van alle burgers voor de wet. Do vertegenwoordigers van de Rus sische stéden zullen, met vast ver trouwen in de toekomst van het land, in volkomen zelfboheensching en ruo- tig geloof in hun recht en kracht, met het geheele volk on/vermoeid en eens gezind voorlwerken om het leger te steunen, met do wetenschap, dat elk uur van werkeloosheid de overwin ning verschuift. Op het oogen blik van de rware be proeving, welke het land i* opge legd, en in het diejve bewustzijn «ac ook, dat in ©en land ais het onze dat buiten den oorlog bleef, de menschen, hoezeer ook onder den in druk van het vreeselijke dat om her. heen gebeurt, behoefte hebben gehou den aan ontspanning na den arbeid. Een van mijn kennissen was naar een Amslerdamsehen schouwburg ge weest. „Jo moet," zei hij, „dat gebouw met zekere opgewektheid binnen gaan, andens ben jo lang vóórdat het scherm opgaat, tut jo humeur. Dat begint bij het loket van de ])laals- kaarten J© toegangsbewijs kost laat ik zoggen een gulden. Maar je be taalt een gulden en vijf cents wegens de belasting op de publieke vermake lijkheden. Waarom zeggen ze niet, dat je plaatsbewijs een gulden en vijif cents kost, zonder meer? Waarom moet jo telkens weer aan die hatelijke belas ting herinnerd worden? 'k Heb altijd gedacht, dat menschen die de leiding hebben van 'i schouwtooneel der we reld, althans menschenikennifl ge noeg hébben, om te weten, dat de hin derlijkste belasting die is, waaraan je telkens berinnend wordt. Met die gedachte ga je verder den schouwburg in. Daar staat een heer, die je dringend uilnoodigt, je jas en parapluie aan de vestiaire af te ge ven. Twee 8tukseen dubbeltje. Op je hoed mag je zolf passen. Ben je dezen klip gelukkig voortbij gezeild, dan staat een juffrouw op wacht, met programma's. Een schouw- burgprograimma ia een ding, dut zou kunnen bestaan uit twintig regels druks, de namen van de spelers, de titel van 't stuk, het adres van den costumier en don kapper (hot is bij zonder belangwekkend voor 't pu bliek, om te weten, of Jansen of Pie- ler..cn de heldin gekapt heeft) en verder niemendal. Zooals ik zeg hoogstens twintig regols. Maar daar de schouwburgdirectie geld kiopt uil alles, ook wat niemendal met den schouwburg te maken heeft, maken ze van 't programma een boekdeel, vol betalende adverlentiën en laten, omdat 't nu zoo groot geworden is, het publick daar een dubbeltje voor betalen. Vijf centen voor de juffrouw, die wel zoo vriendelijk is, je dat moois te verkoopen. Samen vijftien centen. Dit is, Fidelio, het gunstigste ge val. Als er een operette wordt opge voerd, Lj er ook nog oen tekstboekje. De tekst van operettes is zóó onzinnig dat je, voor zoover je dc zangers kunt verstaan, tot je zeil zegt„Neen, dat kunnen ze toch niet gezegd heb ben I" Je hebt dus bepaald een boekje noodig, om er zeker van te wezen, dat de onzin van don zanger klopt met de nonsens in het tekstboekje. Doe je dat niet, dan lig je den halven nacht te peinzen over wat de held in de groote aria wel gezongen kan heb ben of hij 't ovep gemarineerde ha ring had of over de Pyreneën Je koopt dus een tekstboekje van vijftien, twintig of vijf en twintig cents, al naar de onzin dikker of dun ner ia Laat ons aannemen, dat het gemiddelde nonsens is, dus voor 20 cents, vijf oenten fooi is een kwartje. Misschien zegt een scherpzinnige lezer, dat deze fooi overbodig is, om dat de juffrouw van de programma's ook de tekstboekjes verkoopt. Dit is onjuist. In een rechtgeaard theater zijn daarvoor twee jnirsoncn aange steld, want juffrouwen moeten ook leven. Terwijl je aldus je kleingeld .staat weg te goven, kotut er een heer op je af, met dc beleefde uitnoodigmg om een tooneelkijker van hem te huren. Jo scheept dozen ambtenaar af. Hij berust daarin. Als ik niet bang was, een nieuw bedrijf op den argeloozen schouwburgbezoeker los te laten, zou ik vragen waarom ze niet liever klei ne electrisChe zaklantarens verhuren, zotfdat je onder 'het spelen in de stik donkere zaal ten minste je program ma lezen kunt. Heb je eenmaal den aanval van den toon.eelkijkci'niani triomfantelijk af geslagen, dan nadert hel laatste gevaar, in den vorm van een heer, die beleefd vraagt, of hij je je jdaats zal wijzen. Voordat je ja zegt, kijk je even op je plaatsbiljet, maar ziet daar niets anders op, dan oen paar gedrukte woorden, waar j© niets aan hebt en een jraar potloodstrepen, die alles kunnen beteekenen. „Met deze gegevens," zeg jo tot jo zelf, „vind ik mijn plaats nooit", en volgt onderworpen den man, die je naar je zetel brengt. Eenmaal daar aange land blijft hij staan en kijkt j© aan. Je doet hetzelfde en leest duidelijk zijn bedoeling in zijn oogen. Name lijk een stuiver in het rechter en oen stuiver in het linker oog. Samen ©en dubbeltje. J© gaat dus opnieuw over je portemownnie en stelt hem het verlangde ter hand, waarop hij met het klassiek geworden „dank u leofd" vertrekt en op andere slacht offers losschiet. Voor de volledigheid vermeld ik nog, dat tien seconden, later eon jon ge meneer komt aangestapt, die je njet een uitnoodigend gebaar „sjok- kola" aanbiedt, ten bewijze, dat de schouwburgdirectie ook nog deze koord op haar boog heeft, maar, hoe vreemd het ook mag klinken, eonige verplichting om hiervan te koopen bestaat niet. Met waardeering moet gezegd worden, dat de directie dc be zoekers geheel vrij laat. Vol-ko-men vrij! Zelfs is'het niet voorgeschreven, gebruik te maken van het ijs of van het bier dat in de pauzen tusschen do verschillende bedrijven zal worden gepresenteerd. Ik heb wel hooren zeggen, Fidelio, dat menschen die krenterig© reken sommetjes opzetten els z© uit zijn, de ware uitgaanders niet verdienen ge noemd te worden. Het kan wel wezen en dan zie ik maar van dien eerelitel af. Maar ik heb dan toch uitgecijferd, dat ik behalve mijn eigenlijk toe- ga ngdbewijs aan kleine onkosten vijl en zostig cents betaald heb. Vijf en zestig opcenten op de hoofdsom, 't Li hoogl" Aldus sprak mijn vriend en ik kon hem geen ongelijk geven. Met groote waardeering heb ik daarom gelezen, dat een van de Haar- lemsche bioscoop-ondernemingen haar programma, met besohrijving van liet hoofdnummer, gratis verkrijgbaai stelt. Dat ie nobel en verstandig. Mij zou 't niet verwonderen, wanneer de ex ploitant daarmee succes behaalde. Op den duur moet het 't publiek toch geducht gaan vervelen, dat het den ondernemer allerlei extra kosten moei bp*n_len voor dingen, die noodig zijn om de voorstelling goed te volgen en die hij dus zelf voor zijn rekening bo j hoorde te nemen. Als bij niet uitkomt, laat hij dan flinkweg do prijzen van de plaatsen verhoogen. Liever dan met allerlei verscholen kraantjes den bezoeken hun kleingeld af tc taj>j)cn. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 9